NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang. No. 8334
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, donderdag 25 augustus i9io b
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENTIÈN:
per °R,E maanden: JSWü ^an 1—5 re6els 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cis. Buiten het Arrondissement
voor Maarietn J 1-aj 1 Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per reeeL
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der BlJ Abonnement aanzienlijk rabat. P 8
gemeente) J-j?" Advertentiön van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing*
Franco per post door Nederland„1.65 &J"TK f 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. 8 P Posing,
Afzonderlijke nummers0.02^ V ktfSi-zföJwfï® V
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37H Jjf Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEROBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaame 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78. Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
Ho. 1192.
Nabetrachting van den
Gemeenteraad.
^ooals te voorzien was, hadden de
heeren Middelkoop c. s. urgentie ge
vraagd voor hun voorstel, om ter on
derzoek van het voorstel van B. en W.
betreffende de loonregeling der ge
meente-werklieden en de daartegen
ingekomen bezwaren, een Raadscom
missie te benoemen. Al dadelijk ver
klaarde de voorzitter, dat B. en W.
door dit voorstel verrast waren, het
geen in de terminologie van de Raads
zaal zeggen wilonaangenaam ge
troffen. Zoo zelfs, dat de voorzitter
vergat, overeenkomstig het reglement
van orde. den Raad gelegenheid te
geven zich over die urgentie uit te
spreken, een omissie waarop de heer
Krelage de aandacht vestigde. Toen
zaten we evenwel al midden in de dis
cussie.
De burgemeester was van oordeel,
dat de Raad door de benoeming van
deze Raadscommissie het domein zou
betreden van B. en W., aan wie im
mers het ontwerpen van de loonrege
ling was opgedragen en haalde daar
bij Opponheim aan. Natuurlijk was
het de bedoeling van het College ge
weest, om de verschillende adressen
in behandeling te nemen en daarover
de adviezen in te winnen van de hoof
den der verschillende takken van
dienst. Wijzende op den Amsterdam-
schen gemeenteraad, die indertijd tot
een dergelijke Commissie besloten,
maar dat besluit spoedig weer inge
trokken heeft, gaf spreker in overwe
ging B. en W. op te dragen, prae-
advies over het voorstel-Middelkoop
c. s. uit te breugen en wees daarbij
nog een anderen, z. i. beteren weg,
namelijk de zaak in de afdeelingen
te behandelen.
De heer Middelkoop, uamens
de voorstellers het woord voerende,
betwistte dat de Raad zich ging bege
ven op het terrein van B. en W., ver
klaarde dat dezen liever amendemen
ten zouden hebben ingediend, maar
zich daartoe niet voldoende ingelicht
achtten en betoogde, dat behandeling
in de afdeelingen te veel tijd zou kos
ten. Deze laatste opmerking was bij
uitstek zwak. Integendeel houd ik
behandeling in de afdeelingen voor
veel sneller, dan door een Raadscom
missie. waarbij het al buitengewoon
moeilijk is. alle leden bijeen te krij
gen. Hoelang zoo'n onderzoek duren
kan, is ons bij ervaring bekend.
Het debat duurde niet lang. De
heer De Braai verklaarde zich voor
een Raadscommissie, de heer Ivleij-
nenberg voor afdeeliugsonderzoek en
de voorzitter repliceerde. Daarmee
was het, eenigszius tot mijn verwon
dering, uit. En de burgemeester op
perde de veronderstelling, dat het
voorstel tot behandeling in de afdee
lingen de verste strekking had en dus
het eerst in stemming zou komen. Nu
is het in zoodanig geval altijd bijzon
der moeilijk, uit te maken, wat de
verste strekking heeftgewoonlijk
kont ieder die eigenschap toe aan het
voorstel, dat hem het meest toelacht
en het is inderdaad meer dan een
quaestie van vorm alleen, omdat het
eerste voorstel altijd de beste kansen
heeft, om aangenomen te worden.
