HAARLEM'S DAGBLAD. ™S5Kd?;
Donkere Schaduwen
len komen te vervallen, zoodra de
commissie wordt uitgeschakeld en de
directeur direct onder B. en W. komt
te staan. ZoouJs de verhoudingen nu
warden voorgesteld, kan naar mijn
overtuiging de zaak nooit goed loo-
pen en zullen de moeilijkheden nog
veel grooter worden. Aanstelling van
een bekwaam, voorzichtig en gema
tigd directeur, afschaffing van de
Commissie, ziedaar wat mijns inziens
noodig is. Vreezen B. en W. er voor,
haaT taak gedeeltelijk over te nemen,
omdat het College niet deskundig is;
de Commissie bestaat evengoed uit
leeken en uit twee deskundigen, die
het vaak met elkaar oneens zijn.
Welke bekwame persoonlijkheid
zal onder tien chefs als dirocteuir wil
len optreden?
Ik vrees van geen enkele. En
durft de Raad de afschaffing van de
Commissie niet aan, dan doet hij be
ter met geen directeur te benoemen
en liever voort te zeulen op den ouden
weg.
Stelt men een directeur aan en be
houdt de Commissie, don zijn we
ik geloof het zeker niet aan 't eind,
maar pas aan 't begin \un bitter
lijden.
J. C. P.
Buitenlandse!! Overzicht
Te Parijs vergadert thans 't Instit.it
de Droit International (instituut v «>r
internationaal recht). De Franse.io
minister Barthou trad op als voorzit
ter en bracht in z'n openingsrede hul
de aan deze instelling, en voegde
daaraan toe, dat de regeeringen h
blijkbaar geneigd beioonen, om dc uit
spraak van het instituut als leiddraad
voor het recht te nemen.
De verschillende Haagscha confe
renties hebben toch meer dan eens
hun besluiten ontleend aan de uit
spraken van het instituut.
De Minister voorziet, dat het insti
tuut weldra een internationaal xecht
zal moeten vaststellen op luchtsche
pen.
Bourgeois snrak den wensch uit,
dat de derde Haagscho conferentie
DE ARBITRAGE-QUAESTIE
aan de orde zou stellen, 32 staten
hebben zich (zoo deelde de/e spreker
mee) bereid \erkla«rd een algemeene
conventie te sluiten met zekere beper
kingen en de rechtsgeleerden zullen
wel een definitieve formule aan do
hand weten te doen, die ook de laatste
weifelaars nog tot aansluiting zal be-
wegen.
Dat zij zoo
Scheidsrechterlijke beslissingen zijn
wensclielijker dan oorlogen 1 Zoo
denkeu de bestuurders van
TURKIJE EN BULGARIJE
er nu ook over.
Naar aanleiding van dc conferen
ties 'tusschen den Turkscheu' groot
vizier en de Bulgaarsche ministers,
werd besloten een commissie te benoe
men, belast met de regeling van do
quaeslio der nutionalileiten.
De commissie zal o. a. belast wor
den mot afbakening van do grens tus-
sclion beide rijken.
Een speciale politie zul aan beide
zijdon vau de grens in hel leven
worden geroopen, teneinde incidenten
te voorkomen.
Dit laatste is wel hoog noodig,
want geregeld kwamen er grensge
vechten voor.
Ook is besloten lot bet sluiten van
een nieuw handelstractaat, waarvoor
de Turkschè rogeering een ontwerp
zal opmaken.
Over de re's van koning Ferdinand
is al veel geschreven engeraden
in verband met de nieuwe Bulgaar
sche politiek. Thans is de onzeker
heid een beetje opgeheven door de
publicatie van een communiqué. In
dit stuk wordt gewag gemaakt van de
gunstige resultaten van 's konings
reis. 't Eindigt met de verklaring, dut
geconstateerd werd, dat ilo beide sta
ten (Bulgarije en Turkije) geenszins
een agressieve politiek voeren, maar
daarentegen ernstig doordrongen zijn
van het voordeel, dat vriendschappe
lijke betrekkingen en goede nabuur
schap hun verzekeren.
