LAARLEM'S DAGBLAD. :o ZATERDAG 14 JANUARI 1911 haarlemsche 'BattdcSsvereenigSng Qocdgek. bjj Koa. Beal. ran 13 Nov. 1398. De Haarlemsche Handelsvereni ging Hier ter stede, opgericht 10 Mei 1882, heelt in den loop van den tijd wel haf* recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schil leuden aard betrellende, ia zij opgetreden en dikwijle niet groot guccós. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geelt, dit te waardeeren, door ala lid der Vereeni- glng toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat ia niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, Ja zelfs particulieren, moesten lid .Worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni- ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordooien, die de Vereen Igmg nul ten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn teer vele en zeer groots tegenover de geringe Jaarlijkse he contributie van 8.60, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereenl- giug bemoeit zich In de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan nyanen an information voor hen In te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies \an den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis vpor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Ais proef kunnen voortaan nieuw, ledeu voor een half jaar.worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) ad I 1.75 de b&lve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver een igtng zijn de heeren Mrs. Th. de Hauu Hugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eJkeu werkdag van 24 uur des middags zijn te spreken. liet bureau der Vereeniging ls ge- Vest gd Jausweg 11. Voor Incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van Informatiën naar 'buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, ph vijf cents porto-vergoeding. Jriforino- tien naar binnen de stad wonende personen warden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 information en rechts geleerde adviezen werden in het ai- geloopen jaar gegeven. In October en November 1910 zijn 60 vorderingen tot een bedrag van f 1184,14 betaald; 11 vorderingen wor den afbetaald, 16 vorderingen zijn uitgesteld. V olgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den to blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seert aan het Bureau, dat geopend ls dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men torris meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V,, toch van haar lnfor- mutiëa kon bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCLVIIL Zijt ge bang voor het gele gevaar 1 Ik niet, voor zoover het althans niet bestaat in de gele koorts. En dan nógDe gele koorts in Europa ca n'existe pas. In ons Indië bijvoorbeeld schijnt men het gele gevaar wèl te duchten Daar kan geen Japannees nieuwsgie rig naar een militaire oefening, een kanon of een bajonet kijken, of dra zien ettelijke vaderlandslievende Ba taven, waaronder zelfs sommige koe- ran tiers, in den man uit het land 'ier chrysantemen een soort van gevaar lijken spion, dien men zonder vorm van proces over de grenzen moes! zetten. Gelukkig laboreeren de Fransctien hecleuiaal niet aan hallucinaties be treffende het gele gevaar. Wel bezig den onlangs eenige bladen hier de uitdrukking „le péril jaune", doch dat geschiedde met een mengeling van ironie en sympathie. Het betrof het geval van een Chineesche fabriek, ontdekt in een der buitenwijken van Parijs. Een fabriek van bommen, van ont plofbare stoffen Neen, lezer, geenszins. Ik geloof niet. dat er tot nog toe anarchisten onder de geelrassige wezens gevon den worden. Trouwens, Confucius of Laotse, daar wil ik af wezen moot reeds gezegd hebben „Gooi liever met geld dan met bommen 1" ln 1901, kort na de sluiting van de laatste Parijsche wereldtentoonstel ling, kwam Li Yu Ying, zoon van een aan den dijk gezetten minister aau hei hof le Peking, voor het eerst in de Europeesche lichtstad aan. Hij vergezelde den toenmaligen gezant van