NIEUWS=
en ADVERTENTIEBLAD.
Donkere Schaduwen
27e Jaargang. No. 8244.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 11 MEI 1910 B
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—73, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem f l*2®
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)J-30
Franco per post door Nederland1-65
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37H
de omstreken en franco per post n 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzie!.;
OVER KONING GEORGE V
hebben we reeds enkele levensbijzon
derheden geschreven. Toch waren de
ze meedeelingen niet veeJ meer dan
cijfers over geboorte, opvoeding,
trouw, enz. Daarom mogen we onzen
bekenden Engclschen collega Wil
liam Stond nog wel even aan 't woord
laten, om over den nieuwen regeer
der een en ander te vertellen. Hij
schrijft o. a. Koning George komt 't
zedelijke Ideaal van den Engelschen
middenstand meer nabij dan eenig
ander, die na Oliver CromweU heeft
geregeerd. Hij heeft gemeen met den
tsaar op wien hij ook uiterlijk
lijkt dal hij uitermate huiselijk is.
Hij is het voorbeeld van een huisva
der. Hij houdt niet van pronk en vor
men en al de fratsen van het hof. Hij
heeft een goede vrouw, en weet het.
Hij leeft voor zijn kinderen. Zijn
groote genui is thuis te komen en een
kalmen avond met vrouw en kroost
door te brengen. Hij heeft een hekel
om uit eten te gaan. Aan kaartspelen
doet hij niet veel, en nooit om geld.
(Dit is blijkbaar een criliek op ko
ning Edward, die wel veel van uit
gaan en spelen hield). Hij haat oin-
kooperij, en men zegt, dat hij schoon
maak zal houden onder het personeel
dat op commissieloon van de leveran
ciers uit is. Hij leest veel, kranten en
bla wboeken vooral. Hij beïlt geen
renpaarden. (Van wijlen Edward VII
moesi ju'si anders getuigd worden.
Hij was een dolle liefhebber van paar
den en leefde als 't ware bij de ren
sport). Om half elf in bed en om half
zevop en bezig te zijn, is zijn stre
ven geweest
E.- is nier veel kans. dat hij op den
troon mei zul meetellen. Hij zal geen
konuig-uiie-met zijn, maar een koning
van top lol teen. Hjj is geen kuuap
meer mj is 4-1 jaar, in de volle kiacht
vaa liet leven. Hij heelt vele jaren
doo.gebracht met zich vertrouwd te
niuh.u met de regeeriagsvraagstuk-
ken in de verschillende deelen van het
Britsclic Rijk. liij is eerzuchtig en
beeft een hoog gevoel van wai hij aan
de natie en zijn ambt verplicht is.
Misschien hel belangrijkste voor het
land schrijft Stead nog is dat on
ze nieuwe koning een goede vrouw
heeft, wier takt en oorueel en inge
ving hem in moeilijke uren tot grooto
hulp* zullen wezen. De koningin is
seoert eeuwen de eerste Engelsche
vroaw, die koningin van Engeland
word'. Misschien voorspelt geen tee-
keu meer geluk voor de nieuwe re
geering dan dat.
Tot zoover Stead.
't Moet voor de koningin-weduwe
Alexandra met prettig zijn, dit laat
ste te lezen. Ze is immers een Deen-
sche.
De
ENGELSCHE REGEERINGS-
ZAKEN
zijn al weer bijna in 't effen Bpoor.
De ministers die tijdens 't onverwachte
sterven in 't buitenland vertoefden
om rust te zoeken voor de vermoeie
nissen der biunenlandsche politiek,
zijn weer in Londen teruggekeerd.
Volgens de Grondwet zijn de Excel
lences verplicht, bij 't opireden van
een nieuwen koning af te treden. Dit
hebben ze ook nu gedaan. Naar de
letter der wet overhandigden ze den
komig hun portefeuille, maar.... Z.
M. gaf zo hun weer dadelijk terug 1
Heden zal 't Lagerhuis vergadercu.
in welke zitting de minister-president
een koninklijke boodschap zal voor
lezen, waarin meedeeling wordt ge
daan van 't overlijden van koning
Edward daarna zoJ een adres van
antwoord worden opgemaakt.
