RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD De hygiëne van het wandelen. Da Lelpz. pop. Z. ftlr Hom. schrijft iO.a.: „Alles zou veel beter gaan, als de menschen maar wat meer liepen, heeft eens een groot toerist gezegd. Dat is wel wat overdreven, maar toch ligt er veel waars in, vooral uit een gezondheids-oogpunt De meest bekende autoriteiten op medisch ge bied stemmen met de zoogenaamde natuunartsen overeen, dat zij aan (voettochten een zeer giroote hygiëni sche boteekenia toekennen. Door het wandelen wordt het natuurlijke weer standsvermogen van het lichaam te gen toekomstige ziekten en. de geest kracht tevens verhoogd; het is een der beste voorbehoedmiddelen tegen ziekte. Daarvoor ia het echter vol strekt niet noodlg de toppen der Al pen te beklimmen. Hierbij tracht vaak de een dan ander te overtreffen In het volbrengen van gevaarlijke en hoogst inspannende toeren, waarbij men de lichaamskracht overspant en het tegendeel bewerkt van hetgeen men wenscht. De moderne Ai penspart is veelal ontaard in een ziekelijken lust am tochten te doen, waarover men later bluffen kan. Of door zulke alpen be- klimmer» veel van de natuur genoten wordt, valt zeer te betwijfelen; als ze maar dezen of genen moeilijken berg top hebben .bedwongen", is al hun verlangen bevredigd. Maar als men werkelijk voor zijn gezondheid op reis gaai en zich voor overdrijving hoedt, is juist het bergbeklimmen uit een gezondheidsoogpunt het beste wandelen, dat er is, beter nog dan het marcheeren op het vlakke land. Juist het telkens afwisselende van lnHmmen en dalen brengt alle spieren van het llcliaam In beweging, terwijl liet loopen over oen vlakte allicht wat eentonig wordt. Ook voor dan goest is oen matig bergbeklimmen 't meest verlrisschende en opwekkende. Telkens nieuwe vergezichten liouden den wandelaar bezig en onttrekken zijn gedachten aan de „zaak" of an dere zorgen, die hij "thuis heeft ach tergelaten. Het meest versterkende voor li chaam en geest is dan ook wel een tocht door een middelgebergte, zoo als: Taunus, Harz, Zwarte Woud, Thüringen, meer nog dan een alpen klimpartij. Maar niet ieder kan zich de weelde van zulk een tochtje veroorloven, hij moet dichter bij huis blijven, daar zijn beurs de dure reis niet toelaat. Deze late zich echter zijn voettoeren niet ontnemen. Wandelen en trekken door bosch en veld is ook gezond, al is het niet zóó heerlijk als bergbeklim men. Wie een dag of veertien mar cheert, door veld en wei, over duin en hei, ai is de streek nog zoo saai en weinig hledend, hij verzamelt een schat van kracht voor het heele jaar, nieuwe frischheid voccr den geest, nieuwe sterkte voor de zenuwen. De voornaamste factor bij voettoch ten is het voortdurend verkeeren in de frissche buitenlucht. De longen, die thuis, vooral 's winters dikwijls ge noeg lucht van zeer twijfelachtige sa menstelling inademen, worden nu verzadigd met zuurstofrijke spijzen. Maair hierbij komt nog iets, oen stede ling, die zich zelden of nooit lichame lijk behoeft In te spannen, ademt ge woonlijk slechts zeer ondiep. Hij noornt bij elke ademhaling slechts een klein gedeelte van de lucht op, die zijn longen kunnen bevatten, zoodat in een deel hiervan de