HAARLEM'S DAGBLAD. ™S5Kd?; Donkere Schaduwen len komen te vervallen, zoodra de commissie wordt uitgeschakeld en de directeur direct onder B. en W. komt te staan. ZoouJs de verhoudingen nu warden voorgesteld, kan naar mijn overtuiging de zaak nooit goed loo- pen en zullen de moeilijkheden nog veel grooter worden. Aanstelling van een bekwaam, voorzichtig en gema tigd directeur, afschaffing van de Commissie, ziedaar wat mijns inziens noodig is. Vreezen B. en W. er voor, haaT taak gedeeltelijk over te nemen, omdat het College niet deskundig is; de Commissie bestaat evengoed uit leeken en uit twee deskundigen, die het vaak met elkaar oneens zijn. Welke bekwame persoonlijkheid zal onder tien chefs als dirocteuir wil len optreden? Ik vrees van geen enkele. En durft de Raad de afschaffing van de Commissie niet aan, dan doet hij be ter met geen directeur te benoemen en liever voort te zeulen op den ouden weg. Stelt men een directeur aan en be houdt de Commissie, don zijn we ik geloof het zeker niet aan 't eind, maar pas aan 't begin \un bitter lijden. J. C. P. Buitenlandse!! Overzicht Te Parijs vergadert thans 't Instit.it de Droit International (instituut v «>r internationaal recht). De Franse.io minister Barthou trad op als voorzit ter en bracht in z'n openingsrede hul de aan deze instelling, en voegde daaraan toe, dat de regeeringen h blijkbaar geneigd beioonen, om dc uit spraak van het instituut als leiddraad voor het recht te nemen. De verschillende Haagscha confe renties hebben toch meer dan eens hun besluiten ontleend aan de uit spraken van het instituut. De Minister voorziet, dat het insti tuut weldra een internationaal xecht zal moeten vaststellen op luchtsche pen. Bourgeois snrak den wensch uit, dat de derde Haagscho conferentie DE ARBITRAGE-QUAESTIE aan de orde zou stellen, 32 staten hebben zich (zoo deelde de/e spreker mee) bereid \erkla«rd een algemeene conventie te sluiten met zekere beper kingen en de rechtsgeleerden zullen wel een definitieve formule aan do hand weten te doen, die ook de laatste weifelaars nog tot aansluiting zal be- wegen. Dat zij zoo Scheidsrechterlijke beslissingen zijn wensclielijker dan oorlogen 1 Zoo denkeu de bestuurders van TURKIJE EN BULGARIJE er nu ook over. Naar aanleiding van dc conferen ties 'tusschen den Turkscheu' groot vizier en de Bulgaarsche ministers, werd besloten een commissie te benoe men, belast met de regeling van do quaeslio der nutionalileiten. De commissie zal o. a. belast wor den mot afbakening van do grens tus- sclion beide rijken. Een speciale politie zul aan beide zijdon vau de grens in hel leven worden geroopen, teneinde incidenten te voorkomen. Dit laatste is wel hoog noodig, want geregeld kwamen er grensge vechten voor. Ook is besloten lot bet sluiten van een nieuw handelstractaat, waarvoor de Turkschè rogeering een ontwerp zal opmaken. Over de re's van koning Ferdinand is al veel geschreven engeraden in verband met de nieuwe Bulgaar sche politiek. Thans is de onzeker heid een beetje opgeheven door de publicatie van een communiqué. In dit stuk wordt gewag gemaakt van de gunstige resultaten van 's konings reis. 