NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
Donkere Schaduwen
27e Jaargang. No. 8245.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 12 MEI 1910 B
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der
gemeente)
Franco per post door Nederlandl-o5
Afzonderlijke nummersQ'QZfj
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37/5
a de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 50 Cts.- iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AdvertentiCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1142.
Nabetrachting ?an den
Gemeenteraad.
Onze gemeenteraad heeft Woensdag
een geheime zitting gehouden, die een
paax uur duurde. Na de heropening
van de openbare vergadering kwa
men bijna onmiddellijk de nieuwe
museumplannen aan de orde. Toch
kwam het mij voor, dat de zaak in de
vergadering met gesloten deuren niet
ter sprake gekomen is. Anders wordt
in den regel, onmiddellijk na de her
opening, wel een motie, amendement
of voorstel ingediend, als vrucht van
de geheime beraadslaging. Zóó ging
bet dezen keer niet. Eerst toen een
our lang allerlei wenschen waren
uitgesproken, kwamen een paar
Raadsleden er toe, die in een vorm te
gieten.
Er was iets verwards, iets onzekers
in de discussie en geen wonder ver
schillende sprekers moesten erken
nen, dat zij sedert 1906, toen zij hiel
pen besluiten, dat het museum naur
het oude Weeshuis op het Heiligland
zou worden verplaatst, op hun mee
ning waren teruggekomen. Een paar,
Mr. Spoor en de heer Modoo, deden
dat met zekere bravoure, alsof zij het
noodig vonden te doen zien, dat ze
zich er niet voor schaamden. Maar
waarom zouden zij ook het is toch
zeker beter, van een veranderde opi
nie ronduit blijk te geven, dan een
oude meening te blijven aanhangen,
hoewel men iD zijn ziel tot een ander
inzifiht gekomen is.
Aanvankelijk had het niet den
schijn, of het voorstel van B. en W.,
om 151.000 voor de verbouwing van
het weeshuis te bestemmen, veel
kans van slagen hebben zou. Hoewel
de felste tegenstander, de heer Rin-
kema, door ongesteldheid afwezig
was, bleven er nog genoeg bestrijders
over
Bestrijders in soorten van gevaar
lijkheid. Daar was vooreerst Dr.
Timmer, die wel verklaarde, dat hij
noch met de plaats, noch met het
plan was ingenomen, maar zelf geen
amendement of motie indiende een
goedig tegenstander, als ik zoo zeg
gen mag, die straks de plannen van
B. en W. wel met zijn stem, maar
niet met zijn pén te lijf zou gaan.
Daar wao vervolgens de heer Van
Russuin. vee) gevaarlijker voor het
dugelijksch bestuur, omdat hij niet
als de heer Timmer bij een algemee-
ne afkeuring bleef, maar ook wees
waar naar zijn meening de fout
BChool, namelijk in het gelijkvloer-
sche van kabinetten en zaal, die goed
lichi onmogelijk zoudeD maken, ter
wijl hij bovendien de remedie aangaf:
het maken van bovenzalen. Was dit
denkbeeld doorgegaau, dan zou na
tuurlijk het heele plan onbruikbaar
zijn geweest, omdat men zoo maar
niet verdiepingen zet boven op antie
ke gevels I
Maar ook de heer Van Rossum liet
het indienen van voorstellen aan an
deren over.
Gevaarlijker was dus de heer Mo
doo, die met zijn koelen redeneer
trant inderdaad wel Invloed op den
Raad weet uit te oefenen en boven
dien spoedig met amendementen of
moties klaar staat, omdat het hem,
Is gevolg van diezelfde bedaarde
iichterheid, niet grieft wanneer ze
worden verworpen. Wel wil hij na
tuurlijk graag het tegendeel, maar
hij beschouwt een afwijzing niet als
een echec, waaraan hij zich niet zou
mogen blootstellen. En het duurde
dau ook niet lang, of het voorstel
was er het had de strekking om het
plan van B. en W. aan te houden, en
intusschen B. en VV. uit te noodigen,
een pian met kostenberekening voor
een geheel vrijstaand museum in te
dienen.
