HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
ZATEEDAG 10 SEPTEMBER 1910
Slaarïemsciie
HandeSsvereeniging
Qoedgek. bij Kon. Besl. van 12 Nov. 1899.
De Haarlemsche Handeisvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht ven bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handeisvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
bare hand vindt om te doen.
De voordoeled, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handeisvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het re.ht, het hun gratis te verstrek
ker advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereenigiug te vragen,
die ook in procedureu en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts hel 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenhoitz en A. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
alken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere-
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
«uiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt,
Pretentiön op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 cis. voor porto-
vorgoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 information en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In Juni en Juli 1910 zijn 89 vorde
ringen tot een bedrag van 1S43.25
betaald; 16 vorderingen worden af
betaald, 13 vorderingen zijn uitge
steld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seert aan het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Hei Bestuur heeft bemerkt,., dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
mation kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatièn door haar worden ver
strekt, en dat voor informatièn op
hier ter stede woonachtige personen
Dooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Brniselsche Kout.
Ik ben Zondag en Dinsdag op de
tentoonstelling geweest. Het is nu
Septeml>er en beide (Lagen was 't aan
het weer best te merken, diat wij nu
ver in den tijd zijn, maar niet aan
het bezoek, want in plaats van te
luwen schijnt het nog maar steeds
drukker te worden. Zondag vooral
kon men op de Avenue des Nations
een hoofdstraat in deze tentoon-
stcJIingsstad slechts stapvoets
vooruit komen en in de gebouwen
was het zoo'n gedrang dat men bij
verschillende afdeelingen lang moest
wachten voor men werd toegelaten.
Iu het bijzonder was dit het geval in
Brazüie en Canada; de trap van het
eerste paleis bleef ook Dinsdags den
geheelen dag door een wachtende
menigte bezet en was er weer een
partij toegelaten, dan stroomde het
opnieuw naai- bdven door nieuwe sol
licitant-bezoekers. Brazilië is nu meer
volmaakt geworden, meer geheel ge
vuld als ik zoo zeggen mag en bij de
prachtige beelden van de koffieoogst,
waarover ik vroeger al eens uitvoerig
in dit blad gewag maakte, wordt nu
naast het gezicht ook de smaak ge
streeld, want de Braziliaansche koffie
wordt ©r gratis uitgeschonken. De
koffie, heel sterk en pittig, die er in
kleine kopjes zonder melk wordt uit
gedeeld, is heerlijk maar het gedrang
is er zoo sterk, dat men ze eigenlijk
wel verdiend heeft. Naar Canada is-
ook nog steeds de groote trek, d. w. z.
naar het aldus genaamde gebouw
der expositie en de exposant zelf, nl.
de Canadeesche regeoring hoopt, dat
d,it de trek naar het werkelijke land
ten goede zal komen.
Daarom spaart zij dan ook geen
kosten of moeite. Niet alleen dat zij
in deze wondere rijkdom-omgeving
iets geplaatst heeft dat als een clou
het mooiste van het mooie, wordt be
schouwd, maar zij deelt nu aan le
deren bezoeker een atlas van Canada
uit, die kaarten van alle Canadee
sche districten bevat, gravures van
gezichten op de voornaamste steden
en een tekst ter opwekking. Het is
een prachtig stuk drukwerk. Nemen
wij aan, dat het door de enorme op
laag den uitgevers slechts op 10 cent
per' stuk komt'. Van der 150.000 per
sonen die gemiddeld dagelijks de ten
toonstelling bezoeken gaan er zeker
50.000 naar het gebouw Canada en
daar elk zoon atlas krijgt kost deze
reclame dus aan het land het som
metje van 5000 por dag.
D« Nedorlaudsche afdeeding heeft
nu ook een attractie gekregen in den
vorm van de Zaanlamlsche zilversme
derij. waarvan de werklieden in oud-
Hol landsche costuums in Zaansche
kamertjes, die onder den luifel zijn
ingericht, hun métier in de open lucht
uitoefenen.
Bruxelles-Kermesse is weer geheel
opgebouwd, vooral bij avond is abso
luut niet merkbaar welke verschrik
kelijkheden dit stedeke nog zoo kort
geleden heeft getroffen en vooral
Zondagavond heerschte hier weer de
zelfde jolijt als voor 14 Augustus.
Vooral hun orkest van gedresseerde
apen op een draaiorgel is nu een
middenpunt van een dichte, pretma-
kende menigte. Het Limapark is nu
weer bewoond door andere kermis-
inriclitmgen en Bostock is gebleven.
Arme Bostockl Hij heeft zijn ruimte
niet meer noodig. Op de groote, nu
leege vlakte, waar eomnaol het be-
roemde etablissement stond is thans
een miniatuurtentje opgericht, waar
men voor fres. 0.25 de weinige bees
ten kan aanschouwen die aan den
vreeeelijken vuurdood zijn ontsnapt.
Ook het terokodillententje is er nog
met enkele nog geredde exemplaren.
Aan de facade voor hel hoofdge
bouw wordt hard gewerkt, maar ge
heel gereed is hot nog riiet. Zou dit
alles voor eenige weken zijn, vraagt
misschien deze of gene. Nu, laat ik
maar uit de school klappen, hoewel
.ik misschien buiten mijn boekje ga,
en u mededeelen, dat de tentoonstel
ling in elk geval wordt verlengd i-n
dus nog niet on 1 November wordt
gesloten. Wat niet wegneemt, dat ik
Nederlanders, die nog niet hier ge
weest mochten zijn, toch maar aan
raad zoo spoedig mogelijk te komen,
want de boomen beginnen al te kalen,
het weer wordt al een weinig guur
en de dagen korten. Er zullen mis
schien echter wel velen zijn, die wach
ten willen tot einde October, als kei
zer Wilhelm zijn officieel bezoek aan
de tentoonstelling zal brengen en het
aan feesten van allerlei aard hier
weer niet ontbreken zal.
Bijna gereed Ls nu ook weer de En-
gelsche afdeeling, namelijk in de
salie des fëte6 in de Belgische afdee
ling in diverse gebouwen, terwijl de
verbrande afdeeling levensmiddelen
der Fransche afdeeling nu een onder- j
dak heeft gevonden in de Fransche
automobiel- en vlieg-afdeeling. Over
luchtvaart gesproken, er is nu op het
sportterein ook een echto „Zeppelin"
te zien, die echter al een ongeluk
aan de schroef heeft gehad en die ik
dus nog niet heb zien opstijgen.
De gelegenheid om te dineeren is op
de tentoonstelling nog altijd dunne
tjes. Het tamelijks te adres ik weet
tenminste geen beter is nog voor
Fr. 2.op oud Dusseldorf, waarvoor
men dan soep, een schotel en een
taartje krijgt. Dat diner is zoo-zoo,
Ia-lamaar elders komt men nog
duurder en slechter uit. Het is na
tuurlijk een heel verschil met de,
stad, waar men aan goede adressen
voor 'i zelfde geld hord d'oeuvres, soep j
visch, twee vleeseben en twee groen
ten en dessert krijgt en in zulk een
hoc.eelliéid, dat men het niet op
kan.
Maar als men eenmaal op de ten
toonstelling is, kan men om 12 1
uur moeilijk even naar de stad wip
pen het tijdverlies zou te groot zijn
en er is nog zoo verbazend veel te
zien en steeds slaat te vlug het klokje
van gehoorzaamheid, wanneer ge zoo
handig legen zessen buiten het ge
bouw wordt gewerkt.
Op elke tentoonstelling is gewoon
lijk de Italiaansche afdeeling de
mooiste, en diegene, waarover het
meest wordt gesproken. Ook in Brus
sel is ze wondermooi, maar de aan
dacht wordt hier voor zooveel ge
vraagd. En locli, waar vindt men
zulk een heerlijke collectie van beel
den, prachlfiguren, kunstwerken, zoo
rag fijn bewerkt, dat liet een genot is,
er naar te mogen staren. Gelukkig
hij, die er zijn kaartje aan mag hech
ten met de bijvoeging „verkocht".
Heel deze afdeeling staat trouwens
in het teeken van de kunst schil
derkuirst, ceramiek en mozaik. Wij
zien er onder anderen een brug in
Florence, geheel uit dc hand inge
legd, een prachtwerk, dat voor 1000;
francs te koop is.
Dan is natuurlijk ook zeer belang
rijk hetgeen Italië inzond op het ge
bied van stijlmeuhelen en muziek
instrumenten, de regocringsinzendin-
g. i, die van Venetië, waai men in
blauwe wateren de goudvisschen ziet
spartelen, enz. Dat men een glaasje
echt llaliaanschen wijn gaat (hinken
en er een plakje salamie bij den Ita-
liaanschen slager bij eel., behoef ik
niet aan te bevelen. Behalve in het
hoofdgebouw heeft Italië nog een
apart paviljoen, waar onder anderen
veel glas en porcelein is geëxposeerd
en men als verlicht panorama het
Belgisch palcis vindt, dat liet vol
gend jaar op de wereldtentoonstelling
te Turijn zal prijken.
H. HENNING Jr.
Stadsnieuws
Hinderwet
B. en W. brengen ter kennis dat
bij hun beschikking van 6 Septem
ber jl. aan H. T. van den Broek ver
gunning is verleend tot oprichting
van een bewaar- en verwerkplaats
var. lompen in het achtergedeelte
van het perceel aan het Krom no. 47.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS,
Nieuwe Gracht 3. Telefoon 1170.
Ingeschreven: 6 timmerlieden,
machinale houtbewerkers, wa
genmaker, 8 meubelmakers, mo
delmaker, 2 metselaars, 8 opper
lieden, 1 stucadoor, 9 witters, 4
machinebankwerkers, 1 monteur,
11 grofbankwerkers,metaaldraaier,
6 vuurwerkers, ketelmaker, 4
burgersmedm, 3 machinisten, 6 sto
kers, 4 electriciens, instrument
maker, koperbankwerker, 1 ko
perslager, 3 loodgieters, schoen-
roakor, 1 zadelmaker, kleerma
kers, 11 schilders, 1 behanger, 1
stoffeerder, 1 bloemisten, 2 tuin
lieden, 9 grondwerkers, 1 bakker,
banketbakker, slagers, 1 krui
deniersbediende, kellner, 8 ma
gazijnknechts, 9 loopknechts, 2 huis
knechts, sigarenmakers, 5 kantoor
bedienden, 1 boekdrukker, 1 letter
zetter, lithograaf, binders, 18
losse werklieden dlcnetboden,
8 werksters, 2 naaisters, 1 kook
ster, 1 huishoudster, 2 vrou
welijke kautoorbedienden, adspi-
rant bouwk. opz., houtdraaier.
Binnenland
De quaetlie aan de G.E.W. in den
Amstei damscnen Gemeenteraad.
In do Vrijdagmiddag heropende zit
ting van den Raad werd het debat
over 't rapport der enquête commis-
e voortgezeL
De lieer Mr. VAN GIGCH verdedig
de allereerst 't standpunt van de
meerderheid der commissie. Deze zei,
dat de Raad 30 Maart een belangrijk
besluit nam, door de benoeming van
de commissie. Spr. meent den secre
taris van de commissie al vast dank
te mogen brengen voor de wijze,
waarop hij liet den Raad mogelijk
heeft gemaakt een oordeel te vellen.
(Applaus).
Het heeft den schijn zoo vervolgt
mr. Van Gigch alsof men hier ach
ter allerlei peuterijtjes en kleinighe
den en persoonlijkheden de zaak wil
doen schuil gaan.
En die moet voorop gaan.
Spr. is het onderzoek heel gemoe
delijk begonnen. Zoodra het begon
nen was, is spr. een waarschuwing
geworden tegen ambtenaarsinvloe-
deu, van niemand minder dan mr.
Th. Heemskerk.
Spr. heeft na zulk een waarschu
wing besloten, dat hij met zijn com
missie, om de eer van den Raad, niet
zou terugkomen bij den Raad met de
mededeeling, dat hij de zaak evenmin
kon onderzoeken als B. en W. in 1906.
Van het eerste uur van het ender-
zoek af is vastgesteld, dat elke zin en
elk woord zou worden gestenogra
feerd.
Dat spr. niets „bedoeld'1 heeft met
zijn wijze van leiden van het onder
zoek, dat blijkt toch wel uit het over
leggen van alle stukken en alle ste
nogrammen.
Spr. schroomt geen eritiek, maar
laat die zich dan richten op de hoofd
zaak.
Niet over de techniek van de G. E.
W., maar over de beweringen van
dr. De Gelder liep het onderzoek.
Spr. herhaalt wat de heer Wibaut
reeds zeide: Wij zijn geen vierscha
geen rechtbank geweest. We hebben
alleen de stukken voor den Raad ge
ordend, en de personen gehoord.
Do Commissie is volmaakt onpar
tijdig geweest; noch pro-De Gelder,
noch pro-Ressing. Men heeft wel het
•ergif in de hersenen trachten te
druppelen dat de Commissie anti
Róssing was. Maar oordeelt zij niet
straffer over De Gelder dan B. en W.
zelve?
Van zekere zijde had men dat ca
chet gaarne op de Commissie ge
drukt.
De Commissie moest in zake den
prijs der tramkabels komen tot een
non liquet, vooral waar de heer Van
Leeuwen, die inlichtingen had kun-
gevcn, ze weigerde. Want de heer
Ressing zou natuurlijk in verschillen
de opzichten ontlast zijn, wanneer
gebleken was (lat handelingen van
den heer Ressing waren geschied in
overlegd met zijn wethouder of den
burgemeester.
Do heeren Heemskerk en Van
Leeuwen hebben in een gelijkluidend
briefje geweigerd voor de commissie
te verschijnen. Spr. meent, dat de
waardigheid van den Raad niet toe
liet, dat de commissie niet bij den
heer Van Leeuwen op theevisite ging.
om de inlichtingen te ontvangen, die
deze wilde geven.
Een burgemeester, zoolang hij zit,
mag misschien den Raad als volko
men overbodig beschouwen, maar de
Raad moet zijn waardigheid ook op
houden. De man, die schreef dat de
commissie maar op visite had moe
ten gaan, gaf geen blijk van veel ka
rakter.
(Tumult. De Voorzitter klopt).
Mr. Van Gigch vervolgt: Ik bedoel
niet den heer Van Leeuwen, maar
den Amsterdamschen correspondent
an de N. R. CL Overigens behoeven
de heeren niet zoo bewegelijk te zijn,
want er schijnt nog meer te komen,
zooals dat heet „er ls nog wat in liet
ret"
Hierna besprak spreker verschil
lende detailpunten, o.a. de briquetten-
quaestie. Hij zei o.a.: Spr. heeft de
heeren. Fabius en Scheltema deze
quoestie als van minder belang hoo-
voorstellen. Wat de mcnschen
betreft, die er aan debet zijn, spr. wil
r bon heel graag verzuchtende
omstandigheden pleiten. Maar dat is
de quaestie niet. De Raad heeft te
zorgen, dat er een volkomen gezond
en regelmatig bedrijfsleven beslaat
in de -verschillende diensten. Dat
moet men voorop stellen.
Wat waren daarvan de gevolgen?
Dat een boekhouder een valsche
boeking moest doen, dat de chef der
Centrale een valsche bon afgaf, en de
magazijnmeester zijn boeken moest
veranderen.
Voor die Rekenkamer moesten de
valsche staten dienen, lloo kunnen
en Sdhelterua, eu Fabius nu derge
lijke dingen verdedigen.
De heer FABIUS: Dat heb ik niet
gezegd. Dat is oen argument van
min allooi.
VAN GIGCH: U kunt straks het
woord krijgen.
Mr. DE VRIES: En dan komt de li
quidatie.
Mr. VAN GIGCH: Zoo dan ben ik
toch benieuwd naar die liquidatie.
Tenzij de coalitie zich al van te voren
zoo sterk gemaakt...
Geroep: Schande, schande.
Mr. VAN GIGCH: Ik uieendc dat
de heer Fabius gesproken heeft als
ik aangaf.
Mr. Fabius: Geen woord!
Mr. VAN GIGCH: Dan is dit door
den heer Scheltema of den lieer
Lainbrechtsen gezegd; dan herroep
ik mijn woorden aan het adres van
den heer Fabius.
Spreker komt thans tot de
qnaestie-Monshouwer. Men kan ook
hier zeggen de gemeente leed geen
schade men kan ook de daders ven
dedigen. Maar men vergeet dan ook
hier weer. dat valsche stukken ver
vaardigd werden om de Rekenkamer
te misleiden.
En waar blijft het prestige op deze
ijze van een inferieur voor een supe
Leur na zulk een konkelportij.
In beide gevallen. Hekster co
Schenkkan cn Van der Velden, zijn
de meters op last van den directeur
ervalscht, in het eerste geval waar
schijnlijk om een goeden klant te win
nen, in het 2e om den afnemer-
Raadslid ..zoet te houden".
Uit de verhooren van den lieer Res
sing blijkt, dat zijn verhouding tot
den wethouder niet goed was. De lieer
Ressing kou, wanneer belangtijke be
slissiiigen genomen moesten worden,
zijn wethouder niet vinden En omdat
ij dit den beer Heemskerk eens ver-
eten bad, meende hij, dat deze
wraak op hem wilde nemen bij de
quaestie-Lohr. Spr. begreep niets van
zulk een directeur.
(Geroep En van zulk een wethou
der).
Van de drie wethouders, <lie vóór
't ontslag-De Gelder stemden, zegt de
heer Ressing, „ze waren buiten zich
zelf', m.-a. w. ontoerekenbaar. En de
uitspraken van den Raad noemt hij
die van rct Delphisch orakel.
Spr. zal aan zijn medeleden der
commissie de bespreking van andere
cnderdeelen overlaten, maar ziet nog
even onder dc oogen een van de voor
beelden van ongewenschte ondervra
ging door den heer Fabius aange
haald. Hij had lot Groothoff gezegd:
Als ge u nog schamen kunt, dan zult
ge u schamen wanneer ge dit steno
gram leest.
Spr. vraagt den Raad of hij, als
cudere, waar de heer Groothoff zoo
ergerlijk zat te liegen, dit niet zeggen
moclit
Spi. acht zich door het voorstel om
Grivel eervol te ontslaan, persoonlijk
niet getroffen.
Spr. ziet niet in, waarom de Raad
niet bij wijze van motie het ontslag
van ambtenaren kan verzoeken aan
B. en W\, zoouls hij verschillende din-
;en per motie verzoekt.
De lieer FABIUS vraagt liet woord
voor een persoonlijk feit. Hij leest
uit het stenogram voor, dat dc heer
Van Gigch in het begin van zijn rede
gezegd lieoft„Wie "de leider is van
dezen aanval op het rapport, ik be
twijfel of het de spreker is van Don
derdagavond. Of het niet anderen zijn
die achter hem schuil gaan T'
Spr. zou gaarne weten wie die
„spreker van Donderdagavond", wie
die „andereu" zijn.
De heer VAN GIGCH antwoordt, dat
hem ter oore ls gekomen, dat er sa
menkomsten zijn gehouden van
Raadsleden, die bedoelen het rapport,
de commissie en haar voorzitter aan
te vallen.
De heer Fabius heeft zich gister
avond daarvan een zwakke tolk ge
maakt. Daarom heeft spr. bedoeld, dat
do aanval door den heer Fabius wus
gedaan, maar dat hij niet kon geloo-
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Toen ik in vroeger jaren in een an
der vak werkzaam was, kregen we
daar regelmatig bezoek van den rei
ziger van een bekenden uitgever. Ik
zie hem nog voor me hij was altijd
keurig gekleed, had een prachtig ge-
liorstelden knevel, droeg handschoe
nen en was wel beleefd, maar op
zoo'n bijzondere manier, dat je een ge
voel moest krijgen van dankbaarheid,
omdat hij ju wel iets verkoopen wou.
Wie hem ^reiziger" had genoemd, zou
door den bliksem van zijn oogen op de
plaats zijn 'doodgebleven, dat geloof
ik zeker. Vertegenwoordiger wou hij
ook niet heeteu, op zijn kaartje stond
„représentant", naar ik hoorde omdat
hij ergens in Indie iets deftigs geweest
was. Lang heeft het niet geduurd. Ik
denk. dat de klanten op den duur zijn
bezoek niet aangenaam vonden en
liever te maken hadden met een rei
ziger, die zijn vak niet onder een
Franscheu titel zocht te vermoffelen.
Aon dezen représentant dacht ik,
torn ik in een officieel Raadsvoorstel
een soortgelijken term vond, namelijk
acquisitie, waarbij behoort het
woord acquisiteur. Iedereen
weet, dat het Fransche woord ac-
q u r i r verkrijgen beteekent, zoo
dat acquisitie verkrijging is cn acqui
siteur verkrijger. Hetzelfde dus weer
als reiziger of vertegenwoordiger,
maar mooier, chiquer, zooals de mo
derne paarse das altijd fraaier lijkt,
dan de blauwe van een vorig model.
De uitdrukking is ontstaan in het
elcctriscb bedrijf. Op zeker oogenblik
kwam de directie van clectrische cen
trales tot de overtuiging, dat electri-
sclie stroom evengoed aan de men
seden kan worden aangeboden, als
manufacturen, wijn, boter, kruide
nierswaren, levensverzekering, adver
tentie n en wat zoo al meer door rei
zigers, vertegenwoordigers, represen
tanten aan het publiek wordt gepre
senteerd. Maar in overeenstemming
met den geest van den tijd, die op een
mooien titel, haast nog meer don up
een mooi salaris is gesteld, althans
graag wat wil laten vallen in ruil
voor een deftige titulatuur, werd het
stumperige woord „verkrijger" uitge
vonden. Acquisiteur beteekent immers
niets anders, maar klinkt deftiger. Je
kunt evengoed „haler" heeien, maar
o foei, wat zou dat ordinair klinken.
Van pure titelmalligheid weten we
niet. wat we doen zullen. Een geldop-
haler wil kassier heeten, een suppoost
laat zich opzichter noemen, een boek
houder voert den titel van administra
teur. Alles schijn en opgestreken
fraaiigheid. Een jaar of wat geleden
hoorde ik, hoe in een spoorwegcoupé
een fat, zoo'n Haagsch nictsdoenertjc,
minachtend sprak over den werkman.
„Weet u wel", zei een oud heer,
,dat ik ook een werkman ben en dat
ik daar trotsch op ga?"
„U zei het fatje verbaasd.
„Ja juist, ik werkman is een eere-
titel. zeg ik u. Een werkman is een
man, een man, verstaat u, die wérkt 1"
Het Hagenaartje zweeg, ik hoop dat
de les tot zijn hersentjes doordrong.
Tot dusver is het met die electrici-
tcit in Haarlem een koddige toestand
geweest. Om dat tc bewijzen zal ik
vergelijking maken, maar ver
zoek den lezer zijn verbeeldingskracht
op 't ln fi' st in te spannen, want er
zal veel van gevergd worden.
Er kwam op zekeren dag in Haar
lem een handelaar in comestibles wo
nen. Op den eersten dag na zijn ope
ning bestelde een dame leverworst en
vroeg wat die kostte.
„Vijftig cent", zei de winkelier.
„Ik dacht vijf cn dertig", zei de
dame.
„Dat is overdag", antwoordde de
winkelier, „maar na donker is het
vijftig."
Diezelfde vriend kreeg op zekeren
dag een nieuwen klant op. dén Ko
ninginneweg. ,,'t Spijt me wel", zei
hij, „maar ik kan u niet leveren."
„Waarom niet vroeg de klant
verwonderd.
„Mijn knecht komt daar niet"
,Maar (lan kan hij er toch komen
„Als u zich verbindt, jaarlijks voor
tweehonderd gulden minstens te too-
pen zal ik eens zien", verklaarde de
winkelier.
De klant is naar een ander gegaan
en do lezer denkt misschien„zoo'n
rare koopman moet wel binnen een
paar maanden failliet gaan
Daar is evenwel geen kans op, want
dc heole man bestaal. niet, ik zuig
hen» maar uit mijn duim. Maar als
hij bestond, zou hij best kunnen wor
den vergeleken met do manier van
werken van onze elcctrische centrale.
Na donker is de elcctrische stroom
duurder, dan op den dag. Niet omdat
ze 's avonds zoeter, zouter, zuurder of
op eenige andere manier lekkerder
is, het is precies dezelfde stroom, uit
dezelfde dynamo's, opgewekt door de
zelfde machine die met dezelfde ko
len wordt gestookt, 't Is alleen een
administratieve maatregel, ten ge-
makke van den leverancier, maar
waar de klant toch niets mee te ma
ken heeft
In sommige, vrij veel, straten kun
je in 't geheel geen stroom krijgen.
De knecht komt er niet, ik bedoel er
ligt geen kabel. En daar er garantie
voor zeker verbruik noodig is, die
iemand zelden of ooit wil geven, komt
er ook geen kabel. Als de knecht voor
één klant in de straat kwam, zou hij
al gauw meer klanten krijgen. Als de
kabel in een straat maar vast gelegd
werd, zouden de klanten vanzelf ver
schijnen. Ook zonder reiziger, ik wil
zeggen acouisiteur.