Maar de heeren Middelkoop c. s.
aanvaardden de prioriteit van het
aan hun oordeel vijandige denkbeeld
en met 15 tegen 7 stemmen werd tot
behandeling in de afdeelingen beslo
ten. De eemge, die de voorstellers
steunde, was de heer Winkler en Ik
heb mij afgevraagd, of hij zich niet
vergiste.
Hierop volgde een eenigszins komie
ke gedachtenwisseling. Een advies
van B. en W. op het voorstel was nu
natuurlijk niet meer noodig, maar
hoe stond het met het voorstel zelf
Trekken de heeren het in woeg de
heer Loosjes. Daar dachten ze niet
aan. Maar dat het door de pas geval
len beslissing op den achtergrond ge
komen was, voelde iedereen duidelijk.
Ten slotte werd dit er op gevonden,
dat het opnieuw zal worden inge
diend, wanneer de behandeling in de
afdeelingen niet voldoende licht ople
vert.
Natuurlijk is dit een doekje voor
het bloeden, want wanneer in de af-
deeling niet genoeg licht opgaat, kan
om meer gevraagd worden. Do Raad
heeft deze verlichting dus zelf in
handen, kan ook verlangen, dat de
hoofden der takken van dienst over
verschillende punten adviseeren,
trouwens B. en W. zullen niet afwach
ten, dat dit verlangen wordt uitge
sproken, maar zelf wel in de afdee
lingen de meest uitgebreide toelich
ting geven. Practisch komt het dus
hierop neer, dat het dagelij ksch be
stuur zijn praeadvies op de ingedien
de bezwaren niet eerst in de openba
re Raadsvergadering, maar in de af
deelingen indient, waarvan zooals
men weet de vergaderingen niet pu
bliek zijn. Dit is van het voorstel der
zes Raadsleden, die krachtens hun
politieke richting voorstanders zijn
van openbare discussie, het eenigs
zins eigeuaardige resultaat.
Bekijk ik de zaak niet verkeerd, dan
Ligt de reden van het verzet van B.
en W. tegen de instelling der Raads
commissie juist hierin, dat deze de
bevoegdheid zou hebben de hoofd
ambtenaren te hooren. Daartegen
heeft het College een zeer beslist prin
cipieel bezwaar, zich stellende op dit
standpunt, dat deze ambtenaren B. en
W. inlichten en dat B. en W. voor
lichting geven aan den Raad. Niet
voor niets is indertijd bepaald, dat
de ambtenaren geen information aan
Raadsleden zouden verstrekken. En
Wanneer B. en W. nu maar mild zijn
in het geven van inlichtingen in de
afdeelingen, dan loopt de zaak toch
goed en kan wat van niet geringe
beteekenis is ook spoedig haar
beslag krWen.
Ik moet erkennen, dat ik verbaasd
heb gestaan over de nagenoeg abso
lute afwezigheid \an steun aan het
voorstel-Middelkoop c. s. door de an
dere leden. In een korte beschouwing
in een vorig nummer is de eenzijdige
samenstelling van het half dozijn
voorstellers afgekeurd welnu, ik
meen in de beslissing van den Raad
een bevestiging van die afkeuring te
zien. De meerderheid heeft niet ge
wild, dat deze zaak een politiek tintje,
welk ook, krijgen zou. Mij is meege
deeld, dat bovenbedoelde beschouwing
ons kwalijk is genomen. Ik kan het
niet helpen. Zelfs do schijn van ver
deeling naar partijen dient in den
Raad te worden vermeden. Overigens
heb ik een te goede gedachte van het
gezond verstand der bedoelde Raads
leden, dan dat ik zou willen aanne
men, dat zij een openhartig woord
van*critiek euvel zullen duiden. Wil
len zij dat toch doen, hel zij zoo, ik
kan het niet iedereen naar den zin
maken en streef daarnaar ook niet.
Waarschijnlijk hebben zij nu wel be
grepen (er zijn een paar jonge'Raads
leden onder) dat diplomatie ook in
den Raad noodig en groepsgewijs op
treden voor het behalen van succes
in beletsel is.
Dit punt was het eonige in de
Raadsvergadering van Woensdag, dat
ter nabetrachting geschikt is.