In
DE BALKAN-POLITIEK
ls men evenwel nog la*- niet uitge-
studeerd 1 Koning Peter van Serviö is.
zooals men weet, in Rusland aan het
reizen on daar door den Tsaar heol
vriendelijk ontvangen. Nieuwe stof tot
breedvoerige beschouwingen 1
Ovor dit bezoek is door de Russi
sche regeering ook een communiqué
verspreid. Daarin êfae' fo lezen -. „De
ontvangst van koning Peter is een be
wijs, voor de soliditeit der traditio-
neelo betrekkingen tusschen de twee
staten, dio zoo nauw zijn verbonden
door geloof, gemeenschappelijke af
komst en historische herinneringen.
Bij de gesprekken tusschen de mi
nisters van buitenlandsche zaken
werd geconstateerd, dat men beider
zijds buitengewoon ge-wicht hecht aan
de handhaving van den vrede en de
nrdc inden Balkan." (In 't begin van
1903 dachten de Serviërs daar anders
over
,,De Servische regeering is van mee-
ning. dot dc vreedzame en vrije ont
wikkeling van een onu'honkelijk Ser-
viü ten zoorste bevorderd zal worden
door versterking van de goede betrek
kingen met Turkije. Niets wordt door
Ser.ie onbeproefd gelaten om gelijk
soortige betrekkingen met andere bu
ren te onderhouden. De Russische re-
geering, die grooie sympathie gevoelt
voor dit pogen, zal aan Servië aclie-
vcn en moreelen steun verleunen.
Wanneer de regeeringen zich nu
maar naar deze woordelijke verzeke
ringengedragen 1
IN GRIEKENLAND
is 't nog steeds niet volkomen rustig.
IntiHSChen is de Kamer er toch toe
gekomen, om eindelijk de begrooting
aan tè nemen.
De niinirM. r-pre<ddent deelde mede,
dut dc koninklijke boodschap over de
bijoénroeping van de Nationale ver
gadering morgen (Woensdag) zal wor
den voorgelezen.
Dat kan weer aanleiding geven tot
nieu we geschillen.
De strijd
TEGEN DE RUSSISCHE OVKR-
HEKRSCIIING IN FINLAND
duurt voort
De Finsclic Landdag heeft dezer da
gen beraadslaagd over het zonden
van ecu petitie aan den Tsaar, waarin
dozen zou worden verzocht maatre
gelen te nemen, opdat Finland weer
geregeerd worde overeenkomstig de
wetten van liet land.
Alle partijen, do Oud-Finnen, de
Jong-Finnen en de Zweden en de
sociaal-democraten achtten het zen
den van een verzoekschrift weusche-
lijk, slechts over de wijze van inkloe-
ding was men liet niet geheel en al
oens, zoodat van verschillende zijden
desbetreffende voorstellen werden ge
daan.
De verschillende voorstellen omtrent
het verzoekschrift zijn iu handen van
de grondwetscommissie gesteld, om
als leiddraad t® dienen bij het opstel
len van de petitie.
DE MIJNWKRKERSBF,WEGING IN
ZUID-W ALES NADERT T EINDE.
Do mijneigenaars in Zuid-Wales
bobben bun vroegere voorstellen be
langrijk gewijzigd, Daarna vergader
den de mijneigenaars en de arbeiders-
afgevaardigden nog tor bespreking
van de nadere bijzonderheden.
Do mijnwerkers hebben de nieuwe
voorstellen van de mijneigenaars fei
telijk aanconomen, behalve wat één
onderdeel betreft, waarvoor de goed
keuring van den mijnwerkorabond
vau Groot-Britannië wordt ver-
eischt
DOKWERKERSSTAKING IN
SPANJE.
8000 dokwerkers in Bilbao hebben
wegens geschillen over de toepassing
van liet arbeidscontract den arbeid
neergelegd.
DE LIQUIDATIES IN
FRANKRIJK.
Mot -473 tegen 33 stemmen nam de
Kamer het voorstel aan om een spe
ciale lijdelijke commissie in hel lo
ven te roepen, die noodzakelijk is go-
worden voor de liquidatie der con
gregaties.'
EEN ZWEEDSCHE PRINSES
GEBOREN.
De Kroonprinses schonk gisteren 't
loven aan een dochter. Moedor en
kind zijn welvarend.
DE UITBARSTING VAN' DE ETNA,
neemt weer in hevigheid toe.
