HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 5 NOVEMBER 1910 ïlaariemsche HandeHsvereeniging Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Noy. 180y. De Hoarlemsche Handelsvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft Ln den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot «uccós. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, muar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men bet werk op prijs stelt, dat de Ïlaariemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van ver- •chiilenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche sontributie van 1 8.60, die gevraagd wordt. De Huarlemsche Handelsvereeni ging bemoeit zich iu de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en information voor ben in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alken voor zaken betreffende den ban iel en hel bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden -.oor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November to: jm met 80 April] ad I 1 75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de liaan ilugcnhollz en H. J. Mereos, Spaarne 94, ulhier, die voor de leden elkeu werkdag van 84 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 6 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van iuformatien naar buiten do stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Jnforma- tien uuar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt Rreleui.eu op buiteu .de stad wo nende personen worden uiet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porio- vergoeding is toegevoegd. ltuim 14 ie» inforuiatieu en rechts geleerde adviezen worden in het af- geio"p*ii jaar gegeven. In Augustus en Sep'.ember 1910 zijn 81 vorderingen tot een bedrag van I 1596.80 betaald; 14 vorderingen1 worden albetaald, 15 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient hot geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames ol wat ook, moeten worden geadvea seert aan het Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Hot Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. II. V toch van haar in for mation kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging uiformatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatién op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCXLVIII. Wanneer deze brief verschijnt, zal de zeventigste verjaardag van Auguste Rodin 4 November 1910 gevierd zijn. Frankrijk maakt thans de noo- dige toebereidselen om dien dag met de vorcischtc plechtigheid en waar digheid te gedenken. Want hel aantal dergenen is reusachtig groot, die het volmaakt eens zijn mot den beroem den schilder Eugène Carrière, waar deze, in groote voreering voor zijn tïjdgenootclijken kunstbroeder, heeft gezégd: „Men zal hem nooit genoeg kunnen huldigen; hij is de bewonde renswaardigste kunstenaar, die er sinds eeuwen heeft geleefd". Men zou er zich over kunnen ver wonderen, dat een dergelijk getuige nis over een genialen kunstenaar reeds bij zijn leven wordt afgelegd en algemeen als juist wordt erkend, indien do hooge leeftijd van den ju bilaris niet eenigermate de verklaring gaf van dit ongewone feit. Zovontig jaar in dat tijdsverloop vermag soms do meest volslagen miskenning cvoluoerén tot dc volledigste erken ning. In dat tijdsverloop kan een tweede gencr: lie geboren worden, die de vooroordoelen, wanbegrippen en naijverigheden van de eerste inziet cn uit den weg ruimt. In dat tijdsver loop kan het jongere geslacht den af stand hebben afgelegd, dien de ge niale kunstenaars liuu onniiddellijkcn tijdgenootcn plegen vóór te zijn. In da: tijdsverloop, hebben voor Rodin do hoon en dc nijpendste armoede plaats moeten maken voor vereering en groeten rijkdom. En voorzeker zou den \ele gemeen minder