HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Donkere Schaduwen MAANDAG 30 MEI 1910 Buitenlandsch Overzicht Uit alles blijkt, dat TURKIJE ZIJN RECHTEN OP, KRETA, desnoods met geweld, wil handhaven. Waarom de Turk dit wil. hobben we vroeger (de Kretensor quaestie is al oud al duidelijk gemaakt. Het komt in enkele woorden hierop neer De zieke man is in de beruchte crisis- dagen van 1908 geducht berooid, want hij kon tegen de machtige Donuu- monarchie, die de provincies Bosnië en Herzegowina inpalmde, niets doen evenmin durfde hij den Bui- gaar, die zich onafhankelijk ver klaarde, tot een strijd uituoodigen. De zieke man was o zoo krank Maar, na de revolutie wil hij laten zien, dat hij nu weer geheel op krach ten gekomen is, en slaat in het diplo maten-spel een toon aan, alsof hij als een 1ste klasse mogendheid kan beschikken over een sterk leger, en vrijwel onverwinbare vloot. Daarom wil Turkijo zich in de Kre icnser-quaesüe onwankelbaar too- nen. Men is natuurlijk in 't land van de halve maan vreeselijk verontwaar digd over de brutaio houding der Kre- tensers. Vreezen die nietige eilandbe woners dan niet voor het scherpe zwaard van den slrljdlustigen Turk In de Turksche Kamer en Senaat is Zaterdag druk over Kreta gesproken. Bij de Kamer waren verschillende dépêches uit de provincie ingekomen, waarin met kracht geprotesteerd werd tegen de houding van de Natio nale vergadering, de volksvertegen woordiging van Kreta. In een dezer noodkreten werd de verklaring afge legd, dat alle Muzelmannen liet als hun heiligen plicht beschouwen, hun bloed voor het behoud van do Turk sche souvereiniteit op Kreta te stor ten. De groot-vizier verklaarde, dat de 'oplossing der quaestie een onderwerp van onderhandeling met de mogend heden uitmaakt, dus niet met Grie kenland of Kreta. Indien Griekenland do onvoorzich tigheid mocht begaan, tusschenbeide te komen, dan zou Turkije niets over blijven dan naar de wapenen te grij pen. Harder noten werden nog in den Senaat gekraakt. Daar werd door sprekers de stelling verdedigd, dat als de mogendheden weer het eiland be zetten, ze 't dan maar dadelijk aan Turkije moesten afstaan. Geëiseht werd ook, dat de Turksche .vloot aanstonds de Soeda-buai zou be zetten en met geweld tegen Kreta op treden. De grootvizier legde daarop gelijke verklaringen af als in de Kamer. De Turken zijn dus blijkbaar be reid een krachtige politiek der regee ring te steunen. Zoo hebben te Jaffa en Jeruzalem groote betoogingen te gen Griekenland plaats gehad. Bij Grieksche kooplieden werden de rui ten ingeslagen. Na tusschenkomst van de consuls der vreemde mogend heden verhinderde de politie verdere gewelddadigheden. De betoogers trok ken daarop naar de Jong-Turken- club, waar protest-redevoeringen te gen Griekenland werden gehouden. (VAT DE BESCHERMENDE MO GENDHEDEN MET KRETA WILLEN DOEN, is bekend. Ze hebben aan de Turk sche regeering de volgende voorstel len gedaan De mogendheden zullen do regee ring van Kreta medèdeclon, dat wan neer binnen 40 dagen de Mohamme- daansche afgevaardigden niet zijn toegelaten en de Mobainmedaausche kadi's niet in hun ambt zijn hersteld, de mogendheden het eiland weer zul len bezetten. Wat betreft do benoe ming van een gouverneur, zoo beve len' do mogendheden aan, de instel ling van den status quo ante, zoodat Zaimis weer gouverneur wordt. In dien dat niet goed gevonden wordt, zullen de mogendheden een anderen candidaat kiezen cn dien aan de Por ie voorstellen. De eilanders zijn met deze beschik king in 't geheel niet tevreden, zoodat de berichten groote beroering gewekt hebben. De Kretensers