k.
m
ft
JÉ
a
j
m
m
mm
B
JÉ
m
m
tl
1
M
m
B
B
I
1.
M
fit
ft
BI
Él
mn
a
M
3
m
s
tfi
g§
m
Ét
m
te
m
ÉI;
m
m
a
I-
1
m
ii
JÉ
13
m
Si
S
M
m
5'
m
61
1;
m
m
m
ft
B
m
a
m
m
a
SB
i
ÉS
m
een woord van Sam of van mijn so
vereigns gehoord. Een oude vriendin
van mij ging naar Chicago en het
gaat haar goed Ze schreef mij,
me te vragen bij haar te komen. Ik
l>en nu op weg. Maar toen Ik te New-
York kwam, dacht ik: waarom zou
ik mijn twee sovereigns niet terug
hebben? Dat is ailes wat ik verlang
de. Sam begeerde ik niet te zien. Hij
kon ze mij in een enveloppe gestuurd
hebben. Maar ongelukkig is hii voor
voor een week naar Coney Island.
Toen dacht ik. dat ter-wille van den
g' eden naam van de familie, oom
Alf ze misschien zou willen betalen
Natuurlijk hebt u alleen mijn woord
en als u er een van Sam's soort bent,
dan zo! dat wel niet genoesr r.ön. Hoefl
goed! Ik had zelfs niet veel hoop. d.al
ik ze van u zou krijgen, al zijn lw.
sovereigns van veel belang voor een
arm meisje als ik, vooral» als ze
haar van rechtswegen toebehooren
U vindt zeker, dat ik lang van stof
ben: nu, wilt u ze betalen? Houdt ze
anders maar! Geef ze aan mijnheer
Samuel Hopkins als een gift van zijn
vroeger meisje. Ze zijn veel meer
waard dan hij. Goeden morgenI
Alf Hopkins had zwijgend gelul!
lord. Polly Wyber zag het aan voor
ongeloovig zwijgen, en ze keerde zich
om, teneinde heen fa gaan.
Wacht een oogenblik, Juffrouw
Wyber. Die zaak moet vereffend wor
'den. Ga alsjeblieft zitten en vertol
verder.
Polly was vlug tn 't onderkennen
en scheiden van kaf en koren, On
derzoekend keek ze Alf Hopkins n
Uit zijn oogen spraken vriendelijk
heid en zorg. Podly Wyber ging zit
ten
Sam Hopkins was verwonderd,
zijn oom er van sprak, eens vaoantie
te nemen.
Ik heb twin tier jaar hard ge
werkt zonder een rusttijd. Ik wil nu
een langen hebben. Tk ga naar Euro
pa. om er mijn gemak t© nemen. Ik
zal reizen op mijn eigen kalme wijze,
verlost van jou opgeblazen vrienden.
Ik geef toe, dat ze je wat opgevroo-
lijkt hebben, maar ik durf zeggen,
dat Je het let-en onder dat volk niet
too gelukkig zult vinden als 't altijd
lijkt en in eon of ander opzicht nooit
is. Ik zal je van tijd tot tijd t een en
ander over mijn reis schrijven. Wees
niet boos, als het ongeregeld is. Wees
er zeker van dat ik terug kom, als ik
leef Indien ik sterf, zijn mijn zaken
in orde; mijn testament ligt bij mijn
notaris.
Alf Hopkins verdween uit zijn oude
omgeving. Zijn neef ontving
dan brieven; alle waren ze vol le-
vensjfust. ;0om Altff vermaakte zi>dh
goed naar het scheen. Het leven had
eensklaps een frisschen smaak gekre
gen.
Sam verdeelde zijn tijd tusschen
Juffrouw Lograth en zijn zaken, in
een verhouding die hij wist dat Oom
Alf zo<u afkeuren. Maar de fiere
schoone was hem zoo genadig als hij
nooit had durven hopen. Haar toe
geeflijkheid was een prikkel voor zijn
moed. Hij droomde van een toekomst,
stralend door haar bijzijn. Hij repe
teerde zijn aanzoek reeds.
