HAARLEM'S DAGBLAD,
TWEEDE BLAD.
Donkere Schaduwen
VHIJDAG 20 MEI 1910
Buitenlandsch Overzicht
Er is in dezen tijd al lieel weinig
buitenlandsch nieuws Over het alge
meen is dit gelukkig te noemen, want
in den regel heeft zulk nieuws betrek
king op oorlogen, of geruchten van
oorlogen, volksbewegingen, ernstige
onheilen, enz. Maar een schaduw
zijde is, dat er voor de overzicht
schrijvers al heel weinig te .verwer
ken is.
De blijkbaar altijd durende
KRETENSER QUABSTIB
brengt in deze dagen nog cenige af
wisseling, maar veel is het ook niet.
Uit Konstantinopel wordt gemeld,
dat de Turksche vloot naar Karpa-
thos, tusschen Kreta en Khodus zal
vertrekken.
Dit besluit der Turksche regeering
wordt beschouwd als een bewijs, dat
y.j door een vastbesloten houding
tegenover de ICretensers, het aanzien
van het nieuwe regime wil handha
ven tegenover de openbare meening,
en tevens een pressie wil oefenen op
de beschermende mogendheden, op
dat deze door ongeldigverklaring van
den eed, door de Christelijke volks
vertegenwoordigers op Krela afge
legd, en door de bescherming der Mo-
hammedaansche vertegenwoordigers,
aan Turkije voldoening zullen schen
ken.
Turkije wil er blijkbaar nu eens
alles opzetten Vandaar, dat met
grootcn spoed een einde gemaakt
wordt aan de ongeregeldheden in
'Albanië, om zoodoende de handen ge
heel vrij te hebben. En de opstande
lingen eerbiedigen dit. want ze heb
ben bijna algemeen liet verzet ge
slaakt.
In de Kretenser volksvertegenwoor
diging wordt druk over de gewensch-
te vereeniging met Griekenland ge
sproken. Een der invloedrijkste poli
tici is minister Veniselos, de man, die
maanden geleden in Athene geregeld
heel geheimzinnige conferenties had
met do Grieksche regeerders en de be
stuurders van het militair verbond.
Nu heeft minister Veniselos ia de
Kretenser Kamer een rede gehouden,
om liet progruin der xegeering te ont
wikkelen. Volgens zijn beweren streeft
de rcgcering naar het behoud van de
sympathie der mogendheden door de
handhaving van do orde en door de
bescherming van de Mohammcdaan-
sche minderheid. Voorts streeft de
xegeering naar de internationale er
kenning van de unie met Grieken
land. naar de fusie van de Kretenser
staatsbank met de Grieksche natio
nale bank en de verhooging vau den
militairen dienstplicht der militie met
zes maanden.
De regeering legde vervolgens den
eed van trouw af aan den koning van
Griekenland.
De regeering trekt dus geheel één
lijn niet de volksbeweging.
Wat zal men nu in Konstantinopel
weer woest zijn Zeker zullen er nu
nog krachtiger maatregelen genomen
worden, want de eilandbewoners zijn
de Turken eigenlijk aan het tarten.
Toch dient opgemerkt, dat de Itre-
tensers heel slim zijn. Men zal name
lijk herinneren, dat de mogendheden
in den aanvang der Oostersche cri
sis, kort na de proclamatie nopens de
vereeniging van Kreta met Grieken
land, als voorwaarden voor een „wel
willende overweging" van de wen-
schen der Kretensers hebben ge
noemd vooral de handhaving der rust
en de bescherming dor Mohammc-
daansche minderheid op het eiland.
■Beide zegt de regeering thans na te
streven, in do verwachting, dat de
mogendheden dan haar sympathie
aan de Kretenser regeering niet zul
len onthouden.
Dat is dus allemaal heel mooi,
maar toch betwijfelen we sterk, of do
beschermende mogendheden een ver
eeniging van Kreta met Griekenland
willen (of durven goedkeuren.
Hoe het zij, het is en blijft een in-
«wikkelde quaestie, die misschien
nu of later) wel tot een nieuwe Bal-
kan-crisis zal leiden.
HET OORLOGSGEVAAR TUSSCHEN
PERU EN ECUADOR
is blijkbaar 'al weer voor een goed
deel geweken. Uit Washington wordt
gemeld, dat ltnox. de Amerikaansche
minister van buitenlandsche zaken,
or in geslaagd is, met medewerking
van Argentinië en Brazilië, een oor
log te voorkomen. Het was nog juist
bijtijds; elk oogenblik kon het eerste
scliot vallen tusschen de troepen, die
aan do grens tegenover elkaar ston
den. Een diplomatieke nota, gelee-
kend door de vertegenwoordigers van
Amerika, Argentinië en Brazilië, is
aan Peru en Ecuador aangeboden en
nagenoeg aanvaard. De legers zullen
teruggeroepen worden en de twist zal
scheidsrechterlijk worden beslecht.
