HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1910
ïlaariemsche
HandeHsvereeniging
Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Noy. 180y.
De Hoarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft Ln den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
«uccós. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, muar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men bet werk op prijs stelt,
dat de Ïlaariemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver-
•chiilenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
sontributie van 1 8.60, die gevraagd
wordt.
De Huarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich iu de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor ben in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alken voor zaken betreffende
den ban iel en hel bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden -.oor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November to: jm met 80 April]
ad I 1 75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
liaan ilugcnhollz en H. J. Mereos,
Spaarne 94, ulhier, die voor de leden
elkeu werkdag van 84 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 6 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van iuformatien naar
buiten do stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Jnforma-
tien uuar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt
Rreleui.eu op buiteu .de stad wo
nende personen worden uiet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porio-
vergoeding is toegevoegd.
ltuim 14 ie» inforuiatieu en rechts
geleerde adviezen worden in het af-
geio"p*ii jaar gegeven.
In Augustus en Sep'.ember 1910 zijn
81 vorderingen tot een bedrag van
I 1596.80 betaald; 14 vorderingen1
worden albetaald, 15 vorderingen
zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient hot geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
ol wat ook, moeten worden geadvea
seert aan het Bureau, dat geopend is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Hot Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. II. V toch van haar in for
mation kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
uiformatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatién op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCXLVIII.
Wanneer deze brief verschijnt, zal
de zeventigste verjaardag van Auguste
Rodin 4 November 1910 gevierd
zijn. Frankrijk maakt thans de noo-
dige toebereidselen om dien dag met
de vorcischtc plechtigheid en waar
digheid te gedenken. Want hel aantal
dergenen is reusachtig groot, die het
volmaakt eens zijn mot den beroem
den schilder Eugène Carrière, waar
deze, in groote voreering voor zijn
tïjdgenootclijken kunstbroeder, heeft
gezégd: „Men zal hem nooit genoeg
kunnen huldigen; hij is de bewonde
renswaardigste kunstenaar, die er
sinds eeuwen heeft geleefd".
Men zou er zich over kunnen ver
wonderen, dat een dergelijk getuige
nis over een genialen kunstenaar
reeds bij zijn leven wordt afgelegd
en algemeen als juist wordt erkend,
indien do hooge leeftijd van den ju
bilaris niet eenigermate de verklaring
gaf van dit ongewone feit. Zovontig
jaar in dat tijdsverloop vermag
soms do meest volslagen miskenning
cvoluoerén tot dc volledigste erken
ning. In dat tijdsverloop kan een
tweede gencr: lie geboren worden, die
de vooroordoelen, wanbegrippen en
naijverigheden van de eerste inziet
cn uit den weg ruimt. In dat tijdsver
loop kan het jongere geslacht den af
stand hebben afgelegd, dien de ge
niale kunstenaars liuu onniiddellijkcn
tijdgenootcn plegen vóór te zijn. In
da: tijdsverloop, hebben voor Rodin
do hoon en dc nijpendste armoede
plaats moeten maken voor vereering
en groeten rijkdom. En voorzeker zou
den \ele gemeen minder miskend, om
niet te zoggen algemeen erkend, ton
grave zijn gedaald, indien zij slechts
lang genoo" hadden geleefd.
„Men heeft hein", schreef eens
Charles Morice terecht, „den room
niet cadeau gedaan: die roem is in
derdaad, ondanks do menschen, uit
zijn borst en zijn handen voortgespro
ten".
In zijn jonge jaren was hij eenigen
tijd leerling van Barye, den grooten
beeldhouwer van de dierenwereld
Eerst later echter, op rijperen leeftijd
leerde lnj( het werk van zijn meester,
die ook een innovator \vus, begrijpen
en hoogschatten.
üaanui kwam liij bij Carrier-Bel-
leuse ui de leer. Van dozen evenwel,
in wiens werk het streven naar elegan
tie en „chic" den hougsten toon zong,
stak Rodin niet veel meer dan wat
technische vaariligheid op. Er was zóó
'n groot verschil in levensinzichten en
kunstopvattingen tusschen Carrier-
Belleuse en licm, dat de onderlinge
verhoudin" er minder een tusschen
meesier en leerling dan tusschen baas
en knecht was.
