HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Donkere Schaduwen
MAANDAG 30 MEI 1910
Buitenlandsch Overzicht
Uit alles blijkt, dat
TURKIJE ZIJN RECHTEN OP,
KRETA,
desnoods met geweld, wil handhaven.
Waarom de Turk dit wil. hobben we
vroeger (de Kretensor quaestie is al
oud al duidelijk gemaakt. Het komt
in enkele woorden hierop neer De
zieke man is in de beruchte crisis-
dagen van 1908 geducht berooid, want
hij kon tegen de machtige Donuu-
monarchie, die de provincies Bosnië
en Herzegowina inpalmde, niets
doen evenmin durfde hij den Bui-
gaar, die zich onafhankelijk ver
klaarde, tot een strijd uituoodigen.
De zieke man was o zoo krank
Maar, na de revolutie wil hij laten
zien, dat hij nu weer geheel op krach
ten gekomen is, en slaat in het diplo
maten-spel een toon aan, alsof hij
als een 1ste klasse mogendheid kan
beschikken over een sterk leger, en
vrijwel onverwinbare vloot.
Daarom wil Turkijo zich in de Kre
icnser-quaesüe onwankelbaar too-
nen. Men is natuurlijk in 't land van
de halve maan vreeselijk verontwaar
digd over de brutaio houding der Kre-
tensers. Vreezen die nietige eilandbe
woners dan niet voor het scherpe
zwaard van den slrljdlustigen
Turk
In de Turksche Kamer en Senaat is
Zaterdag druk over Kreta gesproken.
Bij de Kamer waren verschillende
dépêches uit de provincie ingekomen,
waarin met kracht geprotesteerd
werd tegen de houding van de Natio
nale vergadering, de volksvertegen
woordiging van Kreta. In een dezer
noodkreten werd de verklaring afge
legd, dat alle Muzelmannen liet als
hun heiligen plicht beschouwen, hun
bloed voor het behoud van do Turk
sche souvereiniteit op Kreta te stor
ten.
De groot-vizier verklaarde, dat de
'oplossing der quaestie een onderwerp
van onderhandeling met de mogend
heden uitmaakt, dus niet met Grie
kenland of Kreta.
Indien Griekenland do onvoorzich
tigheid mocht begaan, tusschenbeide
te komen, dan zou Turkije niets over
blijven dan naar de wapenen te grij
pen.
Harder noten werden nog in den
Senaat gekraakt. Daar werd door
sprekers de stelling verdedigd, dat als
de mogendheden weer het eiland be
zetten, ze 't dan maar dadelijk aan
Turkije moesten afstaan.
Geëiseht werd ook, dat de Turksche
.vloot aanstonds de Soeda-buai zou be
zetten en met geweld tegen Kreta op
treden.
De grootvizier legde daarop gelijke
verklaringen af als in de Kamer.
De Turken zijn dus blijkbaar be
reid een krachtige politiek der regee
ring te steunen. Zoo hebben te Jaffa
en Jeruzalem groote betoogingen te
gen Griekenland plaats gehad. Bij
Grieksche kooplieden werden de rui
ten ingeslagen. Na tusschenkomst
van de consuls der vreemde mogend
heden verhinderde de politie verdere
gewelddadigheden. De betoogers trok
ken daarop naar de Jong-Turken-
club, waar protest-redevoeringen te
gen Griekenland werden gehouden.
(VAT DE BESCHERMENDE MO
GENDHEDEN MET KRETA
WILLEN DOEN,
is bekend. Ze hebben aan de Turk
sche regeering de volgende voorstel
len gedaan
De mogendheden zullen do regee
ring van Kreta medèdeclon, dat wan
neer binnen 40 dagen de Mohamme-
daansche afgevaardigden niet zijn
toegelaten en de Mobainmedaausche
kadi's niet in hun ambt zijn hersteld,
de mogendheden het eiland weer zul
len bezetten. Wat betreft do benoe
ming van een gouverneur, zoo beve
len' do mogendheden aan, de instel
ling van den status quo ante, zoodat
Zaimis weer gouverneur wordt. In
dien dat niet goed gevonden wordt,
zullen de mogendheden een anderen
candidaat kiezen cn dien aan de Por
ie voorstellen.
