NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Donkere Schaduwen 27» Jaargang. No. 8202. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. maandag 21 maart 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIE N: PER drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor HaarlemHaarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel Voor de dorpen ln den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der B'j Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 'liAdvertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; cranco per post door Nederland1.65 (g*/ jT rpy-..jj50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. GeïUustreen? ZondTgsblad, 'voor Haarlem' t '.031H Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. nde omstreken en franco per post „0.45 1? Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. uitgegeven, eu waarin wordt ver klaard, dat de liberale whips ijverig bezig zijn met toebereidselen voor de verkiezing en dat de liberalen den strijd zullen aanbinden, om eiken ze tel van de oppositie. Men gelooft, dat de regeering het niet langer mogelijk acht, aan de moeilijkheden bet hoofd te bieden, en dat binnenkort een beroep op liet volk zal worden gedaan, dus dan nieuwe verkiezingen. UIT DEN BALKAN is weer eenig nieuws. Medegedeeld wordt, dat de onderhandelingen over een toenadering tusschen Rusland en Oostenrijk geleid hebben tot weder- zijdsche erkenning van den status quo in den Balkan. Rusland had aanvankelijk den eisch gesteld, dat eene desbetreffende verklaring aan de mogendheden zou worden gezonden, daartegen verzette Oostenrijk zich evenwel, en Rusland heeft zich laten overreden aan de Donau-monarchie in deze ter wille te zijn, nu de wijziging in de Bul- gaarsch-Turksche verhoudingen toch gegronde hoop geeft voor een onge stoorde vreedzame ontwikkeling van de Balkan-staten. Tevens wordt verzekerd, dat bij de ze diplomatieke onderhandelingen alie quaesties definitief zijn opgelost. En DE KRËTENSER QUAESTIE Er wordt uit de beste bron een en ander gemeld over het onderhoud, dat de Grieksche kroonprins tijdens zijn verblijf te Rome heeft gehad met Guicciardini, den ltaliaanscben mi nister van buitenlandsche zaken. De kroonprins zoude den minister hebben gezegd, dat de binnenlandsche crisis in Griekenland alleen voort spruit uit de Kretenser quaestie en dat het land niet tot rust zal komen, voordat deze opgelost zal zijn. De minister had den kroonprins evenwel geen stellige belofte kunnen doen omtrent een spoedige regeling. Wel erkende men eenparig, zoo zeide hij, dat aan den huidigen toestand een einde gemaakt moest worden, maar niemand wist tot dusverre nog, hoe dat zou moeten geschieden, daar de inlijving bij Griekenland, eigenlijk de beste oplossing, „niet in het belang van den vrede" was. Overigens had de minister den kroonprins geduld en gematigdheid aangeraden, en hem verzekerd, dat Italië met de vriendelijkste gevoelens jegens Griekenland bezield is. IN T AMER1KAANSCHE HUIS VAN AFGEVAARDIGDEN heeft het nacht-debat van Vrijdag op Zaterdag uug andere gevolgen gehad. De sensationeeie loop, dien de zaken hebben genomen, en waarbij bet kwam tot een samengaan van de zoo genaamde „oproerige" republikeinen met de democraten, teneinde den op- permachügen voorzitter Cannon leu val te breugen, leidde tot een stem ming, waardij de „oproerlingen" en de democraten met 182 tegen ibü stem- nieu een overwinning behaalden op Cannon.