NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
Be Erfgenaamvan Vering
28© Jaargang. No. 3442
Verschijnt dagelijks, behah/e op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 30 DECEMBER 1910 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN:
pbr drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor HaarlemHaarlem van 15 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd fe (kom der BiJ Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1.30 Advertentie» van Vraag en Aanbad, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 C? jC- mMwiM90 Cte' voor 3 Plaats'n8en a contant-
Afzonderlijke nummers 0.02J4 .7 i. Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemu.d/tt HOTjstSFr
n B de omstreken en franco per posf 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Costter. Directeur J. C. PEEREBOOM.Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de nlaatsine van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemadhtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1278.
Waar blijft het geld?
Pessimisten zullen misschien, na
3e lezing van ons raadsverslag, zeg
gen dat de gemeentelijke lichtfabrie
ken niet aan de verwachting hebben
voldaan. We hebben niet. zooals ver
wacht en voorspeld is, een gasprijs
van zes cents gekregen en onze be
lasting is niet door de winsten van de
gasfabriek gedaald. Integendeel, on
ze hoofdelijke omslag is met die
winsten geklommen. Welk een toene
ming van uitgaven moet er in de
laatste jaren zijn ontstaan, om deze
dubbele toeneming van inkomsten te
verslinden.
Maar vóórdat ik daarop nader inga,
wil ik even de aandacht vestigen op
een verklaring van den heer Loomeij-
er, het eenig overgebleven lid van de
Commissie, die indertijd raadde tot
afwijzing van dc voorstellen tot con
cessieverlenging der Imperial en
tot bouw van eigen lichtfabrieken. De
heer Loomeijer erkende namelijk, dat
er in dien tijd wel over een vermoe-
delijken prijs van zes cents is gespro
ken, maar dat dit niet als een belofte
mag worden opgevat. Zoo is het ook.
Wanneer een Raadslid of een Raads
commissie zich in dien geest uitlaat,
dan is dat geen toezegging, maar een
verwachting, die uitgesproken
wordt en waarvan de verwezenlij
king afhangt van de omstandigheden.
Welnu, ir laten deze niet toe en zoo
kon ook de heer Loomeijer veilig te
gen het voorstel tot prijsverlaging
stemmen.
Maar dat een belastingbetalend
gasverbruiker nu vraagt„waar is
bet geld gebleven kan ik mij zeer
goed voorstellen. En om weg te ne
men het onjuiste denkbeeld, meerma
len gehoord, dat er maar met geld
wordt gesmeten (het spreekwoord,
dat het goed riemen snijden is van
andermans leer is stellig door een
nijdig belastingbetaler verzonnen)
doe ik opmerken, dat de verschillende
onderdeelen van de uitgaven der ge
meente, zooals die in de begrootin
gen werden vermeld, alle zijn geste
gen.
Dat is niet ee ngevolg van de nei
ging van den Raad, om maar altijd
milder te wezen integendeel, voor
al bij het dagelijksch bestuur wordt
voortdurend getracht bet hollende
paard in te toornen. Wij zelf zijn er
voor een groot deel de schuld van,
wij belastingbetalers. Meer en meer
vergen wij van de openbare kas. Do
laatste tijd levert daarvan twee be
wijzen. Er is door verschillende ver-
ecnigingen vergaderd over nieuw
plaveisel voor onze hoofd-verkeers-
wegen, zelfs gerequestreerd
over asphalteering. En twaalf inge
zetenen zotten een beweging op touw,
om subsidie te krijgen voor het Bron
gebouw. Dat kust alles geld en moet
toch ergens van betaald worden. Zoo
zullen binnenkort de loonen van de
gemeente-werklieden verhoogd wor
den, wat der gemeentekas een be
langrijke som kosten zal. De wensch
daartoe ging van de belanghebbenden
zelf uit.
Neen, de Raad is het niet, die de be
lastingen hoog maakt, wij zijn het
zelf, wij ingezetenen die óf voor nieu
we denkbeelden óf ter verbetering
van onze levenspositie geld vragen.