Uit Kopenhagen komt een opzien-
wekkende mededeeling, namelijk dat
een buitenlandsche mogendheid
EEN 'AANSLAG OP DE NEUTRALI
TEIT VAN DENEMARKEN
zou hebben beproefd. Volgens een
der Maden heeft een agent van die
mogendheid (welke Duitsehland
Engeland getracht, onder het ecu
of ander onwaarschijnlijk voorwend
sel een strook gronds van groot stra
tegisch belang aan den Sond bij Ko
penhagen voor een aanzienlijke som
in handen te krijgen.
Dit stuk grond zou zich uitstekend
leenen tot landingsplaats en als
steunpunt bij een overrompeling van
de verstorkte hoofdstad van Denemar-
ken-
Natuurlijk moet dit bericht beves
tigd worden, voor we het als waar
aannemen. Het komt ons wel wat on
waarschijnlijk voor I
Eenige bladen bespreken de
GEVOLGEN VAN DE TROON-
WISSELING
in Engeland. De oud-gezantschaps-
raad Von Roth doet dit in 't DuïtSche
blad de „Tog", in verband met de
verhouding tusschen Engeland en
Duïtschland. Hij schrijft o. a.
Dat George V de gave en den harts
tocht van zijn vader voor het diplo
matieke bedrijf in vollen omvang ge-
erfd heeft, is nog niet bekend gewor
den, noch waarschijnlijk. De kranten
melden, dat hij bepaald een Tory is
en dus Duitschland weinig vriende
lijk gezind. Als dat juist is, zou het
toch voor de betrekkingen tusschen
Duitschland en Engeland van niet al
te gcoote beteekenis zijn. De politiek
van Duitschland in te sluiten is, on
danks de handigheid van den leider,
door haar innerlijke gebreken mis
lukt. Waarin echter de knappe vader
niet slaagde, zou den zoon onbereik
baar blijven, al wilde hij het beproe
ven. Onze tegenwoordige gedruisch-
looze politiek aan de volkeren van
Europa voor te stellen als „Europa's
donderwolk" naar een uitdrukking
van Holstein zou een hopelooze on
derneming wezen. Engeland heeft on
der koning George voorloopig thuis
meer dan genoeg moeilijk werk af te
doen. Een in vrijzinnigen geest gere
geerd en hoogelijk beschaafd volk
gaat echter zoo'n taak nooit uit den
weg door buitenslands afleiding te
zoeken. Wij, Duitschers, behoeven
daarom de hoop niet op te geven, dat
de twee kritieke jaren, die ons nog
scheiden van den tijd, dat onze vloot-
bouw uit het stadium der uitbreiding
in dat van het behoud overgaat, zon
der oorlog met het Engeland van
George V zal voorbijgaan, onder het
beding evenwel, dat wij niet in oude
misslagen vervallen.
Heden is het de groote dag van
DE BEGRAFENIS VAN KONING
EDWARD,
die plaats heeft in tegenwoordigheid
van zeer veel vorstelijke personen.
Ilier in Holland hebben we goed weer,
zoodat men ook in Engeland wel niet
te klagen zal hebben. De duizenden,
neen, we kunnen zonder overdrijving
zeggen de honderdduizenden, die
zich langs den weg verdringen, om
den plechtigen stoet voorbij te zien
trekken, zullen 't er eer te warm dan
te koud hebben.
Gisteravond had ten hove in het
Buckingham-paleis een diner plaats,
waaraan alle te Louden vertoevende
staatshoofden, prinsen en afgezanten
deelnamen, in het geheel ongeveer 60
couverts.
Aan tafel zaten o. a. aan de ko
ning van Denemarken, de koning van
Griekenland, de koning van Noor
wegen, de koning van Portugal, de
koning van Spanje, de keizer van
Duitschland en bovendien nog vele
troonopvolgers. Zelden zijn er zooveel
vorstelijke staatshoofden hij elkaar
gezien
Ook Prins Hendrik was bij dit di
ner genoodigd en zat naast den
kroonprins van Roemenië en den ko
ning van Noorwegen.
Na afloop van den maaltijd werd
het gevolg van de koninklijke gasten
aan den koning voorgesteld.
