NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. Donkere Schaduwen 27e Jaargang. No. 8245. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 12 MEI 1910 B Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente) Franco per post door Nederlandl-o5 Afzonderlijke nummersQ'QZfj Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37/5 a de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 15 regels 50 Cts.- iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. AdvertentiCn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1142. Nabetrachting ?an den Gemeenteraad. Onze gemeenteraad heeft Woensdag een geheime zitting gehouden, die een paax uur duurde. Na de heropening van de openbare vergadering kwa men bijna onmiddellijk de nieuwe museumplannen aan de orde. Toch kwam het mij voor, dat de zaak in de vergadering met gesloten deuren niet ter sprake gekomen is. Anders wordt in den regel, onmiddellijk na de her opening, wel een motie, amendement of voorstel ingediend, als vrucht van de geheime beraadslaging. Zóó ging bet dezen keer niet. Eerst toen een our lang allerlei wenschen waren uitgesproken, kwamen een paar Raadsleden er toe, die in een vorm te gieten. Er was iets verwards, iets onzekers in de discussie en geen wonder ver schillende sprekers moesten erken nen, dat zij sedert 1906, toen zij hiel pen besluiten, dat het museum naur het oude Weeshuis op het Heiligland zou worden verplaatst, op hun mee ning waren teruggekomen. Een paar, Mr. Spoor en de heer Modoo, deden dat met zekere bravoure, alsof zij het noodig vonden te doen zien, dat ze zich er niet voor schaamden. Maar waarom zouden zij ook het is toch zeker beter, van een veranderde opi nie ronduit blijk te geven, dan een oude meening te blijven aanhangen, hoewel men iD zijn ziel tot een ander inzifiht gekomen is. Aanvankelijk had het niet den schijn, of het voorstel van B. en W., om 151.000 voor de verbouwing van het weeshuis te bestemmen, veel kans van slagen hebben zou. Hoewel de felste tegenstander, de heer Rin- kema, door ongesteldheid afwezig was, bleven er nog genoeg bestrijders over Bestrijders in soorten van gevaar lijkheid. Daar was vooreerst Dr. Timmer, die wel verklaarde, dat hij noch met de plaats, noch met het plan was ingenomen, maar zelf geen amendement of motie indiende een goedig tegenstander, als ik zoo zeg gen mag, die straks de plannen van B. en W. wel met zijn stem, maar niet met zijn pén te lijf zou gaan. Daar wao vervolgens de heer Van Russuin. vee) gevaarlijker voor het dugelijksch bestuur, omdat hij niet als de heer Timmer bij een algemee- ne afkeuring bleef, maar ook wees waar naar zijn meening de fout BChool, namelijk in het gelijkvloer- sche van kabinetten en zaal, die goed lichi onmogelijk zoudeD maken, ter wijl hij bovendien de remedie aangaf: het maken van bovenzalen. Was dit denkbeeld doorgegaau, dan zou na tuurlijk het heele plan onbruikbaar zijn geweest, omdat men zoo maar niet verdiepingen zet boven op antie ke gevels I Maar ook de heer Van Rossum liet het indienen van voorstellen aan an deren over. Gevaarlijker was dus de heer Mo doo, die met zijn koelen redeneer trant inderdaad wel Invloed op den Raad weet uit te oefenen en boven dien spoedig met amendementen of moties klaar staat, omdat het hem, Is gevolg van diezelfde bedaarde iichterheid, niet grieft wanneer ze worden verworpen. Wel wil hij na tuurlijk graag het tegendeel, maar hij beschouwt een afwijzing niet als een echec, waaraan hij zich niet zou mogen blootstellen. En het duurde dau ook niet lang, of het voorstel was er het had de strekking om het plan van B. en W. aan te houden, en intusschen B. en VV. uit te noodigen, een pian met kostenberekening voor een geheel vrijstaand museum in te dienen. Terecht noemde Mr. Van Styrum dit voorstel te vaag. Het zou dat niet geweest zijn, wanneer de heer Modoo geen zeer