miskend, om niet te zoggen algemeen erkend, ton grave zijn gedaald, indien zij slechts lang genoo" hadden geleefd. „Men heeft hein", schreef eens Charles Morice terecht, „den room niet cadeau gedaan: die roem is in derdaad, ondanks do menschen, uit zijn borst en zijn handen voortgespro ten". In zijn jonge jaren was hij eenigen tijd leerling van Barye, den grooten beeldhouwer van de dierenwereld Eerst later echter, op rijperen leeftijd leerde lnj( het werk van zijn meester, die ook een innovator \vus, begrijpen en hoogschatten. üaanui kwam liij bij Carrier-Bel- leuse ui de leer. Van dozen evenwel, in wiens werk het streven naar elegan tie en „chic" den hougsten toon zong, stak Rodin niet veel meer dan wat technische vaariligheid op. Er was zóó 'n groot verschil in levensinzichten en kunstopvattingen tusschen Carrier- Belleuse en licm, dat de onderlinge verhoudin" er minder een tusschen meesier en leerling dan tusschen baas en knecht was. Daarop zocht hij zelf zijn weg, speu rend. tastend, weifelend, aarzelend eerst, met de angstige bezorgdheid van den jongen echten kunstenaar, die voelt, dat zijn uiterlijke observa tie niet ent i ikkcld genoeg is om zijn innerlijke visie mot de naodige snel heid to volgen. ln 1877 zond hij zijn beeld „L'Age d'airain" naar den Salon. Toen gebeurde er iets unieks, iets. dat nog nooit gebeurd was, en zich ook daarna niet meer heeft voorge daan, met niemand. Naar aanleiding van dc, althans oogenblikkelijke, na tuurgetrouwheid van sommige li- cliaarnsdeelen, beschuldigde do jury Rodin, zijn beeld op het levend naakt te hebben gemodelleerd, met andere woorden een afgietingspro- cas to hebben bewerkstelligd. Da stommelingen Alsof men bij afgiet sels op levenden lijve inderdaad le vende natuurgetrouwheid kon ver krijgen I Alsof het levende lichaam zich niet zou verstarren tot dood materiaal bij een zoo kunstmatig pro cédé als afgieting De eigenwijze heeren benoemden een comité van beeldhouwers, dat een zwaarwichtig onderzoek ter zake hud ln te stellen Dank zij de artis tieke verklaringen van den toen reeds beroemden en op zijn hoogte punt staanden Paul Dubois, die ten overvloede op alle voorgaande studies en werken van Rodin wees, werd de beschuldiging ingetrokken. In 1880. dus drie jaar later, werd hem voor hetzelfde beeld, bij wijze van vergoeding, de medaille derde klasse toegekend. En thans prijkt het in den Jardin du Luxembourg. liet is hier niet de plaats om zelfs in het kort gewag te maken van de verdere tegenkantingen en teleurstel lingen, die Rodin ondervond van de miskenning, zoo bij collega's als bij het groote publiek, die hij had te verduren bij de weifelingen van zijn eigen intellekt en gemoed bij zijn harden strijd om het materieel be staan. Hij was echter een sterke man en oen sterk kunstenaar. En zoodra hij in het beeld, dat hij onder haudon hud. de ware levensware uitdrukking meende gevonden te hebben, zette hij zijn werk onverstoorbaar en met ijze ren volharding voort, zich niet be kommerend om .de futiele diugen des dagelljkscben levens. Kodiu is de uK-euing toegedaan, dat voor elk mensen, vooral voor ei ken kunstenaar, het bestaan iets nieuws is. Uit dien hoofde bekom mert hij cr zich in het geheel niet om, iets uit te LceJdeu wat nog nooit dooi anderen is uitgeliceld. Het leven is, zoo is zijn volle overtuiging, te be weeglijk en ie veelvormig, dun dat er voor den intensief opmerkzame» beschouwer sprake zou kunnen zijn van platgetreden banen. Hot leven is 7.00 oneindig groot, een menschen- lceftijd betrekkelijk zeer kort hoe zou nu zelfs bet grootste genie mee. dan een minimaal gedeelte kunnen bevatten, omvatten en uitdrukken van het è.1, dat voortdurend wisselt en wisselt Er is altijd nog plaats genoeg voor de nakomelingen. Dit, resoluut