NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. Donkere Schaduwen 27e Jaargang. No. 8244. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 11 MEI 1910 B Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—73, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem f l*2® Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)J-30 Franco per post door Nederland1-65 Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37H de omstreken en franco per post n 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzie!.; OVER KONING GEORGE V hebben we reeds enkele levensbijzon derheden geschreven. Toch waren de ze meedeelingen niet veeJ meer dan cijfers over geboorte, opvoeding, trouw, enz. Daarom mogen we onzen bekenden Engclschen collega Wil liam Stond nog wel even aan 't woord laten, om over den nieuwen regeer der een en ander te vertellen. Hij schrijft o. a. Koning George komt 't zedelijke Ideaal van den Engelschen middenstand meer nabij dan eenig ander, die na Oliver CromweU heeft geregeerd. Hij heeft gemeen met den tsaar op wien hij ook uiterlijk lijkt dal hij uitermate huiselijk is. Hij is het voorbeeld van een huisva der. Hij houdt niet van pronk en vor men en al de fratsen van het hof. Hij heeft een goede vrouw, en weet het. Hij leeft voor zijn kinderen. Zijn groote genui is thuis te komen en een kalmen avond met vrouw en kroost door te brengen. Hij heeft een hekel om uit eten te gaan. Aan kaartspelen doet hij niet veel, en nooit om geld. (Dit is blijkbaar een criliek op ko ning Edward, die wel veel van uit gaan en spelen hield). Hij haat oin- kooperij, en men zegt, dat hij schoon maak zal houden onder het personeel dat op commissieloon van de leveran ciers uit is. Hij leest veel, kranten en bla wboeken vooral. Hij beïlt geen renpaarden. (Van wijlen Edward VII moesi ju'si anders getuigd worden. Hij was een dolle liefhebber van paar den en leefde als 't ware bij de ren sport). Om half elf in bed en om half zevop en bezig te zijn, is zijn stre ven geweest E.- is nier veel kans. dat hij op den troon mei zul meetellen. Hij zal geen konuig-uiie-met zijn, maar een koning van top lol teen. Hjj is geen kuuap meer mj is 4-1 jaar, in de volle kiacht vaa liet leven. Hij heelt vele jaren doo.gebracht met zich vertrouwd te niuh.u met de regeeriagsvraagstuk- ken in de verschillende deelen van het Britsclic Rijk. liij is eerzuchtig en beeft een hoog gevoel van wai hij aan de natie en zijn ambt verplicht is. Misschien hel belangrijkste voor het land schrijft Stead nog is dat on ze nieuwe koning een goede vrouw heeft, wier takt en oorueel en inge ving hem in moeilijke uren tot grooto hulp* zullen wezen. De koningin is seoert eeuwen de eerste Engelsche vroaw, die koningin van Engeland word'. Misschien voorspelt geen tee- keu meer geluk voor de nieuwe re geering dan dat. Tot zoover Stead. 't Moet voor de koningin-weduwe Alexandra met prettig zijn, dit laat ste te lezen. Ze is immers een Deen- sche. De ENGELSCHE REGEERINGS- ZAKEN zijn al weer bijna in 't effen Bpoor. De ministers die tijdens 't onverwachte sterven in 't buitenland vertoefden om rust te zoeken voor de vermoeie nissen der biunenlandsche politiek, zijn weer in Londen teruggekeerd. Volgens de Grondwet zijn de Excel lences verplicht, bij 't opireden van een nieuwen koning af te treden. Dit hebben ze ook nu gedaan. Naar de letter der wet overhandigden ze den komig hun portefeuille, maar.... Z. M. gaf zo hun weer dadelijk terug 1 Heden zal 't Lagerhuis