HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Claribel's Huwelyk. DONDERDAG 3 NOVEMBER 1910 OM ONS HEEN No. 1245. Een zeer merkwaardig boek. Op eon en denzelfden dag heb ik ter recensie ontvangen twee boeken van precies tegenovergestelde strekking, Het eene heet Weerbaar N dorian d, een schema door één Piot on is een extra bijlage van M a- vors, maandschrift voor verlofs officieren en reservekader. In 94 stel lingen geeft de schrijver zijn militai re meeningen weer, die ik niet zal nagaan, "omdat ze zijn van zuiver technischen aard en dus te avoud of morgen, bij de in ons land bekende verdoofdheid op militair gebied, wel weer door een anderen deskundige zullen worden tegengesproken. De strekking van de beschouwing kan hieruit blijken, dat de schrijver met blijkbare instemming aanhaalt een zeer -onjuiste opmerking uit het werk van Steinmetz Philosophie des K r i e g e s, dat de Nederlanders groot waren in de eeuw van hun voortdurenden strijd en verslapt zijn door een te lange periode van vrede... Krupp, die kanonnen levert en er dus belang bij heeft, dat de oorlog in stand blijft, kon het niet beter gezegd hebben. Voor een philosoof Is zoo'n uitspraak evenwel al te dom. Tenzij Steinmetz beweren mocht, dat wie van grootheid spreekt, alleen militai re grootheid kan bedoelen Het boekje van Eén Piot is er een in de lange rij, die menschen met ver ouderde begrippen in de laatste ja ren schrijven over een militair Neder land. Het tweede boek is in alle opzichten anders, het bevat geen stellingen, maar aaneengeschakelde, welover- dachte redeneering, waarin to velde getrokken wordt tegen wat ik vroeger in een paar artikelen noemde d e Waan van den Oorlog. Nor man Angell, een Engelschman. is de schrijver van dit werk, dat in ver schillende talen te gelijk verschijnt, in het Nederlandsch de Groote Illusie heet en bij A. W. Sythoffs Uitgevers-maatschappij is verschenen. Als samenvatting van den inhoud vinden we op den omslag deze woor den De groote dwaling der volkeren is het geloof, dat alleen het zwaard en het vuur hen bescher men, terwijl de macht van het we- reldkredict alloon de monden der kanonnen sluit. De schrb'ver dan tracht te bewijzen, 'dat militaire en politieke macht een volk geen handelsvoordeel 'schenken, 'dat het voor oen volk een economische onmogelijkheid is, den rijkdom van een ander volk te bemachtigen of te vernietigen en zich te verrijken door liet onderwerpen van een ander volk. Hij licht dit hiermee toe,' dat rijk dom in de beschaafde wereld berust op krediet en handelsverkeer. Indien deze verstoord worden door een po ging van den veroveraar, om alles verbeurd te verklaren, dan verdwijnt niet alleen de van het krediet afhan kelijke rijkdom, en schenkt daarbij aan den veroveraar niets voor zijn verovering, maar de veroveraar zelf wordt ook mee verwikkeld in de in eenstorting van dien rijkdom wan neer derhalve de verovering den ver overaar niet zal schaden, dan moet hij het eigendom van den vijand zorg vuldig ontzien, in welk geval verove ring uit economisch oogpunt een on ding wordt. Een voorbeeld. Als het Duitsche leger de kluizen van de Engelsche Bank plundert, dan zou, daar deze Bank de bankier is van alle andero Engelsche banken, er storm geloopen worden bij al die andere banken, zoodat deze hunne betalingen zouden moeten staken. Maai' tegelijk zouden Duitsche ban kiers, velen met credlet te Londen, de uitwerking ondervinden kooplieden over de geheele wereld, bedreigd met ondergang tengevolge van de ineen zinking te Londen, zouden