NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Donkere Schaduwen
27e Jaargang. No. 8229. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. vrijdag 22 april 1910 b
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN:
per drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 -■ Haarlem van 1—5 regels 3.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Vcor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der j B'j Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 J/Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1-65 (cp< aT y-^L^.T 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
GeïJustreen? ZondTgsbla'd, voor Haarlem" I t Redactie Administrate! Groote Houtstraat 53.
n de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
„Jacques Wolff, Johan van Vliet-
st.raat 94.
„Hoe oud ben je?"
„10 jaar".
„En ik ben de penningmeester,"
riep 'n ander ongeduldig.
En nu maakte 'k kennis met: Edu-
ard van Gogli, Kennemerplein 18,
penningmeester; Frits van Maas,
Coomhertstraat 12, 2e penningmees
ter; Piet Sorgdrager, Ripperdapark
29, secretaris, en Jo Reyser, Kenne
merplein 14 rood, eere-voorzitter, al
len varieerende tusschen de 9 en 10
jaar.
De lo penningmeester trad daar
op in functie, ledigde heel gewichtig
zijn geldzak op mijn schrijftafel.
Twintig rijksdaalders, zanderig en
wel, alsof ze- als palingen in zaagsel
waren verpakt geweest, rolden op ta
fel, een mooie som zeker.
Mol 'schitterende oogen van de
rijksdaalders naar mij kijkend, stond
het bestuur in afwachting van de din
gen die komen zouden.
„Flink zoo jongens, kranig gedaan
hoor," zei 'k tot hen en dankte hen
hartelijk voor de groote verrassing,
die hun hart zeker eer aandeed en ik
beloofde aan het geheele bestuur van
het Lighalfonds en van de vereen i-
ging te vertellen, welk een ferme,
flinke Uollandsche jongens zij wa-
De eere-voorzitter was me niet on
bekend. wont die had ik met een bus
je in een slagerswinkel gesnapt, toen
zo mij kwamen vertellen dat er jon
gens met een busje voor het Lighal
fonds collecteerden.
En ik herinnerde me twee der an
doren ook, die in spanning aan de
deur stonden te wachteD, wat des
eerc-voorzittors pogingen opleverden.
De zuster der Vereoniging tot be
strijding der tuberculose, die mede
aanwezig was, vroeg of zij de hoeren
van liet bestuur iets mocht aanbieden
uit erkentelijkheid voor de alleraar
digste eeuige verrassing.
Ze luid niets anders don een blik
met biscuits; maar de bestuursleden
bleken niet afkeerig van zulk een on
schuldige versnapering. Maar nu
moesten ze weg, want "t werd school
tijd. En nietwaar, 'n gewichtig be
stuur, dat moet school blijven of re
gels schrijven, dat is toch al tc gok.
En in 'n ommezien waren ze de
deur uitgehold.
Gaarne plaatsen we het bovenstaan
de en voegen er onzerzijds aan toe:
„Bravo, jongens!"
ORGELBESPELING
in de Groote- of Sint-Bavokerk alhier
op Dinsdag 2fi Aprill9l0, des nam.
van 1—2 uur, door den heer W. Ezer-
man.
Programma:
No. 1. Prélude en Fuga. E. Mobach.
No. 2. Adagio, Mozart.
No. 3. Sonate No. 2, A. Guilmant.
a. Allegro moderato.
b. Larghetto.
c. Allegro vivace.
No. 4 Andante funèbre, J. Svendsen.
No. 5. Lied ohne Worte, Mendelssohn
Hinderwet.
B. en W. doen weten, dat bij hun
ne beschikking van 19 April aan J. J.
van Leuven en aan A. Vasen Hzn.,
vergunning is verleend 'respectievelijk
tot uitbreiding van de kleerenwas-
schcrij en drogerij en van de kleeren-
wassc-herij door bijplaatsing van ee-
ncn stoommangel op den zolder en
door bijplaatsing van eon stoomman
gel in het perceel aan bet Zuider-
Buitenspaarae no. 18 en 20 en in het
perceel aan het Zuider-Buitenspaar-
ne do. 118 -rood.