zijn land, thans gouverneur van de provincie Sang Toen. Li Yu Ying werd eerst leerling van de praktische landbouwschool te Chosnoy en trad daarna ln het Insti- tut Pasteur te Parijs. Boeddhist en vegetariër als hij was. droomde hij er van, de mensch- heid te dienen door haar te gelegener tijd nieuwe plantaardige voedings middelen op te disschen. Na voleindigde studiën keerde hij, in 1908, naar China terug om er het kapitaal voor de verwezenlijking van zijn nutritieve plannen te verga ren. Dezen eersten keer kreeg hij niet meer dan 120.000 francs bijeen, met welk betrekkelijk gering kapitaal de jonge chemiker, de stoute schoenen aantrekkende, weder naar Parij? toog, alwaar hij in de Rue des Ca nettes, nabij de kerk SainPSulpice. een laboratorium voor proefnemingen op groote schaal oprichtte. De proefnemingen slaagden naar wensen, en, voorzien van do noodige patenten, scheepte hij zich weder naar zijn vaderland in. De Vereeniging der Jong-Chlnee- zen, die zich ten. doel stelt, de zonen van het Hemelsche Rijk aan te moe digen en te steunen in het aanknoo- pen en onderhouden van buitenland- sclie handelsbetrekkingen, ontving Li Yu Ying met de grootste welwil lendheid. Gesteund door die vereaiil- ging, door de onderkoningen vau Nanking, Petspili en nog andere grootmogende mandarijnen, wist hij spoedig een naamlooze vennootschap met. 2.0®.000 francs kapitaal op te richten, oie, staande onder Chinee sche wetgeving, haar hoofdzetel te Tientsin heeft. Nu staat de fabriek er al, in een der buitenwijken van Parijs. En ze werkt etevig. Zo wordt bediend uit sluitend door Chineesche werklieden die volijverig, vlug en geruischloos bun bezigheden verrichten. Vieren twintig Chineezen zijn er in het ge heel. vier-en-twintig nijvere mensc.'i- mieren, die, teneinde niet geheel uit den toon der omgeving te vallen, hun staarten aan de Europeesche bescha ving hebben opgeofferd. Htm staarten alleen niets meer. Hun kleeder dracht en hun manieren zijn speci fiek Chineesch gebleven. Het produkt. dat in bedoelde fa briek verwerkt wordt, is een aard- gewas, dat in Nederlandsch-Indië be kend staat onder den naam van „ko- deléen waaruit men in Japan de „soja", te Batavia en elders op Java de gelijksoortige „ketjap" bereidt. De chemiker Li Yu Ying fabriceert daar uit echter ook melk, kaas, meel, brood, beschuit, koek, saus, olie, groenten, oonfitjiren en de rest. Knap pe vont 1 Of de onderneming van onzen ener gieken Cltinees geldelijk slagen tol 7 Dat is natuurlijk niet zoo maar da delijk uit te maken. Beslist alleen het reken-talent, dat den Chineezen over het algemeen eigen is, dan bestaat er groote kans, dat Li Yu Ying zij bij zijn aardgewas zal spinnen, al gaan nieuwe voe dingsmiddelen er niet zoo gemakke lijk „in" als bijvoorbeeld nieuwe da meshoeden. Ja, dat reken-talent van de Chinee zen is iets bijzonders. En ik geloof, dat slechts de Grieken hun daarin de baas zijn. Onlangs wilde, in het druk door Chineezen bezochte Café Lorraine, een zoon van het Hemelsche Rijk mij wel do eer aandoen, met mij te bil jarten. Hij had mij vaak zien spelen en haakte er naar, mij een mooie partij „aan te smeren". Best Na eenigen tijd merkte ik op, dat mijn tegenstander zeer eigenaariiï telde. Had hij 2 punten gemaakt, dan markeerde hij er 4 voor 3 telde hij er 9. Enzoovoort Toen ik hem ten slotte op zijn arithmelische sprongen attent mankte, antwoordde hij me Neemt u het mij niet kwalijk Sedert een maand behandelt mijn leeraar in de wiskunde de mach:s- verhcffiiig met mij, en onwillekeurig in de abstractie-.... Nadat ik hem had gewaarschuwd, dat ik, om in den toon te blijven, hem, als hij op die wijze voortging, lieven de macht zou heffen, hield bij zich verder zoet en telde ais een ge woon menschenkind. Let wel, dat geen zijner, ons spel gadeslaande, landgenooten mijn te genstander desavoueerde of zelfs stil lotjes tot de orde had teruggeroepen. Nu is net wei waar, dat hij af en too behoorlijk had geteld, namelijk wan neer hij niets of 1 carambole had