NIEUWS-
en ADVERTENTIEBLAD.
Claribei's Huwelijk.
28e Jaargang. No. 8391 Vewch^ttt dagetifkty bobtilfe op Zdft*t Ofl F00>MagW>. MAANDAG 31 OCTOBER 1910 S
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER' DRIE MAANDBN:
Voor Haarlem1-20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers0.02 M
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37 H
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Dh-ecteur J. C. PEEREBOOM.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie G00 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zaider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
HET STAKINGSDEBAT IN DE
FRANSCHE KAMER
duurt wel lans I
Zaterdag was allereerst het woord
aan den bekenden socialist Jaurès,
die een rellen aanval op het minis
terie deed Hij zei. dat als de staking
na de hervatting van de Kamerzit
tingen ware uitgebroken, de meer
derheid van het parlement de maat
schappijen wel gedwongen zou heb
ben toe te geven. Hij verweet den mi
nisters Viviani, Millerand en Briand
den arbeiders vroeger te hebben be
loofd, dat zij met hen zouden strij
den voor hel recht van staking, dat
bij de wet is toegestaan en bestreed
do bewering, dat er een complot zou
zijn gesmeed.
11 ij las stukken voor uit een oude
rede van den premier Briand, waar
in deze zijn hoorders aanspoorde,
zich naar de rechtszalen te begeven
om de lieschuldigden te beschermen.
(Levendige toejuichingen bij de ui ter
etc linkerzijde).
Jaurès bleef volhouden, dat er
onder de leden van het kabinet ver
schil van meening heerscht.
Briand verklaarde, dat het geheele
ministerie solidair is.
Hierop werd geroepen Viviani".
Jaurès verklaarde van meening te
blijven, dat Viviani zou aftreden, om
dat dc regeering niet handelend te
gen de maatschappijen had kunnen
optreden. (Hevig rumoer). „Ik hel)
den minister van arbeid gewaar
schuwd (zoo vervolgde Jaurès), dat
ik deze verklaring op de tribune zou
afleggen en de minister heeft geen
enkel bezwaar daartegen gemaakt."
De vergadering werd nog woeliger
Briand riep uit„Ik heb het recht,
Jaurès te vragen, waarop hij de
belcodïgcndc bewering steunt, dat
een lid van hei ministerie ontslag
zou nemen, omdat zijn ambtgenooten
gedwongen waren, zich in dienst
van het geld en de reactie le stellen.
De interpellant hervatte zijn rede
onder het verontwaardigd gestamp
van Centrum en linkerzijde. Men
kon slechts nu en dan een gedeelte
van een zin opvangen.
Minister Viviani erkende" daarop,
beweringen van Jaurès in de wandel
gangen le hebben gehoord, maar
daarop niets te hebben gezegd, dat
dazen aanleiding heeft gegeven tot
bet vermoeden, dat hij het met hem
eens was.
En Z. Exc. voegde daaraan toe,
dat, zoo er oneenigheid had bestaan
tusschen Briand en hem, hij daar
van thans niets zou hebben laten
merken, want er is een oogenblik,
dat heengaan gelijk staat met vluch
ten.
„Jaurès zoo vervolgde hij
heeft niet het recht te zeggen, dat ik
van meening ben veranderd. Wan
neer het noodig mocht zijn, zou ik
weder naar de rechtbank gaan, om
de arbeidersklasse en de stakers te
verdedigen."
De minister-president Briand nam
nogmaals het woord en deelde het
verloop der staking roede, om aan te
toonen, dat zij revolutie en sabotage
ten doel had. Hij voegde daaraan
toe, dat niet vergeten mag worden,
dat ook de maatschappij recht van
voortbestaan heeft.
Ook zeide Briand, dat de regee-
jing wist en het recht had aan te ne
men, dat de staking van ernstigen
aard zou worden, wat haar het
recht gaf uitzonderingsmaatregelen
te nemen in overeenstemming met
do wet.
FEUILLETON
N a n r h e t E n g e 1 s c h.
vau
IL T. JOHNSON.