- liet samengaan van de „oproerlin gen" met de democraten dreigt (zoo wordt gemeld) ernstige verwarring te stichten ouder de republikeinen. Cannon heeft medegedeeld, dat hij ontslag zou nemen. Nadat nog eenige zeer rumoerige tooneelen afgespoeld waren, verwierp hei Huis met 1Ü1 stemmen tegen 151 het voorstel, om den voorzitter voor ai gezet te verklaren. Toch zal deze vermoedelijk wel heengaan alleen het gedwongen af treden is hem bespaard. EEN DREIGENDE STAKING. Voortgezette onderhandelingen over de nieuwe loonregeling tusschen de directeuren der mijnen in Zuid-W .«les en de afgevaardigden der mijnwer kers, werden Zaterdag te Cardiff ge voerd. Evenwel zonder resultaat en de besprekingen werden afgebroken. Wanneer geen maatregelen wor den genomen, om te komen tot nieu we onderhandelingen met de direc ties, dan schijnt de staking onvermij delijk, daar de loopende contracten opgezegd, zijn tegen 31 Maart. In Zuid- Wales alleen zullen 200.000 mijnwer kers door de staking getroffen wor den daarenboven vele spoorweg- en dokwerkers en andere arbeiders. Waarschijnlijk zullen ongeveer een millioen werklieden middellijk of on middellijk door de staking lijden. STORM IN JAPAN. Tijdens een buitengewoon hevlgen storm zijn aan de Oostkust van Ja pan meer dan 50 vaartuigen vergaan, waarbij meer dan 800 personen den dood in de golven vonden. Amsterdamsche Kout CCCXXVIL Hebt u niets vergeten De oude, vervelende, saaie knorpot, dien we Wintergod noemen, heeft ons verlaten. Talrijke mooie Zomersche dagen heeft de inaand Maart opge leverd, heel wat meer dan de tradi tioneels negen dagen, waarmee in lentemaand het jonge leven wordt in geluid. We zijn er nog niet, dat weten we wel, niet alleen nu, maar ook April doet nog wat zij wil en de gast, die afscheid nam, zal nog van tijd tot tijd wel eens aan komen wippen. Intusschen, we hebben ons best ge daan, hem voorgoed kwijt te zijn, en vroegen, om hem geen aanleiding te geven spoedig terug te komen „Ilebt u niets vergeten Amsterdam begint er nu wat vroo- lijker uit te zien. Er ligt nu een gou den gloed van geluk, van jong, jui chend leven over de grijze veste. De menschen loopen hun huizen uit, onze winkelstraten hebben een vroo- lijk aspect, zelfs betrekkelijk laat, het is è.1 jolijt en vreugd. Nu moesten er nog wat muziekuitvoeringen zijn op de pleinen en we zouden Amsterdam in deze dagen weer eens echt gezel lig kunnen vinden. Kleur en klank moeten het doen, zonnestralen, die spelen op gevels en daken en torens, zonnestralen, waarmee Rembrandt wist te schilderen, voorjaarstolletjes, waardoor de dames daarom reeds genoopt werden tot uitgaan en waar door het oog nu dubbel werd bekoord. Maar ook de klank werkt mee. Dezer dagen passeerde onze infanterie niet de muziek aan bet hoofd langs de achterzijde van het Rijks-Museum en ieder voelde hoe hij weid opgewekt door die vroolijke muziek. Ik bezich tigde juist het Museum van Moderne Kunst, de suppoost wierp het venster open, met de zonnewarmte kwam de vroolijkheid der inarsclimuziek naar binnen. Het Museum van Moderne Kunst, een onderdeel van het Rijksmuseum, doch dat alleen aan de achterzijde (Hobbemastraat) betreden kan wor den en dus aan tienduizenden Amster dammers en honderdduizenden vreemden totaal onbekend is, leent er zich bijzonder toe, m deze dagen be zocht te worden. Daar stroomt het licht naar binnen, in die intiem-gezel- lige zaaltjes en doet de werken van moderne meesters op hun voordeeligst uitkomen. De kleur had gisteren wat meer moeten meewerken, om do stad een feestelijk aanzien te geven, de rood- wit-biauwe kleuren der Nederland- sche vlag. Want het was de zestiende, de dag, waarop onze nieuwe burge meester jhr. Roëll in