AARLEM'S DAGBLAD. ™E£*£L Claribel's Huwelijk. 'LM iimtenSaiïdsch Overzicht DE CRISIS IN DE ENGELSCHE) POLITIEK, wordt, nu de nieuwe verkiezingen in 't zicht zijn, geregeld spannender. De strijd wordt weer met echt stembus- vuur gestreden 't Ministerie heeft 't zijne gezegd, 't Lagerhuis heeft zich daarbij neei lcgd. <lus nu is 't aan de Lords om het laatste woord te spreken. De premier heeft immers aangekondigd indien 't H ogerhuis 't veto-ontwerp niet aan neemt, zal op 2S November 't Lager huis ontbonden worden en dadelijk ciaiwo verkiezingen uitgeschreven. Gistorcn hebben de Lords weer ver gaderd. Lr was natuurlijk veel be langstelling, vooral omdat Lord Lans downe een verrassing had toegezegd, een voorstel, waardoor z. i. misschien 't geschil lusschen beide Huizen uit den weg geruimd zou kunnen wor- tleu. Lord Crewe deed T voorstel tot de tweede lezing van 't veto-ontwerp over te gaaü. Hij kenschetste den huidigen toestand, wat betreft de betrekkingen tusschen beide Huizen, als een van aanhoudenden strijd, wanneer de libe- rulen aan het bewind zijn en als een van voortdurende berusting, indien de conservatieven de macht in handen hebben. Ra rcgcering was genoodzaakt ge veest om het veto-ontworp in te die- r.eii, omdat het Hoogerhuis om partij- donen de wetsontwerpen dor regee- ji.cg had verworpen hervormings- rstellen konden den bestaanden - stand niet verbeteren. Aan zijn beroep op het land om steun voor het veto-ontwerp, knoopt do regeoring het verzoek vast tot her stel van eon toestand, waarin een be hoorlijke mate van vrijheid is ge schonken aan do gekozen vertegen woordigers van een vrij volk. (Toe juichingen bij de ministerieelen). Lord Lansdowno zei, dat bijaldien tuui de oppositie gelegenheid ware ge- schonkon om het wetsontwerp te ajneudeeren, hij het Huis geraden zou iichbon de tweede lezing aan te nemen, wijl do amendementen dan door het I.) verhuis behandeld hadden en een poging gedaan had kunnen worden om tot overeenstemming te komen. De bepalingen van het ontwerp om- bent de financiën, achtte hij onvolle dig en slecht geformuleerd, de bepa lingen omtrent de gewone wetgeving tastten, volgens den spreker, ernstig de rechten aan van oen Hoogerhuis, 'dj' zichzelf respecteert. Een wetsontwerp van het hoogste jewicht zou, volgens die bepalingen, tot wet verheven kunnen warden bin nen twee of drie jaren, alleen omdat i.et Lagerhuis het wilde. Zulk oen stel-1 Sol leverde te veel gevaren op. Z'ii Lordschap had dus ook nogal eenigo bedenkingen. Daarna kwam de verrassing van Lord Lansdowne. li ij deelde mee, dat bij Woensdag moties zou voorstellen tot HERVORMING VAN HET HOOGERHUIS. lil deze moties wordt lo. de wenschelijkheid uitgesproken om maatregelen te treffen tot bijleg ging der geschillen tusschen het La ter- en het Hoogerhuis. Het Hoogerhuis zou gereconsti- tiiec-rd worden volgens de hervor mingsvoorstellen van Rosebery. 2e. dat bij geschil over wetsontwer pen, niet van fiuancieelen aard, ter bijlegging van het geschil een veree- nigde zitting van belde Hulzen zal worden gehouden, behalve wanneer 't geschil eén quaes tie van buitengewoon belang betreft, die nog niet aan het oordeel van het volk onderworpeu is geweest. In dit geval zou de zaak door een referendum worden beslist eu niet door een vereonigde vergadering van de tweo Huizen, 3e. dat do peers er in toestemmmen, om, onder zekere waarborgen, hun constitutioneel recht om financieele wetten te verwerpen, op te geven. Lansdowne stak den draak met de beschuldiging, dat het Hoogerhuis de aannemioir van de wetsontwerpen, door de regeering voorgesteld, zou liebben verhinderd en verklaarde Hel eenïge wat wij nu kunnen doen, is óns de weinige dagen, die de zit ting nog duurt, ten nutte maken, ten Glide, zoo mogelijk, in eenvoudigen Gi