oude, bedor ven lucht blijft hangen. Daardoor ont vangen de roode bloedlichaampjes te weinig van hun voedsel de zuur stof, zoodat de stofwisseling ver mindert, maar tevens schrompelen de longblaasjes, vooral aan de longtop pen, langzamerhand in, daar ze niet gebruikt worden. Ze verliezen him weerstandsvermogen en vormen een goeden voedingsbodem voor micro organismen, die bekende, hevige ziek ten veroorzaken als longontsteking, tering en andere. Daarom begint ook een longtering bijna altijd in de longtoppen, d» uit einden der leng, waar de longblaas jes door 't niet gebruiken verschrom peld zijn. Het beste wat men hier te gen doen kan, is diep ademhalen, en dit diepe ademhalen brengt men bij marcheeren, en vooral bij bergbestij- gen onbewust in toepassing. Zoo in eens lt.'in m/ui langen tijd in unhmik geraakte longtoppen niet weer in werking zetten. Dat moet langzamer hand gaan. Men stelle zich de long voor als een droge spons, waarvan een gedeelte met lijm is aaneenge kleefd. Brengt men zulk een spons in water, dan zuigt zij dit snel op, maar toet aaneengokleefde deel doet dlit niet, slechts langzaam loet de lijm zich op eu kan het water binnendrin gen. Zoo is het ook met de long. Bij het gewone dagelij ksche ademhalen vullen zich telkens weer dezelfde blaasjes met lucht, terwijl de andere werkeloos blijven. Gaat men nu dieper ademen, dan nemen de aan aangekleefde longblaas jes het een na het ander, lucht op, zoodat telkens een grooter deal van de long gaat ademen. Men bemerkt dit op den tocht dan ook zeer goed. Den eersten da glijden kantoor- en huismenschen aan luchtgebrek. Zij moeten telkens eens diep ademhalen, hun borst lijkt hun te eng. Dit komt doordat zij Lij het wandelen meer. zuurstof dan anders noodlg nebben, en hun gebrekkige long nog niet vol doende lucht kan opnemen. Maar met den" dag wordt dit beter; de long schijnt steeds ruimer te worden, de baret steeds vrijer. Daarom is eanige weken toeren de beste langangym- nastiek, die er is en het beste wapen tegen aandoeningen van dit orgaan. "Maar naast da long trekt ook het hart, diit uiterst gewichtige orgaan, veel nut uit voettochten. Met de hart spier gaat het al evenzoo als met al le andaren spieren van het lichaam: hoe moer arbeid ze verrichten, hoe sterker zo worden. Men kan echter to.v. armspieren niet plotseling sterk maken door zware halter-oefeningen. Hiervoor is noodig langdurig en dagelijks werken met deze spieren, waarbij men steeds zwaardere ge wichten of halters gebruiken kan; zoo gaat het ook met de hartspier bij het wandelen. Toeristen met een „zwak hart" lijden in den eersten tijd, voor al bij liet bestijgen van bergen, vaak aan hartkloppingen, di6 ontstaan door overspanning van het hart Men doet dan verstandig, even te rusten, tot de hartklopping, over is. Maar langzamerhand blijkt het, dat men grootere tochten doen kan, hoogere en steilere bergen kan beklimmen. Het hart wordt gaandeweg sterker en meer geoefend. Iemand met een zwak hart, dat dus onvoldoende „pompt", lijdt vaak aan bloedstuwing ln de aderen. Hiervan zijn ontstekingen, aambeien, spat aderen, waterzucht enz. het gevolg. Zooals het water van een beek, als men de afvloeiing belemmert, zich