Niet ten onrechte, zooals bij de ge
meente-werklieden, of bij de onderwij
zers, wier gezamenlijk salaris van
1904 tot nu toe met 77000 is gestegen.
En zoo kom ik. vanzelf tot de cijfers,
<lio ik opzettelijk wil vergelijken in <le
periode van de stichting der gasfa
briek en haar tegenwoordigen bloei.
Op de begrooting voor 1904 staat de
post plaatselijke inkomstenbelasting
uitgetrokken voor 426.000, op die
voor 1911 is dat cijfer geklommen tot
585.000 en terwijl er voor 1904 op een
winst van ruim 55.000 werd gere
kend van dc lichtfabrieken is er voor
1911 een winst geschat van meer dan
twee ton.
Dit zijn de posten van ontvangst,
die het meest zijn aangegroeid. Na
tuurlijk staat tegenover de grootere
kosten van 't onderwijs, waarvan ik
hierboven al een enkelen post liet
zien, ook ruimere ontvangst, daar
bet Rijk een gedeelte bijdraagt en de
schoolgelden ruimer vloeien. Dat zijn
geen onbeduidende cijfers, want de
rijksbijdrage voor onderwijs, die voor
1904 op 66.0(10 werd geraamd, is voor
1911 op 174.000 geschat en de school
gelden namen toe van bijna 86.000
tot 141.000. Toch kan die verbazende
stijging de grootere uitgaven niet
dekken. Het lager onderwijs alleen
kost voor 1911 f367.000, dat is 107.000
iileer dan voor 1904, middelbaar en
linoger onderwijs samen eischen
thans ruim 72.000 meer, dan toen en
voor andere scholen, kunsten en we
tenschappen komt daar nog een dui
zend gulden of zes bij.
Die post M. en H. O. is natuurlijk
vooral door den 3-jarigen cursus en
de handelsschool zooveel hooger, ter
wijl ook de avond-handelscursus een
duizend gulden of tien kost. Zij zijn
alle ontstaan door drang uit de bur
gerij naar eigen handelsonderwijs,
omdat de behoefte daaraan steeds
duidelijker aan den dag kwam en de
gelegenheid om het te Amsterdam te
krijgen kostbaarder en beperkter
werd. Wie zou nu dezen bij uitstek
nuttigen tak van onderwijs nog wil
len afschaffen Niemand meer, inte
gendeel zal de bouw van een nieuwe
school daarvoor worden toegejuicht.
Maar dan moeten wij ingezetenen ook
niet pruttelen, wanneer voor rente en
aflossing van dat nieuwe geboe
rente en aflossing moeten worden
betaald.
Ik heb het al eens meer betoogd
noch B. en W., noch de Raad grijpen
hun voorstellen en besluiten uit dc
lucht, zij ondergaan daarbij den in
vloed van buiten, dien van geschrif
ten en gesprekken, dus ook onzen in
vloed. Door de geheele samenleving
heen is een neiging merkbaar naar
betere hygiënische levensvoorwaar
den, welnu is het dan te verwonderen
dat we daarvoor in 1911 24.000 meer
zullen hebben te betalen, dan in 1904
Veiligheid en orde verlangen we
(denk aan de klachten over de relle
tjes in de Groote Houtstraat en het
succes van den Nachl veiligheids
dienst) voortdurend praten de men-
schen over betere straatverlichting,
welnu daarvoor en voor de brandweer
samen zullen we 20.000 meer heb
ben op te brengen. Onder dén invloed
van de moderne inzichten wordt uit
breiding en verbetering verkregen
van de gemeentelijk© armenzorg
zonder geld is ook dit niet mogelijk
©n het zal dus voor 1911 177.000 kos
ten tegen 120.000 voor 1904. Voorzie
ning in de behoeften van den ouden
dag voor wie niet meer kunnen wer
ken is een algemeen verlangen de
gemeente trok er zeven jaar geleden
ƒ18 000, nu ƒ55.000 voor uit.