functie trad en in de dagbladen was verzocht aan de ingezetenen, om de driekleur te laten wapperen. Maar de „ingezetenen" zijn nogal laks, buiten de Kalverstraat zag men bijna geene. En de Amsterdammers zijn ook zoo benauwd, dat zij zich druk zouden maken voor niets, ik hoorde redeneeringen als „je kunt eerst vlaggen als je weet wat je aan een burgemeester hebt", maar dat is nu maar gepraat van lik-me- vestje, want uit beleefdheid begin je een vroolijk gezicht te zetten als je een nieuwen gast, laat staan een nieu wen burgemeester krijgt. En zeker moet dit het geval zijn, als men be denkt, welke zware taak Jhr. Roëll op zich heeft genomen. In hoeverre hij er in slagen zal, zal natuurlijk de toekomst moeten leeren, maar reeds het pogen en de moed verdienen hooge waardoering en een „bij voorbaat onzen dank." De groote moeilijke plannen d.ie voor de hoofdstad bestaan, hebben gisteravond de Amsterdammers ge ïllustreerd kunnen aanschouwen in het Circus Carré onder directie van den heer Frits van Haarlem. Daar had de eerste opvoering plaats van „Hebt u niets vergeten," een groote revue van den welbekenden heer Henri ter Hall en Nardus, het laatste de schuilnaam van een zeer bekend Haagsch journalist, wiens Nieuwjaarswenschen voor de Resi dentie als de beste beschouwd war den, die ooit voor Thomasvaer en Pieternel zijn gedicht. Hoe ik voor zoover ik ze gezien heb over de overige revues van den hoor Ter Hall dacht, is den lezers van Haarl. Dagbl. welbekend. Voor dit werk had de heer Frits van Haarlem, die wel weet wat hij doet, een bui tengewone doch altijd-deftig blijven de reclame gemaakt en mijn verwach tingen waren dus, laat ik zeggen, verdeeld. Nu de avond voorbij is en ik met de bijna geheel tot het einde gebleven stalles 's nachts 12 uur voor het laatst de spelers, den eenen auteur en den op het tooneel gehaalden heer Frits v. Haarlem heb toegejuicht kan ik mijn bewondering slechts in drie woorden uiten: prachtvol, geestvol, kunstvol. Revue-kunst moge een lagere kunst zijn, als ze zoo wordt uitgevoerd staat ze toch zeker niet beneden de drama tische kunst, zooals deze geJijk ik uit vele bronnen vernam zich den zelfden avond uitte bij de opvoering van Jhr. Van Rienisdijk's „Een stem uit de Bergen." In artistentaal heet dat „de reuzensof". „Ilebt u niets vergeten," voldoet bijna aan alle eischen van een goede revue. Er zou nog wel een enkele op merking te maken zijn, maar bij het vele schoone moet men een kniesoor wezen die te uiten. De dramatische draad wordt redelijk goed vastgehou den. Bij het opgaan van het dook be vinden we ons in de Loterijzaal in Den Haag. Nieuwenhuys Sr. als een vróuw uit de volksklasse pakt uit over de collecteurs der Staatsloterij, die zich de vier eerste klassen „uit verkocht" houden, om dan zelf gratis te kunnen meespelen. Toen donderde het applaus al. Dan begint de trekking: eerst een niet, dan een paar duizendjes, dan de vijftig duizend die getrokken wordt door mijnheer Van der Spek, den kapelmeester (fanfares, felicita tie); ten slotte de honderdduizend. De gelukkige winner is een van de groen- gelivreide suppoosten van 't circus die op het tooneel komt om zijn schal in ontvangst te nemen. Zijn naam is Henri ter Hall, Het fortuin, dat uit de bus komt, Fortuna, wordt voorgesteld door me vrouw Annie Backer, voilé. Ie com- père et la commère. 