HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Donkere Schaduwen
DINSDAG 3 MEI 1910
OM ONS HEEN
No. f137.
Drijvende Schouwburgen.
In de Vereenigde Staten van Noord-
'Amerika, waar allerlei dingen anders
zijn dan bij ons, de menschen, de
huizen, de straten, de gewoonten en
manieren, daar bestaan ook drijven
de schouwburgen, theaters, die des
avonds in een stad of dorp hunne
deuren openzetten voor het publiek,
en 's nachts gesleept worden naar een
andere plaats.
Er zijn er verschillende, maar hun
afmetingen loopen weinig uit elkaar,
tomdat natuurlijk rekening gehouden
moet worden met do grootte van de
sluizen. De gewone lengte is daarom
honderd zeventig voet, de breedte vijf
en dertig of veertig. Dit gevaarte
wordt opgeduwd door een gewoon
sleepbootje, terwijl het sturen plaats
heeft op het schouwburgschip. Een
signalen-stelsel brengt de noodzake
lijke verbinding tot stand tusschen
den stuurman op het groote vaartuig
en den kapitein van het stoombootje.
De schouwburgzaal in het schip
doet denken aan een theater in een
kleine stad, ze kan ongeveer 1200
menschen bevatten, heeft 2 loges ho
ven elkaar, vlak bij het tooneel en
een galerij, die door de geheele zaal
rondloopt, terwijl amphitheatergewij-
ze tal van plaatsen beschikbaar zijn
op den beganen grond.
Een plaats voor een orkestje
acht personen is niet vergeten. Het
tooneel is gewoonlijk omstreeks twin
tig voet breed en in verhouding diep.
De coulissen zijn gedeeltelijk vast,
een ander deel kan omgeslagen wor
den. Het décor is zóó ingericht, dat
de meest voorkomende tooneelen, een
kamer, een straat, oen bosch en een
tuin gemakkelijk en vlug kunnen
worden aangebracht.
Achter liet tooueel ontbreken de
•kleedkamers niet, maar er zijn er
weinig en hun afmeting is niet
groot. Hierboven is de berging van de
requisiten, die niet zoo dikwijls ver
nieuwd worden als soms wel wen-
schèlijk wezen zou. De directeur van
den troep is zuinig en het kan soms
gebeuren, dat de tafel in het salon
van den millLonair eon paar wrakke
pooten heeft, zoodat de spelers er
aan moeten denken, dat het gevaar
lijk is er op te leunen.
Op de stoomboot zijn verder de
slaapgelegenheden voor den troep en
voor de bemanning ingericht. Er is
natuurlijk ook een eetzaal en een
keuken en bovendien een zeer belang
rijk onderdeel van de onderneming,
het stoomorgel, waarmee de aan
dacht van de omgeving wordt getrok
ken, zoodra het schip ergens aanlegt
om voorstellingen te geven. Wat een
lawaai dat orgel teweeg kan brengen,
kan ieder nagaan, die weet, dat het
geluid mijlen ver wordt gehoord.
De spelers en de bemanning zijn
waarschijnlijk rumo er proef ge
worden.
Eigenaardig is het, dat de directeur
van den troep het dikwijls zoover ge
bracht heeft, dat hij kapitein van het
vaartuig mag wezeneen enkele is
zelfs in het bezit van een machtiging
om als loods te fungeeren,
Wat de acteurs aangaat, zij hebben
meermalen nog andere bezigheden,
dan meespelen in het stuk. Volstrekt
niet onmogelijk is het, dat do man,
die in het orkest de groote trom slaat,
de jonge rollen in het gezel
schap speelt, of de lieer, die 't stoom
orgel dirigeert, als p ère noble
optreedt. Wanneer het een troep is,
die tooncelstukken speelt, beslaat hij
gewoonlijk uit vijftien personen, soms
twintig. Is het een operetten-gezel-
schap, dan is het aantal dikwijls
grooter.
