HAARLEM'S DAGBLAD. ™S5Süf_
OM ONS HEEN
No. 1193.
Berinnering aan san barrière
Donderdag 8 September hoopt een
Eeinhuiswachter van de Hollandsche
Spoor den dag te herdenken, dat hij
vijf en twintig jaar bij de maatschap
pij in dienst is.
Op zichzelf is dat zoo heel bijzonder
niet. In een stad als Haarlem, waar
zooveel beambten van de maatschap
pij aan het werk zijn, komen jubilea
telkens voor. we kunnen gerust zeg
gen, dat er geen maand zonder jubi
leum voorbij gaat. Het merkwaardi
ge van dozen gedenkdag is evenwel,
dat hij ons in 't geheugen terug zal
roepen al db ellende, die we jaren
lang hebben geleden, voor een belet
sel op ons levenspad, voor de barriè
re aan den Kruisweg.
Weten mijn lezers het nog Zoo
snel leven we, dat het noodig is, even
de oogeu te sluiten, om het beeld van
den tegen woord igen onderdoorgang te
verjagen en daarvoor in de plaats te
stellen de gedachte aan den slagboom,
die ons jarenlang zoo dikwijls den
weg versperd heeft. Hoe vaak wou
niet het toeval, dat we de boomen
neergelaten vonden, juist wanneer
w ij er wilden passeeren, of dat wet
naderende, het belletje hoorden en,
in den draf overgaande, precies vroeg
genoeg kwamen, om te zien, dat de
hatelijke houten masten juist waren
gedaald.
Dan was 't consignewachten.
Hoelang, hing van den dienst af.
Soms éen minuut, soms drie, ook wel
tien. Eu als de overwegwachter niet
genade voor recht had laten gelden
en de boomen eens voor een oogen-
blik geopend had, zoodat de zuider-
drom naar het noorden en de noor-
'derdrom naar het zuiden kon trek
ken, dan zou er nog meer gemopperd
zijn, dan we al deden. Ja, die rijen
steenen achter de 3lagbooinen zijn
ware plaatsen des pruttelens, ver
gaarbakken van ontevredenheid ge
weest. Daar werd de gulden regel van
het geduld, dat zulk een schoone zaak
js, dagelijks met voelen getreden en
'de wijze raad, om te dragen wat niet
te veranderen is, in den wind gesla
gen. Wanneer aan bestuurders van de
Hollandsche Spoor en van de gemeen
te Haarlem overkomen was, wat hun
daar \yerd toegewenscht, dan zou niet
één het overleefd hebben.
Ja, in regen en wind, in sneeuw
jacht, hagel, storm, onweer en bran
dende zon, maar de laatste het minst,
hebben we gehunkerd vóór de geslo
ten slagboomen en zijn daarna opeen
sukkeldrafje met andore lijders den
overweg gepasseerd, 't Was maar het
verstandigste voor wie er wachten
moest, om ergens in de buurt een
muur te zoeken, om tégen te leu
nen en dan aan heel wat anders te
denkeu. Zoo ging de tijd althans on
gemerkt voorbij en kwam het belletje,
dat de heropening van den overweg
aankondigde, nog vroeg. Wie zijn ge
duld verloor, was zelf zijn ergste vij
and. Ik weet van iemand, die later
raadslid werd en nu al dood en ver
geten is, die op zekeren avond met
zijn rijtuig van zijn huis op het Sta-
tenbolwerk naar den schouwburg aan
den Jansweg rijden wou. Hij vond den
slagboom van den Jansweg gesloten,
verkoos niet te wachten en gaf den
koetsier last, naar den Kruisweg te
Tijden. Daar daalden juist de boomen
neer. Terug naar den Jansweg. „Als
je oven gewacht had zei daar
de wachter. Nu waren ze wéér dicht-
't Is een verhaal als een nachtmerrie,
maar waar gebeurd. Ik hoop, dat de
.ingeduldige schouwburgbezoeker ten
slotte nog op tijd gekomen is.
Het ligt voor de hand, dat de over
wegwachter in die dagen een belang
rijke rol speelde en daarom vertel ik
hier dan ook, dat J. do Vries, Botha-
straat 109, den 8sten September zal
herdenken, hoe hij 25 jaar de Holl.