Koning George heeft bepaald, dat
zal zijn. Dan zal ook de plechtige be
grafenis plaats hebben. De lijst van
de officieele vertegenwoordigers en
van de vorstelijke personen, die daar
bij tegenwoordig zullen zijn, is nog
niet volledig. Nu wordt weer gemeld,
dat ook de koning van België naar
Londen zal komen, om koning Ed
ward de laatste eer te bewijzen.
Naar men thans als stellig ver
neemt, zal aan het publiek alleen ge
legenheid worden gegeven de kist des
komngs en niet zijn gelaatstrekken te
zien.
De nieuwe koning hoeft eenige
DANKBETUIGINGEN AAN 'T LEGER
EN AAN DE MARINE
gezonden. In 't schrijven aan de ma
rine spreekt Z. M. zijn dankbaarheid
uit voor de trouwe diensten aan zijn
vader bewezen en verder, dat zijn
eigen terugtreden uit den actieven
dienst bij de marine in geen enkel op
zicht zijn genegenheid er voor hoeft
verminderd. Z. M. weet hoe geheel en
al hij kan vertrouwen op haar toewij
ding en plichtsbetrachting als de eer
ste vérdédtger van lands eer en zaï
steeds haar lotgevallen met trots en
toesrenegen belangstelling volgen.
De boodschap aan 't leger is vrijwel
eender gesteld. De koning zegt daar
in, dat hij met groote zorg zai waken
voor de slagvaardigheid van het le
ger en zicli verlaat op zijn traditio-
ueele trouw en toewijding.
DE KONINGIN-WEDUWE HEEFT
EEN BRIEF AAN "f ENGELSCHE
VOLK GERICHT.
In dezen brief zegt koningin Alexan
dra a-an 't Engelsche volk dank voor
do haar betoonde deelneming. „Uit
de diepte van mijn arm gebroken hart
wensen ik de geheele door mij zoo
geliefde natie mijn diepgevoelden
dank te betuigen voor de roerende be
tuigingen van deelneming in mijn on
uitsprekelijk verdriet, van alle klas
sen, hoog "en laag, rijk en arm, der
natie die~een onherstelbaar verlies ge
leden heeft door het plotseling uit het
leveD wegroepen van haar besten
vriend, vader en vorst. Ik vertrouw
mijn geliefden zoon aan uw zorg toe
ik weet, dat hij zijns vaders voetstap
pen wil volgen, en ik verzoek u hem
dezelfde trouw en toewijding te too-
nen, die gij zijn vader hebt betoond.
Ik weet, dal mijn geliefde zoon en
schoondochter hun best zullen doen
dit te verdienen."
In Engeland wordt thans veel ge
schreven over
EEN EEDSQUAESTIE.
Als „verdedigers van het geloof" en
hoofd van de Anglikaansche kerk
spreekt de koning naar een oud ge-
1 bruik uit veelbewogen dagen in zijn
eed van trouw, woorden, die voor zijn
I katholieke onderdanen en voor de ge-
j heele katholieke wereld grievend zijn.
Na de eedsaflegging door koning Ed
ward is daarop opnieuw de aandacht
gevestigd en verleden jaar, bij de be-
handeling van een wetsvoorstel be-
treffende de katholieke kerkgoederen,
roerde de eerste-ininister liet punt aan
en verklaarde zich beslist vooj de
weglating van deze woorden uit het
eedsformulier. Een groote meerder
heid van afgevaardigden deden toen
van hun instemming blijken. De heer
John Redmond heeft thans een brief
geschreven aan minister Asquith,
waarin hij hem deze feiten in herin
nering brengt, en hem verzoekt te wil
len bewerken, dat de gewraakte zin
snede uit het eedsformulier wordt
weggelaten, uls de nieuwe koning
voor zijn kroning den eed van trouw
aan de grondwet zal afleggen.
DE KRETENSER QUAESTIE.
Nog altijd, en nu weer opnieuw
Maandag werd de Nationale Verga
dering van Kreta in naam des ko-
nines" van Griekenland, door 'Skoe-
loedis, den president der voorloopige
regeering. ceopend. Toen de nanm
van den Griekschen Koning word ge
noemd. barstten de Christenleden der
verandering en de toeschouwers los in
storm achtisre toejuichingen.