't Eindigt met de verklaring, dut geconstateerd werd, dat ilo beide sta ten (Bulgarije en Turkije) geenszins een agressieve politiek voeren, maar daarentegen ernstig doordrongen zijn van het voordeel, dat vriendschappe lijke betrekkingen en goede nabuur schap hun verzekeren. In DE BALKAN-POLITIEK ls men evenwel nog la*- niet uitge- studeerd 1 Koning Peter van Serviö is. zooals men weet, in Rusland aan het reizen on daar door den Tsaar heol vriendelijk ontvangen. Nieuwe stof tot breedvoerige beschouwingen 1 Ovor dit bezoek is door de Russi sche regeering ook een communiqué verspreid. Daarin êfae' fo lezen -. „De ontvangst van koning Peter is een be wijs, voor de soliditeit der traditio- neelo betrekkingen tusschen de twee staten, dio zoo nauw zijn verbonden door geloof, gemeenschappelijke af komst en historische herinneringen. Bij de gesprekken tusschen de mi nisters van buitenlandsche zaken werd geconstateerd, dat men beider zijds buitengewoon ge-wicht hecht aan de handhaving van den vrede en de nrdc inden Balkan." (In 't begin van 1903 dachten de Serviërs daar anders over ,,De Servische regeering is van mee- ning. dot dc vreedzame en vrije ont wikkeling van een onu'honkelijk Ser- viü ten zoorste bevorderd zal worden door versterking van de goede betrek kingen met Turkije. Niets wordt door Ser.ie onbeproefd gelaten om gelijk soortige betrekkingen met andere bu ren te onderhouden. De Russische re- geering, die grooie sympathie gevoelt voor dit pogen, zal aan Servië aclie- vcn en moreelen steun verleunen. Wanneer de regeeringen zich nu maar naar deze woordelijke verzeke ringengedragen 1 IN GRIEKENLAND is 't nog steeds niet volkomen rustig. IntiHSChen is de Kamer er toch toe gekomen, om eindelijk de begrooting aan tè nemen. De niinirM. r-pre<ddent deelde mede, dut dc koninklijke boodschap over de bijoénroeping van de Nationale ver gadering morgen (Woensdag) zal wor den voorgelezen. Dat kan weer aanleiding geven tot nieu we geschillen. De strijd TEGEN DE RUSSISCHE OVKR- HEKRSCIIING IN FINLAND duurt voort De Finsclic Landdag heeft dezer da gen beraadslaagd over het zonden van ecu petitie aan den Tsaar, waarin dozen zou worden verzocht maatre gelen te nemen, opdat Finland weer geregeerd worde overeenkomstig de wetten van liet land. Alle partijen, do Oud-Finnen, de Jong-Finnen en de Zweden en de sociaal-democraten achtten het zen den van een verzoekschrift weusche- lijk, slechts over de wijze van inkloe- ding was men liet niet geheel en al oens, zoodat van verschillende zijden desbetreffende voorstellen werden ge daan. De verschillende voorstellen omtrent het verzoekschrift zijn iu handen van de grondwetscommissie gesteld, om als leiddraad t® dienen bij het opstel len van de petitie. DE MIJNWKRKERSBF,WEGING IN ZUID-W ALES NADERT T EINDE. Do mijneigenaars in Zuid-Wales bobben bun vroegere voorstellen be langrijk gewijzigd, Daarna vergader den de mijneigenaars en de arbeiders- afgevaardigden nog tor bespreking van de nadere bijzonderheden. Do mijnwerkers hebben de nieuwe voorstellen van de mijneigenaars fei telijk aanconomen, behalve wat één onderdeel betreft, waarvoor de goed keuring van den mijnwerkorabond vau Groot-Britannië wordt ver- eischt DOKWERKERSSTAKING IN SPANJE. 8000 dokwerkers in Bilbao hebben wegens geschillen over de toepassing van liet arbeidscontract den arbeid neergelegd. DE LIQUIDATIES IN FRANKRIJK. Mot -473 tegen 33 stemmen nam de Kamer het voorstel aan om een spe ciale lijdelijke commissie in hel lo ven te roepen, die noodzakelijk is go- worden voor de liquidatie der con gregaties.' EEN ZWEEDSCHE PRINSES GEBOREN. De Kroonprinses schonk gisteren 't loven aan een dochter. Moedor en kind zijn welvarend. DE UITBARSTING VAN' DE ETNA, neemt weer in hevigheid toe. Een stroom lava beweegt zich door de streek van Fradiavole, een andere loopt in <le richting van deu berg Fu- sara, oen