NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Donkere Schaduwen 27e Jaargang. No. 8229. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. vrijdag 22 april 1910 b Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 -■ Haarlem van 1—5 regels 3.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Vcor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der j B'j Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 J/Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1-65 (cp< aT y-^L^.T 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. GeïJustreen? ZondTgsbla'd, voor Haarlem" I t Redactie Administrate! Groote Houtstraat 53. n de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. „Jacques Wolff, Johan van Vliet- st.raat 94. „Hoe oud ben je?" „10 jaar". „En ik ben de penningmeester," riep 'n ander ongeduldig. En nu maakte 'k kennis met: Edu- ard van Gogli, Kennemerplein 18, penningmeester; Frits van Maas, Coomhertstraat 12, 2e penningmees ter; Piet Sorgdrager, Ripperdapark 29, secretaris, en Jo Reyser, Kenne merplein 14 rood, eere-voorzitter, al len varieerende tusschen de 9 en 10 jaar. De lo penningmeester trad daar op in functie, ledigde heel gewichtig zijn geldzak op mijn schrijftafel. Twintig rijksdaalders, zanderig en wel, alsof ze- als palingen in zaagsel waren verpakt geweest, rolden op ta fel, een mooie som zeker. Mol 'schitterende oogen van de rijksdaalders naar mij kijkend, stond het bestuur in afwachting van de din gen die komen zouden. „Flink zoo jongens, kranig gedaan hoor," zei 'k tot hen en dankte hen hartelijk voor de groote verrassing, die hun hart zeker eer aandeed en ik beloofde aan het geheele bestuur van het Lighalfonds en van de vereen i- ging te vertellen, welk een ferme, flinke Uollandsche jongens zij wa- De eere-voorzitter was me niet on bekend. wont die had ik met een bus je in een slagerswinkel gesnapt, toen zo mij kwamen vertellen dat er jon gens met een busje voor het Lighal fonds collecteerden. En ik herinnerde me twee der an doren ook, die in spanning aan de deur stonden te wachteD, wat des eerc-voorzittors pogingen opleverden. De zuster der Vereoniging tot be strijding der tuberculose, die mede aanwezig was, vroeg of zij de hoeren van liet bestuur iets mocht aanbieden uit erkentelijkheid voor de alleraar digste eeuige verrassing. Ze luid niets anders don een blik met biscuits; maar de bestuursleden bleken niet afkeerig van zulk een on schuldige versnapering. Maar nu moesten ze weg, want "t werd school tijd. En nietwaar, 'n gewichtig be stuur, dat moet school blijven of re gels schrijven, dat is toch al tc gok. En in 'n ommezien waren ze de deur uitgehold. Gaarne plaatsen we het bovenstaan de en voegen er onzerzijds aan toe: „Bravo, jongens!" ORGELBESPELING in de Groote- of Sint-Bavokerk alhier op Dinsdag 2fi Aprill9l0, des nam. van 1—2 uur, door den heer W. Ezer- man. Programma: No. 1. Prélude en Fuga. E. Mobach. No. 2. Adagio, Mozart. No. 3. Sonate No. 2, A. Guilmant. a. Allegro moderato. b. Larghetto. c. Allegro vivace. No. 4 Andante funèbre, J. Svendsen. No. 5. Lied ohne Worte, Mendelssohn Hinderwet. B. en W. doen weten, dat bij hun ne beschikking van 19 April aan J. J. van Leuven en aan A. Vasen Hzn., vergunning is verleend 'respectievelijk tot uitbreiding van de kleerenwas- schcrij en drogerij en van de kleeren- wassc-herij door bijplaatsing van ee- ncn stoommangel op den zolder en door bijplaatsing van eon stoomman gel in het perceel aan bet Zuider- Buitenspaarae no. 18 en 20 en in het perceel aan het Zuider-Buitenspaar- ne do. 118 -rood. Rubriek voor Vragen Qenbonncerden bebben bet voorrecht, vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtbtraat 63. Allo antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en zoo spoedig mogelijk. Aan yragon, die niet volledig naam ea woonplaats van den inzender vermelden wordt gocn aandacht geschonken. VRAAG. Een dienstbode valt op de trap en breekt daardoor een em mer