RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
24
2
Raadsels
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
'door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, worden in
het volgend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Piër Heidweiller.)
Met een 1 2 3 spelen de kinderen.
Een 5 6 7 8 is een muziekinstrument.
Een 4 6 5 is een vogel.
Mijn geheel is uit de plantenwe
reld).
2. (Ingezonden door W. Overmeer.)
Mijn eerste is een drank.
Mijn tweede is een visch.
Mijn derde is een voorzetsel.
Mijn vierde een muzieknoot.
Mijn vijfde de gebiedende wijs van
een werkwoord.
Mijn geheel is een inrichting, waar
in mijn eerste verwerkt wordt.
3. (Ingezonden door Wüiy lluber).
Welk water is onthoofd een deugd?
4 (Ingezonden door A. M. Rozen-
hart.
Als 't viooltj» in 't lindelommer
't Geurig vijftal openplooi»
Mag het vrij zich •chooner roemen,
Dan do rijkst gekleurde bloemen,
Waar zich woud en dal. ine «tooit.-
Plaats de 5 vetgedrukte letters zóo
naast elkaar, dat ze don naam van
een dichter vormen.
5. (Ingezonden door Henri Janse).
Ik ben niet, ik was niet.
Ik zal ook niet zijn I
Gij kunt het niet raden,
Het raadsel is fijn I
Ik sta voor uw oogen.
Zoodra ge mij ziet
Eu noemt ge mijn naam.
Dan noemt ge mij niet 1
6. (Ingezonden door Dirk Scholten).
Mijn geheel bestaat uit 16 letters en
is een straat in Haarlem.
8 15 14 13 12 is een lekkernij
15 13 2 9 is een jongensnaam
11 5 6 7 16 9 3 is een dorp bij Haar
lem
5 9 3 12 is een geldstuk
yi 5 ti 15 14 13 gebruikt men om te
knippen
10 2 9 16 4 is niet veel
1 9 7 is een jongensnaam
7. (Ingezonden door Marie van Ko
ningsbruggen.)
Welke eilandengroep vormt gij uit
onderstaande letters
i i
h 1 n n p p p
8. (Ingezonden door Annie M. Rozen-
hart).
Verschuif de volgende plant namen
zoodanig, dat ge recht onder elkaar
den naam van een stad in Nederland
krijgt. (Het behoeven nu niet de be
ginletters te zijn).
Hattem
Arnhem
Zaltbommel
Koevorden
Meppel
Veenhuizen
Gorinchem
9. (Ingezonden door Joh. Raatgever.)
gen
ter
de
de
al
wel
ZOO
haar
haalt
nog
waar
snel
heid
is
ach
leu
Welk spreekwoord kunt ge hieruit
maken
10. (Ingezonden door Hendrika Ro
bin).
Mijn geheel bestaat uit 10 letters en
is een straat in Haarlem.
I 2 3 4 5 is niet klein
7 8 'j 10 is een wandelplaats bij
Haarlem.
II 12 13 14 15 16 vindt men in alle
steden.
5 6 6 13 is een vloeistof.
13 14 15 16 zit in een bijenkorf.
11. (Ingezonden door Gerard Renger).
Wie kent een meisjesnaam van 6
letters, die tevens een polder is in
Zeeland en ook een stad in Soedan
(M idden-Afrika).
12. (Ingezonden door Albertina Heid
weiller).
Opstijgend verdwijn ik. Keert ge
me om, dan vindt ge mij in de kerk.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vongo week zijn
16
30
38
60
56
80
20
8
60 42
64
18
40
54
34
32
70
62
6
ÏOU
44
4
46
2. Bloemententoonstelling te Haar
lem. bot tor Linge Eenis tol
ham neen Lena til.
3. Uil lui.
4. Malaga.
5. De letter r.
6. Luilekkerland.
7. De diamant.
Hoofdonderwijzer. Hoofd on
der ijzer hond rond.
10. De 26 letters van het alphabet.
11. Basalt. Bas alt.
12. Herfstmaand. Hert ree
steen maan Daan.
Goede oplossingen ontvangen van
Henri Klauwers 11.
Christien Zwemmer 5.
P. Tuijtel 6.
Elsje Hoenderdos 11.
Giljain Lokerse 11.