bes attelijken vorm de voorstellen in te dienen, die wij, unionisten, ge neigd zouden zijn aan het oordeel van bet land te onderwerpen ter regeling lan de quaestie dcx betrekkingen tus schen de twee Huizen." Daarop stelde hij verdaging der be raadslagingen voor, hetgeen aanlei ding gaf tot een zeer levendige discus sie tusschen do regeering en de oppo sitie. De regeering kenschetste de handelingen van Lansdowne al3 iets tot dusverre ongekends In de geschie denis van het Huis. In den loop der geanimeerde discus sie. verklaarde Salisbury, dat Lans- downe's optreden een protest is tegen de weigering der regeering om toe te staan, dat amendementen door het Lagerhuis zouden worden behandeld. Lord Beaucharap verweet de unio nistische peers, dat zü eerst aange drongen hadden op behandeling van het ontwerp en daarna weggeloopen waren en hij karakteriseerde hetgeen Lansdowne had gedaan als.... BEROUW OP 'T STERFBED. Lord Rosebery zei, dat het waar is, dat een optreden als dat van Lans downe iets tot dusver ongekends was, maar dit is de schuld der regeering, die het Hoogerhuis schijnt te beschou wen als een misdadiger, die zonder berouw moet worden opgehangen. Lord Pentland oordeelde, dat de re georing hot voorstel van Lansdowne moest beschouwen als een verwerping van het ontwerp. Lord Selbom kwam tegen die uitlegging op en verklaarde dat dë Lords bereid waren, het ont werp te behandelen, nadat ook hun tegenvoorstel aan het oordeel van het Huis en het land zal zijn onderwor pen. Het Huls nam daarop Lansdov ne's voorstel aan en verdaagde de discus sie over het ontwerp tot Woensdag. Natuurlijk zullen de moties van Lord Lansdowne aangenomen wor den. Dan hebben ook de Lords gespro ken en is 't woord aan de kiezers. Na de Hoogerhuiszitting wordt uit Londen berichtMen gelooft hier niet dat de voorstellen van Lansdowne wij ziging hebben gebracht in den toe stand, of dat zij de Lagerhuis-ontbin ding hebben afgewend. De ministeriöelen vorklaren, dat de voorstellen ten eenenmale onbevredi gend zijn en dat zij het bewijs leveren hoe groot het verschil is tusschen de twee partlien. De minlsteriëelen be schouwen de resoluties eerder als een manifest der peers dan als een wer kelijke poging om tot overeenstem ming te geraken en zij wijzen er op, dat de voorstellen dit gevolg zullen hebben, dat de peers zich niet behoe ven uit te spreken over het veto-ont werp. De unionisten zijn evenwel van mee ning. dat deze uiting van redelijkheid en gematigdheid een goeden indruk zal maken in het land. Wie gelijk heeft zal wel spoedig blij ken. LLOYD GEORGE AAN 'T WOORD. Sprekende te Mile Eind, zei Lioyd George, dat de laatste verkiezing de liberalen in staat had gesteld de be grooting er door te krijgen. De ko mende verkiezing zoti bet Huls van erfelijke leden verhinderen ooit weer een begrooting to verwerpen. Het geld voor sociale hervormingen is gevonden, terwijl de begrootinge-n In landen, waar het protectionisme wordt gehuldigd, het niet bijeen kon den brengen. In Duitschland was het noodig gebleken het salaris van den Keizer, met het oog op de stijging van de leven8kosten, te verhoogen. De regeering zal nu voorzien in de kosten van ouderdomspensioenen voor 200,000 oude menschen en hen evenals de hertogen tot gepensioneer den van den staat maken. Bovendien hebben we de beschikking over het noodige geld. om 2 millioen arbeiders tegen werkloosheid te verzekeren en we zullen het volgend jaar_met een ontwerp in zee guan om 15 millioen personen van de arbeidersklasse te verzekeren tegen de ziekte van de broodwinners. De leren waren met Anierikaausche dollars komen aau- zetten, zeker, maar bij, spr., zou wel eens willen weten, sedert wanneer de Engelsche aristocratie Britsche dol lars had versmaad. Wij moeten er op staan, dat, wan neer