NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang. No. 8347 Verschijnt dagelijks3 behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 9 SEPTEMBER 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENT IËN: ,,nnr PER DR,E MAANDEN: Van 1—5 resels 50 cts-; iedere reêel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement voor naariem f luu -4a;y--L/TijC? Haarlem van 1—5 regels/l.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per reee Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kont der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing* Franco per post door Mederland.-1.65 m Mi) JVfN 50 Cts. voor 3 plaatsingfn k contant. B v P S' Afzonderlijke nummers0.02 H V RSTfc) /«TM V' Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37M Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Costër. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA~~~ Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1202. Tentoonstelling van het Groene Kruis. IL Bij het doorwandelen van dc zalen komt de vraag onwillekeurig bij den toeschouwer op, welke soort van be zoekers or verwacht worden. Docto ren, hygiënisten, verpleegsters (ik zag er een paar) zullen in allerlei trans portmiddelen en hygiënische artike len van verschillenden aard hun ga ding vinden, maar verschillende af- deelingen, die voor tuberculose, kwak zalverij en drankbestrijding bijvoor beeld, zijn van zuiver populaire strek king. En nu is er, tot mijn verwonde ring, niets gedaan om ook den minder bemiddelde gelegenheid tot toegang te geven. Dc laagste entreeprijs is een kwartje, dat wil dus zeggen vijftig cents voor den werkman, «lie zijn vrouw meebrengt, (want de vroüw ls nummer écn in huis, als het hygiëni sche maatrogelen betreft) en dat is veel te duur. Kostelooze toegaug op verschillende dagen, vooral op den Zondag, en als men dat niet wil uit vrees voor ongewenschte elementen, een entreeprijs van een stuiver per persoon, zou allicht succes hebben 1 Nu zal de onbemiddelde buiten de deur blijven. Ik vind dat daarom zoo jammer, omdat ik het denkbeeld zou willen op peren, van deze tentoonstelling, ont daan van plaatselijke inzendingen zooals bijvoorbeeld het pracht-slaap- kamer-ameublcment van een Utrecht- 8che firma, dat er niet behoort, een soort reizende expositie te maken, waarven dus ook andere sleden zou den kunnen profiteeren. Uit den aard van de zaak toch zal het bezoek van de tentoonstelling te Utrecht zich tot de inwoners van die stad en haar om geving, hoogstens van de provincie, bepalen. Als van dit rondreizen dor tentoon stelling iets zou kunnen komen, bren gen we het misschien ook nog zoover, dat er een index komt op den catalo gus, nu is het daarin wanhopig zoe ken. Wat ik in mijn eerste artikel het slagveld noemde is een verzameling wassen beelden, voorstellende hoe men verongelukten verwaarloozen en hoe men hen daarentegen door gepas te eerste hulp kan trachten te redden. Als verwerkelijking van het eerste dienen o. a. een paar kerels, die met de vraag „wat moeten we nou be ginnen duidelijk op de suffe gezich ten geschreven, een man, die een on geluk gekregen heeft, zoodat liet been hem door de knie heensteckt, laten liggen. Als beeld van nuttige hulp fungeert een jong mensch, die bezig is bij een paarsblauwen drenkeling de levensgeesten weer op te wekken. Dit is van de afdeeling Redding wezen wel het meest prikkelende, maar niet het belangrijkste. Het is inderdaad merkwaardig, te zien hoe op allerlei manier, door geïmprovi seerde draagbaren, verbandkisten, zuurstofapparaten en zoo m'eer, hulp geboden kan worden aan medemen- schen, die een ongeluk hebben gekre gen of zichzelf toegebracht.. Bij 't be kijken van wat hierin te zien is ver geet de bezoeker haast, te vragen wat ter wereld in de afdeelïng een snel- blusscher te maken heeft. Misschien heeft het ding een symbo- lieke beteekenis, want er zijn meer