NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. Claribel's Huwelijk. 28e Jaargang. No. 8387 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 26 OCTOBER 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN dfe, ADVERTENTIÊN: per drie maanden: Milt, Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem1.20 o Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 /K,[jS?\Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens ze6 regels, 25 Cts. per plaatsing; Fianuo per post door Nederland-1.6^ ^/|T_ 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. G^lsvitreertf Zondagsblad, 'voor Haarlem* t I I t I I 03IH Xl Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. v de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. Ëiiiienlandsch Overzicht 'T BEZOEK VAN HET DUITSCHE KEIZERPAAR AAN BRUSSEL, brengt natuurlijk veel drukte. Brussel ie in de dagen der wereldtentoonstel ling al vol, maar nu is 't nog veel er ger. Er zijn dui-end© en nog eens dui- zende vreemdelingen. Gistermiddag kwamen de Keizer en de Keizerin aan. Aan 't versierde sta tion werden dc hooge gaston door der. Belgischen Koning en de Koningin ontvangen. Er werd alleen Fransch gesproken. Een compagnie Grenadiers, met mu ziek en vaandel opgesteld, gaf de mi litaire honneurs. De muziek liet „Die Wacht, am Ilhein" hoeren. Na een in spectie van den troep door den Kei zer, begaf men zich naar den uitgang, waar schoolkinderen stor.cl.en, die het Duitsche Volkslied zongen. 51 kanonschoten begroetten de kei zerlijke bezoekers. Hierop nam men in de rijtuigen plaats en reed naar het poleis. Dc troepen stonden en baie langs den weg opgesteld. Achter de soldaten stonden de toeschouwers. De ineesten hadden cr van 's morgens 9 of 10 uur af gestaan, maar dat 7 of 8 uur wach ten werd blijkbaar niet getold. Van vele buizen wapperaen Duit sche en Belgische vlaggen. Er waren door de politie zeer stren ge maatreeeion genomen. '10.000 solda ten werden met de afzetting van dc wegen belast. Onder de toeschouwers werd hier en daar ecriig demonstra tief geschuif eri gefluit gehoord. Met. heet, dat de politie eenige toeschou wers in hechtenis genomen heeft. In 'L paleis hadden de vorsten een langdurig onderhoud in de aparte- jnenten van den Keizer. Ook werden door Z. M. verschillende 'diplomaten ontvangen. 's Avonds was er gala-diner, waar bij 102 gasten aanzaten. Koning Al- bert bracht een dronk uit, waarin hij den Keizer en de Keizerin dankte voor hun bezoek. De Koning verklaarde overtuigd te zijn, dat de Keizer thans ook den Belgen heeft willen toönen, welke sympathie hij koestert voor dat volk van ernstige werkers. De ontvangst van de zijde der bevol king was hoffelijk, zelfs hartelijk op sommige punten. „Het Belgische volk", zoo vervolg de de Koning, „zal de vriendschappe lijke belangstelling, die het door U. M. wordt betoond, op hoogen prijs stellen en ik begroet in U M. den voortvarenden vorst, die zoo uitne mend in staat is gebleken om de schitterende vlucht die uw land op leder gebied van menschelijke bedrij vigheid heeft genomen, te bevorderen en ik wensch van ganscher harte, dat dc vertrouwelijke betrekkingen tus- schen de twee regeerende huizen de vriendschap lussehen beide volken •og zullen versterken. •Aan li. M. verbonden door banden des bloeds zoowel als door genegen heid, weet ik op welk hoogen prijs do gevoelens gesteld moeten worden, die U. M. jegens de Koningin en mij be toont, en die ons stemmen tot groote dankbaarheid. Ten slotte gaf de Koning uiting aan lijn hartelijke wenscheu voor het voortbestaan van de roemrijke en voorspoedige regeering des Keizers, opdat diens edele pogingen mogen 6trckken tot versterking van den vre de en ten bate van alle volken. De Keizer antwoordde „Uwe woor den van innige vriendschap worden door ons met dezelfde warmte en har telijkheid ontvangen. Wij herinneren ons met levendig genoegen het bezoek van U M. te Potsdam en het was ons een zeer aangename plicht van dank baarheid dat bezoek te beantwoorden. De schitterende ontvangst in uw prachtige hoofdstad heeft ons diep ge troffen en gevoelens van dankbaar heid bij ons opgewekt, die te levendi ger zijn, wijl wij dc ontvangst be schouwen als een waarborg voor het voortbestaan van den nauwen band niet alleen lussehen oiize families, maar ook tusschen onze volken. Ik aanschouw en volg met geheel Duitsclüand het verbazend succes, dat het Belgische volk met zijn onvermoei de werkzaamheid behaalt op elk ge bied van handel en nijverheid en waarvan wij de bekroning konden be groeten op de zoo schitterende en zoo welgeslaagde tentoonstelling. De handel van Belgie strekt zich uit over de geheele wereld en op dat gebied van vreedzame bedrijvigheid ontmoeten Duitscliland en België el kander overal. Beide landen zijn vurig© bewonde raars van het ideeelo en het schoone, een gebied waarop Belgische dichters en kunstenaars zulk een belangrijke plaats innemen. Ik hoop, dat de govoelens van we- derzijdsch vertrouwen en goede na buurschap, waarvan de onlangs ge voerde onderhandelingen tusschen on ze beide regeeringen een zoo vriend schappelijk bewijs hebben gegeven, nog versterkt mogen worden. Moge de rogeering van U. M. geluk en voor spoed brengen in het koninklijk huis en onder uw volk, dat is de wensch, die opwelt uit het diepst van mijn hart en met welken ik uitroep „Leve do Koning en de Koningin van België, Hoera Tot zoover de redevoeringen, waar in we geen bijzondere politieke strek king kunnen vinden. Anders is 't met de speechen IN DE FRANSCHE KAMER gehouden. Gisteren, do eerste Kamerdag, is nog al rumoerig geweestHet binnen komen van Lepine, den Parijschen prefect van politic, werd aan de uiter ste liukerzüde begroet met geroep van: Er uit, er uitHet centrum en de lin kerzijde applaudisseerden, zoodat er een onbeschrijfelijk tumult heersclite. De voorzitter zette z'n hoed op en de vergadering werd geschorst. Toen de kalmte weergekeerd was, werd de vergadering weer geopend. Briand, de minister-president, vroeg, dat onmiddellijk tot bespreking der interpellaties overgegaan zou worden, waartoe dan ook werd besloten. De Senaat ging tot Donderdag uit een. Dc afgevaardigde Colly, van de uiterste linkerzijde, verweet de regee- ring, dat zij de spoorwegstaking ge fnuikt heeft, door stakers in hechte nis te nemen. Hij viel Briand heftig aan en verweet dezen, dat hij inaeni- nisten in de gevangenis heeft laten zetten en geprimeerd heeft, hoever nij tegenover de publieke opinie kon gaan om te weten te komen, of men solda ten tegen arbeiders kan afzenden. Dat is een smerige streek. (Briand haaide de schouders op). Lolly teekende ver zot aan tegen het gebruiken van sol daten ten voordeele van industrieele ondernemingen en verzekerde, dat den spoorwegmaatschappijen de vrije hand was gelaten om de arbeiders on der de wapenen te roepen. Daarna nam Briand het woord en begon met te verklaren, dat hij niet van plan was, in te gaan op persoon lijke aanvallen. De spoorwegstaking, vervolgde hij, was geen beweging, die vakbelangen tot oorzaak had (heftig protest bij de uiterste linkerzijde) en de regeering bevond zich niet tegenover een sta king, maar tegenover EEN BEWEGING, DIE DOOD EN ONDERGANG VAN HET LAND BEOOGDE, een beweging, waarvan de arbeiders de ware bedoeling niet kenden, en waarvan zij de werktuigen waren. (Heftig protest bij de uiterste linker zijde). Aangezien de- regeering, zoo ver volgde Briand onder het tumult, de bewijzen in handen had, dat de bewe ging een. anarchistisch en opstandig karakter had, moest^ zij maatregelen treffen om de nationale veiligheid te verzekeren. Briand wees dan op de pogingen, die de regeering in het be lang der spoorweg-beambten heeft ge daan, en verzekerde, dat hij over ma- teneele bewijzen en door de leiders der beweging onderteekendo schrift stukken beschikt, en