vergadercu. in welke zitting de minister-president een koninklijke boodschap zal voor lezen, waarin meedeeling wordt ge daan van 't overlijden van koning Edward daarna zoJ een adres van antwoord worden opgemaakt. Koning George heeft bepaald, dat zal zijn. Dan zal ook de plechtige be grafenis plaats hebben. De lijst van de officieele vertegenwoordigers en van de vorstelijke personen, die daar bij tegenwoordig zullen zijn, is nog niet volledig. Nu wordt weer gemeld, dat ook de koning van België naar Londen zal komen, om koning Ed ward de laatste eer te bewijzen. Naar men thans als stellig ver neemt, zal aan het publiek alleen ge legenheid worden gegeven de kist des komngs en niet zijn gelaatstrekken te zien. De nieuwe koning hoeft eenige DANKBETUIGINGEN AAN 'T LEGER EN AAN DE MARINE gezonden. In 't schrijven aan de ma rine spreekt Z. M. zijn dankbaarheid uit voor de trouwe diensten aan zijn vader bewezen en verder, dat zijn eigen terugtreden uit den actieven dienst bij de marine in geen enkel op zicht zijn genegenheid er voor hoeft verminderd. Z. M. weet hoe geheel en al hij kan vertrouwen op haar toewij ding en plichtsbetrachting als de eer ste vérdédtger van lands eer en zaï steeds haar lotgevallen met trots en toesrenegen belangstelling volgen. De boodschap aan 't leger is vrijwel eender gesteld. De koning zegt daar in, dat hij met groote zorg zai waken voor de slagvaardigheid van het le ger en zicli verlaat op zijn traditio- ueele trouw en toewijding. DE KONINGIN-WEDUWE HEEFT EEN BRIEF AAN "f ENGELSCHE VOLK GERICHT. In dezen brief zegt koningin Alexan dra a-an 't Engelsche volk dank voor do haar betoonde deelneming. „Uit de diepte van mijn arm gebroken hart wensen ik de geheele door mij zoo geliefde natie mijn diepgevoelden dank te betuigen voor de roerende be tuigingen van deelneming in mijn on uitsprekelijk verdriet, van alle klas sen, hoog "en laag, rijk en arm, der natie die~een onherstelbaar verlies ge leden heeft door het plotseling uit het leveD wegroepen van haar besten vriend, vader en vorst. Ik vertrouw mijn geliefden zoon aan uw zorg toe ik weet, dat hij zijns vaders voetstap pen wil volgen, en ik verzoek u hem dezelfde trouw en toewijding te too- nen, die gij zijn vader hebt betoond. Ik weet, dal mijn geliefde zoon en schoondochter hun best zullen doen dit te verdienen." In Engeland wordt thans veel ge schreven over EEN EEDSQUAESTIE. Als „verdedigers van het geloof" en hoofd van de Anglikaansche kerk spreekt de koning naar een oud ge- 1 bruik uit veelbewogen dagen in zijn eed van trouw, woorden, die voor zijn I katholieke onderdanen en voor de ge- j heele katholieke wereld grievend zijn. Na de eedsaflegging door koning Ed ward is daarop opnieuw de aandacht gevestigd en verleden jaar, bij de be- handeling van een wetsvoorstel be- treffende de katholieke kerkgoederen, roerde de eerste-ininister liet punt aan en verklaarde zich beslist vooj de weglating van deze woorden uit het eedsformulier. Een groote meerder heid van afgevaardigden deden toen van hun instemming blijken. De heer John Redmond heeft thans een brief geschreven aan minister Asquith, waarin hij hem deze feiten in herin nering brengt, en hem verzoekt te wil len bewerken, dat de gewraakte zin snede uit het eedsformulier wordt weggelaten, uls de nieuwe koning voor zijn kroning den eed van trouw aan de grondwet zal afleggen. DE KRETENSER QUAESTIE. Nog altijd, en nu weer opnieuw Maandag werd de Nationale Verga dering van Kreta in naam des ko- nines" van