onmiddel lijk al hun credlet in Duitschlnnd op vorderen en do Duitsche financiën zouden in een toestand van verwar ring geraken, nauwelijks minder ver schrikkelijk, dan die in Engeland. Het crediefc van de kleine 'en feite lijk onverdedigde staten staat hooger, dan dat van de groote mogendheden van Europa. Do Belgische 3 pets. staan op 96 en de Duitsche op 82, de Noorsche drie en een half percents op 102 en de Russische op 81. In de geheele oude wereld was het waar, dat de verovering van een grondgebied een tastbaar voordeel be- toekende voor den veroveraar, name lijk de exploitatie van het veroverde grondgebied door den veroverenden Staat zelf, ton voordeele van dien staat en zijn burgers. Het beteekende niet zelden het in slavernij brengen van het veroverde volk en de verwor ving van rijkdom in den vorm van slaven, als een onmiddellijk gevolg van den veroveringsoorlog. In de Middeleeuwen beteekende zoodanige oorlog ten minste onmiddellijk tast baren buit, in den vorm van roerend eigendom, baar goud en zilver, land verdeeld onder de hoofden van het veroverende volk. In een later tijd perk sloot verovering tenminste een voordeel in voor het regeerende stam huis van het veroverende volk en het waren hoofdzakelijk de twisten van op elkaar ijverzuchtige vorsten over macht en aanzien, welke de oorlogen in zoo'n tijdperk verhaastten. Maar wij hebben nu te doen met het geval van volkomen beschaafde volken in volkomen bezet grondgebied en het feit van het vc-roveren van zulle grond gebied schenkt den veroveraar geen stoffelijk voordeel, dat hij niet zou hebben gehad zonder de verovering. En in deze omstandigheden kan over- heersching, of meerderheid in de be wapening of de heerschappij ter zee niets uitwerken voor handel en In dustrie of algemeene welvaart Engeland kan vijftig Dread- h t s bouwen en daarom toch geen pennémes meer verkoopen. En geland zou Duitschland kunnen ver overen en inzien, dat daardoor alleen geen enkele Engelschman een shilling rijker word, niettegenstaande de schadeloosstelling,. Internationale economische solida riteit, ioo wordt de basis van deze re deneering ln het kort aangeduid. Zwltsorsche en Belgische kooplui ver drijven tegenwoordig de Engelschen van de markt in Canada, oen laud dat grcotendeels Engelsch is. En wat zou er gebeuren, wanneer Duitschland Nederland annexeerdeDe inkom sten van het Duitsche gouvernement zouden toenemen met het bedrag van do Nederlandsche belastingen, maar de Duitsche uitgaven verhoogd wor den met de kosten der Nederlandsche administratie-. Hief men uit de winge westen een bijzondere belasting ten vöordeeie van het Duitsche rljkt dan zou de ontevredenheid in Nederland zoo groot worden, dat de kosten der administratie, politie, onderdrukking, verdediging zoozeer zouden moeten worden verhoogd, dat dit de voordee- len van zoo'n belasting stellig zou ver nietigen. Maar er is geen reden om te veronderstellen, 'dat Duitschland dit zelfs maar zou beproeven, althans in Sieeswijk-Holstein en Elzas-Lotha- ringen is dat niet geschied, zoodat de Duit-schor als individu dan ook geen pfennig rijker is geworden door de inlijving van deze landen. Angell behandelt ook de eeuwige, slaafsche tegenwerping van wie aan de noodzakelijkheid van den oorlog gelooven „men kan de menschelijke natuur niet veranderen." Hij zegt er dit van de vermeende onveranderlijkheid der menschelijke natuur bestaat niet, 's menschen strijdlustige natuur verdwijnt wel niet, maar wordt blijkbaar onder den invloed der mechanische en