Rubriek voor Vragen
Qenbonncerden bebben bet voorrecht,
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Redactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtbtraat 63.
Allo antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en zoo spoedig mogelijk.
Aan yragon, die niet volledig naam ea
woonplaats van den inzender vermelden
wordt gocn aandacht geschonken.
VRAAG. Een dienstbode valt op
de trap en breekt daardoor een em
mer beeft mevrouw nu het recht de
prijs van dien emmer van haar loon
af te houden
ANTWOORD. Als de dienstbode
dien emmer bij ongeluk gebruken
heeft, zou het zeker niet billijk van
mevrouw zijn geld daarvoor van het
loon der dienstbode af te houden.
VRAAG. Wanneer men een man
tel gekocht heeft, die later bi ijkt be
schadigd te zijn en een zelfde exem
plaar niet meer voorradig is, is men
dan verplicht maar iets anders te ne
men
ANTWOORD. Beschadigde arti
kelen behoeft u niet aan te nemen,
tenzij de beschadiging u bij den aan
koop bekend was. Niemand kan u
dwingen, om daarvoor in de plaats
Iets anders te nemen.
VRAAG. Welke 2e klasse voet-
balvereenigingen bestaan hier te
Haarlem en hoe luiden de adressen
der secretarissen
ANTWOORD. We hebben hier
ter stede maar één tweede klasse club
namelijk E. D. O. Secretaris dezer
voetbal verccniging is dc heer T. do
Groot, alhier.
VRAAG. Kunt u mij ook het
adres mededeelen van den heer Dr
Van Eeden, die inlichtingen betref
fende Ainerikaansche kolonies ver
strekt
AN fWOORD. Het adres van Dr.
Frederik van Eeden is Walden-Bus-
sum, Het Gooi (N.-H.). Is de heer Van
Eeden daar niet, dan worden de brie
ven wel opgezonden.
VRAAG. Ik heb 4 zoons. Nu zijn
de drie eerste in vrijwiiligen dienst
in Indié. Is de vierde nu vrij
ANTWOORD. Ja.
Uit de Omstreken
BENNEBROEK.
Woensdag herdacht de heor P. van
Amelrooy zijn 25-jarige werkzaam
heid in dienst van den llaarlemmer-
meerpolder. De laatste 8 jaren zijn
door hem de brug over de Ringvaart
tc Bonnebroek bediend. Velen kwa
men hem in den loop van den dag
gelukwenschen.
Binnenland
PRINS HENDRIK NAAR DE FRI&-
SCHE EILANDEN.
Donderdagmorgen ruim 7 uur ver»
trok Prins Hendrik met den Commis
saris der Koningin van Friesland ea
de heeren Von Bulow, Van Suchtelen,
Den Tex en Van Asbeck. in een auto
van Leeuwarden over Buitenpost naar
Oostmahorn, en zette per Ameland IE
de reis voort naar Schiermonnikoog.
Overal is de Prins door de bevolking
hartelijk ontvangen en toegejuicht.
Op enkele plaatsen zongen de school
kinderen bij kleurige eerepoorten Z.
K. H. een welkomstlied toe.
Heden Vrijdag gaat de reis naar
Ameland.
Het zijn dagen van beteeken is voor
de Friesche eilanden, voor Ameland,
Schiermonnikoog en Rottumeroog.
Prins Hendrik komt er de reddings
stations inspecteercn vp.n de Noord
en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat-
schappij, en de eilanders, die weten
welk een geduchte vijand de zee is,
die ook weten van hoeveel beteokenls
het is een reddingsboot beschikbaar lo
hebben, zij waard oer en het bezoek
juist daarom zoo, omdat de Prins met
terdaad getoond heeft hoeveel hij
voor het reddingswezen gevoelt.
Ameland, het grootste der drie ei
landen met ongeveer 2000 zielen, heeft
twee reddingsbooten, een te Nes en
een te llollum, Schiermonnikoog heeft
er een, maar Rottumeroog is lot dus
ver zonder reddingsboot. Het doel van
het Vorstelijk bezoek is dan ook maat
regelen te treffen, dat ook daar in den
reddingsdienst voorzien wordt.
