NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang. No. 8378 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 15 OCTOBER 1910 A HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1.20 Voor dc dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland1.65 Afzonderlijke nummers0.02H Geïllustreerd Zohdsgsblad, voor Haarlem0.37H de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Laurens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIÊN: Van 15 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUiYlMEK BESTAAT UIT ZESTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA ZONDAG 15 OCTOBER. Schouwburg: Ned. TooneeJ-Ensem- ble: De Fubrieksbaas," 8 uur. De Kroon: Ket Klein Tooneel, 8 uur. Soc. Vereeniging: Bioscoopvoorstel lingen. Brongebouw: Kunstavond, 8 uur. KI. Vereeniging: Specialileitenvoor- ■telling. Lev:er des Heils: Meetings, 10, 3 en 8 uur. Terrein H. F. C. „Haarlem" Scii [en: Vliegen door prof. L. Ver- ltiaeten, 1—5 uur. MAANDAG 17 OCTOBER. Schouwburg: N. V. Het Tooneeb ^Schakels", 8 uur. De Kroon: Bioscoopvoorstelling. Terrein H. F. C. Haarlem te Scho ten: Vliegen door prof. L. Verstrae- ten, 1—5 uur. Ik hoor u zeggen ,,'t kost veel geld, Wij wachten liefst tot later nog." Maar overvloed, 't zij u voorspeld, Komt nimmer dat is zelfbedrog. Het goede wat Gij voor U ziet, Dient fluks gedaan, of 't blijft ter zij, De prijs weerhoude U daarvan niet, Die kosten toch betalen wij, Burgers van Haarlem, voor een straat. Die van 't Station tot aan 't Hout plein, Waar 't drukst verkeer doorhenen gaat. Een algemeen genot zal zijn. OM ONS HEEN No. 1234. Toekomstbeeld. Op gladden vloer van asphalt glijdt 't Electrisch rijtuig rustig voort, De slager, zachtkens rollend, rijdt, Do wand'laar wandelt ongestoord. Op linkschen hoek, waar 't Dagblad huist. Leest groep van lieden 't bulletin, Op 't voetpad waar de tram langs suist. Daar kunnen dames rustig zijn. Geen paardenhoef werpt slijk om hoog, Geen wagen meer met modder spat, Niet langer tuurt haar angstig oog, Op wat zij wel bedorven had Aan mantel of japon of hoed, Zelfs d' oude man kan schielijk gaan, En wandelt voort, met vluggen voet, Op de aangelegde asphaltbaan. In 't magazijn de eïg'naar praat Met klanten op gewone wijs, Geen luid rumoer meer van de straat Dwingt hem tot hinderlijk gekrijsch. Zijn pui blijft blank, zijn ruit blijft glad, Zijn personeel van goed humeur, De last van poetsen, dien hij had. Gepaard met mopp'ren en gezeur, In vroeger tijd, 't is a 1 voorbij. *t Schoonhouden wordt nu graag ver richt. Zoo zal het /;jn, gelooft het vrij, Wanneer er eenmaal asphalt ligt. O Toekomstbeeld Gij, groote kei, Die onze stad onveilig maakt. Die altijd liggend uit de rij. De voetzool zoo vaak pijnlijk raakt, Verdwijn I ga heen Uw rijk is uit Op hoofdverkeersweg. Geest des tijds, Door niets of niemand ooit gestuit, Eischt asphalt, die-daar is bereids Gelegd in steden onzer soort. Nijrs^ren, Arnhem, Utrecht, Haag, Zij legden allen, naar 't behoort, In drukke straat dc asphaltlaag. Is Haarlem minder dan die vier Neet. immers Zie ons stedenschoon, Ons stadsverkeer, ons druk vertier, Ja, wél is Haarlem nog de kroon Van Ken'merland, Maar dan vooruit, Dan niet gemard, wanneer de tijd Tot asphalt overal besluit. Niet langer nu de kans verbeid. Do tram, waarvoor de heele straat, Als door een aafdschok wordt ge keerd, Zij 't sein nu tot een kloeke daad, Tot d' asphaltweg, zoo lang ontbeerd. O vroedschap op hot Prinsenhof, Die raadpleegt over ons belang, En Woensdags, soms wel lang van stof. Besluiten noemt, in tragen gang, Waak op, leen 't oor aan onze beë, Verft aui voor goed nu onze stad, Geef haar een der gemakken mee, Die menig nnd're lana bezat. Zoo worde