k. m ft JÉ a j m m mm B JÉ m m tl 1 M m B B I 1. M fit ft BI Él mn a M 3 m s tfi g§ m Ét m te m ÉI; m m a I- 1 m ii JÉ 13 m Si S M m 5' m 61 1; m m m ft B m a m m a SB i ÉS m een woord van Sam of van mijn so vereigns gehoord. Een oude vriendin van mij ging naar Chicago en het gaat haar goed Ze schreef mij, me te vragen bij haar te komen. Ik l>en nu op weg. Maar toen Ik te New- York kwam, dacht ik: waarom zou ik mijn twee sovereigns niet terug hebben? Dat is ailes wat ik verlang de. Sam begeerde ik niet te zien. Hij kon ze mij in een enveloppe gestuurd hebben. Maar ongelukkig is hii voor voor een week naar Coney Island. Toen dacht ik. dat ter-wille van den g' eden naam van de familie, oom Alf ze misschien zou willen betalen Natuurlijk hebt u alleen mijn woord en als u er een van Sam's soort bent, dan zo! dat wel niet genoesr r.ön. Hoefl goed! Ik had zelfs niet veel hoop. d.al ik ze van u zou krijgen, al zijn lw. sovereigns van veel belang voor een arm meisje als ik, vooral» als ze haar van rechtswegen toebehooren U vindt zeker, dat ik lang van stof ben: nu, wilt u ze betalen? Houdt ze anders maar! Geef ze aan mijnheer Samuel Hopkins als een gift van zijn vroeger meisje. Ze zijn veel meer waard dan hij. Goeden morgenI Alf Hopkins had zwijgend gelul! lord. Polly Wyber zag het aan voor ongeloovig zwijgen, en ze keerde zich om, teneinde heen fa gaan. Wacht een oogenblik, Juffrouw Wyber. Die zaak moet vereffend wor 'den. Ga alsjeblieft zitten en vertol verder. Polly was vlug tn 't onderkennen en scheiden van kaf en koren, On derzoekend keek ze Alf Hopkins n Uit zijn oogen spraken vriendelijk heid en zorg. Podly Wyber ging zit ten Sam Hopkins was verwonderd, zijn oom er van sprak, eens vaoantie te nemen. Ik heb twin tier jaar hard ge werkt zonder een rusttijd. Ik wil nu een langen hebben. Tk ga naar Euro pa. om er mijn gemak t© nemen. Ik zal reizen op mijn eigen kalme wijze, verlost van jou opgeblazen vrienden. Ik geef toe, dat ze je wat opgevroo- lijkt hebben, maar ik durf zeggen, dat Je het let-en onder dat volk niet too gelukkig zult vinden als 't altijd lijkt en in eon of ander opzicht nooit is. Ik zal je van tijd tot tijd t een en ander over mijn reis schrijven. Wees niet boos, als het ongeregeld is. Wees er zeker van dat ik terug kom, als ik leef Indien ik sterf, zijn mijn zaken in orde; mijn testament ligt bij mijn notaris. Alf Hopkins verdween uit zijn oude omgeving. Zijn neef ontving dan brieven; alle waren ze vol le- vensjfust. ;0om Altff vermaakte zi>dh goed naar het scheen. Het leven had eensklaps een frisschen smaak gekre gen. Sam verdeelde zijn tijd tusschen Juffrouw Lograth en zijn zaken, in een verhouding die hij wist dat Oom Alf zo<u afkeuren. Maar de fiere schoone was hem zoo genadig als hij nooit had durven hopen. Haar toe geeflijkheid was een prikkel voor zijn moed. Hij droomde van een toekomst, stralend door haar bijzijn. Hij repe teerde zijn aanzoek reeds. Intussohen verliepen de maanden, twaalf gingen ar voorbij. Sam had ln lang geen brief van zijn oom ont- vangen. Maar op een middag, toen Sam om bijzondere redenen zich riek gevoelde; toen zijn wereld somber scheen en zijn hemel verduisterd, werd de deur van de kamer openge worpen en trad oom Alf binnen. Hallo! riep Sam. Uw komen lijkt op uw gaan. plotseling en ver rassend. Maar op mijn woord, de reis heeft u verjongd; u riet er ge zond en friacb uit. Ik zal t onthouden; want ik kan Je 't compliment niet teruggeven. Jij ziet er uit of Je een herstellende zieke bent Dat ben ik ook. In werkelijkheid of in Je verbeel ding? Evelyn Lograth. Heeft zij Je je congé Ja, ze hiefld met aan de praat en heeft me gisteren