Andere onderwerpen van beteeke
nis werden in deze vergadering niet
behandeld. Tot toelating van den
heer Wilkens werd besloten, zoodat
hij in de volgende bijeenkomst den
Raad voltallig zal kunnen maken.
Aangehouden werd het technisch
plan van de tramlijnen der Holland-
sche Spoor, naar ik hoor om de geldi
ge reden, dat het er nog niet is en
voor de rest was de vergadering ge-
ijd aan de afhandeling van ettelij
ke kleine zaken' en een groot aantal
benoemingen.
De merkwaardigste daarvan was
de benoeming van R. Soetan Casajan-
gan Soripada tot leeraar in de Ma-
teisdhe taal aan de H. B. S. met 3-j.
c. en de handelsschool. De heer Soe
tan is, zooals mijn lezers zich zullen
herinneren, een afstammeling van
een vorstelijke Indische familie, hij
heeft lang te Haarlem gewoond en
deed daar examen voor onderwijzer.
Als ik het goed weet, geeft hij ook te
Rotterdam les in het Maleisch. Het zal
hem aangenaam zijn, dat ook in
Haarlem te kunnen doen, zooals wij
het toejuichen, dat de gelegenheid om
deze taal te leeren, hier geopend is.
Ziedaar een eisch van practijk, die
later aan velen onzer jongelui gesteld
zal worden.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Het bericht, dat
zal krijgen, is onjuist. De oud-
minister Lovland, te Christiania, die
Z. M. candidaat gesteld zou hebben,
heeft di'- officieel laten tegenspreken.
Deze tegenspraak komt voor ons
niet onverwacht Reeds gisteren we
zen we op de ongerijmdheid, om een
vrede sprijs aan iemand toe te wil
len kennen, die een oorlog voorkomen
heeft, door met een nóg grooteren
oorlog te dreigen.
Dat DuitscliJand's keizer ook niet
bijzonder veei op heeft met een eut-
wapening der volken, is wel op te
maken uit
EEN REDE VAN WILHELM,
gisteren bij een gala-diner, tijdens de
feesten te Koningsbergen, gehouden.
„Het is 31 jaar geleden, dat ik hier,
als jong luitenant, onder Wilhelm
den Groote voor het eerst deelnam
aan een keizersmanoeuvre. De groo
te, thans overleden Keizer is tot ei u
historische heldenfiguur geworden,
van wien de sagen reeds verhalen.
Hat legercorps heeft mij getoond, dot
hel zich ten volle bewust is van zijn
traditie.
De aanblik van de 14.000 reservisten
en veteranen riep hetgeen het corps
in de jongste oorlogen presteerde
duidelijk in de herinnering terug, en
ik ben stellig overtuigd, dat het le-
gércorps, wanneer het vaderland
roept, zijn plicht zal doen evengoed
als het eerste legercorps onder mij
nen grootvader."
Bijzondere beteekenis heeft deze re
de natuurlijk niet. Het is immers al
gemeen bekend, dat keizer Wilhelm
een militair in hart en nieren is. Zijn
zoon, de kroonprins, aardt naar den
vader. Gisteren heeft deze, ook te Ko
ningsbergen, appèl gehouden over
7000 oudgedienden.
Het blijken dus wel sterk getinte
militaire feesten in Koningsbergen te
zijn
Iets meer beteekenis hebben de re
devoeringen. die bij
DE MONTENEGRUNSCHE KRO-
NINGSFEESTEN
gehouden werden, maar ook daar
vindt men wel mooie hoogdravende
woorden in de toasten, hoewel ze
eigenlijk toch niet veelzeggend zijn.
Aan het middagmaal ter eere van
den Itaiiaanschen koning, hield vorst
Nikolaas gisteren een rede, waarin
hij constateerde, dat de tegenwoordi
ge belangen van Italië die" van Mon
tenegro raken.