Terecht noemde Mr. Van Styrum
dit voorstel te vaag. Het zou dat niet
geweest zijn, wanneer de heer Modoo
geen zeer speciale toelichting had ge
geven deze namelijk, dat hij liefst
een klein museum zou gebouwd zien,
waarin alleen de kostbaarste schilde
rijen, bijvoorbeeld een vijftig, zouden
komen te hangen. De overige moes
ten dan maar weer verdeeld worden
over de verschillende gemeentegebou
wen, waaruit ze indertijd vandaan
zijn gehaald.
Maar dat zei hij In zijn voorstel
niet I Moest nu de heer Dumont een
plan voor een klein of voor een groo-
ter museum maken Dan maakt hij
er maar twee, zei de heer Middel
koop. En daartegen kwam de heer
Van Styrum met begrijpelijke veront
waardiging op. Zou men zoo maar,
op een achtermiddag, den directeur,
die toch waarlijk ook wel ander werk
heeft te.doen, zoo'n opdracht geven?
Dat dit voorstel kans van slagen
zou hebben, heb ik dan ook geen
oogenblik geloofd. En de allergevaar
lijkste tegenstander van B. en W.
scheen mij dan ook Mr. Spoor te we
zen, die niet als de heer Modoo het
hangende plan wou laten hangen,
maar flinkweg verklaarde, dat de
Raad het Weeshuis niet voor Mu
seum wenschte in te richten, en
daaraan dezelfde uitnoodiging aan
B. en W. verbond, om plannen en
kostenberekening voor een vrijstaand
museum, over te leggen.
Toch werd deze motie verworpen,
met 18 tegen 11 stemmen. Het voor-
stel-Modoo onderging hetzelfde lot,
nog iets gunstiger, namelijk met 17
tegen 12 stemmen.
En toen kwam de stemming over
het voorstel van B. en W. Ik geloof
niet, dat iemand deze met eenige
overtuiging had durven voorspellen.
De toestand was zóó onzeker, er wa
ren zooveel bezwaren van brandge
vaar, van licht, van toegangen geop-
perd, dat een verwerping ook van dit
voorstel niet ondenkbaar zou zijn ge
weesL Dan zou er in het geheel niets
meer zijn geweest en had men alles
van nieuws af aan kunnen beginnen,
wat zonder twijfel een groote ramp
zou zijn gewecsL
Zoover is het niet gekomen, maar
bitter weinig heeft het gescheeld.
Vijftien leden waren vóór, dertien te
gen, één buiten stemming de heer
Schram, waarom is niet duidelijk ge
worden.
De zaak staat dus vast voor
1 151.000 zal het Weeshuis lot Museum
worden verbouwd. Voor die som zal
ook nog een gelegenheid voor tijde
lijke tentoonstellingen in het gebouw
worden gevonden, zooals door den
voorzitter ter elfder ure werd toege
zegd. Misschien heeft die belofte nog
een paar stemmen gewonnen en 200
den doorslag gegeven.
Hoe nauw het klemde, blijkt hier
uit. dat ware de heer Kinkenm niei
ziek geweest, het aantal legeuslan-
ders 14 had bedragen. En de heer
Van de Kamp, die de tweede afwezige
was, zou "zeker hebben tegengestemd
Ternauwernood is dus het voorstel
van B. en W. den dans ontsprongen.
Het is wel de moeite waard, even
de beteekenis van deze beslissing na
te gaan.
De gemeente-administratie op het
Stadhuis raakt nu uit den onhoud
bare» toestand, waarin zij gekomen
was. Of is dat woord te sterk, waar
de ambtenaren van de afdeeling fi
nancien als het ware uit hun kamer
puilen, de wethouders twee aan twee
een kamer deelen en dus soms ge
noodzaakt zijn, bezoekers in de
gang of in de garderobe van de oude
Raadszaal te ontvangen Waar de
Raad vergadert in een hok als de zaal
van het Prinsenhof en de ruimte op
het Stadhuis in 't algemeen 200 te
kort schiet, dat het soms niet moge
lijk is. een kamer voor een vergade
ring te vinden I
Neen, inderdaad, het kon zoo niet
Langer en het is goed, dat er nu wel
dra een cindo aan gekomen zal zijn.