De discipline aan boord, die vroeger
vrij lauw was, is nu zeer streng ge
worden, en één ernstige overtreding,
bijvoorbeeld een geval van dronken
schap, kan iemand zijn betrekkin:
kosten. Het talent van do spelers is
gewoonlijk overeenkomstig dat van
alle reizende troepen, hoewel het een
enkelen keer is voorgekomen, dat een
groot talent onder hen werd ontdekt,
en natuurlijk al heel spoedig op een
veel beter salaris naar den vasten wal
werd gelokt
Want de traclemcnten zijn het
niet, die de toonecliston naar een
drijvenden schouwburg lokken. Het
vrije cn betrekkelijk gemakkelijke le
ven vormt er de groote aantrekkings
kracht van. Koffers pakken, zich
reisvaardig maken komt niet voor,
dan één maal, aan het einde van het
seizoen, dat acht of negen maanden
duurt. Naar een'hötel behoeft gedu
rende de campagne niet gezocht te
worden, het vermoeiende, haastige
sporen vervalt, zoodat dan ook de le
den van een „drijvenden" troep over
het algemeen zeer tevreden zijn met
hun bestaan en langzamerhand een
beetje gemakzuchtig worden.
Aan het einde van het seizoen moe
ten zij dan ook erkennen, dat er op
die manier niet veel komt van voor
uitgang in de maatschappij. Nooit,
zoo heioven zij zichzelf, zullen zij
weer in een drijvenden schouwburg
optreden. Maar in de lente schrijven
zij den directeur tóch weer, of hij
hen' in den troep wil opnemen, tegen
verhoogd salaris. Wordt dat laatste
toegestaan, dan is het des te heter
zoo niet, dan gaan ze toch naar den
troep terug, want nergens kunnen ze
'oor den vacanlietijd zooveel overhou
den. De drijvende schouwburg be
zoekt meest kleine steden, zoodat er
weinig of geen gelegenheid is, geld
uit te geven en liet salaris nagenoeg
geheel kan worden gespaard.
Dikwijls doen de eigenaars van een
drijvenden schouwburg goede zaken,
de een met het vertoonen van dra
ma's, de ander van blijspelen, een
derde door beide. Over het algemeen
zijn ijselijke melodrama's het meest
in trek. Weken lang wordt er ge
speeld builen de centra der bescha
ving, in kleine plaatsen, waar alleen
mijnbouw wordt uitgeoefend. Het is
verrassend, dat de klanken van het
stoomorgel In staat zijn, zelfs de
menschen uit de diepte der aarde
naar de voorstellingen te lokken I
Half Maart komt de troep bijeen,
en schikt zich om de groote kachel
in de eetzaal, want het is dan ge
woonlijk nog koud, om de rollen te
lezen, en daarna in te studeeren.
Veertien dagen daarna wordt dan de
eerste voorstelling gegeven in een
stadje, waar de directeur een oude
grief tegen heeft, want goed gaat
het dan natuurlijk nog niet. Eerst la
ter komt het samenspel en worden de
rollen goed gekend.
Het publiek is zeer verschillend,
naar" gelang van de streken, die be
zocht worden. Menigmaal ontstaat
er twist tusschen bezoekers, die soms
wel inet het mes woi'dt beslecht, maar
gezegd moet worden, dat de strijdende
partijen daarbij gewoonlijk den
schouwburg verlaten en hun gevecht
voortzetten op den oever. Voor de
toonêelspelers zelf bestaat van den
kant hunner toehoorders nimmer
eenig gevaar.
Wel dreigen andere gevaren. Wie
met een schip vaart, onverschillig of
dat op zee, op de rivier of in een sloot
gebeurt, moet zich voor schipbreuk
bereid houden. Meermalen zijn drij
vende schouwburgen dan ook naai
de diepte gegaan. Sommige Ameri
kaansche rivieren kunnen eene felle
strooming hebben en zeer gezwollen
zijn.
Zoo kwam het voor, dat op een
morgen, kwartier over vijven, toen de
boot nog maar kort onder weg was,
een botsing plaats had met een sluis
deur, die door liet bijzonder hooge
water geheel aan het oog onttrokken
was.
In den tijd van drie minuten zouk
het heele gevaarte. Gelukkig hadden
al de opvarenden zich op het slorm-
dek weten te redden, zij het dan ook
in allerlei fantastische costuums,
want voor aankleeden op de gewone
wijs had do tijd. ontbroken. De groote
hoogte van het gevaarte was de red
ding der schipbreukelingen toen de
kiel den bodem der rivier raakte slak
het stormdek nog hoven het water uit.
