BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ADMN?STRATin GROOTE HOUTSTRAAT DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. 17e Jatrgang' ZATERDAG 29 FEBROAEI1910 *r- Ho. 8181 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 8 MAANDEN BF 10 CENT PER WEEK. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENT1ÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven ZONDERLINGE HUISDIEREN. Do menschen houden er vaak zon- idcrliuge Liefhebberijen op na. Do een verzamelt tramkaartjes, een ander eti- quettcn van wijnflesschen, een derdo strooibiljetten onverschillig van wel ke soort deze zijn. Zoo zijn er ook liefhebbers van die ren, die hij voorkeur buitengewone soorten onderhouden of kweeken en ik heb iemand gekend, die een heelo verzameling schildpadden had. Zoo zonder ondervinding op dit ge bied is men geneigd dit belachelijk te vindea en toch beweerde dezo dieren vriend, dat de schildpadden even goed genoegen verschaften als de trouwste hond of de liefste poes. Zelf heb ik een paar jaar lang zoo' Vreemd natuurproduct in den tuin ge had en hob dus omtrent de gezellig heid wel een'ge ondervinding kunnen opdoen, maar ik moet eerlijk beken- non, dot zij meer eigenaardig dan ge zellig zijn en dat mijn vriend de acliildpaddencommandant wellicht meer aanleg voor dierendrossuur moet hebben gehad dan ik. Toch zit er wel iets aardigs in, zoo'n gepantseixlen vreemdeling op te kwee ken, cn ieder, die over een tuintje be schikt, kan zonder gevaar voor zijn plankjes gerust een dezer dieren hu>s- vesnug verleenen. Zij zijn gemakkelijk te verkrijgen. In Amsterdam wonen enkele hande laars, die ze bijna altijd voorhanden hebben en voor hen, die geen reisje willen ondernemen, bestaat er hier in Haarlem ook wel gelegenheid om er een te bemachtigen, daar enkele ma len in het jaar kooplui met goudvis- echen en schildpadden langs dc hui zen komen. Lr bestaan verschillende soorten, maar de dieren, die vooral in den handel zijn, heeten Grieksche land schildpadden. Ook rniju kweekeling behoorde tot die soort. In 't eerst maakte ik er mij erg ongerust over, dat het dier zoo weinig lust in eten had, maar later kwam ik tot de ontdekking, dat hij ook 's nachts voetreisjes ondernam en dan vaak aardig wat slablaadjes ver orberde. Veel voedsel behoeven de schildpad den intusschen niet te hebben, daar de stofwisseling uiterst langzaam plants heeft. Zij hebben, evenals de slangen cn do hagedissen, koud bloed, of liever bloed, waarvan do tempera tuur afhankelijk is van de omgeving cn dit is een gevolg van het gemengd zijn van het bloed. Bij de zoogdioren bestaan er afzonderlijke hartgedoel- ten, dio het onzuivere en het zuurstof rijke bloed gescheiden houden. Bij de kruipende dieron >s dit met het geval, zoodat dc' lichaamsdeelen niet met zooveel zuurstof in aanraking komen, waardoor de verbranding geringer is. De hoeveelheid warmte, die er ont staat, is afhankelijk van deze ver branding en daar de warmte wordt omgezet in arbeidsvermogen, zal er bij geringer warmteproductie ook minder bewegmgsmogelijklieio zijn. Deze ©enigszins ingewikkelde ge schiedenis moeten wij kennen, om te begrijpen, waarom een schildpad, een hagedis of een slang zoo lang zonder voedsel kunnen leven, maar tevens om te weten, waardoor zij vaak zoo langzaam in hun bewegingen zijn. Als zij in de zon zitten, worden de ledematen wat leniger, en onze hage dissen kunnen vaak zoo rap zijn, dat ze met geen mogelijkheid zijn te gen. Tot die vlugheid brengt een schild pad het nooit, wat vooral te wijten is aan zijn meer ingewikkelden li chaamsbouw. Nu, voor zijn bescherming hoeft hij geen vlugheid noodig, daar de