De eilanders zijn met deze beschik
king in 't geheel niet tevreden, zoodat
de berichten groote beroering gewekt
hebben. De Kretensers willen niet
ülleen de Mohammedaansche afge-
\aardigden niet toelaten, maar wen-
sclien ook Zaimis niet meer als gou
verneur te hebben. Uit Athene wordt
trouwens gemeld, dat Zaimis er-niet
aan denkt naar Kreta terug te koe
ren, zelfs niet wanneer de mogendhe
den het hem zullen vragen.
De Kretensers willen niets aanvaar
den, dat een achteruitgang van de
quaestie zou beteekenen en hebben
zich voorgenomen in de bergen terug
te trekken en verklaren, dat geen
macht ter wereld hen kan dwingen
het denkbeeld van de vereoniging mot
Griekenland prijs te geven.
Het voorstel der mogendheden is
dan ook wel eigenaardig. Hot is een
bewijs van onvermogen, om de
quaestie afdoende te regelen.
Als de mogendheden hun zin krij
gen, zijn de Turken nog ontevreden,
maar óók de Kretensers cn óók de
Grieken, dus van een oplossing der
moeilijkheden is geen sprake. Maar
daartegenover willen we gaarne ver
klaren, dat men al heel moeilijk een
regeling zal kunnen bedenken, die
aan alle partijen bevredigt.
Zoo is het trouwens met vele zaken,
ook met
DE KIESRECHT-QUAESTIES
IN PRUISEN.
De pers houdt zich druk bezig met
de afstemming van het ontwerp door
het Heerenhuis en de intrekking door
de regeering (zie overzicht van Zater-
„National Ztg." (het orgaan der
nat ionaal-liberalen) schrijft, dat de
slappe houding der regeering een on-
verduwbare nederlaag geleden heeft.
Het blad gelooft, dat de regeering een
geheel ander kieswetontwerp moet
maken, als zij het volk tevreden wil
stellen. Zeker is evenwel, dat een
nieuwe wet lang op zich zal laten
wachten.
De „Freis. Zlg." is van oordeel, dat
de nederlaag der regecring een abso
luut gevolg is van haar gebrek aan
energie. Nu zal eerst recht een gewel
dige agitatie beginnen, om het olge-
meene, gelijke en geheime kiesrecht
voor Pruisen te verkrijgen.
Do „Konservalive Korrcspondenz"
oordeelt, dat de conservatieve partij
zeer tevreden kan zijn, dat de regec
ring het ontwerp heeft ingetrokken,
liet blad meent, dat het oude slem-
•eolit zeer heilzaam voor Pruisen
was.
De „Frankf. Ztg." schrijft, dat do
regeering het ontwerp ingetrokken
heeft, wijl zij het niet raadzaam
achtte, verder met het nieuwe blok
samen te werken. Alle schuld wordt
op het centrum en de conservatieven
geschoven en gezegd, dat de regee
ring, als zij acht geeft op do volks
stemming, een ingrijpende hervor
ming van het kiesrecht zal invoeren.
De „Deutsche Tageszeitung" schrijft
dat do regeering niets verstandigers
kon doen, dan het ontwerp in te trek
ken.
De „Vorwarts" (het orgaan der
sociaal-democraten) noemt de gehee-
le handeling der regeering het bank
roet van een slecht regeeringssysteem.
DE ONLUSTEN IN NICARAGUA
blijken steeds ernstiger te worden.
Generaal Lara, bevelhebber van de
strijdmacht der Nicaraguaansche rc-
geering, deed een wanhopigen aanval
op de positiën van generaal Estrada,
maar zijn aanval werd met een ver
lies van 250 man aan dooden cn ge
wonden, afgeslagen. Thans komen
matrozen van de Vereenigde Staten,
om de orde te handhaven, en het
\eohtcn in de stad verder to verhin
deren.
Ook is er weer
IN ALGIERS GEVOCHTEN.
De Fransohe colonne van generaal
Aliz heeft Ksard-oeëd-Kaddoe, waar
een nog niet onderworpen stam zich
verscholen had, verwoest. Een groot
aantal inboorlingen is gesneuveld.
Aan Fransche zijde werden geen ver
liezen geleden; alleen do luitenant
Husson en twee soldaten zijn licht
gewond.
32 Parlementsleden van verschil
lende partijen hebben zich vereenigd
tot een „verzoen ings-comité voor
vrouwenkiesrecht" en een wet ont
worpen, die zoo schrijven zij in een
toelichting geen part ij ten volle be
vredigen zal, maar, naar zij ineenen,
een vergelijk geeft, waarmede de
voorstanders van het beginsel van
vrouwenkiesrecht en die vormen,
zooals men weet, de meerderheid in
het Lagerhuis het stellen kunnen.
