NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Claribel's Huwelijk.
28e Jaeufgang, N<n 8376
Versehfsrt öagefijka, behafve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 13 OCTOBER 1910 B
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN A D V BRT E N T INt
per drie maanden: jMMf Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem 1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd 16 (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat
gemeente)„1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1.65 fëpgr 50 Cts- voor 3 plaatsingen a contant.
oSstreerd Zondagsblad, voor Haarlem 1 1 I 037tl Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
p de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitetilandsch Overzicht
Dn Spoorwegstaking In Frankrijk
Men weet uit ons particulier tele
gram uit Parijs (zie vorig nummer)
dat het spoorwegpersoneel
TOT DE ALGEMEENE STAKING
BESLOTEN HEEFT.
't Stakingscomité vaardigde daar
toe 't volgende manifest uit
„Hot nationale verbond, der spoor
wegarbeiders iu Frankrijk en kolo
niën, brengt ter kennis van de spoor
wegbeambten van alle lijnen, dat de
staking op de lijnen van de Compag
nie du Nord algemeen is.
Het comité deelt verder mede. dal
Bederl dat oogenblik kameraad Toffin.
secretaris-generaal van den Bond van
machinisten on stokers, ontslagen is,
do regeering aan de pers mededeelin-
gen heeft verstrekt, welke bedreigin
gen vol willekeur eii onwettigheid be-
teekenei: logen de spoorwegbeambten,
die hun ijjeht eischen. Met het oog
hierop heeft het nationale verbond
besloten, aan de beambten van alle
spoorweg-maatschappijen de opwek
king te richten, onmiddellijk tot de al-
gemeene slaking over te gaan. Daar
om wordt den beambten van alle
spoorwegnetten verzocht, zoo spoedig
mogelijk, en dadelijk nadat hun deze
niededeeling bereikt heeft, de noodza
kelijke maatregelen te nemen om de
beweging te doen slagen."
De algemeene staking 1
't Bevél der organisatie werd (heel
modern per automobiel naar de
verschillende plaatsen gebracht.
Op dit moment is 't nog niet dui
delijk, hoeveel arbeiders zich bijde
stakingsbeweging hebben aangesloten
en 't heden uog zullen doen. Zeker is
evenwel, dat 't getai stakers sinds
Dinsdag zeer belangrijk is uitgebreid.
Toen bepaalde de staking zich voorna
melijk tot Parijs en 't noordelijk ge
deelte van Frankrijk. Nu komen even
wel uit zeer vele plaatsen telegram
men, waarin gemeld wui'dt, dat 't ge-
heele of een geueelte van t personeel
den arbeid heeft neergelegd. Maar
zooals we reeds opmerkten, een dui
delijk beeld van den toestand geven
deze telegrammen nog niet.
Op enkele lijnen staat 't treinver
keer geheel stil en op andere lijnen is
't belangrijk ingekrompen. Van de
gare du Nord vertrokken b.v. giste
ren 128 van de 650 treinen dus nog
geen 1/5 deel 1
Zoo is 't overal haast, 't Personen
verkeer en ook de postverzending on
dervinden zeer veel belemmering.
Aan goederenvervoer wordt nu zelfs
heeleinaal niet gedacht, 't Spoorweg-
bestuur is al blij, dat enkele lioofd-
treinen naar 't buitenland kunnen
vertrekken. Gistermiddag is weer een
trein uit Parijs naar Brussel vertrok
ken, n.l. over Tergnier en St. Quen-
tiu. Waarschijnlijk is dit te danken
aan Belgisch personeel, dat ook een
trein uit Brussel naar Parijs heeft ge
leid en nu waarschijnlijk ook den
van Parijs vertrokken trein bestuur
de,
't Publiek moet zich nu weten te
behelpen. Verschillende autodiensten
zijn ingesteld, om 't personenverkeer
met de steden te onderhouden. De
taxi-auto's maken daarmee goede
zaken.
De aanvoer var, levensmiddelen
naar de steden ondervindt natuurlijk
ook belemmering. Bijna alles moet nu
per wagen geschieden, 't Gevolg is,
dat verschillende levensmiddelen in de
steden van prijs verhoogd zijn.