't Geld moet rol len, zij gaan dus op reis, vergezeld door Factotum (allergrappigst voor gesteld door Nieuwenhuys Jr.) en gaan per Hollandsche Spoor om ge legenheid te hebben de bloembolletjes in vollen bloei te zien naar Amster dam. Amsterdam Is heel wat veranderd en verbeterd. We worden verplaatst in een prachtig breede en vriendelijke straat. Daar was eenmaal het Rokin, nu heet het boulevard du Hok. Na al 't moois van 't moderne Amsterdam te hebben afgekekei, wordt eventjes een reisje naar New-York gemaakt, waar de Hudson-feesten nog eens dunnetjes worden overgedaan. Dan weer terug naar Holland en om uit te rusten gaat men naar Muiderberg, waar men inet de Mor monen kennis blaakt en dan naar de Noordpool, waar de decoratieve kunst baar hoogtepunt bereikt. Daar ziel men de schoonheden van het Noorderlicht en door het ijs heen, als een herinnering aan de poolrei zen, die door de oude Hollanders ge maakt zijn, het lijden van Heeniskerck en Barendtsz. Zeiden heb ik de laat ste bladzijden van Tollens' Overwinte ring op Nova Zembla, juist, sober en met veel vevoel door mevr. Backer voorgedragen, zoo'n indruk zien ma ken als in'deze omgeving. Nu sla ik veel vroolijke tooneelen over. We zien een prachtparodie op verschillende operétten,. waarbij de meest inslaande zeker „De Gescheiden Vrouw" is, zoo als zij door mevr. de Cock wordt ge danst en "©zongen. De echte Geschei den Vrouw heeft nooit zulk een onbe daarlijk succes gehad als deze ge scheiden vrouw.... uit de Jordaan. Dan stip ik nog aan het tooneel „Amsterdam aan den rol", spelende op liet Frederiksplein, waarbij het lied van Kobus, den roIscUaatseni'ij- der (Kobussie, Kobussie, wat heb je gedaan V) nu al beneden werd meege zongen en aan het slot de reuzen- expositie Het défilé des natiën, met costuums, militairen, vlaggen en volksliederen. We hebben veel g&zien in Amster dam en in 't buitenland, vooral op dit gebied, maar nog nimmer iets, wat hierbij in vergelijking kwam. Qua „AusstaUung" speciaal costuums zin ken zelfs de beroemde balletten van Renz hierbij in 't niet en qua revue is deze nu werkelijk de goede, groote revue, waarop Amsterdam zoo lang gewacht he©ft. Daarbij is ze ad rem wordt de naam van dr. Kuyper nu eens gelukkig heelemaal niet in ge noemd, maar wel het allernieuwste de Graaf van Luxemburg, Chan- tecler en het ophouden van „de Ware Jacob". Daar heeft een journalist aan meegewerkt en als men hem vraagt „Hebt u niets vergeten mag hij gerust antwoorden „Neen P II. HENNING Jr. Allegaartjes. XV. Fototoestel uit 18G5. Amateur-fotografen, eu voor be- roepsiui is het ook wel aardig, moe ten dezer dagen eens een kijkje nemen bij den lieer M. Zwartser, Groote Houtstraat 3 A, waar een foto-toestel te zien is uit 1865, dat deze week op de bijeenkomst van de Bloemendaal- sche Amaleur-fotografenvereeniging veel belangstelling wekte. Het cameraatje is van heel vernuf tige vinding en bracht een heelen om keer in het fotografeeren te weeg. Amateurs, die uiet langer dan 'c jaar of 10 op z'u hoogst met lens eD gevoelige plaat werken, weten t mis schien zoo niet, maar vóór üubronf, uit Parijs, dit nieuwtje construeerde, had men een verhuiswagen noodig, om buiten te fotografeeren. Want, wilde men iets kieken, dan moest men onmiddellijk daarvoor van een glasplaatje een gevoelige plaat maken en deze onmiddellijk na de opneming ontwikkelen. Het kon dus niet anders, of men moest zijn gevoelige kamer meenemen naar 't te fotografeeren voorwerp, 't Was toen nog in den tijd van de natte platen, dat wil zeggen de platen, die meii voor de opneming gebruikte, waren nog nat, terwijl men ze belichtte. Toen kwam Dubroni met dit, vooi dien tijd, uiterst gemakkelijke din getje. Tusschen het lensplankje en het plankje, waarin de plaat werd gezet, bevindt zich een bol van geel-bruin glas, dat de