Overeenkomstig de kieswet van 1884
verbindt het wetsontwerp der vrouw
aan huur en belastingin den huwe
lijken staat zou de vrouw ook mogen
stemmen, mits niet hetzelfde onroe
rend good haar en den man het kies
recht bezorgt.
Enkele bladen verwachten van dit
bemiddelingsvoorstel veel succes.
Parijsche Brieven
CCXXV.
Er zijn verschillende wegen, die tut
den roem, of althans tot do bekend
heid leiden. En in een wereldstad als
Parijs, dat, om de snelle opvolging
van groote, minder groote en kleine
gebeurtenissen, niet ten onrechte „la
villa de roubli" wordt genoemd,
trachten sommige roemzuchtige ua-
ti ren herhaaldelijk, en op alle moge
lijke en onmogelijke wijzen, de pu
blieke aandacht op zich te vestigen.
Men noemt die lieden hier do „chas
seurs de réclames".
Hier volgt een krantenbericht
„Duels Sala-Max en Alex Fischer.
Na de ontmoeting Lesseps-Poligny,
liet het kruit opnieuw van zich spre
ken op het grasveld van den Vélo-
■j i ome des Princes.
Daar heeft men eveneens het reu-
dez-vous bepaald van de twee duels
tusschen den schilder Jean Sala
eenerzijds en de gebroeders Max en
Alex Fischer anderzijds.
Laten wij in herinnering brengen,
dal de heer Sala het portret der beide
bioeders had geschilderd, en dat hij
oi.tevreden was geweest over de in
den Salon aan zijn schilderij gegeven
pïaats. Ilij trachtte eerst zijn schil
derstuk te verscheuren, loste er daar
na verscheidene revolverschoten op.
De twee „geportrettcerden" bespra
ken het voorval in een artikel, waar
op een woordenwisseling ontstond,
gevolgd door het zonden van getui
gen.
De twee duels zijn gelukkig zonder
resiütaat geëindigd.
De heer Jean Sala stond eerst te
genover den heer Max Fischer, op
25 pas afstands. Daarna stond hij
tegenover den heer Alex Fischer."
Zoo lijkt het wel, alsof de schilder
Jean Sala een soort van anarchisti
sche wildeman was, een toevallig
aan kunst doende nihilist, een half
gare ultra-revolutionnair, dien men
eigenlijk zoo gauw mogelijk moest
opsluiten en onschadelijk maken. Dc
gebroeders Max en Alex Fischer zou
den dan zijn opgetreden als de wre
kers van de gestoorde maatschappe
lijke orde. Aan Maksie en I.eksic dus
,,le beau röle"
In werkelijkheid echter is Jean
Sela een gare kerel cn zijn Max en
Alex Fischer nog veel gaarder. En
het gansche voorval is niets anders
dan de uitvoering of het uitvoersel
van een plan, gerijpt in de hersen
kassen van het broederpaar.
Max en Alex Fischer zijn rijke,
schatrijke handelaren. Ik weet niet
goed, waarin zij handel drijven. In
kaas, geloof ik. Of in knollen, die ze
voor citroenen verkoopeu. Enfin, in
elk geval zijn zij neringdoenden en
zijn zij zéér rijk.
Doch het geld was hun niet vol
doende. Zij wilden zich ook coustitu-
eeren als „hommes de lettres", en
aldus letterkundigen roem inoogsten.
En zij schreven artikelen. Doch aan
gezien zij voor geen rooden duit ta
lent hadden, wilde geen enkel dag
blad of tijdschrift hun brouwsels op
nemen.
Maar Maksie en Leksio lieten zich
daairdoor niet uit het veld slaan. De
broederparen Edmond en Jules de
Goncourt, Paul cu Victor Marguerit-
te, J. en J. H. Rosny zijn ©r gekomen
door hun talent. Wel, Max en Alex
wilden volstrekt niet toegeven, dat
zij talentloos waren. En zij hadden
bovendien geld. Eu geld is, sedert do
ontdekking van onze planeet, de ner-
vus Terum, wal?