ge maakt Let verder wel, dat vooraf was af gemaakt, dat ieder onzer de helft van de partij zou betalen, zoodat geen geldgewin onzen Chinees tot zijn machtsverheffing kon hebben gertre- Er moet in de leer van Confucius toch iels zijn, dat. het eigenaardige rekenen van het Mongoolsche ras 7.00 niet sanctionneert of vergoelijkt, dan toch verklaart.... Iets analogisch Het wemelt op aarde, niet het minst te Parijs, van klaploopende, dieven de, valsch spelende en roovende Grie ken. Dit decadent volk wordt gesteld tegenover de oude, vroegere Grieken, de voorzaten, met hun groote wijs heid en hun enormen kunstzin. Goed. Maar al wie de Grieksche mythologie goed bestudeert, moet erkennen, dat al die geschiedenissen van goden en godinnen, hoe mooi misschien ook in literaire» zin, overloopen van ver raad, ontrouw en andere gemeenhe den, en de nationale kiemen inhou den van de huidige degeneratie der Hellenen. Ik vermoed, dat Li Yu Ying over eenige jaren een boekje over de Frau- schen zal schrijven, gelijk generaal l'sjeng Ki Tong het indertijd met zijn „Les Parisiens peints par tin Chinois" heeft gedaan. Een curieus boek, dat van den Chiueeschen generaal 1 Men vindt er naïveteit en ironie in, zachtheid en barbaarschheid, helderziendheid en domheid. „Gelukkig land van confucius" roept hij uit, „dat nog niet den strijd om het bestaan kent, noch akken opgegeten door sterken, noch degroot-industrie, noch groote maga zijnen!" Jawel, wij hebben allen dik wijls gehoord van de „over-oude Chineesche beschaving.... Maar het wordt je toch eigenaardig te moede, als Je gewaar wordt, dat hij het duel als barbaarsch teroor- deelt. doch over de gruwelijke lijf- en doodstraffen in China als over doodgewone dingen spreekt Ook, als hij melding maakt van het groote ge luk der Chineesche vrouw, die niet temin wordt ..enfermée dans sa mal- son" Laten wij hopen, dat Li Yu Ping te zijner tijd verstandiger dingen zal zeggen over de beschaving in het He melsche Rijk, waai- men overigens, üi strijd met Tsjeng Ki Tong's be we ring, wèl den strijd om het bestaan schijnt te kennen, getuige de tallooze staartdrngende emigranten. OTTO KNAAP. Van de Residentie en haar bewoners. LXXXXI. We hebben een Engelschman van nog jonge beroemdheid in onze ge meente gehad Sir Ernest Shackleton, den leider van do jongste Zuidpool- expeditie, heeft hier een voordracht gehouden voor de Vereeniging van Mijnbouwkundige Ingenieurs. De belangstelling was enorm pro fessoren en privaat-docenten waren irt Delft overgekomen, alles wat Den Haag aan bekende ingenieurs had, was uitgeloopen I Ze werden wel te leurgesteld. Shackleton gaf geen wetenschappe lijke verklaring van de resultaten zijn reis, van de onderzoekingen, de nieuwe ontdekkingen vernamen do toehoorders geen zier. Hij gaf een verklaring van zijn serie lichtbeelden, tapte wat moppen er tusschendoor, verontschuldigde zich aan het s-ot, dat hij «een wetenschappelijke voor dracht gehouden had, waarvan de rede was, dal al zooveel boeken over de expeditie verschenen waren en nog verschijnen zouden, en uit was het. Een groot uur hadden de inen- 6chen lichtbeelden gezien en toen stonden ze op straat. Do teleurstelling onder het weten schappelijk deel van het publiek was niet zoo heel gering. De menschen waren nu toch soms van buiten af ge komen om een voorstelling te zien, niet ongelijk aan die van Alberts frères verleden jaar, die de Zuidpool- film met goed succes projecteerden. Wel was de explicatie thans moer nauwkeurig, daar stond tegenover, dat de bec-lden nu dood waren en daardoor het „leven" aan de pool minder duidelijk sprak. Siv Ernest is een grappenmaker: hij laat een jaar wachten vóórdat hij eindelijk eens komen kan en als hij komt, om een voordracht te houden voor een wetenschappelijke vereeni ging, houdt hij een praatje dat maar dan in het Holiandsch door schooljongens van 10 jaar oud begre pen zou zijn. De verontschuldiging aan 't slot over het ontbreken van technische gegevens, deed komiek. Was Sir Ernest