sociale ontwikkeling vervormd. „De men schelijke natuur verandert niet" kan immers niefbeteekenen, dat do gevoe lens van den mensch uit vroeger eeuwen, die de lichamen zijner vijan den en zijn ejgen kinderen opat, de zelfde zijn als de gevoelens van den modernen Londenaar, die 's morgens een trein naar de stad pakt En al verandert de menschelijke natuur niet, mogen we dan verwachten dat de kantoorbediende zijn moeder dood slaat en haar voor zijn middagmaal gebruikt, of dat Lord Roberts zijn automobiel heenstuurt over de licha men van vrouwen en kinderen der vijanden, zooals de oude Noormannen dat indertijd met hun ossenwagens deden En een ander merkwaardig ver schijnsel is de achteruitgang van den strijdlustigen geest, die militaire schrijvers in alle landen der wereld opmerken en die geen toevalligheid is, maar een gevolg van veranderde toestanden Bij deze enkele grepen moet ik het laten. Een zéér merkwaardig boek is het, dal veel geeft en nog meer te denken geeft on waarvan ik hartelijk hoop, dat alle Kamerleden het met aandacht zullen lezen. J. C. P. Büitenlandseh Overzicht De ontslagneming van 't Franscis ministerie. Gistermiddag werden we verrast -door het draodbericht, dat het mi nisterie Briand ontslag genomen had. Zooals uit ons bijschrift bij dit telegram bleek, trokken we de juist heid der lijding in twiifel, wat trou wens heel begrijpelijk is. Toch is de mededeel ing juist ge weest 1 Briand en de overige ininis tens hebben inderdaad ontslag geno men. Nu er nadere bijzonderheden over de minister-crisis bekend geworden zijn, is er in het gebeurde niet veel raadselachtigs moer. Over de onmiddellijke voorgeschie denis van de crisis valt te melden, dat de ministers Millerand en Viviani den minister-president Dinsdag een bezoek hebben gebracht, waarover verder niets is bekend geworden. Daarna begaf de premier zich naar het Elysée, waar hij een onderhoud heeft gehad met den President der republiek, en Woensdag volgde de ministerraad, waarvan een commu niqué is uitgegeven. Daarin wordt medegedeeld, dat de minister--presi dent Briand in den aanvang der vergadering dank braoht aan zijn me dewerkers voor de bewijzen van sym pathie, hem gegeven tijdens de jong ste discussie in de Kamer. Hij voeg de hieraan toe, dat de ernstige ge beurtenissen. die hebben plaats ge had, de regeering plaatsten tegen over nieuwe vraagstukken, over wel ker oplossing bet kabinet nog niet had kunnen beraadslagen. Heftige aanvallen waren in de Kamer tegen de regeering gericht, maar de Ka mer had recht gedaan en do republi- keinsche meerderheid betuigde haar vertrouwen in de regeering. Daar evenwel de omstandigheden van thans anders zijn, dan toen president Fallières hem de opdracht gaf, een ministerie te vormen, scheen het hem het meest in overeenstemming met de republikeinsche grondwet, om nu liet woord te laten aiui den president der republiek. De andere ministers sloten zich bij deze zienswijze aan en teek-enden met den heer Briand een verzoek om ontslag. Tot zoovei' de officieels mededee- liug. Do algemeene indruk is, dat eenige ministers zich in het vervolg niet met de politiek van Briand kunnen ver eenigen. Duidt daar hei bezoek van Viviani en Millerand op Het communiqué wijst op een ver schil tusschen de tegenwoordige om standigheden en die, waaronder de President der Republiek hem op dracht hooft verleend, een ministerie te vormen. Dit verschil ligt in de houding van die radicalen, socialisti sche radicalen en onafhankelijke so cialisten, die zich bij liet jongste vo