Dies betaalden Max en Alex voor
de plaatsing Yan hun artikelen. Be
taalden in contanten, of in udverlen-
ties, of in allebeL Hoeveel men met
geld kan uitrichten, blijkt wel uit het
feit, dat, al zijn do „geestigheden"
van het broederpaar beslist geeste
loos, en, zooals de Franschman zich
uitdrukt, om er overeind bij te sla
pen, en al riekt hun Fransch naar
komenijswinkels, thans niettemin de
meeste dagbladen en tijdschriften
hun kolommen openstellen voor de
schrijfsels dezer naargeestige „Stre
ber."
Zij geven ook boeken uit. En al ro
gent het hier uiteraard op de redactie
bureaux van ter bespreking ingezon
den boekwerken, het kun niet missen,
of de meeste redacties pikken er do
gewrochten van de Fischers uit en
wijden er eenige lofsprekerige regels
aan, die, tusschen twee haakjes, van
de hand der Reclamieuscho tweelin
gen zeiven zijn.
Resultaat: Max en Alex overstelpen
je met hun intens flauwe stukken in
1 diverse bladen en hun vervelende
boeken, die, naar mij bekend is, ook
reeds dc Hollondsche boekenmarkt
zijn ingeleid.
Voilé. la renommée ct ses consó-
quéncesl
liet groote publiek' moest echter
ook hun facies to zien krijgen. Dat
zou hun populariteit verhuogen, him
faam verbreiden. Dies bestolden zij
zich een schilderij bij den talentvol
len Spaarischen schilder Juan Sala,
wiens werk daar waren zij zeker
van zou aangenomen worden door
de jury van den Salon.
De pers nam er eenige, schoon niet
bijster veel notitie van. Er scheen ter
zake niet genoeg geld to ziju afge
dekt.
Het toeval wilde echter het toe
val dient dikwijls de bruialen dat
Salas schilderij onvoordeelig hing.
Protest, vergcefsch protest van den
zoogenaamd heftigen Spanjaard, bij
do Commissie van Plaatsing. Nu zou
hij zicli zelf recht verschaffen. Het
broederpaar zag in dit geval goed-
kooj>c reclame en hitste EscamiUo
op. En op een goeden dug, dat wat
toevallig, niet? Max en Alex, ette
lijke journalisten en photografeu,
twee dienders, eenige dametjes in de
desbetreffende zaal aanwezig waren,
trachtte Sala zijn schilderij met een
longen haakbout af te haken en te
verplaatsen. Gevolg: beschadiging
van de schilderij een gat in de jas
van Max gevecht met de dienders,
opbrenging van Sala naar het „be-
voo van pelisie".
Bijna alle bladen maakten er ge
wag van. Max en Alex gnuifden. Hun
namen op aller lippen; .ga march©!
Smeed het ijzer, als liet heet is!
Een paar dagen later schoot Sala
met een revolver gaten in ziju doek.
Een Spaansch spreekwoord zegt„Si
quiere? buena fama, no le dé el sol
en la cama", hetgeen zooveel wil zeg
gen als „Indien je beroemd wilt
worden, laat de zon dan niet op je
schijnen, als je in bed bent." Sula,
vermomd met een valschen baard,
verrichtte zijn scherpschuttersoefe
ningen dan ook heel vroeg in den och
tend. „Gaten in zijn doek" is eigenlijk
niet juist, want de revolver was
slechts met losse patronen geladen.
Spanjaarden zijn gewoonlijk minder
gevaarlijk dan zij zich voordoen.
Toen rijpte een nieuwe gedachte in
het brein der broeders. Een Parijsche
journalist of letterkundige, die nog
nooit heeft geduelleerd daar ont
breekt wat aan. We moeten dus een
duel hebben. Lex I Ja, Max Maar,
bewaar me, niet op den degen, want
dat loopt altijd op een kwetsuur uit,
en je kunt niet weten, waar en hoe
zoo'u degenpunt kan aankomen. Lio-
ver op de revolver dut is in 999 op
de 1000 gevallen ongevaarlijk, vooral
als de voorwaarden wat „mensche-
lijk" worden gesteld. En misschien
wil Sala, in harmonie met zijn schijf
schieten op do schilderij, wel voor al
le zekerheid in de lucht scliieten. Wij
ook, hè, Lex? Ja, Max; we zijn geen
moordenaars. We willen immers maar
de eer.
Sala werd zoogenaamd gedesa
voueerd in een artikel der Fischers.
Twee duels op de revolver, achtereen.