land on volk besloten hadden, dat zekere voorstellen wet zouden worden, niemand, groot of klein, het recht zou hebben het te verhinderen. Een paar Frausche flibustiers uit Normandië hebben indertijd de eige naars in Engeland gedood en succes sierechten van 100 pet. geheven. Dat is de manier, waarop de Engelsche aristocratie van wal is gestoken. La ten we den weg schoonvegen, opdat de recht\ aardigheid even gemakkelijk haar weg vindt naar de woningen van het volk als naar de paleizen der machtigen. Zoo sprak Lloyd George. •T OVERLIJDEN VAN LEO TOLSTOJ is gisteren in de Doema herdacht. Do president Goetsjkof liield een rede, waarin hij wees op het groots Ieod, dat Rusland lijdt door het heongaan van den grooten denker Tolstoj, den artiest, het genie, die de trots \an Rusland, de roem der goheele rnenschheid was. Hij Btelde voor, dat de leden der vergadering de nagedach tenis van den grooten doode zouden eeren, door zich van hun plaatsen te verheffen, en door den arbeid voor he den neer te leggen, en de zitting te verdagen. De afgevaardigden stonden allen op, behalve eenigo leden der uiterste rechterzijde. De afgevaardigde Samyskiwsky de uiterste rechterzijde vroeg het woord. Hii moest den voorzitter te genspreken, zei hij, want Tolstoj heeft staat, familie en bezit ontkend, en was gestorven in onmin met de Heilige Orthodoxe kerk. Dit eerbewijs van de Doema achtte Samyslowsky een uit daging van de kerk. Tolstoj iieeft bo vendien de staatsiustcUiugon. vooral de Doema, bestreden. Het voorstel van den president, om de zitting te verdagen werd aangeno men met grooto meerderheid legen stemden slechts een doel der uiterste rechterzijde en eenigo nationalisten. De zitting werd daarna gesloten. Daarna hielden alle fracties verga deringen, aan Tolstoj gewijd. De Kadetten besloten voor te stellen, dat Tolstoj op staatskosten begraven en dat zijn sterfdag als een nationale treurdag zal worden erkend. De leden van de uiterste rechterzij de dienden bij den president een pro test in, wijl deze bad toegestaan, dat ter cere van Tolstoj de zitting werd geschorst. Het lijk van Tolstoj is gistermiddag gekist. In een open kist. waarachter de gravin liep, werd door de zonen van Tolstoj het stoffelijk overschot naar buiten gedragen. De toeschou wers hieven een grafzang aan. Na de üjkplechtigheid voor Tolstoj in de universiteit trokken 3000 stu denten naar liet gebouw van de Hei lige Synode, om daar een betooging 1e honden. De politie wist dit even wel ie verhinderen. Op het bericht van den minister van binnenlandsche zaken over den dood van Tolstoj, maakte de Tsaar eigenhandig de volgende kanttoeke- ning „Ik betreur van harte het overlijden van den grooten schrijver, die in Jen bloeitijd van z:jn talent en scheppingen van vaderlandsche typen de roemrijkste jaren van het Russi sche leven belichaamde. God, de Heer, zij nem oen genadig rechter." UIT DE SPAANSCHE KAMER. Bij de behandeling van de .,hang- slot"-wet in de Kamer, zei de minis ter-president, dat bij de onderhande lingen met den Heiligen Stoel zuilen worden aangegeven, welke kerkelijke inrichtingen zullen blijven bestaan, en dat hij wenscht, dat kerkelijke congregaties, overeenkomstig de wet, zullen worden ingesteld, erkend en gereg lemen Leer d Wat het onderwijs betreft, ver klaarde Canalejas, dat een onder wijzer niet bepaald katholiek behoeft te zijn, en dat hij niet de meening deelt van hen, die van oordeel zijn, dat een priester uit do school ver bannen moet worden. EEN ORDER VAN KEIZER WILHELM. Bij de gisteren in tegenwoordigheid van den keizer plaats gehad hebben de inwijding der nieuwe marine school, ias de keizer een aan de adel borsten gerichte kabinetsorder voor, waarin gezegd wordtdat om zee officier te worden, de geheele mensch noodig is, en dat zij sieeds