balg van de moderner camera s verving en hier tevens dienst deed om de vloeistoffen te kunnen bevatten, die eerst de plaat gevoelig moesten maken, en ze dan, na de op neming, weer ontwikkelen en fixee- ren. Want alle drie deze processen vonden i n 't fotografietoestel plaats. Het eenige wat men er buiten deed, was, dat men de aspirant-gevoelige plaat, in haar stadium van zuiver glasplaatje, schoonwreef en met een laag collodium belegde. Wilde men nu buiten iets opnemen, dan ging men aldus te werk. Het toebereide glasplaatje werd in de opening gezet, zóó, dat de collo- dium-laag den achterwand van den glazen bol uitmaakte. Een houten klepje bedekte de glasplaat om haar voor daglicht te beschutten. Door een opening, die in de boven zijde van den glazeu bol was, en aau de onderzijde dus in den bol door een terugveerend klepje weer gesloten werd, bracht men uu met behulp van een pipet (een lancet- vormig buisje met eeu elastieken bal letje er aan) nitras-argenii (salpeter zuur-zilver) in den glazen bol. Dan hield men het toestelletje zóó, dat deze vloeistof het glasplaatje even be dekte. Men had nu een gevoelige plaat gekregen. Met de pipet werd Je overtollige vloeistof uit den glazen bol gezogen. Thans fotografeerde men, waarvoor eeu belichtingstijd van eenige seconden tot eenige minuten vereisclit werd. De gevoelige platen uit dien tijd waren namelijk veel luier, dan die van thans. Geheel op dezelfde wijze, als straks, bracht men nu eerst de ontwikkelaar en dan het fixeerblad in de camera, waardoor het negatief gereed kwam, om afdrukken te maken. Het eigenaardige van het geval is, TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht Het loopt legen Paschen en nu de fliaeste volksvertegenwoordigers met vacantie zijn, is er ook weinig poli tiek nieuws te melden. Het feit, dat DE DUITSCHE RIJKSKANSELIER NAAR IT A LIS Is vertrokken, om daar een officieel bezoek te brengen, zou aanleiding Jtunaeu geven voor uitvoerige be schouwingen» tot het wikken en we gen van Italië's trouw aan den drie bond. Meer dan gissingen kunnen dat evenwel niet zijn. Eerst wanneer de heeren zelf wat uitgelaten hebben, weten we, welke waarde aan de be sprekingen te hechten zijn. "Van Rusland's volksvertegenwoor diging is te vermelden, dat DE DOEMA EEN RUMOERIGE VERGADERING gehouden heeft. Bij de behandeling van de begroo- ling van onderwijs verklaarde Poe- risjkewitsj, dat de hoogescholen plaatsen van zedenbederf zijn. (Onbe schrijflijk rumoer links). Een sociaal-democraat riep hem toe „Schurk" en een lid van de uiterste rechterzijde antwoordde in dcnzelfden vorm. Aan beiden werd voor twee zittin gen de toegang tot de Doema ont zegd. Een lid van de arbeiderspartij ver klaarde, dat hij het met den eerste, die „schurk" geroepen had, eens was, en werd daarop voor 15 zittingen uit gesloten. Een aantal sociaal-democraten ver klaarden, dat zij Poerisjkewïtsj het verder-spreken zouden beletten, en werden toen voor een zitting uitgeslo ten. Den Kadettenleider, Miljoekof, die ook protesteerde, trof hetzelfde lot. De fractie der Kadetten verklaarde iicli daarop solidair inet Miljoekof. De zitting werd toen geschorst. Na de heropening trachtte Poerisj kewïtsj zijn rede te vervolgenhij las ouder oorverdooveud geschreeuw vuil de Imkerzijde en het kraken van lessenaarsdeksels, iels voor van een stuit papier, dat hij daarna den steno graaf toewierp, waarup hij, onder oorverdooveud gejuich van de rech terzijde en groot iiimoer van de lin kerzijde, de tribune verliet. Toen werd het weder rustig. De Kamer ging over tot de orde van den dag. Let