HAARLEM'S DAGBLAD. ™S5Süf_ OM ONS HEEN No. 1193. Berinnering aan san barrière Donderdag 8 September hoopt een Eeinhuiswachter van de Hollandsche Spoor den dag te herdenken, dat hij vijf en twintig jaar bij de maatschap pij in dienst is. Op zichzelf is dat zoo heel bijzonder niet. In een stad als Haarlem, waar zooveel beambten van de maatschap pij aan het werk zijn, komen jubilea telkens voor. we kunnen gerust zeg gen, dat er geen maand zonder jubi leum voorbij gaat. Het merkwaardi ge van dozen gedenkdag is evenwel, dat hij ons in 't geheugen terug zal roepen al db ellende, die we jaren lang hebben geleden, voor een belet sel op ons levenspad, voor de barriè re aan den Kruisweg. Weten mijn lezers het nog Zoo snel leven we, dat het noodig is, even de oogeu te sluiten, om het beeld van den tegen woord igen onderdoorgang te verjagen en daarvoor in de plaats te stellen de gedachte aan den slagboom, die ons jarenlang zoo dikwijls den weg versperd heeft. Hoe vaak wou niet het toeval, dat we de boomen neergelaten vonden, juist wanneer w ij er wilden passeeren, of dat wet naderende, het belletje hoorden en, in den draf overgaande, precies vroeg genoeg kwamen, om te zien, dat de hatelijke houten masten juist waren gedaald. Dan was 't consignewachten. Hoelang, hing van den dienst af. Soms éen minuut, soms drie, ook wel tien. Eu als de overwegwachter niet genade voor recht had laten gelden en de boomen eens voor een oogen- blik geopend had, zoodat de zuider- drom naar het noorden en de noor- 'derdrom naar het zuiden kon trek ken, dan zou er nog meer gemopperd zijn, dan we al deden. Ja, die rijen steenen achter de 3lagbooinen zijn ware plaatsen des pruttelens, ver gaarbakken van ontevredenheid ge weest. Daar werd de gulden regel van het geduld, dat zulk een schoone zaak js, dagelijks met voelen getreden en 'de wijze raad, om te dragen wat niet te veranderen is, in den wind gesla gen. Wanneer aan bestuurders van de Hollandsche Spoor en van de gemeen te Haarlem overkomen was, wat hun daar \yerd toegewenscht, dan zou niet één het overleefd hebben. Ja, in regen en wind, in sneeuw jacht, hagel, storm, onweer en bran dende zon, maar de laatste het minst, hebben we gehunkerd vóór de geslo ten slagboomen en zijn daarna opeen sukkeldrafje met andore lijders den overweg gepasseerd, 't Was maar het verstandigste voor wie er wachten moest, om ergens in de buurt een muur te zoeken, om tégen te leu nen en dan aan heel wat anders te denkeu. Zoo ging de tijd althans on gemerkt voorbij en kwam het belletje, dat de heropening van den overweg aankondigde, nog vroeg. Wie zijn ge duld verloor, was zelf zijn ergste vij and. Ik weet van iemand, die later raadslid werd en nu al dood en ver geten is, die op zekeren avond met zijn rijtuig van zijn huis op het Sta- tenbolwerk naar den schouwburg aan den Jansweg rijden wou. Hij vond den slagboom van den Jansweg gesloten, verkoos niet te wachten en gaf den koetsier last, naar den Kruisweg te Tijden. Daar daalden juist de boomen neer. Terug naar den Jansweg. „Als je oven gewacht had zei daar de wachter. Nu waren ze wéér dicht- 't Is een verhaal als een nachtmerrie, maar waar gebeurd. Ik hoop, dat de .ingeduldige schouwburgbezoeker ten slotte nog op tijd gekomen is. Het ligt voor de hand, dat de over wegwachter in die dagen een belang rijke rol speelde en daarom vertel ik hier dan ook, dat J. do Vries, Botha- straat 109, den 8sten September zal herdenken, hoe hij 25 jaar de Holl. Spoor hooft gediend, waarvan 21 ter bewaking van' den overweg bij den Kruisweg. Hoe hij uit het koffiehuis te Hoofddorp, dat zijn vader bestuur de, bij de spoor kwam, weet ik niet, maar het contrast tusschen