De directie der Hamburg—Amerika
Linie had proeven laten nemen met
motoren van 1000 paardekraclit, wel
ke proeven volkomen bevredigend wa
ren. Men berekent, dat 27 man vol
doende zullen zijn, om de motaren
van de nieuwe pakketboot te bedie
nen .terwijl op de groote stoomsche
pen 250 man noodig zijn. Bovendien
zullen de machines minder geruisch
veroorzaken, gemakkelijker in bewe
ging te brengen zijn en 2000 ton aan
ruimte besparen. De Hamburg—Ame
rika-Linde heeft met groote handels
huizen contracten afgesloten waar
door zij zich voor geruimen tijd een
voldoende hoeveelheid benzine verze
kert.
HOOVERS.
In de buurt van den Hudson zijn de
kassier van de Atlas Brick Cy. en
zijn chauffeur, toen zij per automo
biel uit New-York naar het werk te
rugkeerden, voorzien van een groote
som gelds, overvallen, doodgeslagen
en uitgeplunderd.
Een troep gemaskerde mannen
wierpen ijzeren stangen in de wiel-
spaken van de auto. Daarop stortten
zij zich op den kassier en den chauf
feur en sloegen hen neder, toen zij
tegenstand trachtten te bieden. Het
geldkistje in den wagen, dat onge
veer 20.000 dollar bevatte, werd door
de roovers opengebroken en geledigd.
Tot dusverre is geen spoor van hen te
ontdekken.
EEN NIEUW ONTPLOFFINGS
MIDDEL.
Een Noorsch professor, Carlson,
vond voor «enigen tijd een nieuw
ontploffingsaniddel uit, dat bij alle
voordeelen van de nitro-glycerine de
nadeelen van deze mistdoor vuur
noch schok, door niets wat dan ook,
wat andere stoffen doet ontploffen,
kan explosie worden veroorzaakt
Carlsoniet aldus doopte Carlson
de stof verbergt zijn alles vernie
tigende kracht totdat de methode, ge-
efgend om de ontploffing te weeg te
brengen, het geheim van den uitvin
der, wordt toegepast
Een commissie van deskundigen
heeft in de Vereenigde Staten met
groote belangstelling proefnemingen
bijgewoond met dit Carlsoniet, dat
meer kracht kan ontwikkelen dan dy
namiet
Sport en Wedstrijden
EEN SENSATIONEELS NEDER-
DALING.
In de vliegwedstrijden te Deauvllle
vloog Morane tot een hoogte van 8469
voet (2541 M.j en verbeterde het hoog
te-record, onlangs door hem zelf ge
maakt
Gedurende de daling, toen Morane
zich op een hoogte van ongeveer 2500
M. a 2000 M. bevond, ontdekte de
vlieger, dat zijn motor bleef stilstaan.
Dat moet een vreeselijk oogenblik
voor hem zijn geweest. De aanwezi
gen gaven een gil Daar hoog in de
lucht zag men een zwart puntje met
zulk een verbazende snelheid naar
beneden storten, dat ieder meende,
dat Morane zich te pletter zou vallen.
Vliegers en journalisten sprongen
in hun automobielen, terwijl ambu
lance-rijtuigen >n volle vaart naar
Touques reden, waar het vliegtoestel
moest neergestort zijn, doch tot
ieders verbazing kwam Moraue ben
tegemoet met zijn hoogte-opnemer in
de hand. Deze wees het maximum,
zijnde een hoogte van 2582 meters.
Morane vertelde, dat toen hij op
2500 M. hoogte gekomen was, de kou
de onuitstaanbaar was geworden,
doch hij wilde nog hooger stijgen en
toen zijn barometer het maximum
aanwees, begon hij zachtjes te dalen,
doch op 2000 M. gekomen, weigerde
de motor allen dienstonmogelijk
was het, de schroef in beweging le
krijgen. In plaats van in zachte glij
vlucht naar beneden te komen, geleek
het meer een val. De snelheid der
daling werd zoo groot, dat Morane er
duizelig van weid.
Toen dacht Morane, dat hij verlo
ren was, te meer daar hevige ruk
winden zijn toestel aangrepen. De
aarde, eerst onzichtbaar, naderde nu
snel. Eindelijk slaagde hij er toch In,
door het doen werken van zijn hoogte
stuurtoestel, zijn Blériot zachtjes
naar den grond te brengen. Zoo ont
snapte Morane als door een mirakel
aan den dood, terwijl hij het hoogte-
record klopte.