Daarop zocht hij zelf zijn weg, speu
rend. tastend, weifelend, aarzelend
eerst, met de angstige bezorgdheid
van den jongen echten kunstenaar,
die voelt, dat zijn uiterlijke observa
tie niet ent i ikkcld genoeg is om zijn
innerlijke visie mot de naodige snel
heid to volgen.
ln 1877 zond hij zijn beeld „L'Age
d'airain" naar den Salon.
Toen gebeurde er iets unieks, iets.
dat nog nooit gebeurd was, en zich
ook daarna niet meer heeft voorge
daan, met niemand. Naar aanleiding
van dc, althans oogenblikkelijke, na
tuurgetrouwheid van sommige li-
cliaarnsdeelen, beschuldigde do jury
Rodin, zijn beeld op het levend
naakt te hebben gemodelleerd, met
andere woorden een afgietingspro-
cas to hebben bewerkstelligd. Da
stommelingen Alsof men bij afgiet
sels op levenden lijve inderdaad le
vende natuurgetrouwheid kon ver
krijgen I Alsof het levende lichaam
zich niet zou verstarren tot dood
materiaal bij een zoo kunstmatig pro
cédé als afgieting
De eigenwijze heeren benoemden
een comité van beeldhouwers, dat
een zwaarwichtig onderzoek ter zake
hud ln te stellen Dank zij de artis
tieke verklaringen van den toen
reeds beroemden en op zijn hoogte
punt staanden Paul Dubois, die ten
overvloede op alle voorgaande studies
en werken van Rodin wees, werd de
beschuldiging ingetrokken.
In 1880. dus drie jaar later, werd
hem voor hetzelfde beeld, bij wijze
van vergoeding, de medaille derde
klasse toegekend. En thans prijkt het
in den Jardin du Luxembourg.
liet is hier niet de plaats om zelfs
in het kort gewag te maken van de
verdere tegenkantingen en teleurstel
lingen, die Rodin ondervond van de
miskenning, zoo bij collega's als bij
het groote publiek, die hij had te
verduren bij de weifelingen van zijn
eigen intellekt en gemoed bij zijn
harden strijd om het materieel be
staan.
Hij was echter een sterke man en
oen sterk kunstenaar. En zoodra hij
in het beeld, dat hij onder haudon
hud. de ware levensware uitdrukking
meende gevonden te hebben, zette hij
zijn werk onverstoorbaar en met ijze
ren volharding voort, zich niet be
kommerend om .de futiele diugen des
dagelljkscben levens.
Kodiu is de uK-euing toegedaan,
dat voor elk mensen, vooral voor ei
ken kunstenaar, het bestaan iets
nieuws is. Uit dien hoofde bekom
mert hij cr zich in het geheel niet
om, iets uit te LceJdeu wat nog nooit
dooi anderen is uitgeliceld. Het leven
is, zoo is zijn volle overtuiging, te be
weeglijk en ie veelvormig, dun dat
er voor den intensief opmerkzame»
beschouwer sprake zou kunnen zijn
van platgetreden banen. Hot leven is
7.00 oneindig groot, een menschen-
lceftijd betrekkelijk zeer kort hoe
zou nu zelfs bet grootste genie mee.
dan een minimaal gedeelte kunnen
bevatten, omvatten en uitdrukken
van het è.1, dat voortdurend wisselt
en wisselt Er is altijd nog plaats
genoeg voor de nakomelingen.
Dit, resoluut wegwerpen van een
traditioneel begrip is dan ook oor
zaak van het feit, dat Rodin geen
tijd verliest met aarzelingen, die
geen verband houden met de volma
king van zijn kunstvermogen. Naar
een onderwerp zoeken il son
fiche pas mal Aanschouw het volle
loven maar eens onderwerpen bij
de vleet
Dies is de werkwijze van Rodin
anders dan die van de moeste bcc!
dende kunstenaars, voornamelijk
beeldhouwers.