Zoo tal Prins Hendrik door eigen
aanschouwing de eilanden learen ken
nen. waarvan de meeste Nederlanders
zoo bitter weinig afweten.
CENTRAAL BUREAU VAN ADVIES
VOOR EIGEN STUDIE.
Ruim een jaar is bet thans gele
den, dat de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen eene instelling in hel le
ven riep, die, naar de tot nu behaalde
resultaten te oordeelen, recht van
bestaan heeft, en van groote beteeke-
nis kan worden voor studeerenden,
namelijk Het Centraal Bureau van
Advies voor Eigen Studie
Doel van het Bureau is, naast de
aanbeveling van studieboeken voor
zelf studie aan personen, die niet in
de gelegenheid zijn mondeling onder
wijs le ontvangen in de door hen ge-
wenschte vakken, op de minst kost
bare en dc meest deugdelijke, practi-
sche wijze, het door hen verlangde
onderwijs door middel van corres
pondentie te doen given, door daar
voor bekwame, geschikte en betrouw
bare personen.
Het onderwijs kan zich uitstrekken
over geheel Nederland, tot de kleiu3te
grensplaaljes, torwijl ook dc Neder
landers in het buitenland, onze Ko
loniën, in Zuid-Afrika, enz., er desge-
wenscht hun voordeel mee kunnen
doen.
Het Bureau is samengesteld uit dr.
D. Bos, voorzitter, J. Bruinwold Rie
del, directeur-secretaris, benevens een
14-tal leden, die verschillende leer
vakken vertegenwoordigen, terwijl
het zich verzekerd heeft van tal van
leeraren, leeraressen en deskundigen,
die, op uitnoodiging en aanwijzing
van het Bureau, zich bereid hebben
verklaard, in de onderscheidene vak-
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
Oorlog hebben we In deze dagen
gclukk:g niet. De eenige plaats, waar
gevechten van beteekenis geleverd
worden is Albanië, waar
DE ALBANEEZEN TEGEN DE
TURKEN OPSTAAN.
Veel nieuws wordt over dezen strijd
niet meegedeeld men is te Konstan-
tinopel zeer terughoudend. Wat we
evenwel af en toe hooren, geeft do
zekerheid, dat het er in Albanië nogal
raar toegaat. Nu meldt althans een
particulier telegram, dat 12.00(1 Alba
neezen bij Verisowitsj twee afdeelin
gen Turksche troepen hebben overval
len en gedurende 24 uur ingesloten
gehouden.
De troepen seinden om hulp naar
Oeskjoeb en daarop vertrokken van
daar nog twee afdeelingen Turksche
soldaten. Maar ook deze werden over
vallen en genoodzaakt terug te trek
ken.
Toen rukten een groot aantal ba
taljons van het derde legercorps uit,
zij bombardeerden eenige Albanee-
sche dorpen, welker bewoners het
gebergtï in vluchtten en ontzetten dc
omsingelde afdeeling
De Turksche bevelvoerder generaal
Sjewket-pasja wil blijkbaar, in af
wachting van het oogenblik, dat hij
den grooten slag zal slaan, alle
schermutselingen uit den weg gaan,
en heeft daarom last gegeven, dat
zoolang bet leger in Albanië nog niet
op voldoende sterkte is, de troepen
ontmoetingen met den vijand moeten
vermijden.
Van ziju standpunt een goede Uik-
ticK, maar de opstandelingen blijken
daarmee niet accoord te gaan, al
thans ze beginnen nu al aanvallend
op le treden. Dat ze dit durven, en
met succes kunnen doen, bewijst, dat
hun strijdbare macht nogal van be
teekenis is.
Al is er geen oorlog, er wordt wel
over krijg-voeren gesproken. Nu weer
naar aanleiding van
DE HULP, DIE DE CANADEESCHE
VLOOT AAN ENGELAND
ZAL LEVEREN.
