Qe Erfgenaam van Vering
NIEUWS-
en ADVERTENTIEBLAD.
28© Jaargang. No. 8463
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 24 JANUARI 1911
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd fs (kom der
gemeente)„1.30
Franco per post door Nederland „1.65
Afzonderlijke nummers0.0214
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 VS
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Cosfer. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN;
Van 15 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1 elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij; Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1204.
Hst Baroemeestersambt.
De Raadsvergadering van Woens-
öag ls op zichzelf geen belangrijke
bijeenkomst. Bekijken we de agenda,
dan zouden we haast zeggen te drie
uur kunnen de leden weer op de Groo
te Markt staan. Maar dergelijke voor
spellingen komen meermalen fulie-
kant uit de Raad heeft eenmaal toch
een gebroken achtermiddag en haast
zich niet. Ik wil maar zeggen, dat bij
noo'n gelegenheid over een klein punt
wel een groote boom kan worden op
gezet en dat de kans schoon staat, om
bij de rondvraag eens diverse zaken
ter sprake te brengen.
In elk geval, of de vergadering al
dan niet een langen staart zal krijgen,
de kop zal zijn beteekenis niet missen.
Onze burgemeester heeft in de laatste
Jaren de crew0ont© aangenomen, om
in de eerste Raadsbijeenkomst van 't
jaar oen soort Nieuwjaarsrede te hou
den. die de gelegenheid opent onge
zocht na te gaan, wat er in 't afgeloo-
peu jaar voorviel en in het ko
mende zal moeten gebeuren.
Juist om het laatste kan dezen keer
3e rede groote beteekenis hebben. Met
groote hardnekkigheid beeft het ge
rucht geloopen, dat Jhr. Boreel aan
aftreden denkt. Of het eenigen grond
had wist tot dusver niemand te zeg
gen. 't Is heel wel mogelijk, dat het
op niets berust dan op een los ver
moeden, dat de burgemeester, nu
voor de derde maal de zesjarige pe
riode zijner ambtsvervulling haar
einde nadert, wel eens geen nieuwe
benoeming zou kunnen wenschen.
Het is ongeloofeiijk, hoe snel dan
zoo'n opmerking aangedikt en opge
blazen wordt tot waarschijnlijkheid,
Ja tot zekerheid.
Of er iets van aan is, zullen we nu
waarschijnlijk Woensdag vernemen.
Heeft Jhr. Boreel inderdaad besloten
heen te gaan, dan zal het, nu nog
maar een paar maanden ons van den
'datum eener eveulueele herbenoe
ming scheiden, niet goed mogelijk we
zen, van Haarlems naaste toekomst te
spreken, zonder daarbij de aanstaan
de wisseling van hoofd te vermelden.
Omgekeerd dus, zal wanneer de bur
gemeester herbenoeming heeft aange
vraagd, dat feit uit het wegblijven
van een voorloopig afscheidswoord
blijken.
Ik stel er prijs op, hier bij te voegen,
dat naar mijn meoning de burgerij
van Haarlem haar burgemeester zeer
ongaarne zou zien vertrekken. Jhr.
Boreel is een goed burgemeester en
ieder houdt graag, wat hij voor goeds
heeft. Do Nieuwjaarsrede wordt daar
om, ik herhaal het, met spanning te
gemoet gezien.
Toen eenmaal het gerucht van af
treden ging is als vanzelf meteen be
sproken, waarom de burgemeester
zou kunnen willen vertrekken. Voor
barig maa rverklaarbaar. Er zou heel
wat komieks te halen zijn uit de mal
le motieven, die niet alleen bespro
ken, maar zelfs gedrukt zijn gewor
den, ik zal maar één motief bespreken
en wel, omdat het een belangrijken
openbaren kant heeft en zeker een
ernstige bespreking waard. Er wordt
in de laatste jaren betoogd, dat bet
burgemeestersambt zijn aantrekke
lijkheid. vooral in groote gemeenten,
zou hebben verloren, omdat aan het
hoofd der gemeente te veel bezighe
den van gering gehalte zijn opgedra
gen, die evengoed door ondergeschik
ten zouden kunnen worden vervuld.