Hij symboliseert niet in den litte
raire» zin van het woord. Hij gaat
niet uit van een symbool, om cr daar
na zijn conceptie naar te richten, zijn
gedachten en gevoelens aan te assi-
mi loeren. Hij beeldt uit wat hem
sterk getroffen heeft, bootst na, geeft
weer, schept, herschept, werkt om,
en terwijl de hoogst bedreven techni
cus den handenarbeid verricht, zoekt
en vindt zijn gee6t, onder de afwer
king dor détails, het conceplioneele
begrip, waartoe do arbeid zich gelei-
dol ij leerwijze, als vanzelf, heeft ont
wikkeld. Bij den aanvang van zijn
work weet hij op geen stukken na,
wat er van worden moot, uit groeien
zal. Gaandoweegs erlangen zijn denk
beelden vasteren vorm. En eerst als
het werk geheel af is, komt de bena
ming de benaming, die hij trou
wens voor zijn part gaarne achterwe
ge wil laten, doch dio tor inliohting
en tovredenstelling van het meoren-
deel der menschen noodig wordt ge
acht in een samenleving, die woor
den behoeft om zich sommige dingen
te kunnen verklaren.
Het behoeft geen betoog, dat het
lange, lange jaron heoft geduurd, oer
Rodin zijn werk heeft weten te doen
aanvaarden als oorspronkelijke ui
tingen van een genialen kunstenaar.
Ei uit den aard der zaak zijn e<r nog
wel menschen, voor wie de meeste
van Rodin's werken min of meer ge
sloten boeken zijn, een omstandig
heid, waartoe 't „ónaffe", dc onvol
tooidheid van enkele zijner beelden
niet weinig bijdraagt. Sapristi! er be
staan toch ook wol gansch waardeer
bare litteraire fragmenten en een
hoogst genietbare „Unvollendete"
van Schubertl
Rodin is, in tegenstelling van de
meeste beeldhouwers, buitendien een
uitnemend teekenaar, die in zijn
schetsen vooral de vluchtige bewe
gingen van het oogenblik vermag uit
te drukken.
Voeg daarbij, dat hij, in zijn groote
vereering voor de GothLscho bouw
kunst, eenige kerken in Frankrijk
heeft beschreven in een taal, die
meer litterair is dan die van sommi
ge „hommes de lettres", en ge kunt
beseffen, hoezeer men hem in de in
tollectueele kringen hoogschat en be
wondert.
Thans is Rodin schatrijk. Te Meu-
don woont hij in een paleis, dat hij
in Griekschen stijl lieeft doen bou
wen. Hij is gevierd, wereldberoemd.
Niettemin is zijn arbeidskracht on
verminderd, evenals zijn streven
naar verdere volmaking van zijn
kunst. En de eerste concessie aan
den groven smaak van Janus Vulgus
zou hij nog moeten dooi»
Ons voegt oen eeresaluut voor de
zen bij zo: vier gx ooten kunstenaar,
die nooii zijn kunstidealen heeft
prijsgegeven voor gemakkelijke tri
omfen en opzettelijk geldgewin.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
bewoners.
LXXXI.
Het Bakkerscomité heeft zich verde
digd tegen de aantijging van den mi
nister, in de Kamer geuit, dat het hem
had laten posten om te weten of hij
's morgens versch brood nam. Met al
le kracht wierp het comité dezo be
schuldiging van zich; door een van
de leden was in een vergadering mee
gedeeld, dat de dienstbode van den
minister soms in een van zijn win
kels 's morgens brood kwam halen,
maar van posteu was nooit sprake ge
weest.
Toch is de minister wel degelijk ge
post Het bakkerscomité had hier ech
ter het bevel niet toe gegeven. Ecu be
diende van een van dc leden heeft het
gedaan, maar geheel uit eigen bewe-
ging.
Zijn bevinding maakte hij later aan
het Comité bekend, dat toen zijn mis
noegen uitsprak over hetgeen geschied
was.
Wanneer dus het comité schrijft,
dat nooit vanwege hem een spionnage
dienst is georganiseerd dan is dit
volkomen juist, wat evenwel niet
wegneemt dat het huis van den mi
nister eenigen tijd ondor zeer parti
culiere bewaking stond.
Om volledig te zijn deel ik tevens
mee, dat aan het bedoelde huis meer
malen 's-morgen9 versch brood geno
men werd.
Na anderhalve week sukkelen zijn
we hier door de begrooting heen. Dat
is do langste tijd die er ooit aai
besteed.
Een oogenblik is cr zelfs kans ge
weest dat dc vergader- en praatwocde
in nog heviger mate in het stadhuis
zou gaan woeden, toen nl. jongstleden
Maandag mr. Treub voorstelde niet
den daaropvolgonden Dinsdag, m
eerst een week later opnieuw bijeen
te komen.