de stille Meer on den drukken overweg moet wel groot zijn geweest. Vooral in 't begin, toen de dienst als regel duur de van 's morgens zes tot 's nachts twaalf, met anderhalf uur schafttijd, een enkelen maal van 66, dat wil zeggen 24 uur, met dienzelfdcn rust tijd. De verdienste was toen overeen komstig (want lange werktijd en laag loon zijn altijd een tweeling geweest) f 1.20 daags. Spoedig werd dat hooger welke ontzaglijke verbetering de Holl. Spoor allengs daarin, gebracht heeft, kon hieruit blijken, dat De Vries als seinhuiswachter nu f 16. verdient, bij oen werkduur van 10 uur daags. Maar ik vermoed, dat er in vroeger jaren vuu 't publiek wel eens wat overschoot, dat hem in de eenzaam heid van het seinhuis niet meer he reiken kan. Hij moet er dan ook wat mee te stellen hebben gehad, met dat onge duld! van 't publiek. Vooral van de abonnés op de spoor, die juist wan neer ze vlak bijwoonden, altijd op 't nippertje kwamen, ja er zoo geraffi neerd op waren uitgeslapen, dat ze pas uit hun bed stapton, wanneer ze hun trein te Santpoort zagen vertrek ken. Do Vries stond altijd maar met het horloge in de hand, rekende uit wat het nog lijden kon, vóórdat hij de boomon definitief neerliet en had overigens werk genoeg, met aan zijn en de kost te geven, opdat er geen onheilen zouden gebeuren. Hij vertelt wel graag, dat hij een aannemer hier de stad het leven heeft gered, waar van de man nog Iaat ons hopen dankbaar goniet. Als tegenhanger kunnen dan twee dames dionst doen, die in haar ongeluk geloopen zouden zijn, wanneer hij ze niet met geweld had tegengehouden. Dat hij voor een scheur, die in dé japon ontstond, nog een standje kreeg, schijnt minder re delijk. In al die jaren is evenwel niemand van het publiek op den overweg van den Kruisweg omgekomen en dat zegt heelwat bij een verkeer, waaronder eenige honderde kinderen waren be grepen. die dagelijks tweemaal heen terug moesten, om naar school te gaan. Aan incidenten, aan ongeluk ken, die bijna voorvielen, heeft het natuurlijk niet ontbroken. Eens reed er een auto met vaart tegen den ge sloten boom, gelükkig zette hij dade lijk achteruit, maar do boom was in- tusschen gesneuveld. Een anderen keer raakte een paard met den „stoot", die bij hot winterhoefbeslag hoort, tusschen de rails en viel, met den vischwagen achter zich aan en een trein van Zandvoort, die achter uit zette, vlak bij. Op 't laatste oogen- blik wist De Vries den machinist te doen remmen door zijn noodsignalen, die trouwens voor zulke gevallen vrij bescheiden waren een roode vlag bij dag en een roode lantaarn bij avond. Niet eens een fluit. Zijn eigen jongetje, dat hem koffie kwam brengen, heeft hij bij ©on der gelijke gelegenheid eens kunnen red den, een ding waar jo. dunkt me, nog lang naderhand een koude rilling van krijgt, als je bedenkt hoe het anders had kunnen loopen. En een ander be langrijk oogenblik is het volgende ge weest. Bij het Kenaupark werd geran geerd. Er stond een hevige wind. op eens klinkt luid geschreeuw van den kant van 't Kenaupark en De Vries begreep wat er gaande was, sloot de boomen en maakte den weg vrij weldra kwamen er wagens aanrollen, die door den wind in beweging waren gezet en eerst bij de spoorwegbrug tot staan konden worden gebracht. Soms was het publiek lastig, dreig de met handtastelijkheden. In jaar toen de Limburgers in de ce leriekazcrno lagen, wou een troepje den overweg over, wat Do Vries be lette omdat liet te laat was. Heflig gingen ze te keer en toen hij, uitwij kende voor den trein, bij den slag boom kwam, pakten ze hem beet en het zou zijn beste beurt niet geweest zijn, wanneer niet een rangeerder, bij wijze van argument, den