speciale toelichting had ge geven deze namelijk, dat hij liefst een klein museum zou gebouwd zien, waarin alleen de kostbaarste schilde rijen, bijvoorbeeld een vijftig, zouden komen te hangen. De overige moes ten dan maar weer verdeeld worden over de verschillende gemeentegebou wen, waaruit ze indertijd vandaan zijn gehaald. Maar dat zei hij In zijn voorstel niet I Moest nu de heer Dumont een plan voor een klein of voor een groo- ter museum maken Dan maakt hij er maar twee, zei de heer Middel koop. En daartegen kwam de heer Van Styrum met begrijpelijke veront waardiging op. Zou men zoo maar, op een achtermiddag, den directeur, die toch waarlijk ook wel ander werk heeft te.doen, zoo'n opdracht geven? Dat dit voorstel kans van slagen zou hebben, heb ik dan ook geen oogenblik geloofd. En de allergevaar lijkste tegenstander van B. en W. scheen mij dan ook Mr. Spoor te we zen, die niet als de heer Modoo het hangende plan wou laten hangen, maar flinkweg verklaarde, dat de Raad het Weeshuis niet voor Mu seum wenschte in te richten, en daaraan dezelfde uitnoodiging aan B. en W. verbond, om plannen en kostenberekening voor een vrijstaand museum, over te leggen. Toch werd deze motie verworpen, met 18 tegen 11 stemmen. Het voor- stel-Modoo onderging hetzelfde lot, nog iets gunstiger, namelijk met 17 tegen 12 stemmen. En toen kwam de stemming over het voorstel van B. en W. Ik geloof niet, dat iemand deze met eenige overtuiging had durven voorspellen. De toestand was zóó onzeker, er wa ren zooveel bezwaren van brandge vaar, van licht, van toegangen geop- perd, dat een verwerping ook van dit voorstel niet ondenkbaar zou zijn ge weesL Dan zou er in het geheel niets meer zijn geweest en had men alles van nieuws af aan kunnen beginnen, wat zonder twijfel een groote ramp zou zijn gewecsL Zoover is het niet gekomen, maar bitter weinig heeft het gescheeld. Vijftien leden waren vóór, dertien te gen, één buiten stemming de heer Schram, waarom is niet duidelijk ge worden. De zaak staat dus vast voor 1 151.000 zal het Weeshuis lot Museum worden verbouwd. Voor die som zal ook nog een gelegenheid voor tijde lijke tentoonstellingen in het gebouw worden gevonden, zooals door den voorzitter ter elfder ure werd toege zegd. Misschien heeft die belofte nog een paar stemmen gewonnen en 200 den doorslag gegeven. Hoe nauw het klemde, blijkt hier uit. dat ware de heer Kinkenm niei ziek geweest, het aantal legeuslan- ders 14 had bedragen. En de heer Van de Kamp, die de tweede afwezige was, zou "zeker hebben tegengestemd Ternauwernood is dus het voorstel van B. en W. den dans ontsprongen. Het is wel de moeite waard, even de beteekenis van deze beslissing na te gaan. De gemeente-administratie op het Stadhuis raakt nu uit den onhoud bare» toestand, waarin zij gekomen was. Of is dat woord te sterk, waar de ambtenaren van de afdeeling fi nancien als het ware uit hun kamer puilen, de wethouders twee aan twee een kamer deelen en dus soms ge noodzaakt zijn, bezoekers in de gang of in de garderobe van de oude Raadszaal te ontvangen Waar de Raad vergadert in een hok als de zaal van het Prinsenhof en de ruimte op het Stadhuis in 't algemeen 200 te kort schiet, dat het soms niet moge lijk is. een kamer voor een vergade ring te vinden I Neen, inderdaad, het kon zoo niet Langer en het is goed, dat er nu wel dra een cindo aan gekomen zal zijn. En nu het Museum zelf. Op den voorgrond dient gesteld, dat er nooit een plan gekomen zou zijn, dat iedereen zonder uitzondering zou hebbeu bevredigd. Aan voorlich ting pro en contra heeft het immers niet ontbroken eD toch was de over eenstemming ver te zoeken. Niemand kon in ernst meenen, dat ze gekomen zou zijn, wanneer de gedachtcnwisse- ling nog een paar jaar had geduurd, nu over een vrijstaand gebouw. Deze nuchtere philosophic moge de teleur gestelden troosten en de verheugden