AARLEM'S DAGBLAD. ™E£*£L
Claribel's Huwelijk.
'LM
iimtenSaiïdsch Overzicht
DE CRISIS IN DE ENGELSCHE)
POLITIEK,
wordt, nu de nieuwe verkiezingen in
't zicht zijn, geregeld spannender. De
strijd wordt weer met echt stembus-
vuur gestreden
't Ministerie heeft 't zijne gezegd, 't
Lagerhuis heeft zich daarbij neei
lcgd. <lus nu is 't aan de Lords om het
laatste woord te spreken. De premier
heeft immers aangekondigd indien 't
H ogerhuis 't veto-ontwerp niet aan
neemt, zal op 2S November 't Lager
huis ontbonden worden en dadelijk
ciaiwo verkiezingen uitgeschreven.
Gistorcn hebben de Lords weer ver
gaderd. Lr was natuurlijk veel be
langstelling, vooral omdat Lord Lans
downe een verrassing had toegezegd,
een voorstel, waardoor z. i. misschien
't geschil lusschen beide Huizen uit
den weg geruimd zou kunnen wor-
tleu.
Lord Crewe deed T voorstel tot de
tweede lezing van 't veto-ontwerp over
te gaaü. Hij kenschetste den huidigen
toestand, wat betreft de betrekkingen
tusschen beide Huizen, als een van
aanhoudenden strijd, wanneer de libe-
rulen aan het bewind zijn en als een
van voortdurende berusting, indien de
conservatieven de macht in handen
hebben.
Ra rcgcering was genoodzaakt ge
veest om het veto-ontworp in te die-
r.eii, omdat het Hoogerhuis om partij-
donen de wetsontwerpen dor regee-
ji.cg had verworpen hervormings-
rstellen konden den bestaanden
- stand niet verbeteren.
Aan zijn beroep op het land om
steun voor het veto-ontwerp, knoopt
do regeoring het verzoek vast tot her
stel van eon toestand, waarin een be
hoorlijke mate van vrijheid is ge
schonken aan do gekozen vertegen
woordigers van een vrij volk. (Toe
juichingen bij de ministerieelen).
Lord Lansdowno zei, dat bijaldien
tuui de oppositie gelegenheid ware ge-
schonkon om het wetsontwerp te
ajneudeeren, hij het Huis geraden zou
iichbon de tweede lezing aan te nemen,
wijl do amendementen dan door het
I.) verhuis behandeld hadden en een
poging gedaan had kunnen worden
om tot overeenstemming te komen.
De bepalingen van het ontwerp om-
bent de financiën, achtte hij onvolle
dig en slecht geformuleerd, de bepa
lingen omtrent de gewone wetgeving
tastten, volgens den spreker, ernstig
de rechten aan van oen Hoogerhuis,
'dj' zichzelf respecteert.
Een wetsontwerp van het hoogste
jewicht zou, volgens die bepalingen,
tot wet verheven kunnen warden bin
nen twee of drie jaren, alleen omdat
i.et Lagerhuis het wilde. Zulk oen stel-1
Sol leverde te veel gevaren op.
Z'ii Lordschap had dus ook nogal
eenigo bedenkingen.
Daarna kwam de verrassing van
Lord Lansdowne. li ij deelde mee, dat
bij Woensdag moties zou voorstellen
tot
HERVORMING VAN HET
HOOGERHUIS.
lil deze moties wordt
lo. de wenschelijkheid uitgesproken
om maatregelen te treffen tot bijleg
ging der geschillen tusschen het La
ter- en het Hoogerhuis.
Het Hoogerhuis zou gereconsti-
tiiec-rd worden volgens de hervor
mingsvoorstellen van Rosebery.
2e. dat bij geschil over wetsontwer
pen, niet van fiuancieelen aard, ter
bijlegging van het geschil een veree-
nigde zitting van belde Hulzen zal
worden gehouden, behalve wanneer 't
geschil eén quaes tie van buitengewoon
belang betreft, die nog niet aan het
oordeel van het volk onderworpeu is
geweest. In dit geval zou de zaak door
een referendum worden beslist eu niet
door een vereonigde vergadering van
de tweo Huizen,
3e. dat do peers er in toestemmmen,
om, onder zekere waarborgen, hun
constitutioneel recht om financieele
wetten te verwerpen, op te geven.