Bij de discusise over de bepaling in
de Canadeesche vlootwet, zeggende,
dal de Canadeesche vloot zonder het,
in overleg met den geheimen raad
gegeven formeel bevel van den gou-
vei ucur-generaal, niet in actie kan
treden, verklaarde de eerste-minister
Laurier in hel Lagerhuis, dat Enge
land in het verleden dikwijls in oor
logen is gewikkeld geweest, waaraan
Canada onmogelijk had kunnen deel
nemen, b.v. de Krimoorlog en de oor
log m Egypte. Als Engeland ernstig
in gevaar zo i geraken, zou natuur
lijk de vaderlandslievende geestdrift
door het geheele rijk weerklank vin
den eu zouden ook de vloot en de
hulpbronnen van Canada ter beschik
king van het moederland worden ge
steld.
De leider der oppositie Borden
meende dat het lot van het rijk bin
nen ecu Öag of tien kon beslist zijn,
en dat dus de Canadeesche vloot
6teed3 te laat zou komen als eerst
fonneelt vergunning voor haar optre
den noodig was.
Het zal er misschien wel too komen,
dat de Canadeesche vloot in dagen
van ernstige spanning toevallig gaat
oefenen in de Euroj^eesche wateren.
Zoo zou men althans de moeilijkhe
den kunr.en ontkomen. Maar veel
FEUILLETON
Naar het Duitsch.
Door
PAUL 11ENKENS.
45)
De doehtir van den beklaagde
ls als get'Sge gehoord en zij
heeft Ik wil dat gaarne toestem
men een heel gunstigen indruk ge
maakt. Gil moet echter altijd beden
ken, dat het een liefhebbende doch
ter is, dio ten gunste van haar vader
heeft gesjnoken. Op mijn aandringen
ls zii niei onder eed© gehoord. Ik had
mijn goede redenen daarvoor, edel
achtbare jury, want ik zeg het onver
holen de gedachte, dat ik daarmee
misschien de jonge dame onrecht
aan doe. kan mij er niet van terug
houden ik vertrouw deze gehoelo
geschiedenis van het anngeteekende
pakje niet recht
Wie zal het ten slotte de dochter
kwalijk nemen, als zij een ongeoor
loofd middel gebruikt, alleen om
haar vader voor een eerloozen dood
ouder beulshand«n te bewaren
Ik hecht hcelemaal heel weinig
Waarde aan deze omstandigheid, an-
heter is hel te trachten den geheelen
oorlog te voorkomen 1
Gisteren heeft
'T ENGELSCHE LAGERHUIS EEN
RUMOERIGE ZITTING
GEHOUDEN.
Het was nu niet over Canada en
ook niet over de groote politieke
vraagstukken, maai over het gedrag
van Sir Robert Anderson, den voor-
maligen chef van het Londensche
speurdienst-departement, wiens arti
kelen onlangs in een tijdschrift over
Parnellisnie en misdaad opschudding
hebben verwekt.
Campbell (een Unionist) maakte een
opmerking, die uitgelegd werd als te
bedoelen, dat ten spijt van dc beslis
sing der commissie van onderzoek,
het nog een open vraag is, of Parnell
in verband stond met do beruchte
Phoenix park-moordenaars.
Do nationalisten en ministorieelen
vroegen onmiddellijk intrekking dier
veronderstelling.
Campbell verklaarde evenwel al
leen tot een voorwaardelijke intrek
king bereid te zijn, welk gezegde een
toenemende wanorde veroorzaakte.
Men deed een beroep op den voor
zitter. Maar deze verklaarde, dat
Campbell niets gezegd had, wat be
volen kon worden, dat hij zou in
trekken. Wel gaf hij als zijn meemng
te kénnen, dat Campbell onnoodig
agressief was geweest.
Dc nationalisten weigerden met
iets minder genoegen te nemen, dan
met een volstrekte intrekking.
Campbell stond toen op, en zeide,
dal hij bereid was de bevindingen
der Parnell-commissie te aanvaarden.
De nationalisten wilden hiermee nog
geen genoegen nemen en het rumoer
hield aan. Campbell bleef slaan, en
ofschoon bij sprak, kon men geen
woord verstaan.