De Camelia-club is het geliefkoosde
Vereenigingspunt van de jeunesse
dorée, die altijd naar nieuwe verma
ken en nieuwe aandoeningen haakfc
De jonge mannen, die leden zijn van
deze club, onderscheiden zich door
hunne geboorte, hun rijkdom of door
hun hooge positie. Daar hebt gij bij
voorbeeld lord Plungepoolbij het
baccarats pel verliest hij somtijds op
een enkelen avond de opbrengst van
den zwaren arbeid, door duizenden
werklieden verricht, die in het noor
den van Engeland als mollen onder
in den grond rond wroeten voor
hem schatten verzamelende, die tus
schen zijn vingers wegstroomen als
water in een zeef, terwijl zij zich
voor hun moeilijken arbeid laten be
talen met een loon, dat juist genoeg
is, om heg niet van honger te laten
omkomen.
In zijn nabijheid bevindt zich een
hoer. wiens beroep het ie den ionge-
„Men heeft de krijgswet toegepast
op een wijze, die onze vaderlands
liefde moet streelen. Een land mag
zijn grenzen niet open laten, ('loc-
juichingen in het centrum, aan lin
ker- en rechterzijde Maar al had de
regeering haar toevlucht moeten ne
men tot onwettige maatregelen, zij
zou daarvoor niet teruggedeinsd
zijn."
Hierop ontstond een langdurig
VREESELIJIv RUMOER IN DE
KAMER.
Er klonken toejuichingen bij het
centrum, de rechter- en een deel der
linkerzijde. Er was op de andere
banken evenwel een heel andere
stemming Er werd geroepen :„Wog
'met den dictator, ontslag." De lin-
ker-afgevaardigden sloegen met hun
ne lessenaars, brulden en wierpen
brochures in de lucht, bevattende de
rede van Briand over do al gemeen o
staking.
Briand bleef gedurende een half
uur op de tribune het mikpunt van
de scheldwoorden van een gedeelte
der linkerzijde en van de uiterste
linkerzijde.
Daarna ging hij van do tribune af,
aan welker voet zich oen aantal af
gevaardigden had geschaard.
Hij kwam op zijn bank terug, de
ministers drukten hem de hand.
De president las eenige moties
voor. Een groot aantal afgevaardig
den riepen „Tot Donderdag" (hevi
ge protesten bij de uiterste linkerzij
de en de linkerzijde).
Het voorstel tot verdaging werd
verworpen.
De Kamer werd hoe langer hoe op
gewondener. André llcsse gaf te ken
nen, dat de Kamer bij dezen ge
moedstoestand niet kon stemmen.
Spreker kon slechts met moeite het
tumult, dat do uiterste linkerzijde
maakte, overschreeuwen en hij ver
weet deze, dat zij Briand had belet,
nadere verklaringen te geven. (Toe
juichingen).
De president gaf de Kamer in over
weging de zitting te verdagen.
Ouder levendige protesten van de
uiterste linkerzijde werd tot de ver
daging besloten. Na de sluiting der
Kamer overstelpte de linkerzijde, die
woedend was over de verdaging, den
president, dien zij aansprakelijk stel
de voor den afloop van de volgens
haar twijfelachtige stemming, met
scheldwoorden.
Zondag werd de vergadering voort
gezet.
Nu werden
DOOR DEN MINISTER-PRESIDENT
NADERE VERKLARINGEN
AFGELEGD.
Hij zei
Het tumult, waarmede mijne ver
klaringen gisteren ontvangen wer
den, hebben mij belet, mijn gedach
ten geheel uit te spreken. Wanneer
ik dat had kunnen doen, zouden alle
goede Franschen begrepen hebben,
wat ik wilde en zouden er geen uit
barstingen van hevigen toorn hebben
plaats gehad. Ik heb dan gezegd Er
zijn van die ernstige oogenbiikken,
waarop een regeering genoodzaakt
wordt., haar toevlucht te nemen tot
buitengewone maatregelen, maar ik
heb er tevens bijgevoegd, dat geluk
kig alles volgens de wet heeft kun
nen geschieden.
Vervolgens sprak de minister-pre
sident over de algemeene politiek.
Hij zei tegen de republikeinsche meer
derheid, dat hij een algeheel vertrou
wen eischte, en geen achterdochtig
vertrouwen. Gij liebt aldus ging hij
voort, mij uw vertrouwen eerst
geschonken, nadat gij mij gesteld
zaagt voor ernstige dingen, die ik
ling te leeren, hoe hij zich vermaken
kan. Hij zal zijn jongen vriend nooit
verlaten, dat heeft hij gezworen, en
ongelukkig voor den jongen vriend,
hij zal zijn woord houden.
Aan den anderen kant van het ver
trek staat een blonde jongeling, met
verlakte schoenen, tegen den schoor
steenmantel geleund. Hij heeft iets
mats in zijn spreken, maar hij
draagt een naam, die een eervollen,
sehoonen naklank heeft in de geschie
denis der Britsche veldslagen, boven
dien heeft hij er de tooverletters V.C.
aan toegevoegd. Hij is bezig aan een
minister van het Kabinet te vertellen,
hoe een rechtsgeleerde, een „groot"
bokser, gezeten aan de noastbijzijnde
tafel, den vorigen Zondag tot drie
maal toe een beroemden champion
heeft overwonnen, terwijl de klein
zoon van een hertog, die in de Lon-
deusche wereld een hoofdrol speelt,
aandachtig naar het verhaal luis
tert
Dit, voor zoover het de zwartgerok
te en witgedaste leden van de Came
lia-club betreftnu zullen wij onze
aandacht gaan wijden aan de schoo-
ne vrouwen, wier vingers, fonkelen
de van de juweelen. een cigarette
vasthouden, die zij telkens naar haar
mond brengen.
Vrouwen uit de groote wereld, die
gaarne ais actrices zouden willen
schitteren, en beroemde actrices, die
gaarne vrouwen van de groote we-
niet kon voorzien. Intusschen heeft
de regeering er steeds de aandacht
op gevestigd, dat gij niet anders wil
de dan recht voor allen. Ik kom tot
u, nadat de orde weer hersteld is,
zonder dat een droppel bloeds vergo
ten is. en zonder dat ik buiten de
wet behoefde te gaan, en nu vraag
ik u weder het oude vertrouwen.
Frankrijk treedt na de ernstige
dingen, welke het doorgemaakt heeft,
in de oogen der wereld grooter dan
te voren te voorschijn. En nu wend
ik mij tot u, die de meerderheid de
zer Kamer vormt :de regeering kan
niet uit het parlement gaan met een
onvolledig en twijfelachtig vertrou
wen, omdat zii dan niet het hoofd
kan bieden aan mogelijke gebeurte
nissen.
Gij roept, dat de regeering reaction-
n.ïr is. Welnu, werpt haar omver,
maar doel dit open en eerlijk.
Nadat Briand uitgesproken had,
werd hij door alle ministers geluk-
gewonscht. Uit het midden van de
linksche partijen klonk een dubbel
salvo van toejuichingen.
De Kamer-president deelde mede,
dat er
14 MOTIES
waren ingediend.
De Kamer verwierp de motie van
orde, voorgesteld door Guesde, om
den president van den ministerraad
in staat van beschuldiging te stellen
niet 503 tegen 75 stemmen.
De minister-president Briand vroeg
stemming over do rntie, voorgesteld
door Raynaud, waarin vertrouwen
in de regeering wrerd uitgesproken,
en do maatregelen, door haar geno
men, goedgekeurd, en stelde de
quaestie van vertrouwen op den voor
rang. De voorrang voor de motie van
de orde, de regeering uitnoodigend
te pogen dc ontslagen spoorwegar
beiders in diénst' terug te doen ne
men, werd verworpen met 373 tegen
103 stemmen.
Men vroeg scheiding der motie van
Roche. Het eerste deel „De Kamer
keurt de sabotage en alle anti-vader-
landsche gewelddadigheden af', werd
met 521 stemmen tegen 1 aangeno-
Hct tweede deel, goedkeurend de
houding der regeering, werd aange
nomen met 415 tegen 116 stemmen.
De geheele motie van verLrouwen
aangenomen met 388 tegen 94 stem
men.
Op vele banken klonken bravo's.
EEN SAMENZWERING TEGEN DE
PORTUGEESCHE REPUBLIEK.