Bet6ie Akersloot 7.
Bertha Clausing 7.
Hendrika Robin 12.
Petronella Laugerhuizen 12.
Bertus en Dina van Putten 11.!
Gerrie Renger 11.
Maartje en Nico Verdel 11.
Gerard Renger 11.
Aaltje Peters 12.
Annie v. d. Linden 12.
Theo Kamphuis 1.
Jo Been 12.
Annie M. Rozenhart 12.
Marietje v. Koningsbruggen 9 (v. d.
vorige week).
Jopie v. Koningsbruggen 5.
Elisabeth Lodder 9.
Hubertha Raas 11.
Henri Janse 12.
Jo en Frans v. Egmond 8.
Willem Overmeer 12.
Jansje v. Dijk 12.
Wim Heijl 11.
Marinus C. d. Bil 7.
Helena Bijland 7.
Cornelis Snellens lö.
Martinus Ilubers 10.
Lodewijk Ballintïjn 12.
Nannc en Cor Nauta 12.
Ans v. d. Bau 12.
Cathariua v. Loon 9 en 9 van de
vorige week.
Betsie Akersloot 9 van de vorige
week.
Clasina v. Loon 9 en van de vori
ge week 9.
Willy Gemieraad 12.
Jan en Cor Hu ij er 6.
Izaak Bos 11.
Aaltje en Siebe lluizinga 11.
Zus Duursma 11.
Clara en Aagje Bon 9 van de vorige
week.
STRIKVRAGEN.
(Ingezonden door Karei Heidweiller).
1. Wat is het duurst aan een to
ren
Zonder voeten ijl ik voort en lig
toch altijd in een bëd.
Wat is dat
(Ingezonden door Albertina Heidweil
ler).
3. Hoog geboren, laag geschoren.
Tusschen twee steenen zijn naam
verloren
Wat is dat?
4. Wie heeft oogen en kan niet
zien?
5. Welk ding heeft geen begin en
geen einde?
6. Ingezonden door Piër Heid
weiller.
Wat is klem in Arnhem en groot
in Hindeloopen?
7. Welke overeenkomst is er tus
schen een sneeuwbal en een leugen!
8. Op welk ijs kan de beste schaat
senrijder niet rijden?
9 Welke taal klinkt den gierigaard'
het aangenaamste?
10. Waar voer hot eerste stoom
schip?
11. Welk is de vroolïjkste spiegeS?
12. Welke vogel Buit niet?
13. Op welken weg vindt men
steenen?
14. W aar was de groote Prins
Eu genius, toen hij het licht uitdeed?
Annie v. d. Linden 14.
Theo Kamphuis 10.
Jo Been 13.
Elisabeth Lodder 13.
Jo en Frans v. Egmond 11.
Wim Heijl 14.
Marinus C. d. Bil 6.
Helena Bijland 13.
Nanne en Cor Nauta 12.
Jan en Cor Huijer 12.
Izaak Bos 14.
Aaltje en Siebe Huizinga 13
Zus Duursma 14.
BERICHT WEDSTRIJD.
Inzendingen voor den wedstrijd
ontvangen van Hendrik Smits, Lena
Koestal, Alida Koestal, Christien
Zwemmer, Henri Klauwers, Anna de
Bruijn.
wil ik wel, zei Martine.
maar of vader het goed
STRIKVRAGEN.
De antwoorden van de strikvragen
der vorige week zijn:
1. Bij een Chinees zit kop en staart
aan elkaar en bij een stokvisch Juist
niet.
2. Hij had wel koeien, maar één
zeef had hij niet en dus ook geen
zeven.
3. Beschuiten.
4 De kinderen van den dominee.
5. Roodvonk.
6. Een spijker van een schoen.
7. Tusschen den kop en den staart.
8. Zo branden niet langer, maar
korter.
9. Een blikslager.
10. Muzleknooten.
11. Een schildersezel.
12. Een tamboer.
13. Een photograaf.
14. Een oorvijg.
Goede antwoorden ontvangen van:
Elsje Hoenderdos 10.
Giljain Lokerse 13.
Betsie Akersloot 13.
Bertha Clausing 10.
Hendrika Robin 14.
Petronella Langerhuize 14.
