NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Be Erfgenaamvan Vering 28© Jaargang. No. 3442 Verschijnt dagelijks, behah/e op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 30 DECEMBER 1910 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN: pbr drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor HaarlemHaarlem van 15 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd fe (kom der BiJ Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1.30 Advertentie» van Vraag en Aanbad, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 C? jC- mMwiM90 Cte' voor 3 Plaats'n8en a contant- Afzonderlijke nummers 0.02J4 .7 i. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemu.d/tt HOTjstSFr n B de omstreken en franco per posf 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Costter. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de nlaatsine van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemadhtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1278. Waar blijft het geld? Pessimisten zullen misschien, na 3e lezing van ons raadsverslag, zeg gen dat de gemeentelijke lichtfabrie ken niet aan de verwachting hebben voldaan. We hebben niet. zooals ver wacht en voorspeld is, een gasprijs van zes cents gekregen en onze be lasting is niet door de winsten van de gasfabriek gedaald. Integendeel, on ze hoofdelijke omslag is met die winsten geklommen. Welk een toene ming van uitgaven moet er in de laatste jaren zijn ontstaan, om deze dubbele toeneming van inkomsten te verslinden. Maar vóórdat ik daarop nader inga, wil ik even de aandacht vestigen op een verklaring van den heer Loomeij- er, het eenig overgebleven lid van de Commissie, die indertijd raadde tot afwijzing van dc voorstellen tot con cessieverlenging der Imperial en tot bouw van eigen lichtfabrieken. De heer Loomeijer erkende namelijk, dat er in dien tijd wel over een vermoe- delijken prijs van zes cents is gespro ken, maar dat dit niet als een belofte mag worden opgevat. Zoo is het ook. Wanneer een Raadslid of een Raads commissie zich in dien geest uitlaat, dan is dat geen toezegging, maar een verwachting, die uitgesproken wordt en waarvan de verwezenlij king afhangt van de omstandigheden. Welnu, ir laten deze niet toe en zoo kon ook de heer Loomeijer veilig te gen het voorstel tot prijsverlaging stemmen. Maar dat een belastingbetalend gasverbruiker nu vraagt„waar is bet geld gebleven kan ik mij zeer goed voorstellen. En om weg te ne men het onjuiste denkbeeld, meerma len gehoord, dat er maar met geld wordt gesmeten (het spreekwoord, dat het goed riemen snijden is van andermans leer is stellig door een nijdig belastingbetaler verzonnen) doe ik opmerken, dat de verschillende onderdeelen van de uitgaven der ge meente, zooals die in de begrootin gen werden vermeld, alle zijn geste gen. Dat is niet ee ngevolg van de nei ging van den Raad, om maar altijd milder te wezen integendeel, voor al bij het dagelijksch bestuur wordt voortdurend getracht bet hollende paard in te toornen. Wij zelf zijn er voor een groot deel de schuld van, wij belastingbetalers. Meer en meer vergen wij van de openbare kas. Do laatste tijd levert daarvan twee be wijzen. Er is door verschillende ver- ecnigingen vergaderd over nieuw plaveisel voor onze hoofd-verkeers- wegen, zelfs gerequestreerd over asphalteering. En twaalf inge zetenen zotten een beweging op touw, om subsidie te krijgen voor het Bron gebouw. Dat kust alles geld en moet toch ergens van betaald worden. Zoo zullen binnenkort de loonen van de gemeente-werklieden verhoogd wor den, wat der gemeentekas een be langrijke som kosten zal. De wensch daartoe ging van de belanghebbenden zelf uit. Neen, de Raad is het niet, die de be lastingen hoog maakt, wij zijn het zelf, wij ingezetenen die óf voor nieu we denkbeelden óf ter verbetering van onze levenspositie geld vragen. Niet ten onrechte, zooals bij de ge meente-werklieden, of bij de onderwij zers, wier gezamenlijk salaris van 1904 tot nu toe met 77000 is gestegen. En zoo kom ik. vanzelf tot de cijfers, <lio ik opzettelijk wil vergelijken in <le periode van de stichting der gasfa briek en haar tegenwoordigen bloei. Op de begrooting voor 1904 staat de post plaatselijke inkomstenbelasting uitgetrokken voor 426.000, op die voor 1911 is dat cijfer geklommen tot 585.000 en terwijl er voor 1904 op een winst van ruim 55.000 werd gere kend van dc lichtfabrieken is er voor 1911 een winst geschat van meer dan twee ton. Dit zijn de posten van ontvangst, die het meest zijn aangegroeid. Na tuurlijk staat tegenover de grootere kosten van 't onderwijs, waarvan ik hierboven al een enkelen post liet zien, ook ruimere ontvangst, daar bet Rijk een gedeelte bijdraagt en de schoolgelden ruimer vloeien. Dat zijn geen onbeduidende cijfers, want de rijksbijdrage voor onderwijs, die voor 1904 op 66.0(10 werd geraamd, is voor 1911 op 174.000 geschat en de school gelden namen toe van bijna 86.000 tot 141.000. Toch kan die verbazende stijging de grootere uitgaven niet dekken. Het lager onderwijs alleen kost voor 1911 f367.000, dat is 107.000 iileer dan voor 1904, middelbaar en linoger onderwijs samen eischen thans ruim 72.000 meer, dan toen en voor andere scholen, kunsten en we tenschappen komt daar nog een dui zend gulden of zes bij. Die post M. en H. O. is natuurlijk vooral door den 3-jarigen cursus en de handelsschool zooveel hooger, ter wijl ook de avond-handelscursus een duizend gulden of tien kost. Zij zijn alle ontstaan door drang uit de bur gerij naar eigen handelsonderwijs, omdat de behoefte daaraan steeds duidelijker aan den dag kwam en de gelegenheid om het te Amsterdam te krijgen kostbaarder en beperkter werd. Wie zou nu dezen bij uitstek nuttigen tak van onderwijs nog wil len afschaffen Niemand meer, inte gendeel zal de bouw van een nieuwe school daarvoor worden toegejuicht. Maar dan moeten wij ingezetenen ook niet pruttelen, wanneer voor rente en aflossing van dat nieuwe geboe rente en aflossing moeten worden betaald. Ik heb het al eens meer betoogd noch B. en W., noch de Raad grijpen hun voorstellen en besluiten uit dc lucht, zij ondergaan daarbij den in vloed van buiten, dien van geschrif ten en gesprekken, dus ook onzen in vloed. Door de geheele samenleving heen is een neiging merkbaar naar betere hygiënische levensvoorwaar den, welnu is het dan te verwonderen dat we daarvoor in 1911 24.000 meer zullen hebben te betalen, dan in 1904 Veiligheid en orde verlangen we (denk aan de klachten over de relle tjes in de Groote Houtstraat en het succes van den Nachl veiligheids dienst) voortdurend praten de men- schen over betere straatverlichting, welnu daarvoor en voor de brandweer samen zullen we 20.000 meer heb ben op te brengen. Onder dén invloed van de moderne inzichten wordt uit breiding en verbetering verkregen van de gemeentelijk© armenzorg zonder geld is ook dit niet mogelijk ©n het zal dus voor 1911 177.000 kos ten tegen 120.000 voor 1904. Voorzie ning in de behoeften van den ouden dag voor wie niet meer kunnen wer ken is een algemeen verlangen de gemeente trok er zeven jaar geleden ƒ18 000, nu ƒ55.000 voor uit. Is het dan wonder, dal bij al die uitbreiding de kosten van het alge meen bestuur van ƒ72.000 tot 95.000 zijn gestegen Dit zijn nu maar enkele grepen uit de cijfers, ik liet den post rente en aflossing rusten, omdat die voorzich tig moet worden behandeld en wèl onderscheid dient gemaakt tusschen lecningen voor productieve zaken (waterleiding, gasfabriek) en impro ductieve, zooals scholen, museum en zoo meer. Waar het geld blij'ft kan men nu zoo wat nagaan. Ging ik in bijzonder heden afdalen, dan had ik geen plaatsruimte en de lezer geen geduld genoeg. Te hopen is het, dat de reke ning over 1911 meevalt, daar nog groote uitgaven in de naaste toekomst liggen. De moed ontbreekt mij dan ook, om zelfs maar de hoop uit te spieken, dat ons belastingpercen tage niet meer stijgen zal. Als we maar waar voor ons geld krijgen, is het ook zoo vreeselijk niet, wanneer het percentage nog ietwat stijgt. In die positie verkeeren alle groote ge- roeenten. En veel erger dan dat zou het wezen, wanneer de uitgaven ble ven staan. Dat zou een teeken zijn van achteruitgang in onze gemeente, van vermindering aan energie en le venskracht. Want ik zeg het nog eens het is onze geest, het zijn o wenschen, die den Raad drijven tot uitbreiding van de gemeentelijke be moeiing. De stijging der belasting is de stijging, die wij, ingezetenen, oorzaken. Laat ons, elkander gepaste, maar dan ook gepaste, zuinigheid voorhoudende, over de belasting niet klagen en den Raad prijzen, die een onnoodige en ongewenschte verhoo- ging van het belastingpercentage, als gevolg van verlaging van den gas prijs, niet heeft gewild. J. C. P. Buiteniawiscft Overzicht NIEUWE ONRUST IN PORTUGAL Een.Fransch blad heeft via Spanje een telegram ontvangen, waarin de toestand in Portugal als vrij ernstig wordt gekenschetst. De arbeiders stellen eischen, die niet voor inwilliging vatbaar zijn, in het leger komen herhaaldelijk geval len van indiscipline voor, en drie kruisers moeten zich hebben verwij derd. De regeering, zoo heet het, is niet meer zeker van leger en vloot, en onder dc bevolking heersoht ongerust heid. Een ander bericht verzekert, dat de voorloopige regeering te Lissabon een geheime vereeniging van monar chisten ontdekt heeft, waarvan de leden besloten zouden hebben, koning Manuel weer op den troon te herstel len. Verschillende samenzweerders zijn aangehouden. DE BEVORDERING VAN DEN VREDE EN DE VERSTERKING DER BEWAPENING zijn hoe onlogisch ook in deze tijden onafscheidelijk. Dit blijkt weer eens bij herhaling uit het gebeurde bij de opening der Oostenrijksche en Hongoarsche dele gaties. Ter opening zei de vooratter o. a. Het volk zou zich verheugen, als men er in kon slagen den vrede te handhaven, zonder de kosten van be wapening te verhoogen maar inmid dels zal de delegatie nauwgezet de aangevraagde kredieten voor de landsverdediging nagaan. Ook bracht spreker hulde aan den keizer als den vredevorst. Daarna werden de delegaties, na mens den keizer, door den aartsher- tog-troonsopvolger Franz Ferdinand ontvangen. Deze hield een troonrede, waarin hij er op wees, dat de Inter nationale betrekkingen zich op bevre digende wijze ontwikkelden, gesteund door dc bondgenootschappen en dank zij de goede verstandhouding tot alle mogendheden. Hij voegde er aan toe, dat de departementen van oorlog en marine grootere kredieten noodig hebben, om zich op de hoogte van hun taak te kunnen handhaven. Een der Hongaren waagde hel te gen de hooge uitgaven voor leger vloot te protesteeren. IIij kreeg even wel te hooren, dat de gelden er toe zouden bijdragen, het aanzien van het rijk te verhoogen. Een groep Fransche Kamer-afge vaardigden heeft gratie gevraagd voor Durand, den man, die te Rouaan door de jury ter dood is veroordeeld, omdat hij beschuldigd i«, de aan- hitser te zijn geweest tot den moord op een werkwillige, te Havre door stakers gepleegd. Onder het aan den titel van ©en ouderwetscii tooneelstuk herinnerend opschrift „Durand, een gerechtelijke dwaling, waarvan 150 afgevaardigden herstel vragen", betoogt het Kamerlid Paul Meunier, dat de jury, toen ze op 25 November Durand ter dood veroordeelde, hel slachtoffer van een dubbele dwaling geweest is. Ten eerste meent Meunier te kunnen bewijzen, dat Durand on schuldig is, en ten tweede heeft dc jury zich vergist in de gevolgen van haar uitspraak. Zij meende, dat Du rand door een betrekkelijk licht von nis getroffen zou worden. Meunier gaal nu te Havre een onderzoek in stellen, om bewijzen voor Durand's onschuld te zoeken. DE TOESTAND OP KRETA. Eenige dagen geleden maakten we melding van plannen der Kretensers tot aankoop van wapenen en van nieuwe dreigende taal der leiders, zoodat het scheen alsof een