Een Fransch blad ontving het vol
gende telegram uit Madrid
De „Correspondencia Espana" pu
bliceert een telegram uit Badajoz,
d.d. 28 October, voor de waarheid
van welks inhoud zij borg staat. Dit
telegram meldt, dat de regeering te
Lissabon op het spoor is gekomen
van een samenzwering, tegen de re
publiek 32 officieren, waaronder de
commandant der schutterij, zouden
als deelnemers aan het complot, ge
arresteerd zijn.
In de buurt van Lagos kruisen 12
oorlogschepen van vreemde nationa
liteit; hun aanwezigheid zou in ver
band staan niet genoemd complot
De zaak wordt zeer geheimzinnig
behandeld de regeering oefent een
uiterst strenge censuur.
Uit Lissabon wordt geseind, dat de
voormalige minister-president Joao
Franco gearresteerd is.
TUSSCHEN TURKIJE EN
MONTENEGRO.
Sedert Zaterdag wordt een leven
dig geweervuur gewisseld langs de
geheele grens tusschen Turksche cu
rold zouden willen worden, de laat
ste hebben de meeste kans van sla
gen ziedaar degenen, die men hier
aantreft Bijvoorbeeld mevrouw Tal-
loe Chandler, die er bijna haai' opren
voor zou willen missen om als on
vrouwelijk bekend te staan, haait
zich ongesteldheden op den hals bij
haar pogingen, om evenveel cigarel-
ten te rooken als lady Polly Pottifar,
aan wie het nog niet is gelukt, om
anderen achting af te dwingen.
De burggravin Scattercast pijnigt
haar hersens met de gedachte, iioe
zij haar verliezen, hedenavond met
het kaartspel gemaakt, zal betalen.
Mevr, Cecilia St. Cyr, geboren Hig-
ginbottom, die tien jaar geleden in
een achterbuurt blootsvoets bij een
draaiorgel danste, heeft haar blan
ken arm, waarmee zij het glas vol
schuimenden champagne naar haar
lippen brengt, versierd met diaman-
ton ter waarde van meer dan dui
zend pond sterling.
Het vroolijke, levendige gesprek
verstomt een oogenblik, als een slan
ke, statige vrouw, met een zwerm
mannen achter zich, als een koningin
het vertrek komt binnentreden.
Het is „Dood Goud".
Wie is zij Wat is zij Op deze
vragen worden zooveel antwoorden
gegeven, dat ik ze niet kan opnoe
men. Een van de geheimen van haar
roem is de geheimzinnigheid, die
haar omringt. Men vertelde, dat zij
Montenegrijnsche soldaten. Met het
oog op den ernst van den toestand,
zijn de bewoners van wapens voor
zien. Aan de Turksche legatie te
Celtinje werd, van wege de Turksche
regeering. kennis gegeven, dat, wan
neer de aanvallen der Montenegrij-
ncn niet ophouden, een geregelde
aanval op de Montenegrijnsche stel
lingen zal w orden ondernomen.
De toestand is eveneens ernstig in
liet vilayet Skoetari.
ONLUSTEN TE BERLIJN.
Te Wedding, ten noorden van Ber
lijn, hadden Zaterdagavond ernstige
opstootjes plaats, waarbij de politie
zich tot een krachtig optreden ge
noodzaakt zag en een groot aantal
personen gewond werd. De oproerlin
gen wierpen met steenen en bier-
flesschon, zelfs werden van bal cons
afgerukte ijzeren stangen als projec
tielen gebruikt. In verschillende stra
ten werden alle lantarens vernield,
zoodat er volslagen duisternis
heerschte. Eerst nadat de politie ver
schillende betoogers in hechtenis had
genomen, gelukte het haar- de orde
ecnigszins te herstellen.
Bij de onlusten zijn, volgens offi-
cicele mededcelingeji, 14 personen,
waaronder 2 vrouwen, die de politie
hadden uitgescholden voor bloedhon
den en bandieten, in hechtenis ge
nomen.
Stadsnieuws
HET T00NEEL
„HET HEILIGE WOUD," DOOR DE
ROTTERDAMMERS".