Spoor hooft gediend, waarvan 21 ter
bewaking van' den overweg bij den
Kruisweg. Hoe hij uit het koffiehuis
te Hoofddorp, dat zijn vader bestuur
de, bij de spoor kwam, weet ik niet,
maar het contrast tusschen de stille
Meer on den drukken overweg moet
wel groot zijn geweest. Vooral in 't
begin, toen de dienst als regel duur
de van 's morgens zes tot 's nachts
twaalf, met anderhalf uur schafttijd,
een enkelen maal van 66, dat wil
zeggen 24 uur, met dienzelfdcn rust
tijd. De verdienste was toen overeen
komstig (want lange werktijd en laag
loon zijn altijd een tweeling geweest)
f 1.20 daags. Spoedig werd dat hooger
welke ontzaglijke verbetering de
Holl. Spoor allengs daarin, gebracht
heeft, kon hieruit blijken, dat De
Vries als seinhuiswachter nu f 16.
verdient, bij oen werkduur van 10 uur
daags.
Maar ik vermoed, dat er in vroeger
jaren vuu 't publiek wel eens wat
overschoot, dat hem in de eenzaam
heid van het seinhuis niet meer he
reiken kan.
Hij moet er dan ook wat mee te
stellen hebben gehad, met dat onge
duld! van 't publiek. Vooral van de
abonnés op de spoor, die juist wan
neer ze vlak bijwoonden, altijd op 't
nippertje kwamen, ja er zoo geraffi
neerd op waren uitgeslapen, dat ze
pas uit hun bed stapton, wanneer ze
hun trein te Santpoort zagen vertrek
ken. Do Vries stond altijd maar met
het horloge in de hand, rekende uit
wat het nog lijden kon, vóórdat hij
de boomon definitief neerliet en had
overigens werk genoeg, met aan zijn
en de kost te geven, opdat er geen
onheilen zouden gebeuren. Hij vertelt
wel graag, dat hij een aannemer hier
de stad het leven heeft gered, waar
van de man nog Iaat ons hopen
dankbaar goniet. Als tegenhanger
kunnen dan twee dames dionst doen,
die in haar ongeluk geloopen zouden
zijn, wanneer hij ze niet met geweld
had tegengehouden. Dat hij voor een
scheur, die in dé japon ontstond, nog
een standje kreeg, schijnt minder re
delijk.
In al die jaren is evenwel niemand
van het publiek op den overweg van
den Kruisweg omgekomen en dat zegt
heelwat bij een verkeer, waaronder
eenige honderde kinderen waren be
grepen. die dagelijks tweemaal heen
terug moesten, om naar school te
gaan. Aan incidenten, aan ongeluk
ken, die bijna voorvielen, heeft het
natuurlijk niet ontbroken. Eens reed
er een auto met vaart tegen den ge
sloten boom, gelükkig zette hij dade
lijk achteruit, maar do boom was in-
tusschen gesneuveld. Een anderen
keer raakte een paard met den
„stoot", die bij hot winterhoefbeslag
hoort, tusschen de rails en viel, met
den vischwagen achter zich aan en
een trein van Zandvoort, die achter
uit zette, vlak bij. Op 't laatste oogen-
blik wist De Vries den machinist te
doen remmen door zijn noodsignalen,
die trouwens voor zulke gevallen vrij
bescheiden waren een roode vlag bij
dag en een roode lantaarn bij avond.
Niet eens een fluit.
Zijn eigen jongetje, dat hem koffie
kwam brengen, heeft hij bij ©on der
gelijke gelegenheid eens kunnen red
den, een ding waar jo. dunkt me, nog
lang naderhand een koude rilling van
krijgt, als je bedenkt hoe het anders
had kunnen loopen. En een ander be
langrijk oogenblik is het volgende ge
weest. Bij het Kenaupark werd geran
geerd. Er stond een hevige wind. op
eens klinkt luid geschreeuw van den
kant van 't Kenaupark en De Vries
begreep wat er gaande was, sloot de
boomen en maakte den weg vrij
weldra kwamen er wagens aanrollen,
die door den wind in beweging waren
gezet en eerst bij de spoorwegbrug tot
staan konden worden gebracht.
Soms was het publiek lastig, dreig
de met handtastelijkheden. In
jaar toen de Limburgers in de ce
leriekazcrno lagen, wou een troepje
den overweg over, wat Do Vries be
lette omdat liet te laat was. Heflig
gingen ze te keer en toen hij, uitwij
kende voor den trein, bij den slag
boom kwam, pakten ze hem beet en
het zou zijn beste beurt niet geweest
zijn, wanneer niet een rangeerder, bij
wijze van argument, den belhamel
met een lantaarn op zijn hoofd had
geslagen, dat de kerel losliet
Van het publiek, zei ik, is in al die
jaren niemand omgekomen, maar
meer dan een van 't personeel. Onder
anderen op zekeren dag een rangeer
der, die van de treeplank viel en bleef
liggen. „Sta op", zolen ze tegen hem,
maar hij Icon niet. Toen ze hem op
hielpen, stuk.een stuk van zijn been
door de broekspijp heen. De man
huilde toen hij 't zag.