Griekenland, door 'Skoe- loedis, den president der voorloopige regeering. ceopend. Toen de nanm van den Griekschen Koning word ge noemd. barstten de Christenleden der verandering en de toeschouwers los in storm achtisre toejuichingen. De Mohamedannsche leden dienden een schriftelijk protest in. Nadat de president der Nationale Vergadering verzocht had door het afleggen van den eed van trouw aan den koning het vroegere besluit om trent de inlijving van Kreta opnieuw te bekrachtigen, werd onder leveudi- ge toejuichingen de eed afgelegd. ROOSEVELT IS THANS IN DUITSCHLAND. 't Keizerpaar heeft deD oud-presi dent hartelijk ontvangen. Wegens den rouw waren er geen officieele feesten georganiseerd. Stadsnieuws Als de Koningin komt. Ter bespreking en vaststelling van het versieringsplan voor de hoofd straat ter gelegenheid van het bezoek van H. M. de Koningin, vergaderden Dinsdagavond, onder presidium van den volijverigen voorzitter der Groote Houtstraat-Vereeniging, den heer Abr. Meyer, de bewoners van Haar lem's voornaamste winkelstraat. Toen de pendule in het bovenzaal tje van Café Neuf haar negen slagen klinken liet, was alleen de secretaris van gemelde vereeniging, mr, H. Ph. 't Hooft, nog maar aanwezig lang zamerhand evenwel bij druppels, en soms met een héél dun straaltje kwamen de belangstellende Groote- Houtstraters opdagen, en tegen half tien mocht de heer Abr. Meyer in zijn openingswoord met voldoening constateeren, dat ongeveer veertig personen der vergadering door hunne tegenwoordigheid beteekenis bijzet ten. Nog even releveerde spreker, wat op de vorige vergadering beslo ten is. De heer Meyer bracht in herinne ring, hoe de Groote Houtstraat-bewo ners van meening waren, dat hun straat nu bij dit bezoek eens artistiek versierd worden moest. Daartoe werd de heer John F. Hulk in den arm genomen, die een zeer mooi plan ontwierp, dat hem als ar- I tist alle eer aandoet. Echter hoe dikwijls gebeurt zulks in het leven j niet vroeg de heer Meyer zuchtend ook hier kwam de nuchtere prac- I tijk in botsing met de artistieke in zichten van den heer Hulk. i Deze wilde namelijk niets meer of minder, dan dat de winkeliers hun vitrines met bloemen zouden opvul len. Wél zou dit natuurlijk een schit terend effect geven, maar gebleken is, dat het onmogelijk is vooral om financieeie redenen ook dit gedeel te van 's heeren Hulks ontwerp te realiseeren. Toch wekte spreker op, de etalage-kasten met bloemen en groen te versieren, want Haarlem"s eerste winkelstraat moet er zoo fees telijk mogelijk uitzien. Wat het plan van den heer Hulk voor het overige aangaat, zal het in zijn geheel worden uitgevoerd. Daar om betreurde spreker het des te meer, dat de ontwerper zijn naam aan het versierings-plan thans niet meer ver bonden wenscht te zien. Zooals we reeds mededeelden, bestaat dat in het aanbrengen van slingers langs de ge vels op het breedste gedeelte van die slingers zal een bloemstuk gesteld en de vlag naar Duitschen trant recht op daarboven aangebracht wor den. Vervolgens gaf spreker eenige bij zonderheden hierover. De societei: „Trou moet blycken" is niet in het algemeen versieringsplan opgenomen. Dit gebouw heeft een mooï-making op eigen handje ondernomen. Evenwel is toezegging gedaan, dat de ver siering van dit hoek-gebouw niet uit den stijl van het. geheel vallen zal De balkons zullen extra versierd wor den, terwijl ook de grootste perceelen in de straat, de magazijnen van Peek Cloppenburg, het huis van de fa milie