Ecu op allo rangen dicht beizette
za'öl een vermakelijk stuk mooie
toiletten „du dernier cri" een pu
bliek dat zich den ganschen avond
amuseerde pui kb est spel.
Geen wonder dus, dat de stemming
'Zaterdagavond er was.
En „Het heilig Woud' is dan ook
juist een stuk om een publiek, dat
eens 'n avond uitgaat om zich te
„amuseeren", aangenaam bezig te
houden. En in nog meerdere mate is
dit het geval, wanneer het met zulk
een entrain en met zulk een cranerie
gespeeld wordt als de Rotterdammers
't doen; 't ging als gesmeerd; 't vloog
er uit; 't was schitterend.
De titel van het stuk, dat door twee
Fransche heer en in elkaar is gezet
't komt er niet op aan wie is ech
ter niet gelukkig. Met dit „heilig
Woud" wordt de administratieve ge
wichtigheid van een der Ministeries
m Frankrijk bedoeld, in c-asu van
het Departement van Schoone Kun
sten een onderwerp, waar onze
Fransche naburen zoo graag mee
spotten, en wij, Hollanders, nooit
over... lachen!... Maar, ssst!
't Ware beter en juister geweest de
ze komedie „Het Lintje" te noemen,
wanneer we al niet een tooneelstuk
van dien naam van Gerard Keller be
zaten, en wanneer „het lintje" in
ons land ook niet dadelijk had doen
denken aan oen cause cèlèbre, waar
van wij ook maar ssst zeggen zullen.
Enfin, we zien in dit stuk van de
twee Fransche hoeren, hoe in Frank
rijk en ook alleen maar in Frank
rijk! allerlei laagheden, intriges,
cLomeskuiperijen, saloncampagnes en
in de nauwe stegen in de nabijheid
van h«» Strand met lucifers heeft ge
vent. Ook werd. er verteld, dat haar
portret, door een dei- grootste schil
ders vervaardigd, een geestdriftvolle
verwondering had verwekt bij een
der tentoonstellingen van de acade
mie.
En er bestanden evenveel gissingen
omtrent hetgeen zij was, als omtrent
hetgeen zij was geweest. Sommigen
zagen op haar klassieke wenkbrau
wen de schaduw van een grovinne-
kroontjeer werd gefluisterd, dat
een bekende politicus haar zijn be
roemden naam had aangeboden.
Zij was schoon en zij was verstan
dig deze beide hoedanigheden met
elkaar voreenigd, vormden het ge
heim van haar zegepraal. Vp.rsehei-
dene meisjes, die haar benijdden,
zouden, wat schoonheid betreft, de
vergelijking met haar hebben kun
nen doorstaan, terwijl overal dames
gevonden konden worden, die, wal
haai- geestelijke ontwikkeling betrof,
zeer zeker met haar gelijk stonden,
haai- wellicht zelfs overtroffen, er
waren echter weinig vrouwen en
meisjes zoo schoon als zij en tegelijk
ook zoo verstandig de liefelijke
eenvoud van „Dood Goud's" glim
lach was tienmaal meer waard dan
de geleerdheid van de Minerva's. Nog
een van haar gaven was, dat zij zoo
uitstekend sprak. Een nog belangrij
ker gave was deze. dat zij ook zoo
bewerking van hooge staatsambtena
ren gebruikt worden om iemand aan
het lintje van het Legioen van Eer te
helpen. En die „iemand" is in dit
geval Francine Margeric, een adel
lijke dame die oenige romans lieeft
geschreven, welke grooten opgang
hebben gemaakt, maar die zich eerst
heel onverschillig over de waarde
van lintjes uitlaat, maar later, ais
er kans schijnt te zijn het Legioen
van Eer op den 14en Juiilet te krijgen,
de ijdelheid in zich voelt ontwaken.
Maar deze adellijke dame is, o won
der voor Frankrijk!, zeer gelukkig go
trouwd; zij en haar man houden
eenvoudig en oprecht van elkaar; 't
is hcelemaal geen Parijsch huwelijk;
zij zijn elkander al veertien jaar
trouw. Maar zelfs dit gelukkige hu
welijk dreigt beschadigd te worden
bij het gein tri goor oip Francine aan
haar lintje te helpen.