pant- «erdekkiuc doeltreffend is. Aan dit pantser zijn cel ver schuldigd, maar voor heel wat dieren wordt het ten slotte toch oorzaak - - den ondergang.' Velen zijn van meening, dat met eenige moeite een schildpad wel uit zijn huis zou zijn te verwijderen zon der groote beschadiging van het li chaam, maar het geraamte van het dier leert wel anders. Het zijn n.L de ribben en ruggewer- vcls-uitstecksels, die de voornaamste gedeelten van het beschuttende dak vormen. Deze beenderen zijn zoo ver groeid, dat zij te zamen de bedekking kunnen vormen en hierbij sluiten de overige schildstukken aan, die ge vormd worden uit de vergroeide twee- de- of lederhuid. Binnen dit beenen huis zijn de teere lichaamsdoelen geheel opgesloten cn ook do kop, do pooten en de staart kunnen er bijna geheel in verdwijnen. Do kop is govormd als die der ove rige kruipende dieren en vertoont ook dezelfde hoornachtige huid. Voorin zien wij de twee kleine neusgaten en hierdoor wordt, op een zonderlinge wijze de lucht ingezogen. Ribbenademhaling kan er natuur lijk niet ziin, daar het schild geen be weging toelaat. Om nu toch lucht in de longen te krijgen, wordt de mond holte wat verruimd, waardoor de lucht door de neusgaten naar binnen wordt geperst. Verkleint de mondhol te zich, dan dringt, na afsluiting der neusgaten de lucht in de longen. Het gehoor 's vrij e-«ed ontwikkeld dn de oogen zien ook tamelijk scherp. Het gevoel is heel fijn en bij do minste aanraking van do zachtere doelen trekt het dier de ledematen in. Het voedsel loopt bij do verschillen de soorten erg uiteen. Dc Europee- eche moerasschildpad b.v., die in het Zuiden van Europa aan den kant var de rivieren of in moerassige plaatsen voorkomt, voedt zich bijna uitslui tend met slakken, torren, wormen en vhegen, terwijl de landschildpadden slechts plantaardig voedsel verwer ken. In verband met dit voedsel houden de schildpadden een soort van win terslaap, een verdoovingstijd, waar uit zij in de lente ontwaken. Do li chaamsfuncties hebben dan zoo uiterst langzaam plaats, dat er nage noeg geen stof wordt verbruikt. In het voorjaar hebben zij dan wel meer eetlust en vooral in dien tijd gebruikte ook mijn kleine Griek nog al eens oen groen blaadje. Dit werd bij gedeelten naar binnen gewerkt, nadat de harde kaakranden als tan den hadden dienst gedaan. Deze snij- of maalwerktu'gen bezit ten de schildpadden niet en bij do vleescheters onder hen vervullen vaak de nagels don dienst dor tanden. In het leggen van eieren zijn zij den kippen bijna de baas. Het exemplaar, dat ik bezat, was ongeveer een d.M. lang, maar de leg- kunst verstond het als de beste. Overleg kwam er intusschen niet bij te pos. Telkens vonden wij in den tuin wel een schaal van een ei, maar daar deze geheel kalkachtig was, dachten wij meer aan duiveneieren. Eindelijk zagen wij, dat de schildpad ons die cadeautjes bezorgde en toen schonken wij er meer aandacht aan. Een er van heb ik nog 6teeds be waard en heel wat duivenhouders zijn daarmee al op de proef gesteld- Het heeft dezelfde grootte als een duivenei en ook de schaal is hard en wit. Die hardheid komt niet bij alle schildpadeieren voor en de slangen cn hagedissen voorzien ze van een lederhuid. Waarschijnlijk is de hard heid afhankelijk van liet voedsel, want eenicren tijd daarna vond ik een ei, waarvan de schaal minder hard was. Tn do natuur broedt de zon dc eieren uit. De jongen moeten bun fortuin maar zoeken. Zoover hebben de eieren van mijn schHdpad het natuurlijk niet gebracht en een er van kan door den Manestellenden lo/er nog als curio siteit bij mij worden bezichtigd. H. PEUSENS. MeJ R. te H. U schriift. dat uw planten geel