Is het dan wonder, dal bij al die
uitbreiding de kosten van het alge
meen bestuur van ƒ72.000 tot 95.000
zijn gestegen
Dit zijn nu maar enkele grepen uit
de cijfers, ik liet den post rente en
aflossing rusten, omdat die voorzich
tig moet worden behandeld en wèl
onderscheid dient gemaakt tusschen
lecningen voor productieve zaken
(waterleiding, gasfabriek) en impro
ductieve, zooals scholen, museum en
zoo meer.
Waar het geld blij'ft kan men nu
zoo wat nagaan. Ging ik in bijzonder
heden afdalen, dan had ik geen
plaatsruimte en de lezer geen geduld
genoeg. Te hopen is het, dat de reke
ning over 1911 meevalt, daar nog
groote uitgaven in de naaste toekomst
liggen. De moed ontbreekt mij dan
ook, om zelfs maar de hoop uit te
spieken, dat ons belastingpercen
tage niet meer stijgen zal. Als we
maar waar voor ons geld krijgen, is
het ook zoo vreeselijk niet, wanneer
het percentage nog ietwat stijgt. In
die positie verkeeren alle groote ge-
roeenten. En veel erger dan dat zou
het wezen, wanneer de uitgaven ble
ven staan. Dat zou een teeken zijn
van achteruitgang in onze gemeente,
van vermindering aan energie en le
venskracht. Want ik zeg het nog
eens het is onze geest, het zijn o
wenschen, die den Raad drijven tot
uitbreiding van de gemeentelijke be
moeiing. De stijging der belasting is
de stijging, die wij, ingezetenen,
oorzaken. Laat ons, elkander gepaste,
maar dan ook gepaste, zuinigheid
voorhoudende, over de belasting niet
klagen en den Raad prijzen, die een
onnoodige en ongewenschte verhoo-
ging van het belastingpercentage, als
gevolg van verlaging van den gas
prijs, niet heeft gewild.
J. C. P.
Buiteniawiscft Overzicht
NIEUWE ONRUST IN
PORTUGAL
Een.Fransch blad heeft via Spanje
een telegram ontvangen, waarin de
toestand in Portugal als vrij ernstig
wordt gekenschetst.
De arbeiders stellen eischen, die
niet voor inwilliging vatbaar zijn, in
het leger komen herhaaldelijk geval
len van indiscipline voor, en drie
kruisers moeten zich hebben verwij
derd.
De regeering, zoo heet het, is niet
meer zeker van leger en vloot, en
onder dc bevolking heersoht ongerust
heid.
Een ander bericht verzekert, dat de
voorloopige regeering te Lissabon
een geheime vereeniging van monar
chisten ontdekt heeft, waarvan de
leden besloten zouden hebben, koning
Manuel weer op den troon te herstel
len. Verschillende samenzweerders
zijn aangehouden.
DE BEVORDERING VAN DEN
VREDE EN DE VERSTERKING
DER BEWAPENING
zijn hoe onlogisch ook in deze
tijden onafscheidelijk.
Dit blijkt weer eens bij herhaling
uit het gebeurde bij de opening der
Oostenrijksche en Hongoarsche dele
gaties.
Ter opening zei de vooratter o. a.
Het volk zou zich verheugen, als
men er in kon slagen den vrede te
handhaven, zonder de kosten van be
wapening te verhoogen maar inmid
dels zal de delegatie nauwgezet de
aangevraagde kredieten voor de
landsverdediging nagaan.
Ook bracht spreker hulde aan den
keizer als den vredevorst.
Daarna werden de delegaties, na
mens den keizer, door den aartsher-
tog-troonsopvolger Franz Ferdinand
ontvangen. Deze hield een troonrede,
waarin hij er op wees, dat de Inter
nationale betrekkingen zich op bevre
digende wijze ontwikkelden, gesteund
door dc bondgenootschappen en dank
zij de goede verstandhouding tot alle
mogendheden. Hij voegde er aan toe,
dat de departementen van oorlog en
marine grootere kredieten noodig
hebben, om zich op de hoogte van hun
taak te kunnen handhaven.