Een stroom lava beweegt zich door
de streek van Fradiavole, een andere
loopt in <le richting van deu berg Fu-
sara, oen derde naar Sauleo. Men
hoort hevig gerommel.
De bevolking verkeert in grooten
angst
NOODLOTTIGE BRAND.
In de gemeente Oekoerit (Honga
rije) brak een brand uit in een wagon-
remise, die tot balzaal was ingericht,
doordat de denuentakkon, waaraan
de lampions hingen, in brand vlogen.
Eenige honderden personen, wier
kleederen vlam hadden gevat, lie
pen zich te pletter tegen elkander en
't plafond viel in en bedolf de dansers.
Volgens offieïeeie mededeehngen
waren er 290 slachtoffers volgens an
dere schattingen echter zijn er 400
personen gedood en 100 gewond.
Stadsnieuws
ZANG EN VRIENDSCHAP.
Gisteren nam in de concertzaal van
de Sociëteit Vereeniging het zangers
feest door de Koninklijke Liedcrtaiel
Zang en Vriendschap uitgeschreven
ter herdenking van haar 80-jarig lxv
staan een aanvang. Ai dadelijk viel
bij het binnenkomen der zaal het oog
op het kleurrijke vaandel der jubi-
leerende vereeniging. waaraan talrij
ke medailles en verscheidene lauwer
kransen en eere-takken wezen op een
eervol verleden. Tegen en op het po
dium wairen bloemen, palmen en
ander groen aangebracht, die een
buste van onze Koningin omhulden.
Om 1 uur was het aantal aanwezigen
al vrij talrijk, en dit aantal nam ge
stadig toe, zoodat ten slotte een res
pectabele menschenmenigte de pres
taties aanhoorde van de vereenigin-
gen die deelnamen aan den wedstrijd
in de 3e afdeeJing, waarmee het feest
geopend werd. Het waven er veertien
en de 's-Graverthaagsche liedertafel
Orpheon opende de rij met een 50-tal
zangers en zong: „De dag des Oor
deels." van A. B. Verhey, dat luid
door de zaal heenschalde en gevolgd
werd door het meer teedere Waldes-
rauschen in het Duïtsch van Fr. UI-
rich. Orpheus uit Alkmaar trad ver
volgens op met Les Martyrs aux
Arènes van L. de Rillé in het Fransch
waarvan het tekstboekje een verta
ling aanbood.
Dit stuk bleek een goede keus te
zijn geweest, er zit kracht, gloed en
vuur in, en aangezien het zeer goed
gezongen werd, had het een reusach
tig succes bij het publiek, succes had
den alle mededingende partijen ech
ter op hun beurt meer of minder.
Orpheus gaf daarna nog De Tijd der
Jeugd, van Ph. Loots. Vervolgens
kwam Concordia uit Rotterdam met
•ruim GO zangers om Lentelied van
Joh. J. H. Verhulst te zingen en Fal
ter und Flamme, van E. Burgstaller
in het Duitsch, twee aardige liede-
kes. Kunst na Arbeid uit Bussum
zong daarna twee vredige liedjes van
L. C. Keereweer, n.l. 't Kerkklokje
eu Als de avond daalt met 51 mau en
toen hoorden we 't kleine koor Pxe-
ciosa uit Amsterdam, met 16 zan
gers, Psalm 83 en de Gypten van An-
driessen zingen. Dit koortje bleek
over uitstekend stemmaterlual te be
schikken.
Maar of het verstandig is, een koor
als de Gypten dat voor minstens 100
man geschreven werd, met 16 te wil
len uitvoeren, is een andere vraag.
Oefening na Arbeid, uit VVormer,
'n 40 mau sterk, kwam niet twee stil
le, zachte liedjes, n.l. Goeden Nacht
van F. J. Roeske en Nachtgezang van
J. Beitjes, liedjes die prettig aande
den. Toen ging Excelsior uit Alk-
maai- met 37 zangers de Harmonie en
de Muziek verheerlijken met liederen
van G A. Heinze en Fr. Luchner.
Daarna kregen we een Uaarlemsche
vereeniging te hooren, u.L Kunst na
Arbeid, die optrad met 70 man. Zij
zongen Des Hoeren Huis van J. C.
Boers en De liefste plek, van J. H.