inzenders, die branden willen blus- schen, de geheel onthouders-vereoni- ging van Nederlandsche artsen bij voorbeeld, zij het dan ook een inwen- digen brand. In een uitvoerige verza meling tabellen en vergelijkende op gaven tracht deze vereeniging de na- deelen van het alcoholgebruik aan te toonen. Met den Volksbond, de Neder landsche vereeniging tot afschaffing, Rnkrateia, Sobrietas en den Alg. Ne- derl. Onthoudersbond heeft deze art- sen-vereeniging een plaatsje gekregen op het podium van de eerezaal, een bewijs van de waarde, die en te recht aan deze betooging wordt ge hecht. De verzameling van de artsen is dan ook populair bij uitnemend heid er worden o. a. brooden ver toond, in verschillende grootten, aan gevende hoeveel brood te verkrijgen is voor den prijs van een borrel, een maatje jenever, een flesch bier, een flesch wijn. vergelijkingen zijn er van de voedingswaarde van verschillende zaken, een antwoord op de lang niet gemakkelijke vraag „wat kan men drinken in de plaats van alcoholhou dende dranken en zoo meer. Maar treffender nog is de afdeeling van de kwakzalverij, die trouwens ook gedeeltelijk met drankmisbruik ver band houdt Wacht u voor den kwak zalver staat er met groote letters te lezen. En dan volgt ouder anderen een opgaaf van de samenstelling van verschillonde middelen, die worden aangeprezen om menschen van hun drankzucht af te helpen. „Anticola is pepermuntwater, kost f 6.per flesch", zoo lezen we, Retzlaf bestaat uit gentiaan, kost f 5A0, ja zelfs van het quasi vermaarde middel der we duwe Abbring vernemen we, dat het plantenpoeder is, waarschijnlijk gentiaan. Om die geheimzinnigheid kest het zeker vijf en twintig gulden I En als apotheose van deze vertooning wordt ons voorgehouden, dat drank zucht niet door het innemen van mid deltjes kan bestreden worden, maar alleen door geheel-onthouding. Wel mag de Vereeniging tegen do Kwakzalverij wijzen op de spreuk, die aan den wand geschilderd is Gesontheyt edel dingh, van u is 't dat wij schrijven, Opdat uw soete lucht bij ons sou mogen blijven. Die „soete lucht" is wat onsmake lijk, maar de bedoeling is goed. In 25 jaar hoeft de vereeniging niet minder dan 466 middelen onderzocht en geeft van verschillende de samenstelling op. En om den Nederlander, die ziek is, of zich verbeeldt dat te wezen, te tref fen in zijn dierbaarst lichaamsdeel, de portemonnaie, geeft de vereeniging op cartons een heele verzameling ad vertentiën, met de namen van de bla den er bij, die in één .maand in die couranten hebben gestaan. Een geduchte verzameling 1 Zal het pakkende opschrift„Wat de zieke Nederlander den kwakzalver in een maand voor reclame betaaltden liefhebber van zulke middeltjes tot andere, betere gedachten brengen De mensch is nog altijd zoo, dat hij over een werkvrouw, dio zijn huis komt schoonmaken, informaties vraagt en vlotweg vertrouwen schenkt aan den eerste, die hom voorstelt zijn veel kostbaarder, veel teerder lichaam te genezen Ik heb eens aan een kennis ge vraagd „mag ik je schoenen lappen, als ze kapot zijn?" Hij keek doodverhaasd en zei toen „dank je wel, jij verstaat toch het schoenlappen niet „Ileelemaal niet", zei ik. „maar me dacht, dat je dat licht eerder kon wa gen, dan je gezondheid aan een ge wezen schoenlapper toe te vertrou wen." Dat had hij namelijk pas gedaan. Toch ging, meende hij, de vergelijking niet op. waarom niet vergat hij te zeg-, gen, zoodat ik het argument nog niet heb kunnen begrijpen. Maar de vereeniging tegen do kwak zalverij loopt in haar vaart het doel wel eens voorbij. Ze slijt op de ten toonstelling voor een cent wel een bcotjo krenterig een prent, waarop de geschiedenis staat afgebeeld van Jan Kwak, versierd met dichtregelen van laat lk zeggen populair gehalte. Jan Kwak heeft op school niet willen deugen, is uit den dienst wegge jaagd, heeft vervolgens gestolen, is voor boterknoeierij in de gevangenis gekomen