HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1910
haarlemsche
Handelsvereeniging
Goedgek. by Kou. Besl. van 13 Noy.18ö9.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft In den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls rnet groot
tuccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waar'leer en, door ais lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel «leer
dan 600 leden, maar dat Is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men hot werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groots
tegenover de geringe Jaarlijksche
contributie von f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de loden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ed 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens,
Spaanie 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van Informatiën naar
builen de stad woonachtige personen
bedragen CO ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Preientiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
Vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In April en Mei 1910 zijn 55 vorde
ringen tot een bedrag van 1768.18 1/2
behaald; 18 vorderingen-worden afbe
taald, 14 vorderingen zijn uitgesteld
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seert aan het Bureau, dat geopend is
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V,, toch van haar Infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Buitenlandsch Overzicht
DE POLITIEKE TOESTAND
IN SPANJE
wordt nog steeds ernstiger.
De Heil'ge Stoel, maar ook 'de
Spaansche regeering, handhaven 't
eenmaal ingenomen standpunt. Zoo
juist wordt weer uit Madrid bericht,
dat de ministers vast besloten zijn de
politiek voort te zetten en niet de min
ste zwakheid te toonen. De minister
president zei aan een Journalist, „dat
hij do koppigheid der Katholieken
een onduldbare uitdaging vond."
Ook in Rome houdt men voet bij
stuk wel heeft een kardinaal ln een
interview verklaard, dat de Heilige
Stoel alles ln 't werk zal stellen om
een verscherping van 't conflict te
voorkomen, maar dezelfde prelaat zei
ook, dat Z. H. de Paus aan de recht
vaardige eischen zal vast houden,
overtuigd zijnde, dat 't Spaansche
volk, in overwegende mote Katholiek,
de politiek dor regeorlng afkeurt.
Een voortzetting van den strijd al-
zoo.
De Spaansche regeering is van plan
In October, dadelijk na de opening
der Cortes, de geheele diplomatieke
briefwisseling tusschen Madrid en
Rome openbaar te maken. De regee
ring wil hiermede het bewijs leveren,
dat zij steeds correct gehandeld heeft
en dat de onverzoenlijkheid h. i. aan
de zijde van den Heiligen Stoel is ge-
't Spaansche volk neemt meer en
meor aan den politieken strijd deel.
Zooals men weet, heeft de regeering
de betooging der Katholieken, die
Zondag te San Sebastian is aange
kondigd, verboden. De organiseerders
hebben evenwel besloten de betooging
toch te laten doorgaan.
Hoe meer de Zondag nadert, hoe
grooter t aantal personen wordt, dat,
volgens de bladen, naar St Sebas
tian zal optrekken. Thans reeds wordt
gesproken van 200,000 betoogers I
Do Carlistische afgevaardigde Felin
heoft ook een beroep gedaan op alle
Carlisten ln Spanje, om Zondag naar
Sebastian te komen, hun aanhanke
lijkheid aan den Paus te toonen en de
regeering krachtig te bestrijden.
Er wordt nu voor ongeregeldheden
gevreesd, zoowel te Sebastian als op
andere plaatsen.
Te Barcelona is 't al tot een botsing
gekomen tusschen Carlisten en repu
blikeinen, welke twist ontstaan was
door een al te levendige bespreking
van weerskanten van de pers-ortike-
Ten over de staatkunde der regeering.
De politie moest een charge maken,
waarbij eenige personen gewond zijn.
In de provincies Navarra, Alava,
Biskaje en Guipuzcoa zijn ook teeke
nen van gisting merkbaar. De regee
ring zal er daarom troepen heel zen
den.
De Katholieken ln die provincies
zijn o. a. ontevreden, omdat de regee
ring de betrokken spoorwegmaat
schappijen heeft weten over te halen
geen extra-treinen naar Sebastian te
laten rijden. De Katholieken dreigen
nu, dat zij desnoods den weg te voet
zullen afleggen om Zondag aan de be
tooging mee te kunnen doen.
De Katholieke afgevaardigden In
genoemde provincies hebben besloten
aan Z. H. den Paus een telegram te
zenden, waarin zij hun onwankelbare
trouw betuigen, en aan den Koning
een telegram van protest tegen de ge
dragslijn der regeering te zenden.