geruststellen in oogenblikken van mo gelijken twijfel, die zich kunnen voor doen, wanneer zij denken aan de ge opperde bezwaren van reflectie, rechtsch zijlicht inplaats van linksch, brandgevaar en zoo meer, alle welke dingen ik niet gering wil schatten, maar waarover toch zeker nog wel, zij het dan ook niet meer in den Raad, een verstandig woord zal wor den gewisseld, vóórdat het nieuwe museum op het Heiligland plechtig zal kunnen worden geopend. Met ernst en goeden wil is veel te berei ken, veel te verbeteren, zelfs buiten medewerking van den Raad. Wanneer dat oogenblik der inwij ding aangebrokeu zal zijn, ik waag het niet er naar te raden. Was mijn zegsman niet al te optimistisch ge stemd, dan zou er dit jaar nog aan besteed kunnen worden. Ik hoop het van harte, want er is nog slechts over de helft van het werk besloten. De tweede helft, de verbouwing van het Stadhuis, komt daarna aan de beurt en vraagt een spoedige beslis sing. Vlugger liefst, dan die de mu- seum-quaestie genoten heeft. En hoewel een geheel maar twee helften heeft, blijft er ook na die Stad huisverbouwing nog een belangrijke zaak te regelen over. Die bewaar ik evenwel voor een v olgend arlikeL J. C. P. -.ïdieriaiusBth OverzïdT DE ENGELSCHE HUIZEN hebben gisleren 't overlijden van ko ning Edward herdacht, 't Waren in drukwekkende zittingen Alle leden woonden in rouwkleed de vergade ring bij en de plechtige stilte verhoog de nog 't sombere effect. In 't Lagerhuis las de minister president de boodschap van koning George V voor. waarin wordt gezegd, dat Z. M. weet, dat het Huis ten vollp doordrongen is van 't besef, welk een verlies t koninkliike hois en de natie getroffen heeft. Maar. de zorg van ko ning Edward voor het welvaren des lands, de bekwame en omzii-hfiee wij ze, waarop hij de zaken leidde, ziin onvermoeide toewijding aan de pu blieke zaak, ziju eenvoudige moed, in smart eu gevaar, zuilen lang in eer volle herinnering blijven bij zijn on derdanen. Ook de premier wijdde eenige woor den aan de nagedachtenis van den overleden koning, liij zei, dat tijdens diens regeering tal van belangrijke gebeurtenissen hebben plaats gehad, zoowel iu de binnen- als buitenland- sche politiek. „Wat onze betrekkin gen tot het buitenland betreft, zijn hel jaren geweest van toenemende vriendschap, nieuwe aansluiting en van verkrijging van sterker, zekerder waarborgen voor den vrede onder het mensehdom, terwijl in het rijk zelf het besef omtrent de gemeenschappelijke belangen zich heeft ontwikkeld als nooit te voren. In Groot-Britannië zijn maatrege len van den ernstigsteu aard op so ciaal, economisch en coitsiiiuuoiiitoel gebied, over welke men hei gedurun- ue geruimeu tijd niet eens had kun nen worden, snel lot rijpheid geko men. I)p geschiedenis zal aan koning Ed ward een aanmerkelijk groot aandeel toekennen, vooral wegens zijn waar digheid en ziju autoriteit, aan deze veelsoortige manifestaties van het na tionale leven des rijks." Asquith eindigde aldus „Des ko- nings machtige, persoonlijke invloed wendde hij niet alleen aan tot voor koming van den oorlog, maar ook om aanleidingen en voorwendsels tot den oorlog uit den weg te ruimen. Hij heeft dan ook den titel van „vrede stichter", onder welken naam hij steeds bekend is geweest, ten volle verdiend. Voor onze binneulandsclie zaken vonden wii in hem een scheidsrech ter van r''pe ervaring, een karakter vol eerbied voor de wet, een- eerbied- waardigen beschermer van onze tra dities, een trouwen bewaker van on ze constitulioneele vrijheden Hierna sprak de minister woorden van deelneming tot de koningin-we duwe en ten slotte ook een geluk- wensch tot den nieuwen koning, zeg gend „Laten wij hem verzekeren, dat wij niet alleen ernstig hopen, maar tevens vast vertrouwen, dat hij zich een waardig opvolger zal betoonen van den erooten koning, over wien wij treuren Enkele