willen niet ülleen de Mohammedaansche afge- \aardigden niet toelaten, maar wen- sclien ook Zaimis niet meer als gou verneur te hebben. Uit Athene wordt trouwens gemeld, dat Zaimis er-niet aan denkt naar Kreta terug te koe ren, zelfs niet wanneer de mogendhe den het hem zullen vragen. De Kretensers willen niets aanvaar den, dat een achteruitgang van de quaestie zou beteekenen en hebben zich voorgenomen in de bergen terug te trekken en verklaren, dat geen macht ter wereld hen kan dwingen het denkbeeld van de vereoniging mot Griekenland prijs te geven. Het voorstel der mogendheden is dan ook wel eigenaardig. Hot is een bewijs van onvermogen, om de quaestie afdoende te regelen. Als de mogendheden hun zin krij gen, zijn de Turken nog ontevreden, maar óók de Kretensers cn óók de Grieken, dus van een oplossing der moeilijkheden is geen sprake. Maar daartegenover willen we gaarne ver klaren, dat men al heel moeilijk een regeling zal kunnen bedenken, die aan alle partijen bevredigt. Zoo is het trouwens met vele zaken, ook met DE KIESRECHT-QUAESTIES IN PRUISEN. De pers houdt zich druk bezig met de afstemming van het ontwerp door het Heerenhuis en de intrekking door de regeering (zie overzicht van Zater- „National Ztg." (het orgaan der nat ionaal-liberalen) schrijft, dat de slappe houding der regeering een on- verduwbare nederlaag geleden heeft. Het blad gelooft, dat de regeering een geheel ander kieswetontwerp moet maken, als zij het volk tevreden wil stellen. Zeker is evenwel, dat een nieuwe wet lang op zich zal laten wachten. De „Freis. Zlg." is van oordeel, dat de nederlaag der regecring een abso luut gevolg is van haar gebrek aan energie. Nu zal eerst recht een gewel dige agitatie beginnen, om het olge- meene, gelijke en geheime kiesrecht voor Pruisen te verkrijgen. Do „Konservalive Korrcspondenz" oordeelt, dat de conservatieve partij zeer tevreden kan zijn, dat de regec ring het ontwerp heeft ingetrokken, liet blad meent, dat het oude slem- •eolit zeer heilzaam voor Pruisen was. De „Frankf. Ztg." schrijft, dat do regeering het ontwerp ingetrokken heeft, wijl zij het niet raadzaam achtte, verder met het nieuwe blok samen te werken. Alle schuld wordt op het centrum en de conservatieven geschoven en gezegd, dat de regee ring, als zij acht geeft op do volks stemming, een ingrijpende hervor ming van het kiesrecht zal invoeren. De „Deutsche Tageszeitung" schrijft dat do regeering niets verstandigers kon doen, dan het ontwerp in te trek ken. De „Vorwarts" (het orgaan der sociaal-democraten) noemt de gehee- le handeling der regeering het bank roet van een slecht regeeringssysteem. DE ONLUSTEN IN NICARAGUA blijken steeds ernstiger te worden. Generaal Lara, bevelhebber van de strijdmacht der Nicaraguaansche rc- geering, deed een wanhopigen aanval op de positiën van generaal Estrada, maar zijn aanval werd met een ver lies van 250 man aan dooden cn ge wonden, afgeslagen. Thans komen matrozen van de Vereenigde Staten, om de orde te handhaven, en het \eohtcn in de stad verder to verhin deren. Ook is er weer IN ALGIERS GEVOCHTEN. De Fransohe colonne van generaal Aliz heeft Ksard-oeëd-Kaddoe, waar een nog niet onderworpen stam zich verscholen had, verwoest. Een groot aantal inboorlingen is gesneuveld. Aan Fransche zijde werden geen ver liezen geleden; alleen do luitenant Husson en twee soldaten zijn licht gewond. 