Bertus en Dina van Putten 12.
Gerrie ltenger 13
Anme H. ltuzenhart 14.
Hubertha Raas 14.
Willem Overmeer 14.
Jansje v. Dijk 14.
Lodewijk C. Ballintijn 14.
Ans v. d. Ban 14
Cathariua v. Loon 10 en 14 van de
vorige week en Clasina v. Loon 9 en
14 van de vorige week.
Will y Germeraad 13.
Maartje en Nico Verdel 13.
Aaltje Peters 14.
DE KLEINE TAMBOER.
EEN SPROOKJE.
Naar het Franscb van
J. H. de Vismes.
Er was eens een man, die tamboer
was. Hij had een zoon die veel be
hagen schepte in zijne glinsterende
knoopen. Er was geen ketel of pan
meer in huis zonder deuken, want
de zoon sloeg daar aü de wijsjes op
na, welke vader op zijn trom roffel
de. Toen de vader wat ouder werd,
begon hij over de toekomst van zijn
zoon te denken, en omdat de jongen
In 't trommelen zooveel plelzler had,
dacht hij, dat er misschien wel een
goed tamboer van hem kon groeien.
Toen hij hot zijn- zoon voorstelde,
leek het den jongen prachtig en hij
zei dan ook: Heel graag, vader.'
Van dien dag af kreeg hij tamboer-
les van vader.
Maar op zekeren dag kwam een
vreemdeling de hut binnen. Hij had
veel schitterende strepen en droeg
bovenop zijn hoofddeksel een groole
witte vederbos, die wapperde in den
wind, welke door de geopende deur
binnen woei.
En de vreemde sprak:
De oorlog is verklaard; sta op,
oude! neem je trom en ga mee!
Maar de oude man toonde zijn half
verlamde armen en antwoordde:
Onmogelijk, kapitein, onmoge
lijk! Wat zou je uitvoeren met zoo'n
oud fregat als ik? Neen liever mijn
jongen; hij is sterk en flink en tam
boert als de beste.
Te jong, zeide dë officier, ter-wijl
hij Frans aankeek, hij zal nooit de
kracht hebben om onze gelederen te
volgen.
Maar Frans nam zijn trom en be
gon zoo kranig te roffelen, dal de
officier schik in hem kreeg en riep:
Ga maar mee: zeg je vader goeden
dag!
Toen kreeg Frans een uniform
aan, net als de soldaten en trok met
hen ten oorlog.
En hij was een dapper tamboer.
Hij wendde al gauw aan de kogels
en was toen steeds op zijn post, voor
aan, en met zijn opgewekt tromge
roffel zorgde hij voor vroolijkheid on
moed.
De soldaten streden gelukkig en op
een goeden dag werd de vrede ge
sloten.
Toen kwam de generaal en riep
Frans. En toeai moesten do tree pen
front maken en spelde de generaal
een groot, prachtig eorekruis op zijn
borst.
En Frans weetndle van vreugde en
zijn eerste gedachte was: wat zal va
der daar wel van zeggen 1
En hij ging naar zijn dorp als met
vleugels aan de voeten en zijn hart
zwoJ van vreugd» en van trots. En
in gedachte zag hij alle wegen ter
wereld voor hem geopend, voor hom
met zijn kruis em titel van tamboer.
Tot hij een bocht van het voetpad
de ouderlijke hut in het ge-zicht kwam
Toen nam Frans zijn trom en sloeg
een fiksche niarsch. Maar zijn vader
die hij in de deur meende te zien
verschijnen, verscheen niet. En de
deur opende zich niet voor tamboers-
titel of eorekruis, want zijn vader
was niet meer.
Hij zette zich neer bij een paal, die
de grens afpaalde van zijn veld
weende hartstochtelijk.
Eindelijk stond hij op. Het zonlicht
viel op zijn eorekruis. Frans zag het
eui zeide tot ziohzelven: Wat is
dal! een koninklijk tamboer mot
eerekruis zou zich laten terneerdruk
ken door liet ongeluk? Het is uiet al
lés om dapper ui den oorlog te ziju,
meu moet ook dapper in het leven
zijn. En zond-er een uugeiiLlik te ver
liezen, kreeg hij schop en houweel
uit de schuur, die (Laar reeds te roes
ten logen en begon zijn land te be
werken.
