NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Claribei's Huwelijk. 28e Jaargang. No. 8391 Vewch^ttt dagetifkty bobtilfe op Zdft*t Ofl F00>MagW>. MAANDAG 31 OCTOBER 1910 S HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER' DRIE MAANDBN: Voor Haarlem1-20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers0.02 M Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Dh-ecteur J. C. PEEREBOOM. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie G00 en der Administratie 724. Drukkerij: Zaider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht HET STAKINGSDEBAT IN DE FRANSCHE KAMER duurt wel lans I Zaterdag was allereerst het woord aan den bekenden socialist Jaurès, die een rellen aanval op het minis terie deed Hij zei. dat als de staking na de hervatting van de Kamerzit tingen ware uitgebroken, de meer derheid van het parlement de maat schappijen wel gedwongen zou heb ben toe te geven. Hij verweet den mi nisters Viviani, Millerand en Briand den arbeiders vroeger te hebben be loofd, dat zij met hen zouden strij den voor hel recht van staking, dat bij de wet is toegestaan en bestreed do bewering, dat er een complot zou zijn gesmeed. 11 ij las stukken voor uit een oude rede van den premier Briand, waar in deze zijn hoorders aanspoorde, zich naar de rechtszalen te begeven om de lieschuldigden te beschermen. (Levendige toejuichingen bij de ui ter etc linkerzijde). Jaurès bleef volhouden, dat er onder de leden van het kabinet ver schil van meening heerscht. Briand verklaarde, dat het geheele ministerie solidair is. Hierop werd geroepen Viviani". Jaurès verklaarde van meening te blijven, dat Viviani zou aftreden, om dat dc regeering niet handelend te gen de maatschappijen had kunnen optreden. (Hevig rumoer). „Ik hel) den minister van arbeid gewaar schuwd (zoo vervolgde Jaurès), dat ik deze verklaring op de tribune zou afleggen en de minister heeft geen enkel bezwaar daartegen gemaakt." De vergadering werd nog woeliger Briand riep uit„Ik heb het recht, Jaurès te vragen, waarop hij de belcodïgcndc bewering steunt, dat een lid van hei ministerie ontslag zou nemen, omdat zijn ambtgenooten gedwongen waren, zich in dienst van het geld en de reactie le stellen. De interpellant hervatte zijn rede onder het verontwaardigd gestamp van Centrum en linkerzijde. Men kon slechts nu en dan een gedeelte van een zin opvangen. Minister Viviani erkende" daarop, beweringen van Jaurès in de wandel gangen le hebben gehoord, maar daarop niets te hebben gezegd, dat dazen aanleiding heeft gegeven tot bet vermoeden, dat hij het met hem eens was. En Z. Exc. voegde daaraan toe, dat, zoo er oneenigheid had bestaan tusschen Briand en hem, hij daar van thans niets zou hebben laten merken, want er is een oogenblik, dat heengaan gelijk staat met vluch ten. „Jaurès zoo vervolgde hij heeft niet het recht te zeggen, dat ik van meening ben veranderd. Wan neer het noodig mocht zijn, zou ik weder naar de rechtbank gaan, om de arbeidersklasse en de stakers te verdedigen." De minister-president Briand nam nogmaals het woord en deelde het verloop der staking roede, om aan te toonen, dat zij revolutie en sabotage ten doel had. Hij voegde daaraan toe, dat niet vergeten mag worden, dat ook de maatschappij recht van voortbestaan heeft. Ook zeide Briand, dat de regee- jing wist en het recht had aan te ne men, dat de staking van ernstigen aard zou worden, wat haar het recht gaf uitzonderingsmaatregelen te nemen in