belhamel met een lantaarn op zijn hoofd had geslagen, dat de kerel losliet Van het publiek, zei ik, is in al die jaren niemand omgekomen, maar meer dan een van 't personeel. Onder anderen op zekeren dag een rangeer der, die van de treeplank viel en bleef liggen. „Sta op", zolen ze tegen hem, maar hij Icon niet. Toen ze hem op hielpen, stuk.een stuk van zijn been door de broekspijp heen. De man huilde toen hij 't zag. En dan is er natuurlijk op den overweg menige hond gesneuveld. Toen do houten loopbrug kwam, werd het stiller. Die haast hadden klommen er over, maar toch bleef me nigeen nog wachten, omdat het zoo onplezierig is als de boom omhoog gaat, wanneer je net halverwege de brug was opgeklauterd. Of de men- schen ook opzien tegen een beetje meer inspanning, dan waarmee ze precies toe kunnen. Wat Do Vries uit Hoofddorp heeft meegebracht, is de kunst van biljar ten. Hij heeft, in Haarlem zijn tijd van roem gekend, maar die is voorbij. Biljarten en een gezin van twaalf kinderen zijn twee verschillende din gen en in een druk seinhuis is boven dien geen ruimte voor een biljart. Dit wenwel gezegd -in 't voorbijgaan ik heb - ~mocnd op het jubilë van De Vries de aandacht te mogen vesti gen, omdat het ons herinnert aan een periode van belemmering in 't ver keer, die gelukkig voorgoed voorbij is. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Elk jaar worden in alle landen, groote en kleine, millioenen en nóg eens millioenen uitgegeven voor het onderhouden on het telkens uitbrei den van de oorlogsvloot, 't Is hard geldde minister van financiën opent slechts met een zuur-zoet ge zicht de schatkist, tot bevrediging van de eischen, die zijn collega van ma rine heeft en de belasting-betaler zet een nóg zuurder gezicht, bij het ontvangen van zijn aanslagbiljet. Wanneer zal er aan dit opdrijven der uitgaven voor oorlogstoerustingen eens een einde komen Reeds meermalen hebben we van deze plaats zoo'n verzuchting doen hooren. Maar zuster Anna ziet nog altijd niets komen..... Als we vragen „wachter, wat is er van den nacht dam klinkt 't terug ik heb schaduwen van dingen gezien, die ik nog niet volkomen begrijp, maar ze wijzen zeker niet op beper king der oorlogsuitgaven. Inderdaad, er zijn eenige belangrij ke veranderingen op het terrein der oorlogswerktuigen te verwachten. Al lereerst heeft men de luchtvaart, die in de laatste jaren zeer groote vorde ringen heeft gemaakt Misschien zal ons nageslacht alleen nog lucht- oorlogsschepcu kennen, zoodal dun al alle z e e-oorlogsschepen voor oud roest verkocht zijn. De militaire autoriteiten houden met den voortgang der luchtvaart ze ker rekening. Toch zijn de vorderin gen in het vliegen en zweven nog niet zóóver gevorderd, dat men luchtsche pen in plaats van zeeschepen gaat bouwen. Neen, voorloopig wil mem den vlieger alleen nog slechts waar de toekennen als verkenner en over brenger van boodschappen. Voorts wordt gestudeerd Zoo niet méér, dan toch minstens even actueel is het vraagstuk van DE OLIE ALS BRANDSTOF OP OORLOGSSCHEPEN. Men weel, dal in Engeland en ook al in Duitschland de twee groote concurrenten van Europa 1 proe ven genomen worden met het aan wenden van olie als drijfkracht, zelfs worden er al schepen met olie-iuaclii- nes gebouwd. De proefnemingen zijn van veel ge- wiebt. Ais ze leiden tot den bouw dreadnoughts met olie als stooksel, dan zal de heele vioolbouw, in Enge land, zoo wol als elders, een omwente ling ondergaan, zóó groot, als er de vervanging van zeilschepen door stoomschepen geen Is geweest. Want de olie-machines zullen een groot deel van het machinekamer-personeel overbodig maken, bovendien de stook ruimte en haar tevolking en