opstand in voorbereiding was. Turkije heeft zich over een en ander bij de bescher mende mogendheden beklaagd. Deze hebben op de Turksche klacht een zeer geruststellend antwoord gegevc-n dal geen twijfel laat omtrent hun be sluit om geen gewelddadige wijziging van den staatsrechte] ij ken status van Kreta toe te laten. De mogendheden verklaren in hun nota, dat de plannen der Kretensers tot aankoop van wapens niet de ern stige aandacht waard zijn. Verder verzekeren ze, dat de eigendommen en het leven der Mohammedanen zullen beschermd worden. Ten slotte /ordt do verzekering gegeven, dat de souvereine rechten van Turkije zul len gehandhaafd blijven. Dit antwoord dei- mogendheden ligt volkomen in de lijn van alle vooraf gaande. De Kretensers zijn, in weer wil van al hun moties en besluiten, van de verwezenlijking van hun ide aal zeker verder af dan ooit. GEVECHTEN TUSSCHEN TURKEN EN DROEZEN. Er hebben weer bloedige botsingen in Syrië plaats gehad. Volgens te Saloniki ontvangen berichten hebben Woensdag 12.000 Droezen drie Turk sche bataljons, die op weg waren naar Kerab, omsingeld en in een zeer kritieke positie gebracht. Doch op het laatste oogenblik werden dc Droezen verjaagd en wel door de kanonnen van «en ter versterking aangekomen bataljon Turksche troepen. De Droe zen lieten 450 dood en en gewonden op het slagveld, terwijl 600 strijders zich overgaven. De Turksche troepen hadden 84 dooden en gewonden. Volgens de jóngste berichten hoop te men het spoorwegverkeer met Me dina in 3 dagen te kunnen herstellen. Alle klassen der reservisten der Sy rische steden zijn opgeroepen, om dc spoorlijn te beschermen. ENGELAND EN ZUID-AFRIKA. De hertog van Connaught is van zijin Zuid-Afrikaansche reis terugge keerd. Aan een journalist deelde hij mee, dat hij op zijn reis getracht had zoo veel mogelijk in aanraking te komen met de verschillende klassen der be volking en dat hem uit hetgeen hij gezien en gehoord heeft is gebleken, dat de Unie op hechten grondslag ge vestigd is en veel belooft voor de toe komst van de vier thans samen gc smolten koloniën. Het ligt voor d hand, dot lokale belangen hier en daar opgeofferd moesten worden, maar de hertog was er vast van over tuigd, "dat hetgeen de Unie met de eene hand had weggenomen, door haar met de andere rijkelijk zal wor den vergoed. Dat na do totstandkoming dei- Unie zich kleine geschillen zouden voordoen, was even onvermijdelijk, als dal er een politieke strijd zou ont staan. Maar desondanks, zoo ver klaarde de hertog, is ten duidelijkste gebleken, dat de Unie reeds een feit is geworden en niet meer een naam alleen. Dit is in hoofdzaak te danken aan den arbeid van beide huizen van hot parlement, die reeds belangrijke zaken, waaronder in de eerste plaats de ondcrwijs-quaestie te noemen is, hebben afgedaan op oen wijze, die leiden moet tot nauwere aansluiting van beide partijen. Omtrent de verhouding tusschen Boeren en Engelsehen liet de hertog zich als volgt uit „De twee raseen, wier belangen sinds geslachten zoo sterk uiteen liepen, zijn thans vast besloten samen te werken. Natuur lijk zullen er nog quaesties voorko men, als gevolg van de oude ver deeldheid, maar bij het respect, dat. Engelschen en Boeren elkander we derzijds toedragen, is er geen reden, rom rasgeschillen niet voortdu rend minder zouden worden, tot eens de tijd komt, dat beide rassen niet anders meer zullen zijn dan alleen Zuid-Af rik aansch." 't JAAR 1910. IL MERKWAARDIGE GEBEURTENIS SEN IN HET BINNENLAND. 15 Jan. Burgemeester Van Leeuwen treedt af; hij wordt 26 Jan. vervangen door Jhr. rar. A. Roëll, burgemeester van Arnhem. 17 Jan, Staking in de bouwvak ken te Amsterdam. 29 Jan. De Eereraad inzake df. Kuyper-kwestie ingesteld. 10 Febr. Regeeringsverklaring inzake, het Incident Van Heeckcron van Kell. 19 Febr. Een jongen te Zeist vermist. 26 Febr Mevr. Wynia op de Ni- colaas Mitzenkade te Amsterdam vermoord. Febr. Vergaan van de Prin» Willem II. 24 Maart. De Staatscommissie )or de Grondwetsherziening inge steld. 