Loser en hadden met beiden een wel
verdiend succes, vooral-met het laat
ste. De directeur, de heer W. A.
K wan les, had zijn mannetjes dan
ook goed onder appèL Werkmanslust
uit Wageningen gaf met 43 man Be
noden en Boven van C. C. A. de
Vliegh en Ave Maria van L. Blauw
Jz. en zong heel aardig. Excelsior uit
Amsterdam telde GS zangers en bleek
haar keus eveneens op De liefste Plek
van J. H. Loser gevestigd te hebben,
OM ONS HEEN
Ho. 1117.
Da nieuwe Musenm-
verordenlngen.
Met het benoemen van een direc
teur voor het museum van schilderij
en is het wonderlijk gegaan, of niet
gegaan, al naar men wiL
Eerst is er besloten, een titularis
wan te stellen op een salaris van dui
zend gulden, waarvoor natuurlijk
geen eerste kracht te krijgen is. Sol
licitanten kwamen er niettemin. Als
No. 1 werd genoemd een jong-
rnensch. als No. 2 een ingezetene
van Haarlem, zonder reputatie als
kenner van schilderijen. Nauwelijks
was doze stand van zaken aan 't pu
bliek bekend geworden of flitscli,
daar verdween die geheel en al, zoo
ais een bioscoopbeeld van het doek.
Op eenmaal, zoo schijnt het, was men
tot de overtuiging gekomen, dat dui
zend gulden te weinig is en dat het,
meen ik. f 2400 zou moeten wezen.
Nieuw beeld op het doek. En toen we
dat even aangekeken hadden kwam
liet slotbeeld Goeden nacht.
De zaak is, wil ik maar zeggen, blijk
baar iu slaap geraakt, althans we
hebben er in maanden niets meer van
vernomen.
Hot is daarom plezierig, dat nu de
verschillende nieuwe verordeningen
door B. en W. zijn ingediend, waar
uit blijkt, dat er wat ophanden is. Ook
ten aanzien van de directeursbenoe
ming, want 'smans instructie staat
daar ook in en wie heeft er wat aan
een instructie zonder directeur
In tusschen geeft dat ontwerp der
nieuwe verordeningen wel aanleiding
tot enkele opmerkingen. Het spreek
woord zegtvoel koks beder
ven de brij; maar volkomen
toepasselijk is dat spreekwoord hier
niet. 't Zou moeten luiden héél veel
koks bederven de brij. Aan de benoe
ming, het toezicht en het beheer ko
men namelijk te pas de Raad, B. en
W., de Commissie, de directeur en de
opzichter. Alleen met bijzonder veel
overleg kan het gelukken, al die auto
riteiten uit elkaar te houdeu en er
voor te zorgen, dat er geen haken en
oogen komen, met andere woorden
dat de haken van den een niet ver
ward raken in de oogen van den an
der.
Zijn B. en W. daarin geslaagd? Ik
kun het niet vinden.
Bepaald wordt allereerst, dat het
beheer van alles wat het museum be
treft berust bij B. en VV.
Dit is volkomen juist. Artikel 2 ver
meldt verder, dat met de dagelijksche
loiding der zaken belast is de direc
teur, onder verantwoordelijkheid van
B. en W. en artikel 3 schrijft voor, dnt
het toezicht op het museum is opge
dragen aan een Commissie, welke
door het College van B. en W. gehoord
wordt, zoo dikwijls dit het noodig oor
deelt.
Welk eon hutspot. Beheer, dagelij k-
sclie leiding en toezicht in handen van
drie soorten van autoriteiten. Bezien
we de zaak op de keper, dan blijkt
nl gauw, dat B. en W. zelf die fijne
onderscheiding niet kunnen volhou
den. Hot zijn immers juist de quaes-
tles over de horstelling van schilde
rijen, die aanleiding geven tot de be-
looming van een directeur, welnu
laat ons zien, hoe in het ontwerp de
zaak geregeld is.
„Herstellingen aan schilderijen ge
schieden uitsluitend in opdracht van
„liet ColLoge van B. en W., gehoord
„de Commissie en den directeur en
onder toezicht van laatstgenoemde."