overeenstemming met do wet. FEUILLETON N a n r h e t E n g e 1 s c h. vau IL T. JOHNSON. De Camelia-club is het geliefkoosde Vereenigingspunt van de jeunesse dorée, die altijd naar nieuwe verma ken en nieuwe aandoeningen haakfc De jonge mannen, die leden zijn van deze club, onderscheiden zich door hunne geboorte, hun rijkdom of door hun hooge positie. Daar hebt gij bij voorbeeld lord Plungepoolbij het baccarats pel verliest hij somtijds op een enkelen avond de opbrengst van den zwaren arbeid, door duizenden werklieden verricht, die in het noor den van Engeland als mollen onder in den grond rond wroeten voor hem schatten verzamelende, die tus schen zijn vingers wegstroomen als water in een zeef, terwijl zij zich voor hun moeilijken arbeid laten be talen met een loon, dat juist genoeg is, om heg niet van honger te laten omkomen. In zijn nabijheid bevindt zich een hoer. wiens beroep het ie den ionge- „Men heeft de krijgswet toegepast op een wijze, die onze vaderlands liefde moet streelen. Een land mag zijn grenzen niet open laten, ('loc- juichingen in het centrum, aan lin ker- en rechterzijde Maar al had de regeering haar toevlucht moeten ne men tot onwettige maatregelen, zij zou daarvoor niet teruggedeinsd zijn." Hierop ontstond een langdurig VREESELIJIv RUMOER IN DE KAMER. Er klonken toejuichingen bij het centrum, de rechter- en een deel der linkerzijde. Er was op de andere banken evenwel een heel andere stemming Er werd geroepen :„Wog 'met den dictator, ontslag." De lin- ker-afgevaardigden sloegen met hun ne lessenaars, brulden en wierpen brochures in de lucht, bevattende de rede van Briand over do al gemeen o staking. Briand bleef gedurende een half uur op de tribune het mikpunt van de scheldwoorden van een gedeelte der linkerzijde en van de uiterste linkerzijde. Daarna ging hij van do tribune af, aan welker voet zich oen aantal af gevaardigden had geschaard. Hij kwam op zijn bank terug, de ministers drukten hem de hand. De president las eenige moties voor. Een groot aantal afgevaardig den riepen „Tot Donderdag" (hevi ge protesten bij de uiterste linkerzij de en de linkerzijde). Het voorstel tot verdaging werd verworpen. De Kamer werd hoe langer hoe op gewondener. André llcsse gaf te ken nen, dat de Kamer bij dezen ge moedstoestand niet kon stemmen. Spreker kon slechts met moeite het tumult, dat do uiterste linkerzijde maakte, overschreeuwen en hij ver weet deze, dat zij Briand had belet, nadere verklaringen te geven. (Toe juichingen). De president gaf de Kamer in over weging de zitting te verdagen. Ouder levendige protesten van de uiterste linkerzijde werd tot de ver daging besloten. Na de sluiting der Kamer overstelpte de linkerzijde, die woedend was over de verdaging, den president, dien zij aansprakelijk stel de voor den afloop van de volgens haar twijfelachtige stemming, met scheldwoorden. Zondag werd de vergadering voort gezet. Nu werden DOOR DEN MINISTER-PRESIDENT NADERE VERKLARINGEN AFGELEGD. Hij zei Het tumult, waarmede mijne ver klaringen gisteren ontvangen wer den, hebben mij belet, mijn gedach ten geheel uit te spreken. Wanneer ik dat had kunnen doen, zouden alle goede Franschen begrepen hebben, wat ik wilde en zouden er geen uit barstingen van hevigen toorn hebben plaats gehad. Ik heb dan gezegd Er zijn van die ernstige oogenbiikken, waarop een regeering genoodzaakt wordt., haar toevlucht te nemen tot buitengewone maatregelen, maar ik heb er tevens bijgevoegd, dat geluk