Lansdowne stak den draak met de
beschuldiging, dat het Hoogerhuis de
aannemioir van de wetsontwerpen,
door de regeering voorgesteld, zou
liebben verhinderd en verklaarde
Hel eenïge wat wij nu kunnen doen,
is óns de weinige dagen, die de zit
ting nog duurt, ten nutte maken, ten
Glide, zoo mogelijk, in eenvoudigen
Gi bes attelijken vorm de voorstellen
in te dienen, die wij, unionisten, ge
neigd zouden zijn aan het oordeel van
bet land te onderwerpen ter regeling
lan de quaestie dcx betrekkingen tus
schen de twee Huizen."
Daarop stelde hij verdaging der be
raadslagingen voor, hetgeen aanlei
ding gaf tot een zeer levendige discus
sie tusschen do regeering en de oppo
sitie. De regeering kenschetste de
handelingen van Lansdowne al3 iets
tot dusverre ongekends In de geschie
denis van het Huis.
In den loop der geanimeerde discus
sie. verklaarde Salisbury, dat Lans-
downe's optreden een protest is tegen
de weigering der regeering om toe te
staan, dat amendementen door het
Lagerhuis zouden worden behandeld.
Lord Beaucharap verweet de unio
nistische peers, dat zü eerst aange
drongen hadden op behandeling van
het ontwerp en daarna weggeloopen
waren en hij karakteriseerde hetgeen
Lansdowne had gedaan als....
BEROUW OP 'T STERFBED.
Lord Rosebery zei, dat het waar is,
dat een optreden als dat van Lans
downe iets tot dusver ongekends was,
maar dit is de schuld der regeering,
die het Hoogerhuis schijnt te beschou
wen als een misdadiger, die zonder
berouw moet worden opgehangen.
Lord Pentland oordeelde, dat de re
georing hot voorstel van Lansdowne
moest beschouwen als een verwerping
van het ontwerp. Lord Selbom kwam
tegen die uitlegging op en verklaarde
dat dë Lords bereid waren, het ont
werp te behandelen, nadat ook hun
tegenvoorstel aan het oordeel van het
Huis en het land zal zijn onderwor
pen.
Het Huls nam daarop Lansdov ne's
voorstel aan en verdaagde de discus
sie over het ontwerp tot Woensdag.
Natuurlijk zullen de moties van
Lord Lansdowne aangenomen wor
den. Dan hebben ook de Lords gespro
ken en is 't woord aan de kiezers.
Na de Hoogerhuiszitting wordt uit
Londen berichtMen gelooft hier niet
dat de voorstellen van Lansdowne wij
ziging hebben gebracht in den toe
stand, of dat zij de Lagerhuis-ontbin
ding hebben afgewend.
De ministeriöelen vorklaren, dat de
voorstellen ten eenenmale onbevredi
gend zijn en dat zij het bewijs leveren
hoe groot het verschil is tusschen de
twee partlien. De minlsteriëelen be
schouwen de resoluties eerder als een
manifest der peers dan als een wer
kelijke poging om tot overeenstem
ming te geraken en zij wijzen er op,
dat de voorstellen dit gevolg zullen
hebben, dat de peers zich niet behoe
ven uit te spreken over het veto-ont
werp.
De unionisten zijn evenwel van mee
ning. dat deze uiting van redelijkheid
en gematigdheid een goeden indruk
zal maken in het land.
Wie gelijk heeft zal wel spoedig blij
ken.
LLOYD GEORGE AAN 'T WOORD.
Sprekende te Mile Eind, zei Lioyd
George, dat de laatste verkiezing de
liberalen in staat had gesteld de be
grooting er door te krijgen. De ko
mende verkiezing zoti bet Huls van
erfelijke leden verhinderen ooit weer
een begrooting to verwerpen.
Het geld voor sociale hervormingen
is gevonden, terwijl de begrootinge-n
In landen, waar het protectionisme
wordt gehuldigd, het niet bijeen kon
den brengen. In Duitschland was het
noodig gebleken het salaris van den
Keizer, met het oog op de stijging van
de leven8kosten, te verhoogen.
De regeering zal nu voorzien in de
kosten van ouderdomspensioenen
voor 200,000 oude menschen en hen
evenals de hertogen tot gepensioneer
den van den staat maken. Bovendien
hebben we de beschikking over het
noodige geld. om 2 millioen arbeiders
tegen werkloosheid te verzekeren en
we zullen het volgend jaar_met een
ontwerp in zee guan om 15 millioen
personen van de arbeidersklasse te
verzekeren tegen de ziekte van de
broodwinners. De leren waren met
Anierikaausche dollars komen aau-
zetten, zeker, maar bij, spr., zou wel
eens willen weten, sedert wanneer de
Engelsche aristocratie Britsche dol
lars had versmaad.