16 April. Moord op Mevrouw W. door jlir. G. v. S. te Rijswijk. Mei. De Koningin-Moeder brengt een bezoek aan Engeland. 7 Mei. Multatuli-huldiging. 12 Mei. De Minister van Justitie inr. Nelissen, treedt af; hij wordt op 14 Mei vervangen door mr. E. R. H. Regout 13 Mei. Prins Hendrik brengt een bezoek aan Engeland 25 Mei. Intocht van Prinses Ju liana te Amsterdam. 25 Mei. De Tweede Kamer ver werpt het enquête-voorstel in de dr. Kuyper-zaalt met 49 tegen 31 stom men- Mei. De kwestie van de G. E. W. te Amsterdam 7 Juni. Het Rapport der Ineen schakelingscommissie verschijnt. 14 Juni. De gouverneur van Bo- aire en andoren komen om bij 't vergaan van den schoener ..Gouver neur Van Heefdt" op de kust van Cu racao. 20 Juni. Leidsche Lustrumfees ten. 20 Juni. De Krupp-commissie brengt haar rapport uit. 4 Juli. Ongeval met het oorlog schip „Noord-Brabant". 6 Juli. Bij een spoorwegongeluk op de lijn MaastrichtAken worden 22 reizigers gekwetst. 12 Juli. Dc Eerste Kamer ver werpt liet wetsontwerp tot het ver kenen van subsidie aan de Nederd. iierv. Kerk te Rotterdam, voor de aanstelling van een 17den predikant. 12 Juli. Huisvlijttentoonstelling te Soheveningen. 18 Juli. Internationaal Uitgevers congres te Amsterdam. 19 Juli. De 13-jarige Dora. Kraak uit Oosterbeek vermoedelijk ver moord. 24 Juli. Oudermoord te Lochem. 31 Juii. Van Maasdijk, de eerste Nederlandsche aviateur in Neder land, vliegt te Heerenveen op. 4 Augustus. Prins Hendrik breekt bij het wielrijden het sleutel been. 9 Augustus. Eduard Meyer zwemt over de Zuiderzee. 12 Augustus. Dc staking en uit sluiting te Enschedé opgeheven. 14 Augustus. De Nederlandsche afdeeling op de Brusselsche tentoon- FEUILLETON Naar bet Engelsch door CHARLES GARVICE. 25) Het wilde, roode Indianenkïnd, dat voor de doodelijke vijanden van haar stam gevlucht was, gevoelde sjich be schermd door een buitengewoon wezen, want voor haar eenvoudi ge, kinderlijk© ziel, was de groo te, statige Bleek Gelaat, die hon ger, koude en gevaar opnam met een kalmte waarbij die der Indianen °P opgewondenheid leek, die haar be handelde met de zachtheid van een medicijnmeester] die haar den tijd meedeelde door middel van een klei ne, ronde, gouden medaille; die schoot met de juistheid van Oorlogszuchti ge» Havik en reed als Duivenvleu gel, den grootsten jager en ruiter van haar stam; die nooit een klacht uitte of bromde over de kleinste of grootste tegenspoed en teleurstelling, voor het kleine Indische meisje was de Engelschman zeer stellig een buiten gewoon wezen. Zoo gingen dag aan dag en nacht na nacht man en kind verder totdat ten slotte alle kruit verschoten en de laatste druppel brandewijn uit de flesch ver dwenen was; en Percy begon te den ken dat zij santen hun graf wel zou den moeten vinden in die wijde, een zame ruimte. Hij keek neer op het gelaat van het kind, dat zoo'n volko men kalme uitdrukking had, dat hij haar in slaap meende, toen plotseling dc donkere oogen wijd opengesperd werden on het lenige lichaam een luisterende houding aannam. Percy liet de merrie stilhouden en luisterde. Wat is er, Cora? zei hij. Zij wendde zich tot. hem en liet haar tanden zien. Buffelvleesch en brood van avond, zei zo bedaard. Iioel verrukt dat te hooren, zei Percy glimlachend. Cora hoort den hond van Bleek Gelaat. Percy luisterde en hoorde nu ook over de vlakte de holle echo van hon dengeblaf. Een welkomer geluid meende hij nooit gehoord te hebben. Dat is een hond, stemde hij toe; maar hoe weet je dat hij "t eigen dom is van een Bleek Gelaat 1 vroeg hij. Indionenhonden blaffen niet zoo luid. Zi| niet dom. Dat ik dan nooit weer een ver- staudigen hond mag ontmoeten, zei hij. Houdt je vast. Cora, wij zullen zien of je selijk hebt, als er ten minste nog eenige energie in Judy is overge bleven. En met een tikje zette hij de merrie aan. De scherpe ooren van het Indinan- sche rneisie. hadden