De regeering heeft een specialen
commissaris opgedragen, om te on
derzoeken, wat er gedaan kan worden
om Parijs van levensmiddelen te voor
zien, indien de staking nog lang aan
houdt.
Intusschen
Ze heeft 't spoorwegpersoneel tot
den militairen dienst opgeroepen.
Tegen heden zijn de beambten van
den Noorderspoorweg gecomman
deerd, tegen morgen die- van alle an
dere maatschappijen, behalve die der
Midi.
Is het noodig. dan zal de regeering
machinisten en stokers van de mari
ne requireeren om op de treinen
dienst te doen. De vraag is of
spoorwegmannen aan den oproep, om
onder de wapenen te komen, zullen
voldoen. De leiders der staking wek
ken de mannen op aan het mobilisa
tiebevel n i e-t te gehoorzamen. Wat
moet er nu gebeuren als de 20 a 30,000
reservisten naar deze opwekking luis
teren en niet omkomen Desertie kan
eerst na 14 dagen gestraft worden,
zoodat dit niet kan helpen.
De minister-president had gisteren
een onderhoud met den president der
Republiek. Briand nam, met de mi
nisters van openbare werken en oor
log, de aanvullingsmaatregelen, die
h. i. noodig zijn voor de bestrijding
der staking. Vervolgens had hij met
den minister van justitie, den procu
reur-generaal, den procureur der Re
publiek en den directeur der criminee-
le zaken een onderhoud voor het be
spreken van de verantwoordelijkhe
den iu verband met de strafwet.
In verband daarmede werden
maatregelen vastgesteld, welke
wordt evenwel niet gerneki.
.Wel is al bekend, dat de regeering
heeft, omdat ze de staking als een op
roerige beweging beschouwt. Dit op
treden kan van invloed zijn, indien
de opvatting der regeering juist is,
dat de groote meerderheid van de
spoorwegbeambten tegen de staking
is, maar alleen uit vrees voor een ru
moerige minderheid aan de beweging
deelneemt.
't Zal heden wel blijken, wie gelijk
heeft. De stakingsleiders verwachten
juist nog een uitbreiding der sta
king.
Iemand uit de omgeving van mi
nister Millerand zei Ten einde 't
ordoherstel in spoordienst, waarbij
nationaal belang en nationale veilig
heid op spel staan, op de snelste wij
ze te verzekeren, zal de regeering op
strenge wijze optreden. Deze staking
en revolutionaire beweging, een
aanslag op de landsbelangen. Daden,
die beslist misdrijven zijn, werden ge
pleegd. Deze toestand is onduldbaar.
De openbare meaning zal zeker met
de regeering zijn. Misschien zal de be
weging nog gedurende een dag, mis
schien nog gedurende 48 uur toene
men, maar dat lijkt ons de uiterste
termijn, daarna zal misschien op eeni-
ge punten nog een plaatselijke bewe
ging blijven, maar de orde zal spoedig
terugkeeren.
De strijd wordt intusschen wel
scherp. Verschillende spoorwegdirec
ties hebben de hoofdmannen van de
stakingsbeweging ontslagen en dit
heeft weer opnieuw kwaad bloed ge
zet.
'Waarschijnlijk vreest de regeering
dat de stakers anders aanvallen zul
len doen, om 't treinverkeer geheel te
beletten. Inderdaad zijn reeds eenige
telegraaflijnen doorgesneden.
De regeering heeft do zorg voor de
verlichting van het Noorderstation,
waar de electriciens en lampenisten
staken, aan geniesoldaten toever
trouwd.
't Plan is torpedobooten te requi
reeren, om de postverbindingen te be
werkstelligen.
Uit Rijssel wordt geseind, dat 4000
spoorwegbeambten besloten hebben
geen gehoor te geven aan de mobilisa
tie-order.