wegwerpen van een traditioneel begrip is dan ook oor zaak van het feit, dat Rodin geen tijd verliest met aarzelingen, die geen verband houden met de volma king van zijn kunstvermogen. Naar een onderwerp zoeken il son fiche pas mal Aanschouw het volle loven maar eens onderwerpen bij de vleet Dies is de werkwijze van Rodin anders dan die van de moeste bcc! dende kunstenaars, voornamelijk beeldhouwers. Hij symboliseert niet in den litte raire» zin van het woord. Hij gaat niet uit van een symbool, om cr daar na zijn conceptie naar te richten, zijn gedachten en gevoelens aan te assi- mi loeren. Hij beeldt uit wat hem sterk getroffen heeft, bootst na, geeft weer, schept, herschept, werkt om, en terwijl de hoogst bedreven techni cus den handenarbeid verricht, zoekt en vindt zijn gee6t, onder de afwer king dor détails, het conceplioneele begrip, waartoe do arbeid zich gelei- dol ij leerwijze, als vanzelf, heeft ont wikkeld. Bij den aanvang van zijn work weet hij op geen stukken na, wat er van worden moot, uit groeien zal. Gaandoweegs erlangen zijn denk beelden vasteren vorm. En eerst als het werk geheel af is, komt de bena ming de benaming, die hij trou wens voor zijn part gaarne achterwe ge wil laten, doch dio tor inliohting en tovredenstelling van het meoren- deel der menschen noodig wordt ge acht in een samenleving, die woor den behoeft om zich sommige dingen te kunnen verklaren. Het behoeft geen betoog, dat het lange, lange jaron heoft geduurd, oer Rodin zijn werk heeft weten te doen aanvaarden als oorspronkelijke ui tingen van een genialen kunstenaar. Ei uit den aard der zaak zijn e<r nog wel menschen, voor wie de meeste van Rodin's werken min of meer ge sloten boeken zijn, een omstandig heid, waartoe 't „ónaffe", dc onvol tooidheid van enkele zijner beelden niet weinig bijdraagt. Sapristi! er be staan toch ook wol gansch waardeer bare litteraire fragmenten en een hoogst genietbare „Unvollendete" van Schubertl Rodin is, in tegenstelling van de meeste beeldhouwers, buitendien een uitnemend teekenaar, die in zijn schetsen vooral de vluchtige bewe gingen van het oogenblik vermag uit te drukken. Voeg daarbij, dat hij, in zijn groote vereering voor de GothLscho bouw kunst, eenige kerken in Frankrijk heeft beschreven in een taal, die meer litterair is dan die van sommi ge „hommes de lettres", en ge kunt beseffen, hoezeer men hem in de in tollectueele kringen hoogschat en be wondert. Thans is Rodin schatrijk. Te Meu- don woont hij in een paleis, dat hij in Griekschen stijl lieeft doen bou wen. Hij is gevierd, wereldberoemd. Niettemin is zijn arbeidskracht on verminderd, evenals zijn streven naar verdere volmaking van zijn kunst. En de eerste concessie aan den groven smaak van Janus Vulgus zou hij nog moeten dooi» Ons voegt oen eeresaluut voor de zen bij zo: vier gx ooten kunstenaar, die nooii zijn kunstidealen heeft prijsgegeven voor gemakkelijke tri omfen en opzettelijk geldgewin. OTTO KNAAP. Tan de Residentie en haar bewoners. LXXXI. Het Bakkerscomité heeft zich verde digd tegen de aantijging van den mi nister, in de Kamer geuit, dat het hem had laten posten om te weten of hij 's morgens versch brood nam. Met al le kracht wierp het comité dezo be schuldiging van zich; door een van de leden was in een vergadering mee gedeeld, dat de dienstbode van den minister soms in een van zijn win kels 's morgens brood kwam halen, maar van posteu was nooit sprake ge weest. Toch is de minister wel degelijk ge post Het bakkerscomité had hier ech ter het bevel niet toe gegeven. Ecu be diende van een van dc leden heeft het gedaan, maar geheel uit eigen bewe- ging. Zijn bevinding maakte hij later aan het Comité bekend, dat toen zijn mis noegen uitsprak over hetgeen geschied was. Wanneer dus het comité schrijft, dat