daar nu eens mee be gonnen, of nog beter, had hij het mee gedeeld, toen zijn komst gevraagd werd. De belangstelling, even groot als die welke Shackleton genoot, maar dan onverdiend, zou toe te wenschen zijn aan de tentoonstelling van het tuberculose-museum van „Het Groe ne Kruis", die verdient, dat naar Gothische zaal gegaan wordt. Voor hen. die wel eens in een sana torium geweest zijn of zich op de hoogte gesteld hebben van de wijze van bestrijding, is er niets nieuws, wat echter niet wegneemt dat het groote publiek ar nog veel kan lee- ren, al was het alleen maar omdat de aanschouwelijke wijze van verple ging duidelijk ktat zien dat bedompte lucht, broeiwarm to en tuberculose de beste vrienden zijn. De bedoeling van de tentoonstelling opperbest en het bestuur ver standiger dan dat van de huisvlijtten toonstelling, dezen zomer te Scheve- mngen, stolden den toegangsprijs laag; voor tien cent kan men binnen komen en, naar op de aanplakbiljet ten staat, hebben arbeiders en daar mee gelijkgestelde» van 10 tot 1 uur rij entrée. Beter kan het al niet, maar nu komen van verschillende zijden klachten dat personen, die on tegenzeggelijk tot den werkenden stond behoorden, geweigerd werden omdat ze geen biljet hadden. Of hier het bestuur zich vergiste door de be kendmaking op de aanplakbiljetten, of dat de man aan den ingang op ei gen gelegenheid menschen afwees, weet ik niet. Er zijn echter bezoekers teruggestuurd en dat Is jammer, want het doet schade aan de tentoon stelling, waarvan het doel toch zoo boven allen twijfel goed is. Binnenkort wordt in den raad het voorstel behandeld tot het maken van een paar groot© verkeerswegen dwars door de oude stad, tw. van PrmsegTücht naar Fluweelen Burg- al en van Prinsegracht naar de Elandstraat. Van verschillende kanten zijn amendementen ingediend, waarvan echter maar zeer enkele de aandacht verdienen; dat zijn die van den heer Van Liefland, die zeer terecht op merkt, dat de eerste straat, die hoofd zakelijk moet dienen tot ontlasting de Spuistraat, een monding vlak bij het uitkomen van Spuistraat op Spui moet hebben, daatr anders de voetgangers er toch geen gebruik van zuilen maken, onvdat ze er nooit aan denken eerst een eind het Spui op te loopen en dan peis den nieuwen weg in to slaan. Hij stelt daarom split sing vau de monding van den nieu wen weg op het Spui voorn in twee ar men, waarvan er een vlak bij de Spuistraat uitkomt. Het tweede voorstel is om den weg die dwars door de huizen van Bilder- dijkstraat hoek Veenkade naar de Elandstraat getrokken zou worden, to doen vervallen omdat hierdoor de Piet Heinstraat wel ontlast maar de Zoutmanstraat te veel belast zou wor den. Hij wil daarvoor een nieuwe straat Prins Hendrikplein Barenes- straat hoek Piet Heinstraat. De mogelijkheid dat zijn eerste amendement aangenomen wordt lijkt me nogal groot, maar het tweede zal vermoedelijk wel geen meerderheid halen Het is toch te veroordeelen om dezelfde reden, die den heer Van Lief land min gunstig over de diagonaals- straat naar den Elandstraat deden denken, nl. de scherpe hoeken, en het zou een nu niet leelijke buurt, snij den in huizenblokken zonder eenig verband, waarbij nog komt, dat het nut van den door hem voorgestelden nieuwen weg niet boven verdenking verheven is. Behalve deze zijn nog ettelijke an dere voorsteilen ingediend, zoodat het wel waarschijnlijk lijkt dat de debat ten in één middag niet zullen ailoo- pen. De buisjesspeculanten zullen dan dus nog eens de publieke tribune pjoe- tea vullen, voordat ze hooren of ze bun geld goed belegd hebben of niet. Den laatsten tijd "is al verschillende malen gewezen op het feit dat Masse net's He rol iade door de Fransche Opera wei in Amsterdam en Rotter dam, maai- niet in Den Haag wordt Die klacht is oud; door officieel on bekende oorzaken is Herodiade plot seling van het Haagsche repertoire verdwenen ,,Le jongleur de notre Dame" houdt haar gezelschap. Vermoedelijke oorzaak: bet min of meer bijbolsche van het gegevene en va