beeft mevrouw nu het recht de prijs van dien emmer van haar loon af te houden ANTWOORD. Als de dienstbode dien emmer bij ongeluk gebruken heeft, zou het zeker niet billijk van mevrouw zijn geld daarvoor van het loon der dienstbode af te houden. VRAAG. Wanneer men een man tel gekocht heeft, die later bi ijkt be schadigd te zijn en een zelfde exem plaar niet meer voorradig is, is men dan verplicht maar iets anders te ne men ANTWOORD. Beschadigde arti kelen behoeft u niet aan te nemen, tenzij de beschadiging u bij den aan koop bekend was. Niemand kan u dwingen, om daarvoor in de plaats Iets anders te nemen. VRAAG. Welke 2e klasse voet- balvereenigingen bestaan hier te Haarlem en hoe luiden de adressen der secretarissen ANTWOORD. We hebben hier ter stede maar één tweede klasse club namelijk E. D. O. Secretaris dezer voetbal verccniging is dc heer T. do Groot, alhier. VRAAG. Kunt u mij ook het adres mededeelen van den heer Dr Van Eeden, die inlichtingen betref fende Ainerikaansche kolonies ver strekt AN fWOORD. Het adres van Dr. Frederik van Eeden is Walden-Bus- sum, Het Gooi (N.-H.). Is de heer Van Eeden daar niet, dan worden de brie ven wel opgezonden. VRAAG. Ik heb 4 zoons. Nu zijn de drie eerste in vrijwiiligen dienst in Indié. Is de vierde nu vrij ANTWOORD. Ja. Uit de Omstreken BENNEBROEK. Woensdag herdacht de heor P. van Amelrooy zijn 25-jarige werkzaam heid in dienst van den llaarlemmer- meerpolder. De laatste 8 jaren zijn door hem de brug over de Ringvaart tc Bonnebroek bediend. Velen kwa men hem in den loop van den dag gelukwenschen. Binnenland PRINS HENDRIK NAAR DE FRI&- SCHE EILANDEN. Donderdagmorgen ruim 7 uur ver» trok Prins Hendrik met den Commis saris der Koningin van Friesland ea de heeren Von Bulow, Van Suchtelen, Den Tex en Van Asbeck. in een auto van Leeuwarden over Buitenpost naar Oostmahorn, en zette per Ameland IE de reis voort naar Schiermonnikoog. Overal is de Prins door de bevolking hartelijk ontvangen en toegejuicht. Op enkele plaatsen zongen de school kinderen bij kleurige eerepoorten Z. K. H. een welkomstlied toe. Heden Vrijdag gaat de reis naar Ameland. Het zijn dagen van beteeken is voor de Friesche eilanden, voor Ameland, Schiermonnikoog en Rottumeroog. Prins Hendrik komt er de reddings stations inspecteercn vp.n de Noord en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat- schappij, en de eilanders, die weten welk een geduchte vijand de zee is, die ook weten van hoeveel beteokenls het is een reddingsboot beschikbaar lo hebben, zij waard oer en het bezoek juist daarom zoo, omdat de Prins met terdaad getoond heeft hoeveel hij voor het reddingswezen gevoelt. Ameland, het grootste der drie ei landen met ongeveer 2000 zielen, heeft twee reddingsbooten, een te Nes en een te llollum, Schiermonnikoog heeft er een, maar Rottumeroog is lot dus ver zonder reddingsboot. Het doel van het Vorstelijk bezoek is dan ook maat regelen te treffen, dat ook daar in den reddingsdienst voorzien wordt. Zoo tal Prins Hendrik door eigen aanschouwing de eilanden learen ken nen. waarvan de meeste Nederlanders zoo bitter weinig afweten. CENTRAAL BUREAU VAN ADVIES VOOR EIGEN STUDIE. Ruim een jaar is bet thans gele den, dat de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen eene instelling in hel le ven riep, die, naar de tot nu behaalde resultaten te oordeelen, recht van bestaan heeft, en van groote beteeke- nis kan worden voor studeerenden, namelijk Het Centraal Bureau van Advies voor Eigen Studie Doel van het Bureau is, naast de aanbeveling van studieboeken voor zelf studie aan personen, die niet in de gelegenheid zijn mondeling onder wijs le ontvangen in de door hen ge- wenschte vakken, op de minst kost bare en dc meest deugdelijke, practi- sche wijze, het door hen verlangde onderwijs door middel van corres pondentie te doen given, door daar voor bekwame, geschikte en betrouw bare personen. Het onderwijs kan zich uitstrekken over geheel Nederland, tot de kleiu3te