derde naar Sauleo. Men hoort hevig gerommel. De bevolking verkeert in grooten angst NOODLOTTIGE BRAND. In de gemeente Oekoerit (Honga rije) brak een brand uit in een wagon- remise, die tot balzaal was ingericht, doordat de denuentakkon, waaraan de lampions hingen, in brand vlogen. Eenige honderden personen, wier kleederen vlam hadden gevat, lie pen zich te pletter tegen elkander en 't plafond viel in en bedolf de dansers. Volgens offieïeeie mededeehngen waren er 290 slachtoffers volgens an dere schattingen echter zijn er 400 personen gedood en 100 gewond. Stadsnieuws ZANG EN VRIENDSCHAP. Gisteren nam in de concertzaal van de Sociëteit Vereeniging het zangers feest door de Koninklijke Liedcrtaiel Zang en Vriendschap uitgeschreven ter herdenking van haar 80-jarig lxv staan een aanvang. Ai dadelijk viel bij het binnenkomen der zaal het oog op het kleurrijke vaandel der jubi- leerende vereeniging. waaraan talrij ke medailles en verscheidene lauwer kransen en eere-takken wezen op een eervol verleden. Tegen en op het po dium wairen bloemen, palmen en ander groen aangebracht, die een buste van onze Koningin omhulden. Om 1 uur was het aantal aanwezigen al vrij talrijk, en dit aantal nam ge stadig toe, zoodat ten slotte een res pectabele menschenmenigte de pres taties aanhoorde van de vereenigin- gen die deelnamen aan den wedstrijd in de 3e afdeeJing, waarmee het feest geopend werd. Het waven er veertien en de 's-Graverthaagsche liedertafel Orpheon opende de rij met een 50-tal zangers en zong: „De dag des Oor deels." van A. B. Verhey, dat luid door de zaal heenschalde en gevolgd werd door het meer teedere Waldes- rauschen in het Duïtsch van Fr. UI- rich. Orpheus uit Alkmaar trad ver volgens op met Les Martyrs aux Arènes van L. de Rillé in het Fransch waarvan het tekstboekje een verta ling aanbood. Dit stuk bleek een goede keus te zijn geweest, er zit kracht, gloed en vuur in, en aangezien het zeer goed gezongen werd, had het een reusach tig succes bij het publiek, succes had den alle mededingende partijen ech ter op hun beurt meer of minder. Orpheus gaf daarna nog De Tijd der Jeugd, van Ph. Loots. Vervolgens kwam Concordia uit Rotterdam met •ruim GO zangers om Lentelied van Joh. J. H. Verhulst te zingen en Fal ter und Flamme, van E. Burgstaller in het Duitsch, twee aardige liede- kes. Kunst na Arbeid uit Bussum zong daarna twee vredige liedjes van L. C. Keereweer, n.l. 't Kerkklokje eu Als de avond daalt met 51 mau en toen hoorden we 't kleine koor Pxe- ciosa uit Amsterdam, met 16 zan gers, Psalm 83 en de Gypten van An- driessen zingen. Dit koortje bleek over uitstekend stemmaterlual te be schikken. Maar of het verstandig is, een koor als de Gypten dat voor minstens 100 man geschreven werd, met 16 te wil len uitvoeren, is een andere vraag. Oefening na Arbeid, uit VVormer, 'n 40 mau sterk, kwam niet twee stil le, zachte liedjes, n.l. Goeden Nacht van F. J. Roeske en Nachtgezang van J. Beitjes, liedjes die prettig aande den. Toen ging Excelsior uit Alk- maai- met 37 zangers de Harmonie en de Muziek verheerlijken met liederen van G A. Heinze en Fr. Luchner. Daarna kregen we een Uaarlemsche vereeniging te hooren, u.L Kunst na Arbeid, die optrad met 70 man. Zij zongen Des Hoeren Huis van J. C. Boers en De liefste plek, van J. H. Loser en hadden met beiden een wel verdiend succes, vooral-met het laat ste. De directeur, de heer W. A. K wan les, had zijn mannetjes dan ook goed onder appèL Werkmanslust uit Wageningen gaf met 43 man Be noden en