Een der Hongaren waagde hel te
gen de hooge uitgaven voor leger
vloot te protesteeren. IIij kreeg even
wel te hooren, dat de gelden er toe
zouden bijdragen, het aanzien van
het rijk te verhoogen.
Een groep Fransche Kamer-afge
vaardigden heeft gratie gevraagd
voor Durand, den man, die te Rouaan
door de jury ter dood is veroordeeld,
omdat hij beschuldigd i«, de aan-
hitser te zijn geweest tot den moord
op een werkwillige, te Havre door
stakers gepleegd. Onder het aan den
titel van ©en ouderwetscii tooneelstuk
herinnerend opschrift „Durand,
een gerechtelijke dwaling, waarvan
150 afgevaardigden herstel vragen",
betoogt het Kamerlid Paul Meunier,
dat de jury, toen ze op 25 November
Durand ter dood veroordeelde, hel
slachtoffer van een dubbele dwaling
geweest is. Ten eerste meent Meunier
te kunnen bewijzen, dat Durand on
schuldig is, en ten tweede heeft dc
jury zich vergist in de gevolgen van
haar uitspraak. Zij meende, dat Du
rand door een betrekkelijk licht von
nis getroffen zou worden. Meunier
gaal nu te Havre een onderzoek in
stellen, om bewijzen voor Durand's
onschuld te zoeken.
DE TOESTAND OP KRETA.
Eenige dagen geleden maakten we
melding van plannen der Kretensers
tot aankoop van wapenen en van
nieuwe dreigende taal der leiders,
zoodat het scheen alsof een opstand
in voorbereiding was. Turkije heeft
zich over een en ander bij de bescher
mende mogendheden beklaagd. Deze
hebben op de Turksche klacht een
zeer geruststellend antwoord gegevc-n
dal geen twijfel laat omtrent hun be
sluit om geen gewelddadige wijziging
van den staatsrechte] ij ken status van
Kreta toe te laten.
De mogendheden verklaren in hun
nota, dat de plannen der Kretensers
tot aankoop van wapens niet de ern
stige aandacht waard zijn. Verder
verzekeren ze, dat de eigendommen
en het leven der Mohammedanen
zullen beschermd worden. Ten slotte
/ordt do verzekering gegeven, dat de
souvereine rechten van Turkije zul
len gehandhaafd blijven.
Dit antwoord dei- mogendheden ligt
volkomen in de lijn van alle vooraf
gaande. De Kretensers zijn, in weer
wil van al hun moties en besluiten,
van de verwezenlijking van hun ide
aal zeker verder af dan ooit.
GEVECHTEN TUSSCHEN TURKEN
EN DROEZEN.
Er hebben weer bloedige botsingen
in Syrië plaats gehad. Volgens te
Saloniki ontvangen berichten hebben
Woensdag 12.000 Droezen drie Turk
sche bataljons, die op weg waren
naar Kerab, omsingeld en in een zeer
kritieke positie gebracht. Doch op het
laatste oogenblik werden dc Droezen
verjaagd en wel door de kanonnen
van «en ter versterking aangekomen
bataljon Turksche troepen. De Droe
zen lieten 450 dood en en gewonden
op het slagveld, terwijl 600 strijders
zich overgaven. De Turksche troepen
hadden 84 dooden en gewonden.
Volgens de jóngste berichten hoop
te men het spoorwegverkeer met Me
dina in 3 dagen te kunnen herstellen.
Alle klassen der reservisten der Sy
rische steden zijn opgeroepen, om dc
spoorlijn te beschermen.
ENGELAND EN ZUID-AFRIKA.
De hertog van Connaught is van
zijin Zuid-Afrikaansche reis terugge
keerd.
Aan een journalist deelde hij mee,
dat hij op zijn reis getracht had zoo
veel mogelijk in aanraking te komen
met de verschillende klassen der be
volking en dat hem uit hetgeen hij
gezien en gehoord heeft is gebleken,
dat de Unie op hechten grondslag ge
vestigd is en veel belooft voor de toe
komst van de vier thans samen gc
smolten koloniën. Het ligt voor d
hand, dot lokale belangen hier en
daar opgeofferd moesten worden,
maar de hertog was er vast van over
tuigd, "dat hetgeen de Unie met de
eene hand had weggenomen, door
haar met de andere rijkelijk zal wor
den vergoed.