de groo te bergplaats voor steenkolen ophef fen. Een klein troepje bedieners der motors zal een groot oorlogsschip over de zeeën voeren. Thans wordt in eon machinefabriek te Neurenburg een Dieselmachine met vier cylinders voor 10.000 P.K. ge maakt. Twee zulke machines zouden samen al een linieschip kunnen voort bewegen. De Diesel-machine, ecno Duitsche uitvinding, gebruikt zware olie of petrolcum-hezinksel, onder hooge temperatuur op verschillende wijze verdampt- Wat zouden nu voor een oorlogs schip de voordooien zijn van olie machines? Deze machines zouden veel zuiniger in het gebruik zijn dan die met steenkolen worden gestookt, liet gewicht van de vloeibare brandstof zou slechts een vierde van dat van steenkolen bedragen. Wat er aan ruimte zou worden uitgespaard, is enorm. Geen rijen stoomketels meer, geen fornuizen, ireen kolenruimeu. De olie kan in bakken onder in het schip worden meegevoerd, en daar tegelijk als ballast dienen. Geen tremmers zouden er meer noodig zijn, om de steenkool gelijk verdeeld te houden en aan te voeren. Een pomp in beweging gesteld, zou voldoende wezen om do vloeibare brandstof bij de machine te brengen. Ook, de olie geeft geen rook, die de tegenwoordig heid van een schip aan den vijand verraadt. Een schip, mot de olie-machines toegerust, zou dus met dezelfde ton- nenmaat meer of zwaarder kanonnon kunnen voeren, aangezien er op brandstof en machines veel gewicht is uitgespaard. Geen schoorsteenen be lemmeren dc kanonnen. Tusschcndeks zal er veel meer ruimte voor de be manning zijn. Dc smoorhitte van de stookplaats is verdwenen. Er zullen de helft meer mannen beschikbaar zijn voor het gevecht, of, indien er geen kanonniers en matrozen meer noodig zijn, kan de bemanning ver minderd worden. Gebeurt er een on geluk in het gevecht, dan is het aan tel mannen, dut ten doodo gedoemd is, veel kleiner dan nu. De schepen kunnen niet minderwaardig worden door het verlies van schoorsteenen, als nu, wanneer ze weggeschoten zijn. Ook zullen de schepen een kleiner trefvlak bieden, cn de machines zóó diep liggen, dat dc kans op vernieling door een granaat veel minder wordt Een voordeel is het ook, dat het langdurige en vuile kolen laden ver valt De brandstoi wordt ingepompt. Eén tankstoomsciüp kan een heele vloot van brandstof voorzien, en kan schip helpen, terwijl het met vol le kracht blijft stoomen. De schepen behoeven niet, om ten allen tijde zee te kunnen kiezen, weken lang onder stoom te liggen. Enkele minuten zul len voldoende zijn, om de noodige stuwkracht te verwekken. En het is ook best mogelijk, dat er veel groo- tere snelheid wordt bereikt dan nu met steenkool als brandstof. Dit rijn nog wel allemaal toekomst- droomen, maar de oliemachines heb ben reeds groote vorderingen ge maakt. Bij de Engelsche vloot zijn er al torpedobooten, die olie stoken, en in de koopvaardijvloot is er ook al menig schip, dat daardoor wordt voortbewogen. Da toekomst is blijkbaar aan de olie als brandstof- Geen vrees dan meer, dat de steenkool uitgeput zal raken, want de olievoorraad in de aarde is nog nauwelijks aangespro ken. Maartegenover de voordeelen zijn er ook nadoelen. Hoeveel millioe nen zullen er noodig zijn, om dc oor logsschepen ora te houwen .Men zal wel zeggen alles zou geleidelijk kun nen gaan, doch wat dat beteelient in dezen tijd van machtige ooncurrentie en naijver tusschen de groote landen, is genoeg bekend. In een vorig Overzicht hebben we er al op gewezen, dat het bij de fees ten te Koningsbergen weer duidelijk geworden is. dat is. 