kig alles volgens de wet heeft kun nen geschieden. Vervolgens sprak de minister-pre sident over de algemeene politiek. Hij zei tegen de republikeinsche meer derheid, dat hij een algeheel vertrou wen eischte, en geen achterdochtig vertrouwen. Gij liebt aldus ging hij voort, mij uw vertrouwen eerst geschonken, nadat gij mij gesteld zaagt voor ernstige dingen, die ik ling te leeren, hoe hij zich vermaken kan. Hij zal zijn jongen vriend nooit verlaten, dat heeft hij gezworen, en ongelukkig voor den jongen vriend, hij zal zijn woord houden. Aan den anderen kant van het ver trek staat een blonde jongeling, met verlakte schoenen, tegen den schoor steenmantel geleund. Hij heeft iets mats in zijn spreken, maar hij draagt een naam, die een eervollen, sehoonen naklank heeft in de geschie denis der Britsche veldslagen, boven dien heeft hij er de tooverletters V.C. aan toegevoegd. Hij is bezig aan een minister van het Kabinet te vertellen, hoe een rechtsgeleerde, een „groot" bokser, gezeten aan de noastbijzijnde tafel, den vorigen Zondag tot drie maal toe een beroemden champion heeft overwonnen, terwijl de klein zoon van een hertog, die in de Lon- deusche wereld een hoofdrol speelt, aandachtig naar het verhaal luis tert Dit, voor zoover het de zwartgerok te en witgedaste leden van de Came lia-club betreftnu zullen wij onze aandacht gaan wijden aan de schoo- ne vrouwen, wier vingers, fonkelen de van de juweelen. een cigarette vasthouden, die zij telkens naar haar mond brengen. Vrouwen uit de groote wereld, die gaarne ais actrices zouden willen schitteren, en beroemde actrices, die gaarne vrouwen van de groote we- niet kon voorzien. Intusschen heeft de regeering er steeds de aandacht op gevestigd, dat gij niet anders wil de dan recht voor allen. Ik kom tot u, nadat de orde weer hersteld is, zonder dat een droppel bloeds vergo ten is. en zonder dat ik buiten de wet behoefde te gaan, en nu vraag ik u weder het oude vertrouwen. Frankrijk treedt na de ernstige dingen, welke het doorgemaakt heeft, in de oogen der wereld grooter dan te voren te voorschijn. En nu wend ik mij tot u, die de meerderheid de zer Kamer vormt :de regeering kan niet uit het parlement gaan met een onvolledig en twijfelachtig vertrou wen, omdat zii dan niet het hoofd kan bieden aan mogelijke gebeurte nissen. Gij roept, dat de regeering reaction- n.ïr is. Welnu, werpt haar omver, maar doel dit open en eerlijk. Nadat Briand uitgesproken had, werd hij door alle ministers geluk- gewonscht. Uit het midden van de linksche partijen klonk een dubbel salvo van toejuichingen. De Kamer-president deelde mede, dat er 14 MOTIES waren ingediend. De Kamer verwierp de motie van orde, voorgesteld door Guesde, om den president van den ministerraad in staat van beschuldiging te stellen niet 503 tegen 75 stemmen. De minister-president Briand vroeg stemming over do rntie, voorgesteld door Raynaud, waarin vertrouwen in de regeering wrerd uitgesproken, en do maatregelen, door haar geno men, goedgekeurd, en stelde de quaestie van vertrouwen op den voor rang. De voorrang voor de motie van de orde, de regeering uitnoodigend te pogen dc ontslagen spoorwegar beiders in diénst' terug te doen ne men, werd verworpen met 373 tegen 103 stemmen. Men vroeg scheiding der motie van Roche. Het eerste deel „De Kamer keurt de sabotage en alle anti-vader- landsche gewelddadigheden af', werd met 521 stemmen tegen 1 aangeno- Hct tweede deel, goedkeurend de houding der