En nu het Museum zelf.
Op den voorgrond dient gesteld,
dat er nooit een plan gekomen zou
zijn, dat iedereen zonder uitzondering
zou hebbeu bevredigd. Aan voorlich
ting pro en contra heeft het immers
niet ontbroken eD toch was de over
eenstemming ver te zoeken. Niemand
kon in ernst meenen, dat ze gekomen
zou zijn, wanneer de gedachtcnwisse-
ling nog een paar jaar had geduurd,
nu over een vrijstaand gebouw. Deze
nuchtere philosophic moge de teleur
gestelden troosten en de verheugden
geruststellen in oogenblikken van mo
gelijken twijfel, die zich kunnen voor
doen, wanneer zij denken aan de ge
opperde bezwaren van reflectie,
rechtsch zijlicht inplaats van linksch,
brandgevaar en zoo meer, alle welke
dingen ik niet gering wil schatten,
maar waarover toch zeker nog wel,
zij het dan ook niet meer in den
Raad, een verstandig woord zal wor
den gewisseld, vóórdat het nieuwe
museum op het Heiligland plechtig
zal kunnen worden geopend. Met
ernst en goeden wil is veel te berei
ken, veel te verbeteren, zelfs buiten
medewerking van den Raad.
Wanneer dat oogenblik der inwij
ding aangebrokeu zal zijn, ik waag
het niet er naar te raden. Was mijn
zegsman niet al te optimistisch ge
stemd, dan zou er dit jaar nog aan
besteed kunnen worden. Ik hoop het
van harte, want er is nog slechts
over de helft van het werk besloten.
De tweede helft, de verbouwing van
het Stadhuis, komt daarna aan de
beurt en vraagt een spoedige beslis
sing. Vlugger liefst, dan die de mu-
seum-quaestie genoten heeft.
En hoewel een geheel maar twee
helften heeft, blijft er ook na die Stad
huisverbouwing nog een belangrijke
zaak te regelen over.
Die bewaar ik evenwel voor een
v olgend arlikeL
J. C. P.
-.ïdieriaiusBth OverzïdT
DE ENGELSCHE HUIZEN
hebben gisleren 't overlijden van ko
ning Edward herdacht, 't Waren in
drukwekkende zittingen Alle leden
woonden in rouwkleed de vergade
ring bij en de plechtige stilte verhoog
de nog 't sombere effect.
In 't Lagerhuis las de minister
president de boodschap van koning
George V voor. waarin wordt gezegd,
dat Z. M. weet, dat het Huis ten vollp
doordrongen is van 't besef, welk een
verlies t koninkliike hois en de natie
getroffen heeft. Maar. de zorg van ko
ning Edward voor het welvaren des
lands, de bekwame en omzii-hfiee wij
ze, waarop hij de zaken leidde, ziin
onvermoeide toewijding aan de pu
blieke zaak, ziju eenvoudige moed, in
smart eu gevaar, zuilen lang in eer
volle herinnering blijven bij zijn on
derdanen.
Ook de premier wijdde eenige woor
den aan de nagedachtenis van den
overleden koning, liij zei, dat tijdens
diens regeering tal van belangrijke
gebeurtenissen hebben plaats gehad,
zoowel iu de binnen- als buitenland-
sche politiek. „Wat onze betrekkin
gen tot het buitenland betreft, zijn
hel jaren geweest van toenemende
vriendschap, nieuwe aansluiting en
van verkrijging van sterker, zekerder
waarborgen voor den vrede onder het
mensehdom, terwijl in het rijk zelf het
besef omtrent de gemeenschappelijke
belangen zich heeft ontwikkeld als
nooit te voren.