De afgevaardigde Daniel Vincent
beeft den minister-president in kennis
gesteld van zijn voornemen, om hem,
onmiddellijk na bijeenkomst van de
Kamer, te interpelleeren over de
maatregelen, die de regeering ten op
zichte van de spoorwegmaatschappij
en en in het bijzonder ten opzichte
van de maatschappij der Noorder
spoorwegen wil nemen, ten einde het
tegenwoordige conflict op te lossen,
welk conflict z. L een ramp is voor
den handel en de industrie in Noord-
Frankrijk,
Op weinige uitzonderingen na keurt
de Fransche pers de maatregelen der
regeering goed en vooral het mobili
satiebevel op grond van de wet van
28 December 1880, dat personeel en
materiaal der spoorweg-maatschap-
pijen ter beschikking der regeering
stelt, vindt instemming. Merkwaar
digerwijs is het begeleidend schrijven
van den minister van oorlog van 17
Juli gedateerd, d. i. in den tijd toen
het spoorwegpersoneel voor het eerst
met bedreigingen met een algemeene
staking voor den dag kwam.
Over
DE PLANNEN DER NIEUWE RE
GEERING VAN PORTUGAL
komen weer eenige bijzonderheden.
Een journalist heeft een gesprek, ge
had met den minister van binnen
ban dsche zaken.
Wat den Koning aanging, zou de
regeering jegens hem rechtvaardig
heid betrachten, maar de regeering
was er in de eerste plaats, om die
belangen van het volk te behartigen.
Wat den Koning toebehoorde, zou
aan hem blijven, maar de paleizen,
die van de natre zijn, zouden ook aan
de natie blijven. Zij zullen gedeelte
lijk tot musea, gedeeltelijk tot scho
len worden ingericht. In alle paleizen
zal een boedelbeschrijving verricht
worden. De regeering zal openlijk
bekend maken, wat men daarbij
indl, om het den Ivoning terug te
geveu. Indien de Koning nog bij de
natie in de schuld staat, zul hij die
oeten betalen. Anders krijgt hij
zijn eigendom niet terug.
Iu een onderhoud met een jouraa-
list heeft de minister van buitenland-
sche zaken gezegd, dat de financieel©
moeilijlchoden van Portugal het ge
volg waren van het niet oplossen van
binnenlandsclte oeconomisch©
vraagstukken. Dat men vertrouwen
heeft in het voorloopige bewind blijkt
wel hieruit, dat men de regeering
geld tegen den vroegeren lagen ren
tevoet heeft aangeboden.
DE VORSTELIJKE PERSONEN.
De hertog van Orleans heeft van
koningin Amélie een telegram ont
vangen, dat zij met koning Manuel
aan boord zal giaan van het Enged-
sche koninklijk jacht Victoria and
Albert, zoodra dat te Gibraltar aan
komt. Zij zullen onmiddellijk naar
Engeland vertrekken, waar zij de
gastvrijheid zullen aanvaarden van
den baron Norton.
BRAND IN LISSABON?
Te Londen is een draadloos tele
gram ontvangen van een stoomschip
meldende, dat bij het voorbijvaren
boven Lissabon geweldige rookwolken
gezien weiden.
UIT DEN BALKAN
komen eenige berichten, die op nieu
we onrust wijzen.
Aan die Turksch-Miontenegirijnsche
grens is alweer zwaar gevochten. Aan
Turksche zijde zijn 3 dooden en 9
gewonden gevallen. Ten slotte zijn
de Montenegrijnen op de vlucht ge
dreven.:
Macljmoed Sjefket pasja heeft ge
last, verscheidene bataljons uit Mo-
naslir naar Albanië te zenden, om de
Albaneezen, die weer in opstand zijn
gekomen, te bestrijden.
Het Grieksche ministerie is opge
treden. Nu wordt verwacht dat Ve-
niselos met de vorming van een
nieuw kabinet belast zal worden, Dit
zal wel weer verzet der Turken uit
lokken..
Stadsnieuws
Da Haarlemsclia Vliegweek.
HET IN-EEN-ZETTEN VAN I1ET
TOESTEL.
Dat was een drukte in den ruimen
hangar, met de bontgeschilderde bui
tenwanden, die aan den biplaan tot
schut strekt.
Prof. Loon Verstraeten was met
zijn monteur en zijn broeder doende
met het ineenzetten van 't zeer bi'oo-i
ze en toch zeer solide toesled, was
bèzig met 't nauwkeurig vasthech
ten van de dunne staaldraaöjes, die
door heeil-lichte haakjes maar in den
juisten gespannen toestand blijven.
Een, in den beginne, kleine hon-i
de I'd toeschouwers, allemaal vu
rige luchtsport-enthousiasten natuur- j
lijk wier aantal met 't avond-val- I
ten Al minderde volgde de interes-
santé bezigheid met ingesponnen
kijkoogen.
Praatte ca se comprend mee
over alles, wat op de aviatiek in het
algemeen, en op den Sornmer-tw>ee-1
dekker in 't bijzonder betrekking had. I
Phtlosofeerde diepzinnig over de
plaatsing en den stand van hoogte-
stuur en zwoefvlakken; putte ad zijn|
tecluiische kennis uit om toch maar j
den indruk te wekken, dat zij met de
vele verschillende stelsels toch zoo j
'ondergoed vertrouwd was.
Anderen waren geslagen van be
wondering. Groot-oogend keken ze
toe, volgend den aviateur in al z'n
zeker-kaline beweginkjes, soms sla
kend uitroepen van pure verbazing,
vermengd 'n enkel maal met 'n tikje
bangige vrees.
Zou gij d'r in durven, zeg?"
„Ik niet, 'k zou je bedanken, 'k
Heb m'n leven nog te lief.'
„Maar d'r zijn toch al zooveel
vluchten gedaan, en van veel vallen
hoor je in den laatsten tijd niet m
„Nou maar, één keer kan de laat
ste zijn. Als er maar zóóveel hier
bij 'n zeer teekenend gebaar
't ding mankeert, ben je beneden
voor je 't weet."
Och, aldus een der technici-toe
schouwers het gevaar is inder
daad zoo groot niet meer. Bovendien'
is de stabiliteit van 'n twéédekker
veel grooter dan die van 'n mono
plan. En Verstraeten is voorzichtig
en probeert geen waaghalzerij...''
„Alles goed en wel, maar ze krij
gen mij er met geen stok in: Het
zal nog lang duren, vóór ik met zoo'n
ding de lucht in ga."
Dan gaat 't spreken over 't weer,
als juist een buitje neerklettert
„'t Zal wel regenen morgen"
oordeelt een pessimist. „Kijk maar 's
wat een luchje. Daar zit nog wat,"
„Wel nee, 't is nu al zoo lang mboi
weer geweest, licht dat het ook deze
.dagen nog zoo blijft."
,,'k Geloof het niet, 't is nu de tijd
van de herfst-stormen, en ze hebben
mij al te lang ontbroken."
Nijdige blikken glijden over den
zwartkijker, die de hoon van al die
menschen op goed droog weer zoo
wreedelijk poogt weg te slaan.
Dan plots, midden in de volmaakt
onbelangrijke discussie het heldere,
ietwat Vlaamsche geluid van den vlie
genier, die een staaldraadje ont
rolt
,,'t Is hier gevaarlijk, heeren, als
ge dit in d' ooge krijgt, zijt ge 't
.kwijt."
Dat helpt een moment en het pu
bliek schuif el-past een paar meter
achteruit. Maar lang duurt dat niet,
en de menschen staan zóó in den
weg, dat Leon ten einde raad
om een t.ouw vraagt, dat hij voor
den hangar-ingang laat spannen.
Een Schotensche veldwachter draagt
op gemoedelijke wijze zorg, dat de
menschen die afsluiting niet verbre
ken.
En langzamerhand zien we dan het
toestel groeien.
Het eigenlijke middenstuk de
romp zou men het met een mensche-
lijk-lichaam-vergélijking kunnen noe
men wordt in zijn geheel uit een
zoogenaamden spoorweg-koffer ge
haald. die een platte open baguge-
waggon geheel overdekt, en welks
witte letters den inhoud aanduiden
Aeroplane Sominer staat er op. Dat
doel van het toestel, waarvan het
caoutchouc-doek een oppervlakte van
40 M2. heeft, wordt dan „aange
kleed", nadat eerst de stevige staal
draadjes van alle hoeken, waar twee
van de Amerikaansch-grcnen spijlen
bijeen komen, naar de tegenoverlig
gende gespannen zijn. In het midden
van dit, deel bevindt zich de plaats
voor den aviateur en tevens de ben
zine-reservoirs, die tol 100 L. bevatten
kunnen.
Twee verticale vlakken zijn aan
beide zijden aangebracht j deze vlak
ken dienen om het evenwicht te her
krijgen, als dit op de een of andere
wijze mocht verstoord zijn.
Aan dit romp-stuk worden kop en
staart aangebracht.
Het is aardig te zien, hoe Leon met
overgroote voorzichtigheid elk
schroefje ,elk draadje inspecteert.
Kalm staat hij daar, nu en dan
even 'n paar woorden wisselend met
den monteur, die handig-snel door
en over het warnet van staaldraad
Onze lachhoek
GOED GEVRAAGD.
Kleine Liesje, die op 't perron
haar vader kwijt is geraakt, tot den
chef. Heeft u niet een mijnheer
gezien zonder een klein meisje bij
zich
VOOR ALLES... GOED?
Bediende, tot zijn patroon. Uw
zoontje heeft van den kmjetmest gege
ten, die niemand koopen wil.
Patroon. Het kind heeft er tocb
niets van gekregen?
Bediende. O, neen, de jongen ia
heel wel.
Patroon: Nu, dan verkoopen we
het goed als een uitstekend' kinder-
voedsel.
EEN LEEPERD.
A., tot zijn vriend op het bal.
Heb je 't gehoord? N. heeft achtmaal
achtereen gewalst en toen heeft hij
een beroerte gekregen.
B., wiens vrouw voortdurend wil
dansen. - Vertel dat eens aan mijn
vrouw, maar zeg haar dat hij het al
bij de derde wals heeft gekregen.
A., tot mevrouw B. Weet u aJ
wat ongeluk N. is overkomen.
Mevrouw B. Neen, wat dan?
A. Die arme kerel heeft achtmaal
achtereen gewalst, en bij de derde
wals heeft hij een beroerte gekregen.
ZACHTE WENK.
Bezoeker van een café tot den
nieuwen kellner. Wel, Frits, Je
bent nu al een poosje hier, hoe bevalt
het je?
Frits. O, heel goed, mijnheer, al
leen mijn confraters vertrouwen mij
niet.
Zoo --en dat waarom niet?
Zij willen niet gelooven dat ik
nooit een fooi van u krijg.
heenkruipt, en de machine zoo nauw
lettend verzorgt, als ware 't zijn kind.
Verstraeten's kalmte is inderdaad
bewonderuig-wekkend'n èvene
hand-lieffing, niet veel, maar rustig
en zelfbewust, een scherpen vasten
blik op een twijfelachtig-solied punt,
'n snelle draai van zijn klein, maar
lenig lichaam, en de bruin-gesnurde
jonge man, heeft reeds gezien wat
ontbrak, heeft dit ook kenbaar ge
maakt, eu tevens 't middel gevonden
het euvel handig te verheipen.
De wielen werden bevestigd, die
kleine krachtige wielen, half zoo groot
ongeveer als 't wiel van een fiets,
ir met massieve gutla-percha-ban-
dén, en dan 't stuur, dat achter aan
den staart zit, die in sierlijke golving
der spijlen van breed-naar-smal vert
loopt. -Dat stuur is maar heel nigtig,
nog geen vierk. M. in oppervlak,
maar toch voldoende om het toestel
geheel naar willekeur te doen keeren
of wenden.
Toen dat klaar was. begon de duis
ternis ten Oosterkimme reeds uit te
klimmen, 't Rood gouden licht, dat
lang nog in 't West had ingeblonken
verkoperde, loodde, zwarte Leon
waschle zich de handen, en hield met
werken op.
.Morgen de motor en 't hoogte
stuur maar", zei hij. Zulk werk is
FEUILLETON
Naar het Engelscb.
H. T. JOHNSON.
5)
Met zijn beide handen tegen zijn
voorhoofd gedrukt, liet de oude man
zich in zijn stoel neervallen en staar
de nog steeds op den brief, zooals
men staart op het mes, waarmee men
u met den dood bedreigt.
Ontvlucht I stamelde hij.
Mijn Claribei, mijn lieveling O, bit
tere ramp het licht van mijn
oude oogen, van mijn huis en van
mijn hart, gevlucht, zonder een
ivoord van vaarwel. Mijn verstand is
beneveld. Groote God I wat is
dat
Zijn blik viel op de kist, geopend
en bijna leeg. Met een kreet van
schrik bukte hij zich er over heen.
Mijn kist opengebroken Mijn
geld weg I Hoe is het mogelijk kan
zij dat gedaan hebben? Het is al te
duidelijk. O, wanneer iemand mij
gezegd had, dat het gebeurd was, ik
zou hem neergeveld hebben Mijn
Claribei I mijn kind neen, niet lan
ger mijn kind I De sohaamtelooze I,
de ondankbare I Om mij te verlaten,
zonder een woord tot afscheid, is
slecht, maar om mij te bestelen, mij
te bestelen van het geld, dat zij had
kunnen krijgen, wanneer zij maar
wilde, en waarvoor ik om harentwille
heb gewerkt en gezwoegd I O, dat is
wreed. Tot dit uur heb ik haar steeds
gezegend, en den hemel afgesmeekt,
des morgens en des avonds, om haar
te zegenen, maar nu zal mijn
vloek
llij hief zijn handen reeds ter ver
vloeking op. Een wegstervende vlam
uit den haard, wierp nog een matten
lichtstraal op het portret van zijne
vrouw reeds verscheidene jaren
geleden gestorven. Hij zonk in zijn
armstoel neer, liet zijn hoofd op zijn
handen vallen, en te midden van de
snikken, die aan zijn geschokt en boe
zem ontsnapten, kreunde hij
Neen, Ellen, inniggeliefde vrouw,
ik kan.... ik kan ons kind niet ver
vloeken 1
HOOFDSTUK III.
Het komplot
Veertien dagen waren er verloopen,
sedert de vlucht van Claribei. Zij en
Dudley Carstairs waren in allen een
voud in Londen in het huwelijk ge
treden en waren daarna naar Parijs
gegaan, waar zij een étage hadden
gehuurd op een van de drukste bou
levards.
Claribei wilde voortdurend zeker
heid van haar echtgenoot hebben,
dat hij zijn belofte zou vervuilen om
haar naar het huis van haar vader'
terug te brengen. Onder verscheidene
voorwendsels, waarvan de meeste
op zijn zaak aan gelegenheden werden
geschoven, wist Dudley iederen dag
den datum van hun afreis te ver
schuiven, en deze steeds uitgestelde
hoop was de wolk aan den horizont
van hun huwelijksleven.
Op zekeren namiddag zat Dudley
In een ernstig gesprek gewikkeld met
een van zijn kennissen, dien hij on
middellijk na zijn aankomst in Pa
rijs had opgezocht.
Het was majoor Punter.
Hij was iemand van omstreeks vijf
tig jaar oud. In uiterlijk en manieren
kon men in den bookmaker nog den
militair van vroeger herkennen. Hij
was ééns knap geweest, maar zijn
gelaat was opgeblazen en zijn oogen
haddén de rustelooze uitdrukking
van die van een speler toch waren
er in zijn uiterlijk nog sporen over
gebleven van den vroeger beschaaf
den heer. Hij wijdde op dat oogenblik
al zijn aandacht aan een eigaaj- en
een groot glas, dat brandy bevatte,
een weinig verdund met seitzerwater.
Drommels, Dud, oude jongen I
zelde hij, nadat hij eenigen lijd in
gepeins verzonken dikke rookwolken
aan zijn havanasigaar had ontlokt,
eindelijk bevinden wij ons hier
weer als vroeger, te zamen te Parijs.
Hoe lang zijt gij in Londen geweest,
alvorens hier terug te keeren
Een week.
Slechts een week En wanneer
zijt gij dan teruggekeerd?
Wel, frommels, Punter, wat kan
u dat scheien Drink nog eens uit,.