Wat zal de dag van morgen bren
gen
IN DEN BALKAN
Is men nu vredelievender dan vroeger
gestemd. De Turksche bladen deelen
mede, dat de Kretensische regeering
ln gunstigen zin beeft geantwoord op
het verzoek der consuls der bescher
mende mogendheden, om geen afge
vaardigden naar de Grieksche Natio
nale Vergadering te zenden.
Dit geschilpunt Is dus al weer be
zworen. Blijkbaar willen de Kreten-
sers zich nu geheel naar de wenschen
der mogendheden schikken. Er is ook
weinig anders voor de eilanders te
doen I Misschien hopen ze nu op een
belooning hunner gehoorzaamheid I
Ook tusschen Bulgarije en Turkije
Is 't weer in 't relnp.
De Bulgaarsche minister van bui-
tenlandsche zaken heeft aan den
Turkschen gezant te Sofia de verzeke
ring gegeven, dat de Bulgaarsche re
geering, bezield met de beste gevoe
lens ten opzichte van Turkije, vriend
schappelijke betrekkingen met de
Porte wenscht te handhaven.
Ook andere Bulgaarsche staatslie
den hebben zich in vredelievenden zin
uitgelaten. Zoo heeft Teodorof, de
oud-minister van financiën, tot een
journalist gezegd, dat de Bulgaarsche
regeering veel te verstandig is, om
zich in avonturen te begeven. Turkije
en Bulgarije behoeven elkander niet
te wantrouwen. „We hebben niets te
gen de ontwupening der Bulgaren in
Macedonië maar wij willen niet, dat
men de hun ontnomen wapenen aan
de Mohamniedaneu geeft. Ik geloof
niet aan een conflict"
Hoe lang zal deze betrekkelijke rust
in den Balkan duren, 't Is een vaste
gewoonte geworden, dat op een rust
periode van enkele maanden weereen
geharbewar van jaren volgt
DE OPSTAND IN HAURAN
blijkt van ernstigen aard geweest te
zijn.
In een ambtelijke mededeeling aan
de pers wordt bevestigd, dat de bewo
ners van drie dorpen in de buurt van
Damaskus door Droezen vermoord
zijn, en wordt verder gezegd, dat aan
den bevelhebber der Turksche troe
pen, Sami pasja, uitgebreide volmacht
gegeven is om in het Hauran-gebied
grondige hervormingen door te voe
ren en den staat van beleg af te kon
digen.
Volgens een ander bericht zijn bij
de plundering der drie dorpen dui
zend menschen vermoord.
Een treurig cijfer, voorwaar 1
UIT 'T VERRE OOSTEN,
komen eenige nadere berichten over
Thibet. Daarin wordt beweerd, dat de
toestand langzaam aan verbetert.
De correspondent van een Engelsch
blad te Calcutta zegt dan ook, het on
waarschijnlijk te achten* dat zich
voor de Engelsche troepen ccn gele
genheid zal opdoen, om de grens over
te trekken. De binnenstrooming van
Chineezen en vreemdelingen zonder
vast emplooi, blijft evenwel een be
denkelijk verschijnsel.
Tbibetaansche kooplui te Darjee-
llng lachen om de bewering uit Chl-
neeschen koker, dat de Engelsche
handelsfactorijen gevaar zouden kun
nen loopen van de Thibetanen. De
Thibetanen beschouwen immers den
Engelschman als hun besten vriend en
den Chinees als hun aartsvijand. Bo
venal zijn zij verstoord over de over
rompeling, die de Chineezen tegen den
Dalai Lama beraamd hadden.
Men verneemt verder uit Darjee-
ling, dat de I.lnsja Chentsjen, op het
oogenblik het hoofd van de Thïbe-
taansche regeering, ln de gevangenis
geworpen en ter dood veroordeeld is,
omdat hij "owelgerd heeft, de Chine,
sche staatkunde goed te keuren. Het
vonnis is evenwel nog niet voltrok
ken.
De helrweg tusschen Lhassa en In-
dië is voor Thibetaansehe ambtena
ren gesloten en de handel is zeer ont
redderd.
DE INLIJVING VAN KOREA.