Intussohen verliepen de maanden,
twaalf gingen ar voorbij. Sam had
ln lang geen brief van zijn oom ont-
vangen. Maar op een middag, toen
Sam om bijzondere redenen zich riek
gevoelde; toen zijn wereld somber
scheen en zijn hemel verduisterd,
werd de deur van de kamer openge
worpen en trad oom Alf binnen.
Hallo! riep Sam. Uw komen
lijkt op uw gaan. plotseling en ver
rassend. Maar op mijn woord, de
reis heeft u verjongd; u riet er ge
zond en friacb uit.
Ik zal t onthouden; want ik kan
Je 't compliment niet teruggeven. Jij
ziet er uit of Je een herstellende zieke
bent
Dat ben ik ook.
In werkelijkheid of in Je verbeel
ding?
Evelyn Lograth.
Heeft zij Je je congé
Ja, ze hiefld met aan de praat
en heeft me gisteren afgewezen.
Ze weigerde, de reden te zeggen,
ik kan hem niet raden,
Ik wel.
0 I
Ja; maar eerst zal ik op mijn
gewone plaats gaan zitten. Dank je.
Het. is een aangenaam gevoel, weer
thuis te zijn. En schenk me nu je ge
heels aandacht. De volgende minu
ten zuilen gedenkwaardig voor Je
rijn. Ik vind 't niet noodig, 't begin
van onze kennismaking weer op te
halen. Ik heb altijd een zwak gehad
voor proefnemingen; dat ik om jou
zond, was er een. Het leek een wel
geslaagde. Toen je hier aankwam,
toonde je eigenschappen, waarover
ik mij verheugde. Maar, mijn waar
de Samuel, er zijn in deze wereld
twee manieren om een karakter te
toetsen voorspoed en tegenspoed.
Tegenspoed is de meest algerneene
en de minst aantrekkelijke. MaaT al
hooft tegenspoed duizenden versla
gen, voorspoed heeft wel tienduizen
den verslagen. Jij hebt dat laatste to
taal nog vergroot Toen je van Lon
den kwaamt, was je een aardige jon
gen. Maar de ontaarding trad spoe
dig in. Ik sloeg het proces gade. Je
begon met Dalan te versmaden. Je
keek naar het leventje van anderen
en werd ontevreden met Je eigen.
Juist om te zien hoever je gaan zoudt
gaf ik Je speling. En natuurlijk ver
hing je Jezelf. Je werd een dilettant,
een bijlooper van de groote wereld.
een Jongmensch, van wien Ik tn geen
enkel opzicht nut heb. Juffrouw Lo
grath is een prachtig bewijs van Je
dwuasheid. Ze heeft je aangemoei
ongetwijfeld. Maar gisteren ontmoet
te ik meneer Lograth, en die vroeg
me, zich verontschuldigend met va
derlijke zorg, of 't waar was, dat je
mijn erfgenaam bent Ik vertelde
hem, dat Ik besloten had. een amder
ln jou plaats te nemen; dat jou een
post op het kantoor zou worden aan
geboden, ln overeenstemming met je
bekwaamheden en dat je salaris even
redtg zou zijn met wat je waard bent
Ongetwijfeld ging hij naar huis om
het zijn dochter te vertellen, wat haar
koelheid jegens Jou verklaart Je be
ging de vergissing te veronderstellen
dat Evelvn Lograth van even goed
metaal gemaakt was, als laten we
zeggen, Polly Wyber.
Je verrassing is vergeeflijk. Maa
bezwaar Je geweten niet te zeer. Ik
heb Polly de twee sovereigns, die Je
van haar leende,, terug betaald, en
ik heb in opdracht, je haar warme
belangstelling in je geluk mee ie doe
len. Laai ik, om je alles duidelijk
maken, je vertellen, dat ik, voor ik
verleden jaar op reis ging, getrouwd
ben.