Verscheidene jaren leefde hij zoo
in de afzondering en te midden van
zijn werk; hij bebouwde den grond
en loofde daarvan. Als hij "a avonds
zijn dagtaak volbracht had, nam hij
vuitk zijn trom en trok er mee de vel
den in om daar te roffelen.
Bijna iederen avond voerde zijn
weg lang het hak van een schoouen
tuin, wuar een Mond meisje stond,
dat hem vriendelijk toelachte. Eens
bleef hij voor haar staan en vroeg:
Hoe heet gij?
Marline, was het antwoord, en
zij bloven samen wat praten.
En eens op een dag vroeg Frans
aan Martine:
Zou je niet met mij willen trou
wen?
Dat
Vraag
vindt*
Frans zocht den vader op, dien hij
thuis vond zitten, in een armstoel
mt de krant en op zijn neus eeai
gioote gouden bril, want het was een
rijke boeu\
Frans ging recht op zijn doel af
en zeide:
Ik zou gaarne met uw dochter
willen trouwen.
Je hebt vast je hoofd verloren!
riep de boer uit, terwijl hij Frans
verbaasd aankeek.
Wat dat betreft, antwoordde
Frans, ik heb een hoofd, dat vast
op mijn schouders zit en ik bezit
daarenboven het eerekruis en den ti
tel van koninklijk tamboerl
Dat is goed en wel, antwoordde
de hoer. maar dat brengt geen
geld op! En bovendien mijn dochter
is de rijkste erfgename van het ge-
hoele dorp en ik bewaar haar voor
'n betere als jij bent; zij zal minstens
koopman of een schoolmeester
trouwen!
Ze zal met mij trouwen! zeide
Frans.
Maai- toen hij de deur van de wo
ning uitging, riep de boer hem op
een spottenden toon na:
Ja je zult haar trouwen, ik be
loof het je, maar op één voorwaarde
dat je me terugkomt, met die tam-
boarstrom vol goud!
Mijn trom vofl goud! Dat zal
moeilijker zijn dan oorlog voeren!
dacht Frans, terwijl hij naar huis
terugkeerde.
En weken en maanden verliepen,
zonder dat hij het middel vond, om
fortuin te maken.
Hij begon reeds den moed te ver
liezen en zich te vervelen in zijn een
zaamheid, toen op zekeren dag een
tijding, die zich door het land ver
spreidde hem weer inoed verschafte.
De koning, wenl er van alle kanten
gezegd, was plotseling doof gewor
den, potdoof: hij hoorde zelfs niet
meer het afschieten van een kanon,
dat vlak naast hem stond. Het hof
was in groote ongerustheid. De be
roemdste heelmeesters van alle stre
ken svaren in consult geroepen: zij
hadden lange zeer ingewikkelde
toestellen in do koninklijke ooren
gebracht; zij hadden zeer vele recep-
geechreven; zij hadden met el
kander getwist, zich daarna weder
verzoend; zij hadden hunne eerbied
waardige hoofden geschud; zij had
den zelfs gesproken over een opera
tie; in een woord, zij hadden den on-
gelukkigen koning op alle manieren,
gekweld zonder de minste verbete
ring te brengen in zijn toestand: de
koning was doof gebleven, pot doof.
Zoo gauw Frans deze tijding ver
nomen had, nam hij zijn trom en
ging naar het paleis. De klank van
mijn trom zou een doode doen ont
waken, dus moet de koning het ook
wel hooren, sprak hij tot ziclizelven.
En vol vertrouwen legde hij den lan
gen weg af, die zijn dorp van de
hoofdstad van het koninklijk scheid
de, telkens bij zichzelven zeggende:
Ik zal zoo vurig slaan, dot der
koning het wel hooren moetl
Wat wil je, deugniet? riep hem
de paleiswacht toe, toon hij hem (het
hofplein zag opkomen.
Ik kom den koning genezen! ant
woordde Frans met zekerheid.
Laat mij voorbij.
Na vele moeilijkheden drong de
kleine tamboer eindelijk tot de zaal
waar zich de koning bevond door.
Hij trad er binnen.
De koning zat op zijn troon en
rolde verschrikkelijk met de oogen.