32 Parlementsleden van verschil lende partijen hebben zich vereenigd tot een „verzoen ings-comité voor vrouwenkiesrecht" en een wet ont worpen, die zoo schrijven zij in een toelichting geen part ij ten volle be vredigen zal, maar, naar zij ineenen, een vergelijk geeft, waarmede de voorstanders van het beginsel van vrouwenkiesrecht en die vormen, zooals men weet, de meerderheid in het Lagerhuis het stellen kunnen. Overeenkomstig de kieswet van 1884 verbindt het wetsontwerp der vrouw aan huur en belastingin den huwe lijken staat zou de vrouw ook mogen stemmen, mits niet hetzelfde onroe rend good haar en den man het kies recht bezorgt. Enkele bladen verwachten van dit bemiddelingsvoorstel veel succes. Parijsche Brieven CCXXV. Er zijn verschillende wegen, die tut den roem, of althans tot do bekend heid leiden. En in een wereldstad als Parijs, dat, om de snelle opvolging van groote, minder groote en kleine gebeurtenissen, niet ten onrechte „la villa de roubli" wordt genoemd, trachten sommige roemzuchtige ua- ti ren herhaaldelijk, en op alle moge lijke en onmogelijke wijzen, de pu blieke aandacht op zich te vestigen. Men noemt die lieden hier do „chas seurs de réclames". Hier volgt een krantenbericht „Duels Sala-Max en Alex Fischer. Na de ontmoeting Lesseps-Poligny, liet het kruit opnieuw van zich spre ken op het grasveld van den Vélo- ■j i ome des Princes. Daar heeft men eveneens het reu- dez-vous bepaald van de twee duels tusschen den schilder Jean Sala eenerzijds en de gebroeders Max en Alex Fischer anderzijds. Laten wij in herinnering brengen, dal de heer Sala het portret der beide bioeders had geschilderd, en dat hij oi.tevreden was geweest over de in den Salon aan zijn schilderij gegeven pïaats. Ilij trachtte eerst zijn schil derstuk te verscheuren, loste er daar na verscheidene revolverschoten op. De twee „geportrettcerden" bespra ken het voorval in een artikel, waar op een woordenwisseling ontstond, gevolgd door het zonden van getui gen. De twee duels zijn gelukkig zonder resiütaat geëindigd. De heer Jean Sala stond eerst te genover den heer Max Fischer, op 25 pas afstands. Daarna stond hij tegenover den heer Alex Fischer." Zoo lijkt het wel, alsof de schilder Jean Sala een soort van anarchisti sche wildeman was, een toevallig aan kunst doende nihilist, een half gare ultra-revolutionnair, dien men eigenlijk zoo gauw mogelijk moest opsluiten en onschadelijk maken. Dc gebroeders Max en Alex Fischer zou den dan zijn opgetreden als de wre kers van de gestoorde maatschappe lijke orde. Aan Maksie en I.eksic dus ,,le beau röle" In werkelijkheid echter is Jean Sela een gare kerel cn zijn Max en Alex Fischer nog veel gaarder. En het gansche voorval is niets anders dan de uitvoering of het uitvoersel van een plan, gerijpt in de hersen kassen van het broederpaar. Max en Alex Fischer zijn rijke, schatrijke handelaren. Ik weet niet goed, waarin zij handel drijven. In kaas, geloof ik. Of in knollen, die ze voor citroenen verkoopeu. Enfin, in elk geval zijn zij neringdoenden en zijn zij zéér rijk. Doch het geld was hun niet vol doende. Zij wilden zich ook coustitu- eeren als „hommes de lettres", en aldus letterkundigen roem inoogsten. En zij schreven artikelen. Doch aan gezien zij voor geen rooden duit ta lent hadden, wilde geen enkel dag blad of tijdschrift hun brouwsels op nemen. Maar Maksie en Leksio lieten zich daairdoor niet uit het veld slaan. De broederparen Edmond en Jules de Goncourt, Paul cu Victor Marguerit- te, J. en J. H. Rosny zijn ©r gekomen door hun talent. Wel, Max en Alex wilden volstrekt niet toegeven, dat zij talentloos waren. En zij hadden bovendien geld. Eu geld is, sedert do ontdekking van onze planeet, de ner- vus Terum, wal? Dies betaalden Max en Alex voor de plaatsing Yan hun artikelen. Be taalden in contanten, of in udverlen- ties, of in