De directie der Hamburg—Amerika Linie had proeven laten nemen met motoren van 1000 paardekraclit, wel ke proeven volkomen bevredigend wa ren. Men berekent, dat 27 man vol doende zullen zijn, om de motaren van de nieuwe pakketboot te bedie nen .terwijl op de groote stoomsche pen 250 man noodig zijn. Bovendien zullen de machines minder geruisch veroorzaken, gemakkelijker in bewe ging te brengen zijn en 2000 ton aan ruimte besparen. De Hamburg—Ame rika-Linde heeft met groote handels huizen contracten afgesloten waar door zij zich voor geruimen tijd een voldoende hoeveelheid benzine verze kert. HOOVERS. In de buurt van den Hudson zijn de kassier van de Atlas Brick Cy. en zijn chauffeur, toen zij per automo biel uit New-York naar het werk te rugkeerden, voorzien van een groote som gelds, overvallen, doodgeslagen en uitgeplunderd. Een troep gemaskerde mannen wierpen ijzeren stangen in de wiel- spaken van de auto. Daarop stortten zij zich op den kassier en den chauf feur en sloegen hen neder, toen zij tegenstand trachtten te bieden. Het geldkistje in den wagen, dat onge veer 20.000 dollar bevatte, werd door de roovers opengebroken en geledigd. Tot dusverre is geen spoor van hen te ontdekken. EEN NIEUW ONTPLOFFINGS MIDDEL. Een Noorsch professor, Carlson, vond voor «enigen tijd een nieuw ontploffingsaniddel uit, dat bij alle voordeelen van de nitro-glycerine de nadeelen van deze mistdoor vuur noch schok, door niets wat dan ook, wat andere stoffen doet ontploffen, kan explosie worden veroorzaakt Carlsoniet aldus doopte Carlson de stof verbergt zijn alles vernie tigende kracht totdat de methode, ge- efgend om de ontploffing te weeg te brengen, het geheim van den uitvin der, wordt toegepast Een commissie van deskundigen heeft in de Vereenigde Staten met groote belangstelling proefnemingen bijgewoond met dit Carlsoniet, dat meer kracht kan ontwikkelen dan dy namiet Sport en Wedstrijden EEN SENSATIONEELS NEDER- DALING. In de vliegwedstrijden te Deauvllle vloog Morane tot een hoogte van 8469 voet (2541 M.j en verbeterde het hoog te-record, onlangs door hem zelf ge maakt Gedurende de daling, toen Morane zich op een hoogte van ongeveer 2500 M. a 2000 M. bevond, ontdekte de vlieger, dat zijn motor bleef stilstaan. Dat moet een vreeselijk oogenblik voor hem zijn geweest. De aanwezi gen gaven een gil Daar hoog in de lucht zag men een zwart puntje met zulk een verbazende snelheid naar beneden storten, dat ieder meende, dat Morane zich te pletter zou vallen. Vliegers en journalisten sprongen in hun automobielen, terwijl ambu lance-rijtuigen >n volle vaart naar Touques reden, waar het vliegtoestel moest neergestort zijn, doch tot ieders verbazing kwam Moraue ben tegemoet met zijn hoogte-opnemer in de hand. Deze wees het maximum, zijnde een hoogte van 2582 meters. Morane vertelde, dat toen hij op 2500 M. hoogte gekomen was, de kou de onuitstaanbaar was geworden, doch hij wilde nog hooger stijgen en toen zijn barometer het maximum aanwees, begon hij zachtjes te dalen, doch op 2000 M. gekomen, weigerde de motor allen dienstonmogelijk was het, de schroef in beweging le krijgen. In plaats van in zachte glij vlucht naar beneden te komen, geleek het meer een val. De snelheid der daling werd zoo groot, dat Morane er duizelig van weid. Toen dacht Morane, dat hij verlo ren was, te meer daar hevige ruk winden zijn toestel aangrepen. De aarde, eerst onzichtbaar, naderde nu snel. Eindelijk slaagde hij er toch In, door het doen werken van zijn hoogte stuurtoestel, zijn