worden. Wilt u voor iedere plant afzonderlijk liet middel tot verbetering weten, dan dienen wij de soorten, die U kweekt, te kennen. Niet alle planten hebben dezelfde eischen. In 't algemeen zult U ze wel eens andere aarde dienen te geven en de gele bladeren moeten verwijderen. U hebt wurmen in uw aarde en daar tegen zijn de kamer-planten niet be stand. Spons iedere week de bladeren wat af, dien ze in 't voorjaar een wei nig koemest toe en herhaal dit om de twee of drie maanden. H. PEUSENS. Haar huwelijksgeschenk Dc huwelijksgeschenken lagen alle Op een tafel in een voor dat doel gereserveerde kamer en een jong meisje was er mee bezig de verschil lende voorwerpen met briefjes te voor zien en er een lijst van to maken. De jonge dame, een bediende van een der eerste juweliersfirma's, bewon derde telkens weer opnieuw de prach tige cadeaux, waarvan er steeds nog maar meer kwamen. Zij was al wel heel moe, maar zij meest aan liaar werk blijven, tot alles klaar was. Er waren prachtige zilveren scha len, mooie luxe voorwerpen, kristal len schalen, kostbaar porselein kortom van alles, wat in een weelde rig ingericht huishouden van verwen de menschen thuis hoort Kfithe Perron bekeek een tijdlang nadenkend al deze heerlijkheden en zij dacht er over, hoe de bruid, voor wie dit alles bestemd was, wel zijn zou. Zij had al veel bruiden ontmoet, bruiden die haar huwelijksgeschen ken met de grootst mogelijke onver schilligheid behandelden, anderen die ernstig waren bij het aanschouwen daarvan, weer anderen, wier vast sa mengeknepen lippen misschien gaar ne dat, ééne woord gesproken had den, dat haar haar vrijheid terug gaf. Tot welke categorie zou Dora Herr- furth bebooren Ka the zuchtte. Zij had hier eene bezigheid van groote verantwoorde lij ktieid en zij moest, haar volle aan dacht bij haar werk bepalen. Eigen aardig, dat zij juist dit werk moest doen. Zij, die zelf eens rijk was ge weest en van goede familie, die men geacht en geëerd had en die nu arm, eenzaam en verlaten in de we reld stond en haar eigen brood moest verdienen. Zoo is nu eenmaal "s we relds loop. Terwijl Kathe zoo ln gedachten verdiept was. werd zachtjes een deur geopend. Zij had een étui met een prachtigen armband, bezet met dia manten, in de hand. Een zacht ge- ruisch achter haar deed haar opkij ken. Het was al schemerdonker ge worden en z'i had een der electriscne lampen aangestoken. Door de open deur klonk een geluid van druk pra tende meisjesstemmen tot haar door, ook het rinkelen en hel rammelen van borden, messen en vorken. En de man, die op den drempel stond, bleef daar als vastgenageld staan en staarde haar aan als was zij een geest. Het jonge meisje was bleek ais do dood en keek ook hem aan beiden waren niet in staat een woord te spreken. Haar armen vielen slap neer het ótul met den armband viel op den grond. Toen werd de deur plotseling gieslo- ten. De man trad haastig naar haar toe. Kathe wat is dat jij hier Wat beteekent dat Zij hield zich aan de tafel vast. De geheele kamer scheen mot haar als in een kring te draaien. Stonden dan de dooden weer op Gerhard Het is niet moge lijk.... Ik hoorde toch dat Je dood was. Dood Ik Was dat de reden, dat ik niets van je hoorde, dat ik geen spoor van je vond Ik ben des tijds hij dal spoorwegongeluk in Amerika zoo ernstig gewond gewor den, dat ik zes maanden in een hos pitaal heb gelegen. En toen kreeg ik op al mijn brieven van jou geen ant woord. Waarom niet Kathe Toen ik terug kwam, wist niemand waar jo was. Èn niettegenstaande ijverige nasporingen, heb ik je adres niet kunnen uilvinden. Waarom Kathe waarom liet je mij niets van je hooreu. Waren jou gevoelens veran