tum over het vertrouwen, dat het. mi nister iewastooteze^emvan de regeering hebban afgewend. In de Kamervergadering van Dins dag 28 Juni heeft Briand verklaard, dat hij zou regeeren met een meer derheid uit de linkerzijde. De Kan kt heeft hem daarop mot 458 tegen 8C stemmen haar vertrouwen toege zegd. Tot de 80 tegenstanders van het kabinet behoorden toen slechts leden van de beide uiterste partijen. Radicalen en socialistische radicalen hadden der regeering en bloc steun beloofd. Daaraan is door het stakings-debat nu een verandering gekomen, en dit heeft Briand tot de ontslagnemin; genoopt. Intussclien wordt ook geseind, dat. de President het ontslag heeft aan genomen, maar Briand dadelijk heeft opgedragen een nieuw ministerie te vormen. Briand blijft dus minister-presi dent. Ook is het wel haast zeker, dat de meeste ministers uit het vorige kabinet hem trouw zullen blijven. Wel wordt aangenomen, dat er eeni ge nieuwelingen zullen komen. Men verwacht, dat het nieuwe kabinet be houdender zal zijn dan het vorige en noemt de namen Raynaud, Cle- menlel, Noulens, Puech, Klotz als nieuwe ministers in plaats van Bar- thou, Trouillot, Ruau, Viviani en Co- chery. Wellicht, dat de crisis heden reeds opgelost zal worden door de bekend making van de samenstelling van 't 'ouwe ministerie. De minister-crisis is dus niet van veel beteekemis geweest. Het zou een voudiger geweest zijn, als eenige mi nisters ontslag genomen hadden. Dit zal Briand evenwel niet gewild hebben. Nu heeft hij een nieuwe op dracht en behoeft zich dus aan vo rige toezeggingen niet langer te bin den, wat van belang kan zijn. nu waarschijnlijk geacht wordt, dat hij in het vervolg meer steun zal zoeken bij behoudender partijen in de Ka mer. Daarop zinspeelt ook de „Intran- sigeant", die den toestand verward noemt, want het komende ministerie zal het syndicalisme en alle elemen ten van de uiterste linkerzijde, waar mede vroegere ministers zoo ingeno men waren, moeten bestrijden. Even onverwacht als de tijding uit Frankrijk, was die over HET UITBREKEN VAN EEN REVO LUTIE IN SPANJE, die men ook gisteren onder de Tele grammen kon lezen. Die mededoeliog kwam evenwel uit weinig betrouwbare bron en be rustte op een te Parijs loopend ge rucht. Thans blijkt dan ook, dat de tijding onwaar is. De Spaansche regee ring heeft officieele mededeelingen gedaan, dat de geruchten omtrent een revolutie allen grond missen. PORTUGAL ZAL ZIJN KOLONIëN NIET VERKOOPEN. De minister-president Braga, hoofd van het voorloopig bewind in Portu gal, is door een journalist geïnter viewd naar aanleiding van de ge ruchten, welke de ronde doen om trent een eveutueelen verkoop der Portugeesche overzeesche bezittin gen. De minister-president sprak alle berichten van dien aard met de grootste beslistheid tegen. „Wij, republikeinen", zoo ver klaarde hij „hebben altijd t e heftig geprotesteerd tegen de gering ste inbreuk op de soevereiniteitsrech- ton van ons land, om nu ook maar het kleinste stukje van ons koloniaal bezit te willen afstaan. Noch Lorenzo- Marques noch Timor wenschen wij te verkoopen." Dat zal de Engelschen niet mee vallen 1 PERZISCHE ZAKEN. In een Engelsch hlad heeft Prof. Edward Browne, van de universiteit te Cambridge, een der grootste auto riteiten in Perzische zaken, een ar tikel geschreven, waarin hij Enge land waarschuwt tegen de door sir Edward Grey in Perzië gevolgde po litiek, die er op ingericht schijnt den Islam te vervreemden en op een oor log aan te sturen, waarvan de gevol gen z. i. niet te