Later ging hij zijn toestel halen en
keerde er inee terug door de lucht.
Eene grootsche ovatie viel hem te
beurt. Morane verklaarde, dat hij
niet zou rusten, wrraiear hij de 300Ó
M. zou bereikt hebben.
Letteren en Kunst
JUBILEUM LOUIS BOUWMEESTER
Naar der Locomotief werd medege
deeld, zal Louis Bouwmeester in
September a.s. vermoedelijk den
24en te Soerabaja zijn 50-jarig jubi
leum als tooneelspeler herdenken. Te
Soerabaja heeft zich daarvoor een
commiLssie gevormd.
NIEUW LEVEN.
Dit maandschrift der Véreenlgiing
ter verbreiding der Waarheid le
Haarlem bevat o.a. artikelen over de
volgende onderwerpen: „Dienen",
..Rome en de Bijbel", „Weest op
recht", voorts verschillende kleine
bijdragen en vereenigingsnieuws.
Kerk en School
Ds. F. OBERMAN,
Gister herdacht ds. F. Oberman,
predikant bij de Ned. Hervormde" ge
meente te Leiden, den dog, waarop
hij 25 jaren geleden zijn intrede als
leeraar bij deze gemeente deed, na
eerst op enkele andere plaatsen te
hebben gestaan.
Geruimen tijd geleden had zich een
commissie gevormd met het doel den
jubilaris op dezen herinneringsdag
een blijk van waardeerLng en erkente
lijkheid te schenken. Niet minder dan
700 gemeenteleden schonken" een bij
drage.
's Morgens vervoegde deze commis
sie zich ten huize van den jubilaris
en met toespraken van de hoeren K.
Pander, P. J. van Hoeken en C.
Bloot J.Rzn. werd den jubilaris een
portefeuille met inhoud aangeboden,
met een album vermeldende de na
men der deelnemers.
PASTOOR LIJNSCHOTEN.
In den ouderdom van 50 jaar is
overleden pastoor Lijnschoten, pas
toor van de Mozes- on Afironskerk
aan het Waterlooplein te Amster
dam
Koloniën
HET TWEEDE ATJEH-RAPPORT
VAN DEN HEER LIEFRINCK.
Het rapport door het eerstdaags
naar Nederland vertrekkend lid in
den Raad van Indië, den heer Lief-
rnck, omtrent zijn tweede reis naar
Aijeh uitgebracht, heeft de Regeering
bereikt.
„Naar de „Java-Bode" vernam, is
dit rapport, over het algemeen geno
men, gunstig.
De Regeeringscommis9aris heeft bij
zijn reizen door het gewest kunnen
waarnemen, dat de toestanden, in
streken waar hij die de eerste maal
gunstig had' bevonden, thans even
eens gunstig waren, en dat die in
streken waar rust en orde toen nog
te wenschen leten, thans vooruiigaan-
de zijn.
De heer Liefrinck geeft als zijn
meening te kennen, dat het militair
bestuur in meerdere plaatsen door
civiel bestuur zou kunnen worden
vervangen. M at ook alweer op voor
uitgang der pacificatie wijst.
Dit alles neemt niet weg, dat er
nog deelen zijn van liet uitgestrekte
gebied, waar het gezag zich buiten
de onmiddellijke omgeving der vesti
gingen niet in voldoende mate kan
doen gelden.
heengaan aan. Hilberink gaf mij een Heuver èn Kort geslagen hebben en
duw en de andere jongens pakten ,lal geen ^er jongens heeft terugge-
mij van achteren. Den stomp in de s'ogen.
borst voelde ik so,, poor uur Mor
OOB. Ik tlM( VUT, mij al en raakte hebbe„ m Kurl i,llbcrulk vaM.