Gistermiddag brachten nog verschil
lende vorsten een bezoek aan West-
minster Hall, om het stoffelijk over
schot van koning Edward daar opge
baard te zien liggen.
Een treffende aanblik was het, toen
de nieuwe koning van Engeland en
de keizer van Duitschland in stil ge
bed geknield lagen bij de katafalk,
daarna zichtbaar ontroerd opstonden
en elkander de hand drukten, in te
genwoordigheid van een buitenge
woon talrijke menigte, die, hoewel
eenigszins teruggehouden, toch voort
durend de Hall bleef binnenstroo-
Allegaartjes.
VAN EEN ANTI-L UIL AKKER,
Een geïmporteerd Haarlemmer
een botanist zou spreken van 'n pot-
hoofdplant is Zaterdag 14 Mei des
morgens even na vier uur gestoord in
zijn slaap.
Dit wereldschokkende feit heeft
den man dermate aangegrepen, dat
hij naar de pen hoeft gegrepen en al
de verontwaardiging van oen tot
griminigen toorn ontstoken gemoed,
als men bij „Uw abonnée" slechts ver
wachten kan in een ingezonden stuk
fceoft uitgestort. Immers, het ingezon
den stuk is voor menig verbitterd
courantlezer de veiligheidsklep, die
hem verlichting en soulaas brengt.
Toen maakte hij de redactie van het
„Handelsblad" met het volgend epis
tel gelukkig.
Hij nam darurtoe een folio vel pa
pier ter hand cn schreef er boven: De
Eeuw van het kind. Een uitroeplee-
ken tusschen haakjes plaatste
hij er als een vlijmsclierp sarcas
me achter.
Een tevreden gebaar en 'n uitdruk
king van: ,,'k Zal zo!" moeten de»
schrijvers gezicht op dat oogenblik
versierd hebben.
Toen schreef hij:
„Aan de Redactie!
Hedennacht even na vier uur wer
den de bewoners van een der buiten
wijken van Haarlem uit hun slaap
opgeschrikt door het oorverdoovend
gekrijsch van eenige kinderen, die
door het geroep van Luilak! Luilak!,
afgewisseld door den kreet van Hoe-
hoe! de welverdiende nachtrust van
velen verstoorden..."
De luilak^gangers hadden 't ge
daan! Dan pende hij 't volgende neer,
waaruit 's mans on-llaarlemsch hart
blijkt:
„Het is in Haarlem s i n d s j a r en
de gewoonte op Luilak tijdig naar
de Bloeminaxkt te gaan. Behoeft dit
echter te ontaarden in liet ontijdig
luidkeels wakker schreeuwen der ge-
lieole buurt, zooals hier hedenmor
gen plaats vond? Omstreoks vijf uur
trok de steeds aangroeiende bende
naar naburige sbraten, vanwaar het
gejoel der kinderen, het bassend ge
brom der waakhonden cn het nijdige
gekef der kleinere hondjes nog tot ons
doordrong en ons den 6laap ont
hield..."
Waar bergen wij Haarlemmers on
ze schuldige hoofden? Ik beken 'k
schaam mij over m'n jeugdige staxlge-
nooten en over de Ilaarlemsclie hon
den.
Waarlijk 't is te veel voör een on-
malineus mensch: gejoel, bassend ge
brom en nijdig gekef. Daarom werd
'k met diepen deemoed vervuld, toen
'k deze oratorische vraag las:
„Ik vraag u, waar de kinderen zei
ven In hun overmoedige levensvreugd
zulk een plan op touw hebben gezet,
is het daar niet de plicht dor ouders
tegenover hun medebewoners ten
spoedigste paal on perk te stellen aan
de uitvoering er van?'
Gewist, dat is een leelijke fout van
de ouders, 'n lacune in hun paedogo-
gisch bedrijf. En daaraan moet ten
spoedigste paal en perk gesteld war
den. Wat dunkt u, „Uw abonnée", als
we eens een voroeniging oprichtten
met dezen welgekozen naam „Veree
niging tot verbetering van ouders,
wier plicht het is tegenover lum mo
de-bewoners ten spoedigste paal en
perk te stellen aan de uitvoering van
in-overmoedige-levensiTeugd-dKxïr-kin
d eiren-en-hondon-op-touw-gezette plan
nen ter luidruchtige viering van den
Haarlemschen luilak."
De naam is wat long, maar heoft
het vooTdeel dat hij alles ia zich
houdt, wat met deze vereeniging be
oogd wordt.