Boven van C. C. A. de Vliegh en Ave Maria van L. Blauw Jz. en zong heel aardig. Excelsior uit Amsterdam telde GS zangers en bleek haar keus eveneens op De liefste Plek van J. H. Loser gevestigd te hebben, OM ONS HEEN Ho. 1117. Da nieuwe Musenm- verordenlngen. Met het benoemen van een direc teur voor het museum van schilderij en is het wonderlijk gegaan, of niet gegaan, al naar men wiL Eerst is er besloten, een titularis wan te stellen op een salaris van dui zend gulden, waarvoor natuurlijk geen eerste kracht te krijgen is. Sol licitanten kwamen er niettemin. Als No. 1 werd genoemd een jong- rnensch. als No. 2 een ingezetene van Haarlem, zonder reputatie als kenner van schilderijen. Nauwelijks was doze stand van zaken aan 't pu bliek bekend geworden of flitscli, daar verdween die geheel en al, zoo ais een bioscoopbeeld van het doek. Op eenmaal, zoo schijnt het, was men tot de overtuiging gekomen, dat dui zend gulden te weinig is en dat het, meen ik. f 2400 zou moeten wezen. Nieuw beeld op het doek. En toen we dat even aangekeken hadden kwam liet slotbeeld Goeden nacht. De zaak is, wil ik maar zeggen, blijk baar iu slaap geraakt, althans we hebben er in maanden niets meer van vernomen. Hot is daarom plezierig, dat nu de verschillende nieuwe verordeningen door B. en W. zijn ingediend, waar uit blijkt, dat er wat ophanden is. Ook ten aanzien van de directeursbenoe ming, want 'smans instructie staat daar ook in en wie heeft er wat aan een instructie zonder directeur In tusschen geeft dat ontwerp der nieuwe verordeningen wel aanleiding tot enkele opmerkingen. Het spreek woord zegtvoel koks beder ven de brij; maar volkomen toepasselijk is dat spreekwoord hier niet. 't Zou moeten luiden héél veel koks bederven de brij. Aan de benoe ming, het toezicht en het beheer ko men namelijk te pas de Raad, B. en W., de Commissie, de directeur en de opzichter. Alleen met bijzonder veel overleg kan het gelukken, al die auto riteiten uit elkaar te houdeu en er voor te zorgen, dat er geen haken en oogen komen, met andere woorden dat de haken van den een niet ver ward raken in de oogen van den an der. Zijn B. en W. daarin geslaagd? Ik kun het niet vinden. Bepaald wordt allereerst, dat het beheer van alles wat het museum be treft berust bij B. en VV. Dit is volkomen juist. Artikel 2 ver meldt verder, dat met de dagelijksche loiding der zaken belast is de direc teur, onder verantwoordelijkheid van B. en W. en artikel 3 schrijft voor, dnt het toezicht op het museum is opge dragen aan een Commissie, welke door het College van B. en W. gehoord wordt, zoo dikwijls dit het noodig oor deelt. Welk eon hutspot. Beheer, dagelij k- sclie leiding en toezicht in handen van drie soorten van autoriteiten. Bezien we de zaak op de keper, dan blijkt nl gauw, dat B. en W. zelf die fijne onderscheiding niet kunnen volhou den. Hot zijn immers juist de quaes- tles over de horstelling van schilde rijen, die aanleiding geven tot de be- looming van een directeur, welnu laat ons zien, hoe in het ontwerp de zaak geregeld is. „Herstellingen aan schilderijen ge schieden uitsluitend in opdracht van „liet ColLoge van B. en W., gehoord „de Commissie en den directeur en onder toezicht van laatstgenoemde." Uierbij zijn de verschillende autori teiten, als bij stuivertje wisselen, op eens door elkaar geschoven. Het her stellen van schilderijen, toch zeker een z&ftk van dagelijksche leiding, be rust niet meer bij den directeur maar bij B. en W. De Commissie, die an ders met het toezicht is belast, wordt FEUILLETON Naar het Duitsch, Door PAUL HENIvES.' 