Hiltierink. 11 ij viel, trapte naar mij bicld toen deze geslagen werd en dat
en in de deur haalde ik Hilberink den Heuver met den gummistok in het
stok over het hoofd. rond sloeg
Ik heb niet gezien dat Heuver met G- B- Lenferink, postbode, verklaar
den gummistok sloeg. Buiten gokn- omtrent de geschiedenis met den
men, maande ik de jongen, aan tot"tf'ÏZZ
naar hus gaan. Er kwam mij iemand werd vastgegrepen. De broeder stond
achterop. Den volgenden dag zag ik [toen in de deur van den deel, terwijl
dat mijn jas in den rug was stukge- de veldwachters daar buiten stonden,
sneden. Buiten kwam iemand met 'n De officier deed getuige Oude
greep, roepende: ik zal dien verd Hampsink de vraag of over deze zaak
veldwachter doodsteken. Beklaagde J* eens vergaderingen zijn gehou-
heeft bij de. instructie verklaard ik j Getuige Ja, om te bespreken hoe
trok mijn revolver, doch beklaagde dp zank aanhangig te krijgen met mr.
zei thans slechts met den stok te heli Ten Bruggen Cate.
ben gedreigd. De officier Wat is daarbij ge-
Op de vraag van den president: wist j beuixl
je dat do jongens het op jullie gemunt iGüluiSe Mr. Ten Bruggen Cate
haiitlon? antwoordde boklaajds: Hem SflLakTer^d k"(,genT dldb a'
var heeft mij wel eens verteld dat hel m6l 5luk lu Jc blaJcn
met kormis eenige jongens bij Lo zuilen probceren.
huis uit het café waren geworden en De officier verzocht hiervan aantee-
döt hem dat kwalijk werd genomen."kening.
Beklaagde is niet bang voor de jon- Nadat beklaagden nog hadden me-
geus, wel voor bet mos vou Tobber-tetaieeld. dal zij bij bui. «'klariu-
en gen bleven, werden de getuigen a dé-
t I charge gehoord.
Rlr. Jomtsma: Kom, kom, daar heb; Getuige M. Veen, Rijksambtenaar,
ik nooit van gehoord. verklaarde gezien te hebben, dat Kort
De officier: Het kornt wel eens voor!driemaal sloeg in het café. Hij heeft
I niet gezien, dat Heuver in het café
GETUIGENVERHOOR. sloeg.
I De tweede getuige a décharge, Jo-
Als eerste getuige werd gehoord J. hanna van Been. dienstbode in het
Hilberink, waarnemend directeur van café van Berends, heeft niet gezien,
hot muziekgezelschap. i dat Heuver of Kort bedreigd of aange-
Hilberink zei niet gedreigd te heb-vaBea waren. Getuige heeft ook ge-
beu. „,k weid bang; want Ut z«s ml
dat die toeren iels voorhadden. IK Heuver zei, dat dil meisje alles heeft
liep weg en kreeg eenigo slagen op gezien.
liet hoofd, zodat het bloed er uit liep. Kort deelde mede, dat deze getuige
Jk heb hier het bebloede boordje bij is overgehaald om precies zoo te ver-
Rechtszaken
De Tubbergscbe polltlequaestls.
Eerst Papendxecht...
Nu weer de (ook reeds bekende!)
Tubbergsche puJitiequaestie.
Deze werd Dinsdag voor de recht
bank te Almelo behandeld. Den ge
meenteveldwachters, tevens onbezol
digde rijksveldwachters, A. Heuver
en H. AL Kort te Tubbergen werd bij
dagvaarding ten laste gelegd:
dat zij in den avond van den 2en
Februari 1910 te Tubbergen ieder
Johannes Hilberink hebben mishan
deld, door hem ieder opzettelijk eeni
go bande slagen toe te brengen, waar
van hij pijn heeft ondervonden, en
beklaagde Heuver bovendien dat hij
opzettelijk Gregorius Johannes Oude
Hampsink op voor dezen pijnlijke wij
ze heeft geslagen en beklaagde Kort
daarenboven, dat hij Johannes Hen-
ctrikus Mens mg moedwillig een har
den slag heeft toegebracht en pijnlijk
geraakt.
VERHOOR DER BEKLAAGDEN.
De eerste beklaagde Heuver, deelde
mede, dat hij in den avond van 2 Fe
bruari thuis zittend muziek hoorde.
Hij zei tegen zijn collega Kort: wat
zal er nu te doen zijn? Zij begaven
zich naar het café van Berends,
waar de muziek werd gegeven. Heu
ver heeft aan Berends gevraagd: heb
(e vergunning"? Toen riep Oude Hamp
sink, directeur van het muziekgozel
schap Harmonie: ,,ik heb vergun
ning". Heuver vroeg: „schriftelijk?"
Waarop Oude Hampsink antwoord
de: „daar heb je niets mee te maken
en ook nog vloekte. De caféhouder zei
daarop tot de aanwezigen: „kom,
jongens, ga nu ar uit."