dat d© spoorweg beambten bekend hebben, sabotage te hebben gepleegd. De spoorwegbeamb ten konden in October lotsverbetering verkrijgen, maar zekere elementen wilden ongeregeldheden. Briand was dan ook van oordeel, dat met het oog op de verzoeningsgezinde houding der regeering, het afkondigen der sta king, midden in de onderhandelingen, een onduldbare zaak was. Daarna herinnerde de eerste minis ter aan dc omstandigheden, waaron der de staking op de Noorder-spoor wegen is afgekondigd en zei, dat men tegenover een organisatie van stelsel matige sabotage staat, waarvan de regeering hoopt de draden in handen te hebben. Het geheel© land heeft getoond, dat het zich niet van de wijs zou laten brengen. De minister las dan een om zendbrief voor, die bij de poststaking door zekere agenten is verzonden en dié zeer preciese aanduidingen bevat voor de sabotage van telegraafdra den. De leiders van de tegenwoordig© staking hebben een dergelijken om zendbrief onderteekend en als de so cialisten vragen welke leiders ant woordde Briand, dat zij dut spoedig zullen weten, misschien al te spoedig naar' hun zin. De bedrogen arbeiders hebben hun woede reeds geuit. De regeering heeft, niettegenstaan de de angsten, die het land, met het oog op het gevaar, heeft doorgestaan, geen andere middelen gebruikt dan de wet te barer beschikking stelt. De socialisten onderbraken Briand herhaaldelnk, de voorzitter had de grootst denkbare moeite, om de stil te te herstellen; als Briand eindelijk kon voortgaan, zei hij De vr'jheid, die de socialisten ver dedigen, is niets dan het afzichtwek- kende beeld van de tweediracht en het grijnzende beeld van den burger oorlog. De vrijheid der vak vereenig in gen bestaat niet in gewelddadigheden te gen de arbeiders evenmin bestaat de politieke vrijheid in de tegenwoordi ge houding der uiterste linkerzijde. Briand verweet den socialisten mis bruik te maken van de persvrijheid. Er zijn oogenblikken, vervolgde hij dan, waarin een staatsman zijn plicht vervult, allen bedreigingen ten spijt en met gevaar voor zijn leven. Ik ver trouw, dat ik mij tegenover de jong ste gebeurtenissen aan de zijde der vrijheid heb gehouden. Briand eindigde met de volgende woorden: Jn de ernstige omstandigheden, waarin het land naar den burgeroor log werd gedreven, zou iedere regee ring, die dien naam waard is, ge daan hebben, wat wij hebben gedaan. De regeering neemt in haar geheel de verantwoordelijkheid op zich. De vrij- hedon, waarin de spoorwegarbeiders zich verheugen, zijn door de staking niet bedreigd. De regeering bestudeert de wijze, waarop het land in de toekomst tegen dergelijke gevaren behoed kan wor den, zonder dat de wezenlijke vrijheid der vakvereenigingen zal verminderd worden. Het is aan u om te zeggen of g ijde regeering toevertrouwt, dezen arbeid tot een goed einde te brengen. (Toejuichingen op bijna alle ban ken, behalve op die van de uiterste linkerzijde). Donderdag voortzetting der zitting. UIT GRIEKENLAND. In een conferentie met den Koning toonde de minister-president Venizc- los aan, dat bij 't goedkeuren der mo tie van vertrouwen een aantal stem men te zijnen gunste zijn uitgebracht, aan welke niet de beteek en is mag worden gehecht van oen goedkeuring van zijn program, waaruit hij afleid de, dat hij geenszins het vertrouwen der meerderheid geniet. Bij koninklijk besluit is het parle ment ontbonden. De verkiezingen voor de nieuwe re visionistische Kamer zijn bepaald op 28 November en de opening van de zitting zal plaats 1 lebben oj) 8 Janu ari 1911. DE OVERSTROOMINGEN IN ITALI6. Uit hetgeen de bladen mededealen, blijkt, dat de overstrooming te Casa- micciola en Jschia, niet zulke ernsti ge gevolgen heeft gehad, als men aanvankelijk dacht. Beide plaatsen zijn niet geheel ver woest, zooals eerst bericht werd. Te Octara zijn vijftig huizen door de cycloon vernield, 200 menschcn kwamen om. Een groot gedeelte van do huizen in de streek van Casale is verwoest, tot dusverre zijn twaalf lijken gevonden. De straten van Cetarn liggen vol dooden en gewonden. Te Majon (Salerno) zijn in éën straat alle huizen ingestort en heb ben twintig menscheu het leven ver- loreu. GEZICHTSBEDROG. Aan een artikel door Dr. U. Bijls- nia in liet Weekblad M o 1 c s c h o tt, dat telkens nieuwe en belangwekken de onderwerpen behandelt, ontleen en wij het volgende: De waarde van onze zintuigelijke gewaarwordingen, al? bron van de kennis der wereld buiten ons, wordt min of meer beperkt door het ver schijnsel dat den naam draagt van zinsbedrog en voorkomt bij al onze zintuigen. Wij verstaan daaronder het feil dat wij duidelijk een indruk krijgen van iets, dat niet volkomen overeenstemt met den werk©; ij ken toe stand en dit komt omdat de waarne- miag geschiedt onder buitengewone omstandigheden. Deze kunnen gele gen zijn op natuurkundig gebied, maar ook afhankelijk wezen van den abnonnalen toestand onzer organen. Als voorbeeld van het eerste wijs ik er op dat de steel van een lepeltje, staande in een gedeeltelijk met wa ter gevuld glas, ons geknakt schijnt op de plaats waar deze met de vloei stof in aanraking komt 't is een gevolg van het verschil in straalbre king tusschen water en lucht; een voorbeeld van het tweede leveren ons de droomen, de personen die, van cataract gelicht, vaak alles gekleurd zien, de zieken die in de hitte van de koorts allerlei angstwekkende t-afe- reelen voor oogon hebben. Het is ver der lekend dat oen zinsbedrog betrek king kan hebben op de kwaliteit (ver wisseling van oen kleur), op de in tensiteit (een brand bij nacht schijnt feller dan deze over dag zou doen), op de ruimte (vergissing in afstond, een toren op de heide schijnt veel dich ter bij dan hij in werkelijkheid is) of op den tijd (we zien nog iets dat reeds uit gezicht is verdwenen). We zullen in d.it- opstel een en an der vertellen van 't gezichtsbedrog, echter uitsluitend zoo als dit zich voordoet bij volkomen gezonde men- schen in wakenden toestand en met normale oogen, van eenige verschijn selen die in het dngelijksch leven herhaaldelijk voorkomen, maar niet steeds onze aandacht trekken; het zal echter geschieden zonder een bepaald systematische in deeding naar kwali teit, intensiteit rnz. die meer uit wetenschappelijk oogpunt van belang is al zullen die woorden wel e worden gebruikt. Laten we dan eerst eens eenige voorbeelden van het gezichtsbedrog die zich afspelen met betrekking tot de ruimte noemen. Deze komen veel vuldig voor en ze hebben ook prak tisch belang daar ze betreffen onjuis te schatting van de lengte van lijnen, de grootheid van hoeken, de uitge breidheid van vlakken en lichamen, van de diepte enz. Uit het enorme aantal wijs ik op de volgende: De twee lijnen a en b zijn even lang, toch schijnt ons de loodrechte langer dan de horizontale. Dit wordt veel duidelijker wanneer we beiden ter lengte van b.v. 40 centimeter teo- kenen op een tafel 1), maar bij eenige inspanning en langduriger bescliou- 1) Alle figuren teekenen! Onze Lachhoek Moeder kamt het haar van Frits. De kleine huilt en wordt ongeduldig. Maar. Fritsje, zegLmoeder, schreeuw toch zoo niet, je ziet mij toch niet huilen, wanneer ik mijn haar kam. Ja, zegt Fritsje, dat is wat an ders, uw haar is ook niet op uw hoofd vastgegroeid! SCHRAAL. 