overzien, zijn. Daarop zond de nog altoos te Lan den verblijf houdende Perzische Re- gent Nasr-el-Molk, aan het blad een brief, waarin hij schrijft, dat hij pro fessor Browne dankbaar is voor zijn waarschuwing „Wij, die voor hervormingen in Perzië opkomen, hebben Sir Edward Grey zoo vaak reeds gewaarschuwd voor den waanzin van zijn politiek, die alleen kan worden toegeschreven aan onbekendheid met den toestand. Hij kont ons wantrouwen tegen Rus land en blijft toch hardnekkig vast houden aan het Russisch program van berooving van Perzië. dat tot resultaat moet hobben, Engeland de sympathie van den fel am te ver vreemden. Aan het wonderlijke tele- graphische beroep, dat door een te Konstantinopel gehouden meeting tot den Duitscheh keizer werd gericht, hecht ik geen waarde. Het ijzeren juk van don keizer zou ons evenzeer drukken aks do Russische ketenen. Wij wenschen geen van beide. Maar het is voor Perzië een quiwstio van leven en dood. dat wij F.ngèland's vriendschap cn den steun der Brit- sche natie behouden. Ik verzoek al len, die het goed met ons meencn, het artikel van professor Browne te bestudeeren, opdat hun oogen wor den geopend voor het gruwelijke on heil, dat reeds in Perzië is aange richt door de dwaze politiek der re geering en de verbazende onbekend heid met de bedoelingen van Rusland in Perzië." Naai' aanleiding daarvan geeft de „Times" de verzekering aan geheel de Mohammedaansclie wereld, dat de Engelsche regeering er nooit aan ge dacht heeft in baar bekende nota de onafhankelijkheid van Perzië te be dreigen, en dat ailcs wat gebeurd is de landing van 100 matrozen met vier kanonnen alleen geschiedde om de souvereiniteit van Perzië te beschermen. Als do Perzische regee ring, na het einde der hangende be sprekingen over de leening, hel hare doet om de orde in het zuiden te herstellen, zal er van interventie nooit meer sprake zijn. Onze Laehhoek Stadsnieuws hinderwet. B. en W. van Haarlem maken be kend, dat bij hunne beschikking van 1 November jl. aan A. P. de Graaff vergunning is verleend tot oprichting eene smederij in het perceel aan hot Nieuwe Geldelooze Pad no. 44. Bouw landhuis. Door den bouwkundig ingenieur, der heer J. B. v. Logihem, is het bou wen van een landhuis in den Haar lemmerhout bij ondershandsche in schrijving opgedragen aan de firma Martens en Zoon alhier, voor een som van f 36790. GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS, Nieuwe Gracht 3. Telefoon 1170. Ingeschreven: 12 timmerlieden, machinale houtbewerkers, 1 wa genmaker, 1 meubelmaker, 1 mo delmaker, 8 metselaars, 10 opper lieden, 8 stucadoors, 5 witters, 7 machinebankwerkers, 1 monteur, 11 grof bankwerkers, I metaaldraaier, 3 vuurwerkers, 1 ketelraakere, 5 burgersmeden, 1 machinist, 7 sto- 2 electrlciens, Instrument maker, koperbankwerker, ko perslager, 3 loodgieters, 8 schoen makers, 1 zadelmaker, kleerma ker, 23 schilders, 1 behanger, 1 stoffeerders, 6 bloemisten, 5 tuin lieden, 6 grondwerkers, 5 bakkers, 1 banketbakker, l slager, 1 krui deniersbediende, 2 kellners, 10 ma gazijnknechts, 9 loopknechts, 2 huis knecht, 1 sigarenmaker, 3 kantoor bedienden, 1 boekdrukker, 1 letter zetter, lithograaf, binder, 17 losse werklieden 1 dienstboden, werksters, 1 naaister, 1 kook ster, huishoudster, 3 vrou welijke kantoorbedienden, adspi- rant bouwk. opz., houtdraaier. Rubriek voor Vragen Geabonueerden hebben Let voorrecht, VTagea op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Redactie van Haarlem's ilagbiad, Groote Houtstraat. 