De Mohamedannsche leden dienden
een schriftelijk protest in.
Nadat de president der Nationale
Vergadering verzocht had door het
afleggen van den eed van trouw aan
den koning het vroegere besluit om
trent de inlijving van Kreta opnieuw
te bekrachtigen, werd onder leveudi-
ge toejuichingen de eed afgelegd.
ROOSEVELT IS THANS IN
DUITSCHLAND.
't Keizerpaar heeft deD oud-presi
dent hartelijk ontvangen. Wegens den
rouw waren er geen officieele feesten
georganiseerd.
Stadsnieuws
Als de Koningin komt.
Ter bespreking en vaststelling van
het versieringsplan voor de hoofd
straat ter gelegenheid van het bezoek
van H. M. de Koningin, vergaderden
Dinsdagavond, onder presidium van
den volijverigen voorzitter der Groote
Houtstraat-Vereeniging, den heer
Abr. Meyer, de bewoners van Haar
lem's voornaamste winkelstraat.
Toen de pendule in het bovenzaal
tje van Café Neuf haar negen slagen
klinken liet, was alleen de secretaris
van gemelde vereeniging, mr, H. Ph.
't Hooft, nog maar aanwezig lang
zamerhand evenwel bij druppels,
en soms met een héél dun straaltje
kwamen de belangstellende Groote-
Houtstraters opdagen, en tegen half
tien mocht de heer Abr. Meyer in
zijn openingswoord met voldoening
constateeren, dat ongeveer veertig
personen der vergadering door hunne
tegenwoordigheid beteekenis bijzet
ten. Nog even releveerde spreker,
wat op de vorige vergadering beslo
ten is.
De heer Meyer bracht in herinne
ring, hoe de Groote Houtstraat-bewo
ners van meening waren, dat hun
straat nu bij dit bezoek eens
artistiek versierd worden moest.
Daartoe werd de heer John F. Hulk
in den arm genomen, die een zeer
mooi plan ontwierp, dat hem als ar-
I tist alle eer aandoet. Echter hoe
dikwijls gebeurt zulks in het leven
j niet vroeg de heer Meyer zuchtend
ook hier kwam de nuchtere prac-
I tijk in botsing met de artistieke in
zichten van den heer Hulk.
i Deze wilde namelijk niets meer of
minder, dan dat de winkeliers hun
vitrines met bloemen zouden opvul
len. Wél zou dit natuurlijk een schit
terend effect geven, maar gebleken
is, dat het onmogelijk is vooral om
financieeie redenen ook dit gedeel
te van 's heeren Hulks ontwerp te
realiseeren. Toch wekte spreker op,
de etalage-kasten met bloemen en
groen te versieren, want Haarlem"s
eerste winkelstraat moet er zoo fees
telijk mogelijk uitzien.
Wat het plan van den heer Hulk
voor het overige aangaat, zal het in
zijn geheel worden uitgevoerd. Daar
om betreurde spreker het des te meer,
dat de ontwerper zijn naam aan het
versierings-plan thans niet meer ver
bonden wenscht te zien. Zooals we
reeds mededeelden, bestaat dat in het
aanbrengen van slingers langs de ge
vels op het breedste gedeelte van die
slingers zal een bloemstuk gesteld en
de vlag naar Duitschen trant recht
op daarboven aangebracht wor
den.
Vervolgens gaf spreker eenige bij
zonderheden hierover. De societei:
„Trou moet blycken" is niet in het
algemeen versieringsplan opgenomen.
Dit gebouw heeft een mooï-making op
eigen handje ondernomen. Evenwel
is toezegging gedaan, dat de ver
siering van dit hoek-gebouw niet uit
den stijl van het. geheel vallen zal
De balkons zullen extra versierd wor
den, terwijl ook de grootste perceelen
in de straat, de magazijnen van Peek
Cloppenburg, het huis van de fa
milie Quarles van Üfford e. a., even
eens op bijzondere wijze onderhan
den zuilen worden genomen.