met blijd schap den zwaren. verantwoordelij ken dienst moeten doen. Onzo lijd heeft flinke, zelfs stalen mannen noo dig. Daarvoor zijn noodig persoon lijkheden, karakters in de eerste plaats. Ik hoop, dat gij, zoo zegl de order verder, tot zulk streng-zedelij- ke, op godsdienstigen grondslag be rustende levensbeschouwing, tot een op wederzijdsciie verantwoordelijk heid berustende kameraadschap, ;ot zulk een ridderlijk denken eu hande len zult komen, dat gij de klippen zult omzeilen, waarop helaas nog steeds zooveel jonge officieren te gronde gaan Schep geestdrift uit de groote voorbeelden der geschiedenis, die u leeren, dat geestelijke krachten de zege bevechten en in de allereer ste plaats de zielskracht, die voort komt uit het geloof aan God. Dan zult gij de officiereu worden, die ik mij wenschons vaderland heeft trotsche, geharde mannen in den storm des levens noodig. RUSSISCHE MINISTER VAN BUI TENLANDSCUE ZAKEN. Ssassonof, waarnemend minister, is tot minister van buitenlandsche zaken benoemd. DE ZIEKTE VAN BELGIS'S KONINGIN. In de omgeving van den Koning toont men zich meer geruster na de publicatie van het gistermorgen uit gegeven bulletin. De Koning, die zeer kalm schijnt, ontving gisteren den Chileenschen ge zant en bracht een bezoek aan de In fante Eulalia Het gistermiddag te 5 uur 30 uitge geven bhletin bericht, dat de ziekte der Koningin een normaal verloop heeft. Stadsnieuws HaatschappU van Nijverheid. Het Huarlemsche departement van de Maatschappij van Nijverheid kwam Maandagavond bijeen bij Brinkmaun, onder presidium van zijn voorzitter, den heer C. H. Julius. De heor Julius heette in het bijzonder ter vergadering welkom Dr. Dekker, den pas opgetreden Directeur van het „Koloniaal Museum". De voorzitter herinnerde er voorts aan, dat de vol gende algemeene vergadering van de Maatschappij plaats zal vinden te Haarlem. Dit acht het departementsbestuur een goede gelegenheid om propagan da te maken en te trachten leden aan te werven. Den leden werd verzocht met door het bestuur verstrekte rond zendbrieven te pogen nieuwe leden te ■winnen. Een langdurige bespreking volgde htans over de Brusselsche tentoonstel ling. Een en ander over deze bespre king vindt men in de rubriek ,.Om Heen" in dit nummer. De heer Julius deed hierop de mededeeling, dat uit de Regeeringssubsidie bekos tigd is dc rei- van zeven patroons uit de klein-nijverheid naar do Brussel sche tentoonstelling. Hoewel bleek, dat dergelijke wereld tentoonstellingen zich uiteraard min- leenen voor vakstudie don vak- ten too natel Mn genmeende de heer Julius uit de vragenlijsten, door de door het departement uitgezondenen ingevuld, dut deze excursie wei haar nut heeft gehad. Melding wordt ge maakt dat een der patroons zelfs te Brussel gelegenheid had handelsre laties aan te knoopen. Thans kreeg Mr. Joh. Enschedé, voorzitter van de Maatschappij van Nijverheid, het woord, om het onder werp GEMEENTELIJ KE BELASTINGEN in te leiden. De voorzitter had in de openingsrede op de laatste algemee ne vergadering de aandacht geves tigd op 'het beLang van de nijverheid bij de wijze, waarop het gemeentelijk belastingstelsel wordt geregeld. In verband met bet wetsontwerp tot wij ziging van do Gemeentewet (inge diend 18 Februari 1909) werd door hem gewezen op de wenschelijkheid van de invoering eener plaatselijke belasting naar den omvang van het bedrijf. Afgescheiden van dit wets ontwerp achtte hot Hoofdbestuur der Maatschappij, met het oog op een herziening van het gemeentelijk be lastingstelsel, het gewenscht, dat be langhebbenden deze kwestie ouder de oogen zagen. Vandaar dat dit punt ook door het departement aan de orde was gesteld. Mr. Joh. Enschedé herinnerde er aan, dat men 25 jaren geleden te Haarlem een plaatselijke belasting had, die eerst