63. Aile antwoorden weiden geheel kosteloos gegeven eu zoo spoedig mogelijk. Aan vragen, die niet volledig naam en woonplaats van den inzender vermelden wordt geen nandacht geschonken. VRAAG: Als ik een half jaar in be trekking ben geweest en den dienst half September heb opgezegd, om tegen November te vertrekken, heeft mevrouw dan. nog recht om de gods- penning af to houden? ANTWOORD: Neon; aangezien de dienstbetrekking langer dan 3 maan den geduurd heeft. AL TE HAASTIG. Prins Pieter van Oldenburg had zijne soldaten reeds dikwijls hooren klagen over het slechte voedsel, dat zij in de kazerne kreg, Zijne op merkingen echter hierover aan den kok, schenen dezen weinig belang in te boezemen. Op zekeren dag, dat hij weer nieu we klachten verneemt over de soida- tensoep, loopt de prins brieschendo van woede naar de kazerne. Aan de deur der keuken komt hij twee sol daten tegen met een rookenden ke tel. Een lepel wil ik proeven 1 De soldaten bezagen elkander. Proeven, heer, zoo stamelt eindelijk een hunner, dat is onmo- gelijk, het Een lepel, zeg ik, spoedig. Maar heer Zwijg Een lepel wordt gebracht, en de prins proeft. Dat heet ik geen soep f bul dert hij, den lepel wegwerpend, dat. ia vuil water I Inderdaad, heer, wij hadden juist de schotels gewasschen en.... FEN HANDELSMAN. Bediende. Mijnheer, er is iemand in den winkel, die vraagt of flanellen hemden ook k rimpen. Patroon. Passen ze hem Neen, ze zijn hem te groot. Dan krimpen ze, begrepen VRAAG: Onze attestaties zijn niet in Haarem, en wij zijn in Haarlem aangename:, noch gedoopt. Zijn wij na verplicht kerkelijke belasting te betalen, daar ons toch een aanslag thuis gestuurd is? ANTWOORD: Ja. VRAAG: Hoe kan ik per spoor het gemakkelijkst in Oudowator k'-men? ANTWOORD: Met de Holl. Spoor van Haarlem naar Amsterdam, met de Staatsspoor verw Igéiv- van Am sterdam over Kreukelen en Nieuwer- sluis naar Harmeien en ten slotte weer met den Hollander van dit laatste station naar Oudewntei. VRAAG Mijn dochter is als dienst bode per drie maanden gehuurd. Op advies van den dokter on met goed vinden van mevrouw, moet zij we gens ziekte voor eenige weken naar ■'is. Heeft zij :iu recht op kostgeld ANTWOORD. In geval van ziekte el bet loon nog gedurende oen be- •e.kkeliik km tem tijd door. De kost is ook onder het loon begrepen, maar ok dit houdt dus spoedig op. Een tijd bepaalt de wet piet Met onderling crlerr dient te worden uitgemikt •weel het meisje nu nog genieten zal. VRAAG. Moet volgens wettelijke be palingen brood aan een zeker gewicht >ldoen ANTWOORD. Neen, plaatselijke mren in dien geest hebben vroeger el bestaan, in verband met den prijs (broodzetting), maar dat be hoort tot de geschiedenis der econo- RAAG. Ik heb Mei 1909 een stuk grond verkocht aan een particulier. Daarvoor heb ik een schrijven, mij door een notaris ter tec-kenir .t-n- dcu .getockcnd, waarna ik direct geld ontving. 'Tot heden is geen officieel© koopakte eetf-ekend. Nu moe: ik nog steeds de grondbelasting betalen. Wat moet ik doen om dio lasten o den kooper over te brengen ANTWOORD. Ons du:.kt aandrin gen op het passeereu der notarieel© koopakte en daarvoor moet u bij den bedoelden notaris wezen. Zoolang het onroerend goed niet door overschrij ving op naam <ios keupers Slaat, Oüjft de belasting ook ten uwen name. VRAAG. Wanneer er geen koopak te bestaal, kan de kooper den grond dan wel in vol bezit hebben ANTWOORD. Wel zeker, de koop kan desnoods wel op andere wijze be- wezen worden, vooral waar de koop som betaald is maar de toestand is toch onregelmatig eu kan alleen ver anderd worden door de overschrij ving, hetzij van een ondorbandsche, hetzij van een hotarieele akte vu.i> koop en verkoop. VRAAG. Wanneer iemand iu ge meenschap van goederen is getrouwd, kan dat dan veranderd worden in huwelijksch© voorwaarden? ANTWOORD. Neen, de gemeen- FEUILLETON Naarhet Engelsch. 