n,.zekere zijde" schijnt de wenach uitgesproken dat die opera's in lie* „Theatre Royal" niet meer gespeeld worden. „Salome" dut een pa^r jaar geleden door de reeds overleden Opera vereeniging van dr. v. d. Broecke op gevoerd werd, genoot die belangstel ling niet» misschien wel omdat bin- nenskainorsche invloed hier toch niets zou uitrichten, en ook de opera itaJiuna bracht dat werk ten toonec-ie. SINTRAM. Uit de Omstreken HEEMSTEDE. Tot tijdelijk klerk san de gemeente gasfabriek is benoemd de heer J. E. Mooijen te Haarlem. Zitdag. In Januari an Februari wordt door den Rijksontvanger alhier geen zit dag gehouden. HILLEGOM. Dc Protestantsche Ziekenverpleging hield Woensdag haar jaarlijksche al- gemeene vergadering. Aan het jaar verslag dat wees op den Woelenden staat der vereeniging, ontieenen we dat er op 1 Jan. J.l. 466 leden wa ren, die ln totaal contribueerden f 1183.75; dat het saldo over 1910 be droeg f 114.87 1/2, ena dat dit saldo met vroegere gemaakte saldo's thans ee'n bezit geeft van f 1345.28 1/2. Dit be drag zal mettertijd moeten dienen voor een eigen wijkgebouw. Door de zuster der vereeniging werden 64 patiënten behandeèd niet een totaal aan bezoeken van 3583. Binnenland Se Hacblwacht besciiaiiigd. „De Nachtwacht", het wereldbe roemde schilderij van Rembrandt van Rijn, is door een baldadige hand vrij ernstig beschadigd. De bodrijver van dit schandelijk werk is een zekere Sigrist, een jonge man van 23 jaar, gewezen kok bij de marine, die opnieuw in militaire dienst wilde gaan, maar afgekeurd werd. Hij zegt hierdoor een haat te gen het Rijk te hebben gekregen en zich door zijn daad te hebben willeu wreken. Het was den dader om vernieling van de Nachtwacht te doen, maar het is gelukkig bij een vrij ernstige be schadiging gebleven. De zaak beeft zich aldus toegedragen. Tegen 1 uur Vrijdagmiddag toen geen enkele bezoeker, maar alleen de suppoost Dijks in de Nachtwachlznal zich ophield, stapte, naar 't Hind, meldt, Sigrist binnen. Hij zag er fat soenlijk gekleed uit en trok door niet3 de bijzondere aandacht. Sigrist plaat ste zich op ongeveer drie pas afstand voor het doek. terwijl de suppoost zich dicht achter hem ophield. Plotseling stapte de man vooruit, haalde onder wijl een schoenmakersmes uit zijn zak. sprong over het koord dat dicht bij den grond voor het schilderij hangt en haalde in een boog het mes over het doek heen. De daad eu daarmee de beschadi ging was zoo in een oogwenk ge schied. De suppoost Dijks riep om hulp en sprong den man na. maar voordat Dijks hem beet kon grijpen, was de daad ai geschied. Een tweed# sup poost snelde oogenblikkeiijk toe eu beiden overmeesterden Sigrist en ont namen hem het scherpe schoenma kersmes, dat bij nog in ie hand hield. „Zóó is het goedl" schreeuwde de man, „ik heb een haat tegen het Rijk en. beier dan iemand overhoop "te steken, kan ik de Nachtwacht vernie len. Hij werd geboeid naar het politie bureau aan het Leidscheplein over gebracht en de justitie werd met het gebeurde ln kennis gesteld. De beschadiging is aldus. Bc-ide hoofdfiguren, kapitein Frans Ban ning Cocci en luitenant Willem vau haarlemmer Halletjes /EN ZATERDAGAVONDPRAATJE. De Bacliconcerten zijn in Haarlem een heele "ebetirtenis. Tout Haarlem gaat er heen. Onze „upper ten thousand" maar wacht eens even zooveel aanzienlijke personen hebben wij in een stad van nog geeu zeventigduizend zielen ais Haarlem is, niet laat ik dus zeg gen ouze bovenste vijfhonderd gaan er regelmatig naar toe. Per rijtuig of per auto. Dinsdagavond stond de staart van de file op de Groote Markt voor Brinkmann. Naar Ik hoor is er een adres van de paarden over die renmishandeling te wachten. Auto's, die bij 't stilstaan bun motor in gang houden, brengen zooveel leelijke dam pen voort, dat een welopgevoed paard daar liever niet eGn minuut of vijf lang met zijn neus vlak boven staat Door ai die rijtuigen weet ieder in de stad, ook die er niet aan denkt om naar 't concert te gaan, dat bet Bach ls. Van halfacht af rollen de rijtui gen, meestal met een vaartje, daar menige koetsier twee vrachtjes moet gaan halen. Anders zou je er ver wonderd van staan, dat er in onze •tad, met twee tramlijnen en vrij wat auto's, nog zooveel huurpaarden loo pen. Het gaat daarmee als met hot Romeinsche leger in een schouwburg- Xoorstelling het bestaat uit niet meer dan twintig man, maar omdat telkens 'dezelfden opnieuw voorbij komen marcheeren, lijken het wel honderd. Gelukkig maar, want verreweg de meeste Bachbezoekers, ook die bij an dere gelegenheden van den beenen wagen of van de tram gebruik maken, gaan naar Bach per rijtuig. Waar om Ja, omdat het adat is. Waar schijnlijk ook wel, omdat de men schen or heengaan in hun mooisto kleeren. De Haarlemsche dames klee- den zich over "t algemeen heel eenvou dig, in vergelijking bijvoorbeeld met Amsterdam en den Haag, maar op het Bachconcert wordt het mooiste aangetrokken. En niet door het vrou welijk geslacht alleen. De heeren trek ken de smoking aan, een naar mijn bescheiden meening irelijk klee- dingstuk. Over het ontstaan van dat Jasje gaat het navolgende verhaal Er was eens een kellner, die geen kellner meer wou wezen, maar pas een nieuwe rok had gekocht. Hij ging naar zijn kleermaker en zei „snij me die panden van de rok af, dan kan ik ze als buisje dragen." Maar toen 't klaar was, zag het er raar uit, net een rok waar de panden afgesneden waren I Zóo kon het niet De kleer maker kreeg een goed idee. „Ik maak er satijnen opslagen aan", zei hij „en dan noemen we bet andere en dan zul je er nog opgang mee maken." Zoo geschiedde. De smoking was ont staan, tussc hen trap tusschen rok en gekleede Jas. En daarmee loopen de heeren in en bulten Europa nu rond bij half offlcieeje gelegenheden. Op Bachconcerten evenwel niet overal. Alleen beneden in de zaal. Boven op de gaanderij staat een smo king niet hoe dat komt kan ik niet zeggen, maar een feit ls het. Daar vergenoegen zich de heeren met ge kleede Jassen en jaquets en nog wel gewoner Jasje» en kijken vol bewonde ring naar de smokings, die in de pau ze naar boven komen om op het por taal een sigaar of een cigaretje te rooken en meteen ('t buffet is toch vlak bij) een glaasje bier te drinken. Hot is waar, dat de leden van bet orkest van 1 Concertgebouw zelf niet minder deftig in de kleeren zijn ge stoken. De rok met witte das is hun gewone dracht. Als je er een paar in Amsterdam tegenkomt en ze herkent, wat heel moeilijk is, dan is 't of ze vermomd zijn. De jonge Hopma, die achttien Jaar is en zich verbeeldt aanleg voor de muziek te hebben, beeft zich dan ook eens erover uitge laten, dat hij lid van t orkest zou wil len worden. „Eiken avond in de rok", zei hij verrukt, „stel je dat eens voqt I" Ik ben nu, met de zwaarmoe dige philoeophie van den ouderdom bezig hem uit te leggen, dat het toch vervelen moet altijd zoo op het hoog tepunt van mannelijke elegantie te verkeeren. „Wie eet er nu lederen dag patrijzen I" zeggen de Franschen heel terecht. Overigens ls het in dit mooiste van onze orkesten weer botertje tot den boom. Van quaestiea tusschen direc teur en musici hoor Je niet meer. Zelfs is de verhouding zoo aardig, dat Mengelberg als de toehoorders wat heel lang applaudisseeren, zelf ophoudt met dankbare bulgingen en aan de musici een wenk geeft om/ bij wijze van erkentelljkheidsbetooging, op te staan. Ik heb er niets tegen, want al is eon orkest zonder dirigent binnen een dag of wat een verwilder de boel, als Mengelberg alleen op het podium in de Sociëteit Vereeniging met een stokje gaat slaan, boor Je niet voel. Maar wat is nu van dien „op stand" van de musici de schaduw zijde Deze, dat de leden van Bach niet uitschelden met applaudisseeren, of eerst moeten de leden van *t orkest zijn opgestaan, 't Is op die manier langzamerhand een nummer van 't programma geworden als de men schen t niet gezien hebben, zijn ze niet tevreden. En daarmee gaat de bedoeling, dat namelijk de musici zouden opstaan, wanneer ze eens heel extra buitengewoon mooi gespeeld