Bibberend van kou zaten zij in den
killen Maartmorgen bijeen, totdat
in den oever redding opdaagde.
Kleinere ongelukjes komen natuur
lijk bij zoo'n groot gevaarte meerma
len voor, zoodat voor de acteurs en
actrices de emotie zich lang niet al
tijd bepaalt tot datgene, wat op het
tooneel voorvalt.
Aldus vertelt Harry High in het
tijdschrift The Wide World
Magazine.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
DEN OPSTAND IN ALBANIë
naar Noord-Europa doorgelaten wor
den, blijkt steeds duidelijker, dat het
hier een zéér ernstige beweging
geldt. Daarom zij het ons vergund,
eenige nadere bijzonderheden mede te
doelen. Allereerst over het land. I-Iet
vormt liet westelijk deei van Euro-
poesch Turkije, grenst aan Montene
gro, Macedonië en Bosnië, en heeft
een bevolking van ruim 21/2 mil-
lioen zielen.
De Albaneczen, of de Arnauten,
illen zich niet onderwerpen aan de
wetten, die onder het nieuwe régime
voor alle Turken gelden en dus óók
voor hen, die zich nagenoeg als zelf
standig beschouwden. Zij beweren,
dat men hen belastingen oplegt, die
zij volgens een vroeger verdrag met
de regoering niet behoeven te beta
len. Maar do zaak is nog veel meer,
dat men oen einde wil maken aan
hun betrekkelijke onafhankelijkheid.
Dat dulden de Albaneezen niet 1
Een Albanees is een dapper en
strijdlustig man. Z'n land is meerma
len liet tooneel van een bloedigen
strijd geweest. Herinneren we onze
geschiedenis, goed, dan zijn er in de
middeleeuwen herhaaldelijk gevech
ten geleverd om den zegen van de
Halve Maau of van 't kruis. Ook is
er in het laatst der 14de eeuw een
groote slag geleverd, die een eind
maakte aan het toenmalig groote Ser
vische rijk. Dit laatste zou elke Ser
viër u kunnen vertellen, want nog
leert het oude geslacht aan de jon
gere generatie het verlangen naar 't
oude groot-Servische rijk
De Albaneezen hebben zich als één
man aan den opstand gewijd. Dit
moet althans wei, want de particu
liere telegrammen (die we meer ver
trouwen dan de ofücieele uit Kon-
stantinopel spreken van legermach
ten, die 10 eu 20 duizend krijgers
tellen.
Eindelijk, nadat de bezetting van
Turksche soldaten herhaaldelijk ne
derlagen geleden had, begreep men
in KoiiStaatmopei, dat 't erust was.
Toen werden ijlings maatregelen ge
nomen, om de opstandelingen in
tal en sterkte te overtreffen.
Er zijn. in de laatste dagen bloe
dige gevechten geleverd honderden
lieten op de slagvelden het leven.
Maar nog is de strijd niet heslist.
De opstandelingen hadden een vóel-
beteekenende bergpas en spoorweg
tunnel in het bezit en verdedigden die
met den moed der wanhoop.
Volgens een pas ontvangen draad-
bericht hebben de Turken daar ten
slotte overwonnen. Het geweldige
vuur van kanonnen en mitrailleuses
heeft de opstandelingen uit hun stpl-
lingen verdreven en doen vluchten.
Ze konden daar niet langer de over
macht weerstaan. Wel dragen ze ook
geweren, maar wanneer de kanonnen
on mitrailleuses aan het woord ko
men
Toch behoeft men in Konstnntino-
pel niet te denken, dat men nu het
verzet der Albaneezen geheel en voor
goed gebroken beeft. Het is ongetwij
feld, dat de vluchtelingen zich weer
zullen vereenigen, om op andere
plaatsen aan het Turksche leger af
breuk te doen.
Zoo kan de opstand nog lang du
ren 1
En de Albaneezen worden gesteund
door de Arabieren. Dit is wel niet
direct, maar toch indirect. Deze
naam-onderdanen der Turken zijn
ook in opstand en verdoelen alzoo de
macht van het Turksche leger.
Over den opstand in Arable wordt
nog minder ruchtbaar dan over die
in Albanië. De ofiicieele berichten
willen 't evenwel doen voorkomen,
alsof het ergste .van don opstand al
voorbij is.