De reis, waarvan ik nu terug ben,
was mijn huwelijksreis. Ik ben eigen
lijk al verscheidene maanden thuis
en leef rustig op mijn buiten bij
Bresk Vale Als je daar te eeniger tijd
'n bezoek aflegt, zal je Alf Hopkins'
erfgenaam op zijn moeders schoot
zien liggen. Een aardge kleine jongen
is hij. En zijn moeder! 0, Samuel, is
het noodig dat ik je vertel, hoe zijn
moeder ar uitziet? Gedurende onze
reis door Europa was ze beslist de
mooiste en liefste vrouw, die ik ooit
gerien heb. Poilly Hopkinsgeboren
Wyber. Ze is mijn laatste en geluk
kigste proefneming.
Zondag!
Naar het Duitsch.
Midden op den weg laat mei-rouw
Frankenstein, de echtgenoote van den
Handelsraad, hoar auto stilhouden.
Het lijkt wel een schilderij van een
modernen kunstenaar het elegante,
blinkend witte voertuig, en die ntnoie,
jonge vrouw er in, met haar nauw
sluitend wit tailleurcnstuum en haar
witten hoed met veeren. Als achter
grond de groene boomen van het
park. en daarboven een donkerblau
we zomerlucht. Vele voorbijgangers
blijven stilstaan om te zien, wien die
mooie vrouw toch wenkt. Van den
overkant der straat komt een slanke,
goed, maar eenvoudig gekieede jonge
man naar haar toe. Blijkbaaf is hij
een beetje verrast en verlegen.
Wel s-oedendag, Lore Jeu
Zeg maar gerust zooals je
altijd gezegd hebt. Wilhelm. Het doet
mij kolossaal veel plezier, dat ik je
eindelijk weer eens zie.
Ja, bij jouw kennissen kom ik
niet, zeide hij lachend.
Maar morgen, aan is het grooto
weldadigheidsfeest in het Rotenburg-
Park, je weet wel...
Ja, 4_k weet wel, maar mijn mid
delen veroorloven mij niet, een goud
stuk te offeren.
Kom toch rnaar I drong zij aan.
Dat veroorlooft mij nu mijn trots
weer niet I Bovendien morgen is
het Zondog. Dan heb ik met de ande
ren een afspraak voor een mooi tocht
je. De heele week zijn wij aan het
erk....
Zij zucht even.
Je hebt gelijk, Wilhelm. Maar je
komt mij toch wel eens opzoeken, niet
waar Je kuDt '8 avonds komen als
het werk eedoan is. Bij ons wordt het
altijd laat Wij hebben 's avonds dik
wijls meuschen Mijn man verheugt
zich ook op je bezoekhij weet alles
van onze vroegere vriendschap.
Nu goed, Lore. Ik kom wel eens
aan Vaarwel. En veel genoegen op
je feest f
Dankje. Jij ook op je tochtje.
Zij gaan Ieder hun weg. Hij, haas
tig als iemand, wiens tijd kostbaar
is. De ontmoeting met de vriendin uit i
zijn kindsheid, die later zijn mede
arbeidster werd, heeft hem een beetje
in de war gebracht Zij waren altijd
goede kameraden geweest, hij en de
mooie, vliltiee Lore, de meest gewaar
deerde borduurster van het groote
modemagazijn Franz en Seiler, waar
hij als eerste teekenaar is aangesteld.
Zij begreep zijn bedoelingen zoo goed
en bracht zijn kunstenaarsfantasiën
op geniale wijze ten uitvoer, met haar
gouden zilverdraad en gekleurde zij-
destoffen als spinrag. Doch Lore was
zelf een kunstenaarsdroom, en dit
feit ontrukte haar op zekeren da.g ge
heel onverwaohts aan haar gewone
arbeidsfeer. Handelsraad Franken
stein, ckie toevallig zijn moeder eens
vergezelde naar het beremde mode
magazijn, en daar de jonge borduur
ster te zien kreeg, bezweek onmiddel
lijk voor haar bevalligheid. Hij ging
op Inlichtingen uit Lore was een
kind uit het gorin van een kleinen
ambtenaar, en verheugde zich in een
onberispelijken naam. Dit was Fran
kenstein genoeg. Hij bedacht zich
niet lang en trouwde met Lore, tot
groote ergernis van zijn moeder en
al zijn vrienden en bekenden. Nu, na
verloop van eenige jaren, hebben zoo
wal zijn moeder als alle anderen zich
in hei onveranderlijke geschikt.