Uierbij zijn de verschillende autori
teiten, als bij stuivertje wisselen, op
eens door elkaar geschoven. Het her
stellen van schilderijen, toch zeker
een z&ftk van dagelijksche leiding, be
rust niet meer bij den directeur maar
bij B. en W. De Commissie, die an
ders met het toezicht is belast, wordt
FEUILLETON
Naar het Duitsch,
Door
PAUL HENIvES.'
24)
Het had den beambte nog eenigs-
zlns getroffen, dat de afzender in
weerwil van den bijzonder warmen
Juli-avond een grijze cape had omge
slagen en met een slip daarvan ten
overvloed© zijn gezicht gedeeltelijk
had bedekt.
Die laatste opmerking had Rudolf
te donken gegeven, omdat zij hem
aan een eigenaardige, hem zelf nog
raadselachtige gebeurtenis herinnerd
had, die hem nauwelijks een uur ge
leden na het vertrek van zijn zwagor
naar E. overkomen was.
De verschillende indrukken van het
©ogenblik hadden iutusschen deze
vluchtige herinnering bij Rudolf da
delijk weer verdrongen. Geen moeite
was hem te veel geweest, maar ever-
al in het groote stationsgebouw had
hij naar den onbekenden afzender van
het aangoteekc-nde pakket geïnfor
meerd.
Al dio navragen waren echter zon-
d'-r resultaat gebleven. Niemand wist
nu nog maar alleen gehoord en het
toezicht ls opgedragen aan den di
recteur.
Hieruit volgt, dat B. en W. het her
stellen van schilderijen niet achten te
behooren tot de dagelijksche leiding,
maar tot het beheer. Wat is dan eigen
lijk wel die dagelijksche leiding? Het
bewaren van ingekomen brieven en
minuten (1) der ingezonden stukken,
het houden van de financieele admi
nistratie, het zenden aan B. en W.
van een verslag betreffende den loc
stand der verzamelingen, van het
ameublement, het personeel, de finan
ciën, de aankoopen, aanwinsten en
verliezen, de restauraticn, den aard
van het gebruik, door hel publiek en
de kunstenaars van de verzamelingen
gemaakt, de maatregelen, welk© hij
in 't belang van het museum wensche-
lijk acht.
Dit laatste is vaag en zegt niets,
maar het is toch de eenige reden,
waarom het gewenscht kan zijn, een
directeur te benoemen, die een kun
stenaar, of althans een kunstkenner
is. De rest van het werk kau gedaan
worden door een boekhouder of op
zichter, hetgeen verder blijkt uit een
afzonderlijk artikel, waarin de op
somming van zijn plichten wordt
voortgezet. Hij teekent ulle verrich
tingen in het museum op een lijst aan
en zorgt voor het opmaken en gere
geld bijhouden van een inventaris, hij
dient (alweer in een nieuw artikel
B. en W. van bericht en raad over de
tot zijn werkkring behoorende zaken,
en doet voorstellen, welke hij in het
belang van het museum wenschelijk
acht, hij is bevoegd den opzichter en
de hulpopzichters voor te dragen voor
schorsing of ontslag en het is hem
geraden, een paar stevige vuisten te
bezitten, want artikel 9 vermeldt dui
delijk
„In overleg met de commissie van
„toezicht is de directeur belast met
„het ophangen der schilderijen."
Men stelle zich dat tafereel voor de
directeur boven op een ladder, met
een grooten hamer en zijn mond vol
spijkers op den begauen grond de
commissie. „Nog een beetje meer
links roept Dr. Bredius. „Neen,
nog wat meer rechts I" gelast Jhr. Six.
Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat dit
artikel 9 een fout is en de directeur
belast is met het d o e u ophangen
der schilderijen.
Maar dan mag dat ook wel duide
lijk gezegd worden. En als de Raad
toch aan 't verbeteren gaat, wijde hij
tevens zijn aandacht aan art. 8, waar
staat, dat de directeur ellcen avond
een of meer ronden door het museum
door een beambte bezorgt, een
staaltje van taal en stijl, dut op onze
scholen voor afschrikwekkend voor
beeld dienst kan doen.
Laat ik voortgaan met de opsom
ming van de inconsequenties. Bij af
wezigheid van den directeur wordt
diens (I) vervanging geregeld door B.
eu W.