grensplaaljes, torwijl ook dc Neder landers in het buitenland, onze Ko loniën, in Zuid-Afrika, enz., er desge- wenscht hun voordeel mee kunnen doen. Het Bureau is samengesteld uit dr. D. Bos, voorzitter, J. Bruinwold Rie del, directeur-secretaris, benevens een 14-tal leden, die verschillende leer vakken vertegenwoordigen, terwijl het zich verzekerd heeft van tal van leeraren, leeraressen en deskundigen, die, op uitnoodiging en aanwijzing van het Bureau, zich bereid hebben verklaard, in de onderscheidene vak- TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht Oorlog hebben we In deze dagen gclukk:g niet. De eenige plaats, waar gevechten van beteekenis geleverd worden is Albanië, waar DE ALBANEEZEN TEGEN DE TURKEN OPSTAAN. Veel nieuws wordt over dezen strijd niet meegedeeld men is te Konstan- tinopel zeer terughoudend. Wat we evenwel af en toe hooren, geeft do zekerheid, dat het er in Albanië nogal raar toegaat. Nu meldt althans een particulier telegram, dat 12.00(1 Alba neezen bij Verisowitsj twee afdeelin gen Turksche troepen hebben overval len en gedurende 24 uur ingesloten gehouden. De troepen seinden om hulp naar Oeskjoeb en daarop vertrokken van daar nog twee afdeelingen Turksche soldaten. Maar ook deze werden over vallen en genoodzaakt terug te trek ken. Toen rukten een groot aantal ba taljons van het derde legercorps uit, zij bombardeerden eenige Albanee- sche dorpen, welker bewoners het gebergtï in vluchtten en ontzetten dc omsingelde afdeeling De Turksche bevelvoerder generaal Sjewket-pasja wil blijkbaar, in af wachting van het oogenblik, dat hij den grooten slag zal slaan, alle schermutselingen uit den weg gaan, en heeft daarom last gegeven, dat zoolang bet leger in Albanië nog niet op voldoende sterkte is, de troepen ontmoetingen met den vijand moeten vermijden. Van ziju standpunt een goede Uik- ticK, maar de opstandelingen blijken daarmee niet accoord te gaan, al thans ze beginnen nu al aanvallend op le treden. Dat ze dit durven, en met succes kunnen doen, bewijst, dat hun strijdbare macht nogal van be teekenis is. Al is er geen oorlog, er wordt wel over krijg-voeren gesproken. Nu weer naar aanleiding van DE HULP, DIE DE CANADEESCHE VLOOT AAN ENGELAND ZAL LEVEREN. Bij de discusise over de bepaling in de Canadeesche vlootwet, zeggende, dal de Canadeesche vloot zonder het, in overleg met den geheimen raad gegeven formeel bevel van den gou- vei ucur-generaal, niet in actie kan treden, verklaarde de eerste-minister Laurier in hel Lagerhuis, dat Enge land in het verleden dikwijls in oor logen is gewikkeld geweest, waaraan Canada onmogelijk had kunnen deel nemen, b.v. de Krimoorlog en de oor log m Egypte. Als Engeland ernstig in gevaar zo i geraken, zou natuur lijk de vaderlandslievende geestdrift door het geheele rijk weerklank vin den eu zouden ook de vloot en de hulpbronnen van Canada ter beschik king van het moederland worden ge steld. De leider der oppositie Borden meende dat het lot van het rijk bin nen ecu Öag of tien kon beslist zijn, en dat dus de Canadeesche vloot 6teed3 te laat zou komen als eerst fonneelt vergunning voor haar optre den noodig was. Het zal er misschien wel too komen, dat de Canadeesche vloot in dagen van ernstige spanning toevallig gaat oefenen in de Euroj^eesche wateren. Zoo zou men althans de moeilijkhe den kunr.en ontkomen. Maar veel FEUILLETON Naar het Duitsch. Door PAUL 11ENKENS. 