verspreidt over de velden en lande rijen, zoo dringt ook het bloed, als het in de aderen wordt gestuwd, in de aangrenzende weefsels en li chaamsholten. Indien nu het hart door een voettoer versterkt wordt, begint het sterker te pompen en te zuigen, zoodat het zelfs de in de weefsel» uitgetreden vloeistof weer vermag op te zuigen. Een steun on dervindt liet hart hierbij nog in het sterke zweeten, dat bij het marchee ren en klimmen gewoonlijk optreed* en door de verhoogde nierwerking, waarbij het lichaam vanzelf veel over tollig water kwijt raakt. Voor Iemand met een zwak hart, als hij geen be paald hartgehrek heeft, is dan ook een lange, matige voettocht het bests middel. Daarom met den ransel op den rug de vrije natuur in, de eeuwige en nooit verdrogende bron van gezond heid voor lichaam en geest! Dat ver wekt nieuwe levenskracht en levens vreugd! Raadsels (Deze raadsels zijn alle Inge zonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kinderen, die mij vóór Donderdagmorgen goede oplos singen zenden, worden in het vol gend nummer bekend gemaakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd In verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. De prijs voor de raadsels in da maand Juli ls ten deel gevallen aan NANNE NAUTA, die zijn prijs Woensdagmiddag tus schen 1 en uur mag komen halen. 1. (Ingezonden door IJda en Tho mas van Beem). Tweebeen zat op driebeen met één been op zijn knie vierbeen komt in de werkplaats en loopt weg met één been tweebeen grijpt driebeen, om vierbeen mee te gooien. Nu grijpt vierbeen tweebeen bij een been twee been staat op één been en vierbeen loopt weg met één been. Wie raadt wat dit is 2. (Ingezonden door Pauliena Koe lemeij). Mijn eerste zit aan kleedingstuk- ken. Mijn tweede is een lichaamsdeel. Mijn geheel is een ruimte, waarin gewerkt wordt. 3. (Ingezonden door Zus Ba&ij). Mijn eerste deel is hard soms har der zelfs dan glas. Mijn tweede een voedingsstof, door velen graag gegeten. Soms lis dit geel van kleur, soms wel zoo groen als gras. Of rood, of bont, of wit Nu zult ge T licht al weten. Zoo niet, dan nog slechts ditpik zwart ia mijn geheel, En nuttig voor den mensch. dit eer ste en tweede deel. 4. (Ingezonden door Bertha Clau sing). Ik ben ln de kachel, En ook in het vuur. Ook bij een brandenden fakkel. Kom, raadt nu geen uur I 5. (Ingezonden door Elsje Hoender dos). Zet onder elkaar Een plaats in Spanje. Een rivier in Duitse Wand. Een plaats in Amerika. Een plaats in Groot-BrittanniS. Een plaats in Italië. Een eiland ln Europa Een plaatsje in Noord-Holland. De beginletters vormen den naam Van een stad ln Italië. 6. (Ingezonden door Jan Bos), Mijn eerste deel is een andere naam Voor moeder. Mijn tweede deel ls een verkorte meisjesnaam. Mijn derde is onzichtbaar. Mijn vierde deel is een voertuig. Mijn geheel is een eiland in den In disch en Oceaan. 7. (Ingezonden door Joh an W. Raat gever). Ik besta uit 10 letters en ben een klein diertje. 8 10 2 5 4 is een treurspel. 