En dan is er natuurlijk op den
overweg menige hond gesneuveld.
Toen do houten loopbrug kwam,
werd het stiller. Die haast hadden
klommen er over, maar toch bleef me
nigeen nog wachten, omdat het zoo
onplezierig is als de boom omhoog
gaat, wanneer je net halverwege de
brug was opgeklauterd. Of de men-
schen ook opzien tegen een beetje
meer inspanning, dan waarmee ze
precies toe kunnen.
Wat Do Vries uit Hoofddorp heeft
meegebracht, is de kunst van biljar
ten. Hij heeft, in Haarlem zijn tijd van
roem gekend, maar die is voorbij.
Biljarten en een gezin van twaalf
kinderen zijn twee verschillende din
gen en in een druk seinhuis is boven
dien geen ruimte voor een biljart. Dit
wenwel gezegd -in 't voorbijgaan
ik heb - ~mocnd op het jubilë van De
Vries de aandacht te mogen vesti
gen, omdat het ons herinnert aan een
periode van belemmering in 't ver
keer, die gelukkig voorgoed voorbij is.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Elk jaar worden in alle landen,
groote en kleine, millioenen en nóg
eens millioenen uitgegeven voor het
onderhouden on het telkens uitbrei
den van de oorlogsvloot, 't Is hard
geldde minister van financiën
opent slechts met een zuur-zoet ge
zicht de schatkist, tot bevrediging van
de eischen, die zijn collega van ma
rine heeft en de belasting-betaler
zet een nóg zuurder gezicht, bij het
ontvangen van zijn aanslagbiljet.
Wanneer zal er aan dit opdrijven
der uitgaven voor oorlogstoerustingen
eens een einde komen
Reeds meermalen hebben we van
deze plaats zoo'n verzuchting doen
hooren. Maar zuster Anna ziet nog
altijd niets komen.....
Als we vragen „wachter, wat is er
van den nacht dam klinkt 't terug
ik heb schaduwen van dingen gezien,
die ik nog niet volkomen begrijp,
maar ze wijzen zeker niet op beper
king der oorlogsuitgaven.
Inderdaad, er zijn eenige belangrij
ke veranderingen op het terrein der
oorlogswerktuigen te verwachten. Al
lereerst heeft men de luchtvaart, die
in de laatste jaren zeer groote vorde
ringen heeft gemaakt Misschien zal
ons nageslacht alleen nog lucht-
oorlogsschepcu kennen, zoodal dun al
alle z e e-oorlogsschepen voor oud
roest verkocht zijn.
De militaire autoriteiten houden
met den voortgang der luchtvaart ze
ker rekening. Toch zijn de vorderin
gen in het vliegen en zweven nog niet
zóóver gevorderd, dat men luchtsche
pen in plaats van zeeschepen gaat
bouwen. Neen, voorloopig wil mem
den vlieger alleen nog slechts waar
de toekennen als verkenner en over
brenger van boodschappen. Voorts
wordt gestudeerd
Zoo niet méér, dan toch minstens
even actueel is het vraagstuk van
DE OLIE ALS BRANDSTOF OP
OORLOGSSCHEPEN.
Men weel, dal in Engeland en ook
al in Duitschland de twee groote
concurrenten van Europa 1 proe
ven genomen worden met het aan
wenden van olie als drijfkracht, zelfs
worden er al schepen met olie-iuaclii-
nes gebouwd.
De proefnemingen zijn van veel ge-
wiebt. Ais ze leiden tot den bouw
dreadnoughts met olie als stooksel,
dan zal de heele vioolbouw, in Enge
land, zoo wol als elders, een omwente
ling ondergaan, zóó groot, als er
de vervanging van zeilschepen door
stoomschepen geen Is geweest. Want
de olie-machines zullen een groot
deel van het machinekamer-personeel
overbodig maken, bovendien de stook
ruimte en haar tevolking en de groo
te bergplaats voor steenkolen ophef
fen. Een klein troepje bedieners der
motors zal een groot oorlogsschip
over de zeeën voeren.
