NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD.
Claribel's Huwelijk.
28e Jaargang. No. 8387
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 26 OCTOBER 1910 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN dfe, ADVERTENTIÊN:
per drie maanden: Milt, Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem1.20 o Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1.30 /K,[jS?\Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens ze6 regels, 25 Cts. per plaatsing;
Fianuo per post door Nederland-1.6^ ^/|T_ 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
G^lsvitreertf Zondagsblad, 'voor Haarlem* t I I t I I 03IH Xl Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
v de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Ëiiiienlandsch Overzicht
'T BEZOEK VAN HET DUITSCHE
KEIZERPAAR AAN BRUSSEL,
brengt natuurlijk veel drukte. Brussel
ie in de dagen der wereldtentoonstel
ling al vol, maar nu is 't nog veel er
ger. Er zijn dui-end© en nog eens dui-
zende vreemdelingen.
Gistermiddag kwamen de Keizer en
de Keizerin aan. Aan 't versierde sta
tion werden dc hooge gaston door der.
Belgischen Koning en de Koningin
ontvangen. Er werd alleen Fransch
gesproken.
Een compagnie Grenadiers, met mu
ziek en vaandel opgesteld, gaf de mi
litaire honneurs. De muziek liet „Die
Wacht, am Ilhein" hoeren. Na een in
spectie van den troep door den Kei
zer, begaf men zich naar den uitgang,
waar schoolkinderen stor.cl.en, die het
Duitsche Volkslied zongen.
51 kanonschoten begroetten de kei
zerlijke bezoekers.
Hierop nam men in de rijtuigen
plaats en reed naar het poleis. Dc
troepen stonden en baie langs den
weg opgesteld. Achter de soldaten
stonden de toeschouwers. De ineesten
hadden cr van 's morgens 9 of 10 uur
af gestaan, maar dat 7 of 8 uur wach
ten werd blijkbaar niet getold.
Van vele buizen wapperaen Duit
sche en Belgische vlaggen.
Er waren door de politie zeer stren
ge maatreeeion genomen. '10.000 solda
ten werden met de afzetting van dc
wegen belast. Onder de toeschouwers
werd hier en daar ecriig demonstra
tief geschuif eri gefluit gehoord. Met.
heet, dat de politie eenige toeschou
wers in hechtenis genomen heeft.
In 'L paleis hadden de vorsten een
langdurig onderhoud in de aparte-
jnenten van den Keizer. Ook werden
door Z. M. verschillende 'diplomaten
ontvangen.
's Avonds was er gala-diner, waar
bij 102 gasten aanzaten. Koning Al-
bert bracht een dronk uit, waarin hij
den Keizer en de Keizerin dankte voor
hun bezoek. De Koning verklaarde
overtuigd te zijn, dat de Keizer thans
ook den Belgen heeft willen toönen,
welke sympathie hij koestert voor dat
volk van ernstige werkers.
De ontvangst van de zijde der bevol
king was hoffelijk, zelfs hartelijk op
sommige punten.
„Het Belgische volk", zoo vervolg
de de Koning, „zal de vriendschappe
lijke belangstelling, die het door U.
M. wordt betoond, op hoogen prijs
stellen en ik begroet in U M. den
voortvarenden vorst, die zoo uitne
mend in staat is gebleken om de
schitterende vlucht die uw land op
leder gebied van menschelijke bedrij
vigheid heeft genomen, te bevorderen
en ik wensch van ganscher harte, dat
dc vertrouwelijke betrekkingen tus-
schen de twee regeerende huizen de
vriendschap lussehen beide volken
•og zullen versterken.
•Aan li. M. verbonden door banden
des bloeds zoowel als door genegen
heid, weet ik op welk hoogen prijs do
gevoelens gesteld moeten worden, die
U. M. jegens de Koningin en mij be
toont, en die ons stemmen tot groote
dankbaarheid.
Ten slotte gaf de Koning uiting aan
lijn hartelijke wenscheu voor het
voortbestaan van de roemrijke en
voorspoedige regeering des Keizers,
opdat diens edele pogingen mogen
6trckken tot versterking van den vre
de en ten bate van alle volken.
De Keizer antwoordde „Uwe woor
den van innige vriendschap worden
door ons met dezelfde warmte en har
telijkheid ontvangen. Wij herinneren
ons met levendig genoegen het bezoek
van U M. te Potsdam en het was ons
een zeer aangename plicht van dank
baarheid dat bezoek te beantwoorden.
De schitterende ontvangst in uw
prachtige hoofdstad heeft ons diep ge
troffen en gevoelens van dankbaar
heid bij ons opgewekt, die te levendi
ger zijn, wijl wij dc ontvangst be
schouwen als een waarborg voor het
voortbestaan van den nauwen band
niet alleen lussehen oiize families,
maar ook tusschen onze volken.
Ik aanschouw en volg met geheel
Duitsclüand het verbazend succes, dat
het Belgische volk met zijn onvermoei
de werkzaamheid behaalt op elk ge
bied van handel en nijverheid en
waarvan wij de bekroning konden be
groeten op de zoo schitterende en zoo
welgeslaagde tentoonstelling.
De handel van Belgie strekt zich
uit over de geheele wereld en op dat
gebied van vreedzame bedrijvigheid
ontmoeten Duitscliland en België el
kander overal.
Beide landen zijn vurig© bewonde
raars van het ideeelo en het schoone,
een gebied waarop Belgische dichters
en kunstenaars zulk een belangrijke
plaats innemen.
Ik hoop, dat de govoelens van we-
derzijdsch vertrouwen en goede na
buurschap, waarvan de onlangs ge
voerde onderhandelingen tusschen on
ze beide regeeringen een zoo vriend
schappelijk bewijs hebben gegeven,
nog versterkt mogen worden. Moge de
rogeering van U. M. geluk en voor
spoed brengen in het koninklijk huis
en onder uw volk, dat is de wensch,
die opwelt uit het diepst van mijn
hart en met welken ik uitroep „Leve
do Koning en de Koningin van België,
Hoera
Tot zoover de redevoeringen, waar
in we geen bijzondere politieke strek
king kunnen vinden.
Anders is 't met de speechen
IN DE FRANSCHE KAMER
gehouden.
Gisteren, do eerste Kamerdag, is
nog al rumoerig geweestHet binnen
komen van Lepine, den Parijschen
prefect van politic, werd aan de uiter
ste liukerzüde begroet met geroep van:
Er uit, er uitHet centrum en de lin
kerzijde applaudisseerden, zoodat er
een onbeschrijfelijk tumult heersclite.
De voorzitter zette z'n hoed op en de
vergadering werd geschorst.
Toen de kalmte weergekeerd was,
werd de vergadering weer geopend.
Briand, de minister-president, vroeg,
dat onmiddellijk tot bespreking der
interpellaties overgegaan zou worden,
waartoe dan ook werd besloten.
De Senaat ging tot Donderdag uit
een.
Dc afgevaardigde Colly, van de
uiterste linkerzijde, verweet de regee-
ring, dat zij de spoorwegstaking ge
fnuikt heeft, door stakers in hechte
nis te nemen. Hij viel Briand heftig
aan en verweet dezen, dat hij inaeni-
nisten in de gevangenis heeft laten
zetten en geprimeerd heeft, hoever nij
tegenover de publieke opinie kon gaan
om te weten te komen, of men solda
ten tegen arbeiders kan afzenden. Dat
is een smerige streek. (Briand haaide
de schouders op). Lolly teekende ver
zot aan tegen het gebruiken van sol
daten ten voordeele van industrieele
ondernemingen en verzekerde, dat
den spoorwegmaatschappijen de vrije
hand was gelaten om de arbeiders on
der de wapenen te roepen.
Daarna nam Briand het woord en
begon met te verklaren, dat hij niet
van plan was, in te gaan op persoon
lijke aanvallen.
De spoorwegstaking, vervolgde hij,
was geen beweging, die vakbelangen
tot oorzaak had (heftig protest bij de
uiterste linkerzijde) en de regeering
bevond zich niet tegenover een sta
king, maar tegenover
EEN BEWEGING, DIE DOOD EN
ONDERGANG VAN HET LAND
BEOOGDE,
een beweging, waarvan de arbeiders
de ware bedoeling niet kenden, en
waarvan zij de werktuigen waren.
(Heftig protest bij de uiterste linker
zijde).
Aangezien de- regeering, zoo ver
volgde Briand onder het tumult, de
bewijzen in handen had, dat de bewe
ging een. anarchistisch en opstandig
karakter had, moest^ zij maatregelen
treffen om de nationale veiligheid te
verzekeren. Briand wees dan op de
pogingen, die de regeering in het be
lang der spoorweg-beambten heeft ge
daan, en verzekerde, dat hij over ma-
teneele bewijzen en door de leiders
der beweging onderteekendo schrift
stukken beschikt, en dat d© spoorweg
beambten bekend hebben, sabotage te
hebben gepleegd. De spoorwegbeamb
ten konden in October lotsverbetering
verkrijgen, maar zekere elementen
wilden ongeregeldheden. Briand was
dan ook van oordeel, dat met het oog
op de verzoeningsgezinde houding der
regeering, het afkondigen der sta
king, midden in de onderhandelingen,
een onduldbare zaak was.
Daarna herinnerde de eerste minis
ter aan dc omstandigheden, waaron
der de staking op de Noorder-spoor
wegen is afgekondigd en zei, dat men
tegenover een organisatie van stelsel
matige sabotage staat, waarvan de
regeering hoopt de draden in handen
te hebben.
Het geheel© land heeft getoond, dat
het zich niet van de wijs zou laten
brengen. De minister las dan een om
zendbrief voor, die bij de poststaking
door zekere agenten is verzonden en
dié zeer preciese aanduidingen bevat
voor de sabotage van telegraafdra
den. De leiders van de tegenwoordig©
staking hebben een dergelijken om
zendbrief onderteekend en als de so
cialisten vragen welke leiders ant
woordde Briand, dat zij dut spoedig
zullen weten, misschien al te spoedig
naar' hun zin.
De bedrogen arbeiders hebben hun
woede reeds geuit.
De regeering heeft, niettegenstaan
de de angsten, die het land, met het
oog op het gevaar, heeft doorgestaan,
geen andere middelen gebruikt dan de
wet te barer beschikking stelt.
De socialisten onderbraken Briand
herhaaldelnk, de voorzitter had de
grootst denkbare moeite, om de stil
te te herstellen; als Briand eindelijk
kon voortgaan, zei hij
De vr'jheid, die de socialisten ver
dedigen, is niets dan het afzichtwek-
kende beeld van de tweediracht en
het grijnzende beeld van den burger
oorlog.
De vrijheid der vak vereenig in gen
bestaat niet in gewelddadigheden te
gen de arbeiders evenmin bestaat de
politieke vrijheid in de tegenwoordi
ge houding der uiterste linkerzijde.
Briand verweet den socialisten mis
bruik te maken van de persvrijheid.
Er zijn oogenblikken, vervolgde hij
dan, waarin een staatsman zijn plicht
vervult, allen bedreigingen ten spijt
en met gevaar voor zijn leven. Ik ver
trouw, dat ik mij tegenover de jong
ste gebeurtenissen aan de zijde der
vrijheid heb gehouden.
Briand eindigde met de volgende
woorden:
Jn de ernstige omstandigheden,
waarin het land naar den burgeroor
log werd gedreven, zou iedere regee
ring, die dien naam waard is, ge
daan hebben, wat wij hebben gedaan.
De regeering neemt in haar geheel de
verantwoordelijkheid op zich. De vrij-
hedon, waarin de spoorwegarbeiders
zich verheugen, zijn door de staking
niet bedreigd.
De regeering bestudeert de wijze,
waarop het land in de toekomst tegen
dergelijke gevaren behoed kan wor
den, zonder dat de wezenlijke vrijheid
der vakvereenigingen zal verminderd
worden. Het is aan u om te zeggen of
g ijde regeering toevertrouwt, dezen
arbeid tot een goed einde te brengen.
(Toejuichingen op bijna alle ban
ken, behalve op die van de uiterste
linkerzijde).
Donderdag voortzetting der zitting.
UIT GRIEKENLAND.
In een conferentie met den Koning
toonde de minister-president Venizc-
los aan, dat bij 't goedkeuren der mo
tie van vertrouwen een aantal stem
men te zijnen gunste zijn uitgebracht,
aan welke niet de beteek en is mag
worden gehecht van oen goedkeuring
van zijn program, waaruit hij afleid
de, dat hij geenszins het vertrouwen
der meerderheid geniet.
Bij koninklijk besluit is het parle
ment ontbonden.
De verkiezingen voor de nieuwe re
visionistische Kamer zijn bepaald op
28 November en de opening van de
zitting zal plaats 1 lebben oj) 8 Janu
ari 1911.
DE OVERSTROOMINGEN IN
ITALI6.
Uit hetgeen de bladen mededealen,
blijkt, dat de overstrooming te Casa-
micciola en Jschia, niet zulke ernsti
ge gevolgen heeft gehad, als men
aanvankelijk dacht.
Beide plaatsen zijn niet geheel ver
woest, zooals eerst bericht werd.
Te Octara zijn vijftig huizen door
de cycloon vernield, 200 menschcn
kwamen om.
Een groot gedeelte van do huizen in
de streek van Casale is verwoest, tot
dusverre zijn twaalf lijken gevonden.
De straten van Cetarn liggen vol
dooden en gewonden.
Te Majon (Salerno) zijn in éën
straat alle huizen ingestort en heb
ben twintig menscheu het leven ver-
loreu.
GEZICHTSBEDROG.
Aan een artikel door Dr. U. Bijls-
nia in liet Weekblad M o 1 c s c h o tt,
dat telkens nieuwe en belangwekken
de onderwerpen behandelt, ontleen en
wij het volgende:
De waarde van onze zintuigelijke
gewaarwordingen, al? bron van de
kennis der wereld buiten ons, wordt
min of meer beperkt door het ver
schijnsel dat den naam draagt van
zinsbedrog en voorkomt bij al onze
zintuigen. Wij verstaan daaronder
het feil dat wij duidelijk een indruk
krijgen van iets, dat niet volkomen
overeenstemt met den werk©; ij ken toe
stand en dit komt omdat de waarne-
miag geschiedt onder buitengewone
omstandigheden. Deze kunnen gele
gen zijn op natuurkundig gebied,
maar ook afhankelijk wezen van den
abnonnalen toestand onzer organen.
Als voorbeeld van het eerste wijs ik
er op dat de steel van een lepeltje,
staande in een gedeeltelijk met wa
ter gevuld glas, ons geknakt schijnt
op de plaats waar deze met de vloei
stof in aanraking komt 't is een
gevolg van het verschil in straalbre
king tusschen water en lucht; een
voorbeeld van het tweede leveren ons
de droomen, de personen die, van
cataract gelicht, vaak alles gekleurd
zien, de zieken die in de hitte van de
koorts allerlei angstwekkende t-afe-
reelen voor oogon hebben. Het is ver
der lekend dat oen zinsbedrog betrek
king kan hebben op de kwaliteit (ver
wisseling van oen kleur), op de in
tensiteit (een brand bij nacht schijnt
feller dan deze over dag zou doen), op
de ruimte (vergissing in afstond, een
toren op de heide schijnt veel dich
ter bij dan hij in werkelijkheid is) of
op den tijd (we zien nog iets dat reeds
uit gezicht is verdwenen).
We zullen in d.it- opstel een en an
der vertellen van 't gezichtsbedrog,
echter uitsluitend zoo als dit zich
voordoet bij volkomen gezonde men-
schen in wakenden toestand en met
normale oogen, van eenige verschijn
selen die in het dngelijksch leven
herhaaldelijk voorkomen, maar niet
steeds onze aandacht trekken; het zal
echter geschieden zonder een bepaald
systematische in deeding naar kwali
teit, intensiteit rnz. die meer uit
wetenschappelijk oogpunt van belang
is al zullen die woorden wel e
worden gebruikt.
Laten we dan eerst eens eenige
voorbeelden van het gezichtsbedrog
die zich afspelen met betrekking tot
de ruimte noemen. Deze komen veel
vuldig voor en ze hebben ook prak
tisch belang daar ze betreffen onjuis
te schatting van de lengte van lijnen,
de grootheid van hoeken, de uitge
breidheid van vlakken en lichamen,
van de diepte enz.
Uit het enorme aantal wijs ik op
de volgende:
De twee lijnen a en b zijn even
lang, toch schijnt ons de loodrechte
langer dan de horizontale. Dit wordt
veel duidelijker wanneer we beiden
ter lengte van b.v. 40 centimeter teo-
kenen op een tafel 1), maar bij eenige
inspanning en langduriger bescliou-
1) Alle figuren
teekenen!
Onze Lachhoek
Moeder kamt het haar van Frits.
De kleine huilt en wordt ongeduldig.
Maar. Fritsje, zegLmoeder,
schreeuw toch zoo niet, je ziet mij
toch niet huilen, wanneer ik mijn
haar kam.
Ja, zegt Fritsje, dat is wat an
ders, uw haar is ook niet op uw hoofd
vastgegroeid!
SCHRAAL.
'n Mensch heeft maar weinig
noodig in dit leven, zei de hospita.
En dat kan hij hier krijgen, ant
woordde de kostganger.
Dame. Dokter, gij zijt doorge
drongen tot de diepste geheimen der
geneeskundige wetenschap. Wat doet
u als u hevig verkouden is?
Dokter. Mevrouw dan.... nies ik!
VERSTROOID.
Heer (op straat). Ik ben zooeven bij
u thuis geweest, professor; mijn naam
is Medon.
Professor. Zeer aangenaam; gaat
u zitten.
Iemand schreef aan een dichter, die
hem één zijner verzen ter beoor
deeling had gezonden.
Amice! Tot poëzie behoort eenïjj
vuur; derhalve hoort er meer vuur in
uw vers, of anders hoort uw vers in
hét vuur!
wing blijkt het ook voldoende uit fi
guur 1. Het verschijnsel ontstaat
doordat de beweging van het oog van
boven naar beneden voor ons moei
lijker is dan die. van rechts naar
links; die grootere moeite schrijven
we ten onrechte toe aan de lengte.
Daarom i eekent men in den beginne
ook een kwadiraat te breed en te laag,
en schijnen gelijkzijdige driehoeken
een te korte basis te hebben.
HH
A. -é
Figuur 2.
In figuur 2 lijkt de gedeelde helft
b grooter, dan de onverdeelde a, het
eerste deel ©ischt voor de juiste waar
neming meer inspanning dan het
laatste omdat er meer bijzonderheden
aan zijn te zien; ook speelt het onjuis
te vermoeden, dot die kleine dwars-
streepjes meer ruimte eischen, daar
bij een rol.
Geheel hetzelfde is het geval wan
neer we de beide rechte hoeken aob
en boe met elkaar vergelijken.
Houden we de figuur onderstebo
ven dan schijnt de lijn aob bovendien
we de volkomen gelijke
een lijn zoodanig met
FEUILLETON
N aar bet E u g e 1 s c li.
vau
li. T. JOHNSON.
16)
HOOFDSTUK XI.
De bond voor het alge
meen w e 1 z ij n.
Dan is toch de graaf mij ont
snapt, mompelde inspecteur Gled-
dow, nadat hij Dick Bramley had
verlaten.