24) Het had den beambte nog eenigs- zlns getroffen, dat de afzender in weerwil van den bijzonder warmen Juli-avond een grijze cape had omge slagen en met een slip daarvan ten overvloed© zijn gezicht gedeeltelijk had bedekt. Die laatste opmerking had Rudolf te donken gegeven, omdat zij hem aan een eigenaardige, hem zelf nog raadselachtige gebeurtenis herinnerd had, die hem nauwelijks een uur ge leden na het vertrek van zijn zwagor naar E. overkomen was. De verschillende indrukken van het ©ogenblik hadden iutusschen deze vluchtige herinnering bij Rudolf da delijk weer verdrongen. Geen moeite was hem te veel geweest, maar ever- al in het groote stationsgebouw had hij naar den onbekenden afzender van het aangoteekc-nde pakket geïnfor meerd. Al dio navragen waren echter zon- d'-r resultaat gebleven. Niemand wist nu nog maar alleen gehoord en het toezicht ls opgedragen aan den di recteur. Hieruit volgt, dat B. en W. het her stellen van schilderijen niet achten te behooren tot de dagelijksche leiding, maar tot het beheer. Wat is dan eigen lijk wel die dagelijksche leiding? Het bewaren van ingekomen brieven en minuten (1) der ingezonden stukken, het houden van de financieele admi nistratie, het zenden aan B. en W. van een verslag betreffende den loc stand der verzamelingen, van het ameublement, het personeel, de finan ciën, de aankoopen, aanwinsten en verliezen, de restauraticn, den aard van het gebruik, door hel publiek en de kunstenaars van de verzamelingen gemaakt, de maatregelen, welk© hij in 't belang van het museum wensche- lijk acht. Dit laatste is vaag en zegt niets, maar het is toch de eenige reden, waarom het gewenscht kan zijn, een directeur te benoemen, die een kun stenaar, of althans een kunstkenner is. De rest van het werk kau gedaan worden door een boekhouder of op zichter, hetgeen verder blijkt uit een afzonderlijk artikel, waarin de op somming van zijn plichten wordt voortgezet. Hij teekent ulle verrich tingen in het museum op een lijst aan en zorgt voor het opmaken en gere geld bijhouden van een inventaris, hij dient (alweer in een nieuw artikel B. en W. van bericht en raad over de tot zijn werkkring behoorende zaken, en doet voorstellen, welke hij in het belang van het museum wenschelijk acht, hij is bevoegd den opzichter en de hulpopzichters voor te dragen voor schorsing of ontslag en het is hem geraden, een paar stevige vuisten te bezitten, want artikel 9 vermeldt dui delijk „In overleg met de commissie van „toezicht is de directeur belast met „het ophangen der schilderijen." Men stelle zich dat tafereel voor de directeur boven op een ladder, met een grooten hamer en zijn mond vol spijkers op den begauen grond de commissie. „Nog een beetje meer links roept Dr. Bredius. „Neen, nog wat meer rechts I" gelast Jhr. Six. Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat dit artikel 9 een fout is en de directeur belast is met het d o e u ophangen der schilderijen. Maar dan mag dat ook wel duide lijk gezegd worden. En als de Raad toch aan 't verbeteren gaat, wijde hij tevens zijn aandacht aan art. 8, waar staat, dat de directeur ellcen avond een of meer ronden door het museum door een beambte bezorgt, een staaltje van taal en stijl, dut op onze scholen voor afschrikwekkend voor beeld dienst kan doen. Laat ik voortgaan met de opsom ming van de inconsequenties. Bij af wezigheid van den directeur wordt diens (I) vervanging geregeld door B. eu W. Niet door de