't Blijkt ook weer uit een toespraak die Z. M. gisteren gehouden heeft, toen hjj bodaukte voor de hartelijke ontvangst, hem daar bereid. De kei zer gewaagde van de op handen zijn de ontmanteling van de stad en ver volgde „Het is van militair standpunt tijd een besluit van belang, wanneer een grondvesting ten deele van haar wallen ontdaan wordt, Ik heb even wel het vaste vertrouwen, dat het mij met Gods hulp, en gegeven de voor treffelijkheid van mijn leger, waar van ik gisteren nog de blijken hob gezien, ook in de toekomst zal geluk ken, den vrede te handhaven. Indien het toch nog eens ons lot moest zijn, om voor ons bestaan to moeten vechten, hoop ik, dat de Oost- Pruisische regimenten voldoende zul len zijn, om wallen en grachten te vervangen." Hier had Wilhelm het over verdedi gen. Maar heeft Duitschland ook aan- •allingsplannen, die o. a. NED.-INDIS AAN ONS BEZIT WIL LEN ONTNEMEN Men zou het zeggen, wanneer men leest wat de bekende dr. Emii Reich in de Engelsche „Morning Post" schrijft. Deze ziet verband tusschen de inlijving van Korea door Japan en de reis van den Duitschen kroonprins naar Oost-Azié. Hot ware doel van die reis is, volgens dr. Reich, Japan te polsen, wat het nu met Neder- landsch-Indië voor heeft. Zou Japan er tegen zijn, dat Duitschland Java. Borneo enz. inpalmt, of desnoods met Japan deelt Ziedaar wat de Duit sche kroonprins moet uitvinden. Wil Japan ten opzichte van Nederlandsch- Indië met Duitschland samen doen, goed en wel, zoo neen, dan is Duitsch land besloten de inlijving van Neder- landsch-Indië in Europa door te zet ten, waarvoor het zoo noodig een oor log met Engeland zal wagen, want Duitschland wil do Oost hebben, hoe dan? ook, en het zal er alles voor op het spel zetten. Tot zoover dr. Reich, liet is voor ons, Nederlanders, om te beven. Wel gelooven we, dat de Engelsche docter door een bijzonder pessimistischen bril gekeken heeft, en het er op dit oogenblik met onze Oost nog niet zóó treurig voorstaat, als hij denkt. Maar het is een staaltje van den gewonen naijver tusschen al wat Duitscb en Engelsch is Toch mogen wo in Nederland niet onze oogen geheel sluiten voor het steeds verder opdringen van Japan. Teekenend is wat dc „Daily News" i een hoofdartikel over de inlijving van Korea zegt Er is geen treffender voorbeeld denkbaar van liet lot, dat tegenwoor dige kleine staten wacht, als ook van de bereidwilligheid van de groote mogendheden om de plechtigste ver dragen, waarin zij do zelfstandigheid van andere staten waarborgen, zoo noodig over boord te werpen. EEN SPOORWEGRAMP. Op den Grand Trunk spoorweg na bij Durand had een botsing plaats IS reizigers in de slaapwagens wer den gedood, 20 gewond. De verbrijzel de wagens van den trein alten vuur, waardoor het meerendeel der reizigers zoo verbrand is, dat het on mogelijk is, ze te herkennen. CHOLERA EN PEST. Nog steeds woedt de cholera zoo wel in Italië als Rusland. Het district St. Petersburg, het gouvernement Kief en de stad Omsk zijn wegens obolera gevaarlijk ver klaard. De gouvernementen Moskou en Tomsk, alsmede het gebied van den Oeral en Batoem, zijn door cholera bedreigd verklaard. In de besmette streek in Italië zijn in de laatste 24 men 15 nieuwe ge vallen van cholera voorgekomen. Tien personen zijn overleden. Ook te Weeaen zijn eenige verdach te gevallen voorgekomen. In de laatste vier dagen zijn te Odessa 12 vermoedelijke gevallen van ist voorgekomen. Het aantal ziektegevallen sedert den aanvang der epidemie bedraagt 5111 patiënten overleden. Stadsnieuws ORGELBESPELING in de Groote- of St.-Bavo-kerk te Haarlem, op Dinsdag 30 Augustus, des namiddags vau 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma 1. Prélude en Fuga, E. Mobach. 2. Koraal-Andante, J. G. Bastiaans. 3. Sonate No. 2. A. Guilniant. a. Ailegro moderato. b. Larghetto. c. Alleero vivace. 