Wij moeten er op staan, dat, wan
neer land on volk besloten hadden, dat
zekere voorstellen wet zouden worden,
niemand, groot of klein, het recht zou
hebben het te verhinderen.
Een paar Frausche flibustiers uit
Normandië hebben indertijd de eige
naars in Engeland gedood en succes
sierechten van 100 pet. geheven. Dat
is de manier, waarop de Engelsche
aristocratie van wal is gestoken. La
ten we den weg schoonvegen, opdat
de recht\ aardigheid even gemakkelijk
haar weg vindt naar de woningen van
het volk als naar de paleizen der
machtigen.
Zoo sprak Lloyd George.
•T OVERLIJDEN VAN LEO TOLSTOJ
is gisteren in de Doema herdacht. Do
president Goetsjkof liield een rede,
waarin hij wees op het groots Ieod,
dat Rusland lijdt door het heongaan
van den grooten denker Tolstoj, den
artiest, het genie, die de trots \an
Rusland, de roem der goheele
rnenschheid was. Hij Btelde voor, dat
de leden der vergadering de nagedach
tenis van den grooten doode zouden
eeren, door zich van hun plaatsen te
verheffen, en door den arbeid voor he
den neer te leggen, en de zitting te
verdagen.
De afgevaardigden stonden allen op,
behalve eenigo leden der uiterste
rechterzijde.
De afgevaardigde Samyskiwsky
de uiterste rechterzijde vroeg het
woord. Hii moest den voorzitter te
genspreken, zei hij, want Tolstoj heeft
staat, familie en bezit ontkend, en was
gestorven in onmin met de Heilige
Orthodoxe kerk. Dit eerbewijs van de
Doema achtte Samyslowsky een uit
daging van de kerk. Tolstoj iieeft bo
vendien de staatsiustcUiugon. vooral
de Doema, bestreden.
Het voorstel van den president, om
de zitting te verdagen werd aangeno
men met grooto meerderheid legen
stemden slechts een doel der uiterste
rechterzijde en eenigo nationalisten.
De zitting werd daarna gesloten.
Daarna hielden alle fracties verga
deringen, aan Tolstoj gewijd.
De Kadetten besloten voor te stellen,
dat Tolstoj op staatskosten begraven
en dat zijn sterfdag als een nationale
treurdag zal worden erkend.
De leden van de uiterste rechterzij
de dienden bij den president een pro
test in, wijl deze bad toegestaan, dat
ter cere van Tolstoj de zitting werd
geschorst.
Het lijk van Tolstoj is gistermiddag
gekist. In een open kist. waarachter
de gravin liep, werd door de zonen
van Tolstoj het stoffelijk overschot
naar buiten gedragen. De toeschou
wers hieven een grafzang aan.
Na de üjkplechtigheid voor Tolstoj
in de universiteit trokken 3000 stu
denten naar liet gebouw van de Hei
lige Synode, om daar een betooging
1e honden. De politie wist dit even
wel ie verhinderen.
Op het bericht van den minister
van binnenlandsche zaken over den
dood van Tolstoj, maakte de Tsaar
eigenhandig de volgende kanttoeke-
ning „Ik betreur van harte het
overlijden van den grooten schrijver,
die in Jen bloeitijd van z:jn talent en
scheppingen van vaderlandsche typen
de roemrijkste jaren van het Russi
sche leven belichaamde. God, de
Heer, zij nem oen genadig rechter."
UIT DE SPAANSCHE KAMER.
Bij de behandeling van de .,hang-
slot"-wet in de Kamer, zei de minis
ter-president, dat bij de onderhande
lingen met den Heiligen Stoel zuilen
worden aangegeven, welke kerkelijke
inrichtingen zullen blijven bestaan,
en dat hij wenscht, dat kerkelijke
congregaties, overeenkomstig de wet,
zullen worden ingesteld, erkend en
gereg lemen Leer d
Wat het onderwijs betreft, ver
klaarde Canalejas, dat een onder
wijzer niet bepaald katholiek behoeft
te zijn, en dat hij niet de meening
deelt van hen, die van oordeel zijn,
dat een priester uit do school ver
bannen moet worden.
EEN ORDER VAN KEIZER
WILHELM.