Begrijp goed, zoo was het tot dus
ver. Dat wordt natuurlijk voortaan
anders. De leverworst zal 's avonds
na zevenen niet duurder meer wezen,
dan een kwartier vroeger. Er zullen
overal kabels worden gelegd. Ik ver
wacht er het beste van. Met belang
stelling heb ik dus een groot stuk ge
lezen, dat het dagelijksch bestuur aan
onzen Raad heeft toegezonden, maar
eerlijk gezegd stelde me dut te leur.
We weten allen wel bij ervaring, dat
wie droomt van lekker eten, juist
wakker wordt op het oogenblik, dat
hij het eerste lekkerbeetje naar zijn
mond zal brengen. Zoo gaat het in dit
stuk ook. B. en W. deelcn mee, dat zij
onderhandelen over levering van
electrischen stroom ten dienste van
een uitgebreid net. Alm, dacht ik, als
Haarlemse!» belastingbetaler tuk op
een winstje, laat eens zien van wie
die aanvrage komt. „Van andere zij-
do", zeggen B. en W. en laten ons
daarmee rondtasten in 't duister, of
't meneer X., IJ. of Z. wezen zou.
Maar zoo gaat het stuk voort, die
uitbreiding van de centrale zou tot
betrekkelijk groote uitgaven leiden.
Met al de belangstelling van een
Huarlemsch belastingbetaler zocht ik
naar cijfers. Vergeefs. Nergens kon ik
vinden, hoeveel die uitbreiding kosten
moet. En toen ik dan ook verderop de
verzekering vond, dal met gerustheid
tot verlaging van den slroomprijs zal
kunnen worden overgegaan, tuurde
ik met bauge voorgevoelens in het
stuk, om te weten hoeveel die verla
ging wezen zou. Helaas, het stond er
niet.
Toen ik nog klein was, werd me dik
wijls een sprookje verteld, dat zóó be
gon „Er was eens een man, die
woonde ik weet niet waar, die deed
ik weet niet wat en die heette ik weet
niet hoe."
In dezen geest, maar dan gewichti
ger, is het stuk van B. en W. Waaruit
volgt, dat alles zich herhaalt op deze
aarde. Ook in het doel, waarmee der
gelijke verhalen worden gedaan. Het
sprookje werd verteld, om mij zoet te
houden en het stuk van B. eu W.
schijnt geschreven om den Raad
zoot ik bedoel, om den Raad, die
wel eens vragen zal„hooren we
haast wat tevreden te stellen.
Met plezier heb ik gelezen, dat er
kans bestaat op samensmelting van
twee mannenkoren, Crescendo en
Caecilio.
't ls raar, in een tijd als deze, nu
coöperatie aan dc orde van den dag
is, zijn er voortdurend meer kleine
zangvereenigingen gevormd. En dat
juist op een gebied als de zang, waar
coöperatie meer dan ergens, noodig
is voor een mooi en goed geheel.
Maar ach, nauwelijks hep ik het
plezier over die waarschijnlijke sa
menvoeging in me voelen opkomen,
of de droefheid stapt er achteraan, in
de gedaante van het bericht, dat wan
neer de samensmelting tot stand
komt. do oprichting van een nieuw
Crescendo overwogen zal worden.
Natuurlijk door Crescendisten, die
de samenvoeging niet wenschen.
Dan hebben we dus lóch weer twee
vereenigingeu
Eelfs is er kans ik durf het
bijna niet opperen, maar het moet
dan maar, dat er ook Caecilianen
zijn, die de samensmelting afkeuren
en daarom een nieuw Caecilia stich-
m.
Dan hebben we, o jammer, drie vcr-
eenïgingen inplaats van twee.
Ais liet daartoe komen mocht, zou
ik aan de betrokken zangers willen
vragen „wat ik u smeeken raag,
smelt niet samen, laat de zaken zoo
als ze zijn, of de centralisatie voert
tot de ijselijkste decentralisatie.
Ik weet wel, dat het verleidelijk is.
Drie vereeuigiugen moeten drie be
sturen hebben en drie dirigenten en
wie tegenwoordig niet in minstens
een paar besturen zit, is niet recht in
tel