4. Elsa's Brantzug zum Munster, R. Wagner. 5. Aria Pax Vobiscum, Schubert. Militaire Zaken. De iuitenant-kolunel J. J. E. Franc- ken, provinciale adjudant in Noord- Holland te Haarlem, zal 1 November den dienst mot pensioen verlaten. Hinderwet. B. en W. van Haarlem maken be kend, dal bij hunne beschikking van 18 Augustus j.l. aan E. van Amstel vergunning is verleend tot oprichting van eene smederij in het perceel o-m de Nassaulaau No. 69. LUK OPGEHAALD. Uit het Alkmaarder Meer is het lijk opgehaald van den inwoner uit Hille gom, die Zondag tijdens den zeilwed strijd verdronk. ALGEMEEN E SYNODE DER NED. HERV. KERK Uit de generale kas Jer Ned. Horv. Kerk zijn door de Synode in dit jaar o. a. ondersteuningen toegestaan aan de gemeenten Spaarndoru, ten be hoeve van het Schoterkwartier, 600 Velsen, voor den bouw eener nieuwo kerk te IJmuiden, 4000. Rubriek voor Vragen Geabonneerde» hebben het voorrecht. Tragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbnnr, in te zenden bij do Redactie van RaarlentS Dagblad, Gruolo Houtstraat 53. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en 200 spoedig mogelijk. Aan vragen, die niet Tolledig naam ea woonplaats van den inzender Termcldea wordt geen aandacht geschonken. VRAAG. In Maart 1907 heb ik van mijn grossier voor f 5 aan goed gekocht op crcdiet en een poosje la tei* iets afbetaald. Door tegenspoed ben ik achterstallig gebleven, maar heb nog dikwijls bij hem gekocht. Ik heb hem geregelde afbetaling per week aangeboden en nu scheldt hij mij telkens op straat voor oplichter uit. Wat is hier aan te doen ANTWOORD. U meent zeker aan dat schelden Wel, dien een klacht in bij den commissaris van politietenminste als u bewijzen kunt, dat hij een strafbaar feit heeft begaan. VRAAG. Wanneer ik voor den voogdijraad verschijnen moet 0111 in een familiezaak gehoord te wordeu, en op mijn verlangen mijn reiskosten worden vergoed, moet ik dan hoven- dien geen getuigen geld ontvangen ANTWOORD. - Neen. u ontvangt de reiskosten volgens het bestaande tarief, waarvan niet mag worden af geweken, doch dat nogal ruim ie, zoodat u er zeker wol geen schade van zult hebben. VRAAG. Wanneer men aan iemand een partij goed verkoopt, bij gedeelten te leveren, en bij ontvangst van het eerste gedeelte gereclameerd wordt wegens de qualiteit, waarna korting wordt toegestaan, is dan de geheele koop gebroken en mag men het goed weigeren, ofschoon de twee de leverantie geheel correct en het goed zelfs beter dan het monster is ANTWOORD. Neen, er is tus schen partijen overeenstemming geko men omtrent de regeling der schade. Dat is een dading en dientengevolge moet de overeenkomst geacht worden stand te blijven. Indien leveran ciers nu verder maar zorgen, dat zii volgens monster leveren, dan moet de kooper ook van zijn kant de over eenkomst nakomen. VRAAG. Begin Augustus ben ik in dienst gegaan, per drie maanden. Bij mijne indiensttreding heeft me vrouw mij gezeed, dat zij hoogst waarschijnlijk mot. Mei naar een an dere stad zou vertrekken. Den lOtlen maakte mevrouw mij eerst bekend, dat zij bij het einde dezer maand reeds weg zou gaan. Ben ik nu bij eventueeie opzegging verplicht," scha devergoeding te betalen, of heb ik integendeel iets te vorderen ANTWOORD Wanneer de zaak zich werkelijk zoo heeft toegedragen, dan is het de vraag, of mevrouw iets van de zaak geweten heeft Zoo niet, dan is ar overmacht en wanneer u dan niet met haar mede wilt gaan, waarop u thans niet gerekend hebt, dan achten wij het billijk, dat. me vrouw u bij haar vertrek ontslag ver leent, u een getuigschrift geeft en u drie maanden loon uitbetaalt Wij spreken hier alleen over de billijk heid, omdat, wanneer hiervan eeno rechtzaak werd gemaakt, wat wij niet aanraden, het een geval betreft, waar in wij niet gaarne op de beslissing van den rechter zouden willen voor- uitloopen. Uit de Omstreken HEEMSTEDE. Tot onderwijzer aan de R.