3 9 7 6 ia eeu rivier in Azië. Op de 84713Ö1 beweegt men ïich op de. maat der muziek. Een 10 6 2 5 vindt men aan ieder huis. 8. (Ingebonden door Jen tien Been). Van de wil leer sin Kan le tde lik eer. De de ter kat om.. 9. (Ingezonden door Aaltje Hui- tinga). Ik ben een klein, kruipend diertje. Zet er één letter achter en ik ben een stad. 10. (Ingezonden door Piër Heidweil ler). GEN GEN GEN GEN GRON GEN GEN GEN GEN Wat leest gij hieruit 7 11. (Ingezonden door Mijn geheel bestaat uit 13 letters en is een plaats in Nederland. 8 2 3 is een noot uit de muziek. 10 11 8 en 12 13 zijn belde de derde persoon enkelvoud van den verleden tiid van twee werkwoorden. 8 9 11 is een badplaats. 1 4 is een verkorte Jongensnaam. 6 5 5 6 gebruikt de landbouwer. Een 8 9 6 10 doet men graag. 5 6 6 10 ls een kleur. 12. (Ingezonden door Willem O ver meer). Ik ben een vogel. Verander de eer ste letter en ik ben een hemel lichaam. Raadseloplossingen De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Paleis voor Volksvlijt Ivoor, sla, vla, voor, polka, lijst, Velp, sijs. 2. Hoor I pakt u eigen leed in *t hart (Miis dat het niet zij eigen sohuld), Pak 't flink weérom werp uit de smart Of lukt dat niet draag met ge duld t Doch was het eigen schuld zoo huig In ootmoed en in boete neër, En sta gesterkt weêr op en juich: 'k Doe dubbel goed een and'ren keer I 8. Koek doek. 4. Een hoed is een hoofdzaak een bijenkorf ls een bijzaak, en die erfenis is een nevenzaak. 5. Lorenzo Perea. Peer. loopen, voor, ezel, ooren, Azor. 6. Vlijt brengt brood, maar traag heid nood. 7. Mijn naam. 8. Garnizoensnachtlegermagazijn. - Ar, trom, hars, negen, negen tien, zoon, cor, ijs, gal, zoet 9. Vuurtoren. 10. Parijs. 11. Klaaswaal. 12. Orgelbespeling. Orgel, ring, polo, pop, bel, lepel, soep. RAADSELOPLOSSINGEN. Goede oplossingen van de drie laat ste couranten ontvangen van Jan Bos 12. Tal lien a Stuit 11 10. Jansje van Dijk 12 12 11. Marietje van Koningsbruggen 11 9 11. Jo v. Koningsbruggen 11 9 11. Nelly Sanders 12 12. Zonder naam 12. Zus Duursma 12 12 11. Ilettie en Jaantje Lams 10. Cornelia v. d. Houten 4 7. Jan Hendrik Bruijn 11. Bertha Clausing 11 9. Bertus en Dina van Putten 12 11 11. Willem Dreijer 6. Joh. W. Raatgever 10 11 9. Nanne en Cor Nauta 11 12 11. Willem Plantjé 10. Machiel van Marsbergen 10 7. Ernst Moolenaars 10 12. Jentien Been 12 Zus Baaij 12 11 8. Willem Overmeer 12. Piër Heidweiller 11 10. Willem Plantjé 10. Aaltje- Huizinga 10 12. Neli en Hendrik Bouman 12 11. Jo en Lucia Lembeck 12. Willie Huber 12. Jan Hendrik Bruijn 11 11. Pauliena Koelemeij 7. IJda en Thomas v. Beem 9 11. Willem Overmeer 11 12. Martinus Hubers 10. Jo en Frans van Egmond 7., Willy Germeraad 11., lierman Bonke 11. STRIKVRAGEN. Antwoorden. 1. Wie het hart op de tong draagt. 2. Erfgenaam. 3. Brompot. 4. Dat de M geen Z is. 5. Omdat het buitenland niet naar hen toekomt. 6. Op zijn kop. 7. Een schooi haringen. 8. De spiegel der zee. 9. Ijsbloemen. 