Niemand minder dan de burgemees
ter van Amsterdam, Mr. Van Leeu
wen, heeft indertijd in do Eerste Ka
mer het ambt betiteld met R ij k s-
kruier. En naar ik wel eens ge
hoord heb, heeft bijvoorbeeld het
hoofd vnn onze grootste gemeente een
z6o ontzaglijk groot aantal stukken te
teekenen, dat hij ze niet alleen onmo
gelijk lezen kan, maar dat ook en
dat is erger een belangrijk
deel van zijn tijd met dergelijken on-
benulligen arbeid verloren gaat.
Is dat alleen zoo in een uitgebreide
gemeente als Amsterdam Of hebben
ook de burgemeesters van minder
groote steden zich over overlading te
beklagen Het tijdschrift Gemeen
tebelangen heeft daarover juist
in deze maand een interessant arti
kel gegeven van den heer D.(onath),
secretaris van de gemeente Alkmaar.
De Man der Gemeente is de
titel van deze beschouwingen, die
grotendeels de bedoeling hebben cri-
tiek te oefenen op een voordracht van
den burgemeester-secretaris van
Ouderkerk aan den IJsel, den heer
Van Waning. Voor den derden keer
heeft deze geprotesteerd „tegen de be
zoedeling van de hand van bet gou
vernement met bezigheden, die den
man der gemeente zijn tijd verbrokke
len. zijn werkkracht versohrompelen,
zijn ambt omlaag halen, vernederen
tot dat van een witkiel op 't perron
der maatschappij tot exploitatie van
een staatsambtenaar
't Is kras gezegd en ik laat do sterk
ste uitdrukkingen nog weg. Maar de
heer Donath is het er niet mee eens.
Hij ontkent niet, dat door velerhande
autoriteiten misbruik van den burge
meester en diens medewerkers wordt
gemaakt, maar wijst er op, dat het
voor een zeer groot deel van die per
sonen zeiven afhangt, of zij zich zul
len laten misbruiken. „Ontvangt de
burgemeester aanschrijvingen of op
drachten van autoriteiten, die wat hun
gezag aangaat, aan zelfmisleiding lij
den, is het dan niet zijn plicht, zich
van den inhoud juist zooveel of zoo
weinig aan te trekken, als hot belang
der gemeente hem voorschrijft
Zoo vraagt de heer Donath en toont
daardoor te meenen, dat de biologi
sche roiniging voor het hoofd eener
gemeente zeer goed mogelijk is. En
koddig is het. verder te lezen, dat
Thorbeeke zelf al dingen verlangde
van de burgemeesters, die niet op de
wet steunen. In 1852 al vorderde hij,
dat raadsbesluiten tot het invoeren
of wijzigen van plaatselijke belastin
gen, in diverse gevallen zouden wor
den ingezonden in vijfvoud, viervoud,
drievoud of tweevoud, opdat men
daarvan in den Haag geen afschrif
ten zou behoeven te maken.
En een jaar later, in 1853, werd
door den staatsraad, Commissaris des
Konings, aan de burgemeesters van
alle gemeenten in N.-Holland, waar
postkantoren gevestigd zijn, opgedra
gen te doen toezien op de verplichting
van de brievenbestellers tot hot dra
gen van de hun van rijkswege ver
strekte lederen tasschen.
Naar het oordeel van den heer Do
nath heeft de opvatting van wat den
burgemeesters mag en mocht worden
opgedragen, in het algemeen geen wij- i
ziging ondergaan. De schijn, dat het
gepast gebruik van de burgemeester
lij ke hand misbruik is geworden, be
driegt Men heeft die hand allceu va
ker noodig dan voorheen. In alle tok-1
ken van staats- en gemeentedienst is
als 't ware een gansche ommekeer ge
komen. I-Ioe grooter de gemeente is
geworden, des te samengestelder werd
haar eigen bestuur, des te grooter en
omvangrijker werden ook de algemee-
ne rijksbelangen, welke aan de zorgen
en den vlijt van de burgemeesters en
hunne medewerkers werden toever
trouwd.