haar niet bedro gen, iedere vijf minuten bracht het luide blaffen van den hond meer na bij. De merrie stak haar ooren op op liet gelaat van Percy kwam een te vreden uitdrukkingalleen Cora scheen noch verrukt noch verlicht te zijn. Nog vijf minuten en wij zullen of in de gelegenheid zijn om zelf eten klaar te maken of een onder zal dat voor ons doen. Bedaard, Judy Cora, wat is hel, vriend of vijand Het meisje dacht ©en oogenblik na; toen, terwijl d© merrie over een klei ne, open vlakte draafde en aanhield op een verzameling van drie of vier houten hutten, keek zij op en ant woordde Bleek Gezichten. Hot volgend oogenblik begon niet één, maar wel twintig honden op twintig verschillende manieren te blaffen. Een deur van de grootste hut ging langzaam open, en het was een donkere avond de lange ge daante van oen man kwam uit tegen het licht achter hem Wie is daar vroeg hij. Een vriend, antwoordde Percy, terwijl hij voor de deur bleef stil staan en zich van den zadel liet glijden. Van verre gekomen, vreemde ling Ileel ver, zei Percy. Van Wassawa, misschien Neen. van de Slangenrivier, ter wijl hij het paard naar een beschutte plek bracht. Neen 1 riep de man. Zeker ver dwaald geraakt En zonder leeftocht, zei nu Percy. We zijn vermoeid en hongerig, wij alle drie, voegde hij er hij met een kalm beroep op de gastvrijheid van den man. Wat is dat, pelswerk voegde de- man er bij. terwijl hij langs het paard liep en op Cora wees. Neen, zei Percy en maakte een gebaar met zijn hand. Cora gleed van het paard af. Zoo 1 riep de man uit. Wateen kleine roodhuid, wel, wel en hij be keek Cora alsof zij een zeldzaam groote rat was. Kan u ons huisvesting en eten geven voor vannacht? vroeg Percy. Ja, natuurlijk, zei de man, en hij liep voor hen uit, en duwde een stal deur open. Breng het paard hierin. Hier is haverstroo en water. Mijn knecht zal dan wel voor het beest zorgen. Dank u, zei Percy, terwijl hij wat haver in de ruif deed, maar als u er niets togen heeft, zal ikzelf voor hem zorgen. De kolonist knikte en de uitdruk king op zijn gelaat werd een beetje toeschietelijker. Nu, ik denk, dat ik het verstan digst doe maar naar binnen te gaan, om daar het een en ander klaar te maken. Ja, heel graag. In weken hebben wij geen huis van binnen gezien. De man knikte en verdween. Percy ging voort met voor het paard te zor gen. terwijl Cora hem met, groot© be hendigheid hielp. Nu, kleintje, nu zullen wij naar binnen gaan en d© gastvrijheid van onzen vriend op de proef stellen. Wat is er want in plaats dat het kind de hand groep, die hij naar haar uit strekte, ging het achteruit en bleef tegen het paard staan leunen. Cora bij Judy blijven. Bleek Ge zichten houden niet van een rood huid. Dan zullen zij er zich vannacht maar naar moeten schikken, hoor, kleintje, zei Percy glimlachend. Kom! ga me© Zij legde haar hand in de zijne en samen duwden zij de deur open en traden de voornaamste kamer van de hut binnen. Bij den eersten oogop slag ontdekte Percy, dat het een her berg was; bij den tweeden, dal het hier een kolonie van pelsjagers en handelaars was, want om den haard zaten drie mannen, die duidelijk als pelsjagers te herkennen waren en een bonthandelaar of jager stond tegen den houten wand van het vertrek ge leund, terwijl hij de bladzijden van zijn notitieboek omsloeg en ondevtus- schen met de anderen sprak. De waard, met een kalme nonchalance hem en zijn soort eigen, kwam r voren toen de beide reizigers binnen kwamenen met een extra tikje tegen zijn bonten muts, schoof hij kalm een der pelsjagers van den haard weg. Maak wat ruimte. Billdeze mijnheer en dat kind moeten ont dooien. Dank u, zei Percy wij zijn erg koud blijf maar kalm zitten. Waard, heb je ook wat avondeten voor ons De gewone vraag was hierop het antwoord. Alles wat je hebt, luidde het antwoord van Percy. Wat het ook zijn mag, het zal voor ons altijd Iets nieuws zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5