Doch luisteren we verder naar
„Uw abonnée".
„Deze vorm van „dauwdroppen"
toch beroofde o.a. ondergeteekende
van eenige uren zeer noodige nacht
rust. 'n Enkele Zondagmorgen was
reeds voorafgegaan, waarop de jeugd
zich blijkbaar in hot vroege opstaan
geoefend had en wij ouderen ons ge
noodzaakt zagen de gedachten aan
verdere rust uit het hoofd te zetten."
Halt, daartegen moet 'k protestee
ren. Onze jongens behoeven zich niet
te oefenen in het vroeg opstaan, maar
'k wil wel gelooven, dat de schrijver
een dergelijke matineus-heid niet mo
gelijk acht zonder ernstige oefening.
„Omstreeks zes uur hedenmorgen
koerde de tierende bende tot haar uit
gangspunt, onze straat, terug, zoodat
ook van verdere rust geen sprake
was."
Daar '1 stukje in *t avondblad van
Woensdag geplaatst werd, komen we
door dat woord hedenmorgen tot de
gevolgtrekking, dat de jongens
honden eerst Woensdagmorgen van
hun anti-socialen luilakpret zijn te
ruggekeerd.
Dat is te bar, zelfs voor jongens
van Hildebrand.
Stadsnieuws
Aanbesteding.
Hedenmorgen werd door de Genie
alhier aanbesteed volgens bestek no.
151 Het doen van voorzieningen aan
het wapenmagazijn bij de Infanterie-
kazerae te Haarlem. Raming ƒ2370.
Ingeschreven werd door
J. IL v. Wageningcn, Spaorndam,
ƒ2289.
Th. RL v. DeurseD, Haarlem, ƒ228L
Th. J. Verzijlberg, i<L, 2270.
J. N. v. d. Werk, id., ƒ2173.
D. Middelkoop, id., ƒ2083.
ORGELBESPELING
op Dinsdag 24 Mei, des namiddags
van 1—2 uur, in de Groote- of Sint-
Bavokerk alhier, door den He>e>r W-
Ezerman.
No. 1. Einleitlung und Fuge, W.
T. Best.
No. 2. Largo, H5ndcl.
Na 3. Sonate No. 3, Mendelssohn,
a. Con moto maestoso.
b. Andante tranquillo.
No. 4. Offerloire, Th. Dubois.
No. 5. Duet uit Stabat Matar, Rossini.
Uit de Rechtszaal
OPZETTELIJKE VERNIELING.
Terecht stond gisteren Jacobus W.,
rachtrijder te IJmuiden, beschuldigd
dat hij op den 26sten Februari l.L in
de Zuider Dorpstraat to Velsen met
een vierwieligcn wagen, die met een
paard bespannen was. tegen den
handwagen van v. II. is aangereden,
met het kennelijke doel dezen opzet
telijk to vernielen. Een knecht van
v. H. heeft zelfs nog aangeboden den
handwagen wat verder te rijden,
maar beklaagde had geroepen
„Neen, ik heb te veel haast, ik zal
don boel wel kapot rijden t" De bot
sing der wagens had ten gevolge, dat
de as van den handwagen gedeukt en
verbogen werd. Do schade was voor
den betrokkene niet groot.
Beklaagde zcide, niet opzettelijk
gehandeld te hebben, maar de offi-
cior van justitie was een andere mee
ning toegedaan en eischte een geld:
boete vau 10 of 10 dagen hechtenis.
Do verdediger, Mr. D. II. Andrcae,
achtte den opzet niet bewezen en
vroeg vrijspraak, subs, do oplegging
eeuor zeer geringe boete.
ONGEVRAAGD BEZOEK.
Op zekeren avond in Januari zijn
te As#mdelft vier jongelui yan 16 tot
19 jaar, allen veehoudersknechts, de
woning van den lieer T. binnenge
drongen, zonder dat ccn der huisge-
nooten op hun komst voorbereid was.
liet echtpaar T. was uit, maar een
zestien-jarige dochter was tehuis ge
bleven, en dronk, in gezelschap van
twee vriendinnetjes en een drietal an
dere jongelui, warme melk. Door de
achterdeur kwamen de vier ongenoo-
de gasten binnen zij werden even
wel niet onvriendelijk ontvangen en
dronken zelfs ten slotte mee. De va
der van het meisje was met 't bezoek
echter niet bijster ingenomen.
Thans stonden do vier jongens te
recht en bekenden het hun ten laste
gelegde.