Zoo schrijft letterlijk de heer Do
nath. Maar toch is hij allerminst een<
bewonderaaf van den iiuidigeii toe
stand, ziet integendeel in de gemeen
tewet gebreken, die met den dag hin
derlijker worden. De arbeid van de
wethouders en van den secretaris na
melijk wordt niet meer gedekt door
de begrippen „bijslaan" in het ©ene
en „behulpzaam zijn", in het andere
artikel der gemeentewet genoemd.
En nog duidelijker ,,de teekening
(iu do wet) van den gemeente-secreta
ris, die toch zeker niet bestemd was,
een figurantenrol te spelen, is onge
twijfeld allerongelukkigst uitgeval
len."
Hoe gaat het dan in de practijk
Daar bestaat, meent de schrijver, wel
degelijk verdeeling van ai-beid en split
sing van verantwoordelijkheid, des te
uitgebreider, naarmate de gemeente
grooter is. „Slechts de wetgever is in
gebreke gebleven, daaraan zijn zegel
te hechten." De heer Donath wil iu
geenon deelc tornen aan de hooge
plaats, welke de burgemeester be
hoort in te nemen, maar ook aan
het willen en kunnen van den emi-
nentsten man zijn grenzen gesteld, de
hand des burgemeesters is in de groo
te en grootste gemeenten in talrijke
gevallen niet meer toereikend.
„Voor deze gemeenten kan niet an
ders gesproken worden dan van de
mannen der gemeente, de handen van
het gouvernement."
Deze beschouwing kan ons gemeen
tenaren de geruststelling geven, dat
indien onze burgemeester ging, hij
niet zou behoeven te gaan om de
overdreven eischen van het ambt. Ik
noem dat geruststellend, omdat deze
toestand, bestond die, immers ook
die na hem kwamen drukken, belem
meren en verjagen zou.
Indien nu maar Jhr. Boreel ook
geen particuliere reden heeft om af te
treden, dan zal, meen ik te mogen
zeggen, de wensch der burgerij ver
vuld worden want dan blijft bij.
J. C. P.
Buitenlandse!! Overzicht
Een Parijsch hlad beweert uit zeer
goed ingelichte bron de volgende
ONTHULLING OVER DE JONGSTE
BALKAN-CRISIS
te kunnen geven
Toen Von Aehrenthal (de minister
van bnitenlandsche zaken van Oos-
ienrijk-Hongarije) en Iswolsky (idem
van Rusland) té Buchlau onderhan
delden, kreeg Iswolsky voor de be
lofte, dat Rusland zich niet tegen de
inlijving van Bosnië en llerzegowina
zou verzetten, toezegging van zekere
schadeloosstellingen. Deze belofte
weïxl niet gehouden. Iswolsky vroeg,
toen hij zich bedrogen zag, of de
Fransche regeer in g in geval van een
conflict zou ingrijpen. Aangezien de
Fransche regcering evenwel niet op
de hoogte was gesteld vnn de onder
handelingen, die aanleiding hadden
gegeven tot dit conflict, antwoordde
zitdat zij gaarne een einde aan de
crisis zou zien komen.
Deze onthulling heeft ongetwijfeld
'een schijn van waarheid In de don
kere dagen van einde 1308 is dikwijls
en van verschillende zijden betoogd,
dat Frankrijk geen oorlog zou voeren
om de inliivings-quaestie. Er zou ver
der uit blijken, wat trouwens al
meer beweerd is., dat de Russische
diplomatie ie Bnchlau buiten Frank
rijk om gehandeld had. Men vranc!
zich evenwel af, van welken aard die
zekere schadeloosstellingen geweest
zijn. Tot dusver heeft men in de mee
ning verkeerd, dat Oostenrijk Rus
land steun had toegezogd bij eene
actie tot openstelling van de Darda-
nellen voor Russische oorlogsschepen.
Ook is het mogelijk, dat Iswolsky
tegemoetkoming voor Servië heeft ge
vraagd.
Eenige dagen geleden heeft zich
EEN ITALIAANSC1I-TURKSCH
INCIDENT
voorgedaan.