Bij de gisteren in tegenwoordigheid
van den keizer plaats gehad hebben
de inwijding der nieuwe marine
school, ias de keizer een aan de adel
borsten gerichte kabinetsorder voor,
waarin gezegd wordtdat om zee
officier te worden, de geheele mensch
noodig is, en dat zij sieeds met blijd
schap den zwaren. verantwoordelij
ken dienst moeten doen. Onzo lijd
heeft flinke, zelfs stalen mannen noo
dig. Daarvoor zijn noodig persoon
lijkheden, karakters in de eerste
plaats. Ik hoop, dat gij, zoo zegl de
order verder, tot zulk streng-zedelij-
ke, op godsdienstigen grondslag be
rustende levensbeschouwing, tot een
op wederzijdsciie verantwoordelijk
heid berustende kameraadschap, ;ot
zulk een ridderlijk denken eu hande
len zult komen, dat gij de klippen
zult omzeilen, waarop helaas nog
steeds zooveel jonge officieren te
gronde gaan Schep geestdrift uit de
groote voorbeelden der geschiedenis,
die u leeren, dat geestelijke krachten
de zege bevechten en in de allereer
ste plaats de zielskracht, die voort
komt uit het geloof aan God.
Dan zult gij de officiereu worden,
die ik mij wenschons vaderland
heeft trotsche, geharde mannen in
den storm des levens noodig.
RUSSISCHE MINISTER VAN BUI
TENLANDSCUE ZAKEN.
Ssassonof, waarnemend minister,
is tot minister van buitenlandsche
zaken benoemd.
DE ZIEKTE VAN BELGIS'S
KONINGIN.
In de omgeving van den Koning
toont men zich meer geruster na de
publicatie van het gistermorgen uit
gegeven bulletin.
De Koning, die zeer kalm schijnt,
ontving gisteren den Chileenschen ge
zant en bracht een bezoek aan de In
fante Eulalia
Het gistermiddag te 5 uur 30 uitge
geven bhletin bericht, dat de ziekte
der Koningin een normaal verloop
heeft.
Stadsnieuws
HaatschappU van Nijverheid.
Het Huarlemsche departement van
de Maatschappij van Nijverheid
kwam Maandagavond bijeen bij
Brinkmaun, onder presidium van
zijn voorzitter, den heer C. H. Julius.
De heor Julius heette in het bijzonder
ter vergadering welkom Dr. Dekker,
den pas opgetreden Directeur van het
„Koloniaal Museum". De voorzitter
herinnerde er voorts aan, dat de vol
gende algemeene vergadering van de
Maatschappij plaats zal vinden te
Haarlem.
Dit acht het departementsbestuur
een goede gelegenheid om propagan
da te maken en te trachten leden aan
te werven. Den leden werd verzocht
met door het bestuur verstrekte rond
zendbrieven te pogen nieuwe leden te
■winnen.
Een langdurige bespreking volgde
htans over de Brusselsche tentoonstel
ling. Een en ander over deze bespre
king vindt men in de rubriek ,.Om
Heen" in dit nummer. De heer
Julius deed hierop de mededeeling,
dat uit de Regeeringssubsidie bekos
tigd is dc rei- van zeven patroons uit
de klein-nijverheid naar do Brussel
sche tentoonstelling.
Hoewel bleek, dat dergelijke wereld
tentoonstellingen zich uiteraard min-
leenen voor vakstudie don vak-
ten too natel Mn genmeende de heer
Julius uit de vragenlijsten, door de
door het departement uitgezondenen
ingevuld, dut deze excursie wei haar
nut heeft gehad. Melding wordt ge
maakt dat een der patroons zelfs te
Brussel gelegenheid had handelsre
laties aan te knoopen.
Thans kreeg Mr. Joh. Enschedé,
voorzitter van de Maatschappij van
Nijverheid, het woord, om het onder
werp
GEMEENTELIJ KE BELASTINGEN
in te leiden. De voorzitter had in de
openingsrede op de laatste algemee
ne vergadering de aandacht geves
tigd op 'het beLang van de nijverheid
bij de wijze, waarop het gemeentelijk
belastingstelsel wordt geregeld. In
verband met bet wetsontwerp tot wij
ziging van do Gemeentewet (inge
diend 18 Februari 1909) werd door
hem gewezen op de wenschelijkheid
van de invoering eener plaatselijke
belasting naar den omvang van het
bedrijf. Afgescheiden van dit wets
ontwerp achtte hot Hoofdbestuur der
Maatschappij, met het oog op een
herziening van het gemeentelijk be
lastingstelsel, het gewenscht, dat be
langhebbenden deze kwestie ouder
de oogen zagen. Vandaar dat dit
punt ook door het departement aan
de orde was gesteld.
Mr. Joh. Enschedé herinnerde er
aan, dat men 25 jaren geleden te
Haarlem een plaatselijke belasting
had, die eerst de woning en daarna
de vertering van den belostingbeta-
lea- tot maatstaf nam. Die verterings
belasting-is vervangen door een plaat
selijke inkomstenbelasting. Naai- spre
kers meening was dit een fout, die
hij getracht heeft te verhoeden, doch
te vergeefs. Er was een communis
opinio, dat die verteringsbelasting
niet deugde. Nu verheugde het spre
ker, dat hel nieuwe wetsontwerp
naast de plaatselijke inkomstenbelas
ting ruimte laat voor een verterings
belasting. Mede achtte de hcor Enscbe
dé het een verkeerde daad, dat men
in 1892 de patentbelasting afschafte
en er een bedrijfsbelasting voor in de
plaats gaf. De Haarlemse he Kamer
van Koophandel heeft toen geprotes
teerd tegen een zoodanige vervanging,
maar ook weer te vergeefs. Beter had
men gedaan door het systeem ven de
Patentbelasting te behouden, doch
dan herzien. Want men zoi wel in
1890 dat die belastingwet niet meer
deugde, doch hot euvel lag niet in
het stelsel, maar wel in de omstan
digheid, dat deze belastingwet uit het
jaar 1819 geen rekening hield met de
gewijzigde toestanden in do nijver
heid, o.a. te weeggebracht door de
stoommachines en andere werktuigen.
Het huidige belastingstelsel nagaan
de, merkte do heer Enschedé op, dat
de Vermogens- en Bedrijfsbelasting
samen vormen ecu inkomstenbelas
ting de Plaatselijke directe belastin
gen naar t inkomen nemen ook het
inkomen tot maatstaf, terwijl de Per-
soneele belasting feitelijk is een verte
ringsbelasting Wij hebben dus t
belastingen op het inkomen en
verteringsbelasting. Hoe treffen nu
deze belastingen den belastingbetaler?
Wat hij verdient bestaat uit de vol
gende drie sommen do som, die hij
noodig heeft voor noodzakelijk levens
onderhoud do som. die hij daarboven
uitgeeft en aangemerkt kan worden
als vertering on de som, die hij over
houdt en welke dus feitelijk zijn ver
mogen vormt. Nu wordt het nood
zakelijke levensonderhoud niet be
last. Dit is billijk. Ook zou billijk zijn,
als do som, die verteerd wordt enkel
werd belast en de som, die overgehou
den wordt (het vermogen), zwaarder
werd belast. Maar dit geschiedt nu
juist andersom. De vertering wordt
dubbel belast en het vermogen enkel.
Dit is een progressie in verkeerden
JQ.
Sprekende over het wetsontwerp,
beval spreker aan een Vermogensbe
lasting door het Rijk te heffen en een
verteringsbelasting te heffen door de
Gemeente. In dit systeem is geen
plaats voor een Bedrijfsbelasting.
Een Gemeente kan geen billijke in
komstenbelasting heffen, omdat niet
uit te maken is hoe groot iemands in
komsten zijn, wel hoe zijn uiterlijken
staat Is, d. w. z. hoeveel hij verteert.
Met een beroep op Plerson betoogde de
heer Enschedé, dat vaak niet valt. uit
te maken waar, d. i. in welke gemeen
te. iemand zijn bronnen van inkomst
heeft. Pierson kwam dan ook tot een
aanslag ter plaatse. Maar het nieuwe
wetsontwerp elscht die omslachtige
en vaak niet mogelijke bepaling van
de plaats der inkomstenbron Hoe zal
men bijv. bij de E. S. M. bepalen, hoe
veel zij verdient te Sloterdljk, te Haar
lemmer liede, enz.
De nieuwe wet splitst de belasting
naar het inkomen en drie deelen: lo.
an personen, die hun hoofdverblijf
_n een Gemeente hebben2o. van per
sonen, die meer dan 90 dagen in een
Gemeente vertoeven (de forensenbelas-
ting) en 3o. van natuurlijke personen
ls naaml. vennootschappen.
Die forensen-belasting geeft al aan
leiding tot onbillijkheden. Sprekers
firma heeft een kantoor te Amster
dam. De firma betaalt natuurlijk de
forensen-belasting voor haar perso
neel, dat zij naar Amsterdam zendt.
Maar die forensen-belasting wordt
niet berekend naar de salarissen,
doch naar het geheele vermogen.
Heeft een van het personeel nu een
erfenis gekregen, dan moet de firma
daarvoor ook belasting betalen. De
nieuwe wet gaat voort op dien ver
keerden weg. Tot-nu wnren de Naaml.