afgewezen. Ze weigerde, de reden te zeggen, ik kan hem niet raden, Ik wel. 0 I Ja; maar eerst zal ik op mijn gewone plaats gaan zitten. Dank je. Het. is een aangenaam gevoel, weer thuis te zijn. En schenk me nu je ge heels aandacht. De volgende minu ten zuilen gedenkwaardig voor Je rijn. Ik vind 't niet noodig, 't begin van onze kennismaking weer op te halen. Ik heb altijd een zwak gehad voor proefnemingen; dat ik om jou zond, was er een. Het leek een wel geslaagde. Toen je hier aankwam, toonde je eigenschappen, waarover ik mij verheugde. Maar, mijn waar de Samuel, er zijn in deze wereld twee manieren om een karakter te toetsen voorspoed en tegenspoed. Tegenspoed is de meest algerneene en de minst aantrekkelijke. MaaT al hooft tegenspoed duizenden versla gen, voorspoed heeft wel tienduizen den verslagen. Jij hebt dat laatste to taal nog vergroot Toen je van Lon den kwaamt, was je een aardige jon gen. Maar de ontaarding trad spoe dig in. Ik sloeg het proces gade. Je begon met Dalan te versmaden. Je keek naar het leventje van anderen en werd ontevreden met Je eigen. Juist om te zien hoever je gaan zoudt gaf ik Je speling. En natuurlijk ver hing je Jezelf. Je werd een dilettant, een bijlooper van de groote wereld. een Jongmensch, van wien Ik tn geen enkel opzicht nut heb. Juffrouw Lo grath is een prachtig bewijs van Je dwuasheid. Ze heeft je aangemoei ongetwijfeld. Maar gisteren ontmoet te ik meneer Lograth, en die vroeg me, zich verontschuldigend met va derlijke zorg, of 't waar was, dat je mijn erfgenaam bent Ik vertelde hem, dat Ik besloten had. een amder ln jou plaats te nemen; dat jou een post op het kantoor zou worden aan geboden, ln overeenstemming met je bekwaamheden en dat je salaris even redtg zou zijn met wat je waard bent Ongetwijfeld ging hij naar huis om het zijn dochter te vertellen, wat haar koelheid jegens Jou verklaart Je be ging de vergissing te veronderstellen dat Evelvn Lograth van even goed metaal gemaakt was, als laten we zeggen, Polly Wyber. Je verrassing is vergeeflijk. Maa bezwaar Je geweten niet te zeer. Ik heb Polly de twee sovereigns, die Je van haar leende,, terug betaald, en ik heb in opdracht, je haar warme belangstelling in je geluk mee ie doe len. Laai ik, om je alles duidelijk maken, je vertellen, dat ik, voor ik verleden jaar op reis ging, getrouwd ben. De reis, waarvan ik nu terug ben, was mijn huwelijksreis. Ik ben eigen lijk al verscheidene maanden thuis en leef rustig op mijn buiten bij Bresk Vale Als je daar te eeniger tijd 'n bezoek aflegt, zal je Alf Hopkins' erfgenaam op zijn moeders schoot zien liggen. Een aardge kleine jongen is hij. En zijn moeder! 0, Samuel, is het noodig dat ik je vertel, hoe zijn moeder ar uitziet? Gedurende onze reis door Europa was ze beslist de mooiste en liefste vrouw, die ik ooit gerien heb. Poilly Hopkinsgeboren Wyber. Ze is mijn laatste en geluk kigste proefneming. Zondag! Naar het Duitsch. Midden op den weg laat mei-rouw Frankenstein, de echtgenoote van den Handelsraad, hoar auto stilhouden. Het lijkt wel een schilderij van een modernen kunstenaar het elegante, blinkend witte voertuig, en die ntnoie, jonge vrouw er in, met haar nauw sluitend wit tailleurcnstuum en haar witten hoed met veeren. Als achter grond de groene boomen van het park. en daarboven een donkerblau we zomerlucht. Vele voorbijgangers blijven stilstaan om te zien, wien die mooie vrouw toch wenkt. Van den overkant der straat komt een slanke, goed, maar eenvoudig gekieede jonge man naar haar toe. Blijkbaaf is hij een beetje verrast en verlegen. Wel s-oedendag, Lore Jeu Zeg maar gerust zooals je altijd gezegd hebt. Wilhelm. Het doet mij