De stoomboot „Marco Minghetti',
komende van Konst&nünopel, was te
Tripoli aangekomen, en had aan
boord een zekeren Guzman, die op
last van den Laliaauschen consul iu
Augustus is uitgewezen. De bij de
landing aanwezige ambtenaar van
het consulaat verzette zich tegen de
ontscheping van Guzman, doch de
Turksche politie trok zich hiervan
niels aan, integendeel, begunstigde
zelfs het aan land gaan.
De Italiaansche couranten zijn zeer
verontwaardigd. De „Tribuna"
schrijft o. a.
„Dit incident schept vele en belang
rijke juridische en diplomatische
quaesties. Wij willen deze hier thans
niet bespreken, doch ei* ons toe bepa
len er op te wijzen, dat dergelijke
Turksch-ltaliaansche incidenten zoo
veelvuldig voorkomen, dat de regee
ring nu een krachtig„het is ge
noeg" moet doen hooren.
Ook de „Giornale dltalia" toont
zich verbolgen het blad zeg'.
„Zoodra de regeering het feit ver
nam, heeft zij den ambassadeur te
Konstanlinopel opgedragen de noo-
dige stappen te doen bij den Turk-
schen minister van buitenIandsche
zaken, die zich bij een vroegere derge
lijke quaestie van den domme heef:
gehouden.
Wij zullen zien, of onze gezant
thans er in zal slagen, zich gehoor te
verschaffen."
Zijn er
VERWIKKELINGEN IN TURKIJE
IN 'T ZICHT
De berichten, die thans uit Kon-
stantinopel kornen, zijn zeer ongun
stig.
Er zou een parlementsontbinding
voor de deur staan en de jong-Turkeri
moeten, met het oog op den ongunsti-
gen toestand in Yemen, Albanië en
Macedonië geneigd zijn. het plan om
een militaire dictatuur in te voeren,
steunen.
Uit Salonikï wordt vernomen, da'
het op verschillende punten van de
Grioksch-Tnrksehe grens tot bloedipe
botsingen ls gekomen, en da*, de
Grieken dag en nacht doorwerken
aan het opwerpen van verdedigings
werken.
De officieele berichten over den toe
stand in Yemen zijn ook allesbehalve
geruststellend. De verbinding met
Sanafi is nog steeds niet hersteld.
Men weet met precies in welke positie
de Turksche troepen zich bevinden.
De minister van oorlog heeft gelast,
onmiddellijk oude lichtingen uit Mo-
nastir, Perlepe, Kreuplu en 12 batal
jons uit Kossovo te laten opkomen.
Deze troepen zullen gedeeltelijk te
SalohikL en gedeeltelijk te Dcdoagatje
naar Hodeida ingescheept worden.
Het getal opstandelingen in Yemen
bedraagt 60.000 man.
ONRUST OP KRETA.
In den omtrek van Kanea hobben
Christenen Mohammedanen overval
len.
Bij het gevecht zijn eenige Moham
medanen gewond.
DE FRANSCHE KAMER
beraadslaagde over de urgentie van
een voorstel van den afgevaardigde
Guerdes. om de artikelen van de wet
op de arbeiders pensioenen, betreffen
de liet heffen van bijdragen van de
arbeidersloonen af te schaffen en
deze bedragen te vervangen door een
proport.ioneale verhooging van de
successierechten voor kapitalen, hon
derdduizend francs te boven gaande.
De minister-president Briand zei,
dat de regeering, wanneer de Kamer
het bedoelde voorstel urgent verklaar
de, zich niet verantwoordelijk kan
stellen voor de toepassing der wet.
De urgentie wordt met 390 tegen
198 6tennnen verworpen.
HET ROEM EENS CHE
PARLEMENT.
In de Kamerzitting van gisteren
las de minister-president de besluiten
voor. houdende benoeming van bet
kabinet en ontbinding der Kaniers.
De bijeenroeping van het nieuwe
parlement is bepaald op 20 Maart,
HET MOABIT-PROCES.
De rechtbank van gezworenen te
Berlijn veroordeelde veertien beklaag
den in het tweede Moabiter proces
tot gevangenis- en heclilcnisstraffen
van veertien dagen tot 1 jaar. Vier
beklaagden werden vrijgesproken.
Te Hankou heeft
EEN BLOEDIGE BOTSING TUS-
SCHEN EUROPEANEN EN
CHINEEZEN
plaats gehad.
FEUILLETON
Naar het Engelsch
door
CHARLES GARVICE.
tó)
Charles vervolgde
Lady Mary was maar vijf minu
ten in den salon vóórdat die twee dra
ken kwamen en ons uiteendreven en
dan heb ik haar nog eens vijf minu
ten hier gezien, en een kwartier in
de laan achter de school over den
tuinmuur maar maar ik heb haar
lief, Cora ,met geheel mijn hart 1
En hij duwde zenuwachtig zijn hoed
achterover. Cora keek hem glimla
chend aan.
En dat is dus de reden Ik ben
zoo blij 1 Je zei, dat ik niet op je ge
steld was maar dat ben ik wel
o, dat ben ik wel. Ik houd wel van je
en ben blij als jo komt. Je bent mijn
vriend.
En zij stak in een opwelling haar
hand naar hem uit.
Wat een meisje ben je toch riep
hij uit. Er is geen ander zooals jij op
de geheele wereld.
Behalvo Mary, zei Cor?
Hij kreeg een kleur.
Neen, behalve niemand maar
nu ken je mijn moeilijkheden ten
minste éen er van, want ik heb er
twee. Je weet nu, waarom ik altijd
hier kom. en er zoo op gesteld ben je
te ontmoeten.
Om dat ik van haar kom en weer
naar haar toe ga, zei Cora scherpzin
nig.
Juist, stemde hij gretig toe. Ik
ik dacht, dat je mij misschien
niet zoudt begrijpen.
Maar moeilijkheid Waarom
zei ze. Bemint Mary je dan niet?
1-Iij bloosde weer.
Als ik mij geneigd voelde om dat
te denken, en als ik dacht, dat zij 't
ncoit zou doen, dan maakte ik maar
liefst, dadelijk een eind aan mijn be
staan.
Welnu, dan, ging Cora voort, ter
wijl zij haar lippen opéenperstewat
doen jelui hier iu Engeland als je
liefhebt
O zei Charlie, diep ademhalend,
dat is het juist 1 Als alles meewerkt
Als de man een groote mijnheer is,
dan gaat hij paar haar vader en ver
telt hot hem, en als die het goed vindt
en de dochter ook, is alles in orde.
Ja. zei Cora, toen zij zag, dat hij
aarzelde.
Maar, zei Charlie zwaarmoedig,
ik ben geen groote mijnheel-. Mary is
de kle'udochtp»- van een hertog, en
zij zullen er op gesteld zijn liaar aan
een of ander groot man uit te huwe
lijken een graaf minstens mis
schien lieeft men er al een op het
oog werkelijk, zij zullen er niet over
denken haar» aan mij te geven
iemand zonder ©enige beteekenis. Dat
is de manier, waarop het in dit ver-
wenschte land gaat. En wat is daar
aan te doen En ho© doen zij dat bij
uw volk
Bij mijn volk, zei Cora droome-
rig, als de jonge man ©en krijgsman
is en zij de dochter van een opper
hoofd Dan wacht hij tot het volle
maan is, sluipt haar huis binnen en
neemt haar-meo op zijn beste paard
naar een anderen stam.
Charlie's oogen schitterden.
Drommels riep hij uit, met vu
rige bewondering voor zoo'n verstan
dige gewoonte. Waren wij maar on
der jouw volk Verrukkelijk 1 Maar
en hij schudde zijn hoofd met een
ongelukkig lachje wij zijn eenmaal
in Engeland, niet waar, dat treffen
wij slecht I
Zij wandelden eenig© passen zwij
gend voort, toen keek Cora op.