Gelukkig is dat voorstel geketst,
want als het aangenomen was, zou
het zoo goed als zeker geweest zijn,
dat raad. die dan den tijd krece
om uit te rusten, met nieuwen moed
aan het behartigen van de gemeente
zaken zou gaan op de wijze als b?; het
begin van 'de begrooting, d.w.z. bui
tengewoon breedsprakerig.
Nu gaven ten slotte zelfs de meest
fanatieke vergaderaars het op en
kwam na een praatdoop \an negen
dagen dc begrooting in veilige haven.
Spanning is er in dien tijd alleen
geweest bij het voorstel om de op
centen op het personeel van 130 op
102 teverlagen en bij dat om ze in
beginsel geheel als gemeente-inkomen
te schrappen.
Beide werden verworpen, het laat
ste na staking van stemmen. Aanne
ming had don raad zijn wethouder
van Financiën gekost.
De gelden, aangevraagd voor uit
breiding van de politie, zijn op on
voorzien overgeschreven, daar men
de terugkomst van den burgemeester
ilde afwachten om de zoo noodigc
reorganisatie en eventueele inlich
tingen aan den raad te bespreken.
Gelukkig i< van een kras optreden
van den raad in deze geen sprake ge
weest, want nu bestaat de kans, dat
raad en burgemeester op vriendschap
pelijke manier liet eens worden.
De laatste immers kan het geven
van inlichtingen over de politie be
slist weigeren en werd nu het toe
staan van de 40.000 positief als voor
waarde gesteld, dan zou naar alle
waarschijnlijkheid de burgemeester
niet wijken vuor dezen dwang, om
een deel van zijn bevoegdheid uit
handen te geven, maar kalm den post
laten schrappen en dan in hoogcr
beroep gaan. Verreweg het grootste
gedeelte van de 40 mille toch is noo
dig voor uitbreiding van bet poiit'e-
korps in verband niet do uitbreiding
van de gemeente, en het zou al heel
vreemd moeien loopen, als Gedepu
teerden liet daarvoor noodigc bedrag
niet op de liegrooting brachten.
Zoo zou du Kemeerito toch moeten
betalen en de raad geen inlichtingen
krijgen.
Nu de raad echter, bewust van zijn
betrekkelijke onmacht bi deze, met
aandrang er/ocht, zonder te drei
gen. zal dc burgemeester aan aller
verlangen vermoedelijk wel vol
doen.
Het is anders een prettig werk, dat
hem wacht, dadelijk na zijn terug
keer van zijn maandenlang verlof.
Hij heeft dan ten minste al zijn
krachten terug cn die zal hij ter
dege noodig hebben, om schoon schip
te maken.
Den laatste» tijd wordt meer en
meer geklaagd over het ruw optreden
van agenten maai' is dit eigenlijk
anders mogelijk, daar het geheele
korps in een zenuwachtige spanning
verkeert, doordat geheime contróle
den agenten telkens straffen bezorgt,
zonder dat ze gelegenheid krijgen,
zich te verantwoorden
Zoo .kroeg eens iemand, die als
agent den weg vroeg, de uitduiding
van de straten niet goed begreep en
nadere inlichtingen vroeg, tot ant
woord „Loopt u als 't u blieft door,
want daar komt iemand van de ge
heime contróle aan cn als bij ziel,
dat ik sta te praten, word ik ge
straft."
Een ander agent, die op straat een
Onze Lachhoek
AFDOEND.
Er is een hondentcntoonstelling. Er
zijn de merkwaardigste honden. En
er wandelen o. a. twee geachte land-
genooten van geringe afmeting, die
voor het eerst zulk een tentoonstel
ling bezoeken.
Ten slotte bewonderen zij een
prachtigen Skye-terrier, die met zijn
geweldigen baardos meer op oon
langwerpige» bal met haar, dan op
een hond lijkt.
Jo, kijk 's I Dat lijkt wel een
jel
Ren je Het is ten hond.
Waar is dan de kop
De tweode spieker haalt plechtig
een spijker uit zijn zak.
lk zal hem even prikken, dan
moet jij maar opletten aan welken
kant ie blaft
En zoo werd het vraagstuk opge
lost.
APENKOOl-
Wim (vertellend). Het is nel een
verhaal van die hoe heet die vent
ook weer Apelles. Dc schilder had
spinnewebben op den zolder geschil
derd, zoo prachtig mooi, dat hij den
anderen dag zijn dienstmeisje in tra
nen vond, omdat zij ze maar niet kon
■cgvegen.