Zonder resultaat, natuurlijk.
Leve het dappere broederpaarWat
'n kerels 1
Welke middelen zullen Mux en Alcx
Fischer in hun verdere loopbaan ver
zinnen om in opspraak to komen
Niemand kan het weten. Het publieke
leven te Parijs is zóó ingewikkeld,dat
er altijd wel iets nieuws valt te vin
den of iets al-lang-niet-vertoonds is te
herbalen.
Het geval der Fischers staat, he
laas, niet alleen. Et zijn hier meer re
putaties, die door middelen van ge
ring allooi verkregen zijn. En, dunk
zij het kunstmatige, dat der reclame
eigen is, ontstaat er ter zake ecu
eigenaardige wisselwerking een,
die, om maar bij de litteratuur le blij
ven, oorzaak is, dat niet zelden in het
buitenland ook, naar ik zelf heb
opgemerkt, in Nederland een Fran
sche letterkundige reputatie geves
tigd wordt en langen tijd blijft, voor
welke men hier den neus optrekt, j
waarvan menigeen hier zelfs nooit
liceft hooren gewagen. Dat het zich,
naar Amerikaansch voorbeeld, steeds
meer en meer verbreidende mercanti
lisme in de Fransche journalistiek
daarvan groolcndeels de schuld is, be
hoeft geen betoog. De diverse Maxjcs
en Alexjes zouden niet zooveel la
waaierigheden kunnen uithalen, in
dien de dagblad-directies minder do
spreuk huldigden, dat „les affaires
sont los affaires". Ik ken hier bitter
weinig bladen, waarbij het rsdaction-
neelo eri het administratieve gedeelte
volmaakt gescheiden zijn.
DTTO KNAAP.-
-r*
Stadsnieuws
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Woensdag 1 Juni
1910, des namiddags ten 1 1/2 ure, in
de Statenzaal (Prinsenhof).
De volgende zaken zullen aan do
errde worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
2. Voorstel B. en W. goedkeuring
rekening en verantwoording voorma
lige corporation van neeringen, am
bachten en bedrijven, dienst 1909.
3. Id. id. id. begrooting id., dienst
1911.
4. Id. id. Id. rekening en verant
woording 2e douche-badhuis, dienst
1909, en begrooting, dienst 1910.
5. Id. id. id. af- en overschrijving
begrooting huiszittende armen en
Stnds-armen- en ziekenhuis, dienst
1909.
6. Id. id. aangaan overeenkomst
gaslevering Velsen.
7. Id. id. .aankoop perceel Hag©-
straat
8. Id. id. aankoop terrein Ilairmen-
jansweg.
9. Id. id. overdracht grond Leid-
echo Vaart, bouw Rijkskweek- en
leerschool.
10. Id. id. in zalce procedure ontei
gening grond voor vorbreeding Tem-
poliersstraat.
11. Schrijven id. voorstel L. Modoo,
ijziging art. 1 voorwaarden overne
ming van voor straat bestemde gron
den.
12. Voorstel id. verkoop grond Juli-
anastraat aan J. C. L. E. Schönbuth.
13. IcL id. wijziging bestratingsma
teriaal ged-eelte Dubbele Buurt.
14. Id. id. wijziging samenstelling
Commissie van deskundigen, inge
steld bij Raadsbesluit, d.d. 29 Decem
ber 1909 No. 12.
15. Id. id. instelling Commissie in
zake plannen D. W. Q. A. Graichen.
16. Id. id. gebruik schoollokalen
voor Rijksnormaallessen.
17. Benoeming stembureau s ver
kiezing Raadsleden.
18. Aanbeveling B. en W. benoe
ming Directeur gemeentelijk
scum.
19. Id. id. id. lid Burgerlijk Armbe
stuur.
I. Voordracht id. benoeming on
derwijzers school no. 8.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
en W. stellen voor hen te mach
tigen van de Maatsch. „Metsclmate-
riolen", alhier voor f 8200 aan t€
koopen een perceel Ilarmenjansweg
lead, sectie E no. 2856. Het perceel is
928 vierk. M. groot. Met het reeds
aangekochte perceel van de Gebr.
Jacohson, vormt dit terrein een op
pervlakte van 2300 vierk. M„ waarop
dan een opslagplaats van bestratings-
materialen wordt gemaakt.
Het terrein aan de Parklaan be
hoeft dan niet meer daarvoor ge
bruikt te worden.