10. In oude couranten. Goede antwoorden ontvangen yaa Jan Bos 15. Talliena Stuit 9 14. Jansje v. Dijk 15 14 lOu Nelly Sanders 15 14. Zus Duursma 15 14 10. Heltie en Jaantje Lams 15. Bertha Clausing 15. Joh. W. Raatgever 15 14 10. Nanne en Cor Nauta 11 14 9. Willem Plantjé 15 14. Mac hiel v. Marsbergen 15 14. Jentien Been 15. Zus Baaij 13 14. Bertus en Dina v. Pulten 15 9. Willem Overmeer 14 15. Pier Heidweiller 15 14. Aaitje Huizinga 14. Neli Bouman 1514. Jo en Lucia Lembeck 14. Willis Huber 14 Pauliena Koelemeij 15. Willem Overmeer 10. M. Hubers 15. Jo en Frans van Egmond 15. Willy Germeraad 14. WEDSTRIJD-BERICHT. Inzendingen ontvangen van i Marietje v. Koningsbruggen. Zus Duursma. G. A. Wiersma. Cornelia v. d. Houten. Jon Hendrik Bruijn. Annie M. Rozenhart Jansje van Dijk. Annie Schinkel. Marie en Loukl Vink. Frans Geylvoet. Corry Vreugdenhil. Frans van Egmond. Jo van Egmond. Een Vacaatie-urechtrijd Dit is een wedstrijd, om Jullie in de vacantie, wat te doen te geven want al zijn er veel jongens en meisjes die uit logeeren gaan, degenen, die thuis blijven, hebben juist extra den tijd voor onze rubriek. Maar het is zomer en jullie moogt niet altijd in huis zit ten. Daarom geef ik jullie op MAAK EEN VERZAMELING VAN GEDROOGDE BLADEREN, of TREK DE OMTREKKEN VAN BLA DEREN NA EN MAAK EEN VER ZAMELING VAN GETEEKENDE BLADVORMEN. Wie dus netjes tusschen vloeipapier drogen kan, gaat naar buiten en zoekt een caaf exemplaar van zooveel mogelijk verschillende soorten blade ren Heb je ze netjes gedroogd, dan plak je ze voorzichtig met reepjes pa pier in een oud hoek, of schrift, of op eenige velletjes papier en schrijft er de namen bij en de plaats, waar je ze gevonden hebt. Ook mag je ze op een groot vel pa pier in den vorm van een rand of fi guur, of bouquet opplakken. Maar dan ook weer de namen er bij, of aLs je die niet weet, alleen de plaats, waar je ze gevonden hebt. Wie niet veel van drogen houdt, of er veel moeite mee heeft, mag ook de bladeren plat op een stuk papier leg gen. de omtrekken voorzichtig natrek ken. het blad wegnemen, de nerven er in teekenen en dan ook de namen en de plaats, waar je ze gevonden hebt, er bij schrijven. Ik ben nieuwsgierig, wie mij de aardigste verzameling zendt. Behalve de bekroonde, mag ieder na afloop van den wedstrijd zijn (of haar) verzameling terug komen ha len. want het is misschien aardig voor jullie, om ze x-aderhand nog eens wat uit te breiden, of aan te vullen. De 1ste prijs is EEN PLANTENPERS OF HERBARIUM. De 2de Drijs bestaat uit EEN BOTANISEERTROMMEL OF TUBEVERFDOÜS. Er is dezen keer maar één afdee- llng, want de grooteu, zoowel als de kleintjes kunnen hieraan meedoen. Iedere inzending moet voorzien zijn van naam, leeftijd en adres van den inzender of de inzendster. Rij de inzending moet vermeld zijn, of het werk met of zonder hulp ge maakt is. Alle inzendingen moeten in mijn be zit zijn, vóór of op 7 September 1910. Een Qanzenhiitorie. (Vervolg). „T Is zoo", beaamde moeder kip. „Ze zijn een beetje ondankbaar, maar dat zal wel beier worden als ze ouder en verstandiger zijn, en de kindertjes, die nu komen, kan lk beter in toom houden ook. We krijgen nu een mooi, warm hok voor ons alleen; dan ko men ze niet meer met al dat andere tuig in aanraking. Och, buurvrouw, laat ik het maar bekennen, ik vmd het wel leuk, dat ik weer wat klein tjes krijg, om voor te zorgen." „Nou, buurvrouw, ik benijd je niet", verklaarde Lieze uit den grond van haar hart. lk zou voor zoo'n leven passeu, hoor I Neen, dan verwacht ik wat anders." „Ja, juffrouw Lieze, wat zou er toch uog wel eens van u terecht ko men „'k Wou. dat ik dat wist, buur vrouw. Tot dusver is alles