Henriet. lie, wat een overdrij
ving De schilder dat kan nog,
maar dat het meisje daarom huilde
dat is apenkooi 1
collega passeerde, dozen groette en
opmerkte, dat het mooi weer iva-,
werd gestraft wegens liet praten in
dienst.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden
uit vele. Is bet niet te begrijpen, dat
de personen, die steeds aan de moge
lijkheid bloot staan, 'gesiraft te wor
den voor vergrijpen, die eigenlijk
geen vergrijpen zijn, in een prikkel
bare stemming komen, die zicli na
tuurlijk uit als opgetreden moet wor
den
Het is zonder twijfel, dat wel eens
hardhandig gearresteerd, te \lug
de sabel getrokken wordt, maar een
mensch. die zich steeds in 't geheim
ergert, zonder eenige kans, dat de
aanleiding tot zijn ergernis zal
dwijnen, komt er zoo licht '.oe bij de
eerste de beste gelegen!.-id, die zi- ii
voordoet, om macht uit. te oefenen,
al zijn ingehouden toorn te uiten, tot
5Chode van liet slachtoffer in kwestie.
Dat is nu eenmaal menschclijk al
is het niet te verdedigen, en een
agent is toch ook maar een mensch.
Uit do begrootingsdobatten is vér
der gebleken dut B. en W. zeer warm
gestemd zijn voor een gemeentelijk
hulpgeld aan het Residcutic-jorkest,
op voorwaarde natuurlijk voor het
geven van eenige volksconcerten
Dat ware in alle opzichten te wen-
schen.
Voor het orkest, omdat elke vaste
bijdrage welkom is en voor het pu
bliek, dat nu van goede muziek uit
gesloten is, omdat het. dan in de ge
legenheid zou gesteld worden te lioo-
ren waarna velen verlangen, maar
dat buiten bereik van hun beurs
valt.
Volksconcerten kennen we hier wel
steeds loopt echter daarbij het entree
van f 1 tot 25 ets. wat het gevolg
heeft dat er veel menschen heen
gaan, die er niet thuis hooren. „Men'"
komt er niet. de muziek is aller best
on dus kon later meegepraat worden
alsof de muzikale kennis opgedaan
was bij Mengelberg of Diligentio.
Wij men de lagen bereiken, voor
wie die werkelijke „volksconcerten'"
bestemd zijn, dan dient de toegang
ook op 10 ets. gesteld en dat zo.l wei
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Dat was me een terugkomst uit
Brussel. Te Dordrecht was er al een
kennis iu den coupé gekomen, die me
gezegd had, dat mijn vrouw het femi
nisme had aanbevolen, in Leiden bad
een ander hetzelfde gezegd en toen ik
thuis kwam was mijn vrouw er niet,
maar wel vond ik onder de papieren,
die op mij lagen te wachten, het biljet
voor de plaatselijk© inkomstenbelas
ting en een waarschuwing, dat daar
van eenige termijnen betaald zouden
moeten worden.
Nadat ik een poosje op het ding had
ïitten sturen, alsof daardoor de cijfers
kleiner zouden worden, ben ik waar
schijnlijk in den dut geraakt, want
toen ik een vreemd geluid hoorde,
schrikte ik wakker. Het vreemde ge
luid klonk opnieuw, 't leek wel liet
knarsen van een kettinkje op een stuk
ijzer. Meteen zag ik, dat ik niet meer
alleen was. Bovenop het belastingbil
jet zat een kereltje van zoowat dertig
of veertig ceulimeler hoog, met een
puntmuts op en een spitsen baard, die
mij aankeek.
„Wat was dat voor een raar ge
luid f vroeg ik.
„Raar", zei hij, met een piepstem en
een beetje beleedigd. ,,'t Was vol
strekt niet raar ik lachte alleen maar.
Als je lomp tegen me bent, ga ik dade
lijk weg."
„Ben jij nu een kabouter vroeg
ik
„Natuurlijk."
„Zoo ik dacht, dat die er niet
tneer waren
»»Och, jullie menschen zijn zoo dom,
zijn er wel, maar komen niet vee-I
moer voor den dag. Al dat lawaai en
die drukte hinderen ons, vat je dlo
belknstjcs en rennende wagens met
bogen er hoven en die stinkrijtuigen
bevallen ons niet!"