Quarles van Üfford e. a., even eens op bijzondere wijze onderhan den zuilen worden genomen. Het idéé is vervolgens ce>n meer mo numentale versiering bij Verwulft en Proveniershuis aan te brengen, twee punten, die zich daar bij uitstek toe leenen. Het versierings-comïté heeft eerst gedacht aan de plaatsing van een twaalftal gruole bloemenmanden op verscinLende punten van de suraat. maar verschillende bezwaren rezen hiertegen. Dit plan werd na weinig bespre kingen slechts bij acclamatie aan genomen. Daarna deed de heer Abr. Meyer mededeel mg van de kosten. De firma Daudey vraagt voor de benoodigde guirlandes, 't aanbrengen van bloemen en t leveren van strik ken en hnten 1625. t Aanbrengen van de beugels, waarin de vlagge- stokken zuilen rusten, komt op 1.U0 per stuk. Van de versieringen bij Verwulft en Proveniershuis zijn nog geen prijzen bekend, maar in 't geheel komen de kosten op 1.75 per strek kende meter gevelbreedle. De prijs is evenwel voor leden van de Groote Houtstraabvereeniging op 1.50 per M. gesteld; voor met-leden op 2. Stemmen gingen uit de vergade ring op, die de meening uitspraken, dat het wel zou kunnen zijn, dat vele Groote Houtslraatbew oners niet mee doen zouden en op eigen handje ver sieren. Dat zou de eenheid in den tooi breken. De heer Meyer was evenwel van meening, dat dit aan de zaak geen schade doen zou. Mocht het al zijn, dat er enkelen waren die beslist niet met 't algemeen plan wilden mee gaan en spreker was hiervan nog lang niet overtuigd dan zou dit aan de algemeene versiering geen af breuk doen. Alleen zij, die niet mee deden, zouden zich belachelijk ma ken. En voldoening van hun versie ring zouden ze toch niet hebben, om dat hun gevel-tooi" door de algemeene zou overschaduwd worden. Daarna kwam de bespreking van een etalage-wedstrijd aan de orde, die n.et zeer in den smaak bleek te vallen. Wèl wüde men de etalages er zoo aantrekkelijk mogelijk uit doen zien, maar zulks niet met het idee voor een prijs te werken Met groote meerderheid van stem men 27 tegen, zes vóór, zes blanco werd dit bestuursvoorstel dan ook verworpen. Daarna kwam de verlichtingskwes tie aan de oirde. Met opzei is hiervan rn liet plan niet gewaagd, omdat H. M. de Koningin toch maar alleen overdag door de Groote Houtstraat komt. De heer Meyer wekte de win keliers op, toch zooveel mogelijk hun ne zaken te verlichten, daar de ver sieringen dan ook beter zouden uitko men. En ook om niet te negen uur de gordijnen te sluiten, maar alles in vollen praal tot elf uur te laten bran den. Een Muziekkorps zal van 102 uur des morgens en van 511 des middags de straat met zijn vroolijke wijsjes vullen. Het bestuur heeft zicli aangevuld met een versierings-coinité, bestaan de uit de heeren J. F. v. d. Vaart, C. F. Henning, J. T. Mathot, C. Rohde, J A. Vermeer en S. C. J. Bertram. Daarna werd de vergadering met een word van dank aan de aanwezi gen door den heer Abr. Meyer geslo ten. DE MUSEUMQUAESTIE. De heer Dake schrijft in de Tel. o.a.: Eindelijk heeft dan toch iemand liet voor B. en W. van Haarlem, die een oud weeshuis als museum meenen le kunnen inrichten, opgenomen, en wel de heer Jan Veth, in „Het Handels blad" van gisteravond. Maar welk een hulp biedt deze schrijver! Wat hij met de eene'hand geeft, neemt hij met de andere terug. Door het „mooie, oude weeshuis" voor schilderijen-museum in te rich ten, „zou men al dadelijk, winnen, dat geen heel nieuw gebouw behoef de le worden opgetrokken," zegt de heen* Veth. Nog beter