Mr. Hoyer, de officier van justitie,
vond 't gebeurde niet ernstig, maai
meende toch, dat aun zulke vrijheden
paal cn perk gesteld moest worden,
daar ze zich anders maar Al te vaak
herhalen zouden. Spreker vroeg voor
3 der beklaagden 5 boete, te vervan
gen door één week tuchtschool, en
voor Mart. S., die twee kopjes melk
gehad heeft, een even loDge hechtenis-
straf.
De verdediger, Rlr. F. Willekes Mac
Donald, pleitte in een geestige rede
clementie.
ZINK GESTOLEN.
Van ernstiger aard was 't geen drie
Wijk aan Zee en Duin-scho jongens,
Herman van R., G.sbertus v. d. W.
cn Pieter V. op den 15en Maart uit
gevoerd hebben. Toen zijn ze nl. üi de
gemeente Santpoort een erf, behoo-
rende bij de slagerij van E., opge-
loopen, en hebben daar enkele stuk
ken zink weggehaald, die in een mee-
gebrachlen zak gestopt werden. Teen
zij te Beverwijk arriveerden, kwamen
ze een veldwachter tegen, en op het
zien van de blinkende uniformknoo-
pen greep de schrik hen blijkbaar zóo
aan, dat ze den zak wegwierpen en 't
op een loopen zetten. Daarmee be
kenden zij tevens schuld, en de veld
wachter had weinig moeite hen te ar
resteeren.
Mr. Hoyer eischte tegen elk 10 boe
te of 14 dagen tuchtschool.
Mrs. Bredius en Van der Meulen
pleitten clementie.
Broedmachine-Wcd sIrijd.
Op den wedstrijd met broedmachi
nes, gehouden door de ufdeeling
Zwolle cn omstreken van de Vereeni
ging van pluimveehouders in Neder
land, won R. Fransen, Hoenderteelt
,Ajam" te Haarlem, met zijn broed
machine „Ajarn" den len prijs, gou
den medaille, voor het uitbroeden van
het grootste percentage kuikens.
Examens L. O.
Haarlem, 19 MeL Geëxamineerd S
mannelijke candidate». Geslaagd 6,
de heeren C. W. L. van Beek. C.
Visser, A. W. Sevenhuvsen, H. G. R.
Bremer, H. J. Hennis, allen te Haar
lem, en IL J. yan der Winden, te Be
verwijk.
Gevonden Voorwerpen.
Een bruinharig hondje, Scheeper-
straat 12 (Schoten).
Een portemonnaie met inh.. Wagen
weg 211 (Heemstede).
Een rozenkrans, L. Raamslr. 18.
Een demi-saison. Baljuivslaan 22.
Een goelharig hondje, Bloemert-
steeg 7.
Een ceintuur, Oranjeboomslr. 138.
Een schakelarmband, Donkere
Spaarne 2 rood.
Een postduif Zijlvest 3.
Een ceintuur. Voorhelmplein 11.
Een kinderarmband, 1G. Heiligland
no. 41.
Een portemonnaie met geld. Kerk
straat 8 rood.
Een reticule, Doelstr. 23 rood.
Een puckhond, Frankestraat 10 rd.
Ecu kinderschoentje, Rollandstr. 70
Een smoushondje, Kampcrstr. 30.
Een tricot handschoen. Van Rlarum-
straat 32.
Drie paar dames kousen, Scheep-
makersdijk 21.
Een rozenkrans, Voortingslr. 21.
Een bril, Langedijkstraat 23.
Een zilveren dameshorloge, Leid-
echevaart 62.
Een portemonnaie inh. geld. De
CJorcqstraat 141.
Een rozenkrans, Lombardsteeg 2.
Een portemonnaie inh. geld, Rol
landstr. 1 G.
Een sportkar, Brouwersstr. 43.
Een zilveren rozenkrans. Korte Dijk
3 bovon.
Bloemententoonstelling.
De Bloemententoonstelling gaat ten
einde loopen. Over tien dagen behoort
de schitterende expositie, die de be
wondering van binnen- en buiten
landsche vaklieden opwekte wederom
tot het verleden. Want vau een ver
lenging der tentoonstelling kan hier
om geon sprake zijn. wijl dan de ge-
heele aanleg en opzet anders had moe
ten zijn. Men heeft 't nauwkeurig be-
irekend. dat voortdurend van 23 Maart
tot 29 Mei de gewassen in bloed wa
ren.