wel o r d e 1 Heden zal de Doema vergaderen, om een nieuwen president te kiezen. Chomjakof s, zooals men weet, afge treden, tengevolge van het geregeld omiebbelljk optreden van Puerisjke- witsj. De zitting van Zaterdag levert voor diens optreden weer een staal tje 1 DE ITALIAANSCI1E KAMER is ook nog aan het werk. Behandeld wordt hel wetsontwerp van den mi nister van marine, op de subsidie aan de stoomvaartlijnen. Bij den loop, dien de beraadslagin gen hebben genomen, schijnt er groo te kans te bestaan, dat het ministerie over dat ontwerp zal struikelen. 1-iet zal nog afgewacht moeten wor den, of DE STAATKUNDIGE TOESTAND IN ENGELAND tot een crisis le5du. Van belang acht men het officieelc communiqué, dat is FEUILLETON Naar het 'Duitse h. Door PAUL HENKES. 18) Arme mevrouw Beek, wat eene beproeving. Ik begrijp wel, dat de groote tegenspoed u terneer drukt, maar aan den anderen kaut kan bet u misschien troost geven te weten, dat er nog harten zijn, die warm en trouw voor u slaan 1 Een zwak glimlachje gleed over de lippen der zieke. Juist, deze gedachte geeft mij troor.;, antwoordde zij met zachte stem. lk weet, Rudolf, dat je een man bent uit één stuk, jij zult er mijn arme Hedwig Diet voor laten boeten, dat de wereld maar al te gduw den staf over haar ongelukki- gen vade; gebroken heeft. Jij zult waar en üouw tegenover mijn kind zijn, als ik er niet meer ben, niet- dvaar, Rudoif, dat beloof je mij Het AS.a-al van Hedwig was doods bleek geworden een strakke, diepbe droefde uitdrukking sp-rak uit haar ^figen. Moeder, lieve moeder, ik smeek u, spreek daarover niet tot Rudolf. Ik zal straks zelf met hem spreken en hem zeggen Zij kon niet verder spreken, hevige snikken verstikten haar stem. Smeekend strekte haar verloofde de hand naar haar uit. Laat dat mij maar met je goede moeder in het reine brengen, ver zocht hij, terwijl een innige blik haar trof. Zich toen tot mevrouw Beek wen dende, vervolgde hij Waarde mevrouw, ik zou de lief de, die Hedwig mij toedraagt, niet verdienen, als ik ook maar een oogen- blik weifelde in mijn besluit. Ik heb mij met Hedwig verloofd en ik zal de hare zijn en blijven, tot de dood ons scheidt. Dank, duizend maal dank voor deze woorden, fluisterde mevrouw Beek. Neen, dat mag je niet zeggen, kwam Hedwig hier tegen op, ter wijl zich een angstige uitdrukking op haar gelaat vertoonde. Als afwerend had zij daarop baar hand tegen haar verloofde uitge strekt. Je staat niet alleen op de we reld, je moet rekening houden met je familie, denk aan je trotschen, stren gen vader. Hij heeft toch al met tegen zin toestemming gegeven voor onze verloving, en nu Rudolf omhelsde met beide armen zijn tegenstrevend meisje en drukte een harielijken kus op haar lippen. Geen woord meer, lieveling, verzocht hij. Je weet niet, hoezeer je mij pijnigt, als je zoo spreekt.. Hij merkte den trek van diepe smart niet op, die zich op het gelaat van Hedwig afteekende, maar wend de zich weer tot de stervende, terwijl hij opnieuw haar beide handen greep. Eeu langdurig stilzwijgen heerschte in het vertrek. Men zou zich kunnen voorstellen, het kloppen van de har ten der aanwezigen te kunnen hoo- ren. Rochelend en onregelmatig ging de adem der stervende, zwakjes hield zij de handen van Rudolf omvat, terwijl zij hem voortdurend bleef aanstaren. Ja, jij bent goed, jij meent het trouw, Rudolf. Jij zult mijn kind niet verlaten en daarvoor ben ik je on uitsprekelijk dankbaar, fluisterde zij, nauwelijks meer hoorbaar. Toen wenkte zij met haar oogen Hedwig naderbij. Geef mij je hand, fluister de zij. Willoos gehoorzaamde