Blériot zachtjes naar den grond te brengen. Zoo ont snapte Morane als door een mirakel aan den dood, terwijl hij het hoogte- record klopte. Later ging hij zijn toestel halen en keerde er inee terug door de lucht. Eene grootsche ovatie viel hem te beurt. Morane verklaarde, dat hij niet zou rusten, wrraiear hij de 300Ó M. zou bereikt hebben. Letteren en Kunst JUBILEUM LOUIS BOUWMEESTER Naar der Locomotief werd medege deeld, zal Louis Bouwmeester in September a.s. vermoedelijk den 24en te Soerabaja zijn 50-jarig jubi leum als tooneelspeler herdenken. Te Soerabaja heeft zich daarvoor een commiLssie gevormd. NIEUW LEVEN. Dit maandschrift der Véreenlgiing ter verbreiding der Waarheid le Haarlem bevat o.a. artikelen over de volgende onderwerpen: „Dienen", ..Rome en de Bijbel", „Weest op recht", voorts verschillende kleine bijdragen en vereenigingsnieuws. Kerk en School Ds. F. OBERMAN, Gister herdacht ds. F. Oberman, predikant bij de Ned. Hervormde" ge meente te Leiden, den dog, waarop hij 25 jaren geleden zijn intrede als leeraar bij deze gemeente deed, na eerst op enkele andere plaatsen te hebben gestaan. Geruimen tijd geleden had zich een commissie gevormd met het doel den jubilaris op dezen herinneringsdag een blijk van waardeerLng en erkente lijkheid te schenken. Niet minder dan 700 gemeenteleden schonken" een bij drage. 's Morgens vervoegde deze commis sie zich ten huize van den jubilaris en met toespraken van de hoeren K. Pander, P. J. van Hoeken en C. Bloot J.Rzn. werd den jubilaris een portefeuille met inhoud aangeboden, met een album vermeldende de na men der deelnemers. PASTOOR LIJNSCHOTEN. In den ouderdom van 50 jaar is overleden pastoor Lijnschoten, pas toor van de Mozes- on Afironskerk aan het Waterlooplein te Amster dam Koloniën HET TWEEDE ATJEH-RAPPORT VAN DEN HEER LIEFRINCK. Het rapport door het eerstdaags naar Nederland vertrekkend lid in den Raad van Indië, den heer Lief- rnck, omtrent zijn tweede reis naar Aijeh uitgebracht, heeft de Regeering bereikt. „Naar de „Java-Bode" vernam, is dit rapport, over het algemeen geno men, gunstig. De Regeeringscommis9aris heeft bij zijn reizen door het gewest kunnen waarnemen, dat de toestanden, in streken waar hij die de eerste maal gunstig had' bevonden, thans even eens gunstig waren, en dat die in streken waar rust en orde toen nog te wenschen leten, thans vooruiigaan- de zijn. De heer Liefrinck geeft als zijn meening te kennen, dat het militair bestuur in meerdere plaatsen door civiel bestuur zou kunnen worden vervangen. M at ook alweer op voor uitgang der pacificatie wijst. Dit alles neemt niet weg, dat er nog deelen zijn van liet uitgestrekte gebied, waar het gezag zich buiten de onmiddellijke omgeving der vesti gingen niet in voldoende mate kan doen gelden. heengaan aan. Hilberink gaf mij een Heuver èn Kort geslagen hebben en duw en de andere jongens pakten ,lal geen ^er jongens heeft terugge- mij van achteren. Den stomp in de s'ogen. borst voelde ik so,, poor uur Mor OOB. Ik tlM( VUT, mij al en raakte hebbe„ m Kurl i,llbcrulk vaM. Hiltierink. 