En als deze tentoonstelling nu al-
geloopeu is? Dan gaat „Bloembollen
cultuur" niet truster^ daar kan men
zeker van zijn. Er hangen nu treeds
plannen in de lucht voor een nog
groolere cn dan internationale bloe
mententoonstelling. Natuurlijk zijn
dit nog maar vage en losse gedachten,
maar dat ze in de toekomst verwezen
lijkt zullen worden, 6chijnt ons vrij
zeker, al zal dat wel niet voor 1915
gebeuren.
Maar „Bloembollencultuur" kan
nu niet rusten na de verkregen
sultuten, want de heer Krelage v
tigde er gister onze aandacht op hij
oen rondwandeling over de terreinen,
dat nu wel de buitenlandsche vaklie
den de superioriteit van Nederland
ten opzichte van de tentoongestelde
bioemencollecties erkennen, doch de
ze expositie is nog maar een nationa
le. De internationale van do toekomst
zal de gelegenheid bicden om de bui
tenlandsche bloementeelt met die vau
Nederlaud te vergelijken. En dan zal
ieder het kunnen zien, dat Holland
het te dezen opzichte van do vreem
de kweekers wiuL
Voor die tentoonstelling zal men
een nog veel grooier terrein noodig
hebben, dan nu.
Maar voorloopig hebben we nog hel
een en ander van deze tentoonstelling
mee te deelcn.
De vierde en laatste tijdelijke ten
toonstelling wordt hij het bezoek vaü
Koningin en Prins op 26 dezer open
gesteld. Die expositie duurt dan ma*lr
kort, drie dageu. Met dit deel der ten
toonstelling va.'t samen de planreu-
keuring van de Ned. Maatsch. voor
Tuinbouw- en Plantkunde.
Nu beeft men in het Tweede hoofd
gebouw aan den Dreef veel nieuwe
inzendingen, terwijl ook op de vollo-
grondstentoonstelling een groot getal
bloempa-kon in bloei zijn gekomen.
De late tulp is tbiuis do bloem van
het veld. Allerwcge ziet men de fraaie
langsteiigo bloemen prijken: in de
perken van den Franschcn tuin als
op de glooiingen van het hellcudo
terrein.
Staan de wondermooie, groote bloe
men in het open veld nu als bekers
vol fonkelende kleur te schitteren in1
(iet zonnegelaai, onder de broed-uit-
schaduwende hoornen maken zo niet
minder een weelde van verven, zooals
ze daar gloeien in zomerrood en kana
rie-geel of wel in een vreemde menge
ling van tinten.
Van heinde en verre zijn de mooie,
forse he Dairwin-tulpen ingekomen. De
Darwin-tulp was oorspronkelijk een
kweekproduct van des heeren Krc-
lages vader; waar nu wordt zij door
zeor iele bloemisten gotceld. De tulp
van den dag is de Diamant-tulp, we
derom een voortbrengsel der laatste
jaren, die door zeor goede hoedanig
heden uitmunt.
Hier en daar op de tentoonstelling
ziet men de eigenaardige parkieten
of papagaai-tulpen met bloemen vuil
eleganten vorm. De bloemdekblaren
dragon vaak bruinige teokeningen op
gelen grond, hoewel ook andere scha
keeringen voorkomen. De randen de
zer Moembekleedsels zijn niet gaaf,
als bij de tulpen doch grillig ingesne
den, als men wel bij orchissen ziet.
In het gebouw aan de Dreefzijd®
heoft Heemstede een bijzondere col-
lectie tulpen. Hier ziel men ook gla
diolussen on Iris-hybrid en, een nieu
we kruising, die mild-bloeiend gewas
geeft cn gemakkelijker voor de cul
tuur is.
De oxocyclus, waarmede de rega
lia gekruist is, om deze blocin te vor
krijgen, kan op den duur in ons kli
maat niet tieren.
De heer Krelage heeft hier ook wat
tulpen, waaronder nieuwe als Miss
Roosevelt. Ook is hi ar een verzame
ling ouderwelsche, fijne Hollandsche
tulpen van de finna Bijvoet te Over
een, meenen we. Deze en de Rein»
brandt-tulpen zijn geschiedkundig ge
sproken do uitersten der cultuur, la
kleur is er dit algemeene verschil tus
schen de oude en de nieuwe tulpen-
soorten, dat de oude meer egaal van
kleur waren en de llemhrandts licht
en donkere nuances in een bloem too-
nen.
In dit gebouw zijn ook vele soorlon
Scilla's, in welk geslacht de eerst on
langs vastgestelde nomenclatuur wat
orde heeft gebracht.