Wie er het meeste belang bij heb
ben, man en vrouw, zijn mol elkan
der tevreden. Frankenstein leeft op
grooten voet, en zijn Jong vrouwtje
weet uitstekend te ontvangen.
Dit alles gaat Wilhelm Forstner
onderweg door het hoofd, en hij be
sluit, waarmede hij zich toch eigen
lijk wel vereerd gevoelt. En hij Is ook
wel een beetjo nieuwsgierig, om met
eigen oogen het tehuis te aanschou
wen van het „gelukskind", wier ro
man bij Franz en Seller nog dikwijls
met naijver besproken wordt door
haar vroegere kameraadjes
Mevrouw verzoekt u, te willen
binnenkomen.
Het gladgeschoren, versteende ge
laat zonder eenige uitdrukking van
den bediende verraadt niet, in welke
klasse hij den bezoeker rangschikt
Forstner ziet er niet uit als een
van de wereld, doch er is niets op
hem aan te merken, en uit zijn hou
ding en de uitdrukking van zijn open
verstandig gelaat, spreekt een kalm
zelfbewustzijn. Lore is nog niet be
neden, zoodat hij tijd heeft om eeni
ge aandacht aan zijn omgeving te
scheuken. Zijn kunstenaarsoog ge
niet van den fijnen zin voor kleur en
vorm, die hier blijkbaar aan het
werk is geweest. De inrichting is
verrassend smaakvol. Beeldhouw
werken en schilderijen van moderne
meestere, die ook Forstner kent en
bewonderd, groeten hem als vrien
den. Het eenige wat hem een fout toe
schijnt is, dat de kamers zoo bijzon
dar netjes „opgeruimd*" zijn. Het
eigenaardig persoonlijke, dat zoo iets
intiems, iets karakteristieks geefl
aan de vertrekken die hij kent, ont
breekt hier. Er ligt of staat niets in
den weg, geen teeken van eer» beroep,
een werkzaamheid, van een lust tot
arbeiden en scheppen.
Nu komt Lore binnen era begroet
hem heel hartelijk.
Maar Wilhelm, je hebt mij zelfs
een van je Zondagen opgeofferd! zegt
zij opgetogen. I>at noem ik nu eerst
eens vriendschapl
Ik vond het raadzamer, op ddt
uur te komen. Je zei, dat je 's avonds
dikwijls visite hadt.
Ja, zoo is het ook veel aardiger.
Nu gaan wij in mijn hoekje gezellig
koffie drinken.
De kleine, in mosgroen en wit ge
houden hoeksalon ziet ar allerliefst
uit; de wanden zijn met stof behan
gen, er staan gemakkelijke lage stoe
len en veel frissche, levende planten.
Op tafel ontdekt Wilhelm een keu
rig te'efoontoestel, dat Lore, dadelijk
ln gebruik neemt
Ik wij je even vertellen, Karl,
dat mijnheer Forstner hier is. Als je
kunt. kom dan bij ons koffie drin
ken. Zoo? Nog gewichtige brieven af
te d'-en? F.rsr jammer! Maar kom dan
toch in leder geval, zoodra Je klaar
bentl
Zij belt af.
De telephoon Is niet enkel voor
de zaak voegt zij er ter ver'-'
bij en als ik alleen ben, is ze een
levende kameraad voor mij. Het Is
zoo'n preitig idee, in de verte te kun
nen praten, en menschenstemmen te
hooren, als ik or lust in heb.
Daar hadt Je bij Franz en Seiler
zoo'n dllng niet voor noodig, zegt hij
lachend. Daar was rumoer en le
ven genoeg, soms te veel- Ik kan
mij best voorstellen, dat je nog niet
recht crew end bent aan de stilte hier.
Zij knikte zwijgend. De versteende
verschijnt met het blad. Nu zitten zij
tegenover elkander voor het breeds
hoekraam waaT men rondom een
mooi uitzicht heeft o-ver de als eem
ster naar elkander toeloopende wan
delwegen. De onophoudelijk voorbij
stroomende meuschen, de afwisselen
de tooneelen van het bonte Zondags-
publiek geven telkens nieuwe stof tot
gesprek. Nu en dan vertooneo zich
bekenden tusschen de wandelaars.
Is dat niet Grunwald. Wilhelm?
Dat fatje daar links met rijn panama
en zijn gele puntschoenen?
Juist Ja, die hangt neg veel
meer den fat uit, sinds hij als vaste
medewerker aan ons nieuwe mode
blad is aangesteld. Maar knap is hij!
Teekent werkelijk uitstekend! On
langs heeft een Fransehe uitgever
hem bij ons willen weghalen, en hem
op stel en sprong mee naar Parijs
nemen I
Met wie loopt hij daar?
Dat juffertje in het blauw is Ai-
wlne, uit het confectiemagazijn. Ede
ken Je toch wel. Een braaf meisje.
Keiler wil voor zioh zelf begonnen en
met haar trouwen.
Wij mogen den grappenmaker
graag lijden. Den vorigen Zondag bij
het varen viel hij in het water. Toen
wij hem er goed en wel weer uit had
den, en hij als een druipnatte poedel
voor ons stand, zeide hij met de
grootste waardigheid. Dit kleine
intermezzo heb ik met opzet veroor
zaakt- lk wilde eens zien, wie van de
dames het meeste mn mij houdt.
Lore schaterde zoo, dat de ronde
wenkbrauwen van den versteende,
die op last van den heer des huizee
sigaretten brengt, verbaasd omhoog
gaan, en dan een rechte, strenge,
verwijtende lijn vormen.
Echt Egyptische, zegt Lore, Wil
helm een brandenden lucifer gevend.
Zij zelf Tookt ook.
Wat zie je er chic uit! merkte
hij op.
Lore draagt een zacht, zalmkleurig
huiscostuum. Het is bij Franz en
Seiler gemaakt en Wilhelm heeft het
grillige borduurpatroon ontworpen,
dal, in zwarte zijde uitgevoerd pi
kant afsteekt bij de zachte tint van
de japon. Vroeger kwamen dergelijke
werkjes voor Lore's rekening; nu
reppen anderen de handen voor haar.
Ik zou zoo graag zelf eens het
borduurwerk voor zoo'n japon voor
mij maken! zegt zij nu, den loop van
haar gedachten volgend. Maar
mijn man wil het niet hebben; diat
heb je lang genoeg gedaan, nu kun
Je Je oogen sparen, zegt hij. Neem
de auto of laat Inspannen, ga oen
toerrtjo maken of ga naar een ten
toonstelling; Je weet toch nog zoo
weinig.
Hij zal wel gelijk hebben, ant
woordt 'Wilhelm. En hoe weinigen
hebben liet geluk vrij over hun tijd
te kunnen beschikken. Je bent te be
nijden.
Zeker, stemt zij toe, Jo moet
niet denken, dat ik ondankbaar ben!
Het is alleenzie je, Wilhelm, ik
heb nu zoo veel tijd om na te denken,
en ik heb ingezien, dat het harde
moeten, waarover wij vtros^**" onder
den druk van onzen arbeid zoo dik
wijls spraken, ook wol eens heel goed
kan zijn! Het Is zoo'n genot, als men
iets doet, wat niet iedereen doen kan
iet» dat met ernst wordt gedaan
ruim betaald wordt! Altijd uit wan
delen gaan dat doen bij ons alleen
grijsaards en kinderen. Nu weet ik
het: de goede afwisseling tusschen
werk en rust, dat is het ware. En...
wie geen werkdag heeft. Wil
helm, die heeft ook geen Zondag!
Zij heeft met steeds toenemende op
gewondenheid gesproken. Hij kan
niets tegen inbrengen. Nu is het als
of beiden schrikken. Wilhelm heeft
een gevoel alsof hij een blik heeft ge
worpen in oen open wond.
Je begrijpt mij immers goed,
Wilhelm? vraagt zij aarzelend.
Hij heeft reeds de juiste woorden
gevonden.
Natuurlijkl antwoordt hij, met
opzet op luchtigen toon. Wat is be
grijpelijker, dan dat je eerst de beide
werelden in harmonie met elkander
moet brengen, die waarin je vroe
ger leefde, en die waarin je nu ver
keert. En dat kun je ook! Je goede
man verwacht dat en vertrouwt je.
Daarom heeft hij de brug naar je
vroegere wereld niet afgebroken, zóó
kun je tot ons komen, kun je de a
sten onder ons op mooie, heime
lijke wijze weldoen en hun het le
ven verlichten. Je kunt ze „Zonda
gen" bezorgen. Vroeger was je een
der velen, die zelf moesten verdienen
en ontberen, en de armoede van an
deren moesten aanzien, zonder te
kunnen helpen. Nu kun je dat! Nu
ben je als de fee met een tooverstaf.
Er zijn nooden, waar slechts geld
hulp kan brengen; daarvoor heb je
de middelen. En er zijn nooden. die
slechts door geduldig meevoelen en
meedragen te lenigen zijn; daartoe
heb je den tijd, en een warm hart.
Noem je dat ook geen werken? En
is dat werk niet even ernstig op te
vatten als het versieren van zijden
stoffen met goud- en zilverdraad?
Lore is opgesprongen, met tranen
in haar groote, zwarte oogen.
0, Wilhelm, dat is prachtig!
Wil je mij helpen, dat het ook waar
wordt?
Van garvscher harte! egt hij vroo-
lijk. De kleine Lore kan nu een
maal niét stilzitten! Wacht maar,
Lore, je krijgt Je „werkdagen" well
En dan komen de Zondagen van
zelf.
üe versteende treedt binnen en be
richt met groote waardigheid, dat
mijnheer de Handelsraad nog een
kwartiertje wordt opgehouden door
een bezoek vuor zaken. Wilhelm kijkt
op zijn horloge en staat op.
Dan kan ik tot mijn spijt ditmaal
niet op je man wachten.
Des te eer moet je dan terugko-
menl zegt Lore hartelijk. En zachter
voegt zij erbij: Alleen waag ik mij
nog met op mijn brug!
'Nu is zij weer alleen en zit in haar
hoekje voor het raam. Het is bijna
een verlichting voor haar, dat haar
man nog niet dadelijk komt. Haar
gevoel is nog te oproerig, haar denk
beelden ziin nog niet helder genoeg,
om er reeds met hem over te kunnen
spreken. Zij heeft den ernstigen wil,
het vaste vertrouwen, door Wilheim'a
„brug" in de toekomst een echt ge
luk voorhuis en hart te zullen ver
overen. Maar nu ls zij nog midden in
het vuur van den strijd I Nu strekt
nog de bonte, vroolijke Zondagswe
reld daarbeneden, de wereld van
„harden arbeid en vroolijke feesten",
waar zij vroeger een der vroolijksten
was, lokkend de armen naar haar uit.
Het is, alsof al die stemmen voor
haar alleen klonken Alsof zij ln dat
mengelmoes van tonen slechts dit
ééne refrein hoorde de woorden,
die zij een paar weken geleden las-
en die haar voortdurend in het hoofd
bleven hangen
„Zondag I Kom en wil verwarmen,
Hen, voor wie som» 't werk te
zwaar is
Qch, hoe rijk zijn toch de armen,
Als voor hen een Zondag daar is I"
DRAADLOOZE TELEGRAFIE.
De aanwending van draadiooze te
legrafie breidt zich steeds meer uit
over de geheel© wereld en in de eer
ste plaats wat betreft de scheeps in
stallaties.
Het Itallaansche ministerie van
marine heeft een bevel uitgevaar
digd. dat 1 dezer tn werking trad,
volgens hetwelk alle schepen, zoowel
Italïaansche als buitenlandse he,
welke landverhuizers vervoeren tus
schen Italïaansche en vreemde ha
vens, voorzien moeten zijn van een
inrichting voor draadlooze telegrafie
volgens het Marconi-systeem.
Het plan is koningin Marie bij 'de
kroning een geschenk aan te bieden
van alle Maries in het Brltsche Rijk.
Alleen wie Marv, May, Maria, Marian
Marion of Marie heet zeil van een
stuiver tot een pond sterling
bijdragen.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCIIE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
Probleem No. 219 van A'. PERNET,
46
Ui.
aék
M
■:4
46
47
46
49
60
Wit
Zwart schijven op: 7, 8, 9, 13, 14, 28, 83 en dam op 12.
Wit schijven op: 20, 24, 27, 31, 40, 42, 43 en dam op 25.
Probleem No. 220, van
MEANDRE,
19 8 4 8
y..
'yjm*
Pf.
JÜT
ÜK..
iM
a
■L'y
iÉ
Zwart schijven op: 2, 5, 10, 11, 12, 13, 21, 26, 37, 39 en dam op 6.
Wit schijven op: 14, 25, 28, 29, 33, 35, 36, 38, 44, 47 48 en 50.
31 - 26, 49 - 44, 21 - 17, 38 - tl
- 21, 2 9!
Oplossing van het eindspel Na
216, van den auteur:
Oplossingen van deze problemen
worden ingewacht aan bovenge
noemd adres, uiterlijk Dinsdag 17
Januari 191L
Oplossing van probleem no. 215,
van den auteur: Wit 39 - 331 26 - 21,
Wit 8 - 2 ,48 - 26 26 - 17, 17 - 11, 2 16 16 - 33. -
Zwart 17 - 22 a.b.c, 22 - 27 de.f, 27 - Slg, 16 17, 31 - 37h, 37 28, 28 - 32
Wit 29 - 42!
h. o» zw. 31 - 86 w. 16 - 32!
op zw. 27 - 32 w .17 - 11, z. 16 7, w 2 381
Wit 26 - 8 45 - 7 8 - 21, 7 - 11. 2 281
Zwart f 16 - 49k, 49 - 261, 26 - 49, 49 -16, 16 7,
L op z 49 - 35, w 26 - 8, z 35 - 49, w. 45 - 40, 8 13, 2 27!
L op z 49 - 44, w 45 - 18, z 22 13, w. 2 491
k. op z 16 tot43, w 26 - 17, z 22 11, w 2 491
Wit 26 - 17, 2 491
Zwart e 16 tot 43, 22 11
Wit
Zwart d 22 -
Wit
Zwarte 16 - 4
45 - 7 26 - 21, 7 - 11, 2 S
>8, 16 tot 49, 16. 16 7,
,45 - 40, 48 - 30, 2 30 J
49 35, 35 24, 17 - 21 of 22,
i - 13 of 19 enz.!
t 45 - 50, 50 - 11, 2 32!
Zwart b 17 - 21, 21 - 27, 16 7
Wit 2 - 16 45 - 2316 27, 27 - 21, 23 - 37, 48 37!
Zwart a 16 - 21, 21 - 26 gedw., 17 - 21i, 26 tot 3, 26, 26 42,
L op Zw. 17 - 22, volgt w 23 - 37, 48 18!
Probleem en Eindspel zijn goed op
gelost door de heeren: R. Bouw, P. J.
Eype, J. Jacob9on Azn., W. H. de
Klerk, J. LyckLanva, W. J. A. Matla,
D. G. Koning, P. Ottoitni, C. Sero-
dlni, F. Th Timmer, K. SIfegorist,
M. v. d Werff.
De Heer Th. S. Germans zond el-
leem een goede oplossing van het
eindspel.
Oplossing van het Mh/Jprobleem
van den heer Querido:
Wit 28 - 23, 29 - 24, 24 21
Een prachtig stukje, geheel geba
seerd op het reglement waar het
luidt: „de meeste stukken moeten go-
slagen worden.
Wij geven thans een bladprobleem
van den heer Weiss en zullen de op
lossing in de volgende rubriek ver
melden:
1 B 8 4 5
y.
m
Ém
D» Haarfiemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten lederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in het
Gebouw „de Nijvertwrfd* Janssïraai
85, alhier.
Liefhebber» van het damspel sJJö
daar steeds welkom.