derd O, neen, Gerhard, neen. Maar mijn vader was failliet gegaan. Dat was zijn dood cn mijn moeder kreeg spoedig daarna een ziekte, die ook haar het leven kostte. Toen moest ik de wijde wereld in, in miin levens onderhoud voorzien. Ik had Kathe, Kathe, mijn arme, lieve Kathe Hij had zijn arm om haar heen ge slagen. Een paar seconden liet zij haar hoofd tegen zijn borst rusten, toen 6loeg zij de oogen naar hem op. Maar in zijn oogen las zij een zonder linge uitdrukking liefde, vreugde, droefheid en vertwijfeling. Kathe, mijn Kathe, weet je dan niet Hij hield op. Wat moet ik weten vroeg zij met haar zachte, aangename stem. Hij keek van haar bleeke gelaat naar al de heerlijkheden op tafel. Had het toev al wel ooit een man een gruwzamer rol toebedeeld? Hoe moest hij haar alles zeggen Jc bent niet dood je leeft en ik heb je weer, stamelde zij. Wat gaat al het andere ons aan - Kathe, heb je mij dan nog lief - Ja» Gerhard, fluisterde zij in nig, och. die treurige, ongelukkige tijd, toen ik dacht dat jc dood was Maar, Gerhard, ik vergeet ik ben nu arm, heelemaal arm. O, mijn lieveling, mijn arme lieveling, wat moet ik doen, hoe 7»! ik je alles zeggen Zij ging een stap achteruit. Hapj stem had een scherpen klank, toen zij zeide Wat is er, Gerhard, je bent toch niet getrouwd Nog niet I Het was haar als werd ze door een ijzeren greep vastgepakt. Angst en vrees streden tegen het gevoel van geluk, dat ze zooeven gehad had. Nog niet. Moet dat. beteekenen... Dat beteekent, viel hij haar reeds in de rede, dat het morgen mijn huwelijksdag is. Gerhard, scltreeuwde zij en ze zou gevallen zijn, wanneer hij haar niet ondersteund had. Neen, neen, Gerhard, dut is niet waar. Jou huwe lijksdag niet, dat is een afschuwelijke droom. Ik heb zoo vaak gedroomd, dat je terug kwam, o jij, mijn lieve Gerhard. Haar stem verklonk in een snik. Zij keek hem aan met angstige blik ken, waarin haar ziel zich uitsprak. O, waarom ben je dan terugge komen vroeg zij na een oogen- blik. Ik bob haar niet lief, klonk het wild van zijn lippen. Ik heb nooit een andere vrouw lief gehad, dan jou, Kathe. Maar ik vond je niet. Ik dacht dat, als je mij werkelijk hadt lief gehad, je je dan niet in zoo'n diep stilzwijgen zoudt hebben gehuld. Ik dacht, dat je misschien getrouwd was. En toen kwam zij.... Ah.... zij het jonge meisje, dat morgen je vrouw zal wezen, Houdt zij van jou Ja, zeide hij. En dat is het ergste. Wanneer zij mij niet lief had, dan Neen, zeg dat niet. Een man moet eerlijk zijn woord gestand blij ven. Je bent uit vrijen wil haar ver loofde geworden, nietwaar Ja, ik weet niet precies meer hoe. Een paar partijen, een vluchtige bekoring, vaak samen dansen, een beetje veel champagne, een lief meis je, dat van haar sympathie voor mij geen geheim maakt op een derge lijke manier worden zooveel mannen in boeien geslagen en nu.... daar.... Hij wees met de hand naar de met geschenken beladen tafel Kathe keek met haar mooie groote oogen den man aan, dien zij zoo in nig lief had cn die morgen een ander zou toebehooren. Zwijgend, biltere pijn ln het hart, stonden zij daar een oogenblik tegen over elkaar. Toen bukte Kathe zich en raapte het op den grond gevallen étui op. Ik geloof, dat het beter is, dat Jc naar haar too gaat. En dat raadt jij mij mij Wat moet ik je dan anders ra den Je hebt je woord gegeven, mor gen is jc trouwdag. Hij bleef zwijgen en haar aankij ken. Droefheid, vertwijfeling was lil eiken trek van zijn gezicht te lezen. Wat moest hij doen Hij kwam vlak bij haar staan. KAthe, fluisterde hij, ik voel mij zelf als een gevangene, wion de gulle vrijheid wenkt. Maar zonder jou, zonder Jou liefde Neen. neen, zoo