De stappen ter inlijving van Korea
door Japun volgen elkaar op. Blijk
baar wordt alles ln gereedheid ge
bracht om de annexatie 6poedig oen
voldongen feit te maken. Het civiel
bestuur wordt vervangen door een mi
litair bewind. De spoorwegen in Ko
rea zijn onder het beheer van den Ja-
panschen generalen staf geplaatst.
'T BELGISCHE KABINET
zal zooals men weet, eenige wijziging
ondergaan. Schollaert, de leider van
het ministerie en minister van bin-
nenlandsche zaken, zal de portefeuille
van kunsten en wetenschappen aan
vaarden en ad interim het ministerie
van binnenlandsche zaken waarne
men.
Helleputte, minister van spoorwe
gen, wordt minister van landbouw en
openbare werken en interimair van
het spoorwegwezen.
De benoeming van titularissen voor
de twee vacante portefeuilles zal ver
moedelijk eerst geschieden nadat de
koning van zijn reizen teruggekeerd
zal zijn.
'T VREDESCONGRES,
te Stockholm heeft in zijn eindzitting
een motie aangenomen, waarin met
voldoening wordt geconstateerd, dat
er opnieuw pogingen in hét werk wor
den gesteld, om de verstandhouding
tusschen Italië en Oostenrijk-Honga-
rije te verbeteren.
Het congres besloot gevolg te geven
aan de uitnoodiging van Italië en bet
vredescongres van 1911 te Rome te
houden.
Parijsche Brieven
CCXXXV..
„Tous les goüts sant dlans la natu
re", zegt een overbekend Fransch
spreekwoord, waarvan lk de juist
heid niet zelden in mijn leven
opgemerkt Als men, bijvoorbeeld, al
leen maar nagaat, dat er menschen
zijn, die liever tot over de ooren in
de schulden dan in het water ste
ken...
Ongeveer negen Jaar geleden ward
Brierre, uit Corancez, veroordeeld tot
levenslangen dwangarbeid, wegens
het vennoorden van vijf zijner kin
deren.
Niet lang geleden stierf Brierre ln
het bagno.
Daarop kwam een landlooper,
Bou/rreau genaamd, die gevangen
was genomen wegens landlooporij en
hot dragen van verboden wapens,
zichzelf bij het gerecht te Tours be
schuldigen, den vijfdubbelen moord
te hebben bedreven.
„Ongeveer negen jaar geleden,"
verklaarde hij, „bevond lk me door
trekkend in Eure-et-Loir. Mijn. om
zwervingen leidden mij op zekeren
avond in een afgezonderde boerderij,
waar kinderen mij ontvingen. Ik ver
nam van hen, dat zij alleen waren; rij
vertelden mij, dat hun vader eerst te
gen elf uur 'b avonds van de stad te
rug zou zijn." Ze gaven me wat brood
te eten en lieten me in de schuur sla
pen. Toen kwam ik op de gedachte,
het verlaten huis uit te plunderen, na
eerst de kleine bewakers gedood te
hebben. Ik ging dus de schuur uit en
gaf den hond een middel in om hem
het blaffen te beletten. Toen de kinde
ren te bed waren, doodde ik, gewa
pend met een keuken- en een hakmes,
eerst de vier jongste. Het oudste
meisje, ongeveer veertien jaar oud,
trachtte te vluchten, doch werd door
mij achterhaald en, evenals de an
dere kinderen, vermoord. Daarna be
gon ik het huis te doorzoeken, doch
tevergeefs: ik kon den geldzak niet
vinden. Terwijl ik met mijn gesnuf
fel bezig was, kwam de vader terug.
Ik had nog juist den tijd om mij op
hem te werpen en hem mijn mes in
den rug te steken. Daarop vluchtte
ik, mijn mes op den mesthoop wer
pend en mijn zakken achterlatend.
Later vervolgde de wroeging me, zoo
dat ik besloot, mij het leven te bene
men. Ik kocht, te Amboise, een revol
ver en schoot een kogel op me af, die
echter afweek en de wond
zaakte, die men nog aan mijn linker
zijde kan zien. Geen doel getroffen
hebbende, miste ik den moed, mij
verder af te maken. Ik sleepte me
moeizaam en ellendig voort, overal'
bedelend, tot op den dag, waarop men
mij gepakt heeft."