11 ij viel, trapte naar mij bicld toen deze geslagen werd en dat en in de deur haalde ik Hilberink den Heuver met den gummistok in het stok over het hoofd. rond sloeg Ik heb niet gezien dat Heuver met G- B- Lenferink, postbode, verklaar den gummistok sloeg. Buiten gokn- omtrent de geschiedenis met den men, maande ik de jongen, aan tot"tf'ÏZZ naar hus gaan. Er kwam mij iemand werd vastgegrepen. De broeder stond achterop. Den volgenden dag zag ik [toen in de deur van den deel, terwijl dat mijn jas in den rug was stukge- de veldwachters daar buiten stonden, sneden. Buiten kwam iemand met 'n De officier deed getuige Oude greep, roepende: ik zal dien verd Hampsink de vraag of over deze zaak veldwachter doodsteken. Beklaagde J* eens vergaderingen zijn gehou- heeft bij de. instructie verklaard ik j Getuige Ja, om te bespreken hoe trok mijn revolver, doch beklaagde dp zank aanhangig te krijgen met mr. zei thans slechts met den stok te heli Ten Bruggen Cate. ben gedreigd. De officier Wat is daarbij ge- Op de vraag van den president: wist j beuixl je dat do jongens het op jullie gemunt iGüluiSe Mr. Ten Bruggen Cate haiitlon? antwoordde boklaajds: Hem SflLakTer^d k"(,genT dldb a' var heeft mij wel eens verteld dat hel m6l 5luk lu Jc blaJcn met kormis eenige jongens bij Lo zuilen probceren. huis uit het café waren geworden en De officier verzocht hiervan aantee- döt hem dat kwalijk werd genomen."kening. Beklaagde is niet bang voor de jon- Nadat beklaagden nog hadden me- geus, wel voor bet mos vou Tobber-tetaieeld. dal zij bij bui. «'klariu- en gen bleven, werden de getuigen a dé- t I charge gehoord. Rlr. Jomtsma: Kom, kom, daar heb; Getuige M. Veen, Rijksambtenaar, ik nooit van gehoord. verklaarde gezien te hebben, dat Kort De officier: Het kornt wel eens voor!driemaal sloeg in het café. Hij heeft I niet gezien, dat Heuver in het café GETUIGENVERHOOR. sloeg. I De tweede getuige a décharge, Jo- Als eerste getuige werd gehoord J. hanna van Been. dienstbode in het Hilberink, waarnemend directeur van café van Berends, heeft niet gezien, hot muziekgezelschap. i dat Heuver of Kort bedreigd of aange- Hilberink zei niet gedreigd te heb-vaBea waren. Getuige heeft ook ge- beu. „,k weid bang; want Ut z«s ml dat die toeren iels voorhadden. IK Heuver zei, dat dil meisje alles heeft liep weg en kreeg eenigo slagen op gezien. liet hoofd, zodat het bloed er uit liep. Kort deelde mede, dat deze getuige Jk heb hier het bebloede boordje bij is overgehaald om precies zoo te ver- Rechtszaken De Tubbergscbe polltlequaestls. Eerst Papendxecht... Nu weer de (ook reeds bekende!) Tubbergsche puJitiequaestie. Deze werd Dinsdag voor de recht bank te Almelo behandeld. Den ge meenteveldwachters, tevens onbezol digde rijksveldwachters, A. Heuver en H. AL Kort te Tubbergen werd bij dagvaarding ten laste gelegd: dat zij in den avond van den 2en Februari 1910 te Tubbergen ieder Johannes Hilberink hebben mishan deld, door hem ieder opzettelijk eeni go bande slagen toe te brengen, waar van hij pijn heeft ondervonden, en beklaagde Heuver bovendien dat hij opzettelijk Gregorius Johannes Oude Hampsink op voor dezen pijnlijke wij ze heeft geslagen en beklaagde Kort daarenboven, dat hij Johannes Hen- ctrikus Mens mg moedwillig een har den slag heeft toegebracht en pijnlijk geraakt. VERHOOR DER BEKLAAGDEN. De eerste beklaagde Heuver, deelde mede, dat hij in den avond van 2 Fe bruari thuis zittend muziek hoorde. Hij zei tegen zijn collega Kort: wat zal er nu te doen zijn? Zij begaven zich naar het café van Berends, waar de muziek werd gegeven. Heu ver heeft aan Berends gevraagd: heb (e vergunning"? Toen riep Oude Hamp sink, directeur van het muziekgozel schap Harmonie: ,,ik heb vergun ning". Heuver vroeg: „schriftelijk?" Waarop Oude Hampsink antwoord de: „daar heb je niets mee te maken en ook nog vloekte. De caféhouder zei daarop tot de aanwezigen: „kom, jongens, ga nu ar uit." President: Gingen de jongens weg? Bekl. Heuver: Ze gingen wel naar de deux. Kort heeft de deur openge daan. Toen heeft Hilberink me ge dreigd. Kort zag dat en zei, „pas op, begin niet met de politie." Hilberink bleef dreigen en vloekte daarbij. Ik zag dat men Kort wilde aangrij pen en dat deze een slag op het li chaam kreeg; zoodat hij achterover boog, dus een stomp voor de borst ontving. Ik' riep: „pas op, blijf van mijn collega af' en sloeg daarop met den gummistok. Bij de instructie heeft deze bekl. verklaard: ,,'t is best mogelijk dat ik toen iemand geraakt heb." Hij ver moedde thans niemand geraakt te hebben. Toen de jongens buiten kwamen, gelastte Heuver: „naar huis!" Oude Hampsink kwam dreigend op Heuver af. Toen sloeg ik zoo zei beklaag de van mij af. Ik raakte iemand, die dreigend op mij afkwam, wion weet ik niet. Mensing lag op den grond. BekL tilde hem op en „nou, schreeuw maar zoo niet, zoo erg als 't lijkt is het niet." Of deze persoon bloedde, kon bekL Heuver niet zien. Bekl. is toen verder gegaan. Poet bode Lenferink dreigde met een greep en kwam naar buiten, zeggend: zal die veldwachters doodsteken." Door twee personen werd Lenferink aangegrepen en tegengehouden. Beklaagde Kort zei dat de jongens in het oafé rustig waren. Ik maande zoo zei hij wel driemaal tot mij. Buiten gekomen, hoorde getuige bekl. roepen: „Waar is die vent, dan zal ik hem...!" Getuige heeft niet go- schopt. Naar huis loopend, hoorde getuige gekerm. Hij heeft niet gezien dat ook maar een van de jongens iets terug deed. Wel ontstond er rumoer en een algemeen tumult, omdat men niet gauw genoeg uit de zaal kou ko- Belclaagde Heuver, nader gehoord, zei dat Hilberink met twee vuisten hem heeft gedreigd. Beklaagde Kort ontkende de juist heid der mcdedeelingen van Hilbe rink. Hij heeft Hilberink op het hoofd geslagen. Bij de deur buiten heeft be klaagde niets geroepen. In een omme zien was de zaal leeg. Rechter Mr. Jorritsma: Dezen vluchtten voor jullie en toch siocg je buiten er weer op. klaren als dq jongens hebben klaard. Getuige ontkende zulks. REQUISITOIR. Hierna kwam het Openbaar Minis terie aan "t woord. Spr. ving aan met de mededeeling, dat hij over deze zaak zoo uitvoerig mogelijk, wenschte uit te weiden. Het komt hem voor dat men hier te doen heeft met iets wat gelijkt op een he vig beroerde binnenzee, terwij] het toch niets anders is dan een storm in een glas water. Spr. heeft van den beginne af de zaak medegemaakt, is volkomen bevoegd haar te beoordee- len en weuscht dan ook zekere han delingen van buitenstaande personen te critiseeren. -Den 3en Februari vervoegden zich ten parketté*te Almelo drie klagers: Mensink, Oude Hampsink en Hiibe- Bekiaagde Kort: We joegen zo naar J rink, doch evenzeer de beide gemeen- 1 teveldwachters, welke laatsten verzet Rechter Mr. Star Busmann: Jo rapporteerden bij het constateeren hadt verstandiger gedaan zelf naar ee.ü0r vergunningsovertreding. Spr. huis te gaan. constateerde teen sporen van klap-j Als tweede getuige werd gehoordoen, doch geen zichtbaren hinder J. II. Mensink, klompenmaker te Tub- door de klagers ondervonden, terwijl bergen. Getuige heeft gezien dat èn J re<xls düor de beide veldwachters Heuver èn Kort hebben geslagen. Mensink hoorde Oude Hampsink schreeuwen: „O, ze slaan mij een tan duit den mondl" Ik zei zoo ver volgde deze getuige tegen Heuver, die op vier pas afstand van mij stond: „maar man, wat doen jelui toch. Je moet Oude Hampsink toch niet slaan.' Toen draaide Kort zich naar ons toe en sloeg mij tegen den rechterkant van het