Zij speelt de kokette tegenover
Champmorel, den directeur van
Schoone Kunsten, een domme ijdel
tuit, die te ver dreigt te gaan; en
haar man, de goedhartige, eenvou-
dïgy en trouwe Margorie raakt ver
strikt in een amourette met de per
verse vrouw van dezen directeur van
Schoone Kunsten, dien hij tracht to
bewerken ten behoeve van het lintjes-
verlangen van zijn eigen vrouw.
Maar de Fransche heeren hebben
alles „en badinage'' behandeld; zij
hebben er den goeden luim in gehou
den en er voor gezorgd, dat men geen
oogenblik serieus kan worden, maar
moet blijven lachen. Als Francine'
dan ook eindelijk, bijna ten koste
van haar huwelijksgeluk, het zoo vu
rig begeerde lintje heeft en begint
te begrijpen, dat haar ijdelheid haar
bijna de rust van haar leven ha<l
kunnen kosten, doet zij 't weer af en
verzoent zich met haar man. Zij la
ten alles in den steek en gaan naar
buiten waai- zij ongestoord van hun
geluk zullen kunnen genieten.
Dit „spel vun vroolijkheid" werd
door de Rotterdammers magnifiek,
ja heusch, magnifiek gespeeld, en we
zcuden niet weten wien t eerste te
noemen in rangorde van do kwaliteit
van het spel: Mevrouw v. Eysden als
de gezonde, frissche Francine met
haar" mooie toiletten, haar tikje ijdel
heid en liaar opgewekt, hartelijk spel;
de heer Poolman als de goedige, trou
we echtgenoot, vol komische verve in
zijn scènes met mevr. Champmorel;
mej. Duijmaer van Twist als de per-
vere Adrienne Champmorel met haar
extravagante costumes als van boule-
vardplaatjes en haar kleurig, grillig
gespeel met de mannen; de kostelijke
rilais van Nioo de Jong, ecu genre
van werk, dat we niet wisten, dat
ook binnen zijn bereik lag, Henri
Morxien als de rastaquouère, graaf
Zakouskine, zoo goed als we hem
haast nog nooit gezien bobben: of
Gerrit Vrolik als de directeur van
Schoone Kunsten, die dc namen der
Negen Muzen niet kent?
We weten 't niet: ze waren allen
even goed en kostelijk.
Velen zullen met ons zeker nog
eens naar zoo'n avondje in den
schouwburg verlangen.
FRANS NETSCHER.
goed kon zwijgen.
Men noemde haar „Dood Goud"
naar den gouden armband, dien zij
om haar arm en den gouden ketting,
dien zij om haar hals droeg, en ook
naai- haar hooggokupt, bruin glan
zend haar, een waardige kroon voör
haar fraa'gevormd hoofd.
Ook in haar kleeding had deze
kleur den" boventoon die was meest
al van een gelen tint, zooals die der
bladeren, wanneer zij von do boomen
vallen. Een paar violette oogen, fijn-
gevormde neusvleugels als uitgesne
den ivoor, ooren van een zacht rose
tint, alsof het zeeschelpen waren,
een fraai gevormden mond en daar
onder een kin, die van een- vasten
wil getuigde, eer. schitterend blanken
hals en een «aoo'e gestalte, zoowel
statig als buigzaam.
Ziedaar de vrouw, die algemeen
„Dood Goud" word genoemd.
Zij zat eenigen tijd in de rookzaal,
terwijl de meeste aanwezigen van het
sterke geslacht haar omringden, tot
groot misnoegen van de andere vrou
wen toen de oude lord Limper zich
in den kring van mevr. St. Cyr voeg
de, zeide deze dan ook tot hem
„Dood Goud" heeft zich naar de
danszaal begeven, lord Limper zou
het niet beter zijn, dat gij haar volg-
det en haar uitnoodigdet voor een
wals
Een scherpe opmerking uithoofde
van het feit, dat de jicht den lord
Onze Lachhoek
Leeraar: Weet jij. Jan, welke
functiéu de poriën in de huid van den
mensch verrichten?
Jan: Jawel, meester, je vat er kou
door.