Het gerecht, in zijn begrijpelijken
angst, ten opzichte van Brierre eon
rechterlijke dwaling te hebben be
gaan, stelde ter zake een onderzoek
in.
Bourtreau's zelfbeschuldiging had
veel schijn van waarheid. Brierre had
immers altijd zijn onschuld uitgekre
ten. En Bounreau was een landloo
per, een vagebond, die nu eens be
delde, dan weder „vaguement" het
voddenrapersberoep uitoefende of
smokkelwaar verkocht. Zeer vaak
had hij met de politie kennis ge
maakt. Wel had hij een goedig voor
komen, deze vleezige man van eesn-
en-veertig jaar doch wat bewijst
dat? Had, om maar een enkel voor
beeld te noemen, de zestienjarige Gil-
le, die, met voorbedachten rade, een
vrouw op de wreedaardigste wijze
had vermoord, niet een fijnbesneden
gelaat?
Bij bet onderzoek bleek echter dui
delijk, dat Bourreau, die alle moeite
deed om den rechter van zijn schuld
te overtuigen, niet slechts voortdu-
reaid met zichzelven, doch ook met de
opgeroepen getuigen in tegenspraak
was. Bijna al zijn beweringen kwa
men „fólikant" uit en zijn onschuld
kwam helder aan het licht.
Ten einde zich den strop nauwer
om dim hals te halen, had hij ook
beweerd, dat hij veel van de Stein-
heilzaak af wist Ook dit bleek
slechts een spel van zijn fantasie te.
zijn.
Ten slotte, van alle kanten in het
nauw gedreven, verklaarde de land
looper, dat hij de justitie maar wat
had voorgelogen. Hij was levensmoe-
en wilde daarom gaarne geguillo
tineerd worden!
Waarachtig alle smaken zijn in
de natuurI
Waarom de man die ex, tusschen
twee haakjes, zeer sympathiek uit
ziet zich dan niet zelf een kogel
doocr het hoofd joeg?
Omdat hij er den moed niet toe
had. En zelfmoord is een actieve
daad... Geguillotineerd te worden ia
iets passiefs...
Wellicht vond hij ook, dat zelfmoord
zondig is, en dat het onschuldig ster
ven door beulshanden een soort van
martelaarschap ln het leven roept
men neme deze contradictio in termi
nis voor lief. Wie vermag, slechts
naar de simpele feiten oordeelende,
het ziele- en het denkleven doorgron
den van een vagebondeerenden armen
drommel, die zich wel tegen de ge
schreven wetten des lands gedraagt,
doch, zooals uit heel zijn verleden is
gebleken, niet in staat is om zelfB een
muis kwaad te doen?
„What 's in a name?" zei Shakes
peare. Wel, is het niet zonderling,
dat iemand, die, op z'n Holiandsch,
Beul heet, zich beijverde om, con
amore, door beulshanden te sterven?
Dit feit is natuurlijk koren op den
molen der anti-doodstraffere. Het le
ven te laten door vriendelijke bemid
deling van den beul bleek voor den
heer Beul verre van afschrikwekkend
te rijn. Integendeel hij stelde de
onthoofding, mits onverdiend, meer
op prijs dan zijn hoofd.
Ware Bourreau rijk geweest, hij
zou waarschijnlijk ln een aeroplane
zijn opgestegen, aangezien dit, te oor-
deelen naar de „gemengde berich
ten" der laatste maanden, voorshands
het zekerste middel is om op brillan
te wijze om liet leven te komen. Per
soonlijk ken ik een levensmoeden ex-
viveur, die al zijn best doet om op die
moderne „ongezochte" wijze uit de
wolken te vallen.
Bounreau kan echter geen aëropla-
ne bekostigen. Waar zou het in onze
ordelijke maatschappij heen moeten,
indien landloo pers zich zoo maar in
eens tot luchtvlieger konden verhef
fen?