en wordt ten slotte rijk door kwakzalversmiddelen. Moet hieruit nu worden afgeleid, dat alle kwakzal vers op school niet gedeugd, in dienst valsch gespeeld, een koffer gekaapt en in de doos gezeten hebben? Kom aan I Wie te veel bewijzen wil Voor zoodanige overdrijving is ook al een spreuk in de zaal geschilderd -. MisbruycR verkeert het soetste soet. In walchclik en bitter roet. Ergens in een hoek van de kleine zaal heb ik zoo waarlijk nog een staartje van huis-industrie gevonden. Natuurlijk ter afschrikking 1 't Was een Jcamortje. waarin het wasschen van lijfgoed, inet de hand als ik het zoo noemen mag, werd uitgeoefend, midden in 't gezin, onhygiënisch dug. Daartegenover stond, als de hygiëni sche deugd, een inzending van den Bond ter bevordering der waschin- dustrie in Nederland, die natuurlijk alles machinaal*doet. wasschen, wina- droog maken en zoo meer. Een heer, die daar blijkbaar mee te maken had, bood mij inlichtingen aan. „Jammer, dat de machines 's avonds niet in werking zijn", meen de hij te moeten opmerken. Jawel, dacht ik, machinerie staat stil. entreeprijs is verdubbeld. Logica der hygiëne Toen sprak hij van de voordeelen der machinale wasscherij, die vele menscheu Diet inzien, omdat ze zeg- ;en, dat hun goed er zooveel meer achteruit gaat, dan bij de wasch- vrouw. „Dat moet toch ook wel zoo wezen", bracht ik in 't midden, versch onder de herinnering van een huishoudelijk gesprek. „Dan ligt het", zei hij, „aan do be handeling of aan dé stoffen, die ge bruikt worden, maar zeker niet aan de machines." En deze uitspraak van iemand die het weten kan, bied ik nu als pruc- tisch resultaat van mijn bezoek, den Haarlemschen huismoeders aan als steun in haar eeuwigen strijd tegen den bleèker. Wat je op deze tentoonstelling bijna niet ziet, dat zijn geneesmiddelen. I-Iet Groene Kruis wil vooral ziekten voor komen, een beginsel, dat beschamend werken moet op de menschen ze zijn er die den dokter vooral het najagen van stoffelijke bedoelingen toeschrijven. Het tegendeel is waar. En de Utrechtsche tentoonstelling, uitvlooi- 'an een vereeniging waarin tal vau dokters arbeiden, georganiseerd door een Comité, waarin zes artsen zitting hebben, die tentoonstelling is een be wijs van hun onbaatzuchtigheid. De hygiëne voorkomt ziekten, krimpt dus het aantal zieken in en benadeelt het stoffelijk welvaren van den arts. Hij weet dat natuurlijk, toch laat hij in het tentoonstellingsgebouw de volgen de gulden woorden schilderen De beste dokters, ver in 't rond, Die nooit betrapt zijn op een flater, Zijn, in collegiaal verbond. Dieet, beweging, lucht en water. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht "t Is nog altijd ln den komkommer tijd althans wat de internationale politiek betreft. Waarover zullen de redacteurs der groote politieke cou ranten schrijven Nu er niets bijzon ders is, nioet er maar wat gezocht worden Een der bekende melkkoetjes voor zulke in het nauw-zittende politiekers is het gele gevaar. Dit bedenkt ook de „Tagliche Rundschau", welk Duitsch blad een artikel wijdt aan JAPAN EN NEDERL.-INDIë. De schrijver, Budi Utama, dio al3 specialiteit meermalen over Indische aangelegenheden schrijft, haalt een artikel van het Bata\iansch Nieuws blad aan als bewijs voor liet gevaar, dat do Nederlandsche koloniën van Japan uit bedreigt IIij besluit aldus Zoo uit zich de N'edorlniidsch-Indi- sche pers. Ik geloof daaraan te kun nen toevoegen Zou het don ook voor de groote Europecsche mogendheden geen tijd worden, wat meer hunne oogen ie richten naar die, door de natuur zoo rijk gezegende, eilanden "n het Verre Oosten Daar zal een wak Europeesch volk. dat het inder daad aan het noodige initiatief ont breekt, om het groote Maleische eilan denrijk tot hooger ontwikkeling te brengen, misschien eerder dan men denkt voor den aandrang van het gele ras moeten wijken en daardoor zou dan het gele gevaar een heel