-K. Jon gensschool is benoemd de heer G, Kroon, van Leiden. FEUILLETON Naar het Engelsch door CHARLES GARVICE, 50) Het plaveisel uit Londen deed pijn aan haar voeten, en ook had zij hoofdpijn zij begreep, dat zij een of andere gelegenheid moest trachten te vinden, waar zij den nacht kou door brengen en begon zich angstig af te vragen, hoe lang haar geld zou du ren, cn hoe spoedig zij er in zou sla gen oen betrekking te vinden. In een van de stillere straten in het Noorden van Holborn zag zij een klein hotel, zij ging or binnen en vroeg 0111 een kamer. -- O, ja, wij hebben wol een kamer, zei do vrouw in het kleine kantoortje in dc hal. Is uw bagage liier Ik heb geen bagage, zei Nora met sen kleur. Ozei de vrouw op kouden en achterdoclitigen toon. Dan zal u voor uit moeten betalen logies cn ontbijt twee gulden. Nora gaf het geld, bekeek haar ka mer, die niet veel grooter was dan een diepe kast boven in het huis. waschte zich eens en ging daarna weer uit. Hot begon te schemeren, de lampen werden aangestoken. Na nog wat rphdgeloopen te hebben totdat haar hoofdpijn bijna ondraaglijk was geworden was zij blij naar het hotel terug to keeren en in bed te kruipen. Maar zij was even wakker als Lon den zelf, dat nooit slaapt De straat was een der doorgangen naar Covent Garden, en de groote marktwagens ratelden en rommelden den geheeleo nacht onder haar venster voorbijen in de vroege morgenuren voegden de rijtuigen cn omnibussen daarbij hun aandeel in het algemeen lawaai en maakten het aanbreken van den dag tot iets loolijks. Zij stond vroeg op; met een govoel van hulpeloosheid, dat haar zwaar neerdrukte, wandelde zij een der plei nen rond, die oasen vormen in den Londonschen woestijn. 1-loe vroeg het ook was, waren er tocli al veel menschen op de been, en terwijl Nora keek naar de jongens, die zich naar hun werk haastten, kreeg zij een gevoel van naijver, hoe lang zou zij gedoemd zijn tot gedwon gen ledigheid en welke betrekking zou zij in deze groote stad, die al zoo overbevolkt scheen, kunnen krijgen? Zij ging terug om ie ontbijten en onder bot eten trachtte zij haar oude opgewektheid terug te krijgen. Er lag een courant op de tafel en sij las vol belangstel Liug de advertenties, maar iedereen had iemand noodig, die iets bepaalds kon doen .Maar zij was be sloten zich niot te laten ontmoedigen, en onmiddellijk na het ontbijt gingzij uit om werk te zoeken. Onnoodig is het te vertellen, waar en hoe dikwijls zij haar neus stootte. Soms werd zij beleefd afgewezen maar veel vaker kortaf en met min achting. Zij liep den geheelen dag rond. en keerde heelemaal uitgeput tegen den avond in het hotel terug. Met angst en beven telde zij haar geld. Er waren nog maar enkele shillings over genoeg om twee nachten logies te betalen. Wat zou zij doen als zij haar laatste geld had verteerd. Zij wou, dat zij met de „Araminta" mee was gegaan uaar Singapore, of dat zij naar e>on der kleinere provin ciesteden was gegaanmaar wat hielp dat alleszij was in dit afschu welijk Londen en moest er blijven. Den volgenden dag had zij al even weinig succes bij haar zoeken naar werk als op do vorige dagen. Flauw en moedeloos, half uitgehongerd, want haar diner had bestaan uit een broodje en een glas water, liep zij lusteloos en verstrooid te kijken naar de schitterende winkels en do menig te, die voorbijstroomde in de Regent- straat, teen zij bijna aanliep tegen een damo, die naar een linnenétalage keek. Nora mompelde een veront schuldiging, keek op, schrikte en uit te een kreet. Die dame was juffrouw Deborah I Zij had de ouderwotsche japou aan, zooals gewoonlijk, ais zij naar de markt ging; de hoed stond bijna ach ter op haar hoofd en haar mantel dreigde van de schouders af te zak ken; een kleine reticule hing aan haar armen zij keek naar het ven sier met precies dezelfde verstrooide uitdrukking op het gelaat, als toen Nora haar voor 't eerst ïug op den weg van Porlash. In haar verbazing vergat Nora haar aangenomen ka rakter en eenzaam als zij zich voel de, kon zr niet nalaten de oude dame bij den arm te pakken. Juffr. Deborah keerde zich ver schrikt om en keek haar aan zonder haar te herkennen en het duurde een heele poos vóórdat juffr. Deborah zonder veel verbazing uitriep Wel, wel. hot is Cyril I Wel jon gen, wat doe jjj hier Omdat zn midden op straat ston den, trok Nora juffr. Deborah In een der nauwe stegen. Van hoe korten duur de ontmoeting ook was, toch scheen de oude dame dadelijk aan de onverwachte tegenwoordigheid van Nora gewoon. Ik ben hier ln Londen voor za ken, zei zo, belangrijke zaken. Waar om ben jij hier ook gekomen Ia Moorcroft afgebrand Dat zou mij heelemaal niot verwonderen. Jacob gaf een of andoren landlooper toestem ming lucifers weg te gooien. Maar, ik kan niet dadelijk teruggaan, hoor. Ik heb heel belangrijke zaken. Begrijp dat goed Wat zie je er bleek en ma ger uit I Je hebt gerookt I Neen, ont ken bet maar nietik begrijp er al les van jongens worden daar altijd ziek van, en dat verdienen zij. Als zij zich niet zoo onrustig had gevoeld, zou Nora hebben kunnen la chen om het grappige van den toe stand. Heeft u mijn brief niet gekregen, juffrouw "vroeg zij Brief, welken brief? zei Juffrouw Deborah. Ik heb geen brief gohad, ten minste, ik herinner het mij niet. Heb je geschreven Ja, zei Ncra. bijna wanhopig. Ik ben met kapitein Marks vau Lonaway vertrokken, ©cu brok kwam iu haai' keel. O, werd hij gered —Kapitein Marks antwoordde juffrouw Deborah vaag. O, ja, je be doelt den man. die voor Porlash werd opgepikt. Wat scheelt j© nu ineens, jongen want No: a wendde zich af en bedekte haar gelaat met de han den om haar tranen vau verlichting en dankbaarheid te verbergen. O, nu herinuer ik 't mijjij waart bij hem. Het was heel dwaas van je, je hadt wel kunnen verdrinken. Wij maakten ons heel ongerust over je. Het was heel dwaas om in zoo'n mist te gaan zeilen maar mannen zijn onnoozele wezens, ullijd zoo roekeloos en onnadenkend. Je moet mij alles vertellen, terwijl wij samen lunchen. Het was toen vier uur in den mid dag en Nora \orvieI instinctmatig in haar oude rol van gids en bescher mer, bracht juffrouw Deborah nar? een van de lunchrooms, waar juf frouw Deborah als zij niet al te /■-•er verdiept was geweest in haar boek zou hebben opgemerkt, dat Nora buitengewoon veel eetlust had. Nu lx>- schouwde zij Nora's tegenwoordig heid in Londen al als een doodgewo ne zaak en deed verder geen vragen. De oude dame scheen te zijn uitge gaan om eenige boodschappen te doen maar omdat zij al lang verge ten was, wat zij cigifcilijk had moeten koopen, wandeldon zij al winkels kij kend rond totdat Nora voorstelde of zij maar niet liever naar huis zouden gaan, waar dat ook mocht zijn. Ik geloof wel, liut het beter is, stemde juffrouw Deborah toe. Nu denk ik er pas aan om te vragen, waar jij logeert of ben je pas in Lon den gekomen Ik begrijp niet, hoe je mij kon vindenhet was werkelijk heel knap vau je, Cyril. Maar, ging zij voort, in mijn hotel zal er nog wel een kamer voor je over zijn Brown's Hotel. Norfolkstraat. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5