NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
48* Jaargang, No. 8465
Verschijnt dagelijks, behalve op Zo*- ea Feestdagen.
DONDERDAG 26 JANTJARI 1911 B
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1-20
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)B 1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02J^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37M
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
Van I
Haarlem
AD VERTE NT IÊN:
egels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentien van Waag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Redactie ea Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertenfiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen-
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1296.
nabetrachting van dan
Gemeenteraad.
Onze burgemeester heeft in de
Raadsvergadering van Woensdag
aangetoond, dat de geruchten over
zijn mogelijk aftreden toch niet onge
grond zijn geweest.
Jhr. Boreel had inderdaad het
érnstig voornemen, geen herbenoe
ming te aanvaarden, maar heeft be
sloten om voor het oogenblik althans
aan te blijven.
Wat dat zeggen wil, kan zeker op
dit oogenblik niemand zeggen.
Waarschijnlijk ook de burgemeester
zelf niet. Wij hebben, meen ik. de uit
drukking „voor het oogenblik al
thans" zoo op te vatten, dat Jhr. Bo
reel zich voorbehoudt, af te treden op
welk tijdstip hem geraden voorkomt,
ook wanneer dat vallen mocht bin
nen den zesjarigen termijn, dien de
burgemeester op het punt is, nu weer
in te gaan.
Hoe dat ook wezeu mag, de hoofd
zaak is, dat Jhr. Boreel nu een her
benoeming aannemen zal. Er hebben
in de Raadszaal na deze mededeeling
woorden geklonken van waardeering
en sympathie. Van Jhr. Van Styrum
namens den Raad en van Dr. Kruse-
oiiui namens B. en W., die weerklank
vonden in den Raad en, naar ik ze
ker weet, ook daarbuiten. Mag men
uit de woorden van 's burgemeesters
verklarin- opmaken, dat hij min of
meer een offer brengt, dan kan het
Jhr. Boreel niet anders dan aange
naam zijn, te weten dat men dit offer
In dc gemeente waardeert.
Ik zou, vooral na wat ik een paar
dagen geleden schreef, van dit onder
werp kunnen afstappen, wanneer
niet éen woord in de rede van den
burgemeester aanleiding kon geven,
misschien al gegeven heeft, tot mis
verstand. Jhr. Boreel heeft gezegd
„de bijzonder aangename verhouding,
waariu ik thans sta tot het College van
Burgemeester en Wethouders", en bij
het uitspreken van die woorden is
door den spreker een nadruk gelegd
op het woord „thans", alsof die ver
houding wel eens anders is geweest.
Ik heb in de woorden een vriendelijk
heid gezien, ook aan het adres van
de jongere wethouders, met wie de
burgemeester nog zoo kort samen
werkt, ik heb er volstrekt niet in ge
vonden een bedekt verwijt aan een
onlangs afgetreden wethouder. Voor
eerst niet omdat het geven van zulk
een steek onder water allerminst in
's burgemeesters karakter ligt en bo
vendien, omdat Jhr. Boreel bij het af
treden van Mr. Thiel als wethouder
met de grootste waardeering van en
tot hem gesproken heeft.
Bij het overzicht van wat ex in 1910
gedaan is en in 1911 alzoo geschieden
moet, heeft de burgemeester o. a. ge
zegd „al kan wellicht met voldoe
ning op onze werkzaamheid worden
teruggezien, men mag in dit opzicht
nooit tevreden zijn met de verkregen
resultaten, doch behoort te waken te
gen zelfgenoegzaamheid, die onver
mijdelijk lot slapheid voert en ener
gie doodt."
Was de heer Van de Kamp onder
den indruk van deze woorden, toen
hij vroeg om meer Raadszittingen en
om samenstelling der agenda door B.
en W.. inplaats van door den burge
meester Ik heb mij afgevraagd, wat
de laatste maatregel zou opleveren,
anders dan een. misschien weer tijd
eischende, discussie in 't College van
B. en W. We mogen toch aannemen,
dat wanneer een zaak rijp is de voor
zitter die niet van de agenda weren
zal, wanneer een van de wethouders
die er op geplaatst zou willen heb
ben. En in vermeerdering van het
aantal raadsvergaderingen zie ik vol
strekt geen heil, wel in beperking van
praatzin en in neiging tot afdoen. Het
is waarlijk geen goed toeken, dat we
gens opmerkingen van gering belang
de lijst van onafgedane stukken, het
eerste punt dat in dit jaar aan de orde
kwam, moest worden aangehou
den. Niet talmen, niet treuzelen, niet
op elk ondergeschikt opmerkinkje
meer antwoorden, niet drie of vier
keer over zaken van weinig beteeke-
nis het woord: voeren ziedaar bet
middel, om snel te werken. Als af
schrikwekkend voorbeeld van hoe het
niet moet, wijs ik op het voorstel van
den heer Rinkema, om een zaak, die
al tweemaal, telkens met hetzelfde
resultaat, in de Commissie voor open
bare werken was geweest, daar nog
eens voor den derden keer been te
sturen. Wat had dit anders kunnen
opleveren, dan weer betzelfde advies
en veel vertraging 1
Er was nog een bijzondere reden,
die het wenschelijk maakte de zaak,
waar het om ging, een aankoop van
grond bij de Van Eedenstraat, af te
doen. Grondeigenaars beschouwen
een gemeente als het ezeltje uit het
sprookje, dat op een tooverwoord
goudstukken voor den dag bracht Al
les wat de gemeente moet koopen of
heet te moeten koopen, is peperduur.