Thans wordt in eon machinefabriek
te Neurenburg een Dieselmachine met
vier cylinders voor 10.000 P.K. ge
maakt. Twee zulke machines zouden
samen al een linieschip kunnen voort
bewegen. De Diesel-machine, ecno
Duitsche uitvinding, gebruikt zware
olie of petrolcum-hezinksel, onder
hooge temperatuur op verschillende
wijze verdampt-
Wat zouden nu voor een oorlogs
schip de voordooien zijn van olie
machines? Deze machines zouden veel
zuiniger in het gebruik zijn dan die
met steenkolen worden gestookt, liet
gewicht van de vloeibare brandstof
zou slechts een vierde van dat van
steenkolen bedragen. Wat er aan
ruimte zou worden uitgespaard, is
enorm. Geen rijen stoomketels meer,
geen fornuizen, ireen kolenruimeu.
De olie kan in bakken onder in het
schip worden meegevoerd, en daar
tegelijk als ballast dienen. Geen
tremmers zouden er meer noodig zijn,
om de steenkool gelijk verdeeld te
houden en aan te voeren. Een pomp
in beweging gesteld, zou voldoende
wezen om do vloeibare brandstof bij
de machine te brengen. Ook, de olie
geeft geen rook, die de tegenwoordig
heid van een schip aan den vijand
verraadt.
Een schip, mot de olie-machines
toegerust, zou dus met dezelfde ton-
nenmaat meer of zwaarder kanonnon
kunnen voeren, aangezien er op
brandstof en machines veel gewicht is
uitgespaard. Geen schoorsteenen be
lemmeren dc kanonnen. Tusschcndeks
zal er veel meer ruimte voor de be
manning zijn. Dc smoorhitte van de
stookplaats is verdwenen. Er zullen
de helft meer mannen beschikbaar
zijn voor het gevecht, of, indien er
geen kanonniers en matrozen meer
noodig zijn, kan de bemanning ver
minderd worden. Gebeurt er een on
geluk in het gevecht, dan is het aan
tel mannen, dut ten doodo gedoemd
is, veel kleiner dan nu. De schepen
kunnen niet minderwaardig worden
door het verlies van schoorsteenen,
als nu, wanneer ze weggeschoten zijn.
Ook zullen de schepen een kleiner
trefvlak bieden, cn de machines zóó
diep liggen, dat dc kans op vernieling
door een granaat veel minder wordt
Een voordeel is het ook, dat het
langdurige en vuile kolen laden ver
valt De brandstoi wordt ingepompt.
Eén tankstoomsciüp kan een heele
vloot van brandstof voorzien, en kan
schip helpen, terwijl het met vol
le kracht blijft stoomen. De schepen
behoeven niet, om ten allen tijde zee
te kunnen kiezen, weken lang onder
stoom te liggen. Enkele minuten zul
len voldoende zijn, om de noodige
stuwkracht te verwekken. En het is
ook best mogelijk, dat er veel groo-
tere snelheid wordt bereikt dan nu
met steenkool als brandstof.
Dit rijn nog wel allemaal toekomst-
droomen, maar de oliemachines heb
ben reeds groote vorderingen ge
maakt. Bij de Engelsche vloot zijn er
al torpedobooten, die olie stoken, en
in de koopvaardijvloot is er ook al
menig schip, dat daardoor wordt
voortbewogen.
Da toekomst is blijkbaar aan de
olie als brandstof- Geen vrees dan
meer, dat de steenkool uitgeput zal
raken, want de olievoorraad in de
aarde is nog nauwelijks aangespro
ken.
Maartegenover de voordeelen
zijn er ook nadoelen. Hoeveel millioe
nen zullen er noodig zijn, om dc oor
logsschepen ora te houwen .Men zal
wel zeggen alles zou geleidelijk kun
nen gaan, doch wat dat beteelient in
dezen tijd van machtige ooncurrentie
en naijver tusschen de groote landen,
is genoeg bekend.
In een vorig Overzicht hebben we
er al op gewezen, dat het bij de fees
ten te Koningsbergen weer duidelijk
geworden is. dat
is. 't Blijkt ook weer uit een toespraak
die Z. M. gisteren gehouden heeft,
toen hjj bodaukte voor de hartelijke
ontvangst, hem daar bereid. De kei
zer gewaagde van de op handen zijn
de ontmanteling van de stad en ver
volgde
„Het is van militair standpunt
tijd een besluit van belang, wanneer
een grondvesting ten deele van haar
wallen ontdaan wordt, Ik heb even
wel het vaste vertrouwen, dat het mij
met Gods hulp, en gegeven de voor
treffelijkheid van mijn leger, waar
van ik gisteren nog de blijken hob
gezien, ook in de toekomst zal geluk
ken, den vrede te handhaven.