regeering, werd aange nomen met 415 tegen 116 stemmen. De geheele motie van verLrouwen aangenomen met 388 tegen 94 stem men. Op vele banken klonken bravo's. EEN SAMENZWERING TEGEN DE PORTUGEESCHE REPUBLIEK. Een Fransch blad ontving het vol gende telegram uit Madrid De „Correspondencia Espana" pu bliceert een telegram uit Badajoz, d.d. 28 October, voor de waarheid van welks inhoud zij borg staat. Dit telegram meldt, dat de regeering te Lissabon op het spoor is gekomen van een samenzwering, tegen de re publiek 32 officieren, waaronder de commandant der schutterij, zouden als deelnemers aan het complot, ge arresteerd zijn. In de buurt van Lagos kruisen 12 oorlogschepen van vreemde nationa liteit; hun aanwezigheid zou in ver band staan niet genoemd complot De zaak wordt zeer geheimzinnig behandeld de regeering oefent een uiterst strenge censuur. Uit Lissabon wordt geseind, dat de voormalige minister-president Joao Franco gearresteerd is. TUSSCHEN TURKIJE EN MONTENEGRO. Sedert Zaterdag wordt een leven dig geweervuur gewisseld langs de geheele grens tusschen Turksche cu rold zouden willen worden, de laat ste hebben de meeste kans van sla gen ziedaar degenen, die men hier aantreft Bijvoorbeeld mevrouw Tal- loe Chandler, die er bijna haai' opren voor zou willen missen om als on vrouwelijk bekend te staan, haait zich ongesteldheden op den hals bij haar pogingen, om evenveel cigarel- ten te rooken als lady Polly Pottifar, aan wie het nog niet is gelukt, om anderen achting af te dwingen. De burggravin Scattercast pijnigt haar hersens met de gedachte, iioe zij haar verliezen, hedenavond met het kaartspel gemaakt, zal betalen. Mevr, Cecilia St. Cyr, geboren Hig- ginbottom, die tien jaar geleden in een achterbuurt blootsvoets bij een draaiorgel danste, heeft haar blan ken arm, waarmee zij het glas vol schuimenden champagne naar haar lippen brengt, versierd met diaman- ton ter waarde van meer dan dui zend pond sterling. Het vroolijke, levendige gesprek verstomt een oogenblik, als een slan ke, statige vrouw, met een zwerm mannen achter zich, als een koningin het vertrek komt binnentreden. Het is „Dood Goud". Wie is zij Wat is zij Op deze vragen worden zooveel antwoorden gegeven, dat ik ze niet kan opnoe men. Een van de geheimen van haar roem is de geheimzinnigheid, die haar omringt. Men vertelde, dat zij Montenegrijnsche soldaten. Met het oog op den ernst van den toestand, zijn de bewoners van wapens voor zien. Aan de Turksche legatie te Celtinje werd, van wege de Turksche regeering. kennis gegeven, dat, wan neer de aanvallen der Montenegrij- ncn niet ophouden, een geregelde aanval op de Montenegrijnsche stel lingen zal w orden ondernomen. De toestand is eveneens ernstig in liet vilayet Skoetari. ONLUSTEN TE BERLIJN. Te Wedding, ten noorden van Ber lijn, hadden Zaterdagavond ernstige opstootjes plaats, waarbij de politie zich tot een krachtig optreden ge noodzaakt zag en een groot aantal personen gewond werd. De oproerlin gen wierpen met steenen en bier- flesschon, zelfs werden van bal cons afgerukte ijzeren stangen als projec tielen gebruikt. In verschillende stra ten werden alle lantarens vernield, zoodat er volslagen duisternis heerschte. Eerst nadat de politie ver schillende betoogers in hechtenis had genomen, gelukte het haar- de orde ecnigszins te herstellen. Bij de onlusten zijn, volgens offi- cicele mededcelingeji, 14 personen, waaronder 2 vrouwen, die de politie hadden uitgescholden voor bloedhon den en bandieten, in hechtenis ge nomen. Stadsnieuws HET T00NEEL „HET HEILIGE WOUD," DOOR DE ROTTERDAMMERS". Ecu op allo rangen dicht beizette za'öl een vermakelijk stuk mooie toiletten „du dernier cri" een pu bliek dat zich den ganschen avond amuseerde pui kb est spel. Geen wonder dus, dat de stemming 'Zaterdagavond er was. En „Het heilig Woud' is dan ook juist een stuk om een publiek, dat eens 'n avond uitgaat om zich te „amuseeren", aangenaam bezig te houden. En in nog meerdere mate is dit het geval, wanneer het met zulk een entrain en met zulk een cranerie gespeeld wordt als de Rotterdammers 't doen; 't ging als gesmeerd; 't vloog er uit; 't was schitterend. De titel van het stuk, dat door twee Fransche heer en in elkaar is gezet 't komt er niet op aan wie is ech ter niet gelukkig. Met dit „heilig Woud" wordt de administratieve ge wichtigheid van een der Ministeries m Frankrijk bedoeld, in c-asu van het Departement van Schoone Kun sten een onderwerp, waar onze Fransche naburen zoo graag mee spotten, en wij, Hollanders, nooit over... lachen!... Maar, ssst! 't Ware beter en juister geweest de ze komedie „Het Lintje" te noemen, wanneer we al niet een tooneelstuk van dien naam van Gerard Keller be zaten, en wanneer „het lintje" in ons land ook niet dadelijk had doen denken aan oen cause cèlèbre, waar van wij ook maar ssst zeggen zullen. Enfin, we zien in dit stuk van de twee Fransche hoeren, hoe in Frank rijk en ook alleen maar in Frank rijk! allerlei laagheden, intriges, cLomeskuiperijen, saloncampagnes en in de nauwe stegen in de nabijheid van h«» Strand met lucifers heeft ge vent. Ook werd. er verteld, dat haar portret, door een dei- grootste schil ders vervaardigd, een geestdriftvolle verwondering had verwekt bij een der tentoonstellingen van de acade mie. En er bestanden evenveel gissingen omtrent hetgeen zij was, als omtrent hetgeen zij was geweest. Sommigen zagen op haar klassieke wenkbrau wen de schaduw van een grovinne- kroontjeer werd gefluisterd, dat een bekende politicus haar zijn be roemden naam had aangeboden. Zij was schoon en zij was verstan dig deze beide hoedanigheden met elkaar voreenigd, vormden het ge heim van haar zegepraal. Vp.rsehei- dene meisjes, die haar benijdden, zouden, wat schoonheid betreft, de vergelijking met haar hebben kun nen doorstaan, terwijl overal dames gevonden konden worden, die, wal haai- geestelijke ontwikkeling betrof, zeer zeker met haar gelijk stonden, haai- wellicht zelfs overtroffen, er waren echter weinig vrouwen en meisjes zoo schoon als zij en tegelijk ook zoo verstandig de liefelijke eenvoud van „Dood Goud's" glim lach was tienmaal meer waard dan de geleerdheid van de Minerva's. Nog een van haar gaven was, dat zij zoo uitstekend sprak. Een nog belangrij ker gave was deze. dat zij ook zoo bewerking van hooge staatsambtena ren gebruikt worden om iemand aan het lintje van het Legioen van Eer te helpen. En die „iemand" is in dit geval Francine Margeric, een adel lijke dame die oenige romans lieeft geschreven, welke grooten opgang hebben gemaakt, maar die zich eerst heel onverschillig over de waarde van lintjes uitlaat, maar later, ais er kans schijnt te zijn het Legioen van Eer op den 14en Juiilet te krijgen, de ijdelheid in zich voelt ontwaken. Maar deze adellijke dame is, o won der voor Frankrijk!, zeer gelukkig go trouwd; zij en haar man houden eenvoudig en oprecht van elkaar; 't is hcelemaal geen Parijsch huwelijk; zij zijn elkander al veertien jaar trouw. Maar zelfs dit gelukkige hu welijk dreigt beschadigd te worden bij het gein tri goor oip Francine aan haar lintje te helpen. Zij speelt de kokette tegenover Champmorel, den directeur van Schoone Kunsten, een domme ijdel tuit, die te ver dreigt te gaan; en haar man, de goedhartige, eenvou- dïgy en trouwe Margorie raakt ver strikt in een amourette met de per verse vrouw van dezen directeur van Schoone Kunsten, dien hij tracht to bewerken ten behoeve van het lintjes- verlangen van zijn eigen vrouw. Maar de Fransche heeren hebben alles „en badinage'' behandeld; zij hebben er den goeden luim in gehou den en er voor gezorgd, dat men geen oogenblik serieus kan worden, maar moet blijven lachen. Als Francine' dan ook eindelijk, bijna ten koste van haar huwelijksgeluk, het zoo vu rig begeerde lintje heeft en begint te begrijpen, dat haar ijdelheid haar bijna de rust van haar leven ha<l kunnen kosten, doet zij 't weer af en verzoent zich met haar man. Zij la ten alles in den steek en gaan naar buiten waai- zij ongestoord van hun geluk zullen kunnen genieten. Dit „spel vun vroolijkheid" werd door de Rotterdammers magnifiek, ja heusch, magnifiek gespeeld, en we zcuden niet weten wien t eerste te noemen in rangorde van do kwaliteit van het spel: Mevrouw v. Eysden als de gezonde, frissche Francine met haar" mooie toiletten, haar tikje ijdel heid en liaar opgewekt, hartelijk spel; de heer Poolman als de goedige, trou we echtgenoot, vol komische verve in zijn scènes met mevr. Champmorel; mej. Duijmaer van Twist als de per- vere Adrienne Champmorel met haar extravagante costumes als van boule- vardplaatjes en haar kleurig, grillig gespeel met de mannen; de kostelijke rilais van Nioo de Jong, ecu genre van werk, dat we niet wisten, dat ook binnen zijn bereik lag, Henri Morxien als de rastaquouère, graaf Zakouskine, zoo goed als we hem haast nog nooit gezien bobben: of Gerrit Vrolik als de directeur van Schoone Kunsten, die dc namen der Negen Muzen niet kent? We weten 't niet: ze waren allen even goed en kostelijk. Velen zullen met ons zeker nog eens naar zoo'n avondje in den schouwburg verlangen. FRANS NETSCHER. goed kon zwijgen. Men noemde haar „Dood Goud" naar den gouden armband, dien zij om haar arm en den gouden ketting, dien zij om haar hals droeg, en ook naai- haar hooggokupt, bruin glan zend haar, een waardige kroon voör haar fraa'gevormd hoofd. Ook in haar kleeding had deze kleur den" boventoon die was meest al van een gelen tint, zooals die der bladeren, wanneer zij von do boomen vallen. Een paar violette oogen, fijn- gevormde neusvleugels als uitgesne den ivoor, ooren van een zacht rose tint, alsof het zeeschelpen waren, een fraai gevormden mond en daar onder een kin, die van een- vasten wil getuigde, eer. schitterend blanken hals en een «aoo'e gestalte, zoowel statig als buigzaam. Ziedaar de vrouw, die algemeen „Dood Goud" word genoemd. Zij zat eenigen tijd in de rookzaal, terwijl de meeste aanwezigen van het sterke geslacht haar omringden, tot groot misnoegen van de andere vrou wen toen de oude lord Limper zich in den kring van mevr. St. Cyr voeg de, zeide deze dan ook tot hem „Dood Goud" heeft zich naar de danszaal begeven, lord Limper zou het niet beter zijn, dat gij haar volg- det en haar uitnoodigdet voor een wals Een scherpe opmerking uithoofde van het feit, dat de jicht den lord Onze Lachhoek Leeraar: Weet jij. Jan, welke functiéu de poriën in de huid van den mensch verrichten? Jan: Jawel, meester, je vat er kou door. Op een tentoonstelling van beeld houwwerken bewonderen twee dame» een groepje. Wat stelt het voor? vraagt d© eene. 