kolossaal veel plezier, dat ik je eindelijk weer eens zie. Ja, bij jouw kennissen kom ik niet, zeide hij lachend. Maar morgen, aan is het grooto weldadigheidsfeest in het Rotenburg- Park, je weet wel... Ja, 4_k weet wel, maar mijn mid delen veroorloven mij niet, een goud stuk te offeren. Kom toch rnaar I drong zij aan. Dat veroorlooft mij nu mijn trots weer niet I Bovendien morgen is het Zondog. Dan heb ik met de ande ren een afspraak voor een mooi tocht je. De heele week zijn wij aan het erk.... Zij zucht even. Je hebt gelijk, Wilhelm. Maar je komt mij toch wel eens opzoeken, niet waar Je kuDt '8 avonds komen als het werk eedoan is. Bij ons wordt het altijd laat Wij hebben 's avonds dik wijls meuschen Mijn man verheugt zich ook op je bezoekhij weet alles van onze vroegere vriendschap. Nu goed, Lore. Ik kom wel eens aan Vaarwel. En veel genoegen op je feest f Dankje. Jij ook op je tochtje. Zij gaan Ieder hun weg. Hij, haas tig als iemand, wiens tijd kostbaar is. De ontmoeting met de vriendin uit i zijn kindsheid, die later zijn mede arbeidster werd, heeft hem een beetje in de war gebracht Zij waren altijd goede kameraden geweest, hij en de mooie, vliltiee Lore, de meest gewaar deerde borduurster van het groote modemagazijn Franz en Seiler, waar hij als eerste teekenaar is aangesteld. Zij begreep zijn bedoelingen zoo goed en bracht zijn kunstenaarsfantasiën op geniale wijze ten uitvoer, met haar gouden zilverdraad en gekleurde zij- destoffen als spinrag. Doch Lore was zelf een kunstenaarsdroom, en dit feit ontrukte haar op zekeren da.g ge heel onverwaohts aan haar gewone arbeidsfeer. Handelsraad Franken stein, ckie toevallig zijn moeder eens vergezelde naar het beremde mode magazijn, en daar de jonge borduur ster te zien kreeg, bezweek onmiddel lijk voor haar bevalligheid. Hij ging op Inlichtingen uit Lore was een kind uit het gorin van een kleinen ambtenaar, en verheugde zich in een onberispelijken naam. Dit was Fran kenstein genoeg. Hij bedacht zich niet lang en trouwde met Lore, tot groote ergernis van zijn moeder en al zijn vrienden en bekenden. Nu, na verloop van eenige jaren, hebben zoo wal zijn moeder als alle anderen zich in hei onveranderlijke geschikt. Wie er het meeste belang bij heb ben, man en vrouw, zijn mol elkan der tevreden. Frankenstein leeft op grooten voet, en zijn Jong vrouwtje weet uitstekend te ontvangen. Dit alles gaat Wilhelm Forstner onderweg door het hoofd, en hij be sluit, waarmede hij zich toch eigen lijk wel vereerd gevoelt. En hij Is ook wel een beetjo nieuwsgierig, om met eigen oogen het tehuis te aanschou wen van het „gelukskind", wier ro man bij Franz en Seller nog dikwijls met naijver besproken wordt door haar vroegere kameraadjes Mevrouw verzoekt u, te willen binnenkomen. Het gladgeschoren, versteende ge laat zonder eenige uitdrukking van den bediende verraadt niet, in welke klasse hij den bezoeker rangschikt Forstner ziet er niet uit als een van de wereld, doch er is niets op hem aan te merken, en uit zijn hou ding en de uitdrukking van zijn open verstandig gelaat, spreekt een kalm zelfbewustzijn. Lore is nog niet be neden, zoodat hij tijd heeft om eeni ge aandacht aan zijn omgeving te scheuken. Zijn kunstenaarsoog ge niet van den fijnen zin voor kleur en vorm, die hier blijkbaar aan het werk is geweest. De inrichting is verrassend smaakvol. Beeldhouw werken en schilderijen van moderne meestere, die ook Forstner kent en bewonderd, groeten hem als vrien den. Het eenige wat hem een fout toe schijnt is, dat de kamers zoo bijzon dar netjes „opgeruimd*" zijn. Het eigenaardig persoonlijke, dat zoo iets intiems, iets karakteristieks geefl aan de