niet, viel zij hem in do rede. Je hadt een ander je woord niet kunnen geven, wanneer je mij nog werkelijk hadt lief gehad. Kfithe, ik heb jou boven alles lief. Luister naar mij, nog is het niet te laat. Noen, neen, ik wil niets hooren. Ik wil het geluk van een ander niet verstoren. Ik wil niet langer eene plaats in Jouw hart innemen, dat een ander nu al veroverd heeft. Ik' wil haar leven niet verwoesten, zoo ale het mijne verwoest is. Die plechtigheid van morgen zal meer dan één leven verwoesten. Als ik met Dora praat.... Je zeide, dat ze jou lief heeft. Hij werd vaalbleek, zijn lippen tril den. Ja, zij heeft, mij lief Op dit moment werd de deur ge opend en een jonge, frissche meisjes stem riep Maar Gerd I waar blijf jij zoo lang Je hadt in dien tijd alle ca deaux al wel tienmaal kunnen tellen i Kathe trok zich terug en boog zich jover een der geschenken. Gerhard staarde gedachtenloos op een zilveren schaal. i Het-jonge meisje kwam nader. Ilaar oogen straalden van geluk en vreugde. Zij draaide verscheidene electrische lampen aan, zoodat de ka- nier hel verlicht was. O, wat prachtig. Juffrouw Per ron, wat hebt u dat smaakvol ge daan. Zij merkte niets van de Verlegen heid der beide anderen. Gerhard ging voor het raam staan, maar KaUie draalde zich om en zeide met vaste stem Het verheugt mij, dat u tevreden bent. Haar stem klonk koud en hard. Ik moet mijn vriendin roepen, zeide Dora Zij hindert u toch zeker niet Geen kwestie van, juffrouw. De jonge van geluk stralende vrouw ging weg. KAlhc keek haar na. Eene, wier weg langs rozen gaat, wie de zon toelacht een gelukskind. Uit Kftthe's gezicht was alle kleur geweken. Haar handen trilden, ter wijl zij met haar werk verder ging. En Gerhard stond aan den anderen kant der kamer. Daar werd opnieuw de deur ge opend. De jonge bruid kwam binnen met haar vriendin en haar moeder Dora was eenig kind en van haar vroegste jeugd af verwend. Geen vvoiLsch van haar was onvervuld ge bleven en Gerhard scheen het top punt van haar geluk. Dat zeide elk woord van haar, elke blik van haar moeder. Kathe zag dat duidelijk. Dit zachte, teedcre we/en zou een krachtige slag van het lot niet kunnen verdragen. Zij moest behoed en gekoesterd wor den als een teere plant. Haar geluk, haar leven wortelde m de liefde. liet zou haar dooden, dacht Kathe. Neen, ik zou een dergelijke schuld niet op mij kunnen nemen. De hemel uehoede mij, dat ik een ander in het ongeluk zou storteu. Dapper r-chtte zij haai- hoofd weer op en sprak met iedereen en luisterde naar alles wat gezegd werd. Zij hoor de de liefkozende woorden, die Dora tegen Gerhard zeide, en zij hoorde de schertsende woorden, die zij met el- i kaar wisselden. Zeker moest een man een vrouw als Dora liefhebben, voor al wanneer zoo teere banden hen aan elkaar bonden als hier het geval was. Was hij dan gok geweest, dat hij de ze verbintenis had willen verbreken, om harentwille het jonge, levens lustige kind van alle geluk te beroo- ven en tot vertwijfeling te brengen, zonder dat zij eenige schuld had Neen, zij moest gelukkig blijven. U ziet er verschrikkelijk ver moeid uit, juffrouw Perron, zeide Doi'a. Wat egoïstisch, dat ik er niet eerder aan gedacht heb u wat aan te bieden. Gaat u mee naar de andere kamer Maar Kathe schudde Jiet hoofd. Zij moest weg, zij wilde Gerhard niet langer zien. Wat trilden haar handen, en wat waren ze koud. Ging Gerhard nu maar weg. Eindelijk kwam hij naar haar toe. IIij sprak een paar woorden die koud en onzeker klonken. Zijne toekomstige schoonmoeder stak hoor arm door den zijnen en nam hem mee. Do vriendin van Dora volgde. Dora en Kathe bleven alleen. Toen greep KAthe