Dat na do totstandkoming dei-
Unie zich kleine geschillen zouden
voordoen, was even onvermijdelijk,
als dal er een politieke strijd zou ont
staan. Maar desondanks, zoo ver
klaarde de hertog, is ten duidelijkste
gebleken, dat de Unie reeds een feit
is geworden en niet meer een naam
alleen. Dit is in hoofdzaak te danken
aan den arbeid van beide huizen van
hot parlement, die reeds belangrijke
zaken, waaronder in de eerste plaats
de ondcrwijs-quaestie te noemen is,
hebben afgedaan op oen wijze, die
leiden moet tot nauwere aansluiting
van beide partijen.
Omtrent de verhouding tusschen
Boeren en Engelsehen liet de hertog
zich als volgt uit „De twee raseen,
wier belangen sinds geslachten zoo
sterk uiteen liepen, zijn thans vast
besloten samen te werken. Natuur
lijk zullen er nog quaesties voorko
men, als gevolg van de oude ver
deeldheid, maar bij het respect, dat.
Engelschen en Boeren elkander we
derzijds toedragen, is er geen reden,
rom rasgeschillen niet voortdu
rend minder zouden worden, tot eens
de tijd komt, dat beide rassen niet
anders meer zullen zijn dan alleen
Zuid-Af rik aansch."
't JAAR 1910.
IL
MERKWAARDIGE GEBEURTENIS
SEN IN HET BINNENLAND.
15 Jan. Burgemeester Van Leeuwen
treedt af; hij wordt 26 Jan. vervangen
door Jhr. rar. A. Roëll, burgemeester
van Arnhem.
17 Jan, Staking in de bouwvak
ken te Amsterdam.
29 Jan. De Eereraad inzake df.
Kuyper-kwestie ingesteld.
10 Febr. Regeeringsverklaring
inzake, het Incident Van Heeckcron
van Kell.
19 Febr. Een jongen te Zeist
vermist.
26 Febr Mevr. Wynia op de Ni-
colaas Mitzenkade te Amsterdam
vermoord.
Febr. Vergaan van de Prin»
Willem II.
24 Maart. De Staatscommissie
)or de Grondwetsherziening inge
steld.
16 April. Moord op Mevrouw
W. door jlir. G. v. S. te Rijswijk.
Mei. De Koningin-Moeder
brengt een bezoek aan Engeland.
7 Mei. Multatuli-huldiging.
12 Mei. De Minister van Justitie
inr. Nelissen, treedt af; hij wordt op
14 Mei vervangen door mr. E. R. H.
Regout
13 Mei. Prins Hendrik brengt
een bezoek aan Engeland
25 Mei. Intocht van Prinses Ju
liana te Amsterdam.
25 Mei. De Tweede Kamer ver
werpt het enquête-voorstel in de dr.
Kuyper-zaalt met 49 tegen 31 stom
men-
Mei. De kwestie van de G. E.
W. te Amsterdam
7 Juni. Het Rapport der Ineen
schakelingscommissie verschijnt.
14 Juni. De gouverneur van Bo-
aire en andoren komen om bij 't
vergaan van den schoener ..Gouver
neur Van Heefdt" op de kust van Cu
racao.
20 Juni. Leidsche Lustrumfees
ten.
20 Juni. De Krupp-commissie
brengt haar rapport uit.
4 Juli. Ongeval met het oorlog
schip „Noord-Brabant".
6 Juli. Bij een spoorwegongeluk
op de lijn MaastrichtAken worden
22 reizigers gekwetst.
12 Juli. Dc Eerste Kamer ver
werpt liet wetsontwerp tot het ver
kenen van subsidie aan de Nederd.
iierv. Kerk te Rotterdam, voor de
aanstelling van een 17den predikant.
12 Juli. Huisvlijttentoonstelling
te Soheveningen.