vertrekken die hij kent, ont breekt hier. Er ligt of staat niets in den weg, geen teeken van eer» beroep, een werkzaamheid, van een lust tot arbeiden en scheppen. Nu komt Lore binnen era begroet hem heel hartelijk. Maar Wilhelm, je hebt mij zelfs een van je Zondagen opgeofferd! zegt zij opgetogen. I>at noem ik nu eerst eens vriendschapl Ik vond het raadzamer, op ddt uur te komen. Je zei, dat je 's avonds dikwijls visite hadt. Ja, zoo is het ook veel aardiger. Nu gaan wij in mijn hoekje gezellig koffie drinken. De kleine, in mosgroen en wit ge houden hoeksalon ziet ar allerliefst uit; de wanden zijn met stof behan gen, er staan gemakkelijke lage stoe len en veel frissche, levende planten. Op tafel ontdekt Wilhelm een keu rig te'efoontoestel, dat Lore, dadelijk ln gebruik neemt Ik wij je even vertellen, Karl, dat mijnheer Forstner hier is. Als je kunt. kom dan bij ons koffie drin ken. Zoo? Nog gewichtige brieven af te d'-en? F.rsr jammer! Maar kom dan toch in leder geval, zoodra Je klaar bentl Zij belt af. De telephoon Is niet enkel voor de zaak voegt zij er ter ver'-' bij en als ik alleen ben, is ze een levende kameraad voor mij. Het Is zoo'n preitig idee, in de verte te kun nen praten, en menschenstemmen te hooren, als ik or lust in heb. Daar hadt Je bij Franz en Seiler zoo'n dllng niet voor noodig, zegt hij lachend. Daar was rumoer en le ven genoeg, soms te veel- Ik kan mij best voorstellen, dat je nog niet recht crew end bent aan de stilte hier. Zij knikte zwijgend. De versteende verschijnt met het blad. Nu zitten zij tegenover elkander voor het breeds hoekraam waaT men rondom een mooi uitzicht heeft o-ver de als eem ster naar elkander toeloopende wan delwegen. De onophoudelijk voorbij stroomende meuschen, de afwisselen de tooneelen van het bonte Zondags- publiek geven telkens nieuwe stof tot gesprek. Nu en dan vertooneo zich bekenden tusschen de wandelaars. Is dat niet Grunwald. Wilhelm? Dat fatje daar links met rijn panama en zijn gele puntschoenen? Juist Ja, die hangt neg veel meer den fat uit, sinds hij als vaste medewerker aan ons nieuwe mode blad is aangesteld. Maar knap is hij! Teekent werkelijk uitstekend! On langs heeft een Fransehe uitgever hem bij ons willen weghalen, en hem op stel en sprong mee naar Parijs nemen I Met wie loopt hij daar? Dat juffertje in het blauw is Ai- wlne, uit het confectiemagazijn. Ede ken Je toch wel. Een braaf meisje. Keiler wil voor zioh zelf begonnen en met haar trouwen. Wij mogen den grappenmaker graag lijden. Den vorigen Zondag bij het varen viel hij in het water. Toen wij hem er goed en wel weer uit had den, en hij als een druipnatte poedel voor ons stand, zeide hij met de grootste waardigheid. Dit kleine intermezzo heb ik met opzet veroor zaakt- lk wilde eens zien, wie van de dames het meeste mn mij houdt. Lore schaterde zoo, dat de ronde wenkbrauwen van den versteende, die op last van den heer des huizee sigaretten brengt, verbaasd omhoog gaan, en dan een rechte, strenge, verwijtende lijn vormen. Echt Egyptische, zegt Lore, Wil helm een brandenden lucifer gevend. Zij zelf Tookt ook. Wat zie je er chic uit! merkte hij op. Lore draagt een zacht, zalmkleurig huiscostuum. Het is bij Franz en Seiler gemaakt en Wilhelm heeft het grillige borduurpatroon ontworpen, dal, in zwarte zijde uitgevoerd pi kant afsteekt bij de zachte tint van de japon. Vroeger kwamen dergelijke werkjes voor Lore's rekening; nu reppen anderen de handen voor haar. Ik zou zoo graag zelf eens het borduurwerk voor zoo'n japon voor mij maken! zegt zij nu, den loop van haar gedachten volgend. Maar mijn man wil het niet hebben; diat heb je lang genoeg gedaan, nu kun