Niet door de Commissie, die het toe
zicht heeft
Do werkzaamheden van de leden
der commissie worden geregeld bij
een reglement van orde, door de com
missie vast te stellen en door B. en
W. goed te keuren. Waarom niet
door den Raad, die toch ook do in
structies heeft vast te stellen en er
zeker prijs op stelt, te weten, of dat
reglement daarmee niet verder in
botsing komt
Precies als de directeur dient do
commissie B. en W. van bericht en
raad (over de tot haren werkkring
behoorende zaken) en doet de door
haar in het belang van het museum
geachte voorstellen.
Hoe deze beide „werkkringen" rus
tig naast elkaar kunnen blijven cir
kelen, zonder hopeloos in elkaar ver
ward te raken, is mij een raadsel.
Alle ingewikkeldheden, alle incon
sequenties in de hangende voorstel-
(1) Zou het niet tijd worden, eens
een copieboek aan te schaffen
ieis van den in Kreuzlingen blijkbaar
volkomen onbekenden afzender to ver
tellen.
Gedurende de terugreis had de jon
ge advocaat rijpelijk over dit alles na
gedacht. De rooskleurige hoopvolle
verwachtingen, die do zending van dat
pakje eerst bij hem hadden opgewekt,
en die hij In tegenwoordigheid van
Hedwig onomwonden had uitgespro
ken, waren voor zijn koel verstand op
de vlucht gegaan. Hij" kon het zich
niet verhelen, dat door deze gebeur
tenis het lot van don ongelukkigen ge
vangene maar weinig verbeterd was.
Wel zou men den indruk krijgen, dat
Beek niet de hoofdschuldige kon zijn,
maar hij moest zichzelf bekennen, dat
de opinie van den rechter van instruc
tie nu stellig zijn zou dat het geiieo-
le geval blijkbaar een doorgestoken
kaart was tusschen Beek en een mede
plichtige, die om de verdenking van
den govangene af te leiden, het pakje
verzonden had.
Maar veel verontrustender, dan al
deze overdenkingen werkte in het bin
nenste van den jongen advocaat de
schrik na, die hij bij een opmerking
van schijnbaar ondergeschikt belang
van den postbeambte gevoeld had, dat
de afzender van het pakje een lange,
slanke jongo man met zwarten baard
en mot een grijzen fietscapo om, was
geweest
Hij kende zoo'n eleganten met een
aantrekkelijk uiterlijk bedoelden jon
gen man, hij wist maai' al te goed, dat
deze met zijn trotsch, zelfbewust glim
lachje het hart van zijn beminde zus
tor gewonnen had!
Telkens weer dook voor Rudolf's
geestesoog het beeld van zijn aan
staanden zwager op. Hij had hem een
paar dagen geleden volgens belofte
naar het station vergezeld. Terwijl
Hugo al in deu naar E. vertrekkendeu
train had plaats genomen, hadden zij
vriendschappelijk wat met elkaar ge
praat, elkaar hartelijk de hand ge
drukt, toen de trein zich langzaam ln
bewoging zette.
Teen was Rudolf door een kennis
aangesproken eu was met heui nog
ongeveer etui uur lang op het station
gebleven. Toen hij daarop naar huis
wilde gaan en kortheidshalve zijn weg
nam over het perron, was hij midden
in een dichlo menschenmenigte ge-
ruakt.
Juist was de sneltrein uit E. binnen
gekomen. Deze bracht de reizigers
meo, opgenomen aan een station,
waar zijlijnen samen kwamen, dit
waren voor het mce;endeel passa
giers, die naar het buitenland wildon
reizen en daarom den sneltrein nog
w ilden halen, die dadelijk naarKreux-
iingen zou vertrekken.
Toen was het hem opeens voorgeko
men alsof hij midden tusschen het ge
woel het bleeke gezicht van tUn aan
staanden zwager had zien opduiken.
Ten hoogste verbaasd, had hii al op
T punt gestaan, den zooeven pas naur
E. vertrokkene aan ie roepen, of
schoon do omstandigheid, dat die per
soon een grijzen fiotsmantol om de
schouders had geslagen, hem eenigs-
zins aan 't twijfelen had gebracht.
Maar in «.lie enkele seconden van aar
zeling was de reiziger, die zooveel op
Hugo leek al veel verder weg, alleen
neg uit de verte bad Rudolf hem in
oen wagen van den Kreuzlinger snel
trein zien verdwijnen.