„Tienduizend gulden te veel", zei de
heer Modoo van den prijs, dien de
Amsterdamsche maatschappij voor
haar terrein eischte en al betoogde de
heer De Breuk, dat het zoo erg niet
was, achtduizend gulden te hoog vond
hij het cijfer ook. Daarom besloot de
Raad met mannenmoed den koop af
te wijzen, op gevaar af dan maar, dat
de maatschappij er .leelijke dingen
gaat of laat bouwen, misschien wel
een fabriek Ais ze verstandig is doet
ze wat van den cisch af cn komt met
redelijker vraag terug. Wanneer ik
den Raad ken, wil hij wel een premie
geven boveq de werkelijke waarde,
als die maar niet exorbitant is.
Maar ik kom nog even op snel wer
ken, op vlug afhandelen van zaken,
terug. Zeker de Raad is dikwijls
traag. Maar het kan ook wel lang du
ren vóórdat de zaken bij den Raad
worden aangebracht. Het is eenvou
dig en gemakkelijk, daarvan iemand
de schuld te geven en bijvoorbeeld te
zeggen, dat bet dagelijksch bestuur
sneller arbeiden moest. Intusschen
geloof ik niet. dat dit billijk en juist
zou zijn. Het wethoudersambt eischt
nu al veel tijd en toewijding. Ik her
inner me. boe ik eens een nu over
leden wethouder, toen er sprake was
van den langen duur van vele zaken,
tot een ambtenaar hoofde zeggen
„ja, het duurt lang bij ons, maar dat
kan eenmaal niet anders, niet waar,
mijnheer X.En mijnheer X., hij
zal 't zich wel herinneren, gaf dat toe.
Dit is zeker, dat wanneer een koop
man zaken moest doen op de manier
zooals een gemeente-administratie,
de handel een onmogelijkheid wezen
zou. Kan het nu ook zijn, dat het
stelsel, waarnaar men te werk
gaat, het voortdurend inschrijven,
doorzenden, van geleidebriefjes voor
zien, wel zou kunnen worden veran
derd, als men maar durfde toegrij
pen Is het ook mogelijk, dat er door
grooter decentralisatie meer speed
kan worden verkregen En zou het
niet noodig worden, te streven naar
wijziging van de gemeentewet, zóo
dat die spoedig afwerken toelaat?
Het Stadhuis en de bijbehooreude
bureaux hebben telefoon, gas- of mis
schien wel electrisch licht, hulpmidde
len van den modernen tijd, maar de
administratie van voor honderd jaar.
Mot moeite zijn kopieboek en schrijf
machine er doorgedrongen. Men kan
verder gaan, terecht heeft de voorzit
ter het gezegd„voor nieuwe eischen
het oog geopend te houden en aan die
nieuwe eischen met verstand te vol
doen, is voor het gemeentebestuur
een eerste plicht."
Een van die eischen van den mo
dernen tijd is sneller afhandeling van
zaken.
Een van de nuttige besluiten, die de
burgemeester in zijn rede opnoemde,
was de aanstelling van den contro-
leeienden geneesheer. Met 1 Januari
ging zijn aanstelling in, den 2den be
zocht hij zijn eersten patient, Mr. Wy-
tema, den gemeente-secretaris. Voor
de liierarchie, zaak van belang in een
gemeentebestuur, is dit gelukkig nu
het hoofd der secretarie aldus voor
ging, behoeven de mindere ambtena
ren niet tc schromen om te volgen.
Ik mag dat zeggen, zonder van wreed
heid verdacht te worden, omdat Mr.
Wytema al lang weer in bloeiende ge
zondheid aan zijn werk is.
Nóg iets nieuws in 't nieuwe jaar.
De vereeniging voor vrouwenkies
recht heeft mag ik zeggen ge
dreigd, dat zij voortaan de Raadsver
gaderingen zou laten bezoeken en in
derdaad was een deputatie van drie
loden present. In haar optreden lag,
moet ik zeggen, niets dreigends. Ik
geloof geen oogenblik, dat zij, als de
Engelsche suffragettes, daden
van geweld zullen plegen, onzen wet
houder van financiën bijvoorbeeld
met zijn eigen parapluie te lijf gaan,
of de ruiten van de burgemeesterska
mer ingooien. Integendeel, wat er
voorviel scheen haar genoegelijk be
zig te houden. Och arme, het is een
nieuwtje, ze zullen er later wel an
ders over denken. Maax den volgen
den keer, heb ik vernomen, komen ze
ast terug. Des te beter. Zoo wat kleu
righeid van hoeden en strikken mis
staat niet op onze tribune.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Een i ge Londeