me; menscnen opgevuld, en ae meat
trilde van het Killen, het beesdi
sciireeuw en van liet weeneu. Man
nen siaan met groot rumoer te vloe
ken machteloos wil hier en daar een
gillende vrouw tegen dien menschen-
stroom zich opwerken, en die niet
modegestuwd worden door de zwel
lende massa, staan vast tegen de mu
ren gedrukt, vit en stom.
Te vergeefs trachtten de dichte
rijen van pciMio, het volk terugsioo-
tende en drukkende, een doorgang te
maken in de menigte. Op dat top
punt van verwarring, toen do paar
den van de wagens met de voorpooteu
m de lucht stonden, daar doven plot
seling allo lichten, de booglampen ia
de straat en de lichtbollen in de win
kels, en een korte maar des te diepe
re schok vaart door de menigte.
Daar kwam in het gezicht van de
menigte een tong naar hoven een
dorstige, smachtende tong, die zich
kronkelt in de duisternis. W aar het
pas donker was. verscheen in hot
vuur een vermetele rij gouden reu
zenletters „Moultrie". Moultrie
was een wóórd, in ieder huishouden
bekend, een wonder van vernuft, ar
beid en tijd. Moultrie was groot, tel
kens nieuw, schitterend betooverend.
Moultrie was gevestigd in een van
de heerlijkste bouwwerken dor we
reld een handelspaleis, reusachti
ger en schitterender, dan de paleizen
uit een droomwereld. En Moultrie
werd afgerold, geen ladder steeg naar
boven, geen spier was in werk ver
warring was daar koningin Het siste
on kraakte en loeide, en dan een ge
luid als losgebarsten uit de keel van
een wilden stier in de hitte van den
kamp
De schuifladders op!
Do mannen van de laddermachine
sprongen op als electrische naalden.
Haakladders tegen die hooge ra
men
Als een silhouette tegen den gloed
achter hem, stond Colby in 't front
van de opgepakte brandweermannen.
Ziju hoofd stond uchterover, zijn
wenkbrauwen hoog opgetrokken, vuur
schoot uit zijn oogen en zijn handen
waren opgeheven in de lucnu
Vrijwilligers vooraan
Twintig mannen sprongen naar
voren.
Breng de kameraden mee naar
voren, als gij kunt
De haudlaaders ratelden, de ma
chines knarsten on de straat werd ge
lijk au.n ©en haven met masten be
plant.
Spuit Eén en Twee naar de ach
terzijde. de klimmers van Vier cr bijl
De chemische Zes naar den oostkant,
chemisch© Zeven westkant! Spuit Drie i met tw«e\andeiT-
en Vier naar de gebouwen aan den -
overkant Spuit Zes en Acht rechts,
spuit Tien en Twaalf links Moultrie
is verloren Past op de stad
Onweerstaanbaar was de kracht.
JtCnt van het vuur rte paarnen van
de ladderwagens beenhollen m woos-
zo vuart naar den hoek van liet gloei
ende geraamte van Moultrie. De wa
gon stopt, de grooto ladder rijst en
rijst midden in do straat. Naai- boven
vliegt een brandman, grijs van hoofd,
klimmend met al zijn spieren. Over
zijn schouder hangt een rol reddings-
lij.n en de glinsterende, ijzeren haak
slingert lieen en weer. Wit en kalm,
ziclt inspannend voor do ecne nog
restende wanhopige poging, om zijn
kind te redden, staat Colby op den
wankelenden top van do lodder en
ziet naar boven,
Greta
Vader
Nog ongedeerd
Mijn meisje, ik durf niet dicht-
bij komen de hitte van beneden zou
mijn ladder verbranden als een luci
fer. Ga een beetje op zij staan
Eenmaal, tweemaal wierp hij de
reddingsljjn uit, maar miste, terwijl
de ijzeren haak naar boneden zwaai
de. De derde worp, an de reddings-
lijn doorboorde het raam gelijk een
vuurpijl het want doorklieft van het
gestrande schip.
--Nu, Goelu, maak de lijn vast
rondom je middel houd goed vast
h1„niel bjmg i 1
ste schoonheid deed schitteren, lie
pen tweo heete tranen over zijn blee-
ko wangen en gingen verloren
zilver van zijn baard. Dan echter, als
wilde hij de sombere gedachten ver
drijven, die hein bestormden, tracht
te hij de rimpels te doen verdwijnen,
die zich over zijn voorhoofd plooiden.
Hij stond op, liep het terras op en
neer, dat in gelukkiger tijden dit le
ven had zien voorbij snellen, zoo vol
aantrekkelijkheid tot dat éene noodlot
tige oogenblik, sedert hetwelk hij nu
hier slechts alleen kwam.