de woning en daarna de vertering van den belostingbeta- lea- tot maatstaf nam. Die verterings belasting-is vervangen door een plaat selijke inkomstenbelasting. Naai- spre kers meening was dit een fout, die hij getracht heeft te verhoeden, doch te vergeefs. Er was een communis opinio, dat die verteringsbelasting niet deugde. Nu verheugde het spre ker, dat hel nieuwe wetsontwerp naast de plaatselijke inkomstenbelas ting ruimte laat voor een verterings belasting. Mede achtte de hcor Enscbe dé het een verkeerde daad, dat men in 1892 de patentbelasting afschafte en er een bedrijfsbelasting voor in de plaats gaf. De Haarlemse he Kamer van Koophandel heeft toen geprotes teerd tegen een zoodanige vervanging, maar ook weer te vergeefs. Beter had men gedaan door het systeem ven de Patentbelasting te behouden, doch dan herzien. Want men zoi wel in 1890 dat die belastingwet niet meer deugde, doch hot euvel lag niet in het stelsel, maar wel in de omstan digheid, dat deze belastingwet uit het jaar 1819 geen rekening hield met de gewijzigde toestanden in do nijver heid, o.a. te weeggebracht door de stoommachines en andere werktuigen. Het huidige belastingstelsel nagaan de, merkte do heer Enschedé op, dat de Vermogens- en Bedrijfsbelasting samen vormen ecu inkomstenbelas ting de Plaatselijke directe belastin gen naar t inkomen nemen ook het inkomen tot maatstaf, terwijl de Per- soneele belasting feitelijk is een verte ringsbelasting Wij hebben dus t belastingen op het inkomen en verteringsbelasting. Hoe treffen nu deze belastingen den belastingbetaler? Wat hij verdient bestaat uit de vol gende drie sommen do som, die hij noodig heeft voor noodzakelijk levens onderhoud do som. die hij daarboven uitgeeft en aangemerkt kan worden als vertering on de som, die hij over houdt en welke dus feitelijk zijn ver mogen vormt. Nu wordt het nood zakelijke levensonderhoud niet be last. Dit is billijk. Ook zou billijk zijn, als do som, die verteerd wordt enkel werd belast en de som, die overgehou den wordt (het vermogen), zwaarder werd belast. Maar dit geschiedt nu juist andersom. De vertering wordt dubbel belast en het vermogen enkel. Dit is een progressie in verkeerden JQ. Sprekende over het wetsontwerp, beval spreker aan een Vermogensbe lasting door het Rijk te heffen en een verteringsbelasting te heffen door de Gemeente. In dit systeem is geen plaats voor een Bedrijfsbelasting. Een Gemeente kan geen billijke in komstenbelasting heffen, omdat niet uit te maken is hoe groot iemands in komsten zijn, wel hoe zijn uiterlijken staat Is, d. w. z. hoeveel hij verteert. Met een beroep op Plerson betoogde de heer Enschedé, dat vaak niet valt. uit te maken waar, d. i. in welke gemeen te. iemand zijn bronnen van inkomst heeft. Pierson kwam dan ook tot een aanslag ter plaatse. Maar het nieuwe wetsontwerp elscht die omslachtige en vaak niet mogelijke bepaling van de plaats der inkomstenbron Hoe zal men bijv. bij de E. S. M. bepalen, hoe veel zij verdient te Sloterdljk, te Haar lemmer liede, enz. De nieuwe wet splitst de belasting naar het inkomen en drie deelen: lo. an personen, die hun hoofdverblijf _n een Gemeente hebben2o. van per sonen, die meer dan 90 dagen in een Gemeente vertoeven (de forensenbelas- ting) en 3o. van natuurlijke personen ls naaml. vennootschappen. Die forensen-belasting geeft al aan leiding tot onbillijkheden. Sprekers firma heeft een kantoor te Amster dam. De firma betaalt natuurlijk de forensen-belasting voor haar perso neel, dat zij naar Amsterdam zendt. Maar die forensen-belasting wordt niet berekend naar de salarissen, doch naar het geheele vermogen. Heeft een van het personeel nu een erfenis gekregen, dan moet de firma daarvoor ook belasting betalen. De nieuwe wet gaat voort op dien ver keerden weg. Tot-nu wnren