HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Donkere Schaduwen DINSDAG 3 MEI 1910 OM ONS HEEN No. f137. Drijvende Schouwburgen. In de Vereenigde Staten van Noord- 'Amerika, waar allerlei dingen anders zijn dan bij ons, de menschen, de huizen, de straten, de gewoonten en manieren, daar bestaan ook drijven de schouwburgen, theaters, die des avonds in een stad of dorp hunne deuren openzetten voor het publiek, en 's nachts gesleept worden naar een andere plaats. Er zijn er verschillende, maar hun afmetingen loopen weinig uit elkaar, tomdat natuurlijk rekening gehouden moet worden met do grootte van de sluizen. De gewone lengte is daarom honderd zeventig voet, de breedte vijf en dertig of veertig. Dit gevaarte wordt opgeduwd door een gewoon sleepbootje, terwijl het sturen plaats heeft op het schouwburgschip. Een signalen-stelsel brengt de noodzake lijke verbinding tot stand tusschen den stuurman op het groote vaartuig en den kapitein van het stoombootje. De schouwburgzaal in het schip doet denken aan een theater in een kleine stad, ze kan ongeveer 1200 menschen bevatten, heeft 2 loges ho ven elkaar, vlak bij het tooneel en een galerij, die door de geheele zaal rondloopt, terwijl amphitheatergewij- ze tal van plaatsen beschikbaar zijn op den beganen grond. Een plaats voor een orkestje acht personen is niet vergeten. Het tooneel is gewoonlijk omstreeks twin tig voet breed en in verhouding diep. De coulissen zijn gedeeltelijk vast, een ander deel kan omgeslagen wor den. Het décor is zóó ingericht, dat de meest voorkomende tooneelen, een kamer, een straat, oen bosch en een tuin gemakkelijk en vlug kunnen worden aangebracht. Achter liet tooueel ontbreken de •kleedkamers niet, maar er zijn er weinig en hun afmeting is niet groot. Hierboven is de berging van de requisiten, die niet zoo dikwijls ver nieuwd worden als soms wel wen- schèlijk wezen zou. De directeur van den troep is zuinig en het kan soms gebeuren, dat de tafel in het salon van den millLonair eon paar wrakke pooten heeft, zoodat de spelers er aan moeten denken, dat het gevaar lijk is er op te leunen. Op de stoomboot zijn verder de slaapgelegenheden voor den troep en voor de bemanning ingericht. Er is natuurlijk ook een eetzaal en een keuken en bovendien een zeer belang rijk onderdeel van de onderneming, het stoomorgel, waarmee de aan dacht van de omgeving wordt getrok ken, zoodra het schip ergens aanlegt om voorstellingen te geven. Wat een lawaai dat orgel teweeg kan brengen, kan ieder nagaan, die weet, dat het geluid mijlen ver wordt gehoord. De spelers en de bemanning zijn waarschijnlijk rumo er proef ge worden. Eigenaardig is het, dat de directeur van den troep het dikwijls zoover ge bracht heeft, dat hij kapitein van het vaartuig mag wezeneen enkele is zelfs in het bezit van een machtiging om als loods te fungeeren, Wat de acteurs aangaat, zij hebben meermalen nog andere bezigheden, dan meespelen in het stuk. Volstrekt niet onmogelijk is het, dat do man, die in het orkest de groote trom slaat, de jonge rollen in het gezel schap speelt, of de lieer, die 't stoom orgel dirigeert, als p ère noble optreedt. Wanneer het een troep is, die tooncelstukken speelt, beslaat hij gewoonlijk uit vijftien personen, soms twintig. Is het een operetten-gezel- schap, dan is het aantal dikwijls grooter. De discipline aan boord, die vroeger vrij lauw was, is nu zeer streng ge worden, en één ernstige overtreding, bijvoorbeeld een geval van dronken schap, kan iemand zijn betrekkin: kosten. Het talent van do spelers is gewoonlijk overeenkomstig dat van alle reizende troepen, hoewel het een enkelen keer is voorgekomen, dat een groot talent onder hen werd ontdekt, en natuurlijk al heel spoedig op een veel beter salaris naar den vasten wal werd gelokt Want de traclemcnten zijn het niet, die de toonecliston naar een drijvenden schouwburg lokken. Het vrije cn betrekkelijk gemakkelijke le ven vormt er de groote aantrekkings kracht van. Koffers pakken, zich reisvaardig maken komt niet voor, dan één maal, aan het einde van het seizoen, dat acht of negen maanden duurt. Naar een'hötel behoeft gedu rende de campagne niet gezocht te worden, het vermoeiende, haastige sporen vervalt, zoodat dan ook de le den van een „drijvenden" troep over het algemeen zeer tevreden zijn met hun bestaan en langzamerhand een beetje gemakzuchtig worden. Aan het einde van het seizoen moe ten zij dan ook erkennen, dat er op die manier niet veel komt van voor uitgang in de maatschappij. Nooit, zoo heioven zij zichzelf, zullen zij weer in een drijvenden schouwburg optreden. Maar in de lente schrijven zij den directeur tóch weer, of hij hen' in den troep wil opnemen, tegen verhoogd salaris. Wordt dat laatste toegestaan, dan is het des te heter zoo niet, dan gaan ze toch naar den troep terug, want nergens kunnen ze 'oor den vacanlietijd zooveel overhou den. De drijvende schouwburg be zoekt meest kleine steden, zoodat er weinig of geen gelegenheid is, geld uit te geven en liet salaris nagenoeg geheel kan worden gespaard. Dikwijls doen de eigenaars van een drijvenden schouwburg goede zaken, de een met het vertoonen van dra ma's, de ander van blijspelen, een derde door beide. Over het algemeen zijn ijselijke melodrama's het meest in trek. Weken lang wordt er ge speeld builen de centra der bescha ving, in kleine plaatsen, waar alleen mijnbouw wordt uitgeoefend. Het is verrassend, dat de klanken van het stoomorgel In staat zijn, zelfs de menschen uit de diepte der aarde naar de voorstellingen te lokken I Half Maart komt de troep bijeen, en schikt zich om de groote kachel in de eetzaal, want het is dan ge woonlijk nog koud, om de rollen te lezen, en daarna in te studeeren. Veertien dagen daarna wordt dan de eerste voorstelling gegeven in een stadje, waar de directeur een oude grief tegen heeft, want goed gaat het dan natuurlijk nog niet. Eerst la ter komt het samenspel en worden de rollen goed gekend. Het publiek is zeer verschillend, naar" gelang van de streken, die be zocht worden. Menigmaal ontstaat er twist tusschen bezoekers, die soms wel inet het mes woi'dt beslecht, maar gezegd moet worden, dat de strijdende partijen daarbij gewoonlijk den schouwburg verlaten en hun gevecht voortzetten op den oever. Voor de toonêelspelers zelf bestaat van den kant hunner toehoorders nimmer eenig gevaar. Wel dreigen andere gevaren. Wie met een schip vaart, onverschillig of dat op zee, op de rivier of in een sloot gebeurt, moet zich voor schipbreuk bereid houden. Meermalen zijn drij vende schouwburgen dan ook naai de diepte gegaan. Sommige Ameri kaansche rivieren kunnen eene felle strooming hebben en zeer gezwollen zijn. Zoo kwam het voor, dat op een morgen, kwartier over vijven, toen de boot nog maar kort onder weg was, een botsing plaats had met een sluis deur, die door liet bijzonder hooge water geheel aan het oog onttrokken was. In den tijd van drie minuten zouk het heele gevaarte. Gelukkig hadden al de opvarenden zich op het slorm- dek weten te