In Groot-Britannië zijn maatrege
len van den ernstigsteu aard op so
ciaal, economisch en coitsiiiuuoiiitoel
gebied, over welke men hei gedurun-
ue geruimeu tijd niet eens had kun
nen worden, snel lot rijpheid geko
men.
I)p geschiedenis zal aan koning Ed
ward een aanmerkelijk groot aandeel
toekennen, vooral wegens zijn waar
digheid en ziju autoriteit, aan deze
veelsoortige manifestaties van het na
tionale leven des rijks."
Asquith eindigde aldus „Des ko-
nings machtige, persoonlijke invloed
wendde hij niet alleen aan tot voor
koming van den oorlog, maar ook om
aanleidingen en voorwendsels tot den
oorlog uit den weg te ruimen. Hij
heeft dan ook den titel van „vrede
stichter", onder welken naam hij
steeds bekend is geweest, ten volle
verdiend.
Voor onze binneulandsclie zaken
vonden wii in hem een scheidsrech
ter van r''pe ervaring, een karakter
vol eerbied voor de wet, een- eerbied-
waardigen beschermer van onze tra
dities, een trouwen bewaker van on
ze constitulioneele vrijheden
Hierna sprak de minister woorden
van deelneming tot de koningin-we
duwe en ten slotte ook een geluk-
wensch tot den nieuwen koning, zeg
gend „Laten wij hem verzekeren, dat
wij niet alleen ernstig hopen, maar
tevens vast vertrouwen, dat hij zich
een waardig opvolger zal betoonen
van den erooten koning, over wien
wij treuren
Enkele partijleiders, 0. a. Balfour,
verklaarden met deze waardeerende
woorden volkomen in te stemmen.
Daarna werden aan den koning en
de koningin-weduwe brieven van
rouwbeklag gezonden, waarna de
openbare zitting opgeheven werd, om
in couuiiiie de civiele lijst voor het
vorstelijke huis te herzien, "t Lager
huis zal eerst verdaagd worden tot 17
Mei eu daarna nog tot 8 Juni.
In 't Hoogerhuis werden gelijke
voorstellen aangenomen, nadat Lom
Crewe en Landsdowne redevoeringen
gehouden hadden.
De leden van beide Huizen zullen op
17 dezer 't lijk van den koning volgen,
als 't naar Westminster Hull wordt
overgebracht.
Heeds zijn eenige bijzonderheden
bekend over
DE PLECHTIGE TER AARDE-
BESTELLING.
't Lijk is hedennacht gekist en zal
heden in de troonzaal geplaatst wor
den. Dinsdagmorgen zal 't stoffelijk
overschot overgebracht worden naar
Westminster Hall. Met 't oog op het
groot aantal bezoekers, dat ver
wacht wordt, is een ruime wee geko
zen. om 't dringen zooveel mogelijk te
weren
W'mineer het lijk in Westminster
Hall aankomt, nemen de leden van
beide Kamers en andere i>er«onen,
die daarvoor in aanmerking komen,
hun plaatsen in aan heide zijden van
de kntafnlk, waar zij blijven slaan ge
durende; den lijkdienst, die eeleid zal
worden'door den anrt«hisschop van
Canterbury.
In deze dagen vraagt
DE KRETENSER QUAESTIE
weer aandacht
Het bericht, dat de Kretensische af
gevaardigden den eed van trouw
aan den koning van Griekenland heb
ben gezworen, heeft in Turkije na
tuurlijk groote ontstemming gewekt
en de regeering heeft dan ook over
liet gebeurde reeds telegrafisch bij de
mogendheden geprotesteerd. Zij zai
het evenwel bij dat plutonische pro
test niet laten, maar de vloot in ge
reedheid brengen, om daardoor te
kennen te geven, dat Turkije zelf z'u
lachten zul handhaven, wanneer de
mogendheden niet bij machte mochten
zijn de Kretensers op hun nummer te
zetten.