Het idéé is vervolgens ce>n meer mo
numentale versiering bij Verwulft en
Proveniershuis aan te brengen, twee
punten, die zich daar bij uitstek toe
leenen. Het versierings-comïté heeft
eerst gedacht aan de plaatsing van
een twaalftal gruole bloemenmanden
op verscinLende punten van de suraat.
maar verschillende bezwaren rezen
hiertegen.
Dit plan werd na weinig bespre
kingen slechts bij acclamatie aan
genomen. Daarna deed de heer Abr.
Meyer mededeel mg van de kosten.
De firma Daudey vraagt voor de
benoodigde guirlandes, 't aanbrengen
van bloemen en t leveren van strik
ken en hnten 1625. t Aanbrengen
van de beugels, waarin de vlagge-
stokken zuilen rusten, komt op 1.U0
per stuk. Van de versieringen bij
Verwulft en Proveniershuis zijn nog
geen prijzen bekend, maar in 't geheel
komen de kosten op 1.75 per strek
kende meter gevelbreedle. De prijs is
evenwel voor leden van de Groote
Houtstraabvereeniging op 1.50 per
M. gesteld; voor met-leden op 2.
Stemmen gingen uit de vergade
ring op, die de meening uitspraken,
dat het wel zou kunnen zijn, dat vele
Groote Houtslraatbew oners niet mee
doen zouden en op eigen handje ver
sieren. Dat zou de eenheid in den
tooi breken.
De heer Meyer was evenwel van
meening, dat dit aan de zaak geen
schade doen zou. Mocht het al zijn,
dat er enkelen waren die beslist niet
met 't algemeen plan wilden mee
gaan en spreker was hiervan nog
lang niet overtuigd dan zou dit
aan de algemeene versiering geen af
breuk doen. Alleen zij, die niet mee
deden, zouden zich belachelijk ma
ken. En voldoening van hun versie
ring zouden ze toch niet hebben, om
dat hun gevel-tooi" door de algemeene
zou overschaduwd worden.
Daarna kwam de bespreking van
een etalage-wedstrijd aan de orde,
die n.et zeer in den smaak bleek te
vallen. Wèl wüde men de etalages er
zoo aantrekkelijk mogelijk uit doen
zien, maar zulks niet met het idee
voor een prijs te werken
Met groote meerderheid van stem
men 27 tegen, zes vóór, zes blanco
werd dit bestuursvoorstel dan ook
verworpen.
Daarna kwam de verlichtingskwes
tie aan de oirde. Met opzei is hiervan
rn liet plan niet gewaagd, omdat H.
M. de Koningin toch maar alleen
overdag door de Groote Houtstraat
komt. De heer Meyer wekte de win
keliers op, toch zooveel mogelijk hun
ne zaken te verlichten, daar de ver
sieringen dan ook beter zouden uitko
men. En ook om niet te negen uur
de gordijnen te sluiten, maar alles in
vollen praal tot elf uur te laten bran
den. Een Muziekkorps zal van 102
uur des morgens en van 511 des
middags de straat met zijn vroolijke
wijsjes vullen.
Het bestuur heeft zicli aangevuld
met een versierings-coinité, bestaan
de uit de heeren J. F. v. d. Vaart, C.
F. Henning, J. T. Mathot, C. Rohde,
J A. Vermeer en S. C. J. Bertram.
Daarna werd de vergadering met
een word van dank aan de aanwezi
gen door den heer Abr. Meyer geslo
ten.
DE MUSEUMQUAESTIE.
De heer Dake schrijft in de Tel.
o.a.:
Eindelijk heeft dan toch iemand liet
voor B. en W. van Haarlem, die een
oud weeshuis als museum meenen le
kunnen inrichten, opgenomen, en wel
de heer Jan Veth, in „Het Handels
blad" van gisteravond.
Maar welk een hulp biedt deze
schrijver! Wat hij met de eene'hand
geeft, neemt hij met de andere terug.
Door het „mooie, oude weeshuis"
voor schilderijen-museum in te rich
ten, „zou men al dadelijk, winnen,
dat geen heel nieuw gebouw behoef
de le worden opgetrokken," zegt de
heen* Veth. Nog beter zou hij het vin
den, als de schilderijen, „waaronder
de roemrijke Halsen" op het stadihu:
bleven, waar zij nu zijn, want „ver
anderingen in zulke zaken zijn niet
altijd verbeteringen."