hoofd, juist over den slaap. Terwijl ik daar zoo lag, trachtte veld wachter Heuver mij overeind te hel pen. Hij beurde mij op en zei: „Joan nes, het was niet om u begonnen." En Heuver èn Kort ontkenden de juistheid van het door Mensink ver klaarde. Kort zei: als Mensink de- geen is wien ik buiten eerst geslagen heb, dan is hij ook degeen die in mijn goed heeft gesneden. Do derde getuige, G. J. Oude Hamp sink, molenaar te Tubbergen, ver klaarde, dat door hem aan den burge meester vergunning was gevraagd voor de uitvoering. Daarna vervolgde deze getuige Hilberink heeft niet gedreigd, anders had ik het moeten zien, want ik stond naast hem. Get was de laatste in de 2aal. Buiten gekomen, ging hij naar Heuver, met wien hij heel best be vriend was, zoodat ik nooit kon ver moeden. dat ze mij iets zouden doen. Ik zei tegen Heuver „maar wat ge meen van je, om Hilberink zoo te slaan. Heuver vloekte toen en sloeg mij voor het hoofd, zoodat de lip bloedde. Voorts heeft get. gezien, dat Kort sloeg en hij zag Heuver met een revol ver In de hand staan, roepend „den eersten den beste, die een pas nadert, schiet ik voor zijn hersens". Heuver stond eenig8zins uitdagend. Niemand onzer, zegt get., was gewapend met een stok of zoo iets. Heuver zei. nader gehoord, door Oude Hampsink gedreigd te zijn. De caféhouder H. Berends, als vier de getuige gehoord, zag dien avond Heuver cn Kort met zulke gezichten, dat hij al direct bevreesd was, dat 't dien avond niet goed zou afloopen. Niet een van de jongens heeft wat te rug gedaan. Ze wilden veel te gaarne weg. Het werd een aigemeene vlucht. Beklaagde Heuver zei, binnen niet geslagen te hebben. De president Bij de instructie hebt gij verklaurd uit noodweer geslagen te hebben. Beklaagde Neen. Ik verklaarde, binnen niet geslagen te hebben. De president las de verklaring voor, beklaagde wijzend op het gewicht zij ner verklarngen, waarvan hij als po litiedienaar de beteekenis moest heb ben begrepen. 'Vijfde getuige was J. Koopman, eveneens lid van de Harmonie. Hij zag, dat Kort Hilberink sloeg en was zoo verschrikt, dat hij niet weet hoe hij weggekomen is. Getuige G. J. Asbreuk. die eveneens het voorgevallene in de gelagkamer heeft meegemaakt, verklaarde dat èn weid. medegedeeld uit zelfverweer tot handtastelijkheden te zijn overge gaan. Spr. concludeerde dat een vervol ging legen de belde veldwachters on vermijdelijk zou zijn en zond de stuk ken ter onderzoe kaan den rechter commissaris. Evenwel het hoofd van het parket (mr. Wentholt) oordeelde, op gronden meegedeeld in een rap port aan den procureur-generaal, dat niet dadelijk moest worden voldaan aan den eisch der klagers om eene vervolging in te stellen. De gevolgen daarvan zouden toch voor de beide veldwachters zich veel verder kunnen uitstrekken dan recht en billijkheid vorderden. Beiden toch stonden tot dusver zeer gunstig bekend, hetgeen spr. uitvoerig uiteenzette. Te Tubbergen werd de zaak echter niet vergeten; men meende daar dat alleen een strafvervolging' de gemoe deren tot rust zou brengen. Den lGen Mei verscheen als don derslag bij onbewolkte lucht de publi catie van mr. Ten Bruggencate, waarin o.a. de beschuldiging voor kwam dat do beide veldwachters voor kantonrechter valsche verklarin gen zouden hebben afgelegd. Deze houding van mr. Ten Bruggencate, die zich niet wendde tot den procu reur-generaal of tot de Rechtbank, laakt spr., het evenzeer afkeurende, dat hij deze mededeel ingen publiceer de tot, welker openbaarmaking hij ?en verlof had. De procureur-generaal