'n Mensch heeft maar weinig noodig in dit leven, zei de hospita. En dat kan hij hier krijgen, ant woordde de kostganger. Dame. Dokter, gij zijt doorge drongen tot de diepste geheimen der geneeskundige wetenschap. Wat doet u als u hevig verkouden is? Dokter. Mevrouw dan.... nies ik! VERSTROOID. Heer (op straat). Ik ben zooeven bij u thuis geweest, professor; mijn naam is Medon. Professor. Zeer aangenaam; gaat u zitten. Iemand schreef aan een dichter, die hem één zijner verzen ter beoor deeling had gezonden. Amice! Tot poëzie behoort eenïjj vuur; derhalve hoort er meer vuur in uw vers, of anders hoort uw vers in hét vuur! wing blijkt het ook voldoende uit fi guur 1. Het verschijnsel ontstaat doordat de beweging van het oog van boven naar beneden voor ons moei lijker is dan die. van rechts naar links; die grootere moeite schrijven we ten onrechte toe aan de lengte. Daarom i eekent men in den beginne ook een kwadiraat te breed en te laag, en schijnen gelijkzijdige driehoeken een te korte basis te hebben. HH A. -é Figuur 2. In figuur 2 lijkt de gedeelde helft b grooter, dan de onverdeelde a, het eerste deel ©ischt voor de juiste waar neming meer inspanning dan het laatste omdat er meer bijzonderheden aan zijn te zien; ook speelt het onjuis te vermoeden, dot die kleine dwars- streepjes meer ruimte eischen, daar bij een rol. Geheel hetzelfde is het geval wan neer we de beide rechte hoeken aob en boe met elkaar vergelijken. Houden we de figuur onderstebo ven dan schijnt de lijn aob bovendien we de volkomen gelijke een lijn zoodanig met FEUILLETON N aar bet E u g e 1 s c li. vau li. T. JOHNSON. 16) HOOFDSTUK XI. De bond voor het alge meen w e 1 z ij n. Dan is toch de graaf mij ont snapt, mompelde inspecteur Gled- dow, nadat hij Dick Bramley had verlaten. Deze had hem de vlucht van Clari- bcl uit' Dcne-on-Dass met Dudley Car- stairs verleid en de ontdekking van den diefstal bij Bob Musgrave, en verder Dick's vreemde ontmoeting met de vrouw, die hij eens had lief gehad en verloren, in rouwgewaad gehuld. Daar heeft, zonder twijfel dc graaf de hand in gehad, zeidc hij, toen juist moest hij vluchten, om dat hij de bank bestolen had. Ja, hij was een zeer geniaal man, maar hij had één fout. welke zijne bekwaam heden oneer aandeed hij gaf zich we! eens aan lage liandelingen over. Bijvoorbeeld zijn wijze van handelen met de spaarpenningen van dien ar men, ouden mande graaf moest zulk soort van zaken maar aan men scheu van minder allooi overlaten. Jaren lang reeds volgde de inspec teur het spoor van een doortrapten oplichter, die, door zijne talrijke schurkerijen, bi| het departement van geheimen dienst bekend stond onder den naam van „de graaf'. Dikwijls reeds was hij hem zeer dicht op de hielen geweest, maar nog nooit had de inspecteur de voldoening mogen smaken, hem vriendelijk op den schouder te tikken, wat voor den be trokkene zou zijn als liet „schaak mat" voor den schaakspeler. Hij koesterde voor den graaf on geveer dezelfde gevoelens, als de IJzeren Hertog voor den Corsikaan, zijn grootsten vijand, dien hij, dit was zijn vast besluit, van zijn heer schappij wilde berooven maar toch bewonderde hij het beleid van zijn vijand, zijn schitterende veroverings plannen, zijn onversaagdheid in het ojisporen van nieuwe hulpbronnen, daarvoor moesten bij hem alle ge voelens van persoonlijken haat zwij gen. En dus was dio vrouw in het zwart gekleed. vervolgde hij, dat is kwaad. Ik heb den graaf op menigen moeilijken tocht achter volgd, maar nu zou ik er allesbehalve naar verlangen, hein te volgen. Den majoor zal ik echter goed in het oog houden. Wat mevrouw Carstairs be treft, ik weet nog niet wat ik van haar moet denken het is van ons standpunt uit zoo moeilijk een vrouw te doorgronden. Dick Bramley is geen gek, en hij wil er op zweren, dat zij niet in staat is iemand eenig kwaad te doen of te bedriegen liet minst van allen haar vader. Verdiept m zijn alleenspraak, slen terde de inspecteur door een nauwe straat, die hem voerde naar het nel van stegen, bekend onder den naam van de „Seven Dials". Dc inspecteur overtrof in menig opzicht het kameleon, want niet al leen, dat hij telkens van kleur veran derde, ook van kleeding verwisselde hij voortdurend. Op dat oogenblik droeg hij een bombazijnen broek en een dito jasje, dat hem los over de schouders hing, en waaronder een grof katoenen hemd te voorschijn kwam zijne gelaatstrekken waren overschaduwd door een grooten, slappen, vilten hoed en het onderste