redden, zij het dan ook in allerlei fantastische costuums, want voor aankleeden op de gewone wijs had do tijd. ontbroken. De groote hoogte van het gevaarte was de red ding der schipbreukelingen toen de kiel den bodem der rivier raakte slak het stormdek nog hoven het water uit. Bibberend van kou zaten zij in den killen Maartmorgen bijeen, totdat in den oever redding opdaagde. Kleinere ongelukjes komen natuur lijk bij zoo'n groot gevaarte meerma len voor, zoodat voor de acteurs en actrices de emotie zich lang niet al tijd bepaalt tot datgene, wat op het tooneel voorvalt. Aldus vertelt Harry High in het tijdschrift The Wide World Magazine. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht DEN OPSTAND IN ALBANIë naar Noord-Europa doorgelaten wor den, blijkt steeds duidelijker, dat het hier een zéér ernstige beweging geldt. Daarom zij het ons vergund, eenige nadere bijzonderheden mede te doelen. Allereerst over het land. I-Iet vormt liet westelijk deei van Euro- poesch Turkije, grenst aan Montene gro, Macedonië en Bosnië, en heeft een bevolking van ruim 21/2 mil- lioen zielen. De Albaneczen, of de Arnauten, illen zich niet onderwerpen aan de wetten, die onder het nieuwe régime voor alle Turken gelden en dus óók voor hen, die zich nagenoeg als zelf standig beschouwden. Zij beweren, dat men hen belastingen oplegt, die zij volgens een vroeger verdrag met de regoering niet behoeven te beta len. Maar do zaak is nog veel meer, dat men oen einde wil maken aan hun betrekkelijke onafhankelijkheid. Dat dulden de Albaneezen niet 1 Een Albanees is een dapper en strijdlustig man. Z'n land is meerma len liet tooneel van een bloedigen strijd geweest. Herinneren we onze geschiedenis, goed, dan zijn er in de middeleeuwen herhaaldelijk gevech ten geleverd om den zegen van de Halve Maau of van 't kruis. Ook is er in het laatst der 14de eeuw een groote slag geleverd, die een eind maakte aan het toenmalig groote Ser vische rijk. Dit laatste zou elke Ser viër u kunnen vertellen, want nog leert het oude geslacht aan de jon gere generatie het verlangen naar 't oude groot-Servische rijk De Albaneezen hebben zich als één man aan den opstand gewijd. Dit moet althans wei, want de particu liere telegrammen (die we meer ver trouwen dan de ofücieele uit Kon- stantinopel spreken van legermach ten, die 10 eu 20 duizend krijgers tellen. Eindelijk, nadat de bezetting van Turksche soldaten herhaaldelijk ne derlagen geleden had, begreep men in KoiiStaatmopei, dat 't erust was. Toen werden ijlings maatregelen ge nomen, om de opstandelingen in tal en sterkte te overtreffen. Er zijn. in de laatste dagen bloe dige gevechten geleverd honderden lieten op de slagvelden het leven. Maar nog is de strijd niet heslist. De opstandelingen hadden een vóel- beteekenende bergpas en spoorweg tunnel in het bezit en verdedigden die met den moed der wanhoop. Volgens een pas ontvangen draad- bericht hebben de Turken daar ten slotte overwonnen. Het geweldige vuur van kanonnen en mitrailleuses heeft de opstandelingen uit hun stpl- lingen verdreven en doen vluchten. Ze konden daar niet langer de over macht weerstaan. Wel dragen ze ook geweren, maar wanneer de kanonnen on mitrailleuses aan het woord ko men Toch behoeft men in Konstnntino- pel niet te denken, dat men nu het verzet der Albaneezen geheel en voor goed gebroken beeft. Het is ongetwij feld, dat de vluchtelingen zich weer zullen vereenigen, om op andere plaatsen aan het Turksche leger af breuk te doen. Zoo kan de opstand nog