vroeg om trent de publicatie inlichtingen, ter wijl zij bovendien leidden tot een dis ciplinaire straf, mr. Ten Bruggencate opgelegd, welke maatregel in twee stanties genomen werd. Spr. concludeert uit dit alles dat na rijp beraad de strafvervolging plaats had en dat de autoriteiten hebben in gegrepen, zoodra het openbaar belang zulks vorderde. Eerst door de pers is te Tubbergen de emotie over de zaak ontstaan de beweringen omtrent het gevoel van rechtsonzekerheid en de span ning aldaar zijn niet van overdrij ving vrij. En nu de zaak self. Het cardinaie punt voor de beoordeeling is, dat de beide veldwachters van den aanvang af hebben medegedeeld niet dan na aangevallen te zijn, te hebben gesla gen. Hier staan de verklaringen van beklaagden e:i getuigen tegenover el kaar. Wanneer het Juist is dat de veldwachters niet eerst zijn bedreigd, wat moet hen dan op dat moment hebben bezield? De verklaring van de agenten uit noodweer te hebben gehandeld, komt het O. M. zeer aannemelijk voor; het wil er bij het O. M. niet in, dat ge tuigen zich als lammeren hebben ge dragen en niet hebben tegengestrib beld. Men heeft toen in gemelijke, prikkelbare stemming tegenover eb kaar gestaan en toen zijn er kiappèn gevallen met het bekende gevolg. Ten slotte conclusie nemend, zegt het O. M. dat waar niet is aangetoond dat beklaagden zrch kunnen beroepen op noodweer in den zin der wet, zijn slotsom niet anders kan luiden dan veroordeeling! Maar spr. zegt er bij dat hij de Rechtbank nadrukkelijk wil wijzen op zoo veel uit het verle den van beklaagden, dat voor beulen warm pleit, en hunne antecedenten altijd gunstig zijn geweest. Het O. M. xequireerde tot veroor-' deeling van ieder der beide beklaag den van een geld boete van 25, sub sidiair tien dagen hechtenis. Beklaagden voegden hieraan ter hunner verdediging niets toe. Uitspraak over veertien dagen. ONTROUWE KANTOOULOOPER. Voor de ie kamer der Rechtbank te Amsterdam had zich te verantwoor den de 56-jar.ge looper der Incasso- Bank, lieklaagd dat hij zich op 12 Juli schuldig maakte aan verduiste ring van f 150, althans von 4.55 1/2. Beklaagde was bijna 12 jaren hij de Incasso-Bank als kantooriooper Ln' dienst. Hij verdiende f 14.30 per week en had bovendien als sergeant bij het Indische leger een pensioen van f "263 per jaar. Hij verkeerde niettemin in geldverlegenheid, gevolg van zijn spelen en drinken. Bij verschillende personen had hij 40 geleend en de vrees dat hij om dat geld lastig werd gevallen, zou hem geleid hebben tot de hasuleingen waaraan hij zich op 12 Juli schuldig maakte. Op 12 Juli, 's morgens te 9 1/4 uur verliet hij het kantoor der Bonk met een tasch met 110 wissels cn quitan- ties, tot een liedrag van ruim 4000, en met f 25 wisselgeld. De quitanties enz. moest hij gaan innen in het Ja cob van Lennepkwartier, Tegen 3 uur 's middags meest hij weer binnen we- om af te rekenen. Op dat tijdstip ongeveer had hij 22 quitanties tot een bedrag van 525.87 geïnd, zoodat hij met de 25 aan wisselgeld een be drag van f 551.87 in zijn bezit tiad. Nu nam hij uit zijn tasch 5 bankjes van f 10, en drie bankjes van 25. ter wijl hij uit des geldzak 25 aan spe cie bij zich stak, en bij een grutters- winkel in de Wolvenstraat gekomen, vroeg hij de winkelierster, die hij van vroeger kende, doelende op zijn tasch en geldzak: „Wil je dat even tjes voor mij bewaren?" Na tegen stribbelen deed de vrouw hek Ds kantooriooper kwam echter de tasch niet terughalen. De beklaagde was eerst naar Haar lem gegaan, van