Dat de stukken op hun tegenwoor
dige plaats zeer weinig veilig han
gen, schijnt de heer Veth niet te we
ten, of als hij 'i weet, dan bekommert
hij zich er niet om. Voor hem is het
stadhuis een goed museum, „omdat
de sfeer, die ons bij bel binnenkomen
in het eerwaardige, oude gebouw
omvangt, zoo goed bij de schilderijen
past."
De meubelfabriek, die aan het
Haa'rlemsclie weeshuis paait, de en
ge ombouwing, heide zooveel gevaar
voor brand opleverend, wat geeft de
heer Veth daarom? Hij wenscht de
schilderijen van Hals ^.in een war
mer hoekje". Nu, bij brand zullen zij
het warm genoeg krijgen. Inderdaad,
„moeilijk zou men een warmer logies
voor oud-HolIandsche schilderijen
kunnen vinden."
Vreemd is, dat de heer Veth, die
eerst zegt „te gelooven", dat een plan
bestaat, en die ook later nog twijfelt,
„of hij wel ingelicht is,", dit plan
blijkbaar gezien heeft. Want 't boven
licht en het zijlicht in de vertrekken
keurt hij goed, en „de gelegenheid
om de schilderijen snel te kunnen
wegbrengen" bij brand, lijkt hem
„uitstekend voorzien."
De heer Veth kan echter uit onder
vinding weten, dat zijlicht, gelijk-
straats en nog wel van een binnen
plaats komende, door de hinderlijke
'reflectie hel ongunstigste licht is,
om schilderijen bij ten toon te stellen.
En wat moet men zeggen van een
museum, dat aanbevolen wordt om de
goede gelegenheid, die het heeft er
de schilderijen snel uit te kunnen
wegbrengen."
DE 2 112 CENTSTUKKEN-
QUAESTIE.
De afdeeling Haarlem van het Al
gemeen Nederlandsch Werklieden
verbond lieeft inzake de 2 1/2 cent
stukkeu voor muntgas-verbruik een
adres aan den gemeenteraad gezon
den.
In de toelichting wordt geschreven:
Onlangs werd door het lid van Uw
College, den heer J. H. Bregonje, bij
de rondvraag de aandacht gevestigd
op de wijzigingen, door de directie
der Lichtfabrieken gebracht in de
openstelling van het klachlenkantoor
in het Pand voor inwisseling van
2 1/2 centetukken.
Door Burgemeester en W ethouders
werd overweging toegezegd, doch tot
nu toe is geen wijziging ingevoerd.
Door den betrokken Wethouder, den
heer De Breuk, werd ongeveer het
volgende geantwoord
lo. dat het eene besparing ople
verde
2o. dat de inwoners van omliggen
de gemeenten gebruik maakten van
de gelegenheid, waardoor een tekort
van 2 1/2 centstukken ontstaan is.
Wat de besparing betreft., werd
door den heer De Breuk gezegd „het
Haarlemsche publiek is verwend".
Deze uitdrukking achten adressanten
zeer onjuist. Verwennen kan niet an
ders worden uitgelegd, dan in ver
band met genieten van begunstiging,
bevoordeeling, enz. Hiervan is aller
minst sprake, de muntgasverbruikers
toch betalen, na aftrek voor meier-
huur, 3/4 cent per kub. Meter méér,
niettegenstaande zij verbruikers zijn
contant, terwijl de verbruikers met
gewone meters crediet-verbruikers
zijn. De voordeelen vallen dus niet
bij de muntgasverbruikers integen
deel, met meer reden kan men een
zoo ruim mogelijke openstelling, zoo-
als die vroeger plaats had, noemen
een kleine tegemoetkoming voor de
nadeelen, aan het muntgasverhruik
verbonden.
Daarnaast zij de aandacht geves
tigd op het bedrag, dat bespaard
wordt. De heer De Breuk noemde
1000. Adressanten, gehoord vele be
trokken personen, nemen dat bedrag
niet zonder voorbehoud aan, het ver
dient nadere bewijzen, doch al is die
som juist, wat heteekent dat bedrag
bij het enorme winstcijfer der licht
fabrieken, waarbij adressanten ook
als directe winst rekenen de ruim
f 90.000, die in de gemeentekas vloei
en in den vorm van huur voor buis
leidingen.