„Ons ook niet zei ik, „maar we
moeten ze wel gebruiken. Hoor eens.
vroeger kouden dè menschen aan een
kabouter vragen of hij een wensch
voor hen vervullen wou en dan deden
ze dat. Gebeurt dat nog
Hij liet weer dat leelijke lachje hoo
ren en knikte met zijn hoofd, alsof het
er af moest „Natuurlijk, vraag maar
op en ik zal zorgen dat het gebeurt.
Muar als ik je een goeïen raad mag
geven, doe het dun liever niet"
„Waarom niet?"
„Do menschen vragen altijd domme
dingen. Veel geld bijvoorbeeld cn als
ze dat. dan hadden, gingen ze te veel
eten cn drinken, kregen een ziekte
en hadden geen plezier meer in' hun
leven."
„Zoo dom zal ik niet wezen, geld
alleen maakt niet gelukkig. Ik wou
wat anders."
„Wat dan vroeg bij en grinnikte.
„Vraag, dat je voortaan een goed
mensch mag wezen."
„Nou zei ik, in mijn eer ge
tast.
„Natuurlijk", piepte de kabouter,
„je denkt, dat je al goed genoeg bent.
Verwaand menschenkind, pedant
„Als je gaat schelden", zei ik, .,zet
ik je de deur uit."
„Ha, ha, ik ben er zonder jou wel
ingekomen, ik kan er zonder je ook
wel uit Maar kort en goed, wat wil
je hebbeu En daarbij klopte hij on
geduldig met een van zijn kleine
bandjes op bet belastingpapier.
,lk weet het aldat niemand iu
Haarlem ooit meer inkomstenbelas
ting zal betalen 1"
Do kabouter lachte dat hij schudde.
knikte toen weer met zijn leelijk kop
je, wel twintig maal achter elkaar en
piepte „Goed, goed. je zult je zin
hebben, hoor, niemand in Haarlem
betaalt meer een cent inkomstenbe
lasting. Wat zal je dat goed bevallen
Let op mijn woorden, je zult wen-
schen, dat je dat nooit gewensebt had.
Ik heb medelijden met je, domoor, als
je den wensch weer intrekken wilt,
roep je maar Haparada, dan
kom ik. Nu gegroet, eend, uil, gfcns,
ezel, ik zal dal papier maar meene
men, daar heb je toch niets meer
aan
Zijn gegichel maakte me zoo
kwaad, dat ik naar hem sloeg, maar
zonder hem te raken. Hij scheen wel
door do tafel heengezakt, ten minste
ik zag hem niet meer en het eenige
bewijs, dat hij ei- geweest was vond
ik in do verdwijning van liet aanslag
biljet. De waarschuwing had hij la
ten liggen, maar daarover maakte ik
me niet ongerust. En blij, dat ik me
over die belasting niet meer behoefde
af to tobben, ging ik naar bed en sliep
als een roos.
Een paai' dagen later, toen ik nog
niet eens ontbeten had, zei mijn
vrouw „Vreemd, de gemeentcreini-
ging is er nog niet geweest."
„Verslapen zeker", zei ik, „dc man
zal wel komen."
En ik ging de deur uit en dacht er
niet meer aan. Op de Groote Markt
was een groote oploop van menschen,
allen niet hoogst ernstige gezichten.
Toen ik wat beter toekeek, zag ik, dat
het do ambtenaren van de secretarie
waren, sommige nog met een pen
achter het oor, andere met con pot
lood in do hand.
„Wat is hior te doen vroeg ik.
„De menschen betalen geen belas
ting meer en de ambtenaren krijgen
dus ook geen salaris en zijn naar bui
ten gekomen. Ze weten niet wat zo
moeten doen. Let u eens op die huilt
en die en die ziet u wel, hoe nat
de straat is
„Ik dacht, dat het geregend had
„Nee, 't zijn allemaal tranen, ze
kunnen niet van hun papieren schei
den."
Ik begreep, dat mijn kabouter al
aan zijn belofte voldaan had en al de
ingezetenen van Haarlem het denk
beeld bijgebracht, geen belasting
meer te betalen.
„Regina Hendrika, Regina Hendrï-
ka werd er Onder de toeschouwers
geschreeuwd. Een klein mannetje
worstelde met andere menschen en
werd overmand, maar schreeuwde al
door „Regina Hendrikatotdat ze
hem de hand. op den mond legden,
waardoor het geluid werd gesmoord.