daar naar Dan Haag en vervolgens naar Rotterdam. Door dat zijn zwager aldaar, die boven een politiebureau woonde, hem bij zijn komst bij zijn naam noemde, wat door een poiitieagent werd gelioord, werd bekl. gearresteerd. Van de 150, die hij bij zich gestoken had, waren slechts 4.55 1/2 verteerd. Volgens hem had hij tasch en zak bij den winkelier, gedeponeerd om te zien of hij ergens geld kon leen en. Dat hij niet eerst naar het kantoor ging om af te rekenen, schreef hij toe aan angst en gejaagdheid. Het O. M. eischte 6 maanden gevan genisstraf. Mr. J. C. Boas, de verdediger, pleit te oplegging een er mindere stral Pers-Overzicht DE KUSTVERDEDIGING, een tweede artikel (zie voor H eerste ons persoveraicht van Maarv dag) schrijft „Het Vaderland" nog over de groote onwaarschijnlijkheid van een aanval van Engeland op onze kust. Het blad- haalt verschillende au toriteiten aan, en wijst o.a. op de conclusies van den brief over marine- beheer van den oud-minister Cohen Stuart: Zij zijn uitermate in staat het spook van Engelschen inval te doen verblee- ken. Occupatie van een Nederlandsche haven door Engeland tot aanvulling van voorraden of voor herstellingen acht hij onwaarschijnlijk omdat En gel a mis eigen havens zoo nabij zijn. Overbrenging van den zeestrijd naar onze territoriale wateren is met het oog op de ondiepten langs onze kust evenmin te verwachten. Aan het be zetten van een haven om ais operatie basis te dienen heeft Engeland niets, zoolang aan te nemen is, dat dït niet gelukken zou zonder een strijd, waar bij de verdedigingswerken natuurlijk niet inlokt in 's vijands handen zou den vallen; bovendien zou zulk een haven voor Engelands vloot een Se dan kunnen worden. Ook ten einde het openblijven van Duitschlands Rijnhavens te beletten heeft Engeland niet noodig onze kustplaatsen te be zetten; voor dat doel staan andere, eenvoudiger middelen ten dienste. En een landing van Engeland om via ons land tegen Duitsrhland te opereeren? Hoewel onze geheele kust van Den Helder tot den Hoek van Holland, ou der zekere voorwaarden van weersge eteldheid landing toelaat, is natuur lijk de beschikking over een of meer dere havens daarbij van groot be lang. Toch is het vermeesteren daar van nog slechts het begin der opera tie. Alle hinderpalen, die onze Jeven- de strijdkrachten, gesteund door na tuurlijke en kunstmatige hulpmidde len, tegen den opmarsch van de kust tot aan de grens kunnen opwerpen, zijn dan nog te overwinnen. Deze voorstellig, welke grooiendeels overeenkomt mei ihc van kolonel Von Bieberstem, leidt den schrijver dan ook tot de conclusie die het slot is van vele betoogen over ons defensie- vraagstuk, ml. „dat het voornamelijk van de geheele inrichting van ons ver dedigingsstelsel en daarbij op de eer ste plaats van de sterkte en deugde lijkheid onzer levende strijdkrp.chten zal afhangen, of pogingen om met eene op de Noordzeekust gelande le germacht tegen den Oostelijken na buur te ageer en, zullen worden onder nomen." Deze slotsom trekt ons meer aan, dan de uiitnoodiging om een fonds van veertig uiillioen te vormen voor onze kustverdediging, vooral wegens de 25 millioen voor kustforten, die, aange nomen zelfs de mogelijkheid eener Engelsche landing, deze volstrekt niet zouden kunnen beletten, imiien die onderneming slechts wordt gericht op een gedeelte van de kust dat buiten het rayon van het geschut der forten valt, iets waarvoor de aanvaller nar tuurlijk wel zorg dragen zaL Zonder op de te nemen beslissing vooruit te loopen, willen