De oogen dwalend in de verte, keek
hij naar de heuvels van Provence,
waar hij zijn geheele gelukkige leven
had doorgebracht met zijn echtgenoo-
te, met zijn zoor en hij hechtte zich
zeer aan al deze herinneringen, die
hem 't hart pijnigden.
Overal verhieven zich prachtige
villa's als de zijne, waaruit de heerlij
ke geur der lentebloemen opsteeg.
Soms zag hij in een er van ©enige vve-
Jzens, die hij haatte, omdat zij geluk-
Stijf en stom zien de toeschouwers kig waren cn als, door een toeval, uit
hel meisje haar weten builen het een dier door groen omslingerde hui-
was wondervol op veiligheid ingericht
brandeminers, een brandspuit, che- die op dat éénc oogenblik
mische bluschapparaten op alle hoe-
ken. Meer nog, Moultrie had zijn
eigen bekwame brandweerbrigade
ja. Moultrie was „brandvrij En
toch likte die roode tong door dc duis
ternis, en zeiden die gulden letters
Moultrie staat in brand j"
Colby's voorzeggende geest had niet
gefaald, liij den eersten slag van dc
alarmklok had hij bij zichzelf gezegd.
„Moultrie Mogelijk hierom, omdat
li ij droomde van Greta, toen de ha
mer viel, en Grota werkte op een hoo
ge verdieping in dat hooge huis i
Nieuwe rouilo tuugeu kroiumhta, «"Ikeorook Van raam tot raam hiu-
am uitsteken, en voor een oogen
blik op den dorpel zitten.
Ik ben klaar, vader
Houd vast, mijn kind
Daar was een ruk, de lijn stond
strak gespannen, de ladder boog
een heldere kinderlach klonk,
beefde hij en bracht de hand aan het
Overal die rossige gloed tegen
de lucht, op de maren, vol geplakt
met reclame-plakkaten, op
reusachtige inspanning uitging
van Colby's ijver om te redden, geheel
vertrouwd met ieder onderdeel van
<len dienst, en neersloeg op de storm
achtige aanvallers. Stuk voor stuk
verbraken zijn bevelen, donderslagen
gelijk, de langzaamheid in de straat.
Sneller dan een foto, was de werk- I
loosheid der verwarring ia haastigen
ijver omgezet en de onverschilligheid I
in woncierbure werkzaamheid. De Colby zich vastgeklemd, als de har-
eene scuuiüoduer na de anuere zond pocnler zich vastklemt aan den mast),
zwaaiend haar heele lengte door do van waJviscnboot. De volle breedte ac umn- die11
van de straat slingerde het meisje h" ondanks alles,
heen en weer. Üp heleind van een!haten
slinger, kon de menigte door den
hart.
Een oogenblik voerde de morgen-
zwiepte terug als een groote pijn-jwind de =eluiden der groot© stad tot
bcoin bij een stoot van den orkaan, deze oorden hij richtte zich plotse-
Wie zal zeggen, hoeveel duizenden ge-ling op, dol van smart en woede
harten bonsden en dreigden stil te j waar "et keikhof lag, keek met wilde
a an oogen naar die stad cn verviel dan
Zlja zwiepende sparren had J weer in zijn neerslachtigheid.
Het was omdat
Sinds dien tijd was 't in huis droe
vig geworden. De boeket viooltjes ver
sierde niet meer den licht-blauwen
salon, welks blinden gesloten bleven.
De vader had gezegd „liet is ge
ëindigd, mijn zoon is dood voor mij,
nooit meer, nooit meer zal hij in deze
woning komen", en twee tranen wa^
ren over zijn wangen gevloeid, twee
tranen van smart en haatvan smart
omdat hij de liefde vnu dezen zoon,
dien hij zelf zoo lief had. verloren
had, vuil haat om die onschuldig©
vrouw, wier eenige misdaad was, niet
van adel te zijn.
Henri was intusschen getrouwd.
Maar er was iets, dat hem belette ge
lukkig te zijn. Hij voelde den vader
lijken vloek hem op het hoofd druk
ken en ondanks de liefde en lieftallig
heid zijner echtgenoote, bleef hij droe
vig gestemd. Hoe dikwijls verrustte
zijn Jeanne hem, als hij voor het ven
ster zat to droomen en als zij hem dan
'roeg, waaraan hij dacht, antwoordde
hij met bewogen slem
Ik zou mijn moeder willen terug
zien, mijn vader, dat huis, waar ik
zooveel bemind heb en welks deur nu
voor immer voor mij is gesloten.