De voorzuier kon ook geen stilte
krijgen.
De nationalisten vroegen den voor
zitter te verklaren, dat Campbell bui
ten de orde was. De voorzitter legde
uit, dat een beschouwing over wijlen
Parnell geen beleediging voor eenig
tegenwoordig lid van het Lagerhuis
is.
Minister Redmond zei heftig Wij
boschouwen het als een beleediging i
(Toejuichingen der nationalisten).
Churchill stelde toen sluiting van
het debat voor, om een einde oun de
hevige tooneelen te maken. Dit voor
stel werd aangenomen en het Huis
verdaagd.
DE STRIJD IN HET BOUWVAK IN
DUJTSCHLAND
duurt voort
Omtreut den stand van do uitslui
ting wordt door het centraal be
stuur van den Bond van arbeiders in
de bouwvakken geschreven
Volgens tot dusverre ingekomen be
richten is de uitsluiting in 120 plaat
sen volkomen, omtrent het Zuiden
hebben wij evenwel nog geen inlich
tingen ontvangen.
De algenieene toestand is als volgt
In Hannover, Thuringen, Saksen
en Mecklenburg is de uitsluiting zoo
goed als algemeen, in Sleeswijk-Hol-
stein is slechts de helft der arbeiders
uitgesloten, in Pommpren en in de
provincie Brandenburg slechts een
klein gedeelte het Oosten en de pro
vincie Silezië doen tot dusverre aan
dc uitsluiting niet mede.
Uit het Zuiden en het Westen zijn
nog slechts weinig berichten ontvan
gen, het staat intusschon vast, dat
ook daar de uitsluiting grooten om
vang zal krijgen.
Te Berlijn zijn de afgevaardigden
van de patroons en de werklieden het
ders zou ik de huisjuffrouw van de-
ze dame als getuige hebben laten uit-
noodigen, om haar uit te hooren, of
do jonge dame op den dag van het
bezorgen van dit pakje misschien niet
eenige uren van huis geweest. Overi
gens is het ook lang niet onmogelijk,
«lat zij bij het verzenden van het pak
je gebruik heeft gemaakt van de be
middeling van een ander, die zwij
gend van natuur is.
Stel echter, dat werkelijk een me
deplichtige van den beklaagde aan
diens niets kwaads vermoedende
dochter hot pakje verzonden heeft,
dan bewijst dat zelfs nog niets meer
en niets minder, dan de meen-og die
ook door mij gedeeld wordt, dat Beek
een medeplichtige heeft.
De toestand wordt er zelfs nog in
zooverre door verzwaard, dat 't nu
duidelijker laat zien, van welk een
Lang voorbere'de en omzichtig uitge
voerde misdaad hier sprake is.
In elk geval is er geen reden we
gens het begeleidend briefje of den
inhoud van het pakje eenigszins aan
de schuld van den beklaagde te twij
felen.
Ik geef toe, edelachtbare jury, dat
er veel in dit proces in 't duister ge
huld is gebleven, dat wij over de
eigenlijke toedracht van den moord
nog in 't onzekere zijn. Maar de eem-
ge oorzaak daarvan is het verstokt
ontkennen von schuld van den be-
Woensdag ten slotte eens geworden
over de volgende voorwaarden
Alle werklieden in het bouwvak, als
metselaars, timmerlieden, opperlie
den, enz., met uitzondering van een
enkele groep, krijgen van 13 Augustus
af een ïoonsverhooging van 3 pf. in
het uur en van 1 October 1911 af een
tweeJe verhooging van 2 pf. in het
uur. De groep, die van bovengenoem
de regeling wordt uitgezonderd, zal
van 13 Augustus een verhooging van
het uurloon met 5 pf. en van 1 Octo
ber 1911 een tweede verhooging met
2 1/2 pf. krijgeu. De christelijke werk
lieden hebben zich bij deze regeling,
die natuurlijk alleen voor Berlijn
geldt, aangesloten.