schitterend gegaan, hoorMen verzorgt me als een prinses. Het eten wordt met den dag beter. Elkeó ochtend komt de vrouw me streeicn, en dan zegt ze „Je moet nog mooier en nog vetter worden." „Misschien beut u wei een prinses", veronderstelde de kip. „Ja, dat heb ik ook wel eens ge dacht", antwoordde de gans, zeer ge vleid, „en als dat nu zoo was, wat denkt u. dat er dan met me zou ge- beureu „Dat weet ik niet, hoor, 'k heb tot dusver nog nooit een prinses ontmoet; maar ik zou zoo zeggen, dat je dan wei in een paleis zuil belanden, waar het andere gevogelte je nooit van 't voer weg mag duwen en ook je kinde reu niet ondeugend mag maken." „Dat paleis lijkt me wel", zei Lie ze. „Maar eieren uitbroeden en op de kinderen passen, laat ik over aan m'n onderdanen, dit is geen prinsesse- werk." Na dit gesprek werd Lieze nog veel trotscher dan te voren. Als ze in de vijver zwom. keek ze voortdurend naar haar eigen portret in het water dan snaterde ze zachtjes„Zoo ziet een prinses er uit, en wie weet, wat er nog meer van me wordt". Met de audere badgasten sprak ze bijna nooit. Die vond ze lang niet voornaam genoeg. Do eenige, met wie ze zich nog wel eens bemoeide, was de kip, eu ais ze daarmee praat te, was het altijd over haar eigen toekomst. Toen do kip klaar was met broeden, ging ze met de kleintjes wandelen, woelde uren in den grond en deed heelemaal als van ouds. Op een mooien Octoberochtend ont moette ze haar voorname buurvrouw, die haar al van verre toesnaterde „Vandaag is er iets bijzonders ge beurd. Eeu heel deftige dame is bij me op visite geweest. Ze heeft me beke ken, gestreeld en honderd compli menten gemaakt. Ik denk, dat ze van 't hof kwam." Vol bewondering keek Moeder kip de spreekster aan, toen zei ze be scheiden „Zul je me niet vergeten jufrouw Lieze, ais ze een prinses van je gemaakt hebben?" Lieze zei, dat ze er nog eens over moest denken en waggelde meteen verder. Den veleenden ochtend zag de kip een dikke wouw, met een schort aan, voor Lieze's villa staan ook de wedu we kwam er bij en die tilde de gans één. twee, drie in een mand met wol gevoerd. „De pret begint", snaterde Lieze opgewonden, „nu zal ik merken, wat me te wachten staat." Trolsch keek ze van haar mand uit neer op de kippen en eenden, die ze voorhij kwam. „Zie jullie wel, dat ik niet eens meer loopen mag I" riep ze hun toe. „Dit is het begin van de heerlijkheid." Moeder kip moest er meer van heb ben, ze wou weten, waar haar defti ge vriendin heenging en wandelde achter de mand aan, maar ze kon niet zoo gauw meekomen, omdat haar kinderen aan haar grauw kleed hin gen. en zoo kon ze alleen maar uit de verte zien, dat de vrouw met de mand achter een groote poort verdween. Ze sukkelde verder en zag 't huis van den Burgemeester. „Waar is juffrouw Lieze nou gebleven zei ze bij zich zelf. Op 't zelfde oogehblik hoorde ze eeu verwoed geschreeuw en toen ze zich vlug omdraaide naar de plek van waar het kwam, zag ze, hoe de vrouw met de witte schort een groot, scherp mes langs Lieze's hals streek. Den volgenden Zondag at men bij dan Burgemeester gebraden gans. Maar moeder kip met haar kuiken tjes zat in den nieuwen, warmen stal en fluisterde „Kinderen, wat zitten we hier