De Italiuaiische koning betuigde
zijn dank en sprak de beste wenschen
uit voor liet dappere Monteuegrijn-
sehe volk. a
Ook Servië geeft blijk van de Monte-
ncgrijnsche vriendschap. De kroon
prins Alexander gaat morgen naar
Cettinje. Hij zal den nieuwen koning
een brief van Koning Peter overhan
digen, waarin deze Nikolaas geluk-
wcnscht met diens regeerings jubi
leum en zijn aanstaande verheffing
tot koning.
Zal de onderscheiding, aan Monte
negro verleend, de rust in den Bal
kan bevorderen
We hopen het natuurlijk, maar vin
den voor zoo'n blijde verwachting
eigenlijk weinig grond. Voorloopig
hangt de rust in den Balkan af vau
de houding van Kreta en in het bij
zonder vau Griekenland.
Dezer dagen hebben er
plaats gehad, die wel van beteekenis
zijn voor den loop der Balkan-zaken.
De verkiezingen hebben nu al ge
toond, dat er in het partijleven van
Griekenland een algeheele ommekeer
is gekomen. Al wat zich in den laat-
sten tijd bij hei volk aan ontevreden
heid en verbittering heeft opgehoopt,
komt nu tot uiting. De partijen van
Theotokis en Rallis hebben dan ook
afgedaan.
De man van den nieuwen tijd is
Veniselos. Ook zijn tegenstanders er
kennen de beteekenis van zijn verkie
zing, namelijk die van een volksuit
spraak ten gunste van een algeméene
hervorming van staat en parlement.
Veniselos heeft gezegd, dat hij zoo
spoedig mogelijk zijn ambt dis presi
dent van Kreta zou neerleggen en als
Helleensch staatsburger hel mandaat
voor de Grieksche Kamer aannemen.
Uit Konstontinopel wordt gemeld,
dat Turkije zijn best doet, zich de ver
kiezing van den Kretenser Veniselos
niet aan te trekken. Hij komt uit den
Piraeus en is dus van huis uit
Grieksch staatsburger, zegt men. 11 ij
kan dus in de Grieksche Kamer ver
kozen worden, als hij zijn ambt op
Kreta neerlegt.
Dat is alles goed en weL Toch heb-
ben de verkiezingen meer beteekenis.
Algemeen wordt er in gezocht, dat de
nieuwe nationalistische partij onder
Veniselos zal aansturen op een aan
sluiting van Kreta. Waar zoo'n poli
tiek toe leiden zou, 'aat zich gissen.
Turkije zal het is door ie macht
hebbers in Konstantinopel herhaalde
lijk gezegd er in het uiterste ge
val zeker niet voor terugdeinzen om
met de wapens de rechten op Kreta
•.gen de Grieken te
Japan heeft met
DE ANNEXATIE VAN KOREA
oorloopig minder teg
tekst van de overeen:
nexatie van Korea, is gisteren te To
kio aan de vertegenwoordigers der
mogendheden medegedeeld.
De proclamatie wordt den 29sten of
den 30sten dezer maarid verwacht.
Een telegram uit Seoul, de hoofd
stad van Korea, verzekert, dat daar
het gerucht loopt, dat de keizer vnn
Korea is afgetreden. Dit bericht be-
teekent met veelhet blijft immers
lood om oud ijzer, of Z. M. vrijwillig
aftreedt, of door de Japanners uit
ziju macht ontzet wordt. Aftreden
moet hij in elk geval
Uit Londen wordt gemeld, dat do
Britsche regeering in kennis gesteld
is met de voorgenomen inlijving van
Korea, en dat zij uit een staatkundig
oogpunt, daartegen geen bezwaren
heeft.
Over den invloed, dien genoemde
wijziging op den handel zal uitoefe
nen, is van gedachten gewisseld er
kou daaromtrent evenwei geen be
paalde verklaring worden afgelegd,
alvorens de voorwaarden van de ui-
lijving bekend zijn gemaakt.
zijn voor een belangrijk deel bijge
legd. President Taft heeft de politieke
kuiperijen, die ten doei hebben hem
en Roosevelt van elkaar te vervreem
den, aan de kaak gesteld.