stuk dichter bij Europa komen. Tot zoover deze beweerde Indische specialiteit. Wat zou hij eigenlijk be doelen Zijn schrijven is tweeledig •oip te vatten le. dat het noodig is, dat de sterkere Europecsche mogend heden Nederland in den strijd iegen het gele ras zullen steunen 2e. dat het beter is. dot. deze mogendheden Nederlandsch-Indië inpalmen, want anders zou Japan het toch doen. We gelooven, dat m'nheer Utama de zaak voor Nederland te zwart in ziet. Voorloopïg is hel gevaar niet zoo dreigen en we hopen, dat we de hulp of tussrhenkonist der groote mo gendheden in 't geheel niét noodig zullen hebben Toch kan men niet onverschillig blijven voor de moderniseering en machtsuitbreiding van Japan, getui ge nu pas weer de annexatie van Ko rea. ONGERUSTHEID IN CHINA gekomen. De Chineeschc pers wijs*, op hei gevaar, dat het llcinelsche ruk bedreigt, indien de regeering zich niet opmaakt om de noodige hervormin gen in te voeren, door de meest ener gieke mannen in den staat aan het bewind te roepen. De verwijzing daarbij naar Japan als de zijde, vanwaar het gevaar het meest te dichten is, heeft den Japan- scher- gezant te Peking aanleiding gegeven, om bij de Chineesche regc-e- ring verzet aan te teekenen tegen de houding der pers. Men ziet hierin een poging van Ja pan, om den prins-regent te in timi deeren, en daardoor te voorkomen, dat Yoean Sji Kai weder aan het be wind wordt geroepen. In den tijd van nieuws-schaarschte komt er natuurlijk ook een verhaal over EEN AANSLAG OP DEN TSAAR VAN RUSLAND, natuurlijk een mislukten aanslag. De Tsaar is met familie ilians te Eriedberg, naar het heet om gezond heidsredenen. Nu wordt van daar ge meld, dat twee mannen in de uniform van officieren vau liet 88ste regiment het kasteel, waar de Tsaar verblijf houdt, hebben trachten binnen ie dringen. Zij waren de wacht aan de poort al voorbij, maar aan de deur van het kasteel lieten de schildwach ten hen niet door, omdat zij geen pas konden vertonnen. De twee geheim zinnige bezoekers gingen daarna, zon der dat men hen herkend had, terug. Het merkwaardige van de zaak is, dat het 88ste regiment op manoeuvre is en er dus geene officieren van dat regiment in Friedberg konden zijn. Te Friedberg zijn uitgebreide maatregelen genomen voor de veilig heid van den Tsaar. De twee bekende po!:! -spionnen Onze Lachhoek VERKLAARBAAR. Het verwondert mij, waarom drievierde van de machineschrijvers vrouwen zijn. Dat is toch heel begrijpelijk, om dat dit de eenige vrouwen zijn, die zich door mannen de les laten lezen MENSCH EN GASMETER. Twee vrienden ontmoetten elkaar na lange afwezigheid. De een had een uurrood gezicht. De ander zei „Zeg «eens, Jan, ik geloof, dat j'j Maar Jan, hem in de rede vallende, verzekerde «lat hij maar één glaasje bier daags dronk. „Dan is je gezicht", zei de ander, .precies als mijn gasmeter, die meer aanwijst, dan hij gebruikt." EEN GETUIGSCHRIFT. Een dienstbode kreeg het volgende getuigschrift mee „Hierbij vorklaar ik, dat houder dezes op elf maanden na een jaar in mijn dienst Ls ge weest. Gedurende dien tijd vond ik haar vlug bij de deur. matig in haar werk, snel met uitvluchten, vriende lijk tegenover jongelui, getrouw aan haar vrijers en eerlijk, wanneer alles achter slot was." Azof en Harting-Landesen zouden, volgens een gerucht, onder een ande ren naam daar zijn, om mede voor de persoonlijke veiligheid van Z. M. te waken. DE KRETENSER QUAESTIE blijft zich hardnekkig handhaven. We hebben in het vorig Overzicht reeds opgemerkt, dat Turkije niet tevreden is over het antwoord der be schermende mogendheden op de Turksche nota. De mogendheden ver klaarden, zooals men weet, in dat antwoord, dat Griekenland's houding steeds correct is geweest. Verder schreven ze, dat er, wat de verkiezing der Kretensers voor de Grieksche Na tionale Vergadering betreft, voor de mogendheden weinig anders te doen viel dan de gekozen Kretenseis, die