President: Gingen de jongens weg?
Bekl. Heuver: Ze gingen wel naar
de deux. Kort heeft de deur openge
daan. Toen heeft Hilberink me ge
dreigd. Kort zag dat en zei, „pas op,
begin niet met de politie." Hilberink
bleef dreigen en vloekte daarbij.
Ik zag dat men Kort wilde aangrij
pen en dat deze een slag op het li
chaam kreeg; zoodat hij achterover
boog, dus een stomp voor de borst
ontving. Ik' riep: „pas op, blijf van
mijn collega af' en sloeg daarop met
den gummistok.
Bij de instructie heeft deze bekl.
verklaard: ,,'t is best mogelijk dat ik
toen iemand geraakt heb." Hij ver
moedde thans niemand geraakt te
hebben.
Toen de jongens buiten kwamen,
gelastte Heuver: „naar huis!" Oude
Hampsink kwam dreigend op Heuver
af. Toen sloeg ik zoo zei beklaag
de van mij af. Ik raakte iemand,
die dreigend op mij afkwam, wion
weet ik niet. Mensing lag op den
grond. BekL tilde hem op en
„nou, schreeuw maar zoo niet, zoo
erg als 't lijkt is het niet." Of deze
persoon bloedde, kon bekL Heuver
niet zien.
Bekl. is toen verder gegaan. Poet
bode Lenferink dreigde met een greep
en kwam naar buiten, zeggend:
zal die veldwachters doodsteken."
Door twee personen werd Lenferink
aangegrepen en tegengehouden.
Beklaagde Kort zei dat de jongens
in het oafé rustig waren. Ik maande
zoo zei hij wel driemaal tot
mij. Buiten gekomen, hoorde getuige
bekl. roepen: „Waar is die vent, dan
zal ik hem...!" Getuige heeft niet go-
schopt. Naar huis loopend, hoorde
getuige gekerm. Hij heeft niet gezien
dat ook maar een van de jongens iets
terug deed. Wel ontstond er rumoer
en een algemeen tumult, omdat men
niet gauw genoeg uit de zaal kou ko-
Belclaagde Heuver, nader gehoord,
zei dat Hilberink met twee vuisten
hem heeft gedreigd.
Beklaagde Kort ontkende de juist
heid der mcdedeelingen van Hilbe
rink. Hij heeft Hilberink op het hoofd
geslagen. Bij de deur buiten heeft be
klaagde niets geroepen. In een omme
zien was de zaal leeg.
Rechter Mr. Jorritsma: Dezen
vluchtten voor jullie en toch siocg je
buiten er weer op.
klaren als dq jongens hebben
klaard.
Getuige ontkende zulks.
REQUISITOIR.
Hierna kwam het Openbaar Minis
terie aan "t woord.
Spr. ving aan met de mededeeling,
dat hij over deze zaak zoo uitvoerig
mogelijk, wenschte uit te weiden. Het
komt hem voor dat men hier te doen
heeft met iets wat gelijkt op een he
vig beroerde binnenzee, terwij] het
toch niets anders is dan een storm
in een glas water. Spr. heeft van den
beginne af de zaak medegemaakt, is
volkomen bevoegd haar te beoordee-
len en weuscht dan ook zekere han
delingen van buitenstaande personen
te critiseeren.
-Den 3en Februari vervoegden zich
ten parketté*te Almelo drie klagers:
Mensink, Oude Hampsink en Hiibe-
Bekiaagde Kort: We joegen zo naar J rink, doch evenzeer de beide gemeen-
1 teveldwachters, welke laatsten verzet
Rechter Mr. Star Busmann: Jo rapporteerden bij het constateeren
hadt verstandiger gedaan zelf naar ee.ü0r vergunningsovertreding. Spr.
huis te gaan. constateerde teen sporen van klap-j
Als tweede getuige werd gehoordoen, doch geen zichtbaren hinder
J. II. Mensink, klompenmaker te Tub- door de klagers ondervonden, terwijl
bergen. Getuige heeft gezien dat èn J re<xls düor de beide veldwachters
Heuver èn Kort hebben geslagen.
Mensink hoorde Oude Hampsink
schreeuwen: „O, ze slaan mij een
tan duit den mondl" Ik zei zoo ver
volgde deze getuige tegen Heuver,
die op vier pas afstand van mij stond:
„maar man, wat doen jelui toch. Je
moet Oude Hampsink toch niet slaan.'