Op een tentoonstelling van beeld
houwwerken bewonderen twee dame»
een groepje.
Wat stelt het voor? vraagt d©
eene.
't Is van, ja zoo'n rare naam,
zegt de andere, na den catalogus ge
raadpleegd te hebben: Kinderroof in
terra cotta.
Waar is dat?
'k Denk in Spanje, was het ant
woord.
Stip: Joris voert niet veel uit.
Stop: Zoo? Hij zei laatst nog, dat
hij tegenwoordig zoo hard werkte als
hij maar kou.
Stip: Ik zie niet in, dat dit in
strijd is met hetgeen ik gezegd heb.
HARMONIE.
In de Sociëteit „Vereeniging" con
certeerde Zaterdagavond de muziek-
vereeniging „Harmonie", die onder de
energieke leiding van den heer H. \V.
Hofmeester Rzn. staat. Na een pittig-
gespeelde Boers Marsch van Longe-
tea.u, voerde de vereeniging zeer mooi
en zuiver uit de Deuxième grande
Ouverture van Langloïs. waarvan de
meest lastigo passages met veel ge
mak werden overwonnen, en die, met
zijn geweldige en harmonieuse klank
combinaties niet naliet, op het talrijke
publiek, grooten indruk te maken. In
„La Tourterelle" gaf de heer IL Cor
net blijkeu van zijn groote bedreven
heid op de picolo. Het publiek juichte
den musicus zoo langdurig toe, dat
hij zich genoopt voelde, de toehoor
ders nog eeus van zijn gaven te doen
genieten.
liet hoogtepunt van den avond
werd wel bereikt in de uitvoering van
het bekende werk van Koenemaun
„De Fremersberg". Het werk maakt©
nu in de concertzaal heel wat machti
ger indruk dan vroeger in de open
lucht. Nu kon het muziekstuk pas „na
tuurgetrouw" worden uitgevoerd. Het
electrisch licht in de zaal, dat doofde
en weer opvonkte, verhoogde het ef
fect, dat de klanken maakten, die de
zaal in schalden. Alleen moet de blik-
semverwekker er op letten, dat het
hemelvuur niet van rook vergezeld
gaat, want dat doet aan het natuur
getrouw geen goed.
Overigens waren regen en donder
goed nagebootst, en het groote suc
ces. dat het werk had, was alleszins
verdiend.
Het duo Voget vulde op aangename
wijze de hiaten tusschen Harmonie'»
muzikale prestaties. „Artistenleven"
van mevr. Voget bracht de zaal in een
kleine weemoedsstemmiiig, maar wel
dra brachten „Jet en Bram van Volen-
dam" er weer de vroegere vroolijk
heid in.
Het groote aantal lichte toiletjes
doet vermoeden, dat de danspartij, die
na het concert onder leiding van den
heer De Lange plaats had, wel gezel
lig zal zijn geweest.
verhinderde zonder wandelstok te
loooon.
„Dood Goud" trad de balzaal van
de Camelia-club binnen, waar een
Cinderella in vollen gang was. Wel
dra zweefde zij op de muziek van
„Soirée d'Eté" door de zaal, terwijl
een half dozijn andere dansers onge
duldig hun beurt afwachtten.
Er verliep eenigen tijd, alvorens
zij een oogenblik alleen was. Toen
dit oogenblik was gekomen, trad een
man op haar toe, boog over haar
stoel en zeide
Ik zou gaarne, willen, dat gij
den volgenden dans oversloegt, om
mij hier gezelschap te honden.
Zeer verwonderd en verontwaar
digd keek zij op.
Ik heh niet de eer u te kennen,
mijnheer, zeide zij op ïjskouden
toon
Toch wel I maar gij hebt mij
vergeten, denk maai' aan Milaan
Juni, twee jaar geleden.
Zij ontstelde, zag dengene, die
haar had aangesproken, in het ge
laat en herkende onzen vriend, in
specteur Gleddow.
Wat is er van uw verlangen
vroeg zij, nog steeds op koelen toon,
toen zij een rustig plekje hadden op
gezocht.
Ik wilde gaarne nieuws van den
Graaf hooren
Hij is dood.
Wordt vervolgd).