lang du ren 1 En de Albaneezen worden gesteund door de Arabieren. Dit is wel niet direct, maar toch indirect. Deze naam-onderdanen der Turken zijn ook in opstand en verdoelen alzoo de macht van het Turksche leger. Over den opstand in Arable wordt nog minder ruchtbaar dan over die in Albanië. De ofiicieele berichten willen 't evenwel doen voorkomen, alsof het ergste .van don opstand al voorbij is. Bovendien heerscht er EEN CRISIS IN TURKIJE, Weer I De minister van financiën heeft zijn ontslag ingediend naar aanleiding van het votum der Kamer bij de behandeling der begrooting tot schrapping van de jaarlijksche toe lagen voor zes keizerlijke prinsessen. De andere ministers verklaren zich met hun collega over de dubbeltjes solidair. De minister van binnenland- sohe zaken heeft ook reeds ontslag aangevraagd en de anderen zullen het voorbeeld wel volgen. Toch is er nog kans, dat de crisis bezworen wordt. Er zijn blijkbaar ge heime machten aan het werk, die de ministers willen bewerken, om op hun besluit terug te komen, hetzij door de Kamer te vragen het besluit te herroepen, hetzij door Kameront binding. In Spanje is men na de laatste Ka mer-ontbinding weer begonnen te verkiezen. Bij de candidaatstelling van Zondag zijn als leden van de Kamer van Afgevaardigden verkozen, verklaard 69 liberalen, 34 conserva tieven, 3 republikeinen, 3 carlisten, 2 on afban kei ijken, 1 nationalistische republikein, 1 nationalistische libe raal en 1 integrist. wordt in de pers druk besproken. De unionistische bladen hekelen het ont werp. Van de hervorming van het Iloogerhuis, die er in voorgespiegeld wordt, willen alle ministers en een belangrijk deel der ministerieele par tij niets weten, zoo heet het. De „Standard" schrijft, dat het wetsontwerp den voorzitter van het Lagerhuis tot dictator van een repu bliek maakt. Volgens dat blad zal I-Ialdane's en Grey's naam als eerlijk staatsman na dit wetsontwerp t.en grave dalen. De Fransche minister van oorlog heeft hij de receptie van Paulhan, ge organiseerd door de Fransche auto- rnobielclub, een rede gehouden over DE LUCHTVAART. In gezelschap van enkele andere ministers huldigde hij de verdiensten van Paulhan en zei o. a. Wij Jeuken er niet aan de bestuur bare luchtschepen op te geven, daar wij van meening zijn, dat" deze sche pen, bestuurd door bekwame handen als die van Paulhan, in staat zijn do grootste diensten aan het leger to bewijzen. De lange, prachtige overtocht van Paulhan geeft reden, om er met zekerheid op te rekenen, dat spoedig de tijd zal komen, dat het systeem „zwaarder dan de lucht" zulke vor deringen heeft gemaakt, dat het even eens zal kunnen mededingen. Gistermiddag kwam ROOSEVELT TE KOPENHAGEN aan en werd ontvangen door den kroonprins, den Amerikaanschen ge zant. en den minister van buiten- laudschc zaken. Na de begroeting reden de kroon prins eu Roosevêit gezamenlijk naar het paleis. Stadsnieuws Paardenmarkt. Het was paardenmarkt gisteren. Daar stonden ze droomerig in de pb' se Mei-warmte, de goedige bles sen, knippende met de stille oogen, onrustig soms kijkend in het zonne- geglinster vóór hen,waar doorheen de koopers en verkoopers krioelden en zaken deden. Luid-sterns prezen de eigenaars de wondere eigenschappen van hun rossinanten, die zoo voor- trofielijk waren, dat de leek op Hip pisch gebied zou kunnen meenen, niets dan afstammelingen-in-rechtu- linie van het befaamde ros Beyaard voor zich te zien. En, gelijk deze legendarische viervoet, brieschten de beestjes onder het aanmoedigend stem-geklink en 't nog-veel-aanmoe- digendor zweep-geknal achter hen. En zoo renden ze na elkander de Dreef op en af, kritisch gemonsterd door kooplustigen, die bedenkelijk de hoog-gepette hoofden schudden, als het draven niet naar wensch ging, een enkel maal ook wel eens goed keurend knikkend, als het proef-dier, een Arabsiche volbloed gelijk, sierlijk daarheen galoppeerde. Een paar zuur-kraampjes waren opgeslagen, met het kennelijk doel. den jnwendigen paardenkooper wat op te sterken, en de nering was ver rassend druk. De paarden mochten toezien, cn bleven droqmen en peinzen, lang-hal- zig over het lijntje starend, wachtend op een verandering-van-eigenaar, die zich vaak niet vertoonde. Het kwam ons voor, dat er niet zooveel paarden waren, dan andere jaren wel eens het geval geweest is. Bloemententoonstelling. De 3e Tijdelijke Tentoonstelling zal nu Woensdagmiddag geopend wor den. De internationale jury zal als volgt zijn samengesteld Uit België Firmra Lambeau, voor zitter van de Sociélé Royale de Flore te Brussel, J. Closon van de firma Jacob Makoy te Luik, G. Lanthoine te Watermael, E. Craet te Mont St. Amand. Uit Oosten.- Dr. A. Biirgerstelo cn A. Vollbracht te Weenen. Uit Nederland Jhr. L. J. Quarles van Ufford, i a Haag, J. F. Wilko, te Rotterdam, H. Wind, chef-bloe mist op het Loo, B. Ruijs te Dodems- vaart, J. C. en G. W. Keessen, te Aalsmeer, D. A. Koster en P. A. Otto- lander to Boskoop, W. II. de Graaff te Leiden, J. C. M. Hoog te Haarlem, G. J. van Meeuwen te Heemstede en P. W. Voet, te Overveen. Uit Engeland R. Hooper Pearson, hoofdredacteur van The Gardeners' Clironicle te Londen, Stanley, orchi- deeënkweeker te Londen. Ook uit Frankrijk en Duitschland worden nog enkele juryleden verwacht. De beoordeel ing vangt Woensdag morgen te half tien aan. Daar de tijd der bolgewassen nu voorbij is en evenzoo die van de ge forceerde planten van Boskoop, zul len op deze 3e Tijdeliike Tentoonstel ling voornamelijk geëxposeerd zijn vervroegde begonia's, enkele nieuwe en onbekende bolgewassen, een groo te groep sierplanten, verschillende inzendingen Pelargoniums, een groo te colleetie afgesneden bloemen, voor al rozen, eenige inzendingen serin gen. Uit het buitenland komt een merk waardige inzending Gerbera's, een nieuwe soort bloemen, die op gekleur de margrieten lijken. Nog zendt het buitenland in een zeer fraaie groep cactussen. Verder wordt deze 3e Tij delijke opgesierd door inzendingen orchideeën, waaronder zeer zeldzame soorten. Buiten op de vollegronds bloeien thans dc tulpen Ln volle fleur, de la tere soorten beginnen reeds te kleu ren, de rhododendrons komen hoe langer hoe meer in bloei. Woensdagmiddag te 7 uur wordt in het Grand Hötel Fünckler door do Algemeene Vereeniging van Bloem bollencultuur een diner van 30 cou verts ongeveer aangeboden, waaraan zullen deelnemen de leden der jury en enkele Tentoonstellings-autoritei- ten. Vandaag bezichtigde het gezamen lijk personeel der firma J. L. E. I. Breda Kleijnenberg de Tuinbouwten toonstelling. Gevonden voorwerpen. Een ijzeren spoorstuk van een rij tuig, OÜeslagersl aan 2. Een vrouwenzak, inh. een flacon, Ged. Raamgr. 49. Een hai. itaschje, inh. geld, Gen. Joubertstraat 44. Een kilometerboekje der Staats spoor, ten name van C. Ch. v. Lim burg Styrum, Voorzorgstraat 59 rd. Een pantoffel, Tulpenstraat No. 17 rood. Een schooltasch, Bakkerstraat 2. Een ceintuur, Saenredamstr. 