Commissie, die het toe zicht heeft Do werkzaamheden van de leden der commissie worden geregeld bij een reglement van orde, door de com missie vast te stellen en door B. en W. goed te keuren. Waarom niet door den Raad, die toch ook do in structies heeft vast te stellen en er zeker prijs op stelt, te weten, of dat reglement daarmee niet verder in botsing komt Precies als de directeur dient do commissie B. en W. van bericht en raad (over de tot haren werkkring behoorende zaken) en doet de door haar in het belang van het museum geachte voorstellen. Hoe deze beide „werkkringen" rus tig naast elkaar kunnen blijven cir kelen, zonder hopeloos in elkaar ver ward te raken, is mij een raadsel. Alle ingewikkeldheden, alle incon sequenties in de hangende voorstel- (1) Zou het niet tijd worden, eens een copieboek aan te schaffen ieis van den in Kreuzlingen blijkbaar volkomen onbekenden afzender to ver tellen. Gedurende de terugreis had de jon ge advocaat rijpelijk over dit alles na gedacht. De rooskleurige hoopvolle verwachtingen, die do zending van dat pakje eerst bij hem hadden opgewekt, en die hij In tegenwoordigheid van Hedwig onomwonden had uitgespro ken, waren voor zijn koel verstand op de vlucht gegaan. Hij" kon het zich niet verhelen, dat door deze gebeur tenis het lot van don ongelukkigen ge vangene maar weinig verbeterd was. Wel zou men den indruk krijgen, dat Beek niet de hoofdschuldige kon zijn, maar hij moest zichzelf bekennen, dat de opinie van den rechter van instruc tie nu stellig zijn zou dat het geiieo- le geval blijkbaar een doorgestoken kaart was tusschen Beek en een mede plichtige, die om de verdenking van den govangene af te leiden, het pakje verzonden had. Maar veel verontrustender, dan al deze overdenkingen werkte in het bin nenste van den jongen advocaat de schrik na, die hij bij een opmerking van schijnbaar ondergeschikt belang van den postbeambte gevoeld had, dat de afzender van het pakje een lange, slanke jongo man met zwarten baard en mot een grijzen fietscapo om, was geweest Hij kende zoo'n eleganten met een aantrekkelijk uiterlijk bedoelden jon gen man, hij wist maai' al te goed, dat deze met zijn trotsch, zelfbewust glim lachje het hart van zijn beminde zus tor gewonnen had! Telkens weer dook voor Rudolf's geestesoog het beeld van zijn aan staanden zwager op. Hij had hem een paar dagen geleden volgens belofte naar het station vergezeld. Terwijl Hugo al in deu naar E. vertrekkendeu train had plaats genomen, hadden zij vriendschappelijk wat met elkaar ge praat, elkaar hartelijk de hand ge drukt, toen de trein zich langzaam ln bewoging zette. Teen was Rudolf door een kennis aangesproken eu was met heui nog ongeveer etui uur lang op het station gebleven. Toen hij daarop naar huis wilde gaan en kortheidshalve zijn weg nam over het perron, was hij midden in een dichlo menschenmenigte ge- ruakt. Juist was de sneltrein uit E. binnen gekomen. Deze bracht de reizigers meo, opgenomen aan een station, waar zijlijnen samen kwamen, dit waren voor het mce;endeel passa giers, die naar het buitenland wildon reizen en daarom den sneltrein nog w ilden halen, die dadelijk naarKreux- iingen zou vertrekken. Toen was het hem opeens voorgeko men alsof hij midden tusschen het ge woel het bleeke gezicht van tUn aan staanden zwager had zien opduiken. Ten hoogste verbaasd, had hii al op T punt gestaan, den zooeven pas naur E. vertrokkene aan ie roepen, of schoon do omstandigheid, dat die per soon een grijzen fiotsmantol om de schouders