23} Hoor eens, voegde de majoor er hartstochtelijk bij, dit ia de ge meenste zaak, waarbij ik nog ooit be trokken bon geweest, en waarlijk, ik wenschte, dat ik mij er buiten had go- houden. Woes nu niet dwaas, Punt, gaf Carstairs ten antwoord hoor een voetstap ik zal mij achter dit gor dijn verbergen, wanneer zij het ia, verwijder u dan zoo spoedig mogelijk. Het was werkelijk Claribel, dia bin nentrad. Zljt gij reeds teruggekeerd, ma joor vroeg zij. Ja, zooals gij ziet. Zij trad op hem toe, groep zijn band Cu zeide O I gij zijt niet zoo slecht, als gij mij hebt willen doen gelooven. Hoor eons, majoor, in den eersten tijd, dat ik u leerde kennen, hield ik niet van u, maar in mijn droeve dagen heb ik U leoron kennen als een trouwhar tig man. Gij wilt het mij wel verge ven, nietwaar, majoor Ieder woord, dat zij uitsprak, 'drong hem als oen dolksteek in het hart, en met de gedachte, hoe jammer het was, dat Dudley niet, zooals zijn vrouw go- loofde, dood was, drukte de majoor haar de hand, stamelde haastig een verontschuldiging, dat hij nog eenige papieren in zijn kamer moest zoeken en liet Claribel zooals zij meende alleen Alleen dit was de gedachte, die haar het meest drukte-. Het leven, dat haar een oogenblik zoo gelukkig had toegeschenen, was voor haar een ramp. Voor den diep getroffene is het wellicht de grootste smart, dat, of schoon men weet, dat dé tijd de wond, door dit groote verlies toegebracht, zal heelen ,en men weer andere vreug de zal kunnen smaken, het geluk om die ééne hand aan te raken, dat ge laat voor zich te zien, de muziek van die êéue stem te hooren, voor altijd verdwenen is. Andere handen zullen de onze drukken, andere oogen zul len ons tegenlachen, maar die ééne hand is koud, die oogen zijn gesloten, die stem is voor altijd van de aarde verdwenen I Gelukkig 1 zuchtte Claribel, mor gen is die torvelende zaak afgcloo- pen. Ik zal dan naar mijn vader te- rugkeeren. Wat het geld betreft, dat Dudley mij in de voorzorg zijner lief- do heeft verschaft, ik zal het zoo goed mogelijk aanwenden om er den nood van anderen me© te lenigen. Ja, met ons beiden zouden wij naar mijn va der terugkeeren. En nu moet ik terug- keeren alleen Hare tranen begonnen weer sneller te vloeien, en al snikkende vervolg de zij Nooit meer zijn gelaat te zien ncoit meer zijn stem te hooren 1 Claribel I Zij ontstelde met een half onder drukten kreet. Droom ik Zij koorde zich om en zag de ge stalte van haar echtgenoot achter zich. Hevig ontsteld zonk zij op haar knie ën, on stamelde Dudley mijn echtgenoot t Is het clan waar, dat de geesten onzer afgestorvenen in onze nabijheid zijn. Dudley, mijn innig geliefde doode 1 Zij voelde zich echter door sterke armen opgevangen en warme lippen overdekten hare wangen met kussen. Zich over dö half bewustelooze ge stalte heenbuigend, riep Dudley Car stairs uit Neen, Claribel, geen doode het is geen geest, die u omhelst, ik ben het, uw echtgenoot, in levenden lijve. Mijn hart klopt nog steeds van liefde voor u 1 Een doffe kreet ontsnapte haar, en hare oogen waren half gesloten. Het was slechts een vreeselijk© vergissing, Claribel, zeide hij op haas tigen toon, terwijl hii hare handen wreef. Een andere man, die zeer toe vallig