Bovendien heerscht er
EEN CRISIS IN TURKIJE,
Weer I De minister van financiën
heeft zijn ontslag ingediend naar
aanleiding van het votum der Kamer
bij de behandeling der begrooting tot
schrapping van de jaarlijksche toe
lagen voor zes keizerlijke prinsessen.
De andere ministers verklaren zich
met hun collega over de dubbeltjes
solidair. De minister van binnenland-
sohe zaken heeft ook reeds ontslag
aangevraagd en de anderen zullen
het voorbeeld wel volgen.
Toch is er nog kans, dat de crisis
bezworen wordt. Er zijn blijkbaar ge
heime machten aan het werk, die
de ministers willen bewerken, om op
hun besluit terug te komen, hetzij
door de Kamer te vragen het besluit
te herroepen, hetzij door Kameront
binding.
In Spanje is men na de laatste Ka
mer-ontbinding weer begonnen
te verkiezen. Bij de candidaatstelling
van Zondag zijn als leden van de
Kamer van Afgevaardigden verkozen,
verklaard 69 liberalen, 34 conserva
tieven, 3 republikeinen, 3 carlisten,
2 on afban kei ijken, 1 nationalistische
republikein, 1 nationalistische libe
raal en 1 integrist.
wordt in de pers druk besproken. De
unionistische bladen hekelen het ont
werp. Van de hervorming van het
Iloogerhuis, die er in voorgespiegeld
wordt, willen alle ministers en een
belangrijk deel der ministerieele par
tij niets weten, zoo heet het.
De „Standard" schrijft, dat het
wetsontwerp den voorzitter van het
Lagerhuis tot dictator van een repu
bliek maakt. Volgens dat blad zal
I-Ialdane's en Grey's naam als eerlijk
staatsman na dit wetsontwerp t.en
grave dalen.
De Fransche minister van oorlog
heeft hij de receptie van Paulhan, ge
organiseerd door de Fransche auto-
rnobielclub, een rede gehouden over
DE LUCHTVAART.
In gezelschap van enkele andere
ministers huldigde hij de verdiensten
van Paulhan en zei o. a.
Wij Jeuken er niet aan de bestuur
bare luchtschepen op te geven, daar
wij van meening zijn, dat" deze sche
pen, bestuurd door bekwame handen
als die van Paulhan, in staat zijn do
grootste diensten aan het leger to
bewijzen.
De lange, prachtige overtocht van
Paulhan geeft reden, om er met
zekerheid op te rekenen, dat spoedig
de tijd zal komen, dat het systeem
„zwaarder dan de lucht" zulke vor
deringen heeft gemaakt, dat het even
eens zal kunnen mededingen.
Gistermiddag kwam
ROOSEVELT TE KOPENHAGEN
aan en werd ontvangen door den
kroonprins, den Amerikaanschen ge
zant. en den minister van buiten-
laudschc zaken.
Na de begroeting reden de kroon
prins eu Roosevêit gezamenlijk naar
het paleis.
Stadsnieuws
Paardenmarkt.
Het was paardenmarkt gisteren.
Daar stonden ze droomerig in de
pb' se Mei-warmte, de goedige bles
sen, knippende met de stille oogen,
onrustig soms kijkend in het zonne-
geglinster vóór hen,waar doorheen de
koopers en verkoopers krioelden en
zaken deden. Luid-sterns prezen de
eigenaars de wondere eigenschappen
van hun rossinanten, die zoo voor-
trofielijk waren, dat de leek op Hip
pisch gebied zou kunnen meenen,
niets dan afstammelingen-in-rechtu-
linie van het befaamde ros Beyaard
voor zich te zien. En, gelijk deze
legendarische viervoet, brieschten de
beestjes onder het aanmoedigend
stem-geklink en 't nog-veel-aanmoe-
digendor zweep-geknal achter hen.
En zoo renden ze na elkander de
Dreef op en af, kritisch gemonsterd
door kooplustigen, die bedenkelijk de
hoog-gepette hoofden schudden, als
het draven niet naar wensch ging,
een enkel maal ook wel eens goed
keurend knikkend, als het proef-dier,
een Arabsiche volbloed gelijk, sierlijk
daarheen galoppeerde.
Een paar zuur-kraampjes waren
opgeslagen, met het kennelijk doel.
den jnwendigen paardenkooper wat
op te sterken, en de nering was ver
rassend druk.
De paarden mochten toezien, cn
bleven droqmen en peinzen, lang-hal-
zig over het lijntje starend, wachtend
op een verandering-van-eigenaar, die
zich vaak niet vertoonde. Het kwam
ons voor, dat er niet zooveel paarden
waren, dan andere jaren wel eens het
geval geweest is.
Bloemententoonstelling.
De 3e Tijdelijke Tentoonstelling zal
nu Woensdagmiddag geopend wor
den.
De internationale jury zal als volgt
zijn samengesteld
Uit België Firmra Lambeau, voor
zitter van de Sociélé Royale de Flore
te Brussel, J. Closon van de firma
Jacob Makoy te Luik, G. Lanthoine te
Watermael, E. Craet te Mont St.
Amand.
Uit Oosten.- Dr. A. Biirgerstelo
cn A. Vollbracht te Weenen.
Uit Nederland Jhr. L. J. Quarles
van Ufford, i a Haag, J. F. Wilko,
te Rotterdam, H. Wind, chef-bloe
mist op het Loo, B. Ruijs te Dodems-
vaart, J. C. en G. W. Keessen, te
Aalsmeer, D. A. Koster en P. A. Otto-
lander to Boskoop, W. II. de Graaff
te Leiden, J. C. M. Hoog te Haarlem,
G. J. van Meeuwen te Heemstede en
P. W. Voet, te Overveen.
Uit Engeland R. Hooper Pearson,
hoofdredacteur van The Gardeners'
Clironicle te Londen, Stanley, orchi-
deeënkweeker te Londen. Ook uit
Frankrijk en Duitschland worden nog
enkele juryleden verwacht.
De beoordeel ing vangt Woensdag
morgen te half tien aan.
Daar de tijd der bolgewassen nu
voorbij is en evenzoo die van de ge
forceerde planten van Boskoop, zul
len op deze 3e Tijdeliike Tentoonstel
ling voornamelijk geëxposeerd zijn
vervroegde begonia's, enkele nieuwe
en onbekende bolgewassen, een groo
te groep sierplanten, verschillende
inzendingen Pelargoniums, een groo
te colleetie afgesneden bloemen, voor
al rozen, eenige inzendingen serin
gen.
Uit het buitenland komt een merk
waardige inzending Gerbera's, een
nieuwe soort bloemen, die op gekleur
de margrieten lijken. Nog zendt het
buitenland in een zeer fraaie groep
cactussen. Verder wordt deze 3e Tij
delijke opgesierd door inzendingen
orchideeën, waaronder zeer zeldzame
soorten.
Buiten op de vollegronds bloeien
thans dc tulpen Ln volle fleur, de la
tere soorten beginnen reeds te kleu
ren, de rhododendrons komen hoe
langer hoe meer in bloei.
Woensdagmiddag te 7 uur wordt in
het Grand Hötel Fünckler door do
Algemeene Vereeniging van Bloem
bollencultuur een diner van 30 cou
verts ongeveer aangeboden, waaraan
zullen deelnemen de leden der jury
en enkele Tentoonstellings-autoritei-
ten.
Vandaag bezichtigde het gezamen
lijk personeel der firma J. L. E. I.
Breda Kleijnenberg de Tuinbouwten
toonstelling.
Gevonden voorwerpen.
Een ijzeren spoorstuk van een rij
tuig, OÜeslagersl aan 2.
Een vrouwenzak, inh. een flacon,
Ged. Raamgr. 49.
Een hai. itaschje, inh. geld, Gen.
Joubertstraat 44.
Een kilometerboekje der Staats
spoor, ten name van C. Ch. v. Lim
burg Styrum, Voorzorgstraat 59 rd.
Een pantoffel, Tulpenstraat No.
17 rood.
Een schooltasch, Bakkerstraat 2.
Een ceintuur, Saenredamstr. 82.
Een zweep, Gen. Bothastraat 28.
Een portemonnaie, inh. geld, Kool-
steeg 16.
Een ring, waaraan 9 sleutels, aan
het politiebureau.
Een gouden ring, Lïuschotcnstraat
No. 38.
Een portemonnaie, inh. geld cn
een penning, Koudenhorn 78.
Een beursje met geld, aan 't Post
kantoor.
Een biervat, Brouwersstraat 80.
Een medaillon met twee portretten,
Koninginneweg 89.
Aan hetPolitieöur eau al
hier is aangifte gedaan
van het vermissen van een rijwiel,
dat voor een perceel aan do Groote
Houtstraat stond
van bet verliezen van een bankbil
jet van f10
dat eën valsch bankbiljet van f 40
in betaling is gegeven.
Druk v e r v o e r.
Vanwege de politie werd Zondag
contróle uitgeoefend op het vervoer
van passagiers uit den Hout naar
liet station met de Haarlemsche paar
dentram. In den laatstcu tijd, voorna
melijk tijdens de tentoonstelling, ver]
trokken er trams, die veel te veo{
passagiers in hadden, clan voorgei
schreven is, zoodat, om dit nu ld
keeren, Zondag twee politieagenten,
hij de tram hadden post gevat, die do
passagiers telden en waar te veoC
de laatst gekomenen deden af
stappen.
SPORTTENTOONSTELL1NG
HAARLEM.
Naar wij vernemen, heeft ook de
heer Nic. Broekhuijscn, voorzitter
van den Nederl. Korfbalbond, zich -
bereid verklaard in het aere-comité
voor bovengenoemde tentoonstelling
zitting te nemen.
Faillissementen.
Door het Gerechtshof te Amsterdam
is bij arrest van 27 April 1910 in
staat van faillissement verklaard J.
Heistek, sleepbootkapitein te Zaan
dam.
Rechter-commissaris Mr. P. J G.
van der Muelen.
AFSCHEID J. DE KOCK.
Zaterdagmorgen bood de heer J.
i Koek, de scheidende directeur der
Rijks-Normaallessen, aan leerlingen
en oud-leerlingen de gelegenheid, af-
scheid van hem te nemen. Dit ge
schiedde in het gymnastieklokaal van
de school des heeren llubregtse.
Nadat eenige kweekelingen den be
minden leermeester per rijtuig van.
zijn woning afgehaald hadden, bood
een hunner, onder woorden van groo
te waardeering, een souvenir aan.
Een der dames-kweekellngen over
handigde daarop mevrouw De Koek
een praciitigen bloemruiker.
De heer De Koek dankte in een
hartelijke toespraak voor deze bewij
zen van symptahie, welke rede niet
naliet op de aanwezigen grooten in
druk te maken.
Mede tegenwoordig waren de hee
ren G. Roodenburch en K. J. Raze-
liiis, respectievelijk districts- en ar-
rondissern onts-sc.h ooi opzien er, die
beiden den scheidenden leeraor hul
digden voor al hetgeen hij gedurende
zoo een lange reeks van jaren in het
belang van de school gednan heeft.
Ook zijn groote verdiensten als pae-
dagoog werden dankbaar erkend.
fen slotte deelde de beer Razelius
nog mede, dat de Rijks-Normaalles
sen voortaan zullen gegeven worden
in de school van den nieuw-benoem-
den directeur, den heer E. ten
Broeke.
Ir de laatst gehouden schoolverga
dering heeft de heer De Koek reeds
van de leeraren der Normaallessen
afscheid genomen.
Hij gaat nu een welverdiende rust
genieten.
GYSBERT JAPICX.
Voor het laatst in dit seizoen kwa
men de Friezen Zaterdagavond bij
een. Mr. A. S. Miedema sprak de
aanwezigen toe, herdacht den geboor
tedag van Prinses JuliGna, huldigde
Dr. H. B'rongersma, wien hij allen
Friezen ten voorbeeld stelde en wekte
de leden op „rucht en sjlucht" hun
plicht te doen.
Onder leiding van Mej. Meinsma
zong het zangkoor op goode wijze ee
nige' liederen, waarna Jong-Friesland
een reeks van aardige liedjes ten bes
ts gaf.
Acht jonge dames, in matrozenoos-
tuum roemden daarna met zang het
oude Friesland.
De heer Dijkstra, de voorzitter van
het zangkoor huldigde mej. Meinsma
voor haar leiding en de kinderen ver
eerden de directrice een mand bloe
men.