Vennootschappen onbelast, omdat
toch reeds de aandeelhouders belas
ting moeten betalen voor hun dividen
den en de directeur ens. van het sa
laris. Nu, met deze drie maatstaven
zou iemand driemaal belasting kun
nen betalen. Wel bepaalt het wetsont
werp daarvoor uitzonderingsgevallen,
maar het stelsel blijkt willekeurig te
ziin, hetgeen spreker ook aantoont uit
d. z, i- maar willekeurig genomen
deelen van het iukonren, naar welke
in de verschillende Gemeenten
belasting zal moeten betaleu.
Wat spreker in doze wet aantrekt
is de mogelijkheid, dat de Gemeenten
zullen kunnen belasten dat gedeelte
van onroerende goederen, dat niet in
de grondbelasting is aangeslagen, wijl
sedert de vaststelling van de waarde
der bezitting waardevermeerdering
heeft plaats gehad.
Voor die belasting der waarde-ver-
meerdering, door de gemeente, is
spreker een voorstander, daar die
vvaarde-vermeerdering meestal een
gevolg is geweest van uitgaven, door
de gemeente gedaan. Wanneer men
nu spreker vraagt, of het op den weg
ligt van de Maatschappij van Nijver
heid, om op de heffing eener belas
ting aan te dringen, die opgebracht
moet worden door industrieelen, dan
merkt iiïj op, dat industrieelen er toe
moeten medewerken, om de gemeen-
Onze I.achhoek
GEHOORZAAM.
Een voor het eerst m dienst getre*
den neger-jongen moet zijn heer een
bakje water brengen, eu hooft het on
geluk een weinig er van op de tafol te
storten.
Ik zou 't massa maar in zijn go-
zicht gooien, als ik jou was 1 roept zijn
meester driftig.... En in 't volgend
oogenblik had hij een stortbad.
TIJDENS EEN SCHILDERIJEN
TENTOONSTELLING.
Och, kunst is toch maar 'n onso
lide boel 1
Wat vertel je me nou? En iE
dacht, dat jij zóó van schilderijen
hield.
Ik man Ben je gek 1 Ik belach
dat verfbesmeer en die kleurenmenge
ling. Bah Ja ééns heb ik bil 'ri schil
derij staan janken meneer. (Hij wijkt
eenige passen achteruit).
Kijk, ik dacht wel, dat gij gevoel
voor het schoone hadt I En bij welke
was dat
Bij een Jaap Maris. Ze hadden 'ra
niet goed vastgemaakt, hij viel op m'n
hoofd.
UIT EEN ROMAN.
.Toen trapte de burgemeester, dia
met den vorst op een vriendschappo-
lijken voet verkeerde per ongeluk op
ijezen.
TREFFENDE GELIJKENIS.
A. :Ts je neef nog altijd zoo mager
B. Verschrikkelijk, en nu krijgt
hij óók 'n kale knikker Hij lijkt te-
gei wooTdig precies op "n wandelstok
met ivoren knop
HULP-WERKWOORDEN.
Heb je 't gehoord, dat Karei ter»
loofd is
Wat zeg ja... En wat is 't vooe
een meisje
Ze i 5 niets, maar ze heeft.
ten in de gelegenheid te stellen maat
regelen te treffen in hel belang van
nijverheid en handel, te meer. om
dat die maatregelen, b.v. het maken
van havens, dit niet zich brengen,
dat er zich in de gemeente vestigen
weinig belasting betalende arbeiders
gezinnen.
Wegens liet vergevorderde uur
stelde de voorzitter die vooraf Mr.
Enschedé dank bracht voor, de be
raadslaging over deze aangelegen,
held te verdagen, alsmede het nog op
de agenda vermelde punt„Organi
satie van Klein Nijverheid", in ie lei»
den door Mr. J. C. L. Vlaanderen.
Evenwel ontspon zich nog een voor-
loopige gedachienwissellng.
Een der aanwezigen wilde ter ver
eenvoudiging van de administratie
en inperking van het ambtenaren-
heirleger, een eenvoudiger belasting
stelsel op den voet als de groote be
lasting-autoriteit van eeuwen gele
den, namelijk Alva met zijn „Tiendon
penning", invoerde.
Deze spreker wilde een algemeene
inkomstenbelasting van Rijkswege,
Hij herinnerde aan een geval, dai
een Amsterdamsch ingezetene, die
30.000 per jaar aan gemeente-belas
ting betaalde, weigerde om meer te
betalen, hoewel hij erkende, dat bij
meer dan 30.000 verschuldigd was.
Op de bedreiging, dat hij de stad
zou verlaten, als men hem hooger
aansloeg, zwichtte hel gemeentebe
stuur van de hoofdstad. Dit zou nu
met meer kunnen voorkomen, ais
men een Rijks-inkomstenbelasting
hief.
De heer Enschedé bleef het inko
men een niet juist te benaderen maat
staf noemen.