had geslagen, hem eenigs- zins aan 't twijfelen had gebracht. Maar in «.lie enkele seconden van aar zeling was de reiziger, die zooveel op Hugo leek al veel verder weg, alleen neg uit de verte bad Rudolf hem in oen wagen van den Kreuzlinger snel trein zien verdwijnen. Dadelijk daarop, nog vóórdat hij die enkel© stappen tot aan dien wa gen had kunnen afleggen, werd bet signaal tot-vertrek gegeven en was de trein van onder de kap van hot sta tion weggestoomd. Een jonge, slanke man met zwarten baard ln een grijzen fietsman tel, had echter ook hel aangeteekenae pakje aan liet station van Kreuzlingen af gegeven t Er was geen twijfel mogelijk, Ru- dolf had met eigen oogen den onbe kenden afzender en misschien met een daarmee deu waven moordenaar gezien; hii was een oogenblik zoo dicht onder zijn bereik geweest, dat liij hem had kunnen grijpen. Waarom voelde hij zich bij deze ge dachte steeds meer onbehaaglijk ge stemd? Er waren toch dozijnen man nen van dezelfde gestalte in de stad, die eenigszins op zijn aanstaanden zwager loken. Rudoif ergerde zich, dat telkens weer de gedachte aan Hugo bij hem opkwam. Hij kon het niet hel pen een huiverig gevoel maakte zich voortdurend meer van hem meester, liij voelde hoe een onbedwingbaar wantrouwen zijn hart binnensloop. Met geweld onderdrukte hij einde lijk de huiveringwekkende combina tie, waarvan hij zich niet meer los scheen te kunnen maken. Het deed Rudolf verdriet, de hoop volle opgewektheid van Hedwig te moeten wegnemen. Zij had niet an ders gedacht, dan nu was alles goed en haar vader moest al den volgenden dag vrij zijn en van allo schuld ont heven uit de gevangenis terugkeer en iutusschen wilds <ie jonge advocaat zijn meisje niet alle hoop benomen, voordat hij ruggespraak mot dc-u rechter van instructie had gehouden. Den veleenden morgen al liet hij zich bij dezen aandienen en overhan digde hem het aaugeteekende pakje, terwijl hij hem meteen van he: resul taat van zijn uitstapje naar Kreuzlin gen op de hoogte bracht De uitkomst was zcouls Rudolf ver wacht had. Wel was ook Albertt zeer verbaasd, toen hij van den inhoud van het pakje had kennis genomen. Hoofdschuddend keek hij naar de vijf banknoten van duizend mark en liet verwonderd zijn Mikken over bet dat gevolgd werd door het Lotijnache Ecce quomode Moritur, waarvan tiet tekstboekje ds vertaling gaf. Vooral het laatste v'cl in goede aarde. Toen kwam Onder Ons uit Haarlem niet een groot aantal zan gers, n.l. 82 en gaf het bekende Zon dagswijding van Fr Abt, dat ze goed lot haar recht liet komen en lm Win ternacht van F. J. Roeske. Aurora uit Rotterdam telde 46 man, en zong Zondags op het meer, van G. A. Hein- ze, een rustig lied, dat prett g aan deed en de Nomen van F. A. Gevaert, moer fantastisch en eigenaardig door plotselinge klank-contrasten. Onder Vrienden uit Zaandam, biiua 50 man sterk, was no. 2, die haar oog had laten vallen op GoeJe Nacht, van F. J. Roeske. wat gevolgd werd door Avondlied van Joh. J. H Verhulst, twee vreedzame en lieve liedjes. Hoorn's Mannenkoor sloot den wed strijd in de 3de afdeeling met het be kende Nimmer Nacht van Andriea- sen, dat natuurlijk succes had en nam voor tweede stukje eveneens Ecce quomodo Moritur. De jury, bestaande uit de hoeren W. Robert. L. F. Rrandts Buys, M. H. van 't Kruys, L. C. Bouman en Ph. Loots ging vervolgens aan het beraadslagen en deed de volgende uit spraak: le prijs, n.l. de gvoote zilveren me daille van H. M. de Koningin-Moeder met een premie van f 100* Kunst na Arbeid, uit Haarlem, directeur W .A. Kwantes met 3—2 stemmen. 