Toen draaide Kort zich naar ons toe
en sloeg mij tegen den rechterkant
van het hoofd, juist over den slaap.
Terwijl ik daar zoo lag, trachtte veld
wachter Heuver mij overeind te hel
pen. Hij beurde mij op en zei: „Joan
nes, het was niet om u begonnen."
En Heuver èn Kort ontkenden de
juistheid van het door Mensink ver
klaarde. Kort zei: als Mensink de-
geen is wien ik buiten eerst geslagen
heb, dan is hij ook degeen die in
mijn goed heeft gesneden.
Do derde getuige, G. J. Oude Hamp
sink, molenaar te Tubbergen, ver
klaarde, dat door hem aan den burge
meester vergunning was gevraagd
voor de uitvoering.
Daarna vervolgde deze getuige
Hilberink heeft niet gedreigd, anders
had ik het moeten zien, want ik stond
naast hem. Get was de laatste in de
2aal. Buiten gekomen, ging hij naar
Heuver, met wien hij heel best be
vriend was, zoodat ik nooit kon ver
moeden. dat ze mij iets zouden doen.
Ik zei tegen Heuver „maar wat ge
meen van je, om Hilberink zoo te
slaan. Heuver vloekte toen en sloeg
mij voor het hoofd, zoodat de lip
bloedde.
Voorts heeft get. gezien, dat Kort
sloeg en hij zag Heuver met een revol
ver In de hand staan, roepend „den
eersten den beste, die een pas nadert,
schiet ik voor zijn hersens". Heuver
stond eenig8zins uitdagend. Niemand
onzer, zegt get., was gewapend met
een stok of zoo iets.
Heuver zei. nader gehoord, door
Oude Hampsink gedreigd te zijn.
De caféhouder H. Berends, als vier
de getuige gehoord, zag dien avond
Heuver cn Kort met zulke gezichten,
dat hij al direct bevreesd was, dat 't
dien avond niet goed zou afloopen.
Niet een van de jongens heeft wat te
rug gedaan. Ze wilden veel te gaarne
weg. Het werd een aigemeene vlucht.
Beklaagde Heuver zei, binnen niet
geslagen te hebben.
De president Bij de instructie hebt
gij verklaurd uit noodweer geslagen
te hebben.
Beklaagde Neen. Ik verklaarde,
binnen niet geslagen te hebben.
De president las de verklaring voor,
beklaagde wijzend op het gewicht zij
ner verklarngen, waarvan hij als po
litiedienaar de beteekenis moest heb
ben begrepen.
'Vijfde getuige was J. Koopman,
eveneens lid van de Harmonie. Hij
zag, dat Kort Hilberink sloeg en was
zoo verschrikt, dat hij niet weet hoe
hij weggekomen is.
Getuige G. J. Asbreuk. die eveneens
het voorgevallene in de gelagkamer
heeft meegemaakt, verklaarde dat èn
weid. medegedeeld uit zelfverweer tot
handtastelijkheden te zijn overge
gaan.
Spr. concludeerde dat een vervol
ging legen de belde veldwachters on
vermijdelijk zou zijn en zond de stuk
ken ter onderzoe kaan den rechter
commissaris. Evenwel het hoofd van
het parket (mr. Wentholt) oordeelde,
op gronden meegedeeld in een rap
port aan den procureur-generaal, dat
niet dadelijk moest worden voldaan
aan den eisch der klagers om eene
vervolging in te stellen. De gevolgen
daarvan zouden toch voor de beide
veldwachters zich veel verder kunnen
uitstrekken dan recht en billijkheid
vorderden. Beiden toch stonden tot
dusver zeer gunstig bekend, hetgeen
spr. uitvoerig uiteenzette.
Te Tubbergen werd de zaak echter
niet vergeten; men meende daar dat
alleen een strafvervolging' de gemoe
deren tot rust zou brengen.
Den lGen Mei verscheen als don
derslag bij onbewolkte lucht de publi
catie van mr. Ten Bruggencate,
waarin o.a. de beschuldiging voor
kwam dat do beide veldwachters voor
kantonrechter valsche verklarin
gen zouden hebben afgelegd. Deze
houding van mr. Ten Bruggencate,
die zich niet wendde tot den procu
reur-generaal of tot de Rechtbank,
laakt spr., het evenzeer afkeurende,
dat hij deze mededeel ingen publiceer
de tot, welker openbaarmaking hij
?en verlof had.