Je Je oogen sparen, zegt hij. Neem de auto of laat Inspannen, ga oen toerrtjo maken of ga naar een ten toonstelling; Je weet toch nog zoo weinig. Hij zal wel gelijk hebben, ant woordt 'Wilhelm. En hoe weinigen hebben liet geluk vrij over hun tijd te kunnen beschikken. Je bent te be nijden. Zeker, stemt zij toe, Jo moet niet denken, dat ik ondankbaar ben! Het is alleenzie je, Wilhelm, ik heb nu zoo veel tijd om na te denken, en ik heb ingezien, dat het harde moeten, waarover wij vtros^**" onder den druk van onzen arbeid zoo dik wijls spraken, ook wol eens heel goed kan zijn! Het Is zoo'n genot, als men iets doet, wat niet iedereen doen kan iet» dat met ernst wordt gedaan ruim betaald wordt! Altijd uit wan delen gaan dat doen bij ons alleen grijsaards en kinderen. Nu weet ik het: de goede afwisseling tusschen werk en rust, dat is het ware. En... wie geen werkdag heeft. Wil helm, die heeft ook geen Zondag! Zij heeft met steeds toenemende op gewondenheid gesproken. Hij kan niets tegen inbrengen. Nu is het als of beiden schrikken. Wilhelm heeft een gevoel alsof hij een blik heeft ge worpen in oen open wond. Je begrijpt mij immers goed, Wilhelm? vraagt zij aarzelend. Hij heeft reeds de juiste woorden gevonden. Natuurlijkl antwoordt hij, met opzet op luchtigen toon. Wat is be grijpelijker, dan dat je eerst de beide werelden in harmonie met elkander moet brengen, die waarin je vroe ger leefde, en die waarin je nu ver keert. En dat kun je ook! Je goede man verwacht dat en vertrouwt je. Daarom heeft hij de brug naar je vroegere wereld niet afgebroken, zóó kun je tot ons komen, kun je de a sten onder ons op mooie, heime lijke wijze weldoen en hun het le ven verlichten. Je kunt ze „Zonda gen" bezorgen. Vroeger was je een der velen, die zelf moesten verdienen en ontberen, en de armoede van an deren moesten aanzien, zonder te kunnen helpen. Nu kun je dat! Nu ben je als de fee met een tooverstaf. Er zijn nooden, waar slechts geld hulp kan brengen; daarvoor heb je de middelen. En er zijn nooden. die slechts door geduldig meevoelen en meedragen te lenigen zijn; daartoe heb je den tijd, en een warm hart. Noem je dat ook geen werken? En is dat werk niet even ernstig op te vatten als het versieren van zijden stoffen met goud- en zilverdraad? Lore is opgesprongen, met tranen in haar groote, zwarte oogen. 0, Wilhelm, dat is prachtig! Wil je mij helpen, dat het ook waar wordt? Van garvscher harte! egt hij vroo- lijk. De kleine Lore kan nu een maal niét stilzitten! Wacht maar, Lore, je krijgt Je „werkdagen" well En dan komen de Zondagen van zelf. üe versteende treedt binnen en be richt met groote waardigheid, dat mijnheer de Handelsraad nog een kwartiertje wordt opgehouden door een bezoek vuor zaken. Wilhelm kijkt op zijn horloge en staat op. Dan kan ik tot mijn spijt ditmaal niet op je man wachten. Des te eer moet je dan terugko- menl zegt Lore hartelijk. En zachter voegt zij erbij: Alleen waag ik mij nog met op mijn brug! 'Nu is zij weer alleen en zit in haar hoekje voor het raam. Het is bijna een verlichting voor haar, dat haar man nog niet dadelijk komt. Haar gevoel is nog te oproerig, haar denk beelden ziin nog niet helder genoeg, om er reeds met hem over te kunnen spreken. Zij heeft den ernstigen wil, het vaste vertrouwen, door Wilheim'a „brug" in de toekomst een echt ge luk voorhuis en hart te zullen ver overen. Maar nu ls zij nog midden in het vuur van den strijd I Nu strekt nog de bonte, vroolijke Zondagswe reld daarbeneden, de wereld van „harden arbeid en vroolijke feesten", waar zij vroeger een der vroolijksten was, lokkend de armen naar haar uit. Het is, alsof al die stemmen voor haar