plotseling de han den der andere en zeide Ik wensoh u een oneindig groot geluk. Mijn werk is afgeloopcn, ik moet nu gaan. Dora keek het Jonge, opgewonden meisje aan. - U neemt mij toch niet kwalijk, dat ik u gelukwenschte, ik, die tol de arbeidende klasse behoor. lloe kunt u zoo iets denken Ik dank u zeer voor uw gelukwenschcn. en ik zou willen, dat Iedereen zoo gelukkig, zoo oneindig gelukkig zou kunnen worden als ik bén sedert ik mijn Gerhard heb en door hem be mind word, zooals hij alleen kan lief hebben. De hemel behoede u. Wat ziet u er bleek uit. Vertel mij eens, als de vraag niet onbeschei den is, hebt u een ongelukkige, liefde- gehad l En hebt u iemand, dia u lief hadt, verloren Ja, fluisterde KAthe met door tranen verstikte stem. Ook ik was eens een gelukkige bruid als u.... Eu is hij dood Voor mij ja. Met die woorden gaf Katiio haar een huwelijkscadeau, waarbij geen kaartje van de schenkster gevoegd werd. Mevrouw ontvangt. Brigitte, je moet het salon van morgen flink doen. Doe nieuwe kaar sen op de piano en dan haal je rozen en lelietjes van dalen bij den bloe mist en alles moet ln amlerhaJf uur klaar zijn. O ja! vergeet niet» den Douilloir op te poetsen, want ik ont vang vandaag. Best mevrouw. Het meisje gaat heen en haar mees teres gaat voort zich te k'eeden. Anna Roussot sedert zes weken mevrouw Monteneux was een al lerliefst vrouwtje van 20 jaar nauwe lijks, "brunette met mooie heldere blauwe oogen, getrouwd met oen em ployé van de credietbank, die zonder veel moeite 6000 francs per jaar ver diende. Zij ging van haar toiletkainertje naar haar kanier. Levendig, vroo: .ijk, als een vogeltje Badderend van tuk op tak. Eensklaps direef oen wolk je over haar voorhoofd. Zij had iets vergeten. Brigitte, riep ze. Mevrouw. Zeg don concierge, dut hij do menschen, die naar mij vragen, naar boven laat gaan; dan moet je het gas op dc gang aansteken, opdat dc men schen beter kunnen zien. Alles moet goed in orde zijn. Vergeet niet, dat ik ontvang. Ik ontvang. Zij had die woorden gezegd, terwijl zij haar kleine gestalte oprichtte, zoo als men op het theater zegt. Ik ontvang, maar er was ook niets vreemds in, dat zij er pleizier in had. Stel u voor, den eersten keer. Een paar dagen geleden was zij met haar man bij de Perrins ge weest, vrienden van hem. Men had gedanst, gezongen, zij had een stuk op do piano gespeeld, blijde van te worden toegejuicht. Een van hen had haar gevraagd,, wanneer haar ontvangdag was, en zij had bij toeval maar Donderdag gezegd,, daar zij er nog niet eens aan had gedacht, den korten tijd, dat zij getrouwd was. Voordat zij heenging van de Per- rins, lichtte zij haar nieuwe kennis sen in. Ik ontvang Donderdag, weet u, Donderdag. En vrooiijk ging zij met haar man terug naa>r hun liefdesnestje. Laat je bhreau tegen vier uur varen; kom dan bij mij in t salon en drink duo een kop thee met een Laar-1 tje. Mijnheer had het beloofd, ofschoon hij veel liever een anderen dag had' gekozen om vrijaf te nemen en dan alleen tegenover zijn vrouw te zitten, j. Ondiertusschén ging Brigitte, goj heel onder den indruk van het go wichtige doen haver meesteres, bij (Le winkeliers in de buurt rond om haar boodschappen te doen. Eerst do bloemist. Het zijn rozen met lange stelen, dio mevrouw moet hebben, en dan lelietjes van dalen, en de bloemen moeten heel frisch zijn, want, ziet u, mevrouw ontvangt. Toen de banketbakker. Brengt u de taartjes tegen vier uur; mevrouw ontvangt. Anna Monteneux, die alleen dejeu neerde, haastte zich met eten en trok da#ma een gekleurde japon aan. Zij aarzelde lang tussclien rose en blauw, maar besliste voor het laatste. Het was een wedstriid met