zou hij het vin den, als de schilderijen, „waaronder de roemrijke Halsen" op het stadihu: bleven, waar zij nu zijn, want „ver anderingen in zulke zaken zijn niet altijd verbeteringen." Dat de stukken op hun tegenwoor dige plaats zeer weinig veilig han gen, schijnt de heer Veth niet te we ten, of als hij 'i weet, dan bekommert hij zich er niet om. Voor hem is het stadhuis een goed museum, „omdat de sfeer, die ons bij bel binnenkomen in het eerwaardige, oude gebouw omvangt, zoo goed bij de schilderijen past." De meubelfabriek, die aan het Haa'rlemsclie weeshuis paait, de en ge ombouwing, heide zooveel gevaar voor brand opleverend, wat geeft de heer Veth daarom? Hij wenscht de schilderijen van Hals ^.in een war mer hoekje". Nu, bij brand zullen zij het warm genoeg krijgen. Inderdaad, „moeilijk zou men een warmer logies voor oud-HolIandsche schilderijen kunnen vinden." Vreemd is, dat de heer Veth, die eerst zegt „te gelooven", dat een plan bestaat, en die ook later nog twijfelt, „of hij wel ingelicht is,", dit plan blijkbaar gezien heeft. Want 't boven licht en het zijlicht in de vertrekken keurt hij goed, en „de gelegenheid om de schilderijen snel te kunnen wegbrengen" bij brand, lijkt hem „uitstekend voorzien." De heer Veth kan echter uit onder vinding weten, dat zijlicht, gelijk- straats en nog wel van een binnen plaats komende, door de hinderlijke 'reflectie hel ongunstigste licht is, om schilderijen bij ten toon te stellen. En wat moet men zeggen van een museum, dat aanbevolen wordt om de goede gelegenheid, die het heeft er de schilderijen snel uit te kunnen wegbrengen." DE 2 112 CENTSTUKKEN- QUAESTIE. De afdeeling Haarlem van het Al gemeen Nederlandsch Werklieden verbond lieeft inzake de 2 1/2 cent stukkeu voor muntgas-verbruik een adres aan den gemeenteraad gezon den. In de toelichting wordt geschreven: Onlangs werd door het lid van Uw College, den heer J. H. Bregonje, bij de rondvraag de aandacht gevestigd op de wijzigingen, door de directie der Lichtfabrieken gebracht in de openstelling van het klachlenkantoor in het Pand voor inwisseling van 2 1/2 centetukken. Door Burgemeester en W ethouders werd overweging toegezegd, doch tot nu toe is geen wijziging ingevoerd. Door den betrokken Wethouder, den heer De Breuk, werd ongeveer het volgende geantwoord lo. dat het eene besparing ople verde 2o. dat de inwoners van omliggen de gemeenten gebruik maakten van de gelegenheid, waardoor een tekort van 2 1/2 centstukken ontstaan is. Wat de besparing betreft., werd door den heer De Breuk gezegd „het Haarlemsche publiek is verwend". Deze uitdrukking achten adressanten zeer onjuist. Verwennen kan niet an ders worden uitgelegd, dan in ver band met genieten van begunstiging, bevoordeeling, enz. Hiervan is aller minst sprake, de muntgasverbruikers toch betalen, na aftrek voor meier- huur, 3/4 cent per kub. Meter méér, niettegenstaande zij verbruikers zijn contant, terwijl de verbruikers met gewone meters crediet-verbruikers zijn. De voordeelen vallen dus niet bij de muntgasverbruikers integen deel, met meer reden kan men een zoo ruim mogelijke openstelling, zoo- als die vroeger plaats had, noemen een kleine tegemoetkoming voor de nadeelen, aan het muntgasverhruik verbonden. Daarnaast zij de aandacht geves tigd op het bedrag, dat bespaard wordt. De heer De Breuk noemde 1000. Adressanten, gehoord vele be trokken personen, nemen dat bedrag niet zonder voorbehoud aan, het ver dient nadere bewijzen, doch al is die som juist, wat