Je ziet wel, ik weet zoo weinig
ik kan mijn vriend niet eens helpen I
Ja, dat heb je al gedaan, ant
woordde Charlie dankbaar. Je weet
niet hoeveel, door mij te laten vertel
len. En daarom breng ik je ook op d©
hoogt© van mijn {inder verdriet. Cora.
ik ben een idioot de grootste idioot
van de wereld 1 Wat ik nu vertellen
ga zul je niet zoo goed begrijpen als
het andere, omdat j© niets van geld
afweet. Maar ik verkeer in een moei
lijk geval. Ik beu heel dwaas geweest
en heb mij onverantwoordelijk in
schulden gestoken. Begrijp je mij
Ik heb veel meer geld uitgegeven dan
ik had, toen ik in Oxford was.
Dat is verkeerd, zei Cora, met
eenvoudige waardigheid.
Dat is hetzei Charlie. En het
ergste van alles is, dat ik niets bezit,
waarvan ik het torug kan betalen
ik kan niet zeggen, waar het is heen
gegaan en sinds ik weer in d© stad
ben, word ik ©r telkens om gemaand
vragen zij er om, begrijp je dat
Hij zweeg even, daarop barstte hij in
zelfverwijt los. Maar wat ben ik toch
eon zelfzuchtig© idioot om jou met
mijn dwagsheid lastig te vallen
Maar het is je eigen schuld, Cora. Jo
gelaat zou zelf de Sphinx verleiden
om haar zorgen mee te deelen. Dat
zou hel, inderdaad 1 Maar denk er nu
maar niet meer over Ik was niet
van plan j© over mijn andere verdriet
te spreken, maar het was zoo'n ver
lichting, want ik weet niet tot wien
mij te wenden waar het geld van
daan te halen.
Niet weten waarheen te gaan
zei ze .Waarom, zou j© niet naar Lord
Percv gaan. Hij heeft veel eeld, o,
heel veel! En hij zou zoo boos zijn, als
hij wist, dat jij er behoefte aan hadt.
O, je moot naar hem toe gaan Ik zal
het hem vragen.
Charlie kreeg een hevig© kleur.
Neen. lie\e Cora, doe dat niet,
voor geen geld ter wereld Daarom
zei ik het je niet, onschuldig© engel,
dl© je bent Denk dat toch niet
Neen. neen, zei Cora ernstig.
Maar je zult naar hem toe gaan
cm mij genoegen te doen? O, Ik ken
hem
Charlie keek haar een oogenblik
aan. toen helderde zijn gelaat op.
Natuurlijk zal ik dat, zei hij plot
seling. Ik had het al eerder moeten
doen maar ik verloor mijn zinnen
sinds ik je weet wei wie zag. En
Cora, je weet; dat andere is een ge
heim.
Zij knikte.
Mag ik het zelfs niet tot Mary
zelf zeggen? \roeg zij ernstig.
O zei Charlie met een kleur.
Ja, als als je dat graag doet. Ja.
do© dat maar©n zeg haar Sst
daar is Percy. Denk er om, het ia
een geheim En hij greep haar hand
toen Percy en Lilian Dcvigne naar
buiten kwamen uit de ontvangkamer.
O, daar zijn ze zei Lilian De-
vigno. Ik dacht wel, dat zij hier zou
den zijn. Wat hebben zij een poos in
ons klein Arcadiê gewandeld 1
Zij lachte zacht, terwijl zij vlug
De Engelsche politie had namelijk'
een koelie, die doodziek op den wag
lag, naar een politiepost overge
bracht, de zieke bezweek onderweg en
nu beweerden de Cliineezen, dat de
politie den koelie had gedood. Het
volk liep daarop te hoop en maakt©
zich schuldig aan allerlei ongeregeld
heden. Van de Engelsche en Duitsche
kanonneerbooten „Thistle" en „Ja
guar" werden toen manschappen aan
den wal gezet, die door de Chineezen
met een hagelbui van steenen werden
begroet en er ontstond een gevecht,
waarin acht Chineezen gedood wer
den.
Ten slott© zond d© onderkoning
Chineesche troepen, aan welke het
gelukte het oproer, dat zich reeds
zeer ernstig liet aanzien, te dempen.