nooit vanwege hem een spionnage dienst is georganiseerd dan is dit volkomen juist, wat evenwel niet wegneemt dat het huis van den mi nister eenigen tijd ondor zeer parti culiere bewaking stond. Om volledig te zijn deel ik tevens mee, dat aan het bedoelde huis meer malen 's-morgen9 versch brood geno men werd. Na anderhalve week sukkelen zijn we hier door de begrooting heen. Dat is do langste tijd die er ooit aai besteed. Een oogenblik is cr zelfs kans ge weest dat dc vergader- en praatwocde in nog heviger mate in het stadhuis zou gaan woeden, toen nl. jongstleden Maandag mr. Treub voorstelde niet den daaropvolgonden Dinsdag, m eerst een week later opnieuw bijeen te komen. Gelukkig is dat voorstel geketst, want als het aangenomen was, zou het zoo goed als zeker geweest zijn, dat raad. die dan den tijd krece om uit te rusten, met nieuwen moed aan het behartigen van de gemeente zaken zou gaan op de wijze als b?; het begin van 'de begrooting, d.w.z. bui tengewoon breedsprakerig. Nu gaven ten slotte zelfs de meest fanatieke vergaderaars het op en kwam na een praatdoop \an negen dagen dc begrooting in veilige haven. Spanning is er in dien tijd alleen geweest bij het voorstel om de op centen op het personeel van 130 op 102 teverlagen en bij dat om ze in beginsel geheel als gemeente-inkomen te schrappen. Beide werden verworpen, het laat ste na staking van stemmen. Aanne ming had don raad zijn wethouder van Financiën gekost. De gelden, aangevraagd voor uit breiding van de politie, zijn op on voorzien overgeschreven, daar men de terugkomst van den burgemeester ilde afwachten om de zoo noodigc reorganisatie en eventueele inlich tingen aan den raad te bespreken. Gelukkig i< van een kras optreden van den raad in deze geen sprake ge weest, want nu bestaat de kans, dat raad en burgemeester op vriendschap pelijke manier liet eens worden. De laatste immers kan het geven van inlichtingen over de politie be slist weigeren en werd nu het toe staan van de 40.000 positief als voor waarde gesteld, dan zou naar alle waarschijnlijkheid de burgemeester niet wijken vuor dezen dwang, om een deel van zijn bevoegdheid uit handen te geven, maar kalm den post laten schrappen en dan in hoogcr beroep gaan. Verreweg het grootste gedeelte van de 40 mille toch is noo dig voor uitbreiding van bet poiit'e- korps in verband niet do uitbreiding van de gemeente, en het zou al heel vreemd moeien loopen, als Gedepu teerden liet daarvoor noodigc bedrag niet op de liegrooting brachten. Zoo zou du Kemeerito toch moeten betalen en de raad geen inlichtingen krijgen. Nu de raad echter, bewust van zijn betrekkelijke onmacht bi deze, met aandrang er/ocht, zonder te drei gen. zal dc burgemeester aan aller verlangen vermoedelijk wel vol doen. Het is anders een prettig werk, dat hem wacht, dadelijk na zijn terug keer van zijn maandenlang verlof. Hij heeft dan ten minste al zijn krachten terug cn die zal hij ter dege noodig hebben, om schoon schip te maken. Den laatste» tijd wordt meer en meer geklaagd over het ruw optreden van agenten maai' is dit eigenlijk anders mogelijk, daar het geheele korps in een zenuwachtige spanning verkeert, doordat geheime contróle den agenten telkens straffen bezorgt, zonder dat ze gelegenheid krijgen, zich te verantwoorden Zoo .kroeg eens iemand, die als agent den weg vroeg, de uitduiding van de straten niet goed begreep en nadere inlichtingen vroeg, tot ant woord „Loopt u als 't u blieft door, want daar komt iemand van de ge heime contróle aan cn als bij ziel, dat ik sta te praten, word ik ge straft." Een ander agent, die op straat een Onze Lachhoek AFDOEND. Er is een hondentcntoonstelling. Er zijn de merkwaardigste honden. En er wandelen o. a. twee geachte land- genooten van geringe afmeting, die voor het eerst zulk een tentoonstel ling bezoeken. Ten slotte bewonderen zij een prachtigen Skye-terrier, die met zijn geweldigen baardos meer op oon langwerpige» bal met haar, dan op een hond lijkt. Jo, kijk 's I Dat lijkt wel een jel Ren je Het is ten hond. Waar is dan de kop De tweode spieker haalt plechtig een spijker uit zijn zak. lk zal hem even prikken, dan moet jij maar opletten aan welken kant ie blaft En zoo werd het vraagstuk opge lost. APENKOOl- Wim (vertellend). Het is nel een verhaal van die hoe heet die vent ook weer Apelles. Dc schilder had spinnewebben op den zolder geschil derd, zoo prachtig mooi, dat hij den anderen dag zijn dienstmeisje in tra nen vond, omdat zij ze maar niet kon ■cgvegen. Henriet. lie, wat een overdrij ving De schilder dat kan nog, maar dat het meisje daarom huilde dat is apenkooi 1 collega passeerde, dozen groette en opmerkte, dat het mooi weer iva-, werd gestraft wegens liet praten in dienst. Dit zijn slechts enkele voorbeelden uit vele. Is bet niet te begrijpen, dat de personen, die steeds aan de moge lijkheid bloot staan, 'gesiraft te wor den voor vergrijpen, die eigenlijk geen vergrijpen zijn, in een prikkel bare stemming komen, die zicli na tuurlijk uit als opgetreden moet wor den Het is zonder twijfel, dat wel eens hardhandig gearresteerd, te \lug de sabel getrokken wordt, maar een mensch. die zich steeds in 't geheim ergert, zonder eenige kans, dat de aanleiding tot zijn ergernis zal dwijnen, komt er zoo licht '.oe bij de eerste de beste gelegen!.-id, die zi- ii voordoet, om macht uit. te oefenen, al zijn ingehouden toorn te uiten, tot 5Chode van liet slachtoffer in kwestie. Dat is nu eenmaal menschclijk al is het niet te verdedigen, en een agent is toch ook maar een mensch. Uit do begrootingsdobatten is vér der gebleken dut B. en W. zeer warm gestemd zijn voor een gemeentelijk hulpgeld aan het Residcutic-jorkest, op voorwaarde natuurlijk voor het geven van eenige volksconcerten Dat ware in alle opzichten te wen- schen. Voor het orkest, omdat elke vaste bijdrage welkom is en voor het pu bliek, dat nu van goede muziek uit gesloten is, omdat het. dan in de ge legenheid zou gesteld worden te lioo- ren waarna velen verlangen, maar dat buiten bereik van hun beurs valt. Volksconcerten kennen we hier wel steeds loopt echter daarbij het entree van f 1 tot 25 ets. wat het gevolg heeft dat er veel menschen heen gaan, die er niet thuis hooren. „Men'" komt er niet. de muziek is aller best on dus kon later meegepraat worden alsof de muzikale kennis opgedaan was bij Mengelberg of Diligentio. Wij men de lagen bereiken, voor wie die werkelijke „volksconcerten'" bestemd zijn, dan dient de toegang ook op 10 ets. gesteld en dat zo.l wei Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Dat was me een terugkomst uit Brussel. Te Dordrecht was er al een kennis iu den coupé gekomen, die me gezegd had, dat mijn vrouw het femi nisme had aanbevolen, in Leiden bad een ander hetzelfde gezegd en toen ik thuis kwam was mijn vrouw er niet, maar wel vond ik onder de papieren, die op mij lagen te wachten, het biljet voor de plaatselijk© inkomstenbelas ting en een waarschuwing, dat daar van eenige termijnen betaald zouden moeten worden. Nadat ik een poosje op het ding had ïitten sturen, alsof daardoor de cijfers kleiner zouden worden, ben ik waar schijnlijk in den dut geraakt, want toen ik een vreemd geluid hoorde, schrikte ik wakker. Het vreemde ge luid klonk opnieuw, 't leek wel liet knarsen van een kettinkje op een stuk ijzer. Meteen zag ik, dat ik niet meer alleen was. Bovenop het belastingbil jet zat een kereltje van zoowat dertig of veertig ceulimeler hoog, met een puntmuts op en een spitsen baard, die mij aankeek. „Wat was dat voor een raar ge luid f vroeg ik. „Raar", zei hij, met