Indien het toch nog eens ons lot
moest zijn, om voor ons bestaan to
moeten vechten, hoop ik, dat de Oost-
Pruisische regimenten voldoende zul
len zijn, om wallen en grachten te
vervangen."
Hier had Wilhelm het over verdedi
gen. Maar heeft Duitschland ook aan-
•allingsplannen, die o. a.
NED.-INDIS AAN ONS BEZIT WIL
LEN ONTNEMEN
Men zou het zeggen, wanneer men
leest wat de bekende dr. Emii Reich
in de Engelsche „Morning Post"
schrijft. Deze ziet verband tusschen
de inlijving van Korea door Japan en
de reis van den Duitschen kroonprins
naar Oost-Azié. Hot ware doel van
die reis is, volgens dr. Reich, Japan
te polsen, wat het nu met Neder-
landsch-Indië voor heeft. Zou Japan
er tegen zijn, dat Duitschland Java.
Borneo enz. inpalmt, of desnoods met
Japan deelt Ziedaar wat de Duit
sche kroonprins moet uitvinden. Wil
Japan ten opzichte van Nederlandsch-
Indië met Duitschland samen doen,
goed en wel, zoo neen, dan is Duitsch
land besloten de inlijving van Neder-
landsch-Indië in Europa door te zet
ten, waarvoor het zoo noodig een oor
log met Engeland zal wagen, want
Duitschland wil do Oost hebben, hoe
dan? ook, en het zal er alles voor op
het spel zetten.
Tot zoover dr. Reich,
liet is voor ons, Nederlanders, om
te beven. Wel gelooven we, dat de
Engelsche docter door een bijzonder
pessimistischen bril gekeken heeft, en
het er op dit oogenblik met onze Oost
nog niet zóó treurig voorstaat, als hij
denkt. Maar het is een staaltje van
den gewonen naijver tusschen al wat
Duitscb en Engelsch is
Toch mogen wo in Nederland niet
onze oogen geheel sluiten voor het
steeds verder opdringen van Japan.
Teekenend is wat dc „Daily News"
i een hoofdartikel over de inlijving
van Korea zegt
Er is geen treffender voorbeeld
denkbaar van liet lot, dat tegenwoor
dige kleine staten wacht, als ook van
de bereidwilligheid van de groote
mogendheden om de plechtigste ver
dragen, waarin zij do zelfstandigheid
van andere staten waarborgen, zoo
noodig over boord te werpen.
EEN SPOORWEGRAMP.
Op den Grand Trunk spoorweg na
bij Durand had een botsing plaats
IS reizigers in de slaapwagens wer
den gedood, 20 gewond. De verbrijzel
de wagens van den trein alten
vuur, waardoor het meerendeel der
reizigers zoo verbrand is, dat het on
mogelijk is, ze te herkennen.
CHOLERA EN PEST.
Nog steeds woedt de cholera zoo
wel in Italië als Rusland.
Het district St. Petersburg, het
gouvernement Kief en de stad Omsk
zijn wegens obolera gevaarlijk ver
klaard.
De gouvernementen Moskou en
Tomsk, alsmede het gebied van den
Oeral en Batoem, zijn door cholera
bedreigd verklaard.
In de besmette streek in Italië zijn
in de laatste 24 men 15 nieuwe ge
vallen van cholera voorgekomen. Tien
personen zijn overleden.
Ook te Weeaen zijn eenige verdach
te gevallen voorgekomen.
In de laatste vier dagen zijn te
Odessa 12 vermoedelijke gevallen van
ist voorgekomen.
Het aantal ziektegevallen sedert
den aanvang der epidemie bedraagt
5111 patiënten overleden.
Stadsnieuws
ORGELBESPELING
in de Groote- of St.-Bavo-kerk te
Haarlem, op Dinsdag 30 Augustus,
des namiddags vau 1 tot 2 uur, door
den heer W. Ezerman.
Programma
1. Prélude en Fuga, E. Mobach.
2. Koraal-Andante, J. G. Bastiaans.
3. Sonate No. 2. A. Guilniant.
a. Ailegro moderato.
b. Larghetto.
c. Alleero vivace.