Waar zulke winsten gemaakt wor
den, kan een bedrag van 1000, als
dat verkregen wordt door aan eeu
overgroot gedeelte der bevolking over
last aan te doen, wel gemist wor
den.
Dat door de genomen maatregelen
voorkomen wordt, dat inwoners vaD
i-UUlLLETON
60)
aar het Uuitscn
Door
PAUL HüriKENS,
- U zal mij later rekenschap moe
ten geven van deze onwaardige be
handeling I stamelde liugo.
Rekenschap te geven is voorloo-
pig uw plicht. Voor het overige doe
ik mijn plicht, niets meer en niets
minder.
Ernstig afgemeten verzocht hij den
baron tegenover hem plaats te ne
men op zijn bellen kwam een beamb
te binnen.
Het was intusschen donker ln de
kamer geworden en het gas werd
aangestoken.
Ijverig vloog de pen van den amb
tenaar over het papier. Bijna was de
geheele protocol gereed, toen er aan
de deur werd getikt. Een bode kwam
binnen en verzocht den nog altijd
aanwezigen politiecommissaris even
buiten de deur te komen.
Een heele poos later verscheen deze
weer zichtbaar ontsteld en aange
daan. Hij ging naar den rechter toe
en fluisterde hem eenige woorden in
het oor.
Deze woorden misten blijkbaar hun.
diepe uitwerking op Alberti niet
haastig stond hij op en ging met den
commissaris in een vensiernis staan.
Hier onderhielden beiden zich eeni
ge, minuten lang. Toen knikte de
rechter toestemmend en de commis
saris snelde haastig de kamer uit
XXII.
I-Iet kleine opstootje bij de achter
poort van het park van den heer Wi-
chern was niet onopgemerkt geble
ven. Enkele werklieden, die daar
juist vlak bij hun werk hadden, wa
ren getroffen blijven staan en hadden
gezien, hoe, de jonge baron gevangen
genomen werd.
Toen daarop echter Hildegard met
een hartverscheurenden kreet ter aar
de was gezonken, waren zij toege
sneld, om den advocaat te helpen,
die naast zijn zuster geknield op den
grond lag.
Het rumoer drong door tot het par
ticulier kantoor van den ouden heer
Wiohern. Uit zijn humeur over de
ongewone stoornis, kwam hij juist
naar buiten, toen Hildegard door de
werklieden naar de villa werd gedra
gen.
Een hevige schrik beving den ouden
heer. Zoo vlug als hij kon, snelde hij
langs den koristen weg het gezel
schap na.
Wat is er gebeurd riep hij,
- heeft Hildegard een ongeluk ge
kregen
Hij schrok nog meer, toen hij het
ontroerde gelaat van zijn zoon zag.
Wat is er gebeurd Spreek dan 1
drong hij aan.
Later, vader, antwoordde Ru-
dolf. Sombere wolken spannen
zich boven ons huis samen. Ik hoop,
dat het ongeluk ons niet al te zwaar
treft.
Plotseling deinsde Wichern van
schrik achteruit, als werd hij door
een bliksemslag getroffen. Zijn onder
zoekende blik was langs de hoofdlaan
door het half openstaande portaal ge
vallen en daar zag hij, hoe juist zijn
aanstaande schoonzoon, wiens beide
armen door polit'eagenten werden
vastgehouden, bezig was in een rij
tuig te stappen.
Een onderdrukte kreet ontsnapte
aan de lippen van den ouden man,
die zoo ijverzuchtig trotsch was op
zijn naam en eer.
Rudolf, riep hij, zich zelf niet
meer meester. Wat beteekent dit
alles
Met die woorden wees hij met de
hand naar het rijtuig, dat zich juist
in beweging zette.
Ik heb u immers al gezegd, dat
ik u later alles zou vertellen. Laten
wij eerst voor Hildegard zorgen,
antwoordde deze.
De oude heer bedwong zich, maar
zijn saamgetrokken wenkbrauwen
verrieden duidelijk, welk een storm
van gevoel ziin ziel in beweging
bracht.