Stadsnieuws
800 gulden voor bet Ligbalfondi
Sedert eenige jaren verplicht de
heer A. J. Meijerink, ::raar in de
gymnastiek en het schermen hier ter
stede "de bestuurderen van het Lighal-
fonds en met hen de lijders aan
de tuberculose, die in de lighal baat
vinden aan zich door een uitvoe
ring met zijn leerlingen te geven,
waarvan de opbrengst ten goede komt
aan het fonds.
De heer Meijerink mocht Zaterdag
avond in den schouwburg zeker met
voldoening gewagen van het klim
mende succes, dat deze uitvoeringen
hebben, een climax in welslagen, die
zich ook uitdrukt in het steeds stij
gend batis- slot. De vier laatste jaren
zijn deze uitvoeringen geregeld gege
ven. Het financieel resultaat was het
eerste jnpr f 351, hot tweede f 651, het
derde 'f609 en thans kon de leider
van den avond den aanwezigen mee-
deeien, dat een som van ruim 750
bijeen svas, welk cijfer in den loop
van den avond door bloemenverkoop
en koek-verioting het bedrag van
f 800 overschreed.
Zeker een verblijdende uitslag. Geen
wonder, dat het bestuur van het Lig-
halfonds den nobelen arbeid van den
heer Meijerink zeer waardeert. Dat
bleek uit het woord-van-pas, dat de
heer J. L. E. 1. Breda Kleynenberg
in den loop van den avond tot den or
ganisator "van het feest sprak. Had
de heer Kleynenberg geaarzeld, om
hier namens het bondsbestuur te
spreken, omdat de heer Meijerink
misschien een openbaar dank-nitspre-
ken niet aangenaam zou vinden, hij
kon 't niet nalaten den heer Meije
rink ie bedanken voor het vele werk,
dat, hij zich voor deze uitvoering ge
troost had. Ook meende hij namens
de aanwezige ouders te kunnen spre
ken, wanneer hij den leider dank
zeide voor het genot, dat hij hun de
zen avond had verschaft. Mee dan
kend uit naam van de ongelukkigen,
die door deze uitvoering worden ge
baat, sprak de heer Kleynenberg de
i hoop uit, dat alle kinderen, die de
zen avond hadden meegewerkt, zou
den gespaard blijven voor de vreeso
lijke ziekte de tuberculose, aan wier
bestrijding zij meegeholpen hadden.
Als blijk van hulde en waardee
ring bood dan ©en jonge dame den
heer Meijerink, namens het Lighal-
fonds-bestuur een krans aan.
De lijn van den aanvang van dit
verslagjo brengt don verslaggever on
gemerkt in het laatste g©deelte der
uitvoering, zonder dat hij gewag heeft
gemaakt van het daaraan-vooraf-
gaande.
In het vóór-de-pauze-gedeelte gaven
maar op bedekte wijze naar Percy op
keek, die nog op de stoep stond. Had
hij dien handdruk der beide jongelie
den gezien? Zijn gelaat stond kalm
en ernstig zooals gewoonlijk, en de
lichte schaduw in zijn scherpe, grijze
oogen kon veroorzaakt worden door
de schaduw van het zonnescherm bo
ven zijn honfd.
HOOFDSTUK XXIII
Het was aangenamer buiten op de
veranda dan zelfs in de koele en
bekoorlijke ontvangkamerdaarom
had Lilian Devigne de theetafel bui
ten laten klaarzetten. Lady Devigne
kwam naar beneden uil haar bou
doir maar was niet, gesteld op do
buitenlucht, en bleef liever binnen
zitten theedrinken, zoodat de jong©
lieden voldoende gechaperoneerd wer
den en toch ongedwongen met elkaar
konden pralen.
Percy was even somber en cynisch
als gewoonlijk de eerste oogenblik-
ken zelfs bijzonder ernstig zooals Co-
ra dacht. Zij was naar hem toe geko
men, zijn hand gedrukt en met haaf
groote. donkere oogen dadelijk opge
merkt, dat hij ernstiger en sombor
der was dan gewoonlijk; maar nu
helderde zijn gelaat weer op en kwam
de oude, scherpe humor weer over
hem. Toen de tafel werd buiten go-
bracht, schoof hij een stoel voor haar
aan ©n ging zelf naast haar zitten.