45) De doehtir van den beklaagde ls als get'Sge gehoord en zij heeft Ik wil dat gaarne toestem men een heel gunstigen indruk ge maakt. Gil moet echter altijd beden ken, dat het een liefhebbende doch ter is, dio ten gunste van haar vader heeft gesjnoken. Op mijn aandringen ls zii niei onder eed© gehoord. Ik had mijn goede redenen daarvoor, edel achtbare jury, want ik zeg het onver holen de gedachte, dat ik daarmee misschien de jonge dame onrecht aan doe. kan mij er niet van terug houden ik vertrouw deze gehoelo geschiedenis van het anngeteekende pakje niet recht Wie zal het ten slotte de dochter kwalijk nemen, als zij een ongeoor loofd middel gebruikt, alleen om haar vader voor een eerloozen dood ouder beulshand«n te bewaren Ik hecht hcelemaal heel weinig Waarde aan deze omstandigheid, an- heter is hel te trachten den geheelen oorlog te voorkomen 1 Gisteren heeft 'T ENGELSCHE LAGERHUIS EEN RUMOERIGE ZITTING GEHOUDEN. Het was nu niet over Canada en ook niet over de groote politieke vraagstukken, maai over het gedrag van Sir Robert Anderson, den voor- maligen chef van het Londensche speurdienst-departement, wiens arti kelen onlangs in een tijdschrift over Parnellisnie en misdaad opschudding hebben verwekt. Campbell (een Unionist) maakte een opmerking, die uitgelegd werd als te bedoelen, dat ten spijt van dc beslis sing der commissie van onderzoek, het nog een open vraag is, of Parnell in verband stond met do beruchte Phoenix park-moordenaars. Do nationalisten en ministorieelen vroegen onmiddellijk intrekking dier veronderstelling. Campbell verklaarde evenwel al leen tot een voorwaardelijke intrek king bereid te zijn, welk gezegde een toenemende wanorde veroorzaakte. Men deed een beroep op den voor zitter. Maar deze verklaarde, dat Campbell niets gezegd had, wat be volen kon worden, dat hij zou in trekken. Wel gaf hij als zijn meemng te kénnen, dat Campbell onnoodig agressief was geweest. Dc nationalisten weigerden met iets minder genoegen te nemen, dan met een volstrekte intrekking. Campbell stond toen op, en zeide, dal hij bereid was de bevindingen der Parnell-commissie te aanvaarden. De nationalisten wilden hiermee nog geen genoegen nemen en het rumoer hield aan. Campbell bleef slaan, en ofschoon bij sprak, kon men geen woord verstaan. De voorzuier kon ook geen stilte krijgen. De nationalisten vroegen den voor zitter te verklaren, dat Campbell bui ten de orde was. De voorzitter legde uit, dat een beschouwing over wijlen Parnell geen beleediging voor eenig tegenwoordig lid van het Lagerhuis is. Minister Redmond zei heftig Wij boschouwen het als een beleediging i (Toejuichingen der nationalisten). Churchill stelde toen sluiting van het debat voor, om een einde oun de hevige tooneelen te maken. Dit voor stel werd aangenomen en het Huis verdaagd. DE STRIJD IN HET BOUWVAK IN DUJTSCHLAND duurt voort Omtreut den stand van do uitslui ting wordt door het centraal be stuur van den Bond van arbeiders in de bouwvakken geschreven Volgens tot dusverre ingekomen be richten is de uitsluiting in 120 plaat sen volkomen, omtrent het Zuiden hebben wij evenwel nog geen inlich tingen ontvangen. De algenieene toestand is als volgt In Hannover, Thuringen, Saksen en Mecklenburg is de uitsluiting zoo goed als algemeen, in Sleeswijk-Hol- stein is slechts de helft der arbeiders uitgesloten, in Pommpren en in de provincie Brandenburg slechts een klein gedeelte het Oosten en de pro vincie Silezië doen tot dusverre aan dc uitsluiting niet mede. Uit het Zuiden en het Westen zijn nog slechts weinig berichten ontvan gen, het staat intusschon vast, dat ook daar de uitsluiting grooten om vang zal krijgen. Te Berlijn zijn de afgevaardigden van de patroons en de werklieden het ders zou ik de huisjuffrouw van de- ze dame als getuige hebben laten uit- noodigen, om haar uit te hooren, of do jonge dame op den dag van het bezorgen van dit pakje misschien niet eenige uren van huis geweest. Overi gens is het ook lang niet onmogelijk, «lat zij bij het verzenden van het pak je gebruik heeft gemaakt van de be middeling van een ander, die zwij gend van natuur is. Stel echter, dat werkelijk een me deplichtige van den beklaagde aan diens niets kwaads vermoedende dochter hot pakje verzonden heeft, dan bewijst dat zelfs nog niets meer en niets minder, dan de meen-og die ook door mij gedeeld wordt, dat Beek een medeplichtige heeft. De toestand wordt er zelfs nog in zooverre door verzwaard, dat 't nu duidelijker laat zien, van welk een Lang voorbere'de en omzichtig uitge