een piepstem en een beetje beleedigd. ,,'t Was vol strekt niet raar ik lachte alleen maar. Als je lomp tegen me bent, ga ik dade lijk weg." „Ben jij nu een kabouter vroeg ik „Natuurlijk." „Zoo ik dacht, dat die er niet tneer waren »»Och, jullie menschen zijn zoo dom, zijn er wel, maar komen niet vee-I moer voor den dag. Al dat lawaai en die drukte hinderen ons, vat je dlo belknstjcs en rennende wagens met bogen er hoven en die stinkrijtuigen bevallen ons niet!" „Ons ook niet zei ik, „maar we moeten ze wel gebruiken. Hoor eens. vroeger kouden dè menschen aan een kabouter vragen of hij een wensch voor hen vervullen wou en dan deden ze dat. Gebeurt dat nog Hij liet weer dat leelijke lachje hoo ren en knikte met zijn hoofd, alsof het er af moest „Natuurlijk, vraag maar op en ik zal zorgen dat het gebeurt. Muar als ik je een goeïen raad mag geven, doe het dun liever niet" „Waarom niet?" „Do menschen vragen altijd domme dingen. Veel geld bijvoorbeeld cn als ze dat. dan hadden, gingen ze te veel eten cn drinken, kregen een ziekte en hadden geen plezier meer in' hun leven." „Zoo dom zal ik niet wezen, geld alleen maakt niet gelukkig. Ik wou wat anders." „Wat dan vroeg bij en grinnikte. „Vraag, dat je voortaan een goed mensch mag wezen." „Nou zei ik, in mijn eer ge tast. „Natuurlijk", piepte de kabouter, „je denkt, dat je al goed genoeg bent. Verwaand menschenkind, pedant „Als je gaat schelden", zei ik, .,zet ik je de deur uit." „Ha, ha, ik ben er zonder jou wel ingekomen, ik kan er zonder je ook wel uit Maar kort en goed, wat wil je hebbeu En daarbij klopte hij on geduldig met een van zijn kleine bandjes op bet belastingpapier. ,lk weet het aldat niemand iu Haarlem ooit meer inkomstenbelas ting zal betalen 1" Do kabouter lachte dat hij schudde. knikte toen weer met zijn leelijk kop je, wel twintig maal achter elkaar en piepte „Goed, goed. je zult je zin hebben, hoor, niemand in Haarlem betaalt meer een cent inkomstenbe lasting. Wat zal je dat goed bevallen Let op mijn woorden, je zult wen- schen, dat je dat nooit gewensebt had. Ik heb medelijden met je, domoor, als je den wensch weer intrekken wilt, roep je maar Haparada, dan kom ik. Nu gegroet, eend, uil, gfcns, ezel, ik zal dal papier maar meene men, daar heb je toch niets meer aan Zijn gegichel maakte me zoo kwaad, dat ik naar hem sloeg, maar zonder hem te raken. Hij scheen wel door do tafel heengezakt, ten minste ik zag hem niet meer en het eenige bewijs, dat hij ei- geweest was vond ik in do verdwijning van liet aanslag biljet. De waarschuwing had hij la ten liggen, maar daarover maakte ik me niet ongerust. En blij, dat ik me over die belasting niet meer behoefde af to tobben, ging ik naar bed en sliep als een roos. Een paai' dagen later, toen ik nog niet eens ontbeten had, zei mijn vrouw „Vreemd, de gemeentcreini- ging is er nog niet geweest." „Verslapen zeker", zei ik, „dc man zal wel komen." En ik ging de deur uit en dacht er niet meer aan. Op de Groote Markt was een groote oploop van menschen, allen niet hoogst ernstige gezichten. Toen ik wat beter toekeek, zag ik, dat het do ambtenaren van de secretarie waren, sommige nog met een pen achter het oor, andere met con pot lood in do hand. „Wat is hior te doen vroeg ik. „De menschen betalen geen belas ting meer en de ambtenaren krijgen dus ook geen salaris en zijn naar bui ten gekomen. Ze weten niet wat zo moeten doen. Let u eens op die huilt en die en die ziet u wel, hoe nat de straat is „Ik dacht, dat het geregend had „Nee, 't zijn allemaal tranen, ze kunnen niet van hun papieren schei den." Ik begreep, dat mijn kabouter al aan zijn belofte voldaan had en al de ingezetenen van Haarlem het denk beeld bijgebracht, geen belasting meer te betalen. „Regina Hendrika, Regina Hendrï- ka werd