Vice-president Sherman wordt aan
gewezen als de aanstoker van do
twisten, want hij wordt beschuldigd,
een telegram van Taft onderschopt to
hebben en zoo de nederlaag van Roo
sevelt in de republikeinsche conven
tie in den staat New-York veroor
zaakt te hebben.
De Temps", die een artikel wijdt
aan den politieken toestand der Ver-
eenigde Staten, zegt over de verhou=
ding van Taft tot Roosevelt o. m.
Taft is slechts tot het presidentschap
gekomen op aanwijzing van Roose
velt, zijn voorganger. Roosevelt heeft
Taft uitgevonden zooals Waldeck
Rousseau Combes. Het verloop is m
beide gevallen niet geheel hetzelfde
geweest, maar beide hebben dit ge
meen, dat voorganger en opvolger
moeite hebben elkaar te verstaan.
Roosevelt is een te sterk-uilgesproken
persoonlijkheid om zich te buigen nl9
zijn denkbeelden verzet ondervinden.
Hij is bijzonder populair, juist omdat
hij zoo bij uitstek de deugden en ge
breken van den Amerikaan vertoont.
Taft daarentegen staat niet zoo bij de
openbare meening in de gunst als
twee jaar geleden. Men is zeer streng
jegens hem geweest, door hem al
heel spoedig te verwijten' zijn pro
gram niet uitgevoerd te hebben. Aan
den anderen kant heeft hij de onhan
digheid begaan toe te laten, dat
Knox in internationale quaesties een
paar onhandigheden begaan heeft
Ten slotte, rond Roosevelt en laft,
die zonder eenigen twijfel eerlijk op
het vermijden wan een breuk uit zijn,
zijn hun beider omgevingen als ge
woonlijk vuriger dan de hoofden zelf
en ook thans werpen ze olie op het
vuur.
Binnenkort is weer een scherpe
politieke strijd in de Vereenigde la
ten te verwachten, n.l. over
Tijdens den aanstaanden veldtocht
voor do Congres-verkiezingen zal pre
sident Taft een nieuwe herziening
van het tarief voorbereiden. Lij zal
het congres aanraden de verschillen
de hoofdstukken van de tariefwet af
zonderlek te bespreken. De nieuwe
herziening zal gebaseerd zijn op -je
verklaringen der tanefcommissie, om
trent de productiekosten in de Veree
nigde Staten en in het buitenland.
Aan den Amerikaanschen producent
zal slechts een billijk voordeel wor
den toegestaan drukkende i .chten
zuilen niet langer worden geduid.
Zooals men weet is thans de
REVOLUTIE IN NICARAGUA
bedwongen, doordat de revolutionai
ren hebben overwonnen.
Generaal Estrada, de zegevierende
aanvoerder der opstandelingen, heeft
aan den Amerikaanschen minister
van buitenlandsche zaken gesem 1,
dat hij den Amerikanen welgezind is
en gaarne bereid is oiu de, zoolang
reeds verlangde, verontschuldigingen
aan te bieden voor de terechtstelling
van twee Amerikanen op last van den
vroegeren president Zelaya.
Uit Managua wordt gemeld, iat
generaal Estrada reeds tot voorloopig
president der republiek is uitgeroe
pen, evenwel onder de bepaling, dat
hij binnen zes maanden officieel ge
kozen moet worden.
Nog altijd woeden
DE BOSCHBRANDEN IN AMERIKA
met vreeselijke kracht voort, dag aan
dag meer slachtoffers eischend.
De Amerikaansche bladen bevatten
lange verhalen over de ellende, die
de ramp over de bewoners van ecu
welvarende streek heeft gebracht,
maar tevens hartverheffende berich
ten over daden van heerlfjken hel
denmoed.
Een enkel voorbeeld De mannelij
ke bevolkmg van het kleine plaatsje
Elk City was uitgetogen naar do bos-
schen, om te trachten het vuur tot
staan te brengen. Maar terwijl de
vrouwen alleen in de stad waren was
het, tengevolge van den wind, o ik
FEUILLETON
jfcc,
Naar het Engelsch
door
CHARLES GAR VICE.