partijleiders, 0. a. Balfour, verklaarden met deze waardeerende woorden volkomen in te stemmen. Daarna werden aan den koning en de koningin-weduwe brieven van rouwbeklag gezonden, waarna de openbare zitting opgeheven werd, om in couuiiiie de civiele lijst voor het vorstelijke huis te herzien, "t Lager huis zal eerst verdaagd worden tot 17 Mei eu daarna nog tot 8 Juni. In 't Hoogerhuis werden gelijke voorstellen aangenomen, nadat Lom Crewe en Landsdowne redevoeringen gehouden hadden. De leden van beide Huizen zullen op 17 dezer 't lijk van den koning volgen, als 't naar Westminster Hull wordt overgebracht. Heeds zijn eenige bijzonderheden bekend over DE PLECHTIGE TER AARDE- BESTELLING. 't Lijk is hedennacht gekist en zal heden in de troonzaal geplaatst wor den. Dinsdagmorgen zal 't stoffelijk overschot overgebracht worden naar Westminster Hall. Met 't oog op het groot aantal bezoekers, dat ver wacht wordt, is een ruime wee geko zen. om 't dringen zooveel mogelijk te weren W'mineer het lijk in Westminster Hall aankomt, nemen de leden van beide Kamers en andere i>er«onen, die daarvoor in aanmerking komen, hun plaatsen in aan heide zijden van de kntafnlk, waar zij blijven slaan ge durende; den lijkdienst, die eeleid zal worden'door den anrt«hisschop van Canterbury. In deze dagen vraagt DE KRETENSER QUAESTIE weer aandacht Het bericht, dat de Kretensische af gevaardigden den eed van trouw aan den koning van Griekenland heb ben gezworen, heeft in Turkije na tuurlijk groote ontstemming gewekt en de regeering heeft dan ook over liet gebeurde reeds telegrafisch bij de mogendheden geprotesteerd. Zij zai het evenwel bij dat plutonische pro test niet laten, maar de vloot in ge reedheid brengen, om daardoor te kennen te geven, dat Turkije zelf z'u lachten zul handhaven, wanneer de mogendheden niet bij machte mochten zijn de Kretensers op hun nummer te zetten. Tot dusverre heeft Turkije meestal met gelatenheid allerlei beleedigin- gen eu achteruitzettingen verdragen. Na de revolutie, dus met 't nieuwe régime evenwel, is ook daarip veran dering gekomen. Nationale quaesues wekken tegenwoordig in het land van de halve maan groote belangstelling en de regeering kan er vrij zeker van zijn, dat zij bij een vijandelijk optre den tegen Griekenland, bijna de ge- heele natie achter zich zal hebben. Eu bovendien moet het zeer waarschijn lijk zijn, dat zelfs de Albaneezen, wan neer het lot een oorlog met Grieken land mocht komen, hunne veete tegen Turkije voorloopig zullen laten rus ten en gemeenschappelijk met hunne tegenwoordige onderdrukkers tegen de Grieken te velde zullen trekken. In militaire kringen in- Turkije be toont men sedert lang reeds grooten lust om aan Griekenland nu eens voor goed Turkije's meerderheid te laten gevoelen, vooral waar in Grie kenland veel verdeeldheid heerscht, die zich ook in 't leger openbaart. 't Zou dus wel eens tot een verwik keling kunnen komen, wanneer de mogendheden er niet in slagen 't vuur tje voorloople weer wat te temperen. In de Turksche Kamer heeft 't mi nisterie medegedeeld, dat de bescher mende mogendheden op de vertoogen üer Porie hebben geantwoord, dat er geenerlei wijziging in den status quo is* gebracht, Uoordat de hretenser wet gevende vergadering den eed aan den koning van Griekenland heeft afge legd. De Turksche regeering beschouwt dit antwoord als gunstig Voor de Turksche belangen, en de grootvi zier verklaarde nog eens met nadruk dat Kreta blijft belmoren tot Tur kije. DE STRIJD IN ALBANIë blijft intusschen nog voortduren. In een gevecht met de opstandelingen verloren de Turksche troepen weer 8 dooden en 20 gewonden. De Albanee zen werden met zware verliezen uit hun stellingen verdreven. De Turksche overheid ineeDt, dat de georganiseerde tegenstand nu wel ge ëindigd zal zijn. OPROER IN CHINA. Volgens berichten uit Peking, zijn in Yuenchow