82. Een zweep, Gen. Bothastraat 28. Een portemonnaie, inh. geld, Kool- steeg 16. Een ring, waaraan 9 sleutels, aan het politiebureau. Een gouden ring, Lïuschotcnstraat No. 38. Een portemonnaie, inh. geld cn een penning, Koudenhorn 78. Een beursje met geld, aan 't Post kantoor. Een biervat, Brouwersstraat 80. Een medaillon met twee portretten, Koninginneweg 89. Aan hetPolitieöur eau al hier is aangifte gedaan van het vermissen van een rijwiel, dat voor een perceel aan do Groote Houtstraat stond van bet verliezen van een bankbil jet van f10 dat eën valsch bankbiljet van f 40 in betaling is gegeven. Druk v e r v o e r. Vanwege de politie werd Zondag contróle uitgeoefend op het vervoer van passagiers uit den Hout naar liet station met de Haarlemsche paar dentram. In den laatstcu tijd, voorna melijk tijdens de tentoonstelling, ver] trokken er trams, die veel te veo{ passagiers in hadden, clan voorgei schreven is, zoodat, om dit nu ld keeren, Zondag twee politieagenten, hij de tram hadden post gevat, die do passagiers telden en waar te veoC de laatst gekomenen deden af stappen. SPORTTENTOONSTELL1NG HAARLEM. Naar wij vernemen, heeft ook de heer Nic. Broekhuijscn, voorzitter van den Nederl. Korfbalbond, zich - bereid verklaard in het aere-comité voor bovengenoemde tentoonstelling zitting te nemen. Faillissementen. Door het Gerechtshof te Amsterdam is bij arrest van 27 April 1910 in staat van faillissement verklaard J. Heistek, sleepbootkapitein te Zaan dam. Rechter-commissaris Mr. P. J G. van der Muelen. AFSCHEID J. DE KOCK. Zaterdagmorgen bood de heer J. i Koek, de scheidende directeur der Rijks-Normaallessen, aan leerlingen en oud-leerlingen de gelegenheid, af- scheid van hem te nemen. Dit ge schiedde in het gymnastieklokaal van de school des heeren llubregtse. Nadat eenige kweekelingen den be minden leermeester per rijtuig van. zijn woning afgehaald hadden, bood een hunner, onder woorden van groo te waardeering, een souvenir aan. Een der dames-kweekellngen over handigde daarop mevrouw De Koek een praciitigen bloemruiker. De heer De Koek dankte in een hartelijke toespraak voor deze bewij zen van symptahie, welke rede niet naliet op de aanwezigen grooten in druk te maken. Mede tegenwoordig waren de hee ren G. Roodenburch en K. J. Raze- liiis, respectievelijk districts- en ar- rondissern onts-sc.h ooi opzien er, die beiden den scheidenden leeraor hul digden voor al hetgeen hij gedurende zoo een lange reeks van jaren in het belang van de school gednan heeft. Ook zijn groote verdiensten als pae- dagoog werden dankbaar erkend. fen slotte deelde de beer Razelius nog mede, dat de Rijks-Normaalles sen voortaan zullen gegeven worden in de school van den nieuw-benoem- den directeur, den heer E. ten Broeke. Ir de laatst gehouden schoolverga dering heeft de heer De Koek reeds van de leeraren der Normaallessen afscheid genomen. Hij gaat nu een welverdiende rust genieten. GYSBERT JAPICX. Voor het laatst in dit seizoen kwa men de Friezen Zaterdagavond bij een. Mr. A. S. Miedema sprak de aanwezigen toe, herdacht den geboor tedag van Prinses JuliGna, huldigde Dr. H. B'rongersma, wien hij allen Friezen ten voorbeeld stelde en wekte de leden op „rucht en sjlucht" hun plicht te doen. Onder leiding van Mej. Meinsma zong het zangkoor op goode wijze ee nige' liederen, waarna Jong-Friesland een reeks van aardige liedjes ten bes ts gaf. Acht jonge dames, in matrozenoos- tuum roemden daarna met zang het oude Friesland. De heer Dijkstra, de voorzitter van het zangkoor huldigde mej. Meinsma voor haar leiding en de kinderen ver eerden