18 Juli. Internationaal Uitgevers
congres te Amsterdam.
19 Juli. De 13-jarige Dora. Kraak
uit Oosterbeek vermoedelijk ver
moord.
24 Juli. Oudermoord te Lochem.
31 Juii. Van Maasdijk, de eerste
Nederlandsche aviateur in Neder
land, vliegt te Heerenveen op.
4 Augustus. Prins Hendrik
breekt bij het wielrijden het sleutel
been.
9 Augustus. Eduard Meyer zwemt
over de Zuiderzee.
12 Augustus. Dc staking en uit
sluiting te Enschedé opgeheven.
14 Augustus. De Nederlandsche
afdeeling op de Brusselsche tentoon-
FEUILLETON
Naar bet Engelsch
door
CHARLES GARVICE.
25)
Het wilde, roode Indianenkïnd, dat
voor de doodelijke vijanden van haar
stam gevlucht was, gevoelde sjich be
schermd door een buitengewoon
wezen, want voor haar eenvoudi
ge, kinderlijk© ziel, was de groo
te, statige Bleek Gelaat, die hon
ger, koude en gevaar opnam met
een kalmte waarbij die der Indianen
°P opgewondenheid leek, die haar be
handelde met de zachtheid van een
medicijnmeester] die haar den tijd
meedeelde door middel van een klei
ne, ronde, gouden medaille; die schoot
met de juistheid van Oorlogszuchti
ge» Havik en reed als Duivenvleu
gel, den grootsten jager en ruiter van
haar stam; die nooit een klacht uitte
of bromde over de kleinste of grootste
tegenspoed en teleurstelling, voor
het kleine Indische meisje was de
Engelschman zeer stellig een buiten
gewoon wezen. Zoo gingen dag
aan dag en nacht na nacht man
en kind verder totdat ten slotte
alle kruit verschoten en de laatste
druppel brandewijn uit de flesch ver
dwenen was; en Percy begon te den
ken dat zij santen hun graf wel zou
den moeten vinden in die wijde, een
zame ruimte. Hij keek neer op het
gelaat van het kind, dat zoo'n volko
men kalme uitdrukking had, dat hij
haar in slaap meende, toen plotseling
dc donkere oogen wijd opengesperd
werden on het lenige lichaam een
luisterende houding aannam.
Percy liet de merrie stilhouden en
luisterde.
Wat is er, Cora? zei hij.
Zij wendde zich tot. hem en liet haar
tanden zien.
Buffelvleesch en brood van avond,
zei zo bedaard.
Iioel verrukt dat te hooren, zei
Percy glimlachend.
Cora hoort den hond van Bleek
Gelaat.
Percy luisterde en hoorde nu ook
over de vlakte de holle echo van hon
dengeblaf.
Een welkomer geluid meende hij
nooit gehoord te hebben.
Dat is een hond, stemde hij toe;
maar hoe weet je dat hij "t eigen
dom is van een Bleek Gelaat 1 vroeg
hij.
Indionenhonden blaffen niet zoo
luid. Zi| niet dom.
Dat ik dan nooit weer een ver-
staudigen hond mag ontmoeten, zei
hij. Houdt je vast. Cora, wij zullen
zien of je selijk hebt, als er ten minste
nog eenige energie in Judy is overge
bleven. En met een tikje zette hij de
merrie aan.
De scherpe ooren van het Indinan-
sche rneisie. hadden haar niet bedro
gen, iedere vijf minuten bracht het
luide blaffen van den hond meer na
bij. De merrie stak haar ooren op
op liet gelaat van Percy kwam een te
vreden uitdrukkingalleen Cora
scheen noch verrukt noch verlicht te
zijn.
Nog vijf minuten en wij zullen
of in de gelegenheid zijn om zelf eten
klaar te maken of een onder zal dat
voor ons doen. Bedaard, Judy Cora,
wat is hel, vriend of vijand
Het meisje dacht ©en oogenblik na;
toen, terwijl d© merrie over een klei
ne, open vlakte draafde en aanhield
op een verzameling van drie of vier
houten hutten, keek zij op en ant
woordde
Bleek Gezichten.