ons Toekomstbeeld ver vuld. Wij wachten. Raad, met ongeduld. Handelsschool. Onze Haarlemsche handelsschool voorziet wel in een behoefte. Het aan tal leerlingen is belangrijk en zal in de toekomst zeker nog veel meer stij gen. Haar directeur, Dr. Borgman, geeft zich dan ook voor het onderwijs veel moeite en heeft de sympathie van de leerlingen. Een en ander heeft ten gevolge ge had, dat voor de drie vakken, die de jongelui niet verplicht zijn tc bestu- deeren. zich toch een groot aantal leerlingen heeft aangemeld, namelijk voor stenografie. Maleisch en Spaansch. In de twee eerstgenoemde vakken zijn de lessen begonnen. Met de lessen in het Spaansch wil het evenwel nog niet vlotten, daar de leeraar, die uit Amsterdam moet ko men, nu twee Vrijdagmiddagen ach ter elkander niet op tijd aanwezig heeft kunnen zijn, zoodat de les niet doorging. dien weg, waarin het argelooze ge meentebestuur den pas kan kwijt ra ken het is bewezen. Is nu zonder geleide en in den blinde op dien weg voortgaan wei aanbevelenswaardig Mij dunkt het niet. Waarom deze gedwongen winkel nering Voorziet hei gemeentebe stuur zijn personeel van petroleum, suiker en andere levensbehoeften Immers neen. En waarom nu i n n a t u r a verstrekt dat gedeelte van het loon. hetwelk den ambtenaar in staat moet stellen zijn otiu cum dignitate in werkelijk on bezorgde waardigheid door te bren gen Waarom van zijn salaris afge houden of nis uitgesteld loon be schouwd de premie voor pensioen verzekering Waarom allerlei moei lijkheden geschapen als waarvan sprake was in de laatste Raadszit ting? Hoeveel eenvoudiger is het niet om op elk salaris oen toeslag te leggen, zoo groot als de premie be draagt voor de toe-gedachte verzeke ring. Gemeentelijke verzekering is TOEKOMSTBEELD. Een kijkje in de Groote Houtstraat, na de asphalteerlng. Stadsnieuws The Over-Seas Club. In onzen organiseerenden tijd wordt er hoe langer hoe meer naar ge streefd, om meuschen, die in een an der land zijn gaan wonen, onderling te vereenigen. Zoo doen Nederlan ders, zoo doen ook Duilschers en niet het minst Engelschen, want van beu is het bekend, dat zij zooveel mogelijk onderling aansluiting zoeken en hoogst zelden een andere nationali teit aannemen. De Overzeesche Club is dan ook een echt Uritsche instelling, we zeggen opzettelijk Brits ch, omdat ook Schotten, Ieren, Canadeezen, enz., daarin betrokken zijn, ulien perso nen. die er volstrekt niet mee inge nomen zijn, wanneer ze Engelschen worden genoemd, maar wel willen gerekend worden tot de B r i t o n s, deel uitmakende van Greater Britain. Het is de bedoeling, dat alleen le den van de club zuilen zijn Britten, die buiten het moederland wonen. Elkander te helpen is het voornaam ste doel van de club, verder om elk lichamelijk geschikt man van de noodzakelijkheid te overtuigen, om do wapens te dragen, een kameraad- schappelijken band te leggen tus- schen de volkeren, die nu leven on der do Britsche vlag en ten slotte om aan tc dringen op de heerschappij van de Britten etr zee. Voor Nederland is movrouw Su- ringarStephenson, te Haarlem, als vertegenwoordigster opgetreden, en zoekt, met ijver do Britten, mannen en vrouwen, die in Nederland wonen, in de Over-Seas Club te vereenigen. Er waren in 't geheel al 1582 loden, de eerste week van haar bestaan kwamen er drie uit Holland, nu zijn er 8, en door de hulp van Engelsche predikanten en leeraren aan de Ber- litz-school tracht mevrouw Suringar adressen" te krijgen van in Neder land wonende Britten. Is eenmaal liet aantal wat grooter geworden, dan zal mevrouw Suringar maandelijks een bijeenkomst organiseereu. Contributie wordt niet geheven. Het Engelsche dagblad „Daily Muil"' geeft een speciale Overseas-editie uit, die dient tot propaganda voor dc nieuwe club. Is Haarleinschs Vliegweek. De hevige wind, die gisteren dwars over het terrein aan den Scholerweg stond, heeft het vliegen verhinderd. Omstreeks half drie verschenen Ver- straelen en het comité op het veld, maar er was geen kijk op, dat de vliegenier omhoog zou gaan. Daarom bewees het comité den weinigen toe schouwers een dienst, toen het om half 4 de zwarte vlag deed hijschen. Toen ging alles naar huis. Om half vier is heden Zaterdag de witte vlag geheschen, Verstrakten zal tussohen vier en vijf uur vliegen. Er zijn reeds een paar duizend meuschen op het terrein. Benoemd. Tot hoofd der R.-K. school te Ber- kel is benoemd de heer Th. Copray, alhier. Een deskundige op liet gebied van levensverzekering schrijft ons naai' aanleiding van het Woensdag geno men Raadsbesluit het navolgende De Raad kon wel moeilijk anders dan het voorstel van B. en W. aan nemen, om het gelag te betalen van de don gemeente-ambtenaren aange boden partij. Wel valt de rekening van G ton tegen, maar daar was niet veel aan te doen. Het fiat van dr. Turksma is voldoende bewijs, dat de nota in orde was. Nu zullen politici van het laissez-alIer-systeem allicht namopperen, dat de gulle wetgevers, die liet recht op pensioen hebben verleend, zich tc weinig rekenschap hebben gegeven van de gevolgen hunner royaliteit. Maar wie de za ken niet uit een politiek oogpunt, doch van een verzekeringsstandpunt beschouwt, heeft het recht to consta- tecren, dat zich hier op de gemeente wreekt liet verzekeringsmaatschappij tje-spelen, waaraan zich het gemeen tebestuur heeft schuldig gemaakt. En ongelukkigerwijze zal nu het jongste raadsbesluit B. en W. aanmoedigen, op dien weg voort te gaan. Dat er angels en voetklemmen liggen op met een paar honderd ambtenaren, aan wie de sterftewetten maling heb ben, absolute onzin. Toch bedrijft de gemeente dien onzin. En ze is nog maar heel kort aan den gang, als zij door dr. Turksma wordt attent ge maakt op een foutje.... van t> ton. 't Is waar, dat ze toch altijd weer gevonden worden, die vergissings- tonnetjes, maar 't is toch niet prettig. Zou het nu niet waarlijk tijd worden, dat de gemeente zich over haar le vens verzokeriugsbedrijf liet voorlich ten door «en levensverzekerings-des-, kundige Niet als 't weer mis is, maar voor dien tijd. TENTOONSTELLING MUSEUM VAN KUNSTNIJVERHEID. In September had de Haagsche Kunstkring te 's-Gravenbage een ver zameling Architectuurschetsen bij een, een collectie, die veler aandacht trok, ook die van de Directie van het Museum van Kunstnijverheid alhier. Deze slaagde er in een belangrijk aantal van die schetsen ter expositie te verkrijgen, welke teekenmgen thans gedurende veertien dagen in de Rotonde zijn geëtaleerd. Al is het bepaald jammer te noe men, dat bij het elftal architecten die vertegenwoordigd zijn, de namen de Bazel, Kromhout e, a. ontbreken, zoo zijn de geboden 80 toekeningen en projecten toch zeer zeker de belang stelling van velen waard, bovenal van tien vakman. Teekenaars cn stu deerenden in bouw- en decoratieve kunsten zij oen kennisneming :n- bevolen. Wat nu den aard van het tentoon gesteld© betreft, zoo Ls naast opstan den en platte gronden, waarover wij geen oordeel neerschrijven, de plaats voornamelijk ingeruimd aan perspec tivische architectonische schetsen, van bestaande of ontworpen gebou wen, monurnenteu, interieurs e. d. Do uitvoering in potlood, inkt of waterverf, is in decoratieve of meer vrije opvatting. Echt mooi is de teekening van „het Beethovenhuis" te Bloemcndaal, een ontwerp van H. P. Berlage in lichte en Ir aai aquarellistische behandeling. Van dezen bouwmeester zijn nog een aantal andere belangrijke zaken aanwezig. Bijzonder doen de teekeningen van W. Verschoor; zijn ontwerpen voor een Mausoleum en een grafmonu ment, hebben door hun stemmige kleur en de spritstechniek detr teeke ning een treffend aspect. A. C. Sommer is door een zestal decoratieve interieurs, met O os ter se he versieringsmotieven, vertegen woordigd; deze zouden het stellig nog beter doen als de waterverf wat minder papperig was aangebracchL We noemen nog enkele frlssche, kleurig gedane landhuizen door J. v. Epen en de meer of minder uitvoe rige potloodkrabbels van Jac. Bian- des. Deze expositie van architectuur- schetsen is wederom een bewijs voor de waarheid, dat aan een goede tee kening, grondige kennis van het tee- ken-object moet voorafgaan. G. KERKHOFF. MISCHA ELMAN. Wat heeft Mischa Elman gister avond weer verrukkelijk ge-speeld! Wie herinnert zich niet nog levendig de twee concerten die deze reus-vio list den laats ten winter in de Veree niging gaf? Hier, in De Kroon, waar men gelegenheid had zijn spel tot in de kleinste kleinigheden na te gaan zal de ontzaglijke durf en de abso luut onfeilbare technische zekerheid van dezen wonderlijk begaafden jon geman nog meer verbazing hebben gewekt. De enorme virtuositeit die hij in het concert van Paganini en in Tartini's „Trille du Diable" ont wikkelde zal dan ook voorai den ee- nigszins deskundigen een zeer eigen aardig genot hebben verschaft. Maar of ze daarom mindor geboeid zullen zijn geworden door zijn eenig mooie, in-inuzikaJe voordracht van die eenvoudige typische dingen al8 het Andantino van Martini, „La Pre- cieuse" van Couperin of de beide „ait-Wiener Tanzweisen"?... Voor mij althans hadden deze laatste door Kreisler gearrangeerde stukjes ze ker niet geringer aantrekkelijkheid dan de groote nummers van het pro gramma. Maar het laat zich dan.uok niet beschrijven met hoeveel karak ter en met hoeveel humor Elman de ze kleinigheden voor zijn ademloos luisterend publiek weet op te dis- schen. Alles is zoo puur, zoo echt, zoo uiterst fijn en origiueel gevoeld en de geheel onwillekeurige, sobere, soms onweerstaanbaar grappige mu ziek van den speler schijnt bovendien elk bedioelinkje nog te willen verdui delijken dat men uren lang zou wdlen luisteren naar al die artistieke, geniale verrassingen die toch te gelijk zoo van-zelf-sprekend, zoo bloot natuurlijk 'k zou haast zeg gen zoo nuchter gewoon zijm Juist die zeldzame gave om zijn hoorders, niet een opvatting van een muzikale gedachte aannemelijk te doen schij nen of, nog erger, met geweld op te dringen; maai" ze onmiddellijk als de eeuig ware, de eemg mogelijke te doen erkennen dat maakt, dunkt mij, den reproduceerenden mu sicus tot waarachtig kunstenaar. En zoo n kunstenaar is Mischa Elmun. De heer Louis Schnitzler kweot zich op meesterlijke wijze van de taak der begeleiding. PHILIP LOOTS. HET T00NEEL DE FEESTAVOND VAN „CREMER". De letterlievende vereeniging ,tCre uier" heeft twee gelukkige gedachten in haar bestaan verwezenlijkt. Wij vernamen het gisteren-avond uit den mond van haar voorzitter, den heer G. J. van Gasteren, die het feest met een toespraak opende. En die gelukkige gedachten wareu, dat men de vorceaiiging den naam gege ven had. van deu bekenden schrijver van Ovarbetuwsche novellen, J. J. Cremer; en de tweede was, dai men aan diens neef, den oud-minister Cremer het beschermheerschap had aangeboden. Deze had dit eere-ambt aangeno men en bekleedt 't nu al vijf en twin tig jaar, welk heugelijk feit door de vereeniging op haar feestavond van gisteren herdacht werd. De heer Van Gasteren, die ter in leiding van deze herdenking een kort woord sprak, hoopte dat de heer Cre mer neg lang gespaard zou moge blijven in het belang van kunst en wetenschap, van handel en nijver heid, en ook van de vereeniging, die zijn familienaam draagt De heer Cremer woonde met ziju gezin de voorstelling bij in een loge, die door een rijke bloemenversiering in een berceau was herschapen. Na de woorden van hun voorzitter voerden de leden der vereeniging ter eere van hun naamgever den eenak ter „Titulair" op, het bekende biij- spelletje van J. J. Cremer, waarin we zien, hoe een ijdele coiffeur (Reuzel) door een vlveur (Van Del) wordt lek ker gemaakt met het vooruitzicht van tot hof kapper-titulair te zullen worden benoemd, alleen in de hoop, dal hij dan zijn knappe dochter Heu- riette zal toestaan me: hem (Van Del) naar een bal te gaan. Maar T komt uil, dat ei" heeleinaai geen bal is dien avond, en dat 't Van Del alleen maar io doen L> om het meisje de deur uit te lokben met rniuder goede bedoelingen. Door den domuien, goed- haxtigeu knecht Jozef, die verliefd s op de dochter van zijn patroon en toevallig een gesprek heelt afgeluis terd, komt de waarheid aan 't licht en wordt Henriette nog intijds be hoed voor het gevaar, dat haar- eer bedreigd heeft. Het is een luchtig, onschuldig stuk je, waar een paar aardige tooneel- tjes in voor komon en dat de krach ten van een liefhebbers-vereeniging niet te boven gaat. En „Cremer"' heeft bewezen de noodige, en ook goede krachten te bezitten om dit stukje naar behooreu te kunnen opvoeren, ja, we kregen zelfs een goed ensemblespel te zien. Daarop willen we nu eens de aan dacht vestigen, want de fout van de meeste dilettanten is juist, dat ieder hunner te veel op zichzelf speelt; ie der let op zijn eigen doen en latei», op zijn eigen spel, en spant zich in zijn eigen rol er maar goed af te brengen. Hij denkt er niet om, dat ziju rol, dat zijn spel toch maar een onderdeel van een gehee] is, dat zij met hun allen moeten vormen. En juist doordat zij dat niet in het oog houden en ieder mogelijk te veel aan ziju eigen succesje bij de vriendjes en kennissen in de zaai denkt, hapert 't zoo dikwijls bij liefhebberij-opvoe ringen, stokt 't zoo menigmaal, ko men e>r gaten en hiaten in den gang van het spel. Nu, daar was bij „Cremer" ditmaal geen sprake van. Alles paste goed in elkaar; 't liep goed en vlot. Alleen de scène met den verkleeden vriend van Van Del ging een beetje schutte rig. Maar er was een goed ensemble- spel in dit stukje te zien. We zouden zoo denken, dat dit iets is voor „Cre mer" om mee naar een concours te gaan. Speciaal willen we toch nog Hen riette noemen, die lief en los speeL de, frisch en vrij; en den beschaaf den, goed gemanierde an Del; en den leukeu niais van een J ozef, den knecht. Reuzel was wel wat zwaar eu stijf; in zoo'n kappersral behoort wal meer zwier en chic, wat coiffeurs-ij dalheid eu goedige zelfin genomenheid. En Lijsbeth de dienst bode was door haar nasaal geluid en wat te snel en te weinig gearticuleerd spreken, menigmaal moeilijk te vol- i. Cremer" heeft met dit stukje het seizoen goed en kranig ingezet. Maar met de keuze van het tweede stuk voor den avond, inet: „Ik eet bij mijn Moeder" had zij een minder ge lukkige greep gedaau. Dit uit het Fransch bewerkte stuk draait om do rol van een Fransche prima-donna, een „groote" rol voor een gerouti neerde, zeer begaafde actrice zooals wij in een mevr. Mann—Bouwmees ter en een Julia Cuypers bezitten, maar waarover liefhebberij-vereeni- gingen niet beschikken, zelfs niet over krachten die er een „gooi" naar kun nen doen. Toch zagen we in dat stuk nog aar dig spel van den prins d'Hennln en' van Pierre Didier, den kunstschilder. De medespeleude dames in beide stukken werden met bloemen ver eerd. FRANS NETSCHER.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1