toch knus op ons gemak 1" Brievenbus (Brieven aan de Redactie van do Kinder-Afdeeling moeten gezonden worden aan Me vrouw Venema-Van Doorn, Wagenweg no. 88, Haar lem). TIN US B. Wel, wat is die tijd in L. gauw voorbijgegaan, Tinusl Maar het is hier in Haarlem gelukkig ook mooi om te wandelen I En nu kon je nog net wat van de kermis zien ook. Zou dit het laatste jaar voor je in L. geweest zijn HERMAN B. Wat hebben we nu in een langen tijd niets van elkaar gehoord I Hoe is het met de duizend- schoenen Zijn ze al uitgebloeid Heb je in de vacantie nog voel toch ten gemaakt En hen je alweer eens naar de V eiser pont geweest? Of maak je zulke verre tochten niet meer SIMON M. Dank voor je prach tige kaart. Wat zal het daar heerlijk zijn Hebben jullie veel pleizier WILLY H. Hel is best als je voortaan met ons meedoet. Lees Je de „Zaterdagavond" al lang PAULIENA K. De ingezonden raadsels zijn goed. Ja. het is soms niet gemakkelijk om de namen te weten te komen, maar verscheidene weet je zeker uit je zelf wel. Ben je al met drogen begonnen THOMAS en UDA v. B. Het nieu we raadsel is goed. Zijn jullie blij, dat er weer briefjes in de courant staan En doen jullie met dezen wedstrijd ook nog mee Hoe lang duurt de vacantie op de school WILLEM O. Het tweede raadsel is niet goed, want de naam van dien drank wordt met een h geschreven. De strikvraag is goed. Heb je Vrij dag eu Zaterdag prettige dagen ge had Verjaardagen zijn toch altijd maar heerlijk, vind je niet? HENDHLK B. Het is best. als jij het zoo lang voor Je zusje waarneemt Lpe jij anders ook wal eens op AALTJE eu SIEBE H. Heb je veel pleizier Je bent zeker den ge- heelen dag buiten I Heerlijk, dat je misschien nog naar Den Haag gaat Tot hoe lang blijf je nu weg MARIE en LOUKI V. Het inge zonden raadsel begrijp ik niet goed. Schrijf me maar eens, hoe bet eigen lijk is. FRANS G. Het is best, als je weer wat geregelder mee gaat doen, maar zoo lang het mooi weer is speei je zeker nog veel buiten I ZUS B Breng het dan maar op een ander keertje, goed ingepakt Als ik dan niet thuis ben, krijg ik het toch wel. Wat een heerlijke tochten heb je gemaakt Is je Tante er nog en gaan jullie dikwijls naar Bloe- mendaal, of de duinen Ja, zoo'n reisje op de boot is erg prettig, maar dan moet bet ook heel mooi weer zijn lk ben blij, dat je het zoo goed getroffen habt 1 Het nieuwe raadsel is goed. JO en FRANS VAN E. Krijg je nog steeds muziekles, of oefen je je alleen verder Wat heeft Jo een heerlijk lange vacantieHij speelt zeker den geheelen dag buiten. Doen jullie turn dezen wedstrijd ook weer mee WILLY G. Dat was een heerlijke dag. hoor 1 Jammer, dat die maar ééns in het Jaar komt, vind je niet? Tot wanneer heb je vacantie, en heb je nog meer prettigs in het vooruit zicht Ben jo ook druk naar de ker mis geweest CORRY V. Hoe is het met al het overgaan algeloopen Zijn jullie er alle drie Ga je ook nog de stad uit, of blijven Jullie alle drie thuis, en gaan jullie veel wandelen ZONDER NAAM. Ik weet heusch niet van wie het keurige brief je met zee oplossingen was. Schrijf hst me maar eens NANNE en COR N Aardig, dat uilie weer aan dezen wedstrijd meedoen. Het is gelukkig mooi weer en ie kunt buiten dus flink