Zij trachtte dan hem te troosten en
ging daarna heen, omdat zij meende
niet het recht te hebben dezen vader
en deze moeder den lijd te onirooven
gedurende welke hun beminde zoon
aan hen dacht.
Eindelijk bracht een gebeurtenis i
zonneschijn in deze woning Jeanne
wolkje, geen vlekje. Een zwak briesje
bewoog het dunne gebladerte, waar
doorheen de zon hare stralen zond,
die 01) den grond geleken op f jne gou
den loovertj'es.
Do grijsaard schre< d voort. Op dc
kromming van den weg gekomen,
wendde hij zich plotseling om en trad
hel kerkhof binnen. Snel liep hij de
cypressen-lauen en de rijen graftom
ben door naar de plaats, waar zijn
"ave vrouw voor iunner sluimerde.
Het was omstreeks 'J uur en bet
kerkhof scheen verlaten. Plotseling
bleef hij staan op het graf zi'ner
echtgenoote was een jonge viouw, die
hij niet kende, biddende neergeknield
terwijl een achtjarige blondine lang
zaam viooltjes ontbladerde.
Hij had geen tijd om te denken. Aan
het einde van de laan zag hij zijn
zoon komen met twee groote boeket
ten chrysanthemums in de handen,
die hij wcenende op het mos neerleg
de. Hij voelde zijn hart onstuimig
kloppen en hij sloop langzaam achter
de hoornen, om te luisteren.
Toen hoorde hij ziju Henri snik
kend mompelen Arme moeder, ik
heb haar zoo lief gehad 1
Misschien zou zij nog leven, als
uw vader niet zoo wreed was ge
weest, antwoordde Jeanneen we
zouden dan gelukkig zijn.
Dc grijsaard was ontroerd tot in het
diepst van zijn zielbezwijkend haast
door dit verwijt, hoorde hij een stem
aan zijn oor fluisteren Vergeef, om-
iuwuu UUIlgOll uruutiuiueu I 1,1, I 1
zich hongerig door de duisternis iie-1 g haakladders, totdat de hoog- I
tien. Overal die rossiim eWl u>. ste verdiepingen bereikt waren.
zijn zoon, ziju HcnrL Ginds
i i iii Van onder "naar boven'ëleden rle i meegevoerden rook heen, even holwa3 met die vrouw» die hom zijn
dc draden brandweermannen met safmgepeiste ,neis* e" atoad in «erbiedig f00» ontstolen had en die hij zooveel
zich ginds bevond 'sc,10nk baar echtgenoot een dochter- dat lk verSeven heb. En bij het zien
o bemind had dien tjö' VerheuBd schreef hij aan zijn va-1 )'ai' dezc schoone vrouw, van dit
noc niet kon 'der antwoordde niet. Toon was vvaarvan bij de grootvader was,
zijn besluit genomen. Op een najaars- van dozen zoon, die hem nog steeds
1 liefhad en in éénzelfde gebed den
JUCI leciouie-piaMsaten, up ae araaen onfzn" al«s zii dit "Plmi vi»
en de telefoonpalen en de menschen. I bppen langs de ladders, de hutploozen 1 jjJJJJ»», van een doodf v
De hoofddeur von Moultne was wijd balf versniet naar buiteu dragende, I ,d kloek ph onvers-hrnk-i
opengeslagen, en een menigte stroom-*»et wonderbare behendigheid. Gedul- .eu. ,mverï-.,rokl
welhad vervloekt 1
brokken i Do markies de Lucival was op 29-
morgen verliet hij de stad met Jean-
nctte en zijn kleine, die hij, ter herin
nering aan zijn vader, den naam van
Lucienne had gegeven.
De zon boorde zich door het geel ge-
o]".-ugesiagen, en een menigte stroom-v.uuueiuai© ueuenuisneia. ueuui- siin„e„ie hc> "c<- öf
de naar buiten. De breede ruiten \vu- dig bleven de andereu wachten. On- 'ij.-u o: J 1 jangen ieetiijd gehuwd met baronesse bladert©, een briesje woei uit het wes-
ren stuk eeslmren imar loritA.-i telbare Stralen siormde.i aan bissen,1 snasvi vaneen mos. 1;„J._
reu stuk geslagen naar buiten en de I telbare stralen stormden aan sissend
schrik stuwde de uitvliegenden op de en de lucht vervullend met schuim en
menschenmassa als een hydraulische I trossen drupDels en afgebroKen wa-
pers. Aan de nooddeuren stonden I terstralen. De straat was een vuile,
groepen gestallen, iuiaslig vooruu, glimmende weg geworden en de goien
maar met wankelenden stap, uls borrelden van het zwarte water,
nachtwandelaars doen in huu angst) En overal gelijk scheen het grijze
voor een schrikkelijk di-oomgezicht. hoofd van Colby te zijn overal klonk
Met een blik rondom had Colby al- zijn diep ireluid, moed cn raad en be-
les begrepen de plaats van den I velen gevend. Dat was Colby van
brand, de helsche felheid van lietvroeger niet meer. veranderd was hij
vuur, de onbeweeglijke massa m de ui een bleek, onverzettelijk, heer-
straten, de versperde nooduiwangei.schond, staieu weien, maar toch
Helaas, «laar Iiooe» naar Krtv„n •/lil»
De slingers werdeiP korter, telkens d« Sandor. Hij was van dien ouden I ten en stuwde enkele rose wolkjes
oen arm hocger trekt Colby de red- j aoel van vroeger, dien men veracht©- I naar de heuvels voort.
e!' °P duizeligen lijk den adel van Provence noemde cu Een half uur later waren ze er aan-
van die zilverk^irige ^groot^"™^^ 016 UQCtltans altijd de hechtste steun j gekomen. Maar de moeder was afvve-
zag het volk zoovelen als het. kon-' 'van het koninkrijk is geweest. De zig en de Markies weigerde hen te
dien ouden veteraan met Markies had zich de prachtige villa j ontvangen. Dat was een donderslag.
den zien -
zijn dochter veilig in
rechterarm
j naam van de dood© met dien van den
levende vereenigde, voelde hij zich op
't punt ineen te zakken.
Met tranen in de oogen snelde hij
op hen toe ©n zeide Komt, kinde
ren, ver ft mö. ik b oveel ge
leden.
Eu nu met hun vieren strooiden zij
bloemen op deze dierbare plek der
verzoening.
Na tien jaren van scheiding was
zijn
llnl. i i öv/iitiiu, oiaipii iiLicii, maai LUUll lil naai vuil lie', li
hü aff'u0g muu' ^?ven za8 icderen ader sloeg het bloed sneller uiigegolfd. Ufs.
bij een streep van verwarde gezicli- - -
«i. van verlangen en onrust. Zie die groo-
Vim u'e«?J©s. troe- te iiguur met
verwilderde haren! Zijn
iiuKkelijk uit i
ten,
D.e,
mxtiïea cSgï 'gLu. 1™ «"-«-«• «J» I I rsen. dra.
schen Zou oe vijand, dien hij had I ho"l<1vnzijii handen,
bevochten, heel zijn leven door, zich
opmaken, om den eersten breuk te
poolen der „Muguèts" doen bouwen in een I Henri kon het niet gelooven ver- 1 voor ')e" ,lct geluk herboren met de
j der schoonste streken vun dit lands- schillende gevoelens bestormden hem, 'eido en dc bloemen. Het was de ver-
I deel. DAar was, drie jaar later, llenriz'Jn gedachten verwarden zich in zijn I Jaardag van den dood der Markiezin,
hoofd en hij barstte in tranen uit. 1 dio hen to zamen had gebracht...
Langzaam, droevig sloegen zij den
weg naar de stad weer in. Een
grond scheidde voortaan heide man-
- Wel, Greta, hoe gaat het
In goudbruinen overvloed lag hot geboren, de zoon, dien hij nu zoozeer
haar V3n het, meisje on haar kussen
"f- bleek, zag zij erZ.
haar sneeuwwit! Twintig jaren verliepen ©n niets
iet een blauw imt van voren 'scheen de goede harmonie te kunnen
crd. Een giuniacn spetide op verbreken, die Lusschen dez© drie har-I hen een diepe klove, veroorzaakt
ten lieerschte. Helaas 1 alles heeft
i mésalliance en welk© zelfs
t Eu al dien langen tijd knaagt hem
de doodsangst aan het hart.
Colby's groote li
- lk kom juist
;oi Colby tot zijn v
DOKTERSTRACTEMENTEN IN
AMERIKA.
i.nSii'ha"a"r"hiira eli"l«geluk, dat hij «éuwig had'de dood niet ion vermogeii te dem- j°
van het hospitaal, gedacht, verdween op zekeren dag. i pen. Eu d© jaren verstreken droevig 1 n,s;,> ,i„.i,
Bij lijn herhaalde uitstapjes had en monotoon voor de ouders. r '^'1^
iwtwratenis 71,'n v.mr Hen" een zeer deftig©, lieve en char- voor dit jonge gezin, terwijl een scha- doop (J
Hubbard en dc mannon, die met hem man te jonee vrouw ontmoet, die reeds
vcongelukt zijn. Maar moeder, iic de eerste maal zijn hart veroverd
vannacht niet geslapen, eu met I had Hjj had haar eeQ lweede maaJ
deren? Maar zijn glad geschoren lip-weet \°- ol mii" dochter er uit is?
pen schenen op elkaar gegoten, als j Andnes, wag Greta Dij die meisjes?
waren zij voor geen woord nog open I Z°S> Daan, wat van Gretu gehoord? j
geweest. I En altijd was het antwoord hetzcif- -r- ir - -
Twee sprongen, als van ©en pan-dc. De drukte was zoo groot, de vlucht „uinlioopen van Mouluie ban ik moe 'gezien, vervolgens ©cn derde maaien
ter, en hij stond hoven op de massa, I tu uitgehongerd maar voor is ga i hoe meer hij haar zag, hoe minder hij
die rondom de brandweermannen zettend, dat niemand het zeker kon ,,f° hn° móet ik 11 rvpto u
vastgepakt was. De mcnscheil bene-weten en zeker had niemand de „TtverSfi£a gedachte aan haar kon
den nem weken uit mei een plotseim-dochter van den veteraan gezien. j Juffrouw Hun. - „„„c, lclUiai
gen senreeuw, maar Colby draalde i Eensklaps springt Colby op een llaai. cliebt>og" en"iwek"'Taar'ta pnkkelban
niet; als 111 waunoop stuwao nij zien scttuiflauder en klimt naar boven. m.,n OVftr haaj. bl jU^iazen. jaren e
vooruit kruipende uj. handen cn voo-Een spons is vastgebonden voor zijn 0m liegen Ulil. vanmorgen werd olechts van üefde
ten. £,u stond inj op zijn beencn ui mond en zijn neus, en achter hem ik op liet bureau geroepen, bij den J; neme.
zijn drang naar voren, geslingerd volgen andere brandmannen, evenzoo. burgemeester. De ambtenaren van de en jaar verll6P a'dus eindelijk
heen en weer, dan log mj weer opDe nooduitgangen waren ledig het brandweer waren daar ook met heel 'kon hij het niet meer uithouden en
Oen grond zich wringend en wrik-|ij2Cr van de lagere verdiepingen, wit veel andere menschen. hij opende zijn hart voor zijn moeder
kend, ais een groote viscn. die up ik-i I heet, kronkelde in wilde bochten Ue burgemeester hiel-' - - - 1 J uiueoer
J door ceen dokter één dag buiten zijn
uffrouw liunt ging zitten leunen Iosmaken- Toen bracht het jong© en .hebben zonder voor hem vei
haai- elleboog en keek naar haar prikkelbare bloed in dit hart van 20 ta hebben kunnen verkrijgen.
oor dit jonge gezin, terwijl e
duw hun geluk verduisterde. woonplaats moet vertoeven, kost 1200-
De zoon sprak slechts zelden over 24000 gulden, afgezien nog van bui-
zijn vader, do vader sprak niet meer I tengewono gevallen. Zoo moest een
over den zoon. j spnorwegknnïng eens voor zulk c.im
Eenigo jaren daarna stierf de Mar- consult 16000 gulden betalen. Een
kiezin zonder haren Henri omhelsd te I millionnair in Virginia moést enn
hebben, zonder voor hem vergeving I 660 New Yorksch geneesheer, die
I hem een week beharidéid had f-'O 000
1 nieuw leven hij leefde nog
s ügu Nog een sprong eu ü.j een. verzengende damp verborg Colby
stapt over een rug, een scnouuc-r, een %ÜOr ieder geacht, dat nog ia iiet ge
hoofd. Nijdige kreten stegen up on- bouw mochl aclller ziju gebleven.
ïhretfDw e e" Halfweg brandde hij zijn handen aan
PUO. JU^r «indel,jk kwam «r Jc het was reker, dat als ar
""f*"' ""if", ""'non sohMHeW moral worden het
SïïSZSlï menaoiienbarii-wwjn, hel moert gehenren i„
Waar wat baat Hat hem Wat kon 1 oogenblik. Nu cn dan lag de nn>.
menschel,jke kracht od luik een mm- ""j1" 0|lde f™,? e"J° "SJgï'g™
ae plek t Hij si,„ui daar tiiasciien de' ''keu, hoe de kliiumers den voorge-
trappeiende hoeven en dc trillende ï»n het gebouw genaakten, t,0«
danken der paarden. De heraoeu lid- lwc0 honglndders opklommen en dc
litio stond «lak tegen do menigte, die hoogstü verdieping bereikten. Do
voor hunne charges begint te Wijken, vlamm— je— a.