Het voornaamste nummer van liet
programma was de opvoering van een
Friesche overzetting van Molières Le
médeein maJgré lui".
Het geestige stuk werd goed ver
tolkt. De personen die voor Ilarke
D werst ried ^en Vrouwtje Berber speel
den, deden dit op verdienstelijke
wijze,
Mr. Miedema dankte in een toe
spraak Mej. Meinsma nog eens voor,
de leiding der zangnummers en den
heer Reyenga voor die der tooneelre-
petitïes.
Stremming verkeer.
Zaterdagmiddag Lag tusschen de
Gravensteenenbrug in het Spaame
van 1 tot 2 uur ongeveer een reus
achtige baggermolen bekneld en.
wel zoo dat er geen verwegen in te
krijgen was, verscheidene schepen
FEUILLETON
Naar het Duitsch.
Door
PAUL HENKENSv
54)
Tegenover deze aan den dag ko
mende omstandigheden hen ik ge
noodzaakt dadelijk stappen te doen
tot do onmiddellijke gevangenneming
van den baron. U moet voor de ge
vangenneming zorgen, commissaris,
en omdat er geen tijd over is om een
hevelschrift in orde te brengen, moet
gij net doen in den vorm van eene
voorloopige hechtenis.
Als u het goedvindt, sluit ik mij
hij den heer Grosser aan, zei Ru-
dolf op opgewunden toon ik meen
uit naam van mijn cliënt dit verzoek
te mogen uitspreken.
Dat spreekt van zelf, mijnheer
Vt'lchem. Aan uw scherpzinnigheid
hebben wij in deze zaak liet meeste le
danken. Voeg u bij den commissaris.
Vvij kunnen intussclien, met die
woorden wendde hij zich tot den arts
ons werk hier afmaken. Twee
agenten blijven hier ter onzer dispo
sitie, beval hij toen. Twee recher
cheurs zijn zeker voor u voldoende,
mijnbeer Grosser
Ik kom toch langs het paleis van
justitie, antwoordde de aangesproke
ne. Bij die gelegenheid kan ik im
mers, als ik dat noodig] mocht vinden,
nog een paar menschen meenemen.
Dan aan het werk, beslooL Al
bert)'. Op zijn laatst over een uur ben
ik weer op mijn kamer.
Rudolf en de commissaris namen
afscheid van de andere heeren. Diop
ontroerd liep de jonge advocaat naast
den commissaris.
Nog nooit in zijn leven, zelfs nietln
de dagen, toen zijn eigen levensgeluk
zoo vreeselijk door de tegen Beek uit
gesproken aanklacht bedreigd werd,
had hem zoo'n hevige schrik aange
grepen als hem nu het hart deed he
ven.
in de gang bleef Grosser bij den re
chercheur Pohl staan, die ook. Rudolf
kende.
Ken je den jongen baron v. Eng-
lor vroeg hij.
Zeker, mijnheer de commissaris,
antwoordde de beambte.
Neem dan Scliröter en Braun tot
je assistentie mee, en ga met hen
naar het station. Het vertrek van den
baron uit de stad moet in elk geval
verhinderd worden. Ais 't niet anders
kan, neem je liern maar gevangen.
Grosser dacht een oogenblik na,
toen wenkte hij nog een anderen
agent,
Ga zoo gauw mogelijk naar den
naastbijzijnden politiepost en haal
daar vier man om je te helpen met
deze menschen loop je naar de fa
briek van den heer Wichern en ga
daar dicht bij de nieuwe poort op post
staan. Ben je daar met de omgeving
bekend
Heel goed, verzekerde de beamb
te. Vóórdat ik bij de politie ging,
werkte ik bij den vader van mijnheer
den advocaat.
Goed, je moet nauwkeurig de ko
mende en gaande menschen opne
men. In geval de jonge baron v, Eng-
ler de villa verlaten mocht, volg je
hem zonder dat het in 't oog valt en
laat mij dadelijk weten, waar hij
heen gaat 1
Toen stapte de commissaris met
Rudolf in het rijtuig, dat daar nog
op den laatsten stond te wachten en
riep den koetsier eenige woorden toe,
die hem tot grooten spoed aanzetten.
Eenige minuten later waren zij al
in het paleis van justitie aangekomen.