Tot dusverre heeft Turkije meestal
met gelatenheid allerlei beleedigin-
gen eu achteruitzettingen verdragen.
Na de revolutie, dus met 't nieuwe
régime evenwel, is ook daarip veran
dering gekomen. Nationale quaesues
wekken tegenwoordig in het land van
de halve maan groote belangstelling
en de regeering kan er vrij zeker van
zijn, dat zij bij een vijandelijk optre
den tegen Griekenland, bijna de ge-
heele natie achter zich zal hebben. Eu
bovendien moet het zeer waarschijn
lijk zijn, dat zelfs de Albaneezen, wan
neer het lot een oorlog met Grieken
land mocht komen, hunne veete tegen
Turkije voorloopig zullen laten rus
ten en gemeenschappelijk met hunne
tegenwoordige onderdrukkers tegen
de Grieken te velde zullen trekken.
In militaire kringen in- Turkije be
toont men sedert lang reeds grooten
lust om aan Griekenland nu eens
voor goed Turkije's meerderheid te
laten gevoelen, vooral waar in Grie
kenland veel verdeeldheid heerscht,
die zich ook in 't leger openbaart.
't Zou dus wel eens tot een verwik
keling kunnen komen, wanneer de
mogendheden er niet in slagen 't vuur
tje voorloople weer wat te temperen.
In de Turksche Kamer heeft 't mi
nisterie medegedeeld, dat de bescher
mende mogendheden op de vertoogen
üer Porie hebben geantwoord, dat er
geenerlei wijziging in den status quo
is* gebracht, Uoordat de hretenser wet
gevende vergadering den eed aan den
koning van Griekenland heeft afge
legd.
De Turksche regeering beschouwt
dit antwoord als gunstig Voor de
Turksche belangen, en de grootvi
zier verklaarde nog eens met nadruk
dat Kreta blijft belmoren tot Tur
kije.
DE STRIJD IN ALBANIë
blijft intusschen nog voortduren. In
een gevecht met de opstandelingen
verloren de Turksche troepen weer 8
dooden en 20 gewonden. De Albanee
zen werden met zware verliezen uit
hun stellingen verdreven.
De Turksche overheid ineeDt, dat de
georganiseerde tegenstand nu wel ge
ëindigd zal zijn.
OPROER IN CHINA.
Volgens berichten uit Peking, zijn
in Yuenchow onlusten uitgebroken.
De binnenlandsche missie in China
werd vernield.
Het zendIngsstation In Yuenrliow
stond onder leiding van de Wurtem-
bergsche Llebenzell Missie.
AARDBEVINGEN.
Uit San José (Costarica) werd gis
teren geseind Hier zijn heden zware
aardbevingen geweest. Duizenden
vei trekken de stad is in opscnud-
diug. Dinsdag zijn er een groot aan
tal hevige schokken waargenomen.
Uit Weeuen Woensdagavond zijn
er vier minuten lang zeer lichte aard
schokken, gepaard gaande niet een
golvende beweging in de richting
Noord-Zuid waargenomen.
Stadsnieuws
Verlof Drankwet
B. en VV. brengen ter kennis, dat
zijn ingekomen verzoekschriften van
Aa. Ma. Nagelholz en van H. van
Nimwegen, om verlof tol het verkoo-
j>en van alcoholhoudenden drank an
deren dan sterken drank, voor ge
bruik ter plaatse van verkoop respec
tievelijk in den winkel van het per
ceel aan de Gasthuisstraat No. 40, en
in het perceel aan de Kaïnperstraat
No. 38.
Hinderwet.
B. en VV. van Haarlem doen weten,
dat op alle werkdagen van 9 tot 2
uur tot 24 Mei, 's namiddags te 1 1/4
uur. ter gemeente-secretarie (7de
afdeeling) ter inzage liggen de ver
zoekschriften van
C. Borst, om vergunning tot uit
breiding van zijne vetsmelterij in het
perceel aan de Wijdesteeg No. 24,
FEUILLETON
Naar het Duitsch.