de directrice een mand bloe men. Het voornaamste nummer van liet programma was de opvoering van een Friesche overzetting van Molières Le médeein maJgré lui". Het geestige stuk werd goed ver tolkt. De personen die voor Ilarke D werst ried ^en Vrouwtje Berber speel den, deden dit op verdienstelijke wijze, Mr. Miedema dankte in een toe spraak Mej. Meinsma nog eens voor, de leiding der zangnummers en den heer Reyenga voor die der tooneelre- petitïes. Stremming verkeer. Zaterdagmiddag Lag tusschen de Gravensteenenbrug in het Spaame van 1 tot 2 uur ongeveer een reus achtige baggermolen bekneld en. wel zoo dat er geen verwegen in te krijgen was, verscheidene schepen FEUILLETON Naar het Duitsch. Door PAUL HENKENSv 54) Tegenover deze aan den dag ko mende omstandigheden hen ik ge noodzaakt dadelijk stappen te doen tot do onmiddellijke gevangenneming van den baron. U moet voor de ge vangenneming zorgen, commissaris, en omdat er geen tijd over is om een hevelschrift in orde te brengen, moet gij net doen in den vorm van eene voorloopige hechtenis. Als u het goedvindt, sluit ik mij hij den heer Grosser aan, zei Ru- dolf op opgewunden toon ik meen uit naam van mijn cliënt dit verzoek te mogen uitspreken. Dat spreekt van zelf, mijnheer Vt'lchem. Aan uw scherpzinnigheid hebben wij in deze zaak liet meeste le danken. Voeg u bij den commissaris. Vvij kunnen intussclien, met die woorden wendde hij zich tot den arts ons werk hier afmaken. Twee agenten blijven hier ter onzer dispo sitie, beval hij toen. Twee recher cheurs zijn zeker voor u voldoende, mijnbeer Grosser Ik kom toch langs het paleis van justitie, antwoordde de aangesproke ne. Bij die gelegenheid kan ik im mers, als ik dat noodig] mocht vinden, nog een paar menschen meenemen. Dan aan het werk, beslooL Al bert)'. Op zijn laatst over een uur ben ik weer op mijn kamer. Rudolf en de commissaris namen afscheid van de andere heeren. Diop ontroerd liep de jonge advocaat naast den commissaris. Nog nooit in zijn leven, zelfs nietln de dagen, toen zijn eigen levensgeluk zoo vreeselijk door de tegen Beek uit gesproken aanklacht bedreigd werd, had hem zoo'n hevige schrik aange grepen als hem nu het hart deed he ven. in de gang bleef Grosser bij den re chercheur Pohl staan, die ook. Rudolf kende. Ken je den jongen baron v. Eng- lor vroeg hij. Zeker, mijnheer de commissaris, antwoordde de beambte. Neem dan Scliröter en Braun tot je assistentie mee, en ga met hen naar het station. Het vertrek van den baron uit de stad moet in elk geval verhinderd worden. Ais 't niet anders kan, neem je liern maar gevangen. Grosser dacht een oogenblik na, toen wenkte hij nog een anderen agent, Ga zoo gauw mogelijk naar den naastbijzijnden politiepost en haal daar vier man om je te helpen met deze menschen loop je naar de fa briek van den heer Wichern en ga daar dicht bij de nieuwe poort op post staan. Ben je daar met de omgeving bekend Heel goed, verzekerde de beamb te. Vóórdat ik bij de politie ging, werkte ik bij den vader van mijnheer den advocaat. Goed, je moet nauwkeurig de ko mende en gaande menschen opne men. In geval de jonge baron v, Eng- ler de villa verlaten mocht, volg je hem zonder dat het in 't oog valt en laat mij dadelijk weten, waar hij heen gaat 1 Toen stapte de commissaris met Rudolf in het rijtuig, dat daar nog op den laatsten stond te wachten en riep den koetsier eenige woorden toe, die hem tot grooten spoed aanzetten. Eenige minuten later waren zij al in het paleis van justitie aangekomen. Db