Evenmin kunnen, om bij de veel
vuldige zelfmoordneigingen in onzeu
tijd te blijven, de kosten van een
vliegtoestel bestreden worden door 't
jonge meisje, dat ik eenigen tijd ge
leden weemoedig langs een der Seine
binnenkorten zag wandelen. Daar zag
zij een hondje aan den oever, dat
blijkbaar moeite deed om, met uitge-
rekten hals en uitgestoken tong, wat
water op te slorpen. De onbekende
schoone stond er bij stil, sprak, zich
onbespied wanende, tot den hond:
„Arm diertje, je bent net ais ik; je
bent levensmoe en je durft er niet in;
maar ik zal je helpen," er, gaf het
beest een duwtje... liet beest kroop
spartelend uit het water weer naai
den oever. Toen vertoonde ik mij.
Het meisje wierp mij een blik vol
angst toe, en ging heen...
Bourreau is zéér teleurgesteld, dat
hij „a mancjué sou coup" en nu weer
een zwerversleven zal moeten leiden.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
lewoners.
LXV1II.
Het bestuur vau de Tentoonstelling
voor Huisvlijt heeft eindelijk begre
pen, dat de toegangsprijs te hoog ge
steld was en een kwartjesweekdag is
ingesteld.
Dat is wat, maar er moet nog
heel wat meer veranderen, wil de
tentoonstelling aan haar doel beant
woorden en bezocht worden door de
genen, die tot het beoefenen van huis
vlijt geroepen schijnen te zijn.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De kermis brengt, dat staat vast,
allerlei stoornis in den gewonen gang
van zaken. Ik heb een huismoeder
hooron vertellen, dat zij den slagers
knecht een kermisfooi en een bestel
ling had gegeven de eerste stak
hij in zijn zak en de tweede vergat
hij. Toen zij daarop den patroon op
belde, en hem op het verzuim van
zijn bediende wees, antwoordde hij
gemoedelijk „och, mevrouw, 't is
kermis, de jongens hebben zoovéél
aan hun hoofd 1"
Zelfs de tram is er van onthikt en
Schiet in deze dagen op allerlei plaat
een uit de rails. En de godin dei
poëzie moet in de kerm is week Haar
lem wel mijden, wegens de geweldige
prulgedichten, die hier nu worden
voorgedragen. Als 't maar zoowat
rijmt, schijnt de maker het al mooi
te vinden, of de regels even lang esn
de zinnen behoorlijk gebouwd zijn,
laat hem koud als een steen. Vooral
de poëet, wiens maakwerk In het
Brongebouw wordt voorgedragen,
hoeft zijn kracht in de lengte gezocht
Ik verzoek aandacht voor het volgen
de fragment
De badhuizen der Amerikanen,
Ziin steeds voor ieder open.
En hier moet men, wil men boden,
F.erst de beurs ontknoopen.
Bij ons nooit de gemeente klagen,
Nimmer om centen vragen.
Verkrijgt men bier niet genoegzaam
renten.
Verhoogt men fluks maar de op
centen.
Gaat de gasfabriek bij ons naar
wenschen,
Komt die winst onder de menschen.
Hier heerscht een koopmans-bestuur,
Verkoopt het gas veel te duur.
't Is of er een kind aan het stame
len is. Maar bovendien schijnt de
brave dichter niet begrepen te hebben,
dat zijn betoog zichzelf tegenspreekt.
Geklaagd wordt over verhooging van
de opcenten (die in geen jaren ver
hoogd zijn) en tegelijk over den
prijs, die lager moet wezen. Onze
poëet schijnt evenwel niet te begrij
pen, dat verlaging van den gasprijs
noodzakelijk verhooging van de be
lasting moet doen volgen. Het geld
moet toch ergens vandaan worden
gehaald. Wat een laag bij den
grondsch gerijmel Zoo gaat menig
een, die het hoort en niet nadenkt,
met een vaag gevoel van ontevreden
heid op het gemeentebestuur, naar
huis.
Toch gaan de kermisdichters, in
hun critiek op gemeentelijke toestan
den, nog niet zoo ver als een hoofd
ambtenaar in een der voorsleden van
Berlijn, die het plan heeft wereld
kundig gemaakt om de hondenbelas
ting te verdubbelen, neen te verdrie
voudigen. Deze heer vindt namelijk
de honden onnet Door wat ze op
straat deponeeren worden misschien
allerlei riekten, roodvonk, typhus en
zoo meer, verspreid I Immers bepaal
den de dieren rich tot het trottoir,
dan zou de gemeente-reiniging een en
ander gemakkelijk kunnen opvegen,
maar neen, ze gaan ook op den rij
weg en daar worden destoffen,
zal ik maar zeggen, door voorbijgan
gers aan kleeren en schoenen meege
nomen.