heteekent dat bedrag bij het enorme winstcijfer der licht fabrieken, waarbij adressanten ook als directe winst rekenen de ruim f 90.000, die in de gemeentekas vloei en in den vorm van huur voor buis leidingen. Waar zulke winsten gemaakt wor den, kan een bedrag van 1000, als dat verkregen wordt door aan eeu overgroot gedeelte der bevolking over last aan te doen, wel gemist wor den. Dat door de genomen maatregelen voorkomen wordt, dat inwoners vaD i-UUlLLETON 60) aar het Uuitscn Door PAUL HüriKENS, - U zal mij later rekenschap moe ten geven van deze onwaardige be handeling I stamelde liugo. Rekenschap te geven is voorloo- pig uw plicht. Voor het overige doe ik mijn plicht, niets meer en niets minder. Ernstig afgemeten verzocht hij den baron tegenover hem plaats te ne men op zijn bellen kwam een beamb te binnen. Het was intusschen donker ln de kamer geworden en het gas werd aangestoken. Ijverig vloog de pen van den amb tenaar over het papier. Bijna was de geheele protocol gereed, toen er aan de deur werd getikt. Een bode kwam binnen en verzocht den nog altijd aanwezigen politiecommissaris even buiten de deur te komen. Een heele poos later verscheen deze weer zichtbaar ontsteld en aange daan. Hij ging naar den rechter toe en fluisterde hem eenige woorden in het oor. Deze woorden misten blijkbaar hun. diepe uitwerking op Alberti niet haastig stond hij op en ging met den commissaris in een vensiernis staan. Hier onderhielden beiden zich eeni ge, minuten lang. Toen knikte de rechter toestemmend en de commis saris snelde haastig de kamer uit XXII. I-Iet kleine opstootje bij de achter poort van het park van den heer Wi- chern was niet onopgemerkt geble ven. Enkele werklieden, die daar juist vlak bij hun werk hadden, wa ren getroffen blijven staan en hadden gezien, hoe, de jonge baron gevangen genomen werd. Toen daarop echter Hildegard met een hartverscheurenden kreet ter aar de was gezonken, waren zij toege sneld, om den advocaat te helpen, die naast zijn zuster geknield op den grond lag. Het rumoer drong door tot het par ticulier kantoor van den ouden heer Wiohern. Uit zijn humeur over de ongewone stoornis, kwam hij juist naar buiten, toen Hildegard door de werklieden naar de villa werd gedra gen. Een hevige schrik beving den ouden heer. Zoo vlug als hij kon, snelde hij langs den koristen weg het gezel schap na. Wat is er gebeurd riep hij, - heeft Hildegard een ongeluk ge kregen Hij schrok nog meer, toen hij het ontroerde gelaat van zijn zoon zag. Wat is er gebeurd Spreek dan 1 drong hij aan. Later, vader, antwoordde Ru- dolf. Sombere wolken spannen zich boven ons huis samen. Ik hoop, dat het ongeluk ons niet al te zwaar treft. Plotseling deinsde Wichern van schrik achteruit, als werd hij door een bliksemslag getroffen. Zijn onder zoekende blik was langs de hoofdlaan door het half openstaande portaal ge vallen en daar zag hij, hoe juist zijn aanstaande schoonzoon, wiens beide armen door polit'eagenten werden vastgehouden, bezig was in een rij tuig te stappen. Een onderdrukte kreet ontsnapte aan de lippen van den ouden man, die zoo ijverzuchtig trotsch was op zijn naam en eer. Rudolf, riep hij, zich zelf niet meer meester. Wat beteekent dit alles Met die woorden wees hij met de hand naar het rijtuig, dat zich juist in beweging zette. Ik heb u immers al gezegd, dat ik u later alles zou vertellen. Laten wij eerst voor Hildegard zorgen, antwoordde deze. De oude heer bedwong zich, maar zijn saamgetrokken wenkbrauwen verrieden