de klok; aJ vijf minuten over tweeën, en rij was nog in haar corset, met haar laarsjes niet toe-geknoopt. Mijn hemel, aJs er eens iemand kwam. Drrrring! een haTde schel. Brigitte, laat ze ln 't salon, en kom me don helpen, want Ik kom nooit klaar. Maar hei was de Jongen met ge bakjes. Eindelijk was het toilet In orde. Anna trad majestueus het salon in, en wierp een snellen blik over alias, of het ln orde was. Het was eer een alcoof dan eon salon. Het kleine vertrek vormde een hoek tusschen twee straten. Een enor me canapé nam er een derde deel van in, en de piano eveneens; wat er over bleef stond vol stoelen en tafcis, zoo dat het Jonge vrouwtje rich afvroeg, waar do gasten hun beenen moesten laten. En hoe zou het gaan? Kom, laat me eens reptoaren. En daar begint het jong© vrouwtje heel alleen te praten. De deur gaat open. Iemand komt binnen. Dag, mevrouw. Dag mijnheer, antwoordt zij, wat lief van u, mij te komen bezoe ken; maar gaat u toch zitten. Dat gaat heel goed tot nu toe, maar waar over zullen we praten? Over het weer? Neon, dat is le banaal. Theater? Maar zij heeft geen van de modestukken gezien. Waarover dan? O ja, over het avondje bij de Porrins. En dan zal de beer van zijn kant ook wel pra ten. Nu ja, het téle-a-téte duurt niel lang. Ei- komen anderen, een dame zeker. O ja, onder vrouwen heeft ineu aJtijd wat te praten. En don komt Jacques binnen. (Jucques is haair man). Hij zal haar helpen in haar rol van huisvrouw. Dan brengt do meid thee binnen met taartjes en het salon is vol menschen. Zoo zaJ me vrouw Monteneux haar five-o'clock'" inwijden. Intusschen gaat do wijzer der pendule voort 3 uur, half vier... 4 uur. Bah, men komt laat ln Parijs, denkt de jong© vrouw, ik heb ver keerd gedaan met me zoo t© haasten. Zij begon zich te vervelen; hé, dacht ze, als ik eens piaaio ging spe len. Mevrouw Monteneux naderde het venster; do regen viel eentonig in de sombere straat. Eon fiacre hield aan den overkant stil; de koetsier, gehuld in zijn man tel met driedubbelen kraag, liet zich natregenen met de stolcynsche onver schilligheid van menschen, die niets anders kunnen doen. Half vijf. Het begon snel donker te worden; de vormen der meubels vervaagden zich, de donkore partijen smolten weg in de schaduw en het wit ver dofte. De lampen moesten worden binnen gebracht, Anna schikte z© zoo, dat het licht goed viel, en keerde toen naar liet venster terug. D© avond viel reeds. Een dikke hoer kwam uit 1 tegenover staand© huis en klom in de fiacre, die vertrok met de gewone langzaamheid der rij tuigen op 't uut genuurd. De gedach te aan het uw deed haar op de pen dule kijken. Zeven minuten vóór vij ven. Wat» zou de visite niet komen? Do deur ging open, Brigitte kwam binnen mei de thee. Zet maar neer op deze tafel- Zool Steek het lichtje aan om het water te laten koken. Het kan niet king tneer duren of z© komeml Brigatte gehoorzaamd© en ging weer heen. Alleen in haar salon, zat Anna met gespitste oor on en luisterde naar el- ken stap op de trappen. Het water zong ui don ketel, de taartjes zagen er zoo smakelijk uit, met de glimmende suiker er over heen. Waarom kwamen ze toch niet, die nare visites? Daar was zoo'n lekkere „five- o'clock", zoo'n Lieve gastvrouw, die ze wachtte. Neen, maar dom oL> ze waren, die akelige visites! Anna luisterde steeds naar het ge- luid op de trap. Plotseling sprong z© op, ©r kwam iemand naar boven; d© stap werd steeds zwaarder. De per soon naderde aarzelde zou hij hooger gaan? Och gunst! Neen, hij staat op het portaal stil. Werkelijk, er wordt een sleutel in het slot gestoken on langzaam omge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 11