De nieuwe opslagplaats ligt aan
t Spaarne en den Harmenjansweg
ten westen van de spoorbaan.
Door den heer E. Walig alhier, is
een aanbieding gedaan, om het hem
toebehoorende perceel aan do Hage-
stroat no. 17 aan de gemeente te ver-
koopen.
Aan twee zijden wordt dit perceel
begrensd door gemeente-eigendom
men, aangekocht om de speelplaats,
behoorende bij school no. 7. aan de
Spaarnwouderstraat, te kunnen ver-
grooten. Deze omstandigheid, alsme-
do de wenschelijkheid, om bij even-
tueele behoefte de gymnast iek-zaal
van genoemde school te kunnen ver-
grooten en eene bewaarderswoning
daarbij te kunnen voegen, geven B.
en W. aanleiding den Raad voor te
stellen om van de aanbieding
bruik te maken en hen te machtigen
liet perceel voor den prijs ven f 3500
voor de gemeente aan te koopen.
De heer J .C. E. L. Schönhuth al
hier, heeft tot B. en W. het verzoek
gericht, aan hem in koop af te staan
een stuk grond ter grootte van onge
veer 70 vierk. M. aan de Juliana-
straat, ten Oosten van een reeds aan
hem verkocht terrein. De thans in
koop gevraagde grond is bestemd tot
ve.rgrooting van den tuin van het
woonhuis, dat op den reeds verkoch
ten grond is gesticht, doch zal later
zoo noodig gedeeltelijk worden b©
bouwd.
Tegen de inwilliging van het ven
zoek bestaan bij B. en W. geen be
denkingen, zoodat het college den
Raad voorstelt tot den verkoop op e©-
nig voorwaarden te besluiten.
Bij elke overdracht van den grond
moeten deze voorwaarden opnieuw
aan den kooper worden opgelegd en
in elke akte van overdracht worden
opgenomen.
Bij niet nakoming van deze bepa
ling wordt door de overdragende
partij een boet© van f 5000 aan de ge
meente betaald.
B. en W. achten het wenschelijk
om de nog over een lengte van 80
M. in de Dubbele Buurt liggende klirv-
kerbestratïng, met het oog op het
drukke verkeer met wagems aldaar,
te doen vervangen door keien, in
aansluiting met de daar gedeeltelijk
reeds bestaande kei bestrating.
B. en W. stellen den Raad voor,
hen te machtigen tot het veranderen
dlor bestrating te doen overgaan.
DE GRONDEN VOOR DE KWEEK
SCHOOL.
B. en W. stellen nader voor:
I. B. en W. te machtigen tegen 1
Januari 1911 aan J. B. Koster de huur
op te zeggen van de perceelen aan de
Leidsche Vaart, kad. sectie I, nos-
761, 973, 974, 764, 913, 911, 922 en 760.
II. Aan den Staat om niet af te
staan een terrein van 5300 vierk. M.
aan de Leidschevaart, hoek Schrevo-
liusstraat ten behoeve van een Rijks-
kweek- en leerschool, op voorwaarde,
dat het gebouw der leerschool aan de
God. Voldersgracht weder aan de
Gemeente worde teruggegeven.
Hst opsnbiar slachthuis.
Uit een rapport van den Directeur
van het Openbaar Slachthuis omtrent
de vraag: „Voldoet het Openbaar
Slachthuis aan de gestelde verwach
tingen?" is het volgende ontleend:
Bij de stichting van het Slachthuis
had men de verwachting, dat het
slachthuis in de eerste plaats zou
blijken te zijn een Inrichting ter be
vordering van de hygiëne, waardoor
men een afdoende keuring kon ver
krijgen van het in consumptie to
brengen vleesch en de nadeelen van
de particuliere slachtplaatsen wer
den opgeheven en in de tweede plaats
dat de uitgaven verbonden aan do
exploitatie van deze inrichting zoo
veel mogelijk door de inkomsten zou
den worden gedekt
Het is een eigenaardig verschijn
sel, dat, waar aan de eerste hoofdge
dachte is voldaan, merkt de steller
van het rapport op, dit hygiënisch
voordeel heden door de publieke opi
nie zoo weinig naar voren wordt ge
bracht, en de tweede verwachting,
die niet vervuld is, doch die in elk
geval ondergeschikt blijft aan het
verkregen resultaat in het belang van
den Openbaren Gezondheidsdienst,
als onvervuld voor alles wordt ge
noemd waar het Slachthuis ter spra
ke komt
M. a w. meer het denkbeeld om
het Slachthuis te beschouwen als een
industrieel bedrijf, waarvan men ee
nige winst verwacht, dan als een in
richting tot bevordering van de volks-
gezondheid. Dit vindt" waarschijnlijk'
zijn oorzaak daarin dat de nadeel igc
saldi der exploitatie algemeen bekend
zijn, doch het resultaat der keuring
van het in consumptie te brengen
vleesch minder in deze bekendheid
deelt.