de Naaml. Vennootschappen onbelast, omdat toch reeds de aandeelhouders belas ting moeten betalen voor hun dividen den en de directeur ens. van het sa laris. Nu, met deze drie maatstaven zou iemand driemaal belasting kun nen betalen. Wel bepaalt het wetsont werp daarvoor uitzonderingsgevallen, maar het stelsel blijkt willekeurig te ziin, hetgeen spreker ook aantoont uit d. z, i- maar willekeurig genomen deelen van het iukonren, naar welke in de verschillende Gemeenten belasting zal moeten betaleu. Wat spreker in doze wet aantrekt is de mogelijkheid, dat de Gemeenten zullen kunnen belasten dat gedeelte van onroerende goederen, dat niet in de grondbelasting is aangeslagen, wijl sedert de vaststelling van de waarde der bezitting waardevermeerdering heeft plaats gehad. Voor die belasting der waarde-ver- meerdering, door de gemeente, is spreker een voorstander, daar die vvaarde-vermeerdering meestal een gevolg is geweest van uitgaven, door de gemeente gedaan. Wanneer men nu spreker vraagt, of het op den weg ligt van de Maatschappij van Nijver heid, om op de heffing eener belas ting aan te dringen, die opgebracht moet worden door industrieelen, dan merkt iiïj op, dat industrieelen er toe moeten medewerken, om de gemeen- Onze I.achhoek GEHOORZAAM. Een voor het eerst m dienst getre* den neger-jongen moet zijn heer een bakje water brengen, eu hooft het on geluk een weinig er van op de tafol te storten. Ik zou 't massa maar in zijn go- zicht gooien, als ik jou was 1 roept zijn meester driftig.... En in 't volgend oogenblik had hij een stortbad. TIJDENS EEN SCHILDERIJEN TENTOONSTELLING. Och, kunst is toch maar 'n onso lide boel 1 Wat vertel je me nou? En iE dacht, dat jij zóó van schilderijen hield. Ik man Ben je gek 1 Ik belach dat verfbesmeer en die kleurenmenge ling. Bah Ja ééns heb ik bil 'ri schil derij staan janken meneer. (Hij wijkt eenige passen achteruit). Kijk, ik dacht wel, dat gij gevoel voor het schoone hadt I En bij welke was dat Bij een Jaap Maris. Ze hadden 'ra niet goed vastgemaakt, hij viel op m'n hoofd. UIT EEN ROMAN. .Toen trapte de burgemeester, dia met den vorst op een vriendschappo- lijken voet verkeerde per ongeluk op ijezen. TREFFENDE GELIJKENIS. A. :Ts je neef nog altijd zoo mager B. Verschrikkelijk, en nu krijgt hij óók 'n kale knikker Hij lijkt te- gei wooTdig precies op "n wandelstok met ivoren knop HULP-WERKWOORDEN. Heb je 't gehoord, dat Karei ter» loofd is Wat zeg ja... En wat is 't vooe een meisje Ze i 5 niets, maar ze heeft. ten in de gelegenheid te stellen maat regelen te treffen in hel belang van nijverheid en handel, te meer. om dat die maatregelen, b.v. het maken van havens, dit niet zich brengen, dat er zich in de gemeente vestigen weinig belasting betalende arbeiders gezinnen. Wegens liet vergevorderde uur stelde de voorzitter die vooraf Mr. Enschedé dank bracht voor, de be raadslaging over deze aangelegen, held te verdagen, alsmede het nog op de agenda vermelde punt„Organi satie van Klein Nijverheid", in ie lei» den door Mr. J. C. L. Vlaanderen. Evenwel ontspon zich nog een voor- loopige gedachienwissellng. Een der aanwezigen wilde ter ver eenvoudiging van de administratie en inperking van het ambtenaren- heirleger, een eenvoudiger belasting stelsel op den voet als de groote be lasting-autoriteit van eeuwen gele den, namelijk Alva met zijn „Tiendon penning", invoerde. Deze spreker wilde een algemeene inkomstenbelasting van Rijkswege, Hij herinnerde aan een geval, dai een Amsterdamsch ingezetene, die 30.000 per jaar aan gemeente-belas ting betaalde, weigerde om meer te betalen, hoewel hij erkende, dat bij meer dan 30.000 verschuldigd was. Op de bedreiging, dat hij de stad zou verlaten, als men hem hooger aansloeg, zwichtte hel gemeentebe stuur van de hoofdstad. Dit zou