onlusten uitgebroken. De binnenlandsche missie in China werd vernield. Het zendIngsstation In Yuenrliow stond onder leiding van de Wurtem- bergsche Llebenzell Missie. AARDBEVINGEN. Uit San José (Costarica) werd gis teren geseind Hier zijn heden zware aardbevingen geweest. Duizenden vei trekken de stad is in opscnud- diug. Dinsdag zijn er een groot aan tal hevige schokken waargenomen. Uit Weeuen Woensdagavond zijn er vier minuten lang zeer lichte aard schokken, gepaard gaande niet een golvende beweging in de richting Noord-Zuid waargenomen. Stadsnieuws Verlof Drankwet B. en VV. brengen ter kennis, dat zijn ingekomen verzoekschriften van Aa. Ma. Nagelholz en van H. van Nimwegen, om verlof tol het verkoo- j>en van alcoholhoudenden drank an deren dan sterken drank, voor ge bruik ter plaatse van verkoop respec tievelijk in den winkel van het per ceel aan de Gasthuisstraat No. 40, en in het perceel aan de Kaïnperstraat No. 38. Hinderwet. B. en VV. van Haarlem doen weten, dat op alle werkdagen van 9 tot 2 uur tot 24 Mei, 's namiddags te 1 1/4 uur. ter gemeente-secretarie (7de afdeeling) ter inzage liggen de ver zoekschriften van C. Borst, om vergunning tot uit breiding van zijne vetsmelterij in het perceel aan de Wijdesteeg No. 24, FEUILLETON Naar het Duitsch. Door PAUL HEN KENS, 61) Hildegard was in weerwil van haar merkbare zwakheid overeind gekomen nu trad zij met gevouwen handen dicht op Rudolf toe. Wat zeg je stamelde zij met bevende lippen. Noem je Hugo een moordenaar O, Rudolf, wat doe Je mij daarmee veel leed I Hugo is geen moordenaar! Neen, neen, spreek mij dat niet tegen. Ik voel het diép in mijn borst, dat hij wel lichtzinnig geweest kan zijn, maar niet slecht. Rudolf drukte hartelijk haar han den. Arme, arme zuster, fluisterde hij met zachte stem. Ik begrijp, hoe hoogst pijnlijk je deze onverwachte slag van het noodlot getroffen moet hebben. Het is werkelijk mijn schuld, dat dit je getroffen moet hebben, als een bliksemstraal uit 'n helderen he mel. Ik heb alles al lang te voren vermoed, maar durfde je altijd nog niets zeggen. Eerst was het niets dan een gevoel van wantrouwen tegen over je verloofde. Pas hedenmorgen, toen ik op het punt stond, de recht zitting bij te wonen, zijn mij zulke bezwarende omstandigheden medege deeld, dat ik ternauwernood meer aan zijn schuld kon twijfelen. Ver rassend snel volgden de gebeurtenis sen elkaar op, die mij gelijk gegeven hebben en die tot zijn gevangenne ming aanleiding gaven. En al getuigt ook de geheele we reld tegen hem, dan zeg Lk nog ge vergist u, Hugo is geen misdadiger, hij is geen verloren man 1 Plotseling wendde zij zich tot haar vader. Ik verzoek u, ik verzoek u met kracht en aandrang, wend uw in vloed aan om Hugo uit dien vreese- lijken toestand te bevrijden, ver zocht zij, men zal hem zeker tegen schadeloosstelling vrij laten. Het kan u als een man van invloed niet zwaar vallen Nooit en nimmer, riep de fa brikant in de grootste opgewonden heid uit. Wat ik mijn leven lang met de grootste moeite opgebouwd heb, zie ik nu door mijn eigen kinde ren vernietigd. Hoe het ook zij, laat mij buiten spel I Hij keerde zich om en verliet de kamer, de deux met een harden slag achter zich dichttrekkend. Hildegard stond eenige seconden lang met bijna wezenloozen blik voor zich uit te staren, toen wendde zij zich echter met een hartstochtelijke beweging plotseling tot haa? broe der. Rudolf, je hebt een edel hart. Ik kan niet gelooven, dat jij den onge- lukkigeu Hugo zoo gauw en onge hoord zult vervloeken. Bedenk, Ru- dolf, dat een mensch zich kan ver gissen I Ik zweer, dat Hugo niet schuldig is, zooals jij denkt, ik zou mij zelf beleedigen, als ik aannam, dat hij met een met moord bezwaard geweten weken, maanden achtereen dagelijks met mij omgegaan zou heb beu en het daarbij gewaagd zou heb ben, mij zoete woorden vol liefde toe te