4. Elsa's Brantzug zum Munster, R.
Wagner.
5. Aria Pax Vobiscum, Schubert.
Militaire Zaken.
De iuitenant-kolunel J. J. E. Franc-
ken, provinciale adjudant in Noord-
Holland te Haarlem, zal 1 November
den dienst mot pensioen verlaten.
Hinderwet.
B. en W. van Haarlem maken be
kend, dal bij hunne beschikking van
18 Augustus j.l. aan E. van Amstel
vergunning is verleend tot oprichting
van eene smederij in het perceel o-m
de Nassaulaau No. 69.
LUK OPGEHAALD.
Uit het Alkmaarder Meer is het lijk
opgehaald van den inwoner uit Hille
gom, die Zondag tijdens den zeilwed
strijd verdronk.
ALGEMEEN E SYNODE DER NED.
HERV. KERK
Uit de generale kas Jer Ned. Horv.
Kerk zijn door de Synode in dit jaar
o. a. ondersteuningen toegestaan aan
de gemeenten Spaarndoru, ten be
hoeve van het Schoterkwartier, 600
Velsen, voor den bouw eener nieuwo
kerk te IJmuiden, 4000.
Rubriek voor Vragen
Geabonneerde» hebben het voorrecht.
Tragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbnnr, in te zenden bij do
Redactie van RaarlentS Dagblad, Gruolo
Houtstraat 53.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en 200 spoedig mogelijk.
Aan vragen, die niet Tolledig naam ea
woonplaats van den inzender Termcldea
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG. In Maart 1907 heb ik
van mijn grossier voor f 5 aan goed
gekocht op crcdiet en een poosje la
tei* iets afbetaald. Door tegenspoed
ben ik achterstallig gebleven, maar
heb nog dikwijls bij hem gekocht. Ik
heb hem geregelde afbetaling per
week aangeboden en nu scheldt hij
mij telkens op straat voor oplichter
uit. Wat is hier aan te doen
ANTWOORD. U meent zeker
aan dat schelden Wel, dien een
klacht in bij den commissaris van
politietenminste als u bewijzen
kunt, dat hij een strafbaar feit heeft
begaan.
VRAAG. Wanneer ik voor den
voogdijraad verschijnen moet 0111 in
een familiezaak gehoord te wordeu,
en op mijn verlangen mijn reiskosten
worden vergoed, moet ik dan hoven-
dien geen getuigen geld ontvangen
ANTWOORD. - Neen. u ontvangt
de reiskosten volgens het bestaande
tarief, waarvan niet mag worden af
geweken, doch dat nogal ruim ie,
zoodat u er zeker wol geen schade
van zult hebben.
VRAAG. Wanneer men aan
iemand een partij goed verkoopt, bij
gedeelten te leveren, en bij ontvangst
van het eerste gedeelte gereclameerd
wordt wegens de qualiteit, waarna
korting wordt toegestaan, is dan de
geheele koop gebroken en mag men
het goed weigeren, ofschoon de twee
de leverantie geheel correct en het
goed zelfs beter dan het monster is
ANTWOORD. Neen, er is tus
schen partijen overeenstemming geko
men omtrent de regeling der schade.
Dat is een dading en dientengevolge
moet de overeenkomst geacht worden
stand te blijven. Indien leveran
ciers nu verder maar zorgen, dat zii
volgens monster leveren, dan moet
de kooper ook van zijn kant de over
eenkomst nakomen.
VRAAG. Begin Augustus ben ik
in dienst gegaan, per drie maanden.
Bij mijne indiensttreding heeft me
vrouw mij gezeed, dat zij hoogst
waarschijnlijk mot. Mei naar een an
dere stad zou vertrekken. Den lOtlen
maakte mevrouw mij eerst bekend,
dat zij bij het einde dezer maand
reeds weg zou gaan. Ben ik nu bij
eventueeie opzegging verplicht," scha
devergoeding te betalen, of heb ik
integendeel iets te vorderen
ANTWOORD Wanneer de zaak
zich werkelijk zoo heeft toegedragen,
dan is het de vraag, of mevrouw iets
van de zaak geweten heeft Zoo niet,
dan is ar overmacht en wanneer u
dan niet met haar mede wilt gaan,
waarop u thans niet gerekend hebt,
dan achten wij het billijk, dat. me
vrouw u bij haar vertrek ontslag ver
leent, u een getuigschrift geeft en u
drie maanden loon uitbetaalt Wij
spreken hier alleen over de billijk
heid, omdat, wanneer hiervan eeno
rechtzaak werd gemaakt, wat wij niet
aanraden, het een geval betreft, waar
in wij niet gaarne op de beslissing
van den rechter zouden willen voor-
uitloopen.