nu met meer kunnen voorkomen, ais men een Rijks-inkomstenbelasting hief. De heer Enschedé bleef het inko men een niet juist te benaderen maat staf noemen. Nadat nog eenige ©ogenblikken was gesproken over de grondslagen van een zakelijke belasting op het bedrijf, te heffen naar kenieekenen van dea omvang van het bedrijf ln de ge meente, sloot de voorzitter do bijeen komst met een nog eens herhaalde opwekking tot de aanwezigen, om leden te werven. Binnenland DE TWEEDE KAMER heeft gisteren het algemeen, politiek debat over de Staatsbegroolhig be gonnen. Voorshands voerden nog slecht* twee sprekers het woord en waa nog geen dei-de ingeschreven, maar er zullen er natuurlijk nog wel bij ko men. De heer Roodhuyzen opende het vuur met een beslisten, maar als naar FEUILLETON Naarhet Engelse h. van H. T. JOHNSON. 351 Daarna deed hij mij nog zeer veel Vragen en vernam van mij, dat ik dol veel houd van tante, en zij zoo coed voor mij is en eindelijk werden time en ook de man, die het ons altijd lastig wil maken, on de zaak waarnemers binnengeroepen, en de rechter zeide, dat Hij zeer trolsch was op zijn pleegkind, Oil dat hij er van overtuigd was, dat zij aan geen betere en vriendelijker zorgen kon worden toevertrouwd, dan zij nu «as, cu wal dien iastigen mijnheer betreft, hij kon niets unders voor nem doen, dan hem bevelen, om de kosten van béide partijen tc betalen, on die bedoeld© mijnheer keek toen teer boos. f TiKin Dolly haar verhaal had ge- «enigszins buiten udem door (•Tii'ibo? haar eèn kus én glimlachte '•ij de L-Machtc, dat dit openhartig toeisjr „.7 lUstitic den haar kinderlijken eenvoud en onge kunsteld gobabbol, zelfs de spinne- webbern van eouwen her had besche nen. Maar tranen vermengden zich met dien glimlach, wanneer zij be dacht, dat ook de bekoring van het opwekkende gezelschap van dit lieve kind zou ophouden. Zij pakte haar koffers, betaalde haar rekeningen in het hotel en ver liet dit gebot'.w om een nederiger ver blijf op te zoekenterwijl zij een brief aan het adres van Dudley Car- stairs achterliet, tevens haar voorne men te kennen gevende, dat zij, zoo dra zij een haar passend verblijf had gevonden, nog een brief voor hem aan het liotel zou achterlaten. Fiddings gevoelde zich zeer een zaam en diep bedroefd, want me vrouw Cnrstairs had haar verlaten en ook de nieuwe kellner. HOOFDSTUK XXIV. Een ongewonschte ont moeting. Mei hot oog op zijn vroegere leef wijze. schikte majoor Punter zich be wonderenswaardig' vlug in zijn nieu we omgeving. De man, die hem zijn steun had aangeboden, deed dit op zee- verstandige wijze. Ilij pianiste den >or niet in een ondergeschik te hui rekking, waarin hij allerlei ten, en ©en massa tecluiische bezwa ren zou moeten overwinnen, want in velo gevallen is het met een kantoor- administratie als mot een steekpalm. de laagste takken zijn het meest met doorns bezet. Hij gaf Punter een po sitie, waarbij hij zijn gezond ver stand terdege moest gebruiken. Hij gaf dozen oen voldoend salaris met een -voorschot, opdat de majoor zich eerst weer van al hot noodige kon voorzien. Voor Punier was deze verandering zeer wolkom, niet alleen met het oog oo zijne levenswijze van de laat ste weken, vol gebrek en ontberin gen, maar ook niet het oog op vroe ge ren tijd, toen hij door schurkerijen en oplichterijen in zijn levensonder houd voorzag. Hij gewende zich zeer gemakkelijk aan die andere levenswijze, maar nu en dan bekroop hem de vrees, dat een misdaad, door hem in v roe geren tijd gepleegd, ais een door hem gezaai de distelplant zou opgroeien en een beletsel zou zijn op liet pad der deugd dat hij nu had ingeslagen. Vat zijn nieuwen patroon betreft, voor hem had hij geen vrees, daar deze hom immers een betrekking h.a.d gegeven, terwijl hij ongeveer wist, volk leven de majoor