Nadat nog eenige ©ogenblikken was
gesproken over de grondslagen van
een zakelijke belasting op het bedrijf,
te heffen naar kenieekenen van dea
omvang van het bedrijf ln de ge
meente, sloot de voorzitter do bijeen
komst met een nog eens herhaalde
opwekking tot de aanwezigen, om
leden te werven.
Binnenland
DE TWEEDE KAMER
heeft gisteren het algemeen, politiek
debat over de Staatsbegroolhig be
gonnen.
Voorshands voerden nog slecht*
twee sprekers het woord en waa nog
geen dei-de ingeschreven, maar er
zullen er natuurlijk nog wel bij ko
men.
De heer Roodhuyzen opende het
vuur met een beslisten, maar als naar
FEUILLETON
Naarhet Engelse h.
van
H. T. JOHNSON.
351
Daarna deed hij mij nog zeer veel
Vragen en vernam van mij, dat ik
dol veel houd van tante, en zij zoo
coed voor mij is en eindelijk werden
time en ook de man, die het ons
altijd lastig wil maken, on de zaak
waarnemers binnengeroepen, en de
rechter zeide, dat Hij zeer trolsch
was op zijn pleegkind, Oil dat hij er
van overtuigd was, dat zij aan geen
betere en vriendelijker zorgen kon
worden toevertrouwd, dan zij nu
«as, cu wal dien iastigen mijnheer
betreft, hij kon niets unders voor
nem doen, dan hem bevelen, om de
kosten van béide partijen tc betalen,
on die bedoeld© mijnheer keek toen
teer boos.
f TiKin Dolly haar verhaal had ge-
«enigszins buiten udem door
(•Tii'ibo? haar eèn kus én glimlachte
'•ij de L-Machtc, dat dit openhartig
toeisjr „.7
lUstitic
den
haar kinderlijken eenvoud en onge
kunsteld gobabbol, zelfs de spinne-
webbern van eouwen her had besche
nen. Maar tranen vermengden zich
met dien glimlach, wanneer zij be
dacht, dat ook de bekoring van het
opwekkende gezelschap van dit lieve
kind zou ophouden.
Zij pakte haar koffers, betaalde
haar rekeningen in het hotel en ver
liet dit gebot'.w om een nederiger ver
blijf op te zoekenterwijl zij een
brief aan het adres van Dudley Car-
stairs achterliet, tevens haar voorne
men te kennen gevende, dat zij, zoo
dra zij een haar passend verblijf had
gevonden, nog een brief voor hem
aan het liotel zou achterlaten.
Fiddings gevoelde zich zeer een
zaam en diep bedroefd, want me
vrouw Cnrstairs had haar verlaten
en ook de nieuwe kellner.
HOOFDSTUK XXIV.
Een ongewonschte ont
moeting.
Mei hot oog op zijn vroegere leef
wijze. schikte majoor Punter zich be
wonderenswaardig' vlug in zijn nieu
we omgeving. De man, die hem zijn
steun had aangeboden, deed dit op
zee- verstandige wijze. Ilij pianiste
den >or niet in een ondergeschik
te hui rekking, waarin hij allerlei
ten, en ©en massa tecluiische bezwa
ren zou moeten overwinnen, want in
velo gevallen is het met een kantoor-
administratie als mot een steekpalm.
de laagste takken zijn het meest met
doorns bezet. Hij gaf Punter een po
sitie, waarbij hij zijn gezond ver
stand terdege moest gebruiken. Hij
gaf dozen oen voldoend salaris met
een -voorschot, opdat de majoor zich
eerst weer van al hot noodige kon
voorzien.
Voor Punier was deze verandering
zeer wolkom, niet alleen met het
oog oo zijne levenswijze van de laat
ste weken, vol gebrek en ontberin
gen, maar ook niet het oog op vroe
ge ren tijd, toen hij door schurkerijen
en oplichterijen in zijn levensonder
houd voorzag.
Hij gewende zich zeer gemakkelijk
aan die andere levenswijze, maar nu
en dan bekroop hem de vrees, dat een
misdaad, door hem in v roe geren tijd
gepleegd, ais een door hem gezaai
de distelplant zou opgroeien en een
beletsel zou zijn op liet pad der deugd
dat hij nu had ingeslagen.