Heel zeker, dat op die manier aller
lei nare ziekten inderdaad verspreid
worden, is de brave man niet. maar
ie kunt niet weten. Een voorzorg is
bovendien een vóórzorg, nietwaar, en
ge.cn nazorg. Nazorg helpt gewoon
lijk niet, levert maar zorg op en zoo
is het dus beter, vóóruit te zorgen,
dan kan er niets gebeuren.
Mocht ons gemeentebestuur er soms
over denken, om deze zelfde reden
ons hondenleger in te krimpen (ook
de Haarlemsche honden zijn niet fijn
gevoelig genoeg om zich tot het trot
toir te bepalen), dan kunnen we op
het gebied van voorzorg nog wel wat
verder gaan. Soms vallen menschen
van een fiets en bezeeren zich geen
fietsen meer is een afdoend middel.
Een anderen keer krijgt iemand het
wiel van een wagen over zijn teenen
we schaffen eenvoudig de wagens
af. Het kan voorkomen, dat we na-
deelige bacillen door neus of mond
inademen welnu, we scheien er
met ademhalen uit..... maar wacht
cons even, dat zou niet gaan, want
dan konden we niet meer bestaan.
Zou het dan maar niet beter wezen,
om ons niet al te beangst te maken
voor wat honden, hetzij dan op het
trottoir of op den rijweg, deponeeren,
en den hygiëne najagenden ambte
naar in Berlijn niet na te volgen
Arme honden I Zo mogen letterlijk
niets meer, want sinds langs is ook
het Janken en blaffen bij nacht hun
verboden, omdat het burengerucht
zou zijn, en bijten mogen ze al lang
niet meer, dan in datgene, wat hun
officieel wordt voorgezet.
In weerwil van al die verbodsbepa
lingen gaat het stomme dier maar
voort met ons diensten te bewijzen.
Zelfs de dieven wil het helpen opspo
ren en vangen, zooals we den afge-
loopon Zondag bij een wedstrijd in
den tuin van het Brongebouw hebben
kunnen zien.
Eerlijk gezegd heb ik meermalen
met bezorgdheid aan die voortgaande
ontwikkeling van den politiehond
gedacht De tijd zou, zoo vreesde lk,
komen dat de hond er in zou kunnen
slagen om alle misdadigers op te spo
ren. en daarmee den mensch over
treffen, die maar nu en dan zoo ge
lukkig ia Mij dachtde superioriteit
van dan mensch boven het dier liep
gevaar. Maar nu ik Zondag gezien
heb, hoever de honden het gebracht
hebben, ben ik voor de menschen in
den eersten tijd niet bang. Het hon
dentalent is, laat ik zeggen, nog iet
wat ongelijkmatig ontwikkeld. De
een weet met buitengewoon fijnen
neus een verborgen voorwerp te vin
den, maar weigert over een schut
ting te springen de ander springt
een half huls hoog, maar schijnt wat
verkouden en schiet dus te kort in het
speuren. Zoo zijn er tal van verschil
len. Het eenige waarin ze allen zon
der uitzondering overenstemmen, is,
dat geen van de dieren wou eten wat
een van de juryleden hem voorwierp,
maar in hoever dit van groote be-
toekenis is. weet ik niet, omdat ik niet
eezien heb waaruit het onthaal be
stond. Dat kan, dunkt me, bij uitstek
verschillend wezen.
Ten slotte is dit alles niet afdoend.