Dadelijk daarop, nog vóórdat hij
die enkel© stappen tot aan dien wa
gen had kunnen afleggen, werd bet
signaal tot-vertrek gegeven en was de
trein van onder de kap van hot sta
tion weggestoomd.
Een jonge, slanke man met zwarten
baard ln een grijzen fietsman tel, had
echter ook hel aangeteekenae pakje
aan liet station van Kreuzlingen af
gegeven t
Er was geen twijfel mogelijk, Ru-
dolf had met eigen oogen den onbe
kenden afzender en misschien met
een daarmee deu waven moordenaar
gezien; hii was een oogenblik zoo
dicht onder zijn bereik geweest, dat
liij hem had kunnen grijpen.
Waarom voelde hij zich bij deze ge
dachte steeds meer onbehaaglijk ge
stemd? Er waren toch dozijnen man
nen van dezelfde gestalte in de stad,
die eenigszins op zijn aanstaanden
zwager loken. Rudoif ergerde zich, dat
telkens weer de gedachte aan Hugo
bij hem opkwam. Hij kon het niet hel
pen een huiverig gevoel maakte zich
voortdurend meer van hem meester,
liij voelde hoe een onbedwingbaar
wantrouwen zijn hart binnensloop.
Met geweld onderdrukte hij einde
lijk de huiveringwekkende combina
tie, waarvan hij zich niet meer los
scheen te kunnen maken.
Het deed Rudolf verdriet, de hoop
volle opgewektheid van Hedwig te
moeten wegnemen. Zij had niet an
ders gedacht, dan nu was alles goed
en haar vader moest al den volgenden
dag vrij zijn en van allo schuld ont
heven uit de gevangenis terugkeer en
iutusschen wilds <ie jonge advocaat
zijn meisje niet alle hoop benomen,
voordat hij ruggespraak mot dc-u
rechter van instructie had gehouden.
Den veleenden morgen al liet hij
zich bij dezen aandienen en overhan
digde hem het aaugeteekende pakje,
terwijl hij hem meteen van he: resul
taat van zijn uitstapje naar Kreuzlin
gen op de hoogte bracht
De uitkomst was zcouls Rudolf ver
wacht had. Wel was ook Albertt zeer
verbaasd, toen hij van den inhoud
van het pakje had kennis genomen.
Hoofdschuddend keek hij naar de
vijf banknoten van duizend mark en
liet verwonderd zijn Mikken over bet
dat gevolgd werd door het Lotijnache
Ecce quomode Moritur, waarvan tiet
tekstboekje ds vertaling gaf.
Vooral het laatste v'cl in goede
aarde. Toen kwam Onder Ons uit
Haarlem niet een groot aantal zan
gers, n.l. 82 en gaf het bekende Zon
dagswijding van Fr Abt, dat ze goed
lot haar recht liet komen en lm Win
ternacht van F. J. Roeske. Aurora
uit Rotterdam telde 46 man, en zong
Zondags op het meer, van G. A. Hein-
ze, een rustig lied, dat prett g aan
deed en de Nomen van F. A. Gevaert,
moer fantastisch en eigenaardig door
plotselinge klank-contrasten. Onder
Vrienden uit Zaandam, biiua 50 man
sterk, was no. 2, die haar oog had
laten vallen op GoeJe Nacht, van F.
J. Roeske. wat gevolgd werd door
Avondlied van Joh. J. H Verhulst,
twee vreedzame en lieve liedjes.
Hoorn's Mannenkoor sloot den wed
strijd in de 3de afdeeling met het be
kende Nimmer Nacht van Andriea-
sen, dat natuurlijk succes had en
nam voor tweede stukje eveneens
Ecce quomodo Moritur.
De jury, bestaande uit de hoeren
W. Robert. L. F. Rrandts Buys, M.
H. van 't Kruys, L. C. Bouman en
Ph. Loots ging vervolgens aan het
beraadslagen en deed de volgende uit
spraak:
le prijs, n.l. de gvoote zilveren me
daille van H. M. de Koningin-Moeder
met een premie van f 100* Kunst na
Arbeid, uit Haarlem, directeur W .A.
Kwantes met 3—2 stemmen.