Builen achter de reeks gebouwtjes
heeft men naar den Kleinen Houtweg
toe de z.g. Cottage-tulpen, zoo ge
noemd naar liet feit, dat men da
stamouders dezer laatbloeiers hier en
daar in Engolsche tuintjes heeft go-
vonden. Hier in de huurt ziet men
ook de zonderlinge zwarte tulp, „la.
tulipe noire" goheeten naar den titel
van den roman van Dumas.
In een dezer perken kan men ook'
eens zien, hoe het verloop van kleur
een verschillend aanzien aan da
bloem geeft. In een perk van bleek-
FEUILLETON
aar het Duitsch.
Door
PAUL HEKKENS.
67)
Zonder zijn zoon de gelegenheid te
geven nog een woord tot antwoord te
spreken, keerde hij zich haastig om
en snelde de kamer uit.
Rudolf keek hem treurig na. Lan
gen tijd keek hij somber voor zich
heen, eindelijk echter eischte de na
tuur haar rechten. Hij ging naar
bed, maar de slaap wilde niet komen.
Bijna den geheelen nacht door wen
telde hij zich in zijn bed rond. dui
zend kwellende gedachten folterden
'Zijn vermoeid en opgewonden brein.
Eerst tegen den morgen sliep hij
.even in. Toen hij echter tegen acht
uur 's morgens opstond, voelde hij
[zich nog vermoeider en meer ternoer-
[jgoslagen dan den vorigen avond.
f Zijn eerste gang was naar de slaap-
tkamer van zijn zieke zuster. Daar
vond hij een diacones, die bij zijn bin
nenkomen vermanend den wijsvinger
[tegen de lippen legde om hem te be
duiden, dat groote rust noodzakelijk
«ras.
Op de teenen kwam Rudolf nader
bij het bed van zijn zuster. Groote
droefheid doortrilde hem, toen hij
zag, welke verandering het lieve ge-
laat van het jonge meisje had onder
gaan. Haar anders zoo kersroode lip
pen zagen zwartachtig, zij waren op
gezwollen en gebarsten.
Een onuitsprekelijk droeve uitdruk
king lag op haar gelaat, piepend cn
onregelmatig haalde zij adem. Zoo
nu en dan liet zij half luid onver
staanbare klanken hooren.
Zoo is het al den geheelen nacht
door geweest, zei de verpleegster op
fluisterenden toon tot den diep ont
roerden Rudolf. Het zal nog voortdu
rend erger worden. Dat gaat zoo door
tot in do derde week, het is typhus.
Ik heb die ziekte al aan zoo menig
ziekbed bijgewoond. Maar u behoeft
u niet ongerust te maken, juist zulke
teere wezens komen meestal gelukkig
door de typhus heen, terwijl sterke,
krachtige mannen er dikwijls aan
bezwijken.
Aan een onwillekeurige opwelling
gevolg gevend, legde Rudolf zijn hei
de handen als beschermend op het
door koorts verhitte voorhoofd van
het jonge meisje, toen gaf hij de ver
pleegster de hand en verliet met zwij
genden groet de kamer.
Een vreeselijke verbittering had
zich van hem meester gemaakt. Hoe
haatte hij dien man, die al die ellen
de en dat harteleed over Hildegard
had gebracht, zoodat zij nu aan den
rand van het grof lagDe vluchtige
twijfel aan Hugo's schuld, die giste
ren en tijdens den slapeloozen nacht
in zijn binnenste was opgekomen,
werd nu door zijn groote haat en
verbittering overstemd en tot zwij
gen gebracht.
Dezen morgen vermeed hij een ont
moeting met zijn vader. Vroog in den
ochtend ging hij naar de stad.
Nog vóór hij intusschen zijn bureau
opzocht, ging hij naar het ver afge
legen huis, waarin Hedwig vroeger
gewoond had. Deze had gelrouw aan
haar belofte weer baar vroegere ka
mer betrokken, en was door de huie
juffrouw hartelijk ontvangen. Zij ont
ving Rudolf blijkbaar in angstige
spanning.
Je moet mij vergeven, dat ik gLa-
teten al niet bij Je ben gekomen, be
gon Rudolf, nadat de eerste begroo
ting voorbij was, en hij in Iledwlg's
kamer had plaats genomen. Maar Jo
zult alle» begrijpen, als ik Je alle»
verteld tal hebben.