tevens Grieksche onderdanen zijn, te verzoeken hun functies op Kreta neer te loggen, terwijl de Kretensers, die geen Grieksche onderdanen zijn, hun mandaten zouden moeten weigeren. Met een dergelijke regeling nu kan Turkije het niet vinden. Hei kan er niet dc billijkheid van ontkennon, maar vindt, dat oj) die maiuei een gevaarlijk precedent zuu zijn gescha pen, voor verdere verkiezing van Kretensers tot lid van een vertegen woordigend lichaam ill Griekenlund. Met het Grieksche onderdaauschap kim zoo gemakkelijk de hand gelicht worden. Als men nu de verkiezingen van eenige Kretensers tol lui der Grieksche nationale vergadering goedkeurt op grond van hun Grieksch onderdaanschap, welken waarborg heeft men dan, dat er niet eensklaps op Kreta tal van Grieksche onderda nen zullen verrijzen Griekenland krijgt op die manier een prachtige kans, om zijn invloed op Kreta uit te breiden en Turkije wil de grenslijn juist zoo scherp mogelijk stellen. Kre ta hoort bij Turkije en Kretensers be- hooren zich Ottomanen te voelen, en goon Grieken. Tegelijkertijd Kreten- ser en Griek te zijn, is volgens het standpunt der Turksche autoriteiten feilelijk iets onbestaanbaars. Geheel ongelijk kan men de Turken niet geven. Uit de ge heele geschiede nis blijkt weer, <lat de Turksche di plomaten slimme vogels zijn, die zich FEUILLETON MT O 3E®. Naar het Engelsch door CHARLES GARVICE. 71) En waarom ter wereld, vroeg hij zichzelf ongeduldig af, zou hij bij dit tooneel van \roolijke schittering aaa dien jongen Cyryl moeten deuken? Hij zuchtte ongeduldig, besloot het verleden van zich af te zetten en het genoegen vau het oogenblik aan te grijpen. Zi, hadden een tocrljo door de zaal gemaakt. Eliot hield in cn ging een oogenblik ter zijde staan. U verdient een beter danseur, zei bij rmuir ik ben het dansen niet ge woon. Ik heb in langen tijd niet ge danst. Hierbij dacht hij aan de een voudige danspartijen, waaraan hij zoo nu en dan in Australië had deelgeno men. Ik hoop, dat u er niet al te warm of vermoeid van is geworden. Nora was verplicht te spreken, maar haar „Neen" was nauwelijks hoorbaar, en Ellot moest zich voor over bulgen om het te verstaan. Zij wandelden verder cn Nora kon nu weer op adem komen, ofschoon haar hart nog steeds heftig klopte. Zij pas seerden ten iweedenmale de rij van oudere dames op de sofa's en juffrouw Deborah keek op, glimlachte en knik te voldaan tegen Nora. Is die dame uw moeder vroeg Eliot. Neen, antwoordde Nora. Eliot glimlachte. Ik vraag u excuus, zei hij. Ik- vergat voor 't oogenblik, dat u gemas kerd en incognito is. en dat het slech te vormen verraadt om vragen te doen ten minste dat komt mij zoo voor, want dit is het eerste gemasker de bal, waaraan ik deelneem. U is ze ker met alle regols goed op de hoogte? Neen, zei Nora, dat is mijn eerste bal. Zij had nu wat duidelijker gespro ken, cn zij begreep uit den plotselin- gen druk van zijn hand, dat haar stem hem had getroffen. Plotseling keek hij aandachtiger op haar neer, en hield zijn adem in, alsof hij geen letter van hetgeen zij zeide, wilde ver liepen. Och neen, dat meent u toch niet zei hij vol verbazing. U danst uitste kend ten minste, dat schijnt mij zoo tuoik ben natuurlijk niet de ware beoordeelaar. En is dit dus uw eerste bal Ik hoop. dat u er van geniet Ja, zei Nora. U ook Hij lachte kortaf, de lach. dien zij zoo goed kende. Dat weet ik niet zeker, antwoord de hij. Ten minste een poosje geleden wist ik het niet en vroeg ik mij af. waarom ik hier was gekomen. Derge lijke dingen liggen gewoonlijk niet in mijn lijn. Maar nu geniet ik er wel van. Wat ligt dan wei in uw lijn vroeg Nora met.de vrijmoedigheid, die haar nooit zou verlaten. Eliot lachte weer. Wel, ik geloof werken, zei hij. Mijn verblijf hier is maar zeer tijde lijk. Ik wacht in Londen totdat ik mijn zaken af kan doen. Waar gaat u heen, als zij zijn af- geloopen vroeg Nora. Hij keek