voerde misdaad hier sprake is. In elk geval is er geen reden we gens het begeleidend briefje of den inhoud van het pakje eenigszins aan de schuld van den beklaagde te twij felen. Ik geef toe, edelachtbare jury, dat er veel in dit proces in 't duister ge huld is gebleven, dat wij over de eigenlijke toedracht van den moord nog in 't onzekere zijn. Maar de eem- ge oorzaak daarvan is het verstokt ontkennen von schuld van den be- Woensdag ten slotte eens geworden over de volgende voorwaarden Alle werklieden in het bouwvak, als metselaars, timmerlieden, opperlie den, enz., met uitzondering van een enkele groep, krijgen van 13 Augustus af een ïoonsverhooging van 3 pf. in het uur en van 1 October 1911 af een tweeJe verhooging van 2 pf. in het uur. De groep, die van bovengenoem de regeling wordt uitgezonderd, zal van 13 Augustus een verhooging van het uurloon met 5 pf. en van 1 Octo ber 1911 een tweede verhooging met 2 1/2 pf. krijgeu. De christelijke werk lieden hebben zich bij deze regeling, die natuurlijk alleen voor Berlijn geldt, aangesloten. De vertegenwoordigers van de werklieden hebben het beding ge maakt, dat de algemeene vergaderin gen van de vakverbonden de schik king goed moeten keuren. Voor Za terdagmiddag zullen zij aan het Ge- werbegericht, dat als verzoenings- raad in het geschil is opgetreden, moeten mededeelen, of zij de regeling aanvaarden. Nu komt er ook weer hoop, dat men ook'buiten Berlijn nog spoedig tot een schikking zal komen. Stadsnieuws EERSTE HAARLEMSCHE LIGHALCLUB. De volijverige administrateur van de Vereoniging tot bestrijding der Tuberculose, do heer J. H. C. Th. Limperg, zendt ons het volgende aar dige schetsje ter plaatsing 't Was op een middag van de vori ge week, goed één uur, dat ze bij mij aan huis kwamen, vijf dreumesen. Of meneer thuis was? Neen, me neer was niet thuis, misschien was meneer op het Consultatie-bureau. „Weten jullie waar dat is? Hier- ach 1" Maar rts, op een holletje renden ze in jeugdigen ijver weg met 'n „Ja, we weten wel waar 't is I" Of mijnheer op 't Consultatie-bureau was en of ze meneer mochten spre ken Opgewonden kwamen ze binnen, met hun pet in do hand, en schaar den zich met hun vijven op één gelid rond bet boveneinde der tafel. De kleinste nam het woord en hield de volgende aanspraak „Meneer, we hebben een club, ziet u, een jongens-prikkaartenvereeni- ging De „Eerste Haarleuiscbe Lig- halciub". We hebben met prikkaarten geloopen en met busjes om geld op to halen voor het Lighalfonds en nu hebben we al wat geld bij elkaar en dat kwamen we maar vast aan u af dragen. We hebben vijftig gulden op gehaald. We hadden graag, dat u het in de krant zette, want, ziet u, dan zien de menschen, dat het vertrouwd is 1" Zijn. buurman had onder deze speech telkens heel gewichtig gedaan met een zakje rammelende rijksdaal ders. Ik vroez of zij soms van het be stuur waren. „Ja, meneer," riepen ze door el kaar, „ik ben president, ik ben 2e penningmeester, ik eere-voorzitter, ik Maar daar kon 'k geen wijs uit warden, dus 'k zei: „Wacht eens jongens, één voor één. „Jij bent zeker de president, die de speech heeft afgestoken?" „Ja, meneer". „Zoo en hoe is je naam en waar woon je?" klaagde, die met een stalen voorhoofd ook heden voor u staat en niets van den geheelen moord weten wil, maar beweert onschuldig te zijn. Het kan zijn, mijne heeren, dat hij alleen maar de verleide is, dat hij gevallen is ten offer aan een duivelachtigen invloed. Maar op ons rust de taak niet, dat alles te onderzoeken. Voor u, mijn- hoeren, is alleen de vraag van be lang is Karl Beek alleen schuldig aan moord of heeft hij daarbij een of meer medeplichtigen gehad? Ik ge loof volkomen zeker, dat u maar kor ten tijd noodig zal hebben, om oen- stemmig do eerste van de u ter be antwoording voorgelegde vragen, die op inoord doelt, bevestigend te beant woorden. Maar zelden is een bewijs zoo in al le deeleu overtuigend eu onbetwist baar als hetgeen bier is geleverd. Laat