Do majoor nam een teug uit het
lange glas, deed nog eenige trekken
aan de lange sigaar en antwoordde
toen, terwijl hij de opdwarrelende
rookwolkjes gadesloeg
Neen, Dud. Ik zou er op durven
zweren, dat gij niet daar vandaan
zijt gekomen, want wanneer gij een
maal in Londen zijt, dan kunt gij die
stad. niet zoo spoedig verlaten. Wat
hebt gij daar echter uitgevoerd
De majoor liet een langgerekt ge
fluit liooren.
Wat I riep hij uit.. Gij wilt.
toch niet zeggen, dat die kleine dame
boven
Mevrouw Dudley Carstairs is
Juist. Ja, Punter. Ik ben zoo vast in
de echtelijke boeien geslaakt als de
predikant het maar kan doen.
De majoor keek hem ongeloovig
aan.
Ja, zeide de majoor met een
zucht, gij zijt mij een raadsel. Van
ieder ander zou ik eenvoudig zeggen,
wat is die man toch een groote
dwaasvan u verwondert het mij
slechts wat heeft die handelwijze
te beduiden
Maar nu ter zake. Hoe gaat het er
mee
Slecht, zcide Dudley op som
beren toonde zaken gaan zeer
slap.
Het gelaat van den majoor betrok.
Bij mij gaat het ook slecht,
zeide hij, de kanalen zijn opge
droogd.
Iloe gaat het met het kaartspel
vroeg Carstairs, na een plechtige
stilte.
De majoor deed driftig een paar
trekken aan zijn sigaar.
Beroerd, zeide hij, ik kan
er geen ander woord voor vinden. In
de laatste zes weken is er in" geheel
Parijs geen duif geweest, die geplukt
kon worden, of het plukken waard
was. Bovendien ben ik gisterenavond
schandelijk bedrogen, Dud. Ik speel
de twee uur lang met een jongen
Griek, uit Smyrna, die mij werd voor
gesteld als een koopman, die zich kan
baden in zijn goud. Wij speelden met
een spel kaarten, waarvan ik de beide
kanten zeer good kende, en alvorens
wij opstonden, won ik vijftigduizend
francs van hem. Ilij schreef een
chèquc voor dat bedrug en verzocht
mij tevens een chèque van vijfhon
derd francs te gaan inwisselen, en
hij gaf mij te kenen, dat hij daar
voor een pistool wilde koopen en wil
de afrekenen met zijn concierge, op
dat deze dc kosten voor zijn begrafe
nis zou kunnen betalen. Lft. liet hem
gaan, met het geld in zijn zak, en
gaf hem nog een paai- raadgevingen
mee, en tocli bedroog hij mij op
schandelijke wijze. Hij verliet mij als
het beeld der wanhoop. Vanmorgen
ga ik naar de bank, presenteer zijn
chèque, en men deelt mij mee, dat hij
geen cent crediet heeft en dat zij niets
anders van hem wisten, dan dat hij
reeds verscheidene anderen op de
zelfde wijze in den val had doen loo-
pen. Ik noem het schurkachtig om
zoo iets te doen, Dud iemand het
geld te ontstelen, waarvoor hij zoo
hard heeft gewerkt.
Zeker, zeide Dudley deelnemend,
maar met een glimlach om zijn lip
pen, het is juist of gij het geld
niet hadt gewonnen.
Dat weet ik ook wel, vervolg
de de majoor op gekrenkten toon,
maar ik had er toch voor gewerkt
later op den dag brengt een kleine
straatjongen mij een brief van den
zelfden vent, waarin hij mij schrijft,
dat. wanneer ik met het kaartspel
zaken wil doen. ik nog eerst eenige
kunstgrepen mo<3st leeren, want dat
de kunstgrepen van mij slechts ge
schikt waren om kinderen aange-
naam bezig te houden, en dat hij voor
een goede belooning wel genegen zou
zijn, om mij een paar lessen in do
edele kunst te geven. Het was al erg
genoeg om mij op te lichten, maar
het was 'aag om mij te beleedigen.
(Wordt vervolgd).