't Is van, ja zoo'n rare naam, zegt de andere, na den catalogus ge raadpleegd te hebben: Kinderroof in terra cotta. Waar is dat? 'k Denk in Spanje, was het ant woord. Stip: Joris voert niet veel uit. Stop: Zoo? Hij zei laatst nog, dat hij tegenwoordig zoo hard werkte als hij maar kou. Stip: Ik zie niet in, dat dit in strijd is met hetgeen ik gezegd heb. HARMONIE. In de Sociëteit „Vereeniging" con certeerde Zaterdagavond de muziek- vereeniging „Harmonie", die onder de energieke leiding van den heer H. \V. Hofmeester Rzn. staat. Na een pittig- gespeelde Boers Marsch van Longe- tea.u, voerde de vereeniging zeer mooi en zuiver uit de Deuxième grande Ouverture van Langloïs. waarvan de meest lastigo passages met veel ge mak werden overwonnen, en die, met zijn geweldige en harmonieuse klank combinaties niet naliet, op het talrijke publiek, grooten indruk te maken. In „La Tourterelle" gaf de heer IL Cor net blijkeu van zijn groote bedreven heid op de picolo. Het publiek juichte den musicus zoo langdurig toe, dat hij zich genoopt voelde, de toehoor ders nog eeus van zijn gaven te doen genieten. liet hoogtepunt van den avond werd wel bereikt in de uitvoering van het bekende werk van Koenemaun „De Fremersberg". Het werk maakt© nu in de concertzaal heel wat machti ger indruk dan vroeger in de open lucht. Nu kon het muziekstuk pas „na tuurgetrouw" worden uitgevoerd. Het electrisch licht in de zaal, dat doofde en weer opvonkte, verhoogde het ef fect, dat de klanken maakten, die de zaal in schalden. Alleen moet de blik- semverwekker er op letten, dat het hemelvuur niet van rook vergezeld gaat, want dat doet aan het natuur getrouw geen goed. Overigens waren regen en donder goed nagebootst, en het groote suc ces. dat het werk had, was alleszins verdiend. Het duo Voget vulde op aangename wijze de hiaten tusschen Harmonie'» muzikale prestaties. „Artistenleven" van mevr. Voget bracht de zaal in een kleine weemoedsstemmiiig, maar wel dra brachten „Jet en Bram van Volen- dam" er weer de vroegere vroolijk heid in. Het groote aantal lichte toiletjes doet vermoeden, dat de danspartij, die na het concert onder leiding van den heer De Lange plaats had, wel gezel lig zal zijn geweest. verhinderde zonder wandelstok te loooon. „Dood Goud" trad de balzaal van de Camelia-club binnen, waar een Cinderella in vollen gang was. Wel dra zweefde zij op de muziek van „Soirée d'Eté" door de zaal, terwijl een half dozijn andere dansers onge duldig hun beurt afwachtten. Er verliep eenigen tijd, alvorens zij een oogenblik alleen was. Toen dit oogenblik was gekomen, trad een man op haar toe, boog over haar stoel en zeide Ik zou gaarne, willen, dat gij den volgenden dans oversloegt, om mij hier gezelschap te honden. Zeer verwonderd en verontwaar digd keek zij op. Ik heh niet de eer u te kennen, mijnheer, zeide zij op ïjskouden toon Toch wel I maar gij hebt mij vergeten, denk maai' aan Milaan Juni, twee jaar geleden. Zij ontstelde, zag dengene, die haar had aangesproken, in het ge laat en herkende onzen vriend, in specteur Gleddow. Wat is er van uw verlangen vroeg zij, nog steeds op koelen toon, toen zij een rustig plekje hadden op gezocht. Ik wilde gaarne nieuws van den Graaf hooren Hij is dood. Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5