allebeL Hoeveel men met geld kan uitrichten, blijkt wel uit het feit, dat, al zijn do „geestigheden" van het broederpaar beslist geeste loos, en, zooals de Franschman zich uitdrukt, om er overeind bij te sla pen, en al riekt hun Fransch naar komenijswinkels, thans niettemin de meeste dagbladen en tijdschriften hun kolommen openstellen voor de schrijfsels dezer naargeestige „Stre ber." Zij geven ook boeken uit. En al ro gent het hier uiteraard op de redactie bureaux van ter bespreking ingezon den boekwerken, het kun niet missen, of de meeste redacties pikken er do gewrochten van de Fischers uit en wijden er eenige lofsprekerige regels aan, die, tusschen twee haakjes, van de hand der Reclamieuscho tweelin gen zeiven zijn. Resultaat: Max en Alex overstelpen je met hun intens flauwe stukken in 1 diverse bladen en hun vervelende boeken, die, naar mij bekend is, ook reeds dc Hollondsche boekenmarkt zijn ingeleid. Voilé. la renommée ct ses consó- quéncesl liet groote publiek' moest echter ook hun facies to zien krijgen. Dat zou hun populariteit verhuogen, him faam verbreiden. Dies bestolden zij zich een schilderij bij den talentvol len Spaarischen schilder Juan Sala, wiens werk daar waren zij zeker van zou aangenomen worden door de jury van den Salon. De pers nam er eenige, schoon niet bijster veel notitie van. Er scheen ter zake niet genoeg geld to ziju afge dekt. Het toeval wilde echter het toe val dient dikwijls de bruialen dat Salas schilderij onvoordeelig hing. Protest, vergcefsch protest van den zoogenaamd heftigen Spanjaard, bij do Commissie van Plaatsing. Nu zou hij zicli zelf recht verschaffen. Het broederpaar zag in dit geval goed- kooj>c reclame en hitste EscamiUo op. En op een goeden dug, dat wat toevallig, niet? Max en Alex, ette lijke journalisten en photografeu, twee dienders, eenige dametjes in de desbetreffende zaal aanwezig waren, trachtte Sala zijn schilderij met een longen haakbout af te haken en te verplaatsen. Gevolg: beschadiging van de schilderij een gat in de jas van Max gevecht met de dienders, opbrenging van Sala naar het „be- voo van pelisie". Bijna alle bladen maakten er ge wag van. Max en Alex gnuifden. Hun namen op aller lippen; .ga march©! Smeed het ijzer, als liet heet is! Een paar dagen later schoot Sala met een revolver gaten in ziju doek. Een Spaansch spreekwoord zegt„Si quiere? buena fama, no le dé el sol en la cama", hetgeen zooveel wil zeg gen als „Indien je beroemd wilt worden, laat de zon dan niet op je schijnen, als je in bed bent." Sula, vermomd met een valschen baard, verrichtte zijn scherpschuttersoefe ningen dan ook heel vroeg in den och tend. „Gaten in zijn doek" is eigenlijk niet juist, want de revolver was slechts met losse patronen geladen. Spanjaarden zijn gewoonlijk minder gevaarlijk dan zij zich voordoen. Toen rijpte een nieuwe gedachte in het brein der broeders. Een Parijsche journalist of letterkundige, die nog nooit heeft geduelleerd daar ont breekt wat aan. We moeten dus een duel hebben. Lex I Ja, Max Maar, bewaar me, niet op den degen, want dat loopt altijd op een kwetsuur uit, en je kunt niet weten, waar en hoe zoo'u degenpunt kan aankomen. Lio- ver op de revolver dut is in 999 op de 1000 gevallen ongevaarlijk, vooral als de voorwaarden wat „mensche- lijk" worden gesteld. En misschien wil Sala, in harmonie met zijn schijf schieten op do schilderij, wel voor al le zekerheid in de lucht scliieten. Wij ook, hè, Lex? Ja, Max; we zijn geen moordenaars. We willen immers maar de eer. Sala werd zoogenaamd gedesa voueerd in een artikel der Fischers. Twee duels op de revolver, achtereen. Zonder