Nog steeds stroomt het personeel uit an de
de nog open nooddeuren. Stoomjiom- 'dump.
pen, stangen wagens, de wagens van een eersten stap voelue hij een
burgemeester lneld c-cn redevt
ring, waarin hij heel veel warme
en daarna voor zijn vader. Maar de-
w "Orden gebruikte, omdat ik eeuige Zo bad er niets van willen hooren.
in. ischenlevens liad gered en zoo als iHij had vernomen, dat deze jongeda-
iiij zei „het gevaar voor een alge- me, op wie zijn Henri zich verliefd
■S'STiE'-" f °efer; I had, met von huh res was oo, door-
voor «en oogenblik ivad ik meer last j
van die uitspraak dan van den brand drongen als hij was van kaste-voor-
zelf. lk stond met mijn pet Ln de oordeelen, had hij zijn toestemming
hand naar den grond te kijken, en voortdurend geweigerd.
llenri had gevveond, de baronesse
Het gebeurt dikwijls, dat twee man
nen, die hun heele leven ir de groot
ste vriendschap hebben geleefd, el
kander om de ©en of andere reden
gaan haten. Na eenigen tijd doet zich
dan ©en ernstig© gebeurtenis voor, die
guldon li©talen. Dergelijke rekenin
gen zijn heel gewoon in Amerika. Te
genover deze fabelachtige sommen
deelt de „American Review" de ho
noraria mee, die in vroegere tijden
de beroemdste dokters genoten.
Cooper, die chirurg van het l.o
hen beiden in het hart treft. Zij ver- I huis in Engeland was. verdiende In
geten dan hun rancunes, hun haat en j het eerste jaar van zijn praktijk in
chemische blusscheis komen aan
gesloten
j mesje liggen beurde haar op, keek
haar in 't gelaat, eu ging voornij. Zoo
Colby duwt, stoot en vecht voor een wn tweede, een derde, een dozijn
doorgang naar de deuren van Moul-Zïju hand uitgestrekt, tastte en stroi
trie. Stukken slang liggen half ver-1 pelde hij van kamer tot kamer, altijd
brand in stinkende modder over de l weer terugkomend op zijn slingerende
verlaten drempels. Plotseling burst j voetstappen. Zoo moeilijk was het
i en ademen, dat iedere meter een
telenden stroom van rook I war
en vonken.
De brandweermannen schieten
rug, het hoofd naar den grond
hevig dreunen los, gevolgd door i
verblindenden stroom van rook ware strijd was. Dikwijls verloren zij,
die volgden, hem geheel uit 't gezicht,
hadden hun slangen weggeworpen,
hun helmen verloren. Zij waren ge
brand en geschroeid en onder de
asch bedolven.
Er is een muur omgevallen.
De koepel naar beneden gestort.
Tien brandweermannen verbrand
Onder roet en bloed waggelde
assistent-chef Arnold naar de zwart-
geschroeide deur.
Colby Arnold's stem klonk
droog als het kraken van dorre tak
ken. Ik ben gewond en chef
Hubbard is dood
Het was Colby, als drong een dolk
hem door het liart. Hubbard dood,
Arnold bevend op zijn voeten, esi het
middenstuk van Moultrie hijgend als
een fornuis De vlammen sloegen uit
naar links en naar rechts, de huizen
over de straat begonnen t.e gloeien,
stukken vuur vlogen hoog de lucht in
de stad werd bedreigd Al was
al het personeel van de benedenver
dieping het huis uit, daar boven op de
hoogere verdiepingen waren nog de
ateliermeisjes nog altijd stonden zij
met haar gezicht voor de ramen.
Colby legde Arnold op liet trottoir
en overzag den toestand achter zicii.
De menschen massa was doorgebro
ken en naar beide zijden de straat in
gedrukt, hoofd aan hoofd.
Behalve de eerste verongelukte
troep, was heel de brandweer op de
plaars al de pompen, alle slangen,
alle ladders, alle mannen. Indruk
wekkend was de uitrusting, maar
Colby stond verpletterd. Geen slang
men heen klonk zijn smartelijk be
wogen stem
Greta i.... Greta I.... Greta !.w
Colbx I
Daan had den ouden brandman om
het middel gegrepen en trok hem met
geweld terug.
Vlug, Colby de ladders staan
halverwege in brand
Daau, zei de veteraan, zoo diep
bedroefd, niets gezien van baar
Neen, maar zij moet er uit zijn.