Hot volgend oogenblik begon niet
één, maar wel twintig honden op
twintig verschillende manieren te
blaffen. Een deur van de grootste hut
ging langzaam open, en het was
een donkere avond de lange ge
daante van oen man kwam uit tegen
het licht achter hem
Wie is daar vroeg hij.
Een vriend, antwoordde Percy,
terwijl hij voor de deur bleef stil
staan en zich van den zadel liet
glijden.
Van verre gekomen, vreemde
ling
Ileel ver, zei Percy.
Van Wassawa, misschien
Neen. van de Slangenrivier, ter
wijl hij het paard naar een beschutte
plek bracht.
Neen 1 riep de man. Zeker ver
dwaald geraakt
En zonder leeftocht, zei nu Percy.
We zijn vermoeid en hongerig, wij
alle drie, voegde hij er hij met een
kalm beroep op de gastvrijheid van
den man.
Wat is dat, pelswerk voegde de-
man er bij. terwijl hij langs het paard
liep en op Cora wees.
Neen, zei Percy en maakte een
gebaar met zijn hand. Cora gleed van
het paard af.
Zoo 1 riep de man uit. Wateen
kleine roodhuid, wel, wel en hij be
keek Cora alsof zij een zeldzaam
groote rat was.
Kan u ons huisvesting en eten
geven voor vannacht? vroeg Percy.
Ja, natuurlijk, zei de man, en hij
liep voor hen uit, en duwde een stal
deur open. Breng het paard hierin.
Hier is haverstroo en water. Mijn
knecht zal dan wel voor het beest
zorgen.
Dank u, zei Percy, terwijl hij
wat haver in de ruif deed, maar als
u er niets togen heeft, zal ikzelf voor
hem zorgen.
De kolonist knikte en de uitdruk
king op zijn gelaat werd een beetje
toeschietelijker.
Nu, ik denk, dat ik het verstan
digst doe maar naar binnen te gaan,
om daar het een en ander klaar te
maken.
Ja, heel graag. In weken hebben
wij geen huis van binnen gezien.
De man knikte en verdween. Percy
ging voort met voor het paard te zor
gen. terwijl Cora hem met, groot© be
hendigheid hielp.
Nu, kleintje, nu zullen wij naar
binnen gaan en d© gastvrijheid van
onzen vriend op de proef stellen. Wat
is er want in plaats dat het kind de
hand groep, die hij naar haar uit
strekte, ging het achteruit en bleef
tegen het paard staan leunen.
Cora bij Judy blijven. Bleek Ge
zichten houden niet van een rood
huid.
Dan zullen zij er zich vannacht
maar naar moeten schikken, hoor,
kleintje, zei Percy glimlachend. Kom!
ga me©
Zij legde haar hand in de zijne en
samen duwden zij de deur open en
traden de voornaamste kamer van de
hut binnen. Bij den eersten oogop
slag ontdekte Percy, dat het een her
berg was; bij den tweeden, dal het
hier een kolonie van pelsjagers en
handelaars was, want om den haard
zaten drie mannen, die duidelijk als
pelsjagers te herkennen waren en een
bonthandelaar of jager stond tegen
den houten wand van het vertrek ge
leund, terwijl hij de bladzijden van
zijn notitieboek omsloeg en ondevtus-
schen met de anderen sprak. De
waard, met een kalme nonchalance
hem en zijn soort eigen, kwam
r voren toen de beide reizigers
binnen kwamenen met een extra
tikje tegen zijn bonten muts, schoof
hij kalm een der pelsjagers van den
haard weg.
Maak wat ruimte. Billdeze
mijnheer en dat kind moeten ont
dooien.
Dank u, zei Percy wij zijn erg
koud blijf maar kalm zitten.
Waard, heb je ook wat avondeten
voor ons
De gewone vraag was hierop het
antwoord.
Alles wat je hebt, luidde het
antwoord van Percy. Wat het ook
zijn mag, het zal voor ons altijd Iets
nieuws zijn.
(Wordt vervolgd).