resultaat, natuurlijk. Leve het dappere broederpaarWat 'n kerels 1 Welke middelen zullen Mux en Alcx Fischer in hun verdere loopbaan ver zinnen om in opspraak to komen Niemand kan het weten. Het publieke leven te Parijs is zóó ingewikkeld,dat er altijd wel iets nieuws valt te vin den of iets al-lang-niet-vertoonds is te herbalen. Het geval der Fischers staat, he laas, niet alleen. Et zijn hier meer re putaties, die door middelen van ge ring allooi verkregen zijn. En, dunk zij het kunstmatige, dat der reclame eigen is, ontstaat er ter zake ecu eigenaardige wisselwerking een, die, om maar bij de litteratuur le blij ven, oorzaak is, dat niet zelden in het buitenland ook, naar ik zelf heb opgemerkt, in Nederland een Fran sche letterkundige reputatie geves tigd wordt en langen tijd blijft, voor welke men hier den neus optrekt, j waarvan menigeen hier zelfs nooit liceft hooren gewagen. Dat het zich, naar Amerikaansch voorbeeld, steeds meer en meer verbreidende mercanti lisme in de Fransche journalistiek daarvan groolcndeels de schuld is, be hoeft geen betoog. De diverse Maxjcs en Alexjes zouden niet zooveel la waaierigheden kunnen uithalen, in dien de dagblad-directies minder do spreuk huldigden, dat „les affaires sont los affaires". Ik ken hier bitter weinig bladen, waarbij het rsdaction- neelo eri het administratieve gedeelte volmaakt gescheiden zijn. DTTO KNAAP.- -r* Stadsnieuws GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem op Woensdag 1 Juni 1910, des namiddags ten 1 1/2 ure, in de Statenzaal (Prinsenhof). De volgende zaken zullen aan do errde worden gesteld: 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. 2. Voorstel B. en W. goedkeuring rekening en verantwoording voorma lige corporation van neeringen, am bachten en bedrijven, dienst 1909. 3. Id. id. id. begrooting id., dienst 1911. 4. Id. id. Id. rekening en verant woording 2e douche-badhuis, dienst 1909, en begrooting, dienst 1910. 5. Id. id. id. af- en overschrijving begrooting huiszittende armen en Stnds-armen- en ziekenhuis, dienst 1909. 6. Id. id. aangaan overeenkomst gaslevering Velsen. 7. Id. id. .aankoop perceel Hag©- straat 8. Id. id. aankoop terrein Ilairmen- jansweg. 9. Id. id. overdracht grond Leid- echo Vaart, bouw Rijkskweek- en leerschool. 10. Id. id. in zalce procedure ontei gening grond voor vorbreeding Tem- poliersstraat. 11. Schrijven id. voorstel L. Modoo, ijziging art. 1 voorwaarden overne ming van voor straat bestemde gron den. 12. Voorstel id. verkoop grond Juli- anastraat aan J. C. L. E. Schönbuth. 13. IcL id. wijziging bestratingsma teriaal ged-eelte Dubbele Buurt. 14. Id. id. wijziging samenstelling Commissie van deskundigen, inge steld bij Raadsbesluit, d.d. 29 Decem ber 1909 No. 12. 15. Id. id. instelling Commissie in zake plannen D. W. Q. A. Graichen. 16. Id. id. gebruik schoollokalen voor Rijksnormaallessen. 17. Benoeming stembureau s ver kiezing Raadsleden. 18. Aanbeveling B. en W. benoe ming Directeur gemeentelijk scum. 19. Id. id. id. lid Burgerlijk Armbe stuur. I. Voordracht id. benoeming on derwijzers school no. 8. STUKKEN VAN DEN RAAD. en W. stellen voor hen te mach tigen van de Maatsch. „Metsclmate- riolen", alhier voor f 8200 aan t€ koopen een perceel Ilarmenjansweg lead, sectie E no. 2856. Het perceel is 928 vierk. M. groot. Met het reeds aangekochte perceel van de Gebr. Jacohson, vormt dit terrein een op pervlakte van 2300 vierk. M„ waarop dan een opslagplaats van bestratings- materialen wordt gemaakt. Het terrein aan de Parklaan be hoeft dan niet meer daarvoor ge bruikt te worden. De nieuwe opslagplaats