2e prijs, een verguld zilveren me daille met een premie van 50: Or pheus uit Alkmaar, directeur II. Lin deboom. met 32 stemmen. 3e prijs: een verguld zilveren me daille: Onder Ons uit Haarlem, di recteur W- P. J. van Gcmert, met 3—2 stemmen. 4e prijs A, een zilveren plaque: Ex celsior uit Amsterdam, directeur W. F. Koofe, met 3—2 stemmen. 4c prijs B. een zilveren medaille: Hoorn's Mannenkoor, directeur F„ Koning, met 41 stemmen. 5e prijs A, een zilveren medaille: Concordia, uit Rotterdam, directeuir H. H. Tobé, met 32 stemmen. 5e prijs B, een bronzen plaque: Au« •rara, uit Rotterdam, directeur P. N, Muis, met 32 stemmen. liet afroepen der prijzen veroor zaakte in de groote zaai, waar bijna iedereen overeind wus gaan staan, telkens een enthousiast gejuich bij de aanhangers van de respectievelijke vereenigingen, waarna de concertzaal ontruimd werd totdat dos avonds da wedstrijd zou worden voortgezet. Toen traden de mannenkoren op dia mededongen in de 2e afdoeling, 6 in getal, waarvoor een koor was ver plichtend gesteld, n.L Vides ut alta (Ode van Horatius), dat door den heer Philip Loots in dankbare hoog achting aan de Koninklijke Liederta fel Zang en Vriendschap en haren eminenten directeur W. Robert is aangeboden. De „Koninklijke Nationale Zang school" uit 's-Gravenhage ependo met 84 zangers het avondfeest en zong met zeer krachtig geluid het ver plichte stuk, gevolgd door Zondag op het meer, van G. A. Heinze. Caecilia uit Breda, met 46 man, gaf een zeer beschaafde vertolking van het ver plichte stuk, waarvan de opvatting zeer in den smaak van de aanwezigen viel, zoodat de heer Loots na her haald applaus, dankend boog. Caeci lia gaf daarna Todienvolk van Frio- drich Hegar in het Dui«sch, wat eveneens keurig word uitgevoerd. Uit Hilversum was Appollo met 39 zan gera overgekomen om het lied van den arbeid van J. P. J. Wlerts te ge ven, een krachtig, opwekkend stuk. Proza en Poëzie uit Haarlem, was erlogenwoordigd door 81 man eu had. een groot succes bij het publiek met het verplichte stuk en nog meer met Jan Gerstekooni, van Ph. Loots, als stuk naar keuze. Caecilia uit Be verwijk met 44 zangers, had den ineec genoemden „Zondag op het Meer", van G. A. Heinze tot het stuk barer keuze gemaakt. Vervolgens trad een Duitsche vereeniging op. n.l. het Hat» linger Mannerquartett, 54 man sterk, fonkelende en schitterende brillan- teuslot gaan. Toon stond hij op eu nam uit een kast de andere stukken van de aine- thysten collier, deze was <-p enkele kleine ringetjes na. die dov. het hef tig losscheuren verloren waren ge gaan, nu compleet Er was geen twij fel aan, dat het hem door dei: advo caat gebrachte slot het verbindings stuk was tusschen de deelen der ket ting. Een blik op de nummer- der bank biljetten overtuigde hem, dat hij wer kelijk met de tot nu toe ontbrekende duizend-mark-briefjes te doen had. Lang zat hij toen met een ondoor* grondelijk, onbewogen geïnat in het bewuste briefje te staren. Het oubeholpen handschrift daar- v an sct»en zijn wantrouwen op ta wekken, want lungzamerhuiid kwam et een ongcloovige, sceptische uit drukking om zijn mondhoeken. EiudeJijk Liet hij het briefje zin ken, knikte eenige malen achtereen en wendde zich toen tot den advocaat. Waarvoor houdt gij dit gekrab bel I vroeg hij. Hij schiTnt iemand uil de laagste volksklasse ie zijn, dat zou meu ten minste uit dit schrijven opmaken, anU moordde Rudolf. (Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5