Door
PAUL HEN KENS,
61)
Hildegard was in weerwil van
haar merkbare zwakheid overeind
gekomen nu trad zij met gevouwen
handen dicht op Rudolf toe.
Wat zeg je stamelde zij met
bevende lippen. Noem je Hugo een
moordenaar O, Rudolf, wat doe Je
mij daarmee veel leed I Hugo is
geen moordenaar! Neen, neen, spreek
mij dat niet tegen. Ik voel het diép
in mijn borst, dat hij wel lichtzinnig
geweest kan zijn, maar niet slecht.
Rudolf drukte hartelijk haar han
den.
Arme, arme zuster, fluisterde
hij met zachte stem. Ik begrijp, hoe
hoogst pijnlijk je deze onverwachte
slag van het noodlot getroffen moet
hebben. Het is werkelijk mijn schuld,
dat dit je getroffen moet hebben, als
een bliksemstraal uit 'n helderen he
mel. Ik heb alles al lang te voren
vermoed, maar durfde je altijd nog
niets zeggen. Eerst was het niets dan
een gevoel van wantrouwen tegen
over je verloofde. Pas hedenmorgen,
toen ik op het punt stond, de recht
zitting bij te wonen, zijn mij zulke
bezwarende omstandigheden medege
deeld, dat ik ternauwernood meer
aan zijn schuld kon twijfelen. Ver
rassend snel volgden de gebeurtenis
sen elkaar op, die mij gelijk gegeven
hebben en die tot zijn gevangenne
ming aanleiding gaven.
En al getuigt ook de geheele we
reld tegen hem, dan zeg Lk nog ge
vergist u, Hugo is geen misdadiger,
hij is geen verloren man 1
Plotseling wendde zij zich tot haar
vader.
Ik verzoek u, ik verzoek u met
kracht en aandrang, wend uw in
vloed aan om Hugo uit dien vreese-
lijken toestand te bevrijden, ver
zocht zij, men zal hem zeker tegen
schadeloosstelling vrij laten. Het kan
u als een man van invloed niet
zwaar vallen
Nooit en nimmer, riep de fa
brikant in de grootste opgewonden
heid uit. Wat ik mijn leven lang
met de grootste moeite opgebouwd
heb, zie ik nu door mijn eigen kinde
ren vernietigd. Hoe het ook zij, laat
mij buiten spel I
Hij keerde zich om en verliet de
kamer, de deux met een harden slag
achter zich dichttrekkend.
Hildegard stond eenige seconden
lang met bijna wezenloozen blik voor
zich uit te staren, toen wendde zij
zich echter met een hartstochtelijke
beweging plotseling tot haa? broe
der.
Rudolf, je hebt een edel hart. Ik
kan niet gelooven, dat jij den onge-
lukkigeu Hugo zoo gauw en onge
hoord zult vervloeken. Bedenk, Ru-
dolf, dat een mensch zich kan ver
gissen I Ik zweer, dat Hugo niet
schuldig is, zooals jij denkt, ik zou
mij zelf beleedigen, als ik aannam,
dat hij met een met moord bezwaard
geweten weken, maanden achtereen
dagelijks met mij omgegaan zou heb
beu en het daarbij gewaagd zou heb
ben, mij zoete woorden vol liefde toe
te fluisteren. O, geloof mij, Rudolf,
voegde zij er bij, toen de laatste zich
met een sombere uitdrukking op het
gelaat van haar afwendde. er is
een ongelukzalig misverstand in het
spel, dal opgelost moet worden.
Arme zuster, hernam hij op
onderdrukten toon, de daad is zoo
goed als bewezen.
En de jonge advocaat vertelde zijn
ademloos toeluisterende 2uster van
alle verdenking, die tegen Hugo ge
rezen was.
Maar zijn woorden maakten heele-
maal geen overtuigenden Indruk op
Hildegard.