De procureur-generaal vroeg om
trent de publicatie inlichtingen, ter
wijl zij bovendien leidden tot een dis
ciplinaire straf, mr. Ten Bruggencate
opgelegd, welke maatregel in twee
stanties genomen werd.
Spr. concludeert uit dit alles dat na
rijp beraad de strafvervolging plaats
had en dat de autoriteiten hebben in
gegrepen, zoodra het openbaar belang
zulks vorderde.
Eerst door de pers is te Tubbergen
de emotie over de zaak ontstaan
de beweringen omtrent het gevoel
van rechtsonzekerheid en de span
ning aldaar zijn niet van overdrij
ving vrij.
En nu de zaak self. Het cardinaie
punt voor de beoordeeling is, dat de
beide veldwachters van den aanvang
af hebben medegedeeld niet dan na
aangevallen te zijn, te hebben gesla
gen. Hier staan de verklaringen van
beklaagden e:i getuigen tegenover el
kaar. Wanneer het Juist is dat de
veldwachters niet eerst zijn bedreigd,
wat moet hen dan op dat moment
hebben bezield?
De verklaring van de agenten uit
noodweer te hebben gehandeld, komt
het O. M. zeer aannemelijk voor; het
wil er bij het O. M. niet in, dat ge
tuigen zich als lammeren hebben ge
dragen en niet hebben tegengestrib
beld. Men heeft toen in gemelijke,
prikkelbare stemming tegenover eb
kaar gestaan en toen zijn er kiappèn
gevallen met het bekende gevolg.
Ten slotte conclusie nemend, zegt
het O. M. dat waar niet is aangetoond
dat beklaagden zrch kunnen beroepen
op noodweer in den zin der wet, zijn
slotsom niet anders kan luiden dan
veroordeeling! Maar spr. zegt er bij
dat hij de Rechtbank nadrukkelijk
wil wijzen op zoo veel uit het verle
den van beklaagden, dat voor beulen
warm pleit, en hunne antecedenten
altijd gunstig zijn geweest.
Het O. M. xequireerde tot veroor-'
deeling van ieder der beide beklaag
den van een geld boete van 25, sub
sidiair tien dagen hechtenis.
Beklaagden voegden hieraan ter
hunner verdediging niets toe.
Uitspraak over veertien dagen.
ONTROUWE KANTOOULOOPER.
Voor de ie kamer der Rechtbank te
Amsterdam had zich te verantwoor
den de 56-jar.ge looper der Incasso-
Bank, lieklaagd dat hij zich op 12
Juli schuldig maakte aan verduiste
ring van f 150, althans von 4.55 1/2.
Beklaagde was bijna 12 jaren hij de
Incasso-Bank als kantooriooper Ln'
dienst. Hij verdiende f 14.30 per week
en had bovendien als sergeant bij het
Indische leger een pensioen van f "263
per jaar. Hij verkeerde niettemin in
geldverlegenheid, gevolg van zijn
spelen en drinken. Bij verschillende
personen had hij 40 geleend en de
vrees dat hij om dat geld lastig werd
gevallen, zou hem geleid hebben tot
de hasuleingen waaraan hij zich op
12 Juli schuldig maakte.
Op 12 Juli, 's morgens te 9 1/4 uur
verliet hij het kantoor der Bonk met
een tasch met 110 wissels cn quitan-
ties, tot een liedrag van ruim 4000,
en met f 25 wisselgeld. De quitanties
enz. moest hij gaan innen in het Ja
cob van Lennepkwartier, Tegen 3 uur
's middags meest hij weer binnen we-
om af te rekenen. Op dat tijdstip
ongeveer had hij 22 quitanties tot een
bedrag van 525.87 geïnd, zoodat hij
met de 25 aan wisselgeld een be
drag van f 551.87 in zijn bezit tiad.
Nu nam hij uit zijn tasch 5 bankjes
van f 10, en drie bankjes van 25. ter
wijl hij uit des geldzak 25 aan spe
cie bij zich stak, en bij een grutters-
winkel in de Wolvenstraat gekomen,
vroeg hij de winkelierster, die hij
van vroeger kende, doelende op zijn
tasch en geldzak: „Wil je dat even
tjes voor mij bewaren?" Na tegen
stribbelen deed de vrouw hek
Ds kantooriooper kwam echter de
tasch niet terughalen.