wij dan ook nu reeds verklaren, dat wij wat de kustverdediging betreft meer gevoe len voor een goede torpedovloot ge paard met een uitgebreid stelsel van mijn versperringen, en, wat de verde diging te land betreft, voor verbete ring van onze levende strijdkrachten, die dit voor hebben op het doode ves- tingmateriaal, dat zij zoowel tegen een uit het Westen als tegen een uit het Oosten komenden vijand voortref felijk te gebruiken zullen zijn. Of onze^Oostclijke naburen liever de door de Regeering voorgestelde op lossing wenschen, is iets, waarmede wij bij'de verdediging van onzen na- tionalen grond geen rekening hebben te houden, ja, dot veeleer in staat ia o mons tot grqote omzichtigheid te genover het voorstel te stemmen. EEN KANKER DER SAMENLEVING. ,;,Het Centrum" schrijft Een klein berichtje in een vakblaa trok onze aandacht- Over een bepaald tijdsverloop, zoo lezen we, werden In de gemeentelijke arbeidsbeurs van Amsterdam 84G9 mannen Ingeschre ven 2659 er van misten elke vak kennis. De op sociaal gebied zeer deskundi ge redacteur voegt daarbij „Het loopjongensbaantje wordt la ter het ongeluk van velen." Inderdaad, dat Is één factor, maar toch niet de voornaamste. Loopjongens zijn er ook noodig in tal van zaken, en wanneer de tijd, waarin zij dit „vak" uitoefenen, n1«t te lang duurt, kunnen ze ook daarin wel eigenschappen ontwikkelen, dia hun later in eiken arbeid te pas ko men ijver, nnuwezetheid, voorzich tigheid, initiatief De zaRk is echter, dat ze vaak loopjongen willen worden en, wat orcrer is. willen b I ij- v e n,; Juist om toe te geven aan zeke ren drang naar vriiheid en.... het is wel een ouderwetsc-h woord, maar de ondeugd is nog niet afgeschaft... naar luiheid. Er is onder de jeugd een akelig ge mis aan veerkracht te bespeuren men hoort kleine jongens, nazaten van hen, die Neêriand's vlag over de wereldzeeën voerden, ai praten over „gemakkelijke baantjes" en roemen de voordeelen van bet rentenieren. Van plichtsbpgrip om tot de welvaart, de kracht het vermogen der natie bij te dragen, geen sprake Van verant woorde! ij kb êidsbesef ten opzichte, van het werk en de materialen, die hun worden toevertrouwd, evenmin. Een gebrek, dat veelal op rekening komt der slappe paedagogie, die ouders en opvoeders er op na houden. En waarvan ze dan later zelveo de wrange vruchten zien vallen voor hun voet. Stoomvaartberichten Het stoomschip Balt (thuisreis) ar riveerde 6 September te Marseille. Het. stoomschip Koning Willem TT (uitreis') arriveerde 5 September te Port Said. Het stoomschip Sandhurst (uitreis) arriveerde 6 September te Port Said. Marktnieuws BEVERWIJK. Groentenmarkt. Aangevoerd en verkocht te Bever- rijk op 5 September 1910 Spinazie, per Heet 80 ct Amdijvie, per 100 str. J 2. Raapstelen, 100 bos L Koolrapen, per 100/4. Wortelen. 100 boe ƒ8. Komkommers, per 100 f 34. Augurken, per mandje 30 ct Aardap. klei, per Heet f 2.50. ld. zond, 4. Doppers, per kilo 16 ct Capucijners, per kilo 20 ct Raspers, per kilo 18 ct. Tuinboonen, per 1000 1.25. Snijboonen, per 1000 1.50. Heerenboonen, per 1Ó00 30 ct Roode kool, per 100 5. Bloemkool, per 100 10f 14. Uien, per Heet 2.50. Prei, i>er bas 10 ct Sla, per 100 krop 1. Rabarber, per 100 bos f 5. Pieterselie, per bos 5 ct Appeien, per Heet. 6f 8. Peren, per Heet 8—ƒ10. Frambozen, per mandje 0.12 1/2. Burgerlijke Stand SCHOTEN. GETROUWD: J. P. Cramer en S. M. A. Poulen BEVALLEN: J. M. von ZeelandBom, z. 1L Willemse—Oppen kamp d.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 7