fluisteren. O, geloof mij, Rudolf, voegde zij er bij, toen de laatste zich met een sombere uitdrukking op het gelaat van haar afwendde. er is een ongelukzalig misverstand in het spel, dal opgelost moet worden. Arme zuster, hernam hij op onderdrukten toon, de daad is zoo goed als bewezen. En de jonge advocaat vertelde zijn ademloos toeluisterende 2uster van alle verdenking, die tegen Hugo ge rezen was. Maar zijn woorden maakten heele- maal geen overtuigenden Indruk op Hildegard. Neen, Hugo is niet schuldig, hij heeft ook dien uitdrager niet ver moord, hield zij vol. Er mag ovelgens gebeurd zijn wat wil, ik moet hem nog heden spreken, men mag mij als zijn verloofde er niet van af houden met hem te spreken. Ik behoef hem maar in de oogen te kij ken, en dan weet ik meer dan gij allen I Zij greep beide handen van haar broeder. Als je werkelijk van mij houdt, ga dan met mij mee. In je hoedanig heid als verdediger van Beek zul je gedaan kunnen krijgen, dat men mij, al is het dan ook in gezelschap van getuigen, eenige woorden met Hugo laat spreken. Ik verzoek je vriende lijk, zeg niet neen. Je kunt niet be grijpen, welk een vreeselijke storm er in mijn hart woedt, anders zou jij je geen oogenblik bedenken I Zij was zóó opgewonden, dat haar broeder moeite had haar staande te houden. Ik sterf van harteleed, als Je mijn verzoek niet inwilligt I Wees barmhartig, ik moet hem spreken I Zij brak in snikken los. Een kwartier later reden broeder en zuster al door de kale laan naar de stad. Voor het paleis van justitie geko men, stegen beiden uit, en Rudolf bracht zijn zuster naar de op dit uur steeds ongebruikte advocatenkamer. Daar verzocht hij Hildegard, kalm op hem te wachten. Hij zelf snelde naar de kamer van den 1 echter van instructie Alberti, en liet zich door den bode aanmelden. De laatste zei echter, nog vóór hij de kamer binnenging Het zal wel moeilijk gaan, nu bij mijnheer den rechter toegelaten te worden, de gevangene van dezen middag is nog altijd in de kamer. Mijnheer Alberti is al langer dan een uur met hem bezig, maar hij wil tot nu toe niet bekennen. Enfin, dal zal wel komen, besloot de bode. met een stem van de grootste over tuiging, die blijkbaar het resultaat vau jarenlange ondervinding was daarop ging hij de kamer van den rechter binnen. Twee minuten later kwam hij, ge volgd door den politiecommissaris Grosser, terug. De laatste snelde op den jongen advocaat toe en wisselde een hartelijken handdruk met hem. Begrijpelijke weetgierigheid brengt u zeker hierheen, zeide hij. terwijl hij Rudolf in een door het gaslicht niet helder verlichte venster- nis trok. Mijnheer Alberti zal u ech ter vandaag niet meer kunnen ont vangen, hij ia altijd nog bezig aan het eerste verhoor van baron Von Engler. Dat hoorde ik al van den bode, antwoordde Rudolf ook op onder drukten toon. De langdurigheid van dit verhoor voorspelt niet veel goeds. Daar kon u wel eens gelijk in hebben. Wij hebben met een verhard jongmensch te doen, die zich ieder woord uit de keel laat halen, en slechts met moeite toegeeft, wat hem als een bewezen feit wordt voorge legd. Hij blijft dus ontkennen vroeg Rudolf bezorgd. Ja, zoo is het, antwoordde de commissaris. Ofschoon de bewijzen verpletterend zijn, beweert hij niets van de hem ten laste gelegde misdaad af te weten. Dan vrees ik, dat de wensch van mijn zuster wel niet vervuld zal kun nen worden, antwoordde Rudolf, en deelde daarop den commissaris den wensch van zijn zuster mee. Deze fronste het voorhoofd. Ja, als de baron al een bekente nis had afgelegd, dan zou Alberti niet zoo onmenschelijk zijn, nu echter Dat wist ik wel vooruit, zeide Rudolf. Maar praat nu maar eens een verstandig woord met een half wanhopige Ik heb mijn zuster nooit meer in zoo'n toestand van opgewon denheid gezien, zij is zichzelf niet (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5