Db commissaris verzocht aan Ru-
dolf, even in het rijtuig op hem te
wachten, toen stapte hij uit en snelde
het gebouw in. Eenige oogenblikken
later keerde hij terug, van zes gehei
me politie-agenten vergezeld.
Twee daarvan namen op den bok
van het riituig plaats, terwijl de vier
anderen naar een op een yrachtje
wachtend rijtuig toesnelden cn daar
haastig insprongen.
Kaiscrstrasze 37, beval de com
missaris.
Beide rijtuigen rolden weg. Tien
minuten later hadden zij het doel be
reikt, on de heeren stapten uit.
Over de met een looper bedekte
trap ging de commissaris met Rudolf
ea twee ondergeschikten naar de eer
ste verdieping.
Voor een sierlijke glazen deur hie
ven zij staan.
Een porselein plaatsje en een visi
tekaartje waren daarop vastgemaakt.
„Mevrouw de Wed. Godesberger",
luidde het opschrift van het plaatje.
Het fijne van een adellijk kroontje
voorziene kaartje droeg den naam
van Hugo.
Op het bellen van Grosser werd da
delijk de deur geopend. Een tamelijk
oude, magere dame verscheen en
vroeg verschrikt, wat de heeren
wenschten.
Ik wensch baron v. Engler te
spreken ,zei de commissaris dadelijk,
terwijl hij langs de oude dame heen
de gang binnen ging.
Het spijt mij, mijnheer is uitge
gaan.
Laat ons dan zijn woning zien.
De dame aarzelde en keek den com
missaris wantrouwend aan.
Als ik mij niet vergis, is u nog
al eens hier geweest, om naar den
baron te vragen, zei ze toen. Ik kan
u toch zoo maar niet de woning van
baron v. Engler laten kijken, terwijl
hij afwezig is.
Zonder antwoord te geven, knoop
te do commissaris zijn jas los en wees
op het dienstplaatje, dat daaronder
verborgen was.
Ik kom in opdracht van mijnheer
Alberti, den rechter van instructie,
zei hij wees zoo goed ons de woning
van baron v. Engler te laten zien.
De oude dame schrok zoo hevig, dat
zij over al haar leden begon te lie
ven.
Mijn hemel, wat is er gebeurd?
Het gerecht en de politie in mijn
huis?
Maar Grosser verzocht haar kortaf
zich bedaard te houden en liep door
de intusschen geopende kamerdeur
het woonvertrek van den afwezige
binnen.
Het was een zeer elegant gestoffeer
de kamer met twee ramen.
De commissaris liet een vluciitigen
blik door hot vertrek glijden, toen
liep hij naar de aangrenzende slaap
kamer en bekeek ook deze.
Daarop keerde hij naar de anderen
terug, die op den drempel waren blij
ven staan.
Wanneer ia mijnheer uitgegaan
vroeg hij de nog altijd bevende dame.
'Het was nog tamelijk vroeg, mis
schien tusschen elf en twaalf uur.
Anders is mijnheer aJtijd gewoon
eerst om drie uur uit le gaan. Ook
was hij vandaag zoo geheel unders
als gewoonlijk. Mijn hemel, er zal
toch niets ergs gebeurd zijn
Weet u ook toevallig, waioneer
hij gisteren thuis gekomen is?
Ik heb hem niet gehoord, maai
mijn dienstmeisje meende, dat het al
aardig tegeu den morgen liep, want
zij dacht er al over op te staan.
Grosser boog om haar dank te zeg
gen.
Gij beiden, zei hij nu tot de mee
genomen u^entcn, moet een niiuwkeu-
rigen inventaris van de woning van
den baron opmaken en dan gei echte
lijk beslag op alles leggen. Wij zullen
ons, zoo wendde hij zich tot Rudolf,
zoo spoedig mogelijk naar de fabriek
van uw vader begeven. Ik meen met
eenig recht te kunnen aannemen, dal
wij den baron daar zullen vinden.
HOOFDSTUK XX.
Bijna op hetzelfde oogenblik, waar-»
op de jury zich in raadkamer begeven
had ,om over Karl Beck een oordeel
uit le sprekon, was lliklcgavd in do
huiskamer met een handwerk bezig.
(Wordt vervolgd}.