De eerste brief was heel kort, de
laatste nog korter, en bestond slechts
uit enkelo regels
„Waarde Mr. Graham, zij dacht
er even over om hem aan te spreken
met „Beste Eliot". maar besloot zich
aan het eerste te houden. Ik hoop,
dat u nu al lang weet, dat ik werd
opgepikt nadat de „Happy Lucy" in
den grond werd geboord, en ik hoop,
dat u ook gehoord heeft, dat kapitein
Marks gered werd. Ik ga nu naar
Londen, eu zal trachten daar werk te
krijgen." Zij hield even op met
haar hoofd iu de hand gesteund en
gefronslo wenkbrauwen. Zij wilde
hem zoo gruag vragen haar te melden
of kapitein Marks gevonden was
maar zij durfde niet, want dan moest
zij hem haar adres opgeven en als zij
hem dat van Mr. Benson gaf, den man
naar wien zij dacht te gaan, dan zou
het hem gemakkelijk vallen haar op
te sporen. Zuchtend maakte zij een
einde aan den brief met de woorden
„Ik hoop, dat u zich niet ongerust
heeft gemaakt over mij. Ik was heel
gelukkig cp het eiland. Ik zal mijn
vrienden daar nooit vergeten.
Uw zeer toegenegen
CYRIL MERTON."
Vóórdat hij dien avond naar bed
ging maakte de kapitein rapport van
ziju vondst van den jongen, Cyril
Morton, aan de reetlers van do „Ara-
minla". Hij schreef ook nog een an
deren brief met het verhaal hoe hij
een Jongen gevonden had, dat hij
hem naar Londen bracht en dat hij
hem naar eenige vrienden zou sturen
die hij daar had. Dezen brief schreef
de kapitein, hij was daarbij trotsch
op zijn slimheid, aan Mr. Merton.
Lonaway-eiland, North Devon.
Ziezoo, zei hij tot zichzelf, als de
jongen om een of andere reden niet
schrijft hij draagt een of ander go
heiui uiet zich om is misschien vau
huis weggeloopen dan zullen zijn
familieleden ten minste weten dat hij
gezond en wei is. In eik geval heb ik
nu mijn plicht gedaan.
HOOFDSTUK XXVL
Alleen in Londen.
Den volgenden dag ging de „Ara-
minta" in de dokken voor anker. Ka
pitein Bulier wilde niet, dat Nora de
stad in ging vóórdat hij zelf gelegen
heid had met haar moe te gaan maar
nadat hij wist, dat het schip veilig en
wel voor anker lag, en Nora afscheid
had genomen van den stuurman en
de matrozen, vergezelde de kapitein
haar naar het station.
Je weet toch wel zeker, dat je
terecht zult komen, mijn'jongen zei
hij een beetje angstig. Ik zou zoo
graag met je mee willen gaan, om te
weten, dat je veilig en wel ergens was
aangeland; maar ik kan de „Aramln-
ta" vandaag of morgen om zoo'n re
den niet verlaten. De lading is klaar
en ik moet ze innemen. Wat dat
bankbiljet van zestig gulden betreft..
Nora verzekerde hem. dat zij het
niet noodig had, en bedankte hem
weer voor al zijn vriendelijkheid te
genover haar.
Dat is niets, zei hij, met een
handgebaar. Ik zou je zoo graag aan
boord houden, maar het leven zou te
ruw voor je zijn. Je bent een flinke
jengen, en je zult je weg wel vinden
in de wereld en het zeemansleven is
een ongelukkig bestaan. Heb je de
brieven bii je Hier is een brieven
bus steek ze er nu in.
Toen het oogenblik van scheiden
kwam, trof Nora zijn tegenzin om af
scheid van haar to nemen zoo zeer,
dat zij* groote moeite had haar tra
nen in te houden en toen hij haar
goed en wel in den trein gebracht had.
hing hij over het portier allerlei uit
roepen van goedhartigheid en aan
moediging mompelend.