De huishoudster kwam jammerend
aangeloopen.
O, o onze lieve juffrouw, wat is
er gebeurd klaagde zij. En mijn
heer de baron
Rudolf gaf haar met een strengen
blik hevel te zwijgen.
Haast je wat, Regina, zei hij.
Maalt de deur van de slaapkamer
van mijn zuster open en roep het
meisje I
Voorzichtig droegen de mannen de
nog altijd bewustelooze naar de eer
ste verdieping, ln welks linkervleugel
haar slaapkamer was.
Daar wisten Rudolf en de huishoud
ster haar eindelijk met groote moeite
weer tot bewustzijn te brengen.
Met een verwarden blik sloeg Hil
degard de oogen weer op en keek eeu
poosje voor zich neer. Toen zij haar
broeder opmerkte, scheen haar ge
heugen met kracht en macht terug te
komen.
Jij ben jij er bij geweest, Ru-
dolf, was het alles jouw drijven O.
ik kan mij het verschrikkelijke niet
voorstellen 1
Houd je bedaard, Hildegard
riep Rudolf uit, zonder op haar
woorden te letten, olies zal wor
den opgehelderd.
De oude heer Wichern kwam nu een
paar stappen naderbij.
Zal ik eindelijk te weten komen,
wat er aan de hand is Ik wensch
rekenschap van dit alles, Rudolf, wat
is er gebeurd
Ik geloof u beiden rekenschap
verschuldigd te zijn, antwoordde
Rudolf, en ben gaarne bereid ze u
te geven, maar ik vrees, dat Hilde
gard niet sterk genoeg zal zijn, om
het ontzettende aan te hooren.
Het ergste heb ik al doorgemaakt
zei het jonge meisje met toonlooze
,stem. Spreek, Rudolf, ik heb er
'een onbetwistbaar recht op te weten,
waarom mijn verloofde gevangen ge
nomen is.
Von Engler is gevangen geno
men onder zware verdenking, den
moord op zijn oom en nicht gepleegd
te hebben, bovendien is al bewezen,
dat hij vannacht den uitdrager
Schimmel door ticuna-vergift om het
leven heeft gebracht
Een doffe wanhoopskreet was het
eenige antwoord op zijn woorden.
Bleek en bevend was Hildegard van
schrik op haar bed neergezonken, ter
wijl haar vader met hoog opgericht
hoofd bleef staan en met moeite adem
haalde.
Wat een schande, zei hij toen
plotseling. Hoe durf je het wagen,
Rudolf, zoo iets verschrikkelijks uit
te sprekeu Hugo v. Engler, de ver
loofde van je zuster, zou een moorde
naar zijn, en die man, dien zij van
daag veroordeeld hebben, is tenslotte
zeker volkomen onschuldig
Ja, vader, dat is hij, ant
woordde Rudolf. Gij allen hebt hem
bitter onrecht aangedaan eindelijk
is de beproeving voorbij en is het dag
geworden voor den armen, zwaar be
proefden man.
En hoe weet men dat nu alles
zoo plotseling vroeg de oude heer
driftig. Eu jij, mijn zoon en erfge
naam, die de dubbele verplichting
hebt, mijn eer hoog te houden, jij
bent het zelf, die smaad en schande
over mijn huis brengt
Kalm keek Rudolf zijn woedenden
vader aan.
Ja, met trots en voldoening, al
is het dan ook aan den anderen kant
met heftig leed, beken ik, zoo ant
woordde hij met opgeheven hoofd,
dat liet aan piijn voortdurende be
moeiingen grootendeels te danken is,
dat wij het resultaat van heden be
reikten.
Wat een schande 1 zeide de
fabrikant.
Als u het een schande noemt,
dat een onschuldige eindelijk recht
wedervaart, en een ellendeling, die
tot nu toe reine menschen door zijn
nabijheid ta schande maakte, ont-
maskeid, en voor zijn rechter ge
bracht wordt, viel Rudolf hem vol
edele verontwaardiging in de rede,
dan zal ik mij gaarne laten verach
ten maar ik hoop, dat u nog zal 'n-
zien, dat ik alleen handelde, zooals
eer en plicht mij voorschreven.
(Wordt vervolgd).