alleen klonken Alsof zij ln dat mengelmoes van tonen slechts dit ééne refrein hoorde de woorden, die zij een paar weken geleden las- en die haar voortdurend in het hoofd bleven hangen „Zondag I Kom en wil verwarmen, Hen, voor wie som» 't werk te zwaar is Qch, hoe rijk zijn toch de armen, Als voor hen een Zondag daar is I" DRAADLOOZE TELEGRAFIE. De aanwending van draadiooze te legrafie breidt zich steeds meer uit over de geheel© wereld en in de eer ste plaats wat betreft de scheeps in stallaties. Het Itallaansche ministerie van marine heeft een bevel uitgevaar digd. dat 1 dezer tn werking trad, volgens hetwelk alle schepen, zoowel Italïaansche als buitenlandse he, welke landverhuizers vervoeren tus schen Italïaansche en vreemde ha vens, voorzien moeten zijn van een inrichting voor draadlooze telegrafie volgens het Marconi-systeem. Het plan is koningin Marie bij 'de kroning een geschenk aan te bieden van alle Maries in het Brltsche Rijk. Alleen wie Marv, May, Maria, Marian Marion of Marie heet zeil van een stuiver tot een pond sterling bijdragen. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCIIE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. Probleem No. 219 van A'. PERNET, 46 Ui. aék M ■:4 46 47 46 49 60 Wit Zwart schijven op: 7, 8, 9, 13, 14, 28, 83 en dam op 12. Wit schijven op: 20, 24, 27, 31, 40, 42, 43 en dam op 25. Probleem No. 220, van MEANDRE, 19 8 4 8 y.. 'yjm* Pf. JÜT ÜK.. iM a ■L'y iÉ Zwart schijven op: 2, 5, 10, 11, 12, 13, 21, 26, 37, 39 en dam op 6. Wit schijven op: 14, 25, 28, 29, 33, 35, 36, 38, 44, 47 48 en 50. 31 - 26, 49 - 44, 21 - 17, 38 - tl - 21, 2 9! Oplossing van het eindspel Na 216, van den auteur: Oplossingen van deze problemen worden ingewacht aan bovenge noemd adres, uiterlijk Dinsdag 17 Januari 191L Oplossing van probleem no. 215, van den auteur: Wit 39 - 331 26 - 21, Wit 8 - 2 ,48 - 26 26 - 17, 17 - 11, 2 16 16 - 33. - Zwart 17 - 22 a.b.c, 22 - 27 de.f, 27 - Slg, 16 17, 31 - 37h, 37 28, 28 - 32 Wit 29 - 42! h. o» zw. 31 - 86 w. 16 - 32! op zw. 27 - 32 w .17 - 11, z. 16 7, w 2 381 Wit 26 - 8 45 - 7 8 - 21, 7 - 11. 2 281 Zwart f 16 - 49k, 49 - 261, 26 - 49, 49 -16, 16 7, L op z 49 - 35, w 26 - 8, z 35 - 49, w. 45 - 40, 8 13, 2 27! L op z 49 - 44, w 45 - 18, z 22 13, w. 2 491 k. op z 16 tot43, w 26 - 17, z 22 11, w 2 491 Wit 26 - 17, 2 491 Zwart e 16 tot 43, 22 11 Wit Zwart d 22 - Wit Zwarte 16 - 4 45 - 7 26 - 21, 7 - 11, 2 S >8, 16 tot 49, 16. 16 7, ,45 - 40, 48 - 30, 2 30 J 49 35, 35 24, 17 - 21 of 22, i - 13 of 19 enz.! t 45 - 50, 50 - 11, 2 32! Zwart b 17 - 21, 21 - 27, 16 7 Wit 2 - 16 45 - 2316 27, 27 - 21, 23 - 37, 48 37! Zwart a 16 - 21, 21 - 26 gedw., 17 - 21i, 26 tot 3, 26, 26 42, L op Zw. 17 - 22, volgt w 23 - 37, 48 18! Probleem en Eindspel zijn goed op gelost door de heeren: R. Bouw, P. J. Eype, J. Jacob9on Azn., W. H. de Klerk, J. LyckLanva, W. J. A. Matla, D. G. Koning, P. Ottoitni, C. Sero- dlni, F. Th Timmer, K. SIfegorist, M. v. d Werff. De Heer Th. S. Germans zond el- leem een goede oplossing van het eindspel. Oplossing van het Mh/Jprobleem van den heer Querido: Wit 28 - 23, 29 - 24, 24 21 Een prachtig stukje, geheel geba seerd op het reglement waar het luidt: „de meeste stukken moeten go- slagen worden. Wij geven thans een bladprobleem van den heer Weiss en zullen de op lossing in de volgende rubriek ver melden: 1 B 8 4 5 y. m Ém D» Haarfiemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten lederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur in het Gebouw „de Nijvertwrfd* Janssïraai 85, alhier. Liefhebber» van het damspel sJJö daar steeds welkom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 14