(Van deze cijfers publiceerden we
onlangs reeds het een en ander, toen
FEUILLETON
Naar het Duitsch.
Door
PAUL HEN KENS*
75)
Breng tlildegard mijn' groeten
over, stamelde Hugo bij het af
scheid.
De voorspelling van Rudolf kwam
bijna letterlijk uit. De officier van
justitie diende niet eens een aan
klacht tegen Hugo in wegens den
dubbelen moord in de villa van baron
v. Engler.
In de zaak van Schimmel had mee
liet vooronderzoek nog niet kunnen
afsluiten, maar om nog meer bewij
zen te kunnen bijeenzoeken, had de
officier den rechter de actcn terug
gegeven.
Rudolf stelde voor te onderzoeken,
of de uitdrager werkelijk aan aan
vallen van kramp geleden had, en
van welken aard zij geweest waren
tegelijkertijd had hij voorgesteld, een
medische specialiteit in den arm te
nemen, om uit te maken, of onder
zekere omstandigheden het zooge
naamde ruggemergsvergift, waartoe
pok het ticunavergift behoorde, in
kleine dosis tegen kramp werd aan
gewend en met welk gevolg.
Voor Beek zag het er nu weer droe
viger uit.
Het door Rudolf ingediende verzoek
om het eerste vonnis te vernietigen,
was door het hoogere gerechtshof van
de hand gewezen. Die beslissing werd
gemotiveerd door do verklaring, dat
door het niet hooren van Hugo, zoo
wel als van den uitdrager, geen na-
deeligen invloed voor den beklaagde
was uitgeoefend, ja, dat die getui
gen eerder als overbodig waren
te beschouwen. Hugo's medeplichtig
heid aan de misdaad scheen na zijn
voorloopig verhoor en dat der getui
gen buitengesloten en de uitdrager
zou, voor het geval dat hij werkelijk
medeplichtig was, toch nooit van zijn
onder eede afgelegde verklaring bij
het voorloopig verhoor zijn afgewe
ken.
Daarmee was dus do veroordeeling
van Beek een feit geworden, en de
rechtbank bev3i zijn overbrenging
naar de gevangenis te Z., een onge
veer twee stations verder gelegen
klein landstadje.
Den volgenden dag al werd de on
gelukkige daarheen overgebracht.
Rudolf liet zich niet weerhouden,
hem tot het station uitgeleide te
doen. Toon Beek al met zijn bewaar
ders in de spoorwegcoupé zat, sprong
Rudolf nog op do treeplank en wis
selde een langen handdruk met den
veroordeelde.
Den moed en hoop niet verliezen,
boste mijnheer Beek, riep hij hem
toe, toen de trein zich al in beweging
zette.
Het antwoord van Bock verloor
zich in de stationsdrukte.
Met Iledwig stond Rudolf in brief
wisseling, die echter alleen van zijn
kant geregeld werd voortgezet. Na
tuurlijk was hij gedwongen geweest,
het jonge meisje van dit weinig op
wekkend bericht op do hoogte te
brengen. Indroevig had het hem ge
stemd, zijn geliefd meisje de eerst zoo
opgewekte hoop weer te moeten ont
nemen, maar Iledwig had zich daar
uitstekend onder gehouden.
Iu weinig woorden had zij Rudolf
nogmaals voor al zijn liefde en goed
heid bedankt, maar hem tegelijker
tijd verzocht, haar nu voor goed te
vergeten over haar toekomst behoef
de hij zich niet ongerust te maken,
hun wegen moesten uit elkaar loopen,
de kloof, die hen scheidde, was te
diep.
Deze lang gevreesde afbreking van
hun verloving docd den jongen advo
caat veel verdriet Als het herstel van
Hildegard er niet geweest was, om
hem te troosten, zou hij misschien le
veel aan zijn smart toegegovea heb
ben.