commissaris verzocht aan Ru- dolf, even in het rijtuig op hem te wachten, toen stapte hij uit en snelde het gebouw in. Eenige oogenblikken later keerde hij terug, van zes gehei me politie-agenten vergezeld. Twee daarvan namen op den bok van het riituig plaats, terwijl de vier anderen naar een op een yrachtje wachtend rijtuig toesnelden cn daar haastig insprongen. Kaiscrstrasze 37, beval de com missaris. Beide rijtuigen rolden weg. Tien minuten later hadden zij het doel be reikt, on de heeren stapten uit. Over de met een looper bedekte trap ging de commissaris met Rudolf ea twee ondergeschikten naar de eer ste verdieping. Voor een sierlijke glazen deur hie ven zij staan. Een porselein plaatsje en een visi tekaartje waren daarop vastgemaakt. „Mevrouw de Wed. Godesberger", luidde het opschrift van het plaatje. Het fijne van een adellijk kroontje voorziene kaartje droeg den naam van Hugo. Op het bellen van Grosser werd da delijk de deur geopend. Een tamelijk oude, magere dame verscheen en vroeg verschrikt, wat de heeren wenschten. Ik wensch baron v. Engler te spreken ,zei de commissaris dadelijk, terwijl hij langs de oude dame heen de gang binnen ging. Het spijt mij, mijnheer is uitge gaan. Laat ons dan zijn woning zien. De dame aarzelde en keek den com missaris wantrouwend aan. Als ik mij niet vergis, is u nog al eens hier geweest, om naar den baron te vragen, zei ze toen. Ik kan u toch zoo maar niet de woning van baron v. Engler laten kijken, terwijl hij afwezig is. Zonder antwoord te geven, knoop te do commissaris zijn jas los en wees op het dienstplaatje, dat daaronder verborgen was. Ik kom in opdracht van mijnheer Alberti, den rechter van instructie, zei hij wees zoo goed ons de woning van baron v. Engler te laten zien. De oude dame schrok zoo hevig, dat zij over al haar leden begon te lie ven. Mijn hemel, wat is er gebeurd? Het gerecht en de politie in mijn huis? Maar Grosser verzocht haar kortaf zich bedaard te houden en liep door de intusschen geopende kamerdeur het woonvertrek van den afwezige binnen. Het was een zeer elegant gestoffeer de kamer met twee ramen. De commissaris liet een vluciitigen blik door hot vertrek glijden, toen liep hij naar de aangrenzende slaap kamer en bekeek ook deze. Daarop keerde hij naar de anderen terug, die op den drempel waren blij ven staan. Wanneer ia mijnheer uitgegaan vroeg hij de nog altijd bevende dame. 'Het was nog tamelijk vroeg, mis schien tusschen elf en twaalf uur. Anders is mijnheer aJtijd gewoon eerst om drie uur uit le gaan. Ook was hij vandaag zoo geheel unders als gewoonlijk. Mijn hemel, er zal toch niets ergs gebeurd zijn Weet u ook toevallig, waioneer hij gisteren thuis gekomen is? Ik heb hem niet gehoord, maai mijn dienstmeisje meende, dat het al aardig tegeu den morgen liep, want zij dacht er al over op te staan. Grosser boog om haar dank te zeg gen. Gij beiden, zei hij nu tot de mee genomen u^entcn, moet een niiuwkeu- rigen inventaris van de woning van den baron opmaken en dan gei echte lijk beslag op alles leggen. Wij zullen ons, zoo wendde hij zich tot Rudolf, zoo spoedig mogelijk naar de fabriek van uw vader begeven. Ik meen met eenig recht te kunnen aannemen, dal wij den baron daar zullen vinden. HOOFDSTUK XX. Bijna op hetzelfde oogenblik, waar-» op de jury zich in raadkamer begeven had ,om over Karl Beck een oordeel uit le sprekon, was lliklcgavd in do huiskamer met een handwerk bezig. (Wordt vervolgd}.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5