Uit de Omstreken
HEEMSTEDE.
Tot onderwijzer aan de R.-K. Jon
gensschool is benoemd de heer G,
Kroon, van Leiden.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
door
CHARLES GARVICE,
50)
Het plaveisel uit Londen deed pijn
aan haar voeten, en ook had zij
hoofdpijn zij begreep, dat zij een of
andere gelegenheid moest trachten te
vinden, waar zij den nacht kou door
brengen en begon zich angstig af te
vragen, hoe lang haar geld zou du
ren, cn hoe spoedig zij er in zou sla
gen oen betrekking te vinden.
In een van de stillere straten in het
Noorden van Holborn zag zij een
klein hotel, zij ging or binnen en
vroeg 0111 een kamer.
-- O, ja, wij hebben wol een kamer,
zei do vrouw in het kleine kantoortje
in dc hal. Is uw bagage liier
Ik heb geen bagage, zei Nora met
sen kleur.
Ozei de vrouw op kouden en
achterdoclitigen toon. Dan zal u voor
uit moeten betalen logies cn ontbijt
twee gulden.
Nora gaf het geld, bekeek haar ka
mer, die niet veel grooter was dan
een diepe kast boven in het huis.
waschte zich eens en ging daarna
weer uit. Hot begon te schemeren, de
lampen werden aangestoken. Na nog
wat rphdgeloopen te hebben totdat
haar hoofdpijn bijna ondraaglijk was
geworden was zij blij naar het hotel
terug to keeren en in bed te kruipen.
Maar zij was even wakker als Lon
den zelf, dat nooit slaapt De straat
was een der doorgangen naar Covent
Garden, en de groote marktwagens
ratelden en rommelden den geheeleo
nacht onder haar venster voorbijen
in de vroege morgenuren voegden de
rijtuigen cn omnibussen daarbij hun
aandeel in het algemeen lawaai en
maakten het aanbreken van den dag
tot iets loolijks.
Zij stond vroeg op; met een govoel
van hulpeloosheid, dat haar zwaar
neerdrukte, wandelde zij een der plei
nen rond, die oasen vormen in den
Londonschen woestijn.
1-loe vroeg het ook was, waren er
tocli al veel menschen op de been, en
terwijl Nora keek naar de jongens,
die zich naar hun werk haastten,
kreeg zij een gevoel van naijver, hoe
lang zou zij gedoemd zijn tot gedwon
gen ledigheid en welke betrekking
zou zij in deze groote stad, die al zoo
overbevolkt scheen, kunnen krijgen?
Zij ging terug om ie ontbijten en
onder bot eten trachtte zij haar oude
opgewektheid terug te krijgen. Er lag
een courant op de tafel en sij las vol
belangstel Liug de advertenties, maar
iedereen had iemand noodig, die iets
bepaalds kon doen .Maar zij was be
sloten zich niot te laten ontmoedigen,
en onmiddellijk na het ontbijt gingzij
uit om werk te zoeken.
Onnoodig is het te vertellen, waar
en hoe dikwijls zij haar neus stootte.
Soms werd zij beleefd afgewezen
maar veel vaker kortaf en met min
achting. Zij liep den geheelen dag
rond. en keerde heelemaal uitgeput
tegen den avond in het hotel terug.
Met angst en beven telde zij haar
geld. Er waren nog maar enkele
shillings over genoeg om twee nachten
logies te betalen. Wat zou zij doen als
zij haar laatste geld had verteerd.
Zij wou, dat zij met de „Araminta"
mee was gegaan uaar Singapore, of
dat zij naar e>on der kleinere provin
ciesteden was gegaanmaar wat
hielp dat alleszij was in dit afschu
welijk Londen en moest er blijven.