2e prijs, een verguld zilveren me
daille met een premie van 50: Or
pheus uit Alkmaar, directeur II. Lin
deboom. met 32 stemmen.
3e prijs: een verguld zilveren me
daille: Onder Ons uit Haarlem, di
recteur W- P. J. van Gcmert, met 3—2
stemmen.
4e prijs A, een zilveren plaque: Ex
celsior uit Amsterdam, directeur W.
F. Koofe, met 3—2 stemmen.
4c prijs B. een zilveren medaille:
Hoorn's Mannenkoor, directeur F„
Koning, met 41 stemmen.
5e prijs A, een zilveren medaille:
Concordia, uit Rotterdam, directeuir
H. H. Tobé, met 32 stemmen.
5e prijs B, een bronzen plaque: Au«
•rara, uit Rotterdam, directeur P. N,
Muis, met 32 stemmen.
liet afroepen der prijzen veroor
zaakte in de groote zaai, waar bijna
iedereen overeind wus gaan staan,
telkens een enthousiast gejuich bij de
aanhangers van de respectievelijke
vereenigingen, waarna de concertzaal
ontruimd werd totdat dos avonds da
wedstrijd zou worden voortgezet.
Toen traden de mannenkoren op dia
mededongen in de 2e afdoeling, 6 in
getal, waarvoor een koor was ver
plichtend gesteld, n.L Vides ut alta
(Ode van Horatius), dat door den
heer Philip Loots in dankbare hoog
achting aan de Koninklijke Liederta
fel Zang en Vriendschap en haren
eminenten directeur W. Robert is
aangeboden.
De „Koninklijke Nationale Zang
school" uit 's-Gravenhage ependo met
84 zangers het avondfeest en zong
met zeer krachtig geluid het ver
plichte stuk, gevolgd door Zondag op
het meer, van G. A. Heinze. Caecilia
uit Breda, met 46 man, gaf een zeer
beschaafde vertolking van het ver
plichte stuk, waarvan de opvatting
zeer in den smaak van de aanwezigen
viel, zoodat de heer Loots na her
haald applaus, dankend boog. Caeci
lia gaf daarna Todienvolk van Frio-
drich Hegar in het Dui«sch, wat
eveneens keurig word uitgevoerd. Uit
Hilversum was Appollo met 39 zan
gera overgekomen om het lied van
den arbeid van J. P. J. Wlerts te ge
ven, een krachtig, opwekkend stuk.
Proza en Poëzie uit Haarlem, was
erlogenwoordigd door 81 man eu
had. een groot succes bij het publiek
met het verplichte stuk en nog meer
met Jan Gerstekooni, van Ph. Loots,
als stuk naar keuze. Caecilia uit Be
verwijk met 44 zangers, had den ineec
genoemden „Zondag op het Meer",
van G. A. Heinze tot het stuk barer
keuze gemaakt. Vervolgens trad een
Duitsche vereeniging op. n.l. het Hat»
linger Mannerquartett, 54 man sterk,
fonkelende en schitterende brillan-
teuslot gaan.
Toon stond hij op eu nam uit een
kast de andere stukken van de aine-
thysten collier, deze was <-p enkele
kleine ringetjes na. die dov. het hef
tig losscheuren verloren waren ge
gaan, nu compleet Er was geen twij
fel aan, dat het hem door dei: advo
caat gebrachte slot het verbindings
stuk was tusschen de deelen der ket
ting.
Een blik op de nummer- der bank
biljetten overtuigde hem, dat hij wer
kelijk met de tot nu toe ontbrekende
duizend-mark-briefjes te doen had.
Lang zat hij toen met een ondoor*
grondelijk, onbewogen geïnat in het
bewuste briefje te staren.
Het oubeholpen handschrift daar-
v an sct»en zijn wantrouwen op ta
wekken, want lungzamerhuiid kwam
et een ongcloovige, sceptische uit
drukking om zijn mondhoeken.
EiudeJijk Liet hij het briefje zin
ken, knikte eenige malen achtereen
en wendde zich toen tot den advocaat.
Waarvoor houdt gij dit gekrab
bel I vroeg hij.
Hij schiTnt iemand uil de laagste
volksklasse ie zijn, dat zou meu ten
minste uit dit schrijven opmaken, anU
moordde Rudolf.
(Wordt vervolgd)*