er Onder de toeschouwers geschreeuwd. Een klein mannetje worstelde met andere menschen en werd overmand, maar schreeuwde al door „Regina Hendrikatotdat ze hem de hand. op den mond legden, waardoor het geluid werd gesmoord. „Dat is een vader, die zijn kind komt aangeven, maar er is niemand op den Burgerlijken Stand", werd mij verklaard. „En voordat Regina Hen drika behoorlijk ingeschreven is, durft hij niet thuiskomen. Hei, wat moet dat Deze vraag gold een opgeschoten jongen met een echte boeventronie, die een greep naar zijn horloge had gedaan en het nu, met do kupolte ket ting, in de hand hield. „Dioven, Zak kenrollers 1 Waai- is de politie T' „Schreeuw maar zoo niet", snauwde de dief en stak bedaard het horloge in den zak. „Als je niet gauw stil bent, moet ik je portomonnaie óók hebben-- „Politieriep do bestolene weer en ik brulde een beetje mee, maar er kwam niemand. „De politie is ook naar huis ge gaan" zei een stem. „Ze zou toch geen loon meer krijgen Uit de Smedestraat kwamen twee aan twee de onderwijzers aanstap pen, met groote schilden, waarop stondN. O. G. II o o f d e n v e r e c- niging. Bond van Neder- landsche Onderwijzers. Ze hielden een betooging, om te bewer ken. dat de ingezetenen weer als vroeger belasting zouden gaan beta len. Het bestuur van den Bond had daar een uitvoerige toelichting bij geschreven, van duizend bladzijden druks, die op een handwagen werd meegevoerd. In de verte zag ik, dat Schipper, de concierge, weigerde het boekdeel te ontvangen en gebaren maakte van „waai- moet ik er mee blijven De optocht ging dus onver richter zake de Groole Markt over en verdween in do Koningstraat. „De menschen van do lichtfabrieken zitten thuis en rooken een pijpje", merkte een ander uit den groep om mij heen op. „We zullen vanavond geen gas hebben." „Dan maar petroleum 1" riep er een. „Die is allemaal in beslag genomen voor de gasthuizen." „Dan maar kaarsen „Die zijn voor een kwartje en zeven stuivers het stuk allemaal gekocht dcor de rijke lui.!" Er ging ecu gemor op. „Waarom willen we dan ook geen belasting be talen riep er een, „ik zou wel wil len, maar ik kan niet, 't is net of ik betooverd ben." Eu dat woord sloeg in. „Ja, wo zijn betooverd, we zijn betooverd, schreeuwden ze allen. „Waar is de lage kerel Wie heeft ons betooverd Zoo woedend waren de menschen, dat ik, om niet de aandacht te trek ken. ook maar meebrulde „Wie heeft ons betooverd De kerel moet dood Maar zoodra ik er kans toe zag, sloop ik weg en ging naar huis, om eens rustig over den toestand na te don ken. Zoo makkelijk ging dat evenwel niet. Al de scholen waren gesloten, do jeugd liep op straat en vermaakte zich met allerlei balddadigheden Zo gooiden met modder van de straat, smeten ruiten in, krasten hun namen met mesjes op de deuren van de hui zen, zoodat de bewoners naar buiten kwamen en om de politie riepen, die er niet moor was. Toen ik thuis kwam, zag ik, dat een paar ongure types probeerden een raam op te scliuiveu, om zoo binnen te komen, zeker niet met goeie bedoelingen. Om van den ;hrik te bekomen, wou ik een glas water drinken, de waterleiding gaf geen druppel meer. Tot verbazing van mijn vrouw stampte ik in dc huiskamer zoo hard ik kon op den vloer en riep „Haparada Haparada Onmiddellijk daarop zat de kabou ter weer op tafel en liet zijn leelijk lachjo hooren. „Laat asjeblieft alle menschen da- del ijk weer belasting betalen smeek te lk. „'k Heb het al meegebracht", zei hij en stak me het belastingbiljet toe. „Binnen ecu kwartier rennen ze al lemaal naar 't Pand om hun belasting te betalen. Zie je wel, dat je een ezel was, een eend, een os, een uil. een stomme Toen zonk hij weer door de tafel weg en ik hoop hem nooit weer te zien. FIDELI0.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5