u, edelachtbare jury, door al le uitwijdingen, die zeker van den kant der verdediging aangewend zul len worden, met lol. ontijdige zacht heid eu toegevendheid verleiden. Be denk, dat u met een heiligen eed ge zworen heelt naar uw beste weten en willen recht te spreken Op u ligt de plicht het nog onge wroken bloed te wreken en de we reld te beschermen tegen een mon ster, dat al te lang reeds ongestraft in ons midden is gebleven. Als ge uw plicht wilt doen, mijne heeren, dan moet uw besluit een een stemmig doodvonnis 2Ïju Onder ademlooze stilte had de offi cier van justitie gesproken. Zijn woorden hadden diepen indruk ge maakt op alle aanwezigen. De gelaatstrekken van de leden der jury hadden zonder uitzondering een diepe, sombere en vastbesloten uit drukking. Rudolf meende er niet veel goeds voor zijn cliënt in te lezeD, zijn hart sloeg bang, en hij was daarom dank baar, toen" de president de zitting voor een kwartier ophief. XVII. Niemand van de toehoorders ver liet de zaalallen bleven op hun plaatsen zitten en spraken op fluiste renden toon met elkaar. Rudolf was gelijk mot zijn cliënt, die de zaal uit gebracht werd, heengegaan. Ilij was een oogenblikje in twijfel, of hij de korte rustpoos gebruiken zou om te proboereu Iledwig te spreken te krij gen, toen echter gaf zijn plichtsgevoel den doorslag. Zoo ooit, dan had Ru- dolf zeker nu wel noodig zijn zinnen goed bij elkaar te houden, want hij verheelde het zich geen oogenblik, dat hij het heel zwaar te verantwoor den zou hebben. De juryleden waren uit hun ban ken gekomen zij stonden groepsge wijze bij elkaar en hielden ijverig ge dachten wisseling. Zuo verliep er~een kwartier. De pre sident kwam, gevolgd door do loden der rechtbank, weer in de zaal terug. Vlug zochten de juryleden hun plaat sen weer op en de voorzitter gaf be vel den gevangene weer in de zaal te brengen. Dadelijk werd daaraan gehoor ge geven en doodelijke stilte heerschte opnieuw in de rechtzaal. Ik geef den geachten verdediger het woord, zei de president nu op af gemeten toon. Aller oogen vestigden zich vol ver wachting op den jongen advocaat, die hoog opgericht, met bleeke on ernsti ge gelaatstrekken achter zijn kathe der stond. Nu liet Rudolf ook vluchtig zijn blik over de toehoorders glijden als een belofte van iets goeds bijna kwam het hem voor, toen hij het tot nu toe vergeefs gezochte beminde gezicht van Iledwig opmerkte, Hodwig, die de getuigenbank verlaten had en een verborgen, onopgemerkt plaatsje tusschen de toehoorders had gevon den. Zij schoen hom too te lachen. Toon hij echter nog ©ens dien kant uit keek, was zij verdwenen. Het scheen hem een goed voorteelten het glim lachje van zijn bemind meisje te heb ben opgevangentoen rokte hij zich nog meer uit en keek met vasten, hel deren blik de jury aan. Na een inlei ding, die diende oin de door den of ficier als overtuigende bewijzen van schuld van den beklaagde aangevoer de feiten te ontzenuwen en in warme woorden den onschuld van zijn cliënt bepleitte, zei hij: Mijn cliënt stemt volkomen toe. dat do banknoten en de gouden ket ting in zijn huis gevonden zijn. Hij ontkent ook niet, dat werkelijk het hem vroeger toebehoord hebbend gra- veermes ïn de wond van den vermoor de is gevonden, maar hij legt deze feiten anders uit, dan do openbare aanklager hoeft rneonen te moeten doen. Gelooven wij echter de woorden van eon tot nu toe onbesproken, en algemeen geacht man, dat hij zelf niet weet, hoe hij in het bezit is gekomen van die artikelen van waarde, maar vermoedt, dat zij, terwijl hij bij zijn werkbank door vermoeidheid overwel digd in slaap gevallen was, in den nacht door het venster binnengescho-: ven zijn, dan valt het geheele, kun stig in elkaar gezette gebouw van da aanklacht in elkaar, en dan blijft u niets anders over, dan de oer van den gevangene door een schitterende vrij spraak met algenieene stommen voor de geheele wereld te horstellen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5