Ik denk, oat zij er allen uit zijn. Alle
meisjes moeten naar deze verdieping
ge\lucht zijn en wij zijn overal ge
weest, van het eene einde naar het
andere.
In een oogwenk vlogen de twee
brandmannen, de laatste van de red
ders, d© hangladders af en schoten als
bliksemschichten langs de schuiflad
ders naar den grond. Nauwelijks had
den zijn voeten de straat bereikt, of
angstig hoorde hij zijn naam roepen,
en een brandman met geschroeid ge
laat vliegt naar hem toe, zijn kamera
den op zij werpend in zijn vaart.
Greta is up gindschen hoek, op
één na de hoogste verdieping. Ik
vond haar daar met twee andere
meisjes bij elkaar in het raam gedo
ken. Zij zei, ik zou de ander het eer
ste nemen, want ze was de dochter
van een brandman. Toeu ik naar be
neden kwam niet de tweede, vatte do
bovenste helft- van mijn ladder vuur
en viel op straat.
Daar opeens wyt de menigte in het
i 'kwam ik weer hij van mijn ontroe-
ring
lk ving de woorden van den burge-
I meester regelrecht op, en ik voelde
me.vol zelfvertrouwen en kracht. En
I toen de burgemeester mij zeide, wat
hij van mij verlangde, en mij vroeg,
of ik iiet wilde, antwoordde ik direct
zonder aarzelen „Als u het verkiest,
i edelachtbare. Ik
heel de brand
en to©n gaf de burgemeester me dit.
Colby haalde uit zijn zak een stijf,
krakend papier en vouwde het uit op
liet bed. Alle drie bogen ze er over
heen. Het droeg do handteekening
vun den burgemeester en het groote
roode zegel van de gemeente. F.n er
stond in, dat dien dag de mantel van
den overleden chef overgegaan was
op de schouders van Colby.
Voor ©enig© oogenblikken werd do
stille alleen verbroken door Colby's
moede ademhaling. Toen vroeg zijn
trotsche oude vrouw hoe glanzend
en jong zog ze er uit I nieuwsgie
rig
En, Colby, heb jij toen ook een
rede gehouden
O neen, moeder, alles wat ik zei,
was met Gods hulp zal ik een goede
chef zijn.
C.Centr.")
0e verjaardag.
Sinds eenige uren reeds was 'de 'dag
aangebroken. De zon dronk lang
zaam de dauwdruppels, die in de
bloemkelkjes waren verspreid. De
vreugde, het leven, het gezang werden
herboren het was de ontwaking der
natuur in al hare grootschheid, in al
hare majesteit. Luc de Lucival zat
droefgeestig in een hoek van het ter
ras te peinzen. Voor hem, daarente-
geu, was bet nacht in zijn ziel, eeuwi
ge stilte, de dood. Zijn hart bloedde
nog van die wonden, die niet door
don tijd worden geheelden terwijl
rondom hem de lente haar heerlijk-.
had gesmeekt, niets had geholpen.
Eindelijk keerde hij op ecu avond van
zijn wandeling terug zonder het ge
wone boeket viooitjes mede te bren
gen. Hij had onderweg haar ontmoet,
die hij beminde, en zij had dit boeket
medegenomen dat bestemd was voor
zijn moed©r.
Dez© had, toen zij hem zag binnen
treden, een somber voorgevoel.
Hij zag er werkelijk droefgeestig
it en on zijn gelaat, in zijn oogen
stonden de zorgen to lezen, die zijn
ziel beroerden.
De Markies zat op ditzelfde terras.
Zijn oog staarde naar den hemel, die
nu en dan door de wollige wolkenban-
den, die zich in lange on fijne spira
len ontrolden, heendrong.
Rondom hem bewogen eenige euca
lyptussen hunne lange, groene blade
ren heen en weer. Hij peinsde
Hij peinsde over zijn zoon.... ©n
over de 3nder. Ohoe haalt© hij
haar, die hem zijn kind ontrukt had,
zijn Henri, op wien hij zoo jaloersch
as.
Eindelijk bracht hij de handen naar
de oogen als om dit verschrikkelijke
beeld te verjagen en stond op. Tegelijk
kwam Henri, vergezeld van zijn moe
der, de tuindeur binnen.
Wel kind, zeide hij, zijn zoon
gadeslaande.
O vader, stamelde de Jongeman,
mijn hart is gebroken. Ik heb haar
dezen avond teruggezien het moetl
Nooitriep de Markies met ver
schrikkelijk© stem.... ik ben onver
wrikbaar in mijn besluit lk verbied
je mij over dez© vrouw te spreken ep
zelfs aan haar te denken.