De vertegenwoordigers van de
werklieden hebben het beding ge
maakt, dat de algemeene vergaderin
gen van de vakverbonden de schik
king goed moeten keuren. Voor Za
terdagmiddag zullen zij aan het Ge-
werbegericht, dat als verzoenings-
raad in het geschil is opgetreden,
moeten mededeelen, of zij de regeling
aanvaarden.
Nu komt er ook weer hoop, dat
men ook'buiten Berlijn nog spoedig
tot een schikking zal komen.
Stadsnieuws
EERSTE HAARLEMSCHE
LIGHALCLUB.
De volijverige administrateur van
de Vereoniging tot bestrijding der
Tuberculose, do heer J. H. C. Th.
Limperg, zendt ons het volgende aar
dige schetsje ter plaatsing
't Was op een middag van de vori
ge week, goed één uur, dat ze bij mij
aan huis kwamen, vijf dreumesen.
Of meneer thuis was? Neen, me
neer was niet thuis, misschien was
meneer op het Consultatie-bureau.
„Weten jullie waar dat is? Hier-
ach 1" Maar rts, op een holletje
renden ze in jeugdigen ijver weg
met 'n „Ja, we weten wel waar 't
is I"
Of mijnheer op 't Consultatie-bureau
was en of ze meneer mochten spre
ken
Opgewonden kwamen ze binnen,
met hun pet in do hand, en schaar
den zich met hun vijven op één gelid
rond bet boveneinde der tafel.
De kleinste nam het woord en hield
de volgende aanspraak
„Meneer, we hebben een club, ziet
u, een jongens-prikkaartenvereeni-
ging De „Eerste Haarleuiscbe Lig-
halciub". We hebben met prikkaarten
geloopen en met busjes om geld op to
halen voor het Lighalfonds en nu
hebben we al wat geld bij elkaar en
dat kwamen we maar vast aan u af
dragen. We hebben vijftig gulden op
gehaald. We hadden graag, dat u het
in de krant zette, want, ziet u, dan
zien de menschen, dat het vertrouwd
is 1"
Zijn. buurman had onder deze
speech telkens heel gewichtig gedaan
met een zakje rammelende rijksdaal
ders.
Ik vroez of zij soms van het be
stuur waren.
„Ja, meneer," riepen ze door el
kaar, „ik ben president, ik ben 2e
penningmeester, ik eere-voorzitter,
ik
Maar daar kon 'k geen wijs uit
warden, dus 'k zei:
„Wacht eens jongens, één voor één.
„Jij bent zeker de president, die de
speech heeft afgestoken?"
„Ja, meneer".
„Zoo en hoe is je naam en waar
woon je?"
klaagde, die met een stalen voorhoofd
ook heden voor u staat en niets van
den geheelen moord weten wil, maar
beweert onschuldig te zijn. Het kan
zijn, mijne heeren, dat hij alleen
maar de verleide is, dat hij gevallen
is ten offer aan een duivelachtigen
invloed.
Maar op ons rust de taak niet, dat
alles te onderzoeken. Voor u, mijn-
hoeren, is alleen de vraag van be
lang is Karl Beek alleen schuldig
aan moord of heeft hij daarbij een of
meer medeplichtigen gehad? Ik ge
loof volkomen zeker, dat u maar kor
ten tijd noodig zal hebben, om oen-
stemmig do eerste van de u ter be
antwoording voorgelegde vragen, die
op inoord doelt, bevestigend te beant
woorden.
Maar zelden is een bewijs zoo in al
le deeleu overtuigend eu onbetwist
baar als hetgeen bier is geleverd.
Laat u, edelachtbare jury, door al
le uitwijdingen, die zeker van den
kant der verdediging aangewend zul
len worden, met lol. ontijdige zacht
heid eu toegevendheid verleiden. Be
denk, dat u met een heiligen eed ge
zworen heelt naar uw beste weten en
willen recht te spreken
Op u ligt de plicht het nog onge
wroken bloed te wreken en de we
reld te beschermen tegen een mon
ster, dat al te lang reeds ongestraft
in ons midden is gebleven.