Zeg mij vóór alles éen ding, ant
woordde Hedwig, terwijl zij hem ang
stig ln de oogen keok. Ik heb den ge
heelen nacht niet kunnen slapen, na
dat ik gisterenavond vergeefs op Je
komst had gewacht. Je sprak op zeer
hoopvollen toon over m(jn armen, on-
gelukklgen vader, vóórdat wij gUte-
ron afscheid van elkaar namen. Ik
heb hem in de gevangenis opgezocht,
maar hij deelt je blijde hoop niet, hij
schijnt zijn rekening met het leven
vereffend te hebben. Ik kan niet zeg
gen, hoe zeer het mij door het hart
sneed, toen hij naar den dood ver
langde als de verlosser uit al zijn lij
den.
Rudolf keek een oogenblik peinzend
naar den grond.
Ik ben misschien wat voorbarig ge-
weost, lieve Hedwig, met hoop in je
wakker t® roepen, die niet dadelijk
vervuld kan worden. Maar begrijp
mij goed, voegde hij er dadelijk Lij,
toon hij doodelijkcn schrik in het ge
laat van het beminde meisje waar
nam.
Jo zult en moogt hopen, want er
is veel onverwachts gebeurd, maar
alles Is nog niet duidelijk genoeg ge
bleken. om de onmiddellijke invrij-
heidsstelling van je vader, wiens on
schuld spoedig zal blijken, nu al te
gelasten.
r— Je brengt mij in hevige spanning,
rel nu Hedwig. Zeg mij nu toch
eindelijk, wat er eigenlijk gebeurd is.
In korte trekken verteld® Rudolf,
meermalen door de verbaasde uitroe-
Ecn van het jonge meisje onderbro-
en. haar de gebeurtenissen Van de
laatste dagen.
Toen hij had uitgesproken, keek
Hedwig hem met klaren blik aan.
Mijn God, alles, wat je zegt,
klinkt zoo overtuigend en waar, fluis
terde zij, maar toch kan ik mij er
niet van ganscher harte over verheu
gen. Het schijnt mij zooiets monster
achtigs toe, dat een fijsbeschaafdeen
voorname jonge man zoo'n misdaad
bedreven zou hebben Jo zegt toch
immers, dat mijn vader in hem niet
dien man met den grijzen f ietsmantel
heeft herkendmisschien is hier wel
weer van een groote vergissing spra
ke Ach, Rudolf, sinds ïk in de
gevangenis ben geweest, weet ik eerst,
wat het eigenlijk zeggen wil achter
slot en grendel te moeten zuchten.
Mijn arme, dierbare vader, hoe moet
hij daar ereleden hebben
Zijn lijden zal, zooals te hopen
is, spoedig voorbij zijn, antwoordde
Rudolf. Toch mogen wij voor vandaag
en morgen nog niets hopen. Intus
schen is zijn lot nu al heel wat ver
zacht. De rechter van instructie heeft
op voorbeeldige wijze gezorgd, dat
hem een vriendelijker cel werd aan
gewezen. Ik zal hem streks dadelijk
gaan bezoeken en hem je grooten
overbrengen.
De oogen van Hedwig vulden zich
opnieuw met tranen, en het trof den
jongen advocaat diep, dat hij zijn ge
liefd meisje zag schreien.
Plotseling greep hij beide handen
yan het meisje, dat zich Ucht daarie-
gen verzette.
Hedwig, laat mij heden een op
recht woord lot je spreken, begon hij.
Omstandigheden, die heeleniaal niet
met onze verloving in verbond staan,
hebben mijn vader en mij geheel van
elkaar vervreemd. Ik zal niet lang
moor in het huis van ipijn vader blij
ven, en daarom zou ik je willen vra-
m, Hedwig
Spreek daar niet meer over, Ru-
dolf, smeekte zij hem met bevende
lippen. Jé kent mijn antwoord, tracht
mij niet af te brengen van oen be
sluit, dat onherroepelijk is Juist, als
je in de toekomst op je eigen krach
ten alleen bont aangewezen in den
strijd om het bestaan, mag ik ja
vrouw niet worden. Jo kent do be
krompen inzichten iu onze stad nog
niet genoeg, men zou je vormljdcu
als iemand die besmet was, to meer
nog nu, nu mijn vader, al is 't dan
ook maar voorloopig, zooals je zegt,
veroordeeld is. Mijn besluit is geno
men. Zooals je misschien al weet,
woonde lk in de laatste weken in een
klein hotel buiten de stad, morgen
vertrek ik van hier en ga naar de re
sidentie.
Hedwig, hoe kon je dut doen 7.
riep de jonge advocaat buiten tich<
zelf.
Maar met kalme beslistheid, terwijl
in weerwil daarvan haar lippen lich|
beefden, boog lledwlg het hoofd.
(Wordt vervolgd)».