Vader en zoon ontmoetten elkaar
bijna heelemaal niet moer. De oude
heer had zich volkomen teruggetrok
ken cn had met verdubbelden ijver
zijne werkzaamheden aan de fabriek
hervat.
Zoo ging het leven eentonig voort
tot korten tijd vóór Kerstmis, zon
der dat er iets van belang gebeurde.
Hugo, die dikwijls bezoek kreeg
vau zijn verdediger, was nog altijd
in de gevangenis. Het voorloopig on
derzoek wa s nu gesloten en de officier
van justitie was bezig de aanklacht in
orde te brengen. Dadelijk na Kerst
mis zou de strafkamer waarschijnlijk
beslissen, of de instructie weer ge
opend zou worden.
Juist op den koristen dag van liet
jaar, toen rondom berg cu dal in die
pen slaap lag gedompeld, kreeg Ru-
dolf een brief uit Z. Hij kwam van
Beek en bevatte maar enkele regels.
In weerwil daarvan echter maakte de
inhoud een diepen indruk op den ion
gen advocaat
.„Waarde Vriend I
„Ik heb de» man gezien", dien
„ik indertijd voor don winkel van
„den uitdrager Schimmel ontmoot
„heb. Hij is hier ook in do gevan
genis. God geve, dat ge kunt ko-
Rudolf voelde zich plotseling beven
van opgewondenheid, toen hij die ro
gels gelezen had. Na even nagedacht
te hebben, besloot hij don commissa
ris Grosser in het vertrouwen te nc-
Weet u wat, zei deze, nadat
hij den brief gelezen had, wij zeg
gen voorloopig niets tot den heer Al-
bertihij is in staat de geheele zaak
te bederven. Wij zullen de zaak sa
men in handen nemen. Ik neem mor
gen vrij-af en heel in de vroegte spo
ren wij naar Z. Vindt u dat goed
Dankbaar drukte Rudolf hem de
hand.
XXVIL
De directeur van de gevangenis te
Z., een vriendelijk, oud heer, wiens
stramme, ongebogen houding den
vroegcren officier verried, ontving
den advocaat en zijn metgezel uiterst
voorkomend.
Ik dacht wel, dat ik dezer dagen
bezoek van u verwachten kon, zei
hij. Ik was eveneens niet weinig
verbaasd, toen de gevangene Beek
mij den voor u bestemden brief ter
beoordeeling zond. Natuurlijk heb ik
den man dadelijk hier laten komen,
en heb getracht van hem te weten te
komen, wien der gevangenen hij
meende herkend te hebben, maar hij
verklaarde, niets te willen zeggen, eer
gij zelf hier waart.
Misschien zou u wel zoo vriende
lijk willen zijn, directeur, ons een
onderhoud met den gevangene Beek
toe te staan, ofschoon wij voorloopig
alleen als. particulieren hier aanwe
zig zijn.
Zeer zeker, als ik u echter ver
zoek Beek hier in mijn kamer cn in
mijn tegenwoordigheid te spreken,
dan zal u daarm zeker geen wantrou
wen zien. Ik interesseer mij bijzonder
voor den man voor zoover het in
mijn macht is, heb ik het hem zoo
aangenaam mogelijk gemaakt. Hij
heeft schrijfwerk gekregen en zijn
werktijd is zoo licht mogelijk.
Hij belde en beval den binnentrc-
deuden cipier, den gevangene uit cel
287 te gaan halen.
Met zichtbare vreugde snelde de
binnenkomende, op ceu wenk van
den directeur daartoe gemachtigd, op
Rudolf toe.
Langen tijd stonden be'de mannen
hand iu hand tegenover elkaar eu
keken elkaar ontroerd in de ©ogen.
Eindelijk, eindelijk komt ge tocli,
zoo verbrak Beek het eerst met
sidderende slem het stilzwijgen. Ik
waagde het nauwelijks meer te lie
pen, dat mijn door de goedheid van
den directeur verzacht lot een gunsti
ger wending zou nenieu.
Laten wij het beste hopen, mijn
heer Beek, antwoordde Rudolf.
Eerst is het echter noodïikelijk, dat
gij de woorden in uw brief aanvult,
en dat ge ons een nauwkeurige be
schrijving geeft van de wijze en
plaats, waarop de ontmoeting met
I dien man plaats had.
(Wordt vervolgd).