De beklaagde was eerst naar Haar
lem gegaan, van daar naar Dan Haag
en vervolgens naar Rotterdam. Door
dat zijn zwager aldaar, die boven een
politiebureau woonde, hem bij zijn
komst bij zijn naam noemde, wat door
een poiitieagent werd gelioord, werd
bekl. gearresteerd. Van de 150, die
hij bij zich gestoken had, waren
slechts 4.55 1/2 verteerd.
Volgens hem had hij tasch en zak
bij den winkelier, gedeponeerd om te
zien of hij ergens geld kon leen en.
Dat hij niet eerst naar het kantoor
ging om af te rekenen, schreef hij
toe aan angst en gejaagdheid.
Het O. M. eischte 6 maanden gevan
genisstraf.
Mr. J. C. Boas, de verdediger, pleit
te oplegging een er mindere stral
Pers-Overzicht
DE KUSTVERDEDIGING,
een tweede artikel (zie voor H
eerste ons persoveraicht van Maarv
dag) schrijft „Het Vaderland" nog
over de groote onwaarschijnlijkheid
van een aanval van Engeland op onze
kust. Het blad- haalt verschillende au
toriteiten aan, en wijst o.a. op de
conclusies van den brief over marine-
beheer van den oud-minister Cohen
Stuart:
Zij zijn uitermate in staat het spook
van Engelschen inval te doen verblee-
ken.
Occupatie van een Nederlandsche
haven door Engeland tot aanvulling
van voorraden of voor herstellingen
acht hij onwaarschijnlijk omdat En
gel a mis eigen havens zoo nabij zijn.
Overbrenging van den zeestrijd naar
onze territoriale wateren is met het
oog op de ondiepten langs onze kust
evenmin te verwachten. Aan het be
zetten van een haven om ais operatie
basis te dienen heeft Engeland niets,
zoolang aan te nemen is, dat dït niet
gelukken zou zonder een strijd, waar
bij de verdedigingswerken natuurlijk
niet inlokt in 's vijands handen zou
den vallen; bovendien zou zulk een
haven voor Engelands vloot een Se
dan kunnen worden. Ook ten einde
het openblijven van Duitschlands
Rijnhavens te beletten heeft Engeland
niet noodig onze kustplaatsen te be
zetten; voor dat doel staan andere,
eenvoudiger middelen ten dienste. En
een landing van Engeland om via ons
land tegen Duitsrhland te opereeren?
Hoewel onze geheele kust van Den
Helder tot den Hoek van Holland, ou
der zekere voorwaarden van weersge
eteldheid landing toelaat, is natuur
lijk de beschikking over een of meer
dere havens daarbij van groot be
lang. Toch is het vermeesteren daar
van nog slechts het begin der opera
tie. Alle hinderpalen, die onze Jeven-
de strijdkrachten, gesteund door na
tuurlijke en kunstmatige hulpmidde
len, tegen den opmarsch van de kust
tot aan de grens kunnen opwerpen,
zijn dan nog te overwinnen.
Deze voorstellig, welke grooiendeels
overeenkomt mei ihc van kolonel Von
Bieberstem, leidt den schrijver dan
ook tot de conclusie die het slot is
van vele betoogen over ons defensie-
vraagstuk, ml. „dat het voornamelijk
van de geheele inrichting van ons ver
dedigingsstelsel en daarbij op de eer
ste plaats van de sterkte en deugde
lijkheid onzer levende strijdkrp.chten
zal afhangen, of pogingen om met
eene op de Noordzeekust gelande le
germacht tegen den Oostelijken na
buur te ageer en, zullen worden onder
nomen."
Deze slotsom trekt ons meer aan,
dan de uiitnoodiging om een fonds van
veertig uiillioen te vormen voor onze
kustverdediging, vooral wegens de 25
millioen voor kustforten, die, aange
nomen zelfs de mogelijkheid eener
Engelsche landing, deze volstrekt niet
zouden kunnen beletten, imiien die
onderneming slechts wordt gericht op
een gedeelte van de kust dat buiten
het rayon van het geschut der forten
valt, iets waarvoor de aanvaller nar
tuurlijk wel zorg dragen zaL
Zonder op de te nemen beslissing
vooruit te loopen, willen wij dan ook
nu reeds verklaren, dat wij wat de
kustverdediging betreft meer gevoe
len voor een goede torpedovloot ge
paard met een uitgebreid stelsel van
mijn versperringen, en, wat de verde
diging te land betreft, voor verbete
ring van onze levende strijdkrachten,
die dit voor hebben op het doode ves-
tingmateriaal, dat zij zoowel tegen
een uit het Westen als tegen een uit
het Oosten komenden vijand voortref
felijk te gebruiken zullen zijn.