„Dat is een vader, die zijn kind
komt aangeven, maar er is niemand
op den Burgerlijken Stand", werd mij
verklaard. „En voordat Regina Hen
drika behoorlijk ingeschreven is,
durft hij niet thuiskomen. Hei, wat
moet dat
Deze vraag gold een opgeschoten
jongen met een echte boeventronie,
die een greep naar zijn horloge had
gedaan en het nu, met do kupolte ket
ting, in de hand hield. „Dioven, Zak
kenrollers 1 Waai- is de politie T'
„Schreeuw maar zoo niet", snauwde
de dief en stak bedaard het horloge
in den zak. „Als je niet gauw stil
bent, moet ik je portomonnaie óók
hebben--
„Politieriep do bestolene weer
en ik brulde een beetje mee, maar er
kwam niemand.
„De politie is ook naar huis ge
gaan" zei een stem. „Ze zou toch
geen loon meer krijgen
Uit de Smedestraat kwamen twee
aan twee de onderwijzers aanstap
pen, met groote schilden, waarop
stondN. O. G. II o o f d e n v e r e c-
niging. Bond van Neder-
landsche Onderwijzers. Ze
hielden een betooging, om te bewer
ken. dat de ingezetenen weer als
vroeger belasting zouden gaan beta
len. Het bestuur van den Bond had
daar een uitvoerige toelichting bij
geschreven, van duizend bladzijden
druks, die op een handwagen werd
meegevoerd. In de verte zag ik, dat
Schipper, de concierge, weigerde het
boekdeel te ontvangen en gebaren
maakte van „waai- moet ik er mee
blijven De optocht ging dus onver
richter zake de Groole Markt over en
verdween in do Koningstraat.
„De menschen van do lichtfabrieken
zitten thuis en rooken een pijpje",
merkte een ander uit den groep om
mij heen op. „We zullen vanavond
geen gas hebben."
„Dan maar petroleum 1" riep er
een.
„Die is allemaal in beslag genomen
voor de gasthuizen."
„Dan maar kaarsen
„Die zijn voor een kwartje en zeven
stuivers het stuk allemaal gekocht
dcor de rijke lui.!"
Er ging ecu gemor op. „Waarom
willen we dan ook geen belasting be
talen riep er een, „ik zou wel wil
len, maar ik kan niet, 't is net of ik
betooverd ben." Eu dat woord sloeg
in. „Ja, wo zijn betooverd, we zijn
betooverd, schreeuwden ze allen.
„Waar is de lage kerel Wie heeft
ons betooverd
Zoo woedend waren de menschen,
dat ik, om niet de aandacht te trek
ken. ook maar meebrulde „Wie heeft
ons betooverd De kerel moet dood
Maar zoodra ik er kans toe zag, sloop
ik weg en ging naar huis, om eens
rustig over den toestand na te don
ken.
Zoo makkelijk ging dat evenwel
niet. Al de scholen waren gesloten, do
jeugd liep op straat en vermaakte
zich met allerlei balddadigheden Zo
gooiden met modder van de straat,
smeten ruiten in, krasten hun namen
met mesjes op de deuren van de hui
zen, zoodat de bewoners naar buiten
kwamen en om de politie riepen, die
er niet moor was. Toen ik thuis kwam,
zag ik, dat een paar ongure types
probeerden een raam op te scliuiveu,
om zoo binnen te komen, zeker niet
met goeie bedoelingen. Om van den
;hrik te bekomen, wou ik een glas
water drinken, de waterleiding gaf
geen druppel meer.
Tot verbazing van mijn vrouw
stampte ik in dc huiskamer zoo hard
ik kon op den vloer en riep
„Haparada Haparada
Onmiddellijk daarop zat de kabou
ter weer op tafel en liet zijn leelijk
lachjo hooren.
„Laat asjeblieft alle menschen da-
del ijk weer belasting betalen smeek
te lk.
„'k Heb het al meegebracht", zei hij
en stak me het belastingbiljet toe.
„Binnen ecu kwartier rennen ze al
lemaal naar 't Pand om hun belasting
te betalen. Zie je wel, dat je een ezel
was, een eend, een os, een uil. een
stomme
Toen zonk hij weer door de tafel
weg en ik hoop hem nooit weer te
zien.
FIDELI0.