hadden, verloren. Want zóó spelen ze toch niet alle dagen 1 't Is er mee. als met de jubilea. Lang, beel lang geleden, toen ze nog niet in de mode waren, moet het voor gekomen zijn, dat A. tot B. zei „toe vallig hoor ik daar, dat C. over veer tien dagen vijf en twintig jaar zijn betrekkiDe vervultDie man ls zoo extra buitengewoon verdienstelijk, dat we hem eens een attentie moeten bewijzen. Wat zou je zeggen, als we hem samen op dien dag eens gingen feliciteeren „Dat is goed", zei B., „maar dan hoort er een klein cadeautje bij." En daar C. een stoere rocker was, beslo ten ze tot den aankoop van een meerschuimen sigarenptjp met een barnsteenen mondstuk. Hadden ze geweten, wat ze deden, terwille van het nageslacht hadden zo het gelaten. Na hun bezoek is de Jubi- loumkoorta ontstaan en die ziekte heeft ons nimmermeer verlaten. De meerschuimen sigarenptjp met barn steenen mondstuk is de vader gewor den van tallooze albums met inscrip ties, bronzen beelden, le Travail of 1 e D e v 0 1 r. pendules met coupe», kortom van tal van op zichzelf zeer schoone artikelen, die evenwel niet altijd op de Juiste manier besteed wa ren. Want het jubileum is bijna als een automaat geworden. De vraag ls niet meer, hoe verdienstelijk je bent, maar hoelang je in functie was. Als je een dubbeltje in een automaat gooit, vraagt die ook niet of je een knappe kerel of een stommeling bent, maar geeft onverschillig weg een reepje chocolade. Ik vrees, dat er op die manier lang zamerhand iets werktuigelijks in de ze herdenkingsdagen zal kemen. Meer dan een doet nu al zijn uiterste best om zijn jubilé onopgemerkt te laten voorbijgaan, maar dat is ver schrikkelijk moeilijk. Verbeeld je, dat een van Mengelbergs musici zitten bleef, als hij wenkt dat ze zullen op staan. Dat kan niet goed. Nu, zoo is het ook met jubilea. Je moet er aan gelooven, of je wilt of niet. Familie leden, collega's, vrienden, buren, al lemaal hebben ze het op Je voorzien. Het eeni££ afdoende middel is op goeien voet te staan met de men schen van de krant. Als too'n redac teur eenmaal overtuigd is, dat je het wel wezenlijk en waarlijk meent en hem er niet over komt 6prekén juist om er de aandacht op te vestigen ('t komt voor I) dan ls hij wel de stooi- balk, die het Jubileum remmen kan. Maar ik ben een beetje afgedwaald. Over het Bach-concert schreef ik. Dat eindigt met een prachtige gelegen heid om eens te hooren, hoe de Haar lemmers niet heeten. Nooit werden namen zóo geradbraakt als daar. Maar ais bij intuïtie weten de belang hebbenden toch. wie er bedoeld wordt. wat ik hou voor het laatste overblijf sel van instinct bij ons stadsmen- schen. Begrijp ik het goed, dan is het in stinct, dat de voorstanders der Pad- vindersvereeniging weer in onze Hol iandsch© Jongens willen trachten te ontwikkelen. Voorlooplg heb ik van de oprichting van een Haarlemsche afdeeiing nog niets vernomen, maar ze z&i wel niet lang op zich laten wachten. De padvinderij zal dan, ver moed ik, aldus in haar werk gaan. Een patrouille trekt bijvoorbeeld in de richting Velsen. Het oonsigne is, een gezicht te trekken of je in een on bekende streek wandelt. Bij hei Nocydzeekanaal gekomen werpen de padvinders zich op den grond en luisteren, op lndlaneninanler, naar geluiden uit de verte. Na een kwartier verzamelt de commandant de man schappen om zich heen en ieder moet vertellen, wat hij vernomen heeft. „Ik snoof de lucht flink op en rook het ziltige water, waaruit ik opmerk te, dat de zee niet ver weg is." „Ik hoorde tweemaal achter elkaar de sirene van een zeeboot, wat in 't Spaarne 100 niet voorkomtdus dacht ik, dat we in de nabijheid van t Kanaal zouden zijn." „Ik hoorde een voorbijganger zeg gen waar blijft die lamme pont weer? daaruit maakte ik op, dat we te Velsen moesten wezen." De aanvoerder U verrukt. .Jullie scherpzinnigheid is wonderbaar", roept hij, „Je hebt voortreffelijk pad gevonden. Tot belooning krijgt ieder een kopje chocola*" riDELÏO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5