vroeger geleid had bovendien was Punter zoo ver standig geweest om geen geheim van zijn verleden te maken, en met open hartigheid had hij hem hekend, dat hij tot eenige weken, voordat hij zijn betrekking had gekregen, een be drieger en een oplichter was geweest, en dat hij zijn besluit om een ander leven te gaan leiden, en bij had dit zeer ernstig opgevat, aan een kind had te danken. De koopman hield zijn nieuwen be diende bij zijn woord en gebruikte het zekerste middel, om hem In xijn nieuw besluit te sterken hij ver trouwde hem. Op zekeren morgen, toen Punter zijn lunch gebruikte aan het buffet van een druk bezocht café in de City, werd ei- tegen zijn elleboog geduwd. Toeu hij omkeek, ontzonk nem olie moed. daar hij den doordringenden blik van Inspecteur Gleddow op zich gevestigd zag. Ik wilde u spreken, majoor, zeide de inspecteur bedaard, wan neer gij uw lunch hebt gebruikt, ga dan mei mij mee. En dat is dus het einde van al les, dacht do majoor bij zichzelf Daarna vroeg hij fluisterend Waar van word Ik beschuldigd, Gleddow Daarover zullen wij spreken, antwoordde Gleddow. Drink dat niet op, majoor, ik ken u hier den rooden wijn niet aanbevelen. En met deze woorden nam hij be daard bei glas van den majoor, en wierp den inhoud op den vloer, ter wijl hij er bijvoegde Drink liever een gla* champagne met mij, want zijn scherpe blik had gezien, dat de majoor een klein balletje in zijn glas liet vallen. De majoor ontstelde en antwoord de toen Ja, Gleddow, gij hebt oen Euro peesche vermaardheid gekregen voor het „suaviter in modo'Ik heb er niets op tegen. Ik veronderstel, dat ik nu in de eerste jaren wel geen Pommery moer zal drinken Dat hangt er van af, antwoord de Gleddow. Wat voort gij tegen- woordlg uit, majoor Nadat zij zich aan een alleenstaand tafeltje hadden neergezet en zich ean flesch Pommery hadden laten bren gen, vertelde Punter den detective openhartig het laatste hoofdstuk van zijne levensgeschiedenis. Toen hij geëindigd had, zeide Gleddow Ik donk wel, majoor, -dat ik het zoo kan inrichten, dat men u onge moeid zal laten, mits gij mij echter behulpzaam wilt zijn. Ik heb er altijd zooveel mogelijk mijn bost voor ge daan, om oon leder, die zijn leven trachtte te verbeteren, ongemoeid te laten, en dikwijls, wanneer ik iemand ontmoette, dlo nog al wat op ziin kerfstok had, maar nu op eerlijke wijze zijn brood verdiende, heb ik slechts mijn oogen wijd genoeg ge opend, om er van verzekerd te zijn, dat bij volkomen te vertrouwen was wanneer ik dat dan had gedaan, hield lk mijn mond dicht. Hoevele mannen, die den vorkeer» don weg hadden bewandeld, zouden hun leven nog hebben kunnen verbe teren, wanneer de gouden regel van den inspecteur algemeen word toe gepast 1 Wat voert do graaf tegenwoordig uit? vroeg Gleddow. Punter antwoordde Ik zóu het u niet vertellen, al wist ik het, want al zijn wij niet vriendschappelijk van elkaar geschei den, vroeger waren wij toch bond ge- nooten. Dit wil ik echter zworen, voor zoover mijn eed waarde voor u kan hebben, ik heb hem niet weergezterf sedert wij van elkaar zijn gegaan. Ik hob een briefje van hem ontvangen, waarin hij mij verzocht ora hem verder behulpzaam te zijn, en in do nieuwsbladen to adverteeren, waar ik hem zou kunnen ontmoeten, ik heb het echter niet gedaan. Maar of schoon ik hem niet zou verraden, al wist ik waar hij zich ophield, wil ik u toch wel dezen raad geven houd eon waakzaam oog op mevrouw Car- stairs, want. wanneer hij haar alleen ontmoet dan zal Dudley Car stair sï voor zoover ik weef, do verfoeilijkst© daad bedrijven, die hij tot dusverre heeft begaan. Hij deinst voor niets te rug, maar ik heb hem gezegd, dat ik, wat dte zaak betreft, hem zal tegen werken in de uitvoering van zijo plan. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5