Als ge uw plicht wilt doen, mijne
heeren, dan moet uw besluit een een
stemmig doodvonnis 2Ïju
Onder ademlooze stilte had de offi
cier van justitie gesproken. Zijn
woorden hadden diepen indruk ge
maakt op alle aanwezigen.
De gelaatstrekken van de leden der
jury hadden zonder uitzondering een
diepe, sombere en vastbesloten uit
drukking.
Rudolf meende er niet veel goeds
voor zijn cliënt in te lezeD, zijn hart
sloeg bang, en hij was daarom dank
baar, toen" de president de zitting
voor een kwartier ophief.
XVII.
Niemand van de toehoorders ver
liet de zaalallen bleven op hun
plaatsen zitten en spraken op fluiste
renden toon met elkaar. Rudolf was
gelijk mot zijn cliënt, die de zaal uit
gebracht werd, heengegaan. Ilij was
een oogenblikje in twijfel, of hij de
korte rustpoos gebruiken zou om te
proboereu Iledwig te spreken te krij
gen, toen echter gaf zijn plichtsgevoel
den doorslag. Zoo ooit, dan had Ru-
dolf zeker nu wel noodig zijn zinnen
goed bij elkaar te houden, want hij
verheelde het zich geen oogenblik,
dat hij het heel zwaar te verantwoor
den zou hebben.
De juryleden waren uit hun ban
ken gekomen zij stonden groepsge
wijze bij elkaar en hielden ijverig ge
dachten wisseling.
Zuo verliep er~een kwartier. De pre
sident kwam, gevolgd door do loden
der rechtbank, weer in de zaal terug.
Vlug zochten de juryleden hun plaat
sen weer op en de voorzitter gaf be
vel den gevangene weer in de zaal te
brengen.
Dadelijk werd daaraan gehoor ge
geven en doodelijke stilte heerschte
opnieuw in de rechtzaal.
Ik geef den geachten verdediger
het woord, zei de president nu op af
gemeten toon.
Aller oogen vestigden zich vol ver
wachting op den jongen advocaat, die
hoog opgericht, met bleeke on ernsti
ge gelaatstrekken achter zijn kathe
der stond.
Nu liet Rudolf ook vluchtig zijn
blik over de toehoorders glijden als
een belofte van iets goeds bijna kwam
het hem voor, toen hij het tot nu toe
vergeefs gezochte beminde gezicht
van Iledwig opmerkte, Hodwig, die
de getuigenbank verlaten had en een
verborgen, onopgemerkt plaatsje
tusschen de toehoorders had gevon
den.
Zij schoen hom too te lachen. Toon
hij echter nog ©ens dien kant uit
keek, was zij verdwenen. Het scheen
hem een goed voorteelten het glim
lachje van zijn bemind meisje te heb
ben opgevangentoen rokte hij zich
nog meer uit en keek met vasten, hel
deren blik de jury aan. Na een inlei
ding, die diende oin de door den of
ficier als overtuigende bewijzen van
schuld van den beklaagde aangevoer
de feiten te ontzenuwen en in warme
woorden den onschuld van zijn cliënt
bepleitte, zei hij:
Mijn cliënt stemt volkomen toe.
dat do banknoten en de gouden ket
ting in zijn huis gevonden zijn. Hij
ontkent ook niet, dat werkelijk het
hem vroeger toebehoord hebbend gra-
veermes ïn de wond van den vermoor
de is gevonden, maar hij legt deze
feiten anders uit, dan do openbare
aanklager hoeft rneonen te moeten
doen. Gelooven wij echter de woorden
van eon tot nu toe onbesproken, en
algemeen geacht man, dat hij zelf niet
weet, hoe hij in het bezit is gekomen
van die artikelen van waarde, maar
vermoedt, dat zij, terwijl hij bij zijn
werkbank door vermoeidheid overwel
digd in slaap gevallen was, in den
nacht door het venster binnengescho-:
ven zijn, dan valt het geheele, kun
stig in elkaar gezette gebouw van da
aanklacht in elkaar, en dan blijft u
niets anders over, dan de oer van den
gevangene door een schitterende vrij
spraak met algenieene stommen voor
de geheele wereld te horstellen.
(Wordt vervolgd).