het jonge meisje. Maar een bange huivering doortrilde haar, toen zij voelde, hoe haar moeder haar hand in die van den beminden man legde. Weest elkaar trouw, lieve kinde ren, het geluk in de wereld is zoo broos, het breekt als glas Alleen het geluk van twee elkaar waarachtig beminnende harten is bestendig, want het wortelt in de liefde, en de oprechte liefde is machtig, fluister de de stervende. Als zegenend spreidde ze toen haar handen over de minnenden uit. Het is zoo donker geworden, zei ze toen, na een lange poos gezwe gen te hebben. De avondschadu wen hangen in de kamer en ik kan jelui nauwelijks meer zien, kinderen Blijf mijn dochter liefhebben, Ru- dolfDe hemel zegene je daar liet waren de laatste woorden, die de stervende sprak. Toen bleef zij doodstil liggen. Haar lippen bewogen zich maar weinig. Beide jongelieden waagden het niet, een woord te spreken. Ieder voelde in zijn hart, wat het volgend oogen- blik brengen moest. Hand in hand stonden zij daar, voortdurend hun oogen gericht op het steeds kalmer wordend gelaat der stervende. Intusschen werd het voortdurend donkerder. Van de straat af klonk een dof lawaai tot in de stilte der kamer door. De weerschijn van een lantaren wierp spookachtige schadu wen op den eenen wand. Plotseling maakte Hedwig haar hand uit die van haar verloofde los. Moeder is zoo bijzonder stil ge worden, zei ze, op een toon, alsof het haar moeite kostte een woord over de lippen te brengen. Zij boog zich over de zoozeer be minde moeder heen, en keek haar on derzoekend aan. O Rudolf riep het jonge meisje een oogenbiik later Moedor, moesje, lief moesje Een smartelijk snikken verstikte haar stem. Diep bewogen, nauwelijks in staat te spreken, ging Rudolf dichter bij Hedwig staan. Vrees niet dadelijk het ergste, probeerde hij gerust te stellen. Ik zal licht aansteken, het is hier zoo heel donker geworden, stamelde Hedwig en sneide de kamer uit. Dadelijk daarop keerde zij al weer met een brandende lamp in de hand terug. Haastig, met knikkende knieen ging zij weer voor het bed van haar moeder staan. Zij is dood, Rudolf. De jonge advocaat knikte haar treurig toe. Zij is gaan slapen, de arme lij- deres'! Hedwig, zij zal nu wel ge lukkiger zijn dan bij haar leven, fluisterde hij. Hedwig had de lamp op de tafel gezet. Nu zonk zij naast het ontzielde lichaam van haar moeder op de knieën neer. Het namelooze verdriet, dat al da gen achtereen in haar binnenste ge woeld had vond nu een uitweg. Zij luisterde niet naar de troost woorden van haar zelf terneer gesla gen Rudolfook merkte zij niet, dat hij een oogenbiik wegging om een arts te halen. Eerst toen hij met den dokter terug keerde, sprong Hedwig op en ging den arts tegemoet. Mijn moeder is dood, zei ze met vermoeide stem. Rudolf schrok, toen hij de starre uitdrukking op haar gelaat op merkte. iledwig, lieve Hedwig 1 smeek te hij. Een bitter, pijnlijk lachje van enke le seconden was liet eenige antwoord. Zij wendde zich weer lot den arts, die intusschen vluchtig naar de doo- de gekeken had. U had zich de moeite kunnen besparen, dokter, mijn moeder is dood, zei ze weer. Zij is zonder pijn gestorven, zei nu de arts, alleen om maar wat te zeggen. Haar ziekte was abso luut doodelijk en het is in zekeren zin een geluk voor haar, dat zij uit haar lijden verlost is I Hij keerde zich om, om heen te gaan. De jonge advocaat ging met hem mee tot aan de deur. Toen hit in de woonkamer terug kwam, vonu hij Hedwig onbeweeglijk naast hei sterfbed van haar moeder staan. (Wordt vervolgd)^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5