Deze had hem de vlucht van Clari-
bcl uit' Dcne-on-Dass met Dudley Car-
stairs verleid en de ontdekking van
den diefstal bij Bob Musgrave, en
verder Dick's vreemde ontmoeting
met de vrouw, die hij eens had lief
gehad en verloren, in rouwgewaad
gehuld.
Daar heeft, zonder twijfel dc
graaf de hand in gehad, zeidc hij,
toen juist moest hij vluchten, om
dat hij de bank bestolen had. Ja, hij
was een zeer geniaal man, maar hij
had één fout. welke zijne bekwaam
heden oneer aandeed hij gaf zich
we! eens aan lage liandelingen over.
Bijvoorbeeld zijn wijze van handelen
met de spaarpenningen van dien ar
men, ouden mande graaf moest
zulk soort van zaken maar aan men
scheu van minder allooi overlaten.
Jaren lang reeds volgde de inspec
teur het spoor van een doortrapten
oplichter, die, door zijne talrijke
schurkerijen, bi| het departement van
geheimen dienst bekend stond onder
den naam van „de graaf'. Dikwijls
reeds was hij hem zeer dicht op de
hielen geweest, maar nog nooit had
de inspecteur de voldoening mogen
smaken, hem vriendelijk op den
schouder te tikken, wat voor den be
trokkene zou zijn als liet „schaak
mat" voor den schaakspeler.
Hij koesterde voor den graaf on
geveer dezelfde gevoelens, als de
IJzeren Hertog voor den Corsikaan,
zijn grootsten vijand, dien hij, dit
was zijn vast besluit, van zijn heer
schappij wilde berooven maar toch
bewonderde hij het beleid van zijn
vijand, zijn schitterende veroverings
plannen, zijn onversaagdheid in het
ojisporen van nieuwe hulpbronnen,
daarvoor moesten bij hem alle ge
voelens van persoonlijken haat zwij
gen.
En dus was dio vrouw in het
zwart gekleed. vervolgde hij,
dat is kwaad. Ik heb den graaf op
menigen moeilijken tocht achter
volgd, maar nu zou ik er allesbehalve
naar verlangen, hein te volgen. Den
majoor zal ik echter goed in het oog
houden. Wat mevrouw Carstairs be
treft, ik weet nog niet wat ik van
haar moet denken het is van ons
standpunt uit zoo moeilijk een vrouw
te doorgronden. Dick Bramley is
geen gek, en hij wil er op zweren, dat
zij niet in staat is iemand eenig
kwaad te doen of te bedriegen liet
minst van allen haar vader.
Verdiept m zijn alleenspraak, slen
terde de inspecteur door een nauwe
straat, die hem voerde naar het nel
van stegen, bekend onder den naam
van de „Seven Dials".
Dc inspecteur overtrof in menig
opzicht het kameleon, want niet al
leen, dat hij telkens van kleur veran
derde, ook van kleeding verwisselde
hij voortdurend. Op dat oogenblik
droeg hij een bombazijnen broek en
een dito jasje, dat hem los over de
schouders hing, en waaronder een
grof katoenen hemd te voorschijn
kwam zijne gelaatstrekken waren
overschaduwd door een grooten,
slappen, vilten hoed en het onderste
gedeelte van zijn gelaat was onken
baar gemaakt door een zwaren kne
vel en baard, welke hij zich „voor
deze gelegenheid" had aangeschaft.
Op den hoek van de straat voegde
zich een man bij hem, die een fluvvee-
len jas droeg en een hoed, met bree-
den rand; zijn donkere gelaatskleur,
zijne zwarte oogen, haren en knevel
duidden aan, dat hij een Italiaan
was.
Ah Gianini, zeide de inspec
teur, stipt op tijd, zooals gewoon
lijk. Weet gij het wachtwoord
Si, Signor, antwoordde de Ita
liaan. Maar, denk er om, gij moet
zwijgen. Als het ontdekt werd, en
om zijn volzin te voltooien, maakte
hij een beteekenisvolle beweging
langs zijn gespierden nek.