ligt aan t Spaarne en den Harmenjansweg ten westen van de spoorbaan. Door den heer E. Walig alhier, is een aanbieding gedaan, om het hem toebehoorende perceel aan do Hage- stroat no. 17 aan de gemeente te ver- koopen. Aan twee zijden wordt dit perceel begrensd door gemeente-eigendom men, aangekocht om de speelplaats, behoorende bij school no. 7. aan de Spaarnwouderstraat, te kunnen ver- grooten. Deze omstandigheid, alsme- do de wenschelijkheid, om bij even- tueele behoefte de gymnast iek-zaal van genoemde school te kunnen ver- grooten en eene bewaarderswoning daarbij te kunnen voegen, geven B. en W. aanleiding den Raad voor te stellen om van de aanbieding bruik te maken en hen te machtigen liet perceel voor den prijs ven f 3500 voor de gemeente aan te koopen. De heer J .C. E. L. Schönhuth al hier, heeft tot B. en W. het verzoek gericht, aan hem in koop af te staan een stuk grond ter grootte van onge veer 70 vierk. M. aan de Juliana- straat, ten Oosten van een reeds aan hem verkocht terrein. De thans in koop gevraagde grond is bestemd tot ve.rgrooting van den tuin van het woonhuis, dat op den reeds verkoch ten grond is gesticht, doch zal later zoo noodig gedeeltelijk worden b© bouwd. Tegen de inwilliging van het ven zoek bestaan bij B. en W. geen be denkingen, zoodat het college den Raad voorstelt tot den verkoop op e©- nig voorwaarden te besluiten. Bij elke overdracht van den grond moeten deze voorwaarden opnieuw aan den kooper worden opgelegd en in elke akte van overdracht worden opgenomen. Bij niet nakoming van deze bepa ling wordt door de overdragende partij een boet© van f 5000 aan de ge meente betaald. B. en W. achten het wenschelijk om de nog over een lengte van 80 M. in de Dubbele Buurt liggende klirv- kerbestratïng, met het oog op het drukke verkeer met wagems aldaar, te doen vervangen door keien, in aansluiting met de daar gedeeltelijk reeds bestaande kei bestrating. B. en W. stellen den Raad voor, hen te machtigen tot het veranderen dlor bestrating te doen overgaan. DE GRONDEN VOOR DE KWEEK SCHOOL. B. en W. stellen nader voor: I. B. en W. te machtigen tegen 1 Januari 1911 aan J. B. Koster de huur op te zeggen van de perceelen aan de Leidsche Vaart, kad. sectie I, nos- 761, 973, 974, 764, 913, 911, 922 en 760. II. Aan den Staat om niet af te staan een terrein van 5300 vierk. M. aan de Leidschevaart, hoek Schrevo- liusstraat ten behoeve van een Rijks- kweek- en leerschool, op voorwaarde, dat het gebouw der leerschool aan de God. Voldersgracht weder aan de Gemeente worde teruggegeven. Hst opsnbiar slachthuis. Uit een rapport van den Directeur van het Openbaar Slachthuis omtrent de vraag: „Voldoet het Openbaar Slachthuis aan de gestelde verwach tingen?" is het volgende ontleend: Bij de stichting van het Slachthuis had men de verwachting, dat het slachthuis in de eerste plaats zou blijken te zijn een Inrichting ter be vordering van de hygiëne, waardoor men een afdoende keuring kon ver krijgen van het in consumptie to brengen vleesch en de nadeelen van de particuliere slachtplaatsen wer den opgeheven en in de tweede plaats dat de uitgaven verbonden aan do exploitatie van deze inrichting zoo veel mogelijk door de inkomsten zou den worden gedekt Het is een eigenaardig verschijn sel, dat, waar aan de eerste hoofdge dachte is voldaan, merkt de steller van het rapport op, dit hygiënisch voordeel heden door de publieke opi nie zoo weinig naar voren wordt ge bracht, en de tweede verwachting, die niet vervuld is, doch die in elk geval ondergeschikt blijft aan het verkregen resultaat in het belang van den Openbaren Gezondheidsdienst, als