Al gaat een politieman er ook op uit
met vier honden, een om te springen,
een om te speuren, een om aan te
vallen en een om te verdedigen, ook
hier zal in de meeste gevallen van
nazorg en niet van voorzorg sprake
wezen. De ideale politiehond is nog
niet geboren. Er wordt wel eens ge
zegd. dat de hond in het algemeen
vriendschap gevoelt voor den braven
en afkeer voor den slechten mensch,
welnu, als dat waar ls, dan moetdeze
eigenschap zoodanig veredeld en ver
fijnd worden, dat de hond bij instinct
beseft, wie booze dingen van plan
ziin uit te voeren. Dan zal pas de
triomf van den politiehond gevierd
kunnen worden, wanneer zijn gelei
der een man naar het bureau brengt
en aan den inspecteur overgeeft, zeg
gende „deze kerel moet voor drie
maanden achter de tralies, Caro heeft
booze plannen bij hem geroken."
Het eenige bezwaar tegen deze nieu
we methode zal wezen, dat we er nog
een gevangenis bij zullen moeten bou
wen, maar dat moeten we voor onze
veiligheid overhebben.
Zoo worden de dieren ook al ge
ëxamineerd en hebben de menschen
van deze operatie het monopolie niet
meer. Wel zijn ze onder de menschen
op dit oogenblik in vollen gang. Klei
ne, middelsoort en gToote examens,
dag in dag uit wordt het resultaat
meegedeeld en midden in den zomer
kan menigeen vol spanning zingen
Vol verwachting klopt mij 't hart,
Of 'k een koek krijg of een gard.
Iedereen hoopt natuurlijk, dat hij
of zij er door zal komen, maar nu en
dan staat ex wel eens een verbaasd
over den gunstigen uitslag. „Dat ik
dat nog mag beleven", zuchtte er een,
toen hij hoorde, dat hij door zijn
eind-examen van de H. B. S. met
5-jarigon cursus was. Was hij er
inderdaad doorgetold, of taxeerde hij
zijn eigen bekwaamheden te laag
Wie zal het zeggen Zooveel is wel
zeker, dat de examinatoren, die ove
rigens toch ook menschen zijn, wel
wat door de vingers zien. Anders zou
de jongen, die op de vraag„hoe
heet de koning van Engeland ten
antwoord gafEdward, zeker ge
straald zijn.
Als merkwaardigheid wordt meege
deeld, dat uit één familie vier kinde
ren. van 15, 16,. 18 en 19 jaar, eind
examen hebben gedaan en op den
Jongste na, allen zijn geslaagd. Ik
bied bij deze den niet geslaagde mijn
oprechten geluk wensch aan. Op zijn
leeftijd kon men niet rijp wezen voor
dat examen en ik hoop van harte, dat
hij op zijn zestiende jaar óók niet
slaagt Alles moet zijn tijd van ont
wikkeling hebben en die overvlugge
studie wreekt zich, misschien pas
later, maar in elk geval zeker. Het
meisje van zestien, dat wel geslaagd
ls. verdient ons medelijden. Wat
moet het kind met dat diploma doen
Verder rennen door het land der we
tenschap Ach, laat het liever spelen
naar haar leeftijd, zwemmen, ten
nissen, opdat het later naar de kin
derjaren terug kan zien als op eene
periode van onbezorgd geluk.
De ernst van het leven komt gauw
genoeg, we behoeven dien niet vóór
den tijd te wenken, dat hij zich toch
haast.
Ik heb een jongmensch gekend, die
het gymnasium doordraafde, toen do
academie doorgaloppeende en mei-s
ter voor zijn naam schreef, op een
leeftijd, sis een ander nog ln de kin
derjaren is.
Wat er van hem geworden is
Niets. In de practijk was hij onbruik
baar, kende het leven niet, had er
nooit iets van begrepen. H:. wist al
leen van boeken
Maar het leven is geen boekenkast,
het leven eischt bekwaamheid e u
geschiktheid samen. Welnu,1
yan die laatste eigenschap blijven de*
ze jong-knappe stumpers verstoken.
Maar ik wil niet met een droevig
geval eindigen.
We worden in de courant tegen
woordig opgewekt tot het stoken van
allerlei soorten anthraciet.
„Stookt A raadt de een. „Neen,
stookt B 1", roept de ander. „Wei
neen, stookt C 1" lokt de dorde.
En wij, wat doen we We stoken
geen van drieën, want de zon is Ln
deze dagen onze groote warmtebron.
Het is. alsof je 's winters toevallig,
in een zwemschool komt en daar da
aansporing leest„draagt de bad-
costuums von X. 1"
Brrrrr 1