De Jongeman boog het hoofd.
Goed. antwoordde hij.
Den volgenden dag had hij het
OUderülk huis verlaten.
sluiten dan opnieuw een onverbreek
bare vriendschap.
Zoo geschiedde echter niet tus-
schen hen. De Markies had te veel ge- I
leden om te vergeven gewond in zijn
trots als edelman, geknakt in zijn va
derliefde, had hij hem vervloekt, die
hem ©ens zooveel zoete vreugde had
geschonken, die hem rok zooveel tra
nen had doen storten. Alles was ten
einde, nimmer zou hij hem 'eer er
kennen. Hij had bij het koude lijk zij
ner levensgezellin zijn zoon niet wil
len terugzien, hij had hem niet wil
len ontvangen en toen men het lijk
had weggedragen, had hij slechts
enkele tranen g&stort, maar hij had
de moeder en den zoon zien heengaan,
zonder hen te willen vergezellen.
En nu zij van hier was gescheiden,
wist hij, dat zij niet meer met hem zou
weenen, hij voeMa zijn smart heviger
en zijn eenzaamheid deed hem beven.
Dien morgen trok de Markies de
groote zwarte jas aan, die hij sinds
lang niet meer gedragen had en na
gedejeuneerd te hebben, ging hij op
het terras zitten. In zijn geest zag hij
weer het geheele verleden zoo vol
vroolijkhcid ©n bittere droefheid hij
keek naar het heerlijk© landschap,
dat zich voor hem uitstrekte, maar
hij was te alleen om er van te genie
ten. Hij leed zooals hij nog nooit ge
leden had. De tranen kwamen hem
in do oogen en dat deed hem eenigs-
zins goed. Hij beschouwde de zee, die
zich ginds majestueus kalm en onbe
weeglijk achter het gordijn van den-
neboomen uitstrekt©, samenvloeiend
met. den blauwen hemel. In zijn ziel
kwam nu ook wat van do lente, die
overal de natuur vervuld© van hare
zoete, verrukkelijke poëzie. De eerste
knoppen verschenen al3 groene insec
ten op de takken en een heerlijke
geur slingerde zich rondom de villa.
Van de naburige kerk luidden de
klokken. De Markies stond op en ging
uit.
De vogels zongen aan den kant van
den weg, waar de haagdoornen heer-
I lük. riekten. Aan den hemel geen
het gojeel GO eulden. in liet tweede
250, is het derde 700. 011 eerst na ne
gen jaren bracht hij het tot 12,000
T- -.-,s opereerde Cooper een oude
man en de operatic gelukle uitste
kend. Toen hij bij den zieko let -
kwam, wierp deze hem zijn slaapmuts
to© en zei Neem dit, jonge man, liet
Is hot eenige, wat ik u aanbieden
kan.
DE PANTOFFELHELD.
Vrouw Een stem in mijn binnenste
zegt me....
Man Mijn hemel, heb je ook nog
een stem in je binnenste?
HET GESTOORDE WIEGELIEDJE.
Vader (zingend) Slaap Mndje lief,
slaap je vader
Moeder (naar binnen stormendj is
een schaap Kerel, zie je dan niet, dat
je het kind onderste boven hebt
Wat 'n hitte, hè?
Dat zou ik meeDen, ik stak van
morgen een gulden in mijn zak, on
die is al tot oen kwartje vorsmolten.
DAAROM.
„Waarom sluit je dien koffer zoo
zorgvuldig vroeg ©on student aan
den a nder. „Er is immers niets in
„Juist daarom als mijn hospita
wist, dat er niets in zit, zou ik gauw
moeten verhuizen."
GEEN JAS AAN 'T LIJF.
Jansen. En hoe maakt het onzo
vriend Klaassen
Pietersen. Toen ik hem den laat-
sten keer ontmoette, had hij geen jas
aan 't lijf.
Jansen. Arme kerel Waar was
dat?
Pietersen. In zee, te Zandvoort
NEGERW AARDIGHEID.
„Jethro", zei de rechter gestreng
tot don ouden man, „je wordt be
schuldigd van liet stelen van kippen
hij je buren. Kun je getuigen aanwij-.
zen, die in je voordeel verklaren
„Neen, mijnheer", zei Jethro ver
ontwaardigd, „ik steel nooit kippen
in 't bijzijn van getuigen."
PAS NIEUW.
„Wel, kleine dreumes'vroeg de be*
zoeker, „hoe oud beu jij
„Dc ben niet oud", zei het kleine
bijdehandje, „lk ben pas nieuw."