onvervuld voor alles wordt ge noemd waar het Slachthuis ter spra ke komt M. a w. meer het denkbeeld om het Slachthuis te beschouwen als een industrieel bedrijf, waarvan men ee nige winst verwacht, dan als een in richting tot bevordering van de volks- gezondheid. Dit vindt" waarschijnlijk' zijn oorzaak daarin dat de nadeel igc saldi der exploitatie algemeen bekend zijn, doch het resultaat der keuring van het in consumptie te brengen vleesch minder in deze bekendheid deelt. (Van deze cijfers publiceerden we onlangs reeds het een en ander, toen FEUILLETON Naar het Duitsch. Door PAUL HEN KENS* 75) Breng tlildegard mijn' groeten over, stamelde Hugo bij het af scheid. De voorspelling van Rudolf kwam bijna letterlijk uit. De officier van justitie diende niet eens een aan klacht tegen Hugo in wegens den dubbelen moord in de villa van baron v. Engler. In de zaak van Schimmel had mee liet vooronderzoek nog niet kunnen afsluiten, maar om nog meer bewij zen te kunnen bijeenzoeken, had de officier den rechter de actcn terug gegeven. Rudolf stelde voor te onderzoeken, of de uitdrager werkelijk aan aan vallen van kramp geleden had, en van welken aard zij geweest waren tegelijkertijd had hij voorgesteld, een medische specialiteit in den arm te nemen, om uit te maken, of onder zekere omstandigheden het zooge naamde ruggemergsvergift, waartoe pok het ticunavergift behoorde, in kleine dosis tegen kramp werd aan gewend en met welk gevolg. Voor Beek zag het er nu weer droe viger uit. Het door Rudolf ingediende verzoek om het eerste vonnis te vernietigen, was door het hoogere gerechtshof van de hand gewezen. Die beslissing werd gemotiveerd door do verklaring, dat door het niet hooren van Hugo, zoo wel als van den uitdrager, geen na- deeligen invloed voor den beklaagde was uitgeoefend, ja, dat die getui gen eerder als overbodig waren te beschouwen. Hugo's medeplichtig heid aan de misdaad scheen na zijn voorloopig verhoor en dat der getui gen buitengesloten en de uitdrager zou, voor het geval dat hij werkelijk medeplichtig was, toch nooit van zijn onder eede afgelegde verklaring bij het voorloopig verhoor zijn afgewe ken. Daarmee was dus do veroordeeling van Beek een feit geworden, en de rechtbank bev3i zijn overbrenging naar de gevangenis te Z., een onge veer twee stations verder gelegen klein landstadje. Den volgenden dag al werd de on gelukkige daarheen overgebracht. Rudolf liet zich niet weerhouden, hem tot het station uitgeleide te doen. Toon Beek al met zijn bewaar ders in de spoorwegcoupé zat, sprong Rudolf nog op do treeplank en wis selde een langen handdruk met den veroordeelde. Den moed en hoop niet verliezen, boste mijnheer Beek, riep hij hem toe, toen de trein zich al in beweging zette. Het antwoord van Bock verloor zich in de stationsdrukte. Met Iledwig stond Rudolf in brief wisseling, die echter alleen van zijn kant geregeld werd voortgezet. Na tuurlijk was hij gedwongen geweest, het jonge meisje van dit weinig op wekkend bericht op do hoogte te brengen. Indroevig had het hem ge stemd, zijn geliefd meisje de eerst zoo opgewekte hoop weer te moeten ont nemen, maar Iledwig had zich daar uitstekend onder gehouden. Iu weinig woorden had zij Rudolf nogmaals voor al zijn liefde en goed heid bedankt, maar hem tegelijker tijd verzocht, haar nu voor goed te vergeten over haar toekomst behoef de hij zich niet ongerust te maken, hun wegen moesten uit elkaar loopen, de kloof, die hen scheidde, was te diep. Deze lang gevreesde afbreking van hun verloving docd den jongen advo caat veel verdriet Als het herstel van Hildegard er niet geweest