Alles in orde, antwoordde de
inspecteur. Laat ons binnengaan.
Een netwerk van straten doorloo-
pende, bereikten zij eindelijk ecu
smerige herberg. Zij traden een half
duister vertrek binnen, schraal voor
zien van kale. met katoen fluweel be-
kleede banken, gebarsten en verweer
de spiegels en eenige wankele tafels
met afgebrokkelde marmeren bladen
vol vlekkendc Italiaan bestelde aan
een gezette vrouw van middelbaren
leeftijd, een landgenooto van hem,
twee kop chocolade terwijl hij dit
dood, gaf hij haar een te-eken met de
hand, hetwelk door de vrouw beant
woord werdzij verdween daarop
terstond door een morsige deur, be
kleed met rood baai.
Terwijl hij zijn metgezel opmerk
zaam maakte op een hooggekleurde
plaat aan den muur, nam de inspec
teur Gleddow de gelegenheid waar,
om vlug den inhoud van zijn kop
chocolade onder zijn stoel te ledigen.
Toen kwam de oude vrouw terug,
en liet de deur half open. Hierna
stonden de Italiaan en Gleddow op
en vertrokken door dezelfde deur.
Aan het eind van een nauwe gang
bereikten zij een krakende trap, die
niet zoo breed was, dat zij naast el
kaar naar boven konden gaan.
Zij kwamen aan een gesloten deur,
voorzien van een klein kijkgat, waar
door hen een paar zwarte Spaansclie
oogen begluurden. Zij wisselden een
toeken, men ontgrendelde en opende
de deur en onze twee bekenden gin
gen binnen. Men sloot behoedzaam
de deur achter heil dicht.
Hier waren een twintig- of dertig
tal mannen van allerlei nuties verga
derd, gezeten om tal van tafels, waar
op dominosteenen, dobbelslceuen en
kaarten lagen. Aon een dier tafels
zat een magere Yankee, die op den
grond spuwde, telkens wanneer hij
zijn tabakspruim van den cenen kant
van zijn mond naar den anderen
kant liet verhuizen. Naast hem zat
een stevige Germaan inet een hoog,
gewelfd voorhoofd, die zwaar uit een
grooten meerschuimer dampteaan
een andere tafel zat een net gekleede
Rus, die zoo gemakkelijk mei de hem
omringenden in alle talen sprak, dat
het moeilijk was uit te maken, wat
zijn moedertaal wasnaast hem
schetterde een dikke Franschman,
onder het maken van hevige gebaren:
tusschen de twee laatsten zat een
sombere Spanjaard gemelijk met een
stilet te sjielen.
Zoo ver dit mogelijk was door de
dikke rookwolken, welke de zaal
vulden, merkte de inspecteur hier en
daar een Engelsehman op, meestal
lieden uit de middelklasse. In het
midden van de zaal, aan een klein
tafeltje, dat voor hem bestemd was,
zat een man, in wien hij een in 't oog
loopenden journalist en volksrede
naar herkende van zeer vrijzinnige
gevoelens.
Waar komt gij vandaan, broe
der vroeg hij aan den metgezel van
den inspecteur.
Van de vierde seelie van de
Vlaamsche onder-afdeeling.
Zoo. Hoe maakt broeder Steinitz
het dan
Wij kennen dien broeder niet in
de vierde sectie. antwoordde de
inspecteur na een oogenblik.
Men glimlachte bij het antwoord
van den inspecteur.
Maar. hoe is het dan met broe
der Heinrichs
Hij behoort tot degenen, die de
zaak verraden, antwoordde de in
specteur, met een gebaar, alsof hij
met een dolk zijn hart doorboorde.
Vanwaar komt uw broeder
Burger Bethell No. 31, van de
vierde afdeeiing.
Wat deed uw broeder in Belgie
Hij was in Antwerpen opzichter
over de leerlooiers.
fWordt vervolgd).