haar aan met een glim lach over haar vrouwelijke nieuws gierigheid. Dat weet ik uiet, zei hij. Bui tenlandsch. misschien wel naar Australië. U veronderstelt zeker, dat u het recht heeft mij vragen te doen, omdat ik "een masker draag. Dat be hoort eigenlijk niet zoo, is 't wel Ik moet zorgen, dat ik een inkomen krijg. Zeker, dat moet u, stemde Nora toe. Ik ben eigenlijk ook uit mijn sfeer. Voor mij is het leven ook wer ken. Ik ben de gezelschapsjuffrouw van de oude dame, die zoo straks le- gcu mij knikte en glimlachte. Zij schijnt een vriendelijke, oude dame te ziin, zei Eliot. Dat is zij ook, zei Nora, met een warmen toon in haar stem. U kent Sir Joseph natuurlijk, anders zou u niet hier zijn O, ja. Ik ken hem, zei Eliot, maar mijn aanwezigheid hier geeft daarvan nog niet het bewijs er zijn hier honderden menschen, dio hem alleen maar bij naam kennen. Hij is een heel groot man, die Sir Joseph? fluisterde Nora. O ja, ik geloof het wel, stemue Eliot toe. Ilij is een der groote won deren op de aarde, en staal op het punt een nog veel grooter te worden, geloof ik. kent hem, natuurlijk Een beetje, zei Nora, maar ik ben hier alleen als gezelschapsjuf frouw van mijn meesteres. Er volgde een oogenblik van stilte, toen zei Eliot ernstig Ik vraag mij af of u mij uw naam zou zeggen als ik u met den mijnen bekend maak Mijn naam is Eliot Graham. En mijn naam is Nacht, zei Nora. Hij had met een vreemden angst op haar antwoord gewacht, en lachte nu kort met iets als teleurstelling in zijn stem. Ik besrijp niet, waarom u mij uw naam niet wil zeggen, zei hij maar natuurlijk, ik mag u daartoe niet trachten over te halen. Wil u een glas wijn of een portie ijs. Nacht Eeti portie ijs. alstublieft, zei Nora. Zij gingen naar het buffet. Eliot haalde een portie ijs voor haar en een glas champagne voor zichzelf. Terwijl Nora langzaam haar ijs opat, stond Eliot tegen de tafel geleund en keek peinzend op haar neer. De gewaar wording, dat hij haar meer gezien, haar stem meer gehoord had, was heel sterk in hein wakker geworden maar zij hield haar hoofd" voorover gebogen en hij kon niets van haar ge laat zien en ofschoon hij zich ieder een trachtte te herinneren, die hij den laafsten tijd in Londen ontmoet had, kon hij haar niet herkennen of zich herinneren. Langzaam at zij haar ijs op, treu zelde er mee. omdat zij de kostbare oogenblikken van zijn gezelschap wil de rekken. Te weten, dat hij naast haar stond, was een genoegen, te groot, om ouder woordcu te brengen. De muziek van het beroemde orkest kwam naar hen toe, vermengd met het lachen, het licht en vroolijke go- babbel van 'dc schitterende menigte. Het was als een droom voor Nora, een droom, waaruil zij wist spoedig te moeten ontwaken om te scheiden van den man, dien zij beminde met een gevoel, dat haar deed beven en bijna beangstigde. Plotseling ginger een dame voorbij aan den arm van een heer, en onder het voorbij gaan likte zij Eliot op den arm. HOOFDSTUK XXXIII. Een ontdekking. Vergeet niet, dat wij den volgen den dans samen hebben, zei ze op zuchten, bijna liefkoozenden toon. Eliot keek op en knikte. Dat is Miss Florence Hartley, zei Nora. Eliot keek nieuwsgierig op haar neer. Kent u haar zei hij. lk heb haar meer gezien, zei Nora. Dan moet u scherpe oogen heb ben, merkie Eliot op. Ik kan een dame met een mas ker aan nauwelijks herkennen. Is zij een vriendin van u, een groote vriendin zei Nora op zuchten toon. Eliot maakte een ongeduldigo bewe ging. Zij is zeker een vriendin, zei hij. Zij is heel vriendelijk tegen mij ge weest. Zooals ik u al vertelde, ligt dit alles heelemaal niet in mijn hjn. Ik ben een nieuweling in Londen zoo groen, eu Miss Bartlev.... Hij zweeg eu keek in zijn leeg glas. Zij is heel mooi, zei Nora. O, ja, stemde Eliot toe. Zij staat bekend als een van dc mooiste vrou wen in Londen. fWordt varvolffdi.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5