Rondom hem stonden twintig ge-
neesheeren in een hal ven cirkel. Zij
keken alken naar hem zondier een
woord te zeggen en zagen er zeer
verlegen en angstig uit. De eerste
kamerheer, die Frans zag binnen
komen, wilde juist naar hem toe
gaan om hem te vragen wat hij
kwam doen, toen hij piotseling hevig
ontstelde: een verschrikkelijke trom
melslag weerklonk, oen slag, zooals
men er nooit een gehoord had, sinds
het ontstaan der wereld, een slag,
zoo als men er nooit meer zal hooren.
De dokters en hovelingen vielen van
schrik om, stoelen en voetbankjes
sprongen de lucht in en de venster
glazen braken.
Wat is dat voor een ieven! brul
de de koning, diie die treden van de
troon afkwam rollen, want Eij was
gevallen evenals zijne hovelingen bij
den trommelslag van Frans.
De koning hoort! de koning
hoort! schreeuwde Frans, trotsch
op zijn succes.
En het was waar! De trommeLrof-
fei van Frans had werkelijk de ooren
van den koning geopend.
De dokters beweerden wed, dat het
kwam van hunne goede zorgen,
maar de koning woe rechtvaardig.
Je hebt me genezen, zeide hij
tot den kleinen tamboer, wat wil
je voor je moeite?
Mijn trommel vol goudstukken!
antwoordde Frans, terwijl hij diep
boog.
Je zult hebben, wat je verlangt,
antwoordde de koning en bovendien
verleen ik je den titel van geneesheer
van mijne koninklijke ooren en van
hoofdtamboer van mijne legers.
En weet je, wie verwonderd
Dat was de boer. want Frans strooi
de voor hem den geheelen inhoud van
de trom op dien grond. Toen was hij
wel genoodzaakt zijn toestemming te
geven.
En de bruiloft had den volgenden
dag reeds plaats.
Zoo eindigden de avonturen van
kleinen tamboer Frans, die met zijn
vrouw nog lang en gelukkig leefde.
Brievenbus
Brieven aan die Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevr. VenemaVan
Doorn, Wagenweg no. 88, Haarlem.
Henri K. Je inzending is goed
aangekomen, hoor, en zag er keurig
uit. Prettig, dat hij zoo ronder haast
op tijd af was, vind je niet? Wat heer
lijk, dat je nu eindelijk weer naar
huis mocht, hé? Was iedereen niet
blij, toen je er weer was? en vond je
de kamers thuis niet vreemd? En
wanneer ga je nu weer naar school?
Christine Z. Jammer, dat de cou
rant weg was, anders had je er mis
schien nog wel meer geweten. Pas
er in 't vervolg maar goed op! Heb
je Woensdag nog wat moois uit de
ton gegrabbeld? en was het een pret-
tigen middag? Je inzending ligt bij
de andere, hoor! Het nieuwe raad
sel Is goed
Elsje H. Ik ben wol bang, dat
de raadsels uit dat andere blad door
meer kinderen gekend worden en
dan is 't niet aardig om ze weer te
plaatsen. Ik vind het altijd het mooist
als je ze zelf bedenkt. 1-Ieb je deze
begraven plaatsen ail eon gemaakt?
Die zijn in elk geval goed! Is het rap
port er nu al en is 't mooi?
Giljain L. Ja, dat er heel veel
geduld voor noodig is, wil ik graag
gelooven, maar t is ook prachtig als
het zoo goed gaat! Ja, ik vind het
vreeselijk veel geld voor één exem
plaar en Vader doet er ook zeker wei
moeite voorl want dan zou het
prachtige verdienste zijn! Ik vind het
altijd aardig, als je er wat van ver
telt. Ga je iater ook Engelsch lee-
ren?
Clara en Aagje B. Ja, juUie
briefje was heusch do vorige week
blijven liggen en ik had het ook
Donderdags gevonden. En dam nogal
'n lange brief! Hadden jullie hem
zelf in de bus gegooid? Heerlijk, dat
jullie de kaarten zoo gauw kwijt
raakten en wie gaan er thuis i
de uitvoering? en wat zingen
jullie dan? Het nieuwe raadsel i3
wat lastig, en van die soort houden
de meeste kinderen ook niet erg. Be
denk nog maar eens een anderl
Betsy A. Wat spelen jullie meest
al op zoo'n avondvisite? Spelletjes
aan de tafel, of iets zichtbaar ver
stoppen, en zoo? Jullie wonen alle
maal nogal dicht bij elkaar in de
buurt, is 't niet?