Of onze^Oostclijke naburen liever
de door de Regeering voorgestelde op
lossing wenschen, is iets, waarmede
wij bij'de verdediging van onzen na-
tionalen grond geen rekening hebben
te houden, ja, dot veeleer in staat ia
o mons tot grqote omzichtigheid te
genover het voorstel te stemmen.
EEN KANKER DER SAMENLEVING.
,;,Het Centrum" schrijft
Een klein berichtje in een vakblaa
trok onze aandacht- Over een bepaald
tijdsverloop, zoo lezen we, werden In
de gemeentelijke arbeidsbeurs van
Amsterdam 84G9 mannen Ingeschre
ven 2659 er van misten elke vak
kennis.
De op sociaal gebied zeer deskundi
ge redacteur voegt daarbij
„Het loopjongensbaantje wordt la
ter het ongeluk van velen."
Inderdaad, dat Is één factor, maar
toch niet de voornaamste.
Loopjongens zijn er ook noodig in
tal van zaken, en wanneer de tijd,
waarin zij dit „vak" uitoefenen, n1«t
te lang duurt, kunnen ze ook daarin
wel eigenschappen ontwikkelen, dia
hun later in eiken arbeid te pas ko
men ijver, nnuwezetheid, voorzich
tigheid, initiatief De zaRk is echter,
dat ze vaak loopjongen willen
worden en, wat orcrer is. willen b I ij-
v e n,; Juist om toe te geven aan zeke
ren drang naar vriiheid en.... het is
wel een ouderwetsc-h woord, maar de
ondeugd is nog niet afgeschaft... naar
luiheid.
Er is onder de jeugd een akelig ge
mis aan veerkracht te bespeuren
men hoort kleine jongens, nazaten
van hen, die Neêriand's vlag over de
wereldzeeën voerden, ai praten over
„gemakkelijke baantjes" en roemen
de voordeelen van bet rentenieren.
Van plichtsbpgrip om tot de welvaart,
de kracht het vermogen der natie bij
te dragen, geen sprake Van verant
woorde! ij kb êidsbesef ten opzichte, van
het werk en de materialen, die hun
worden toevertrouwd, evenmin.
Een gebrek, dat veelal op rekening
komt der slappe paedagogie, die
ouders en opvoeders er op na houden.
En waarvan ze dan later zelveo de
wrange vruchten zien vallen voor
hun voet.
Stoomvaartberichten
Het stoomschip Balt (thuisreis) ar
riveerde 6 September te Marseille.
Het. stoomschip Koning Willem TT
(uitreis') arriveerde 5 September te
Port Said.
Het stoomschip Sandhurst (uitreis)
arriveerde 6 September te Port Said.
Marktnieuws
BEVERWIJK.
Groentenmarkt.
Aangevoerd en verkocht te Bever-
rijk op 5 September 1910
Spinazie, per Heet 80 ct
Amdijvie, per 100 str. J 2.
Raapstelen, 100 bos L
Koolrapen, per 100/4.
Wortelen. 100 boe ƒ8.
Komkommers, per 100 f 34.
Augurken, per mandje 30 ct
Aardap. klei, per Heet f 2.50.
ld. zond, 4.
Doppers, per kilo 16 ct
Capucijners, per kilo 20 ct
Raspers, per kilo 18 ct.
Tuinboonen, per 1000 1.25.
Snijboonen, per 1000 1.50.
Heerenboonen, per 1Ó00 30 ct
Roode kool, per 100 5.
Bloemkool, per 100 10f 14.
Uien, per Heet 2.50.
Prei, i>er bas 10 ct
Sla, per 100 krop 1.
Rabarber, per 100 bos f 5.
Pieterselie, per bos 5 ct
Appeien, per Heet. 6f 8.
Peren, per Heet 8—ƒ10.
Frambozen, per mandje 0.12 1/2.
Burgerlijke Stand
SCHOTEN.
GETROUWD:
J. P. Cramer en S. M. A. Poulen
BEVALLEN:
J. M. von ZeelandBom, z. 1L
Willemse—Oppen kamp d.