Vat zijn nieuwen patroon betreft,
voor hem had hij geen vrees, daar
deze hom immers een betrekking h.a.d
gegeven, terwijl hij ongeveer wist,
volk leven de majoor vroeger geleid
had bovendien was Punter zoo ver
standig geweest om geen geheim van
zijn verleden te maken, en met open
hartigheid had hij hem hekend, dat
hij tot eenige weken, voordat hij zijn
betrekking had gekregen, een be
drieger en een oplichter was geweest,
en dat hij zijn besluit om een ander
leven te gaan leiden, en bij had dit
zeer ernstig opgevat, aan een kind
had te danken.
De koopman hield zijn nieuwen be
diende bij zijn woord en gebruikte
het zekerste middel, om hem In xijn
nieuw besluit te sterken hij ver
trouwde hem.
Op zekeren morgen, toen Punter
zijn lunch gebruikte aan het buffet
van een druk bezocht café in de City,
werd ei- tegen zijn elleboog geduwd.
Toeu hij omkeek, ontzonk nem olie
moed. daar hij den doordringenden
blik van Inspecteur Gleddow op zich
gevestigd zag.
Ik wilde u spreken, majoor,
zeide de inspecteur bedaard, wan
neer gij uw lunch hebt gebruikt, ga
dan mei mij mee.
En dat is dus het einde van al
les, dacht do majoor bij zichzelf
Daarna vroeg hij fluisterend Waar
van word Ik beschuldigd, Gleddow
Daarover zullen wij spreken,
antwoordde Gleddow. Drink dat
niet op, majoor, ik ken u hier den
rooden wijn niet aanbevelen.
En met deze woorden nam hij be
daard bei glas van den majoor, en
wierp den inhoud op den vloer, ter
wijl hij er bijvoegde
Drink liever een gla* champagne
met mij, want zijn scherpe blik
had gezien, dat de majoor een klein
balletje in zijn glas liet vallen.
De majoor ontstelde en antwoord
de toen
Ja, Gleddow, gij hebt oen Euro
peesche vermaardheid gekregen voor
het „suaviter in modo'Ik heb er
niets op tegen. Ik veronderstel, dat
ik nu in de eerste jaren wel geen
Pommery moer zal drinken
Dat hangt er van af, antwoord
de Gleddow. Wat voort gij tegen-
woordlg uit, majoor
Nadat zij zich aan een alleenstaand
tafeltje hadden neergezet en zich ean
flesch Pommery hadden laten bren
gen, vertelde Punter den detective
openhartig het laatste hoofdstuk van
zijne levensgeschiedenis. Toen hij
geëindigd had, zeide Gleddow
Ik donk wel, majoor, -dat ik het
zoo kan inrichten, dat men u onge
moeid zal laten, mits gij mij echter
behulpzaam wilt zijn. Ik heb er altijd
zooveel mogelijk mijn bost voor ge
daan, om oon leder, die zijn leven
trachtte te verbeteren, ongemoeid te
laten, en dikwijls, wanneer ik iemand
ontmoette, dlo nog al wat op ziin
kerfstok had, maar nu op eerlijke
wijze zijn brood verdiende, heb ik
slechts mijn oogen wijd genoeg ge
opend, om er van verzekerd te zijn,
dat bij volkomen te vertrouwen was
wanneer ik dat dan had gedaan, hield
lk mijn mond dicht.
Hoevele mannen, die den vorkeer»
don weg hadden bewandeld, zouden
hun leven nog hebben kunnen verbe
teren, wanneer de gouden regel van
den inspecteur algemeen word toe
gepast 1
Wat voert do graaf tegenwoordig
uit? vroeg Gleddow.
Punter antwoordde
Ik zóu het u niet vertellen, al
wist ik het, want al zijn wij niet
vriendschappelijk van elkaar geschei
den, vroeger waren wij toch bond ge-
nooten. Dit wil ik echter zworen, voor
zoover mijn eed waarde voor u kan
hebben, ik heb hem niet weergezterf
sedert wij van elkaar zijn gegaan. Ik
hob een briefje van hem ontvangen,
waarin hij mij verzocht ora hem
verder behulpzaam te zijn, en in do
nieuwsbladen to adverteeren, waar
ik hem zou kunnen ontmoeten, ik heb
het echter niet gedaan. Maar of
schoon ik hem niet zou verraden, al
wist ik waar hij zich ophield, wil ik
u toch wel dezen raad geven houd
eon waakzaam oog op mevrouw Car-
stairs, want. wanneer hij haar alleen
ontmoet dan zal Dudley Car stair sï
voor zoover ik weef, do verfoeilijkst©
daad bedrijven, die hij tot dusverre
heeft begaan. Hij deinst voor niets te
rug, maar ik heb hem gezegd, dat ik,
wat dte zaak betreft, hem zal tegen
werken in de uitvoering van zijo
plan.
(Wordt vervolgd).