Neen, Hugo is niet schuldig, hij
heeft ook dien uitdrager niet ver
moord, hield zij vol. Er mag
ovelgens gebeurd zijn wat wil, ik
moet hem nog heden spreken, men
mag mij als zijn verloofde er niet van
af houden met hem te spreken. Ik
behoef hem maar in de oogen te kij
ken, en dan weet ik meer dan gij
allen I
Zij greep beide handen van haar
broeder.
Als je werkelijk van mij houdt,
ga dan met mij mee. In je hoedanig
heid als verdediger van Beek zul je
gedaan kunnen krijgen, dat men mij,
al is het dan ook in gezelschap van
getuigen, eenige woorden met Hugo
laat spreken. Ik verzoek je vriende
lijk, zeg niet neen. Je kunt niet be
grijpen, welk een vreeselijke storm
er in mijn hart woedt, anders zou jij
je geen oogenblik bedenken I
Zij was zóó opgewonden, dat haar
broeder moeite had haar staande te
houden.
Ik sterf van harteleed, als Je
mijn verzoek niet inwilligt I Wees
barmhartig, ik moet hem spreken I
Zij brak in snikken los.
Een kwartier later reden broeder
en zuster al door de kale laan naar
de stad.
Voor het paleis van justitie geko
men, stegen beiden uit, en Rudolf
bracht zijn zuster naar de op dit uur
steeds ongebruikte advocatenkamer.
Daar verzocht hij Hildegard, kalm
op hem te wachten.
Hij zelf snelde naar de kamer van
den 1 echter van instructie Alberti, en
liet zich door den bode aanmelden.
De laatste zei echter, nog vóór hij
de kamer binnenging
Het zal wel moeilijk gaan, nu
bij mijnheer den rechter toegelaten
te worden, de gevangene van dezen
middag is nog altijd in de kamer.
Mijnheer Alberti is al langer dan een
uur met hem bezig, maar hij wil tot
nu toe niet bekennen. Enfin, dal
zal wel komen, besloot de bode.
met een stem van de grootste over
tuiging, die blijkbaar het resultaat
vau jarenlange ondervinding was
daarop ging hij de kamer van den
rechter binnen.
Twee minuten later kwam hij, ge
volgd door den politiecommissaris
Grosser, terug. De laatste snelde op
den jongen advocaat toe en wisselde
een hartelijken handdruk met hem.
Begrijpelijke weetgierigheid
brengt u zeker hierheen, zeide hij.
terwijl hij Rudolf in een door het
gaslicht niet helder verlichte venster-
nis trok. Mijnheer Alberti zal u ech
ter vandaag niet meer kunnen ont
vangen, hij ia altijd nog bezig aan
het eerste verhoor van baron Von
Engler.
Dat hoorde ik al van den bode,
antwoordde Rudolf ook op onder
drukten toon. De langdurigheid
van dit verhoor voorspelt niet veel
goeds.
Daar kon u wel eens gelijk in
hebben. Wij hebben met een verhard
jongmensch te doen, die zich ieder
woord uit de keel laat halen, en
slechts met moeite toegeeft, wat hem
als een bewezen feit wordt voorge
legd.
Hij blijft dus ontkennen vroeg
Rudolf bezorgd.
Ja, zoo is het, antwoordde de
commissaris. Ofschoon de bewijzen
verpletterend zijn, beweert hij niets
van de hem ten laste gelegde misdaad
af te weten.
Dan vrees ik, dat de wensch van
mijn zuster wel niet vervuld zal kun
nen worden, antwoordde Rudolf,
en deelde daarop den commissaris
den wensch van zijn zuster mee.
Deze fronste het voorhoofd.
Ja, als de baron al een bekente
nis had afgelegd, dan zou Alberti niet
zoo onmenschelijk zijn, nu echter
Dat wist ik wel vooruit, zeide
Rudolf. Maar praat nu maar eens
een verstandig woord met een half
wanhopige Ik heb mijn zuster nooit
meer in zoo'n toestand van opgewon
denheid gezien, zij is zichzelf niet
(Wordt vervolgd).