zoeken. De strikvragen zijn goed BEPPIE M. Ja, T zou saai zijn, s er nu weer geen briefje voor je was I Heb je een preltigen dag gehad in Zandvoort en waren de jongens niet blij. toen ze jullie zagen Wat treffen ze heerlijk weer, hè Waren ze al wat verbrand JOH. W. R. Wie had dat too prettig bedacht met het spelden «n- trée En wat deed je daar toen mee Ja, je m a g de bloem er wel b:» doen. maar het behoeft niet voor den wed strijd. Heb je ze tusschen vloeipapier gelegd BERTUS en DINA VAN P. Heb ben jullie veel pleizier gehad Donder dag Nog wel gefeliciteerd, hoor I Dr denk, dat jullie het prettig vinden, als Vader de courant opstuurt, maar of je daar nog tijd voor de raadsels hebt, ja, dat moet je zelf maar eens zien 1 lk wensch je een prettigen tijd. hoor I MARIETJE en JOPIE v. K. Heer lijk. om vacantie te hebben, vind J* niet? Verveel je je nooit? Wat voe ren jullie den geheelen dag uit? Doen jullie ook nog aan dezen wedstrijd mee Hebben jullie Woensdag veel pleizier gehad op de kermis 9 ZUS D. Ik denk, dat bet voor menschan, die rust noodig hebben, heerlijk zal zijn in B. a. Z maar Jij vond het er zeker wel wat erg stil I Vind je het niet jammer, dat de avon den nu al merkbaar korter worden, en hebben jullie nog dikwijls des avonds buiten kunnen zitten Ja, deze wedstrijd zal wel net iets voor jou zijn Heb je vroeger ook veel bladeren gedroogd en verzameld Ja, het is bij ons ln de buurt ook mooi Kom je hier niet dikwijls? EEN FRIESCH VRIENDJE. Wal heerlijk, dat je bet hier zoo prettig vindt 1 Nu. ik kan het me best begrij pen. hoor De omgeving hier Is ook prachtig. Ben Je al dikwijls naar Zandvoort geweest En waar roeien iullie meestal Tot wanneer hebben jullie vacantie ERNST M. Ja, hij is erg bewer kelijk en 's wintersavonds heb Je al tijd wat meer tijd. Ik hoop, dat hij mooi wordt. Koor I ANNIE S. Ik vind het aardig, dat ik nu ook een vriendinnetje ln Baarn heb gekregen. Heb je vroeger ln Haarlem gewoond en lezen julli* onze „Zaterdagavond" ei lang PIëR H. Wat beb je in de vacan tie al zoo uitgevoerd Heb Je veel uleizier JAN B. Het nieuwe raadsel h goed. TALLIENA S. Ja, dan is het voor jou prettig, om E. ;e loeren, en als J. je dan wat helpt, zal je het gauw goed kennen ook, denk ik. COR en JAN H- Wil je .Moeder bedauken voor haar mooie kaart? Wanneer komt Moeder weer thuis JANSJE VAN D. Je kaart lieh ik ontvangen. Wel bedankt er voor l Heerlijk, dat je zooveel pleizier hebt gehad. Ja, die klok lijkt me erg aar dig 1 Gezellig, dat je de oouranl toch geregeld kreeg, hè Het is ook best, als je den lQdon komt ANNIE M. R. Het is best, als je zoo nu en dan eens meedoet. Het huiswerk mag er ook niet onder lij den. eu er moet nog wat tijd om te 6Delan ook overblijven, vind je niet BERTHA C. De nieuwe raadsels en begraven plaatsen zijn goed. Heer lijk. dat je er door herd I Hartelijk gefeliciteerd, hoor I Wat een prettige vacantie zal je nu hebben. Ben je al in die tent geweest WILLEM P. Heb Je nu in ds vacantie wat meer tijd En maken jullie weer groote tochten naar de duinen Het is geluskig dikwijls mooi weer, om naar buiten te gaan I Mevr. VENEMA-sT. DOORN* 6 Augustus 1910.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 11