Martinus B. Wel, dat is gezellig
dat jou briefjes nu ook weer geregeld
zullen komen. Ik vind Jenny een al
leraardigst hondje en ik kan me
begrijpen, dat jullie graag met hem
stoeien! Ik ben nieuwsgierig, of je
het rietvlechten weer gauw kent!
Misschien kan je het Herman ook
wel loeren! W aren ar nog meer jon
gens, die het weer eens doen wilden?
of hen je er alleen geweest?
Betsie A. Je mag het boek ge
rust nog een weekje houden. Of het
nieuwe raadsel goed is, weet ik niet,
want je hebt het antwoord er niet
bij gezet. Schrijf nu de volgende
week hetzelfde raadsel nog maar
eens op, en zet het antwoord er dan
meteen achter!
Bertha C. Ja, je hebt zeker
massa handwerkjes te maken! Maar
't is een gezellige tijd met al zijn druk
te, vind je ook niet?
Maohiel v. M. Nu, het was een
echte ongelukstocht, hoor! En als
zoo n band springt, helpt het niets,
of je kwaad wordt, of moppert, dan
moet je loopen, of je wil of niet! Maak
je tegenwoordig ook nog wel eens
verre tochten?
Hendrika R. De nieuwe raadseLs
zijn goed en kan ik best gebruiken.
Petronella L. De nieuwe raad
seLs zijn goed, maar je had vergeten
er je naam bij te schrijven!
Bertus en Dina v. P. Ja, nu je
mij een. gehei inschrijft, durf ik
de courant ook niet veel op te ant
woorden want dan is het verklapt,
hè.. En we moeten het nog bijna
weken bewaren! Ai die verrassingen
zijn juist gezellig, hé.
Anna cL B. Wat een keurig©
zending! Ik kan wel zien, dat je daar
heel wat werk aan gehad hebt en dat
je heed wat voor een arm kindje over
hebt, hoori En 't past precies alle
maal!
Maartje en Nico V. Wed gefeli
citeerd met Emma's verjaardag 1 Ik
hoop, dat jullie morgen allemaal
voei pleizier zult hebben!
Gerard R. Ik ben nieuwsgierig,
hoe je rapport zijn zal. Ik hoop prach
tig. Schrijf het mij maar eens
Annie M. R. Ja, er zijn nu al
verscheidene inzendingen, zooals je
ziet. Ik hoop, dut die van jou ook op
tijd afkomt! Maar als je eenmaal be
gonnen bent, is 't ook prettig hot
gauw af te maken, vindt je niet?
Marietje en Jopie v. K. Wei, wat
worden jullie knap! Algebra en meet
kunde nu all En vind je dat niet vree
selijk moeilijk? Jammer, dat de dui
ven nog niet uitvliegen. Dan moet d©
winter zeker eerst om zijn en die be
gint nu pas goed!
Willy G. Dat was een heeïe poe-
senbrief dezen keer! Het lijkt mij ook
erg grappig, als ze zoo met elkaar
aan 't kibbelen zijn en komt de jwee
van de buren dan zoo maar bij jul
lie in de kamer? Jullie hebbe.i na
toch zeker geen vogeltjes meer, is 't
we!? Daar zon het nu niet erg veilig
meer voor zijn F
Cor en Jan H. Jopie zal het saai
vinden, nu juli'" allemaal weer naar
school zijn! Waren jullie allemaal
niet veel vergeten? En zou je van "t
jaar nu toch allebei overgaan?
Izaak B. Ja, er waren heel wat
kinderen, die het 1ste niet konden
inden. Heb je er lang over ge
dacht?
Aaltje on Siebe H. Gelukkig, diat
het weer goed en wel thuis is, hè! Nu
moet je het goed bewaren, dan kan
het op 'n anderen keer weer eens in
gezonden worden! Heerlijk, dat je
zoo'n prettigen dag gehad hebt.'En nu
kornt 5 Dec. ook al gauw weer. Ik
denk dat jij dit de prettigste tijd van
het heeie jaar vindt!
Hendrik S. Een keurig pakhuis,
hoor! Jij bent in dat jaar heel wat
vooruit gegaan; het zit veel steviger
in elkaar, dan dat van verleden
jaar!
Zus D. Ja, er gebeuren nog wel
akelig veel engedukken mee! Maar
dat zal wel beter worden, denk ik,
wie weel hoe gauw we er al! e-
1 in zitten en t net zoo veilig
inden als de trein. -
Alida en Lena K. Wel, wel, wat
>n werk hebben jullie van je inzen
ding gemaakt! Vond je het niet een
prettig werkje om dat allemaal zoo
netjes in orde te maken? Jullie hebt
Moed era lappenmand zeker heeJe-
maal geplunderd, is 't niet?
Wim H. Ja, waar haal je in don
winter rozebiaadjes vandban? Dat
zou ik ook eeuscn niet weten! En als
je die niet hebt, wat moet je dan ge
ven? Het zou aardig zijn als je er nog
meer kreeg en er zijn zeker heel wat
vriendjes op school, die dolgraag
>'n exemplaar van je zouden wil
len hebben.
Marinus C. d. B. Dat is een aar
dig opstel. Heb je dat verhaaltje in
een schoolboekje gelezen? Schrijf mij
dat maar eens.
Helena B. Kom dan maar eens
op een Woensdagmiddag tusschen 1
en 2 uur, dan zal ik eens zien, of ik
wat voor je heb! Ik hoop, dat je van
de week veel pleizier gehad hebt: was
het een groot feest?
Martinus H. Het nieuwe raadsel
is goed. Is je broertje nu nog buiten?
Het zal nu toch overal wel echt win
terachtig worden, denk ik! Mag hij
thuis komen als het weer hier be
ter is?
Nanne en Cor N. Jullie zien
nogal eens lichtbeelden! Waren deze
ook weer mooi? Aardig dat Cor weer
mee doet! Zou je op tijd klaar komen
Cor?
Ans v. d. B. Ja, dat was een
drukfout, hoor! 't Is in orde! Dit
nieuwe raadsel ls ook weer prachtig.
Clasina v. L. De nieuwe raad
sel® zijn goed. Ben je klaar gekomen
met al je boodschappen? Je brief was
toch nog op tijd, hè?
Elizabeth L. Of je het brengt, of
stuurt is T zalfde. Maar als je hot
i Woensdagmiddag tusschen 1
en 2 uur brengt, kunnen we meteen
eens kennismaken! Is het al af?
Hubertha R. De nieuwe raadsels
zijn goed. Ja, zoo'n groote klas is wol
gezellig, als er tenminste ook een
paar vriendinnetjes van je bij zijn,
je mee naar huis kunt gaan.
Heeilijk, dat jullie op scheoj zulke
mooie boeken krijgenl Hoe heeten de
mooiste?
liet nieuwe raad-
Annie v. d. L. -
sal is goed.
Jo en Jentien B. Gelukkig, dat
oogen weer goed vooruitgaan. F
nu verder maar goed op en span
niet te veel in!
Henri J.. Ik vind het aardig, dat
je zoo graag wat leeril En ik denk
dat je in geschiedenis een hoede bol
leboos zult zijn. Heb je dit al haast
uit?
Ja en Frans v. E. Ja, je hebt je
avonden ook wel noodig, ais je wat
verder wil komen in de wereld. Maar
ik dacht, dat het in Januari toch wel
zou moeten door al de extra drukte!
Willem O. Het nieuwe raadsel ia
goed. Het is wel prettig, om het
niet achter elkaar uit te lezen. Dan
heb je er op 'u anderen keer ook nog
wat aan! Wat vind ja 't aardigst er
uit?
Jansje v. D. Neen, ren jaar is
wel niet zoo heel lang, maar toch
lang genoeg om te weten, of je het
goed samen vinden kuntl En dat zul
len jullie wel, denk ik! Ben je 'e win
ters ook wel eens in Friesland ge
weest, als er ijs lag en kan je goed
soliaateenrijden?
MEVROUW VENEMA—v. DOORN*
5 November 19M.