was, om hem te troosten, zou hij misschien le veel aan zijn smart toegegovea heb ben. Vader en zoon ontmoetten elkaar bijna heelemaal niet moer. De oude heer had zich volkomen teruggetrok ken cn had met verdubbelden ijver zijne werkzaamheden aan de fabriek hervat. Zoo ging het leven eentonig voort tot korten tijd vóór Kerstmis, zon der dat er iets van belang gebeurde. Hugo, die dikwijls bezoek kreeg vau zijn verdediger, was nog altijd in de gevangenis. Het voorloopig on derzoek wa s nu gesloten en de officier van justitie was bezig de aanklacht in orde te brengen. Dadelijk na Kerst mis zou de strafkamer waarschijnlijk beslissen, of de instructie weer ge opend zou worden. Juist op den koristen dag van liet jaar, toen rondom berg cu dal in die pen slaap lag gedompeld, kreeg Ru- dolf een brief uit Z. Hij kwam van Beek en bevatte maar enkele regels. In weerwil daarvan echter maakte de inhoud een diepen indruk op den ion gen advocaat .„Waarde Vriend I „Ik heb de» man gezien", dien „ik indertijd voor don winkel van „den uitdrager Schimmel ontmoot „heb. Hij is hier ook in do gevan genis. God geve, dat ge kunt ko- Rudolf voelde zich plotseling beven van opgewondenheid, toen hij die ro gels gelezen had. Na even nagedacht te hebben, besloot hij don commissa ris Grosser in het vertrouwen te nc- Weet u wat, zei deze, nadat hij den brief gelezen had, wij zeg gen voorloopig niets tot den heer Al- bertihij is in staat de geheele zaak te bederven. Wij zullen de zaak sa men in handen nemen. Ik neem mor gen vrij-af en heel in de vroegte spo ren wij naar Z. Vindt u dat goed Dankbaar drukte Rudolf hem de hand. XXVIL De directeur van de gevangenis te Z., een vriendelijk, oud heer, wiens stramme, ongebogen houding den vroegcren officier verried, ontving den advocaat en zijn metgezel uiterst voorkomend. Ik dacht wel, dat ik dezer dagen bezoek van u verwachten kon, zei hij. Ik was eveneens niet weinig verbaasd, toen de gevangene Beek mij den voor u bestemden brief ter beoordeeling zond. Natuurlijk heb ik den man dadelijk hier laten komen, en heb getracht van hem te weten te komen, wien der gevangenen hij meende herkend te hebben, maar hij verklaarde, niets te willen zeggen, eer gij zelf hier waart. Misschien zou u wel zoo vriende lijk willen zijn, directeur, ons een onderhoud met den gevangene Beek toe te staan, ofschoon wij voorloopig alleen als. particulieren hier aanwe zig zijn. Zeer zeker, als ik u echter ver zoek Beek hier in mijn kamer cn in mijn tegenwoordigheid te spreken, dan zal u daarm zeker geen wantrou wen zien. Ik interesseer mij bijzonder voor den man voor zoover het in mijn macht is, heb ik het hem zoo aangenaam mogelijk gemaakt. Hij heeft schrijfwerk gekregen en zijn werktijd is zoo licht mogelijk. Hij belde en beval den binnentrc- deuden cipier, den gevangene uit cel 287 te gaan halen. Met zichtbare vreugde snelde de binnenkomende, op ceu wenk van den directeur daartoe gemachtigd, op Rudolf toe. Langen tijd stonden be'de mannen hand iu hand tegenover elkaar eu keken elkaar ontroerd in de ©ogen. Eindelijk, eindelijk komt ge tocli, zoo verbrak Beek het eerst met sidderende slem het stilzwijgen. Ik waagde het nauwelijks meer te lie pen, dat mijn door de goedheid van den directeur verzacht lot een gunsti ger wending zou nenieu. Laten wij het beste hopen, mijn heer Beek, antwoordde Rudolf. Eerst is het echter noodïikelijk, dat gij de woorden in uw brief aanvult, en dat ge ons een nauwkeurige be schrijving geeft van de wijze en plaats, waarop de ontmoeting met I dien man plaats had. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5