Nora voelde zich heel eenzaam,
toen zij hem uit het oog verloorzij
scheen wel altijd haar vrienden te
moeten verliezen. Het vreemde en
nieuwe van haar omgeving bracht er
noc meer toe bij, om haar een gevoel
van eenzaamheid te geven, en zij ver-
lungde er naar, cm op het kantoor
van Mr. Benson aan te komen, dien
zij wilde opzoeken. Het kantoor was
in de City Nora stapte uit aan het
drukke station, en voelde zich dade
lijk overstelpt door alles wat haar
omringde. liet was haar eerste ken
nismaking met Lenden en zij had
zich nooit voorgesteld, dat het zoo'n
uitgestrekte stad zou zijn met zooveel
monschen on vertier. Zij vroeg
aan een politie-ugent den weg, die
haar vriendelijk aanraadde iu een
cmnibus te stappen en haar zelfs hielp
dat zij de verkeerde niet nam. terwijl
hij den conducteur vertelde, waar hij
voor haar moest stoppen maar toen
zij uit de bus stapte, had zij een ge
voel of de moeilijkheden des te groo-
ter waren geworden en zij stond
aan den rand van het trottoir en keek
met verbazing naar de reusachtige ge
bouwen en de zich steeds voortspoe
dende menigte.
Na eenig vragen echter slaagde zij
er in den weg te vinden naar het kan
toor, dat zij zocht. Zij klom drie trap
pen op en kwant toen bij een deur,
waarop de naam van den man ge
drukt stond maar de deur was ge
sleten en er volgde geen antwoord op
haar tfedeesd tikje. Terwijl zij daar
stond to wachten, holde er een jongen
uit een kantoorlokaal aan den ande
ren kant van het portaal met zoo n
vaart, dat hij Nora bijna omver liep.
Halio zei hij verontwaardigd,
wat kom jij hier uitvoeren'? Waarom
sta je mij hier zoo in den weg?
Het spijt mij, zei Nora. Ik wou
Mr. Benson spreken. Woont hij hier?
Dat is een goede mop merkte de
jongen op. Wel neen, niemand woont
hier. En Benson doet zelfs hier geen
zaken. Hij is weg.
Weg zei Nora verschrikt.
Ja; geheel weg; vriendje i zei
de jongen laconiek, en het volgena
oogenblik gleed hij de trappen af mot
een haast of zijn leven er van afhing,
om in een bepaalden tijd beneden aan
te komen
Nora stónd als door den donder ge
troffen. Zü had plan gehad om aan
dien Mr. Benson te vragen haar te
helpen een betrekking te vinden en
zij had juist haar oog op hem geves
tigd, omdat hij niet wist van haar be
staan zij had altijd aan hem ge
schreven lu naam van haar vader
en er was niemand anders tot wien
zij gaan kon, zonder gevaar van ont
dekt te worden. Deze onverwachte
hinderpaal bracht haar bijna tot wan
hoop en zij stond daar op het por
taal, niet wetend wat zij nu zou doen.
Zij ging langzaam de trap af en
liep de straat op, den kant van West
End uit. Eeu eerste kennismaking
met Londen is voor de meeste men-
scben overrompelendNora gaf het
een gevoel van verwarring en schrik,
dat haar dreigde te vernietigen. Het
geluid van al dat praten, het lawaai
\an de rijtuigen, het schreeuwen van
de conducteurs der omnibussen,
maakte haar bijna doofen zij vroeg
zich af hoe iemand in zoo'n stad en
onder zulke omstandigheden kon
voortleven.
Na een poosje kreeg zij honger,
maar zij durfde letterlijk geen dier
outeibare restaurants binnen te guan;
zij zagen er allemaal oven weelderig
en duur uit.
Om aan al die drukte en dat lawaai
te ontsnappen ging zij een der zijstia-
ten rechts san het Strand in, en kwam
heel gauw dicht bij Holborn aan een
eenvoudig koffiehuis, waar zij een kop
thee bestelde eu wat brood en boter;
en een beetje gesterkt door dit eenvou
dig maal, zette zij haar doellooze
wandeling voort.
(Wordt vervolgd).