gedeelte van zijn gelaat was onken baar gemaakt door een zwaren kne vel en baard, welke hij zich „voor deze gelegenheid" had aangeschaft. Op den hoek van de straat voegde zich een man bij hem, die een fluvvee- len jas droeg en een hoed, met bree- den rand; zijn donkere gelaatskleur, zijne zwarte oogen, haren en knevel duidden aan, dat hij een Italiaan was. Ah Gianini, zeide de inspec teur, stipt op tijd, zooals gewoon lijk. Weet gij het wachtwoord Si, Signor, antwoordde de Ita liaan. Maar, denk er om, gij moet zwijgen. Als het ontdekt werd, en om zijn volzin te voltooien, maakte hij een beteekenisvolle beweging langs zijn gespierden nek. Alles in orde, antwoordde de inspecteur. Laat ons binnengaan. Een netwerk van straten doorloo- pende, bereikten zij eindelijk ecu smerige herberg. Zij traden een half duister vertrek binnen, schraal voor zien van kale. met katoen fluweel be- kleede banken, gebarsten en verweer de spiegels en eenige wankele tafels met afgebrokkelde marmeren bladen vol vlekkendc Italiaan bestelde aan een gezette vrouw van middelbaren leeftijd, een landgenooto van hem, twee kop chocolade terwijl hij dit dood, gaf hij haar een te-eken met de hand, hetwelk door de vrouw beant woord werdzij verdween daarop terstond door een morsige deur, be kleed met rood baai. Terwijl hij zijn metgezel opmerk zaam maakte op een hooggekleurde plaat aan den muur, nam de inspec teur Gleddow de gelegenheid waar, om vlug den inhoud van zijn kop chocolade onder zijn stoel te ledigen. Toen kwam de oude vrouw terug, en liet de deur half open. Hierna stonden de Italiaan en Gleddow op en vertrokken door dezelfde deur. Aan het eind van een nauwe gang bereikten zij een krakende trap, die niet zoo breed was, dat zij naast el kaar naar boven konden gaan. Zij kwamen aan een gesloten deur, voorzien van een klein kijkgat, waar door hen een paar zwarte Spaansclie oogen begluurden. Zij wisselden een toeken, men ontgrendelde en opende de deur en onze twee bekenden gin gen binnen. Men sloot behoedzaam de deur achter heil dicht. Hier waren een twintig- of dertig tal mannen van allerlei nuties verga derd, gezeten om tal van tafels, waar op dominosteenen, dobbelslceuen en kaarten lagen. Aon een dier tafels zat een magere Yankee, die op den grond spuwde, telkens wanneer hij zijn tabakspruim van den cenen kant van zijn mond naar den anderen kant liet verhuizen. Naast hem zat een stevige Germaan inet een hoog, gewelfd voorhoofd, die zwaar uit een grooten meerschuimer dampteaan een andere tafel zat een net gekleede Rus, die zoo gemakkelijk mei de hem omringenden in alle talen sprak, dat het moeilijk was uit te maken, wat zijn moedertaal wasnaast hem schetterde een dikke Franschman, onder het maken van hevige gebaren: tusschen de twee laatsten zat een sombere Spanjaard gemelijk met een stilet te sjielen. Zoo ver dit mogelijk was door de dikke rookwolken, welke de zaal vulden, merkte de inspecteur hier en daar een Engelsehman op, meestal lieden uit de middelklasse. In het midden van de zaal, aan een klein tafeltje, dat voor hem bestemd was, zat een man, in wien hij een in 't oog loopenden journalist en volksrede naar herkende van zeer vrijzinnige gevoelens. Waar komt gij vandaan, broe der vroeg hij aan den metgezel van den inspecteur. Van de vierde seelie van de Vlaamsche onder-afdeeling. Zoo. Hoe maakt broeder Steinitz het dan Wij kennen dien broeder niet in de vierde sectie. antwoordde de inspecteur na een oogenblik. Men glimlachte bij het antwoord van den inspecteur. Maar. hoe is het dan met broe der Heinrichs Hij behoort tot degenen, die de zaak verraden, antwoordde de in specteur, met een gebaar, alsof hij met een dolk zijn hart doorboorde. Vanwaar komt uw broeder Burger Bethell No. 31, van de vierde afdeeiing. Wat deed uw broeder in Belgie Hij was in Antwerpen opzichter over de leerlooiers. fWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5