duidelijk, welk een storm van gevoel ziin ziel in beweging bracht. De huishoudster kwam jammerend aangeloopen. O, o onze lieve juffrouw, wat is er gebeurd klaagde zij. En mijn heer de baron Rudolf gaf haar met een strengen blik hevel te zwijgen. Haast je wat, Regina, zei hij. Maalt de deur van de slaapkamer van mijn zuster open en roep het meisje I Voorzichtig droegen de mannen de nog altijd bewustelooze naar de eer ste verdieping, ln welks linkervleugel haar slaapkamer was. Daar wisten Rudolf en de huishoud ster haar eindelijk met groote moeite weer tot bewustzijn te brengen. Met een verwarden blik sloeg Hil degard de oogen weer op en keek eeu poosje voor zich neer. Toen zij haar broeder opmerkte, scheen haar ge heugen met kracht en macht terug te komen. Jij ben jij er bij geweest, Ru- dolf, was het alles jouw drijven O. ik kan mij het verschrikkelijke niet voorstellen 1 Houd je bedaard, Hildegard riep Rudolf uit, zonder op haar woorden te letten, olies zal wor den opgehelderd. De oude heer Wichern kwam nu een paar stappen naderbij. Zal ik eindelijk te weten komen, wat er aan de hand is Ik wensch rekenschap van dit alles, Rudolf, wat is er gebeurd Ik geloof u beiden rekenschap verschuldigd te zijn, antwoordde Rudolf, en ben gaarne bereid ze u te geven, maar ik vrees, dat Hilde gard niet sterk genoeg zal zijn, om het ontzettende aan te hooren. Het ergste heb ik al doorgemaakt zei het jonge meisje met toonlooze ,stem. Spreek, Rudolf, ik heb er 'een onbetwistbaar recht op te weten, waarom mijn verloofde gevangen ge nomen is. Von Engler is gevangen geno men onder zware verdenking, den moord op zijn oom en nicht gepleegd te hebben, bovendien is al bewezen, dat hij vannacht den uitdrager Schimmel door ticuna-vergift om het leven heeft gebracht Een doffe wanhoopskreet was het eenige antwoord op zijn woorden. Bleek en bevend was Hildegard van schrik op haar bed neergezonken, ter wijl haar vader met hoog opgericht hoofd bleef staan en met moeite adem haalde. Wat een schande, zei hij toen plotseling. Hoe durf je het wagen, Rudolf, zoo iets verschrikkelijks uit te sprekeu Hugo v. Engler, de ver loofde van je zuster, zou een moorde naar zijn, en die man, dien zij van daag veroordeeld hebben, is tenslotte zeker volkomen onschuldig Ja, vader, dat is hij, ant woordde Rudolf. Gij allen hebt hem bitter onrecht aangedaan eindelijk is de beproeving voorbij en is het dag geworden voor den armen, zwaar be proefden man. En hoe weet men dat nu alles zoo plotseling vroeg de oude heer driftig. Eu jij, mijn zoon en erfge naam, die de dubbele verplichting hebt, mijn eer hoog te houden, jij bent het zelf, die smaad en schande over mijn huis brengt Kalm keek Rudolf zijn woedenden vader aan. Ja, met trots en voldoening, al is het dan ook aan den anderen kant met heftig leed, beken ik, zoo ant woordde hij met opgeheven hoofd, dat liet aan piijn voortdurende be moeiingen grootendeels te danken is, dat wij het resultaat van heden be reikten. Wat een schande 1 zeide de fabrikant. Als u het een schande noemt, dat een onschuldige eindelijk recht wedervaart, en een ellendeling, die tot nu toe reine menschen door zijn nabijheid ta schande maakte, ont- maskeid, en voor zijn rechter ge bracht wordt, viel Rudolf hem vol edele verontwaardiging in de rede, dan zal ik mij gaarne laten verach ten maar ik hoop, dat u nog zal 'n- zien, dat ik alleen handelde, zooals eer en plicht mij voorschreven. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5