denzelfden naam droeg als ik, stierf te Nizza. Door een samenloop van omstandigheden was het mij on mogelijk tot u terug te keeren ik zal u alles wel verklaren. Roerloos, alsof het feyen haar li chaam was ontvloden, lag zij in zijn armen. Zijn oor ving het gerinkel van sleu tels op, die aan een chótelaine aan haar middel hingen in een oogwenk had hij den sleutelring losgemaakt. Nu naar den lessenaar, mompel de hij. Welke sleutel zou het zijn. Haastig stak hij een van .de kleinste in het sleutelgat. HIJ paste niet. Hij probeerde een andere met denzelfden uitslag en een vloek ontsnapte hoiu. Hij probeerde een derde deze paste. De deur achter hem werd geopend. Verschrikt keerde bij zich om. Het was de nieuwe kellner. Oogenblikkelijk had hij zijn zelfbe- heerschinsr herkregen, en riep uit Breng wat water, maar vlug I Mevrouw Carstairs heeft een flauwte gekregen I Er is water In den beker, die daar op tafel staat. Neen, niet op de schrijf tafel, mijnheer, zei de kellner, met on verstoorbare kalmte. Zij besprenkelden haar gelaat en hare handen. Eindelijk opende zij langzaam haar oogen, en met de tan den od elkaar geklemd liet zij een ze- nuwachtigen, Ipng gerekten lach hoo ren. Arme dame, zei de kelner op be daarden toon, terwijl hij Claribels hand greep. Meu zou bijna denken, dat zij een geest heeft gezien Vervloekte gek, mompelde Dud ley Carstairs binnensmonds. Zij komt weer tot bewustzijn. Zich vervolgens tot den nieuwen kellner wendende, zei hij Mevrouw Carstairs is nu weer be ter, gij kunt gaan. En de nieuwe kellner ging naar het sleutelgat I Langzamerhand keerde het bewust zijn weer bij Claribel terug. Met woes- ten blik om zich heen starende, mom pelde zij werktuigelijk Ik za? zijn gelaat en hoorde zijn stem. Toen zij echter bemerkte, dat Dud ley haar nog in zijn armen vasthield barstte zij weer in een zenuwachtig lachen uit. O, het was een droom, of is de droom nu voorbij en waak ik? Het is geen droom, lieve Clari bel. fluisterde Dudley op kalmeeren den toon. Beheersch u zelf, dan zal ik u alles vertellen. Zij sloeg haar armen om hem heen, noemde zijn naam en kuste hem her haaldelijk op zijn wangen, als om zich te verzekeren, dat zij niet droomde, en dat het gelaat, dat zij vóór zich zag, geen visioen was. Telkens ech ter ontsnapte de uitroep aan hare be vende lippen O, ik zal spoedig weer ontwaken en weer schreien, omdat mijn sclioone droom voorbij is Dudley, riep zij uit op hartstoch telijken toon, verlaat mij niet meer. Ik ben bang, laat ik uw hand druk ken en geef mij een kus. Ja, deze lip pen zijn warm, de hand, die ik in de mijne gekneld houd, is de hand van een levende. O 1 is ooit zulk een die pe droefheid zoo spoedig in vreugde veranderd Zult gij mij nooit meer verlaten nooit meer Langzamerhand werd zij kalmer, en eindeliife zei zij Vertel mij de geheele geschiede nis. Hoe is dat vreeselfjke misver stand ontstaan? Ik kan het mij niet verklaren. Hoe is het mogelijk, dat majoor Punter niet gezien heeft, dat niet de arme man waart, die ge storven is De kist was reeds gesloten, alvo rens Punter te Nizza wue aangeko men, was het antwoordhet is ech ter een lange, zonderlinge geschiede nis Claribel, het zou te voel zijn om het u nu te vertellen. Voor het oogen blik is bet voor u genoeg om te weten dat uw echtgenoot leeft dat hij leeft en u lief heeft. Zonder op zijn ontwijkend antwoord acht te slaan, vleide zij haar hoofd tegen zijn borst en herhaalde hij leeft en heeft mij lief 1 Dat is genoeg. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5