Den volgenden dag had zij al even
weinig succes bij haar zoeken naar
werk als op do vorige dagen. Flauw
en moedeloos, half uitgehongerd,
want haar diner had bestaan uit een
broodje en een glas water, liep zij
lusteloos en verstrooid te kijken naar
de schitterende winkels en do menig
te, die voorbijstroomde in de Regent-
straat, teen zij bijna aanliep tegen
een damo, die naar een linnenétalage
keek. Nora mompelde een veront
schuldiging, keek op, schrikte en uit
te een kreet. Die dame was juffrouw
Deborah I
Zij had de ouderwotsche japou aan,
zooals gewoonlijk, ais zij naar de
markt ging; de hoed stond bijna ach
ter op haar hoofd en haar mantel
dreigde van de schouders af te zak
ken; een kleine reticule hing aan
haar armen zij keek naar het ven
sier met precies dezelfde verstrooide
uitdrukking op het gelaat, als toen
Nora haar voor 't eerst ïug op den
weg van Porlash. In haar verbazing
vergat Nora haar aangenomen ka
rakter en eenzaam als zij zich voel
de, kon zr niet nalaten de oude dame
bij den arm te pakken.
Juffr. Deborah keerde zich ver
schrikt om en keek haar aan zonder
haar te herkennen en het duurde
een heele poos vóórdat juffr. Deborah
zonder veel verbazing uitriep
Wel, wel. hot is Cyril I Wel jon
gen, wat doe jjj hier
Omdat zn midden op straat ston
den, trok Nora juffr. Deborah In een
der nauwe stegen. Van hoe korten
duur de ontmoeting ook was, toch
scheen de oude dame dadelijk aan de
onverwachte tegenwoordigheid van
Nora gewoon.
Ik ben hier ln Londen voor za
ken, zei zo, belangrijke zaken. Waar
om ben jij hier ook gekomen Ia
Moorcroft afgebrand Dat zou mij
heelemaal niot verwonderen. Jacob
gaf een of andoren landlooper toestem
ming lucifers weg te gooien. Maar, ik
kan niet dadelijk teruggaan, hoor. Ik
heb heel belangrijke zaken. Begrijp
dat goed Wat zie je er bleek en ma
ger uit I Je hebt gerookt I Neen, ont
ken bet maar nietik begrijp er al
les van jongens worden daar altijd
ziek van, en dat verdienen zij.
Als zij zich niet zoo onrustig had
gevoeld, zou Nora hebben kunnen la
chen om het grappige van den toe
stand.
Heeft u mijn brief niet gekregen,
juffrouw "vroeg zij
Brief, welken brief? zei Juffrouw
Deborah. Ik heb geen brief gohad, ten
minste, ik herinner het mij niet. Heb
je geschreven
Ja, zei Ncra. bijna wanhopig. Ik
ben met kapitein Marks vau Lonaway
vertrokken, ©cu brok kwam iu haai'
keel. O, werd hij gered
—Kapitein Marks antwoordde
juffrouw Deborah vaag. O, ja, je be
doelt den man. die voor Porlash werd
opgepikt. Wat scheelt j© nu ineens,
jongen want No: a wendde zich af
en bedekte haar gelaat met de han
den om haar tranen vau verlichting
en dankbaarheid te verbergen. O,
nu herinuer ik 't mijjij waart bij
hem. Het was heel dwaas van je, je
hadt wel kunnen verdrinken. Wij
maakten ons heel ongerust over je.
Het was heel dwaas om in zoo'n mist
te gaan zeilen maar mannen zijn
onnoozele wezens, ullijd zoo roekeloos
en onnadenkend. Je moet mij alles
vertellen, terwijl wij samen lunchen.
Het was toen vier uur in den mid
dag en Nora \orvieI instinctmatig in
haar oude rol van gids en bescher
mer, bracht juffrouw Deborah nar?
een van de lunchrooms, waar juf
frouw Deborah als zij niet al te /■-•er
verdiept was geweest in haar boek
zou hebben opgemerkt, dat Nora
buitengewoon veel eetlust had. Nu lx>-
schouwde zij Nora's tegenwoordig
heid in Londen al als een doodgewo
ne zaak en deed verder geen vragen.
De oude dame scheen te zijn uitge
gaan om eenige boodschappen te
doen maar omdat zij al lang verge
ten was, wat zij cigifcilijk had moeten
koopen, wandeldon zij al winkels kij
kend rond totdat Nora voorstelde of
zij maar niet liever naar huis zouden
gaan, waar dat ook mocht zijn.
Ik geloof wel, liut het beter is,
stemde juffrouw Deborah toe. Nu
denk ik er pas aan om te vragen,
waar jij logeert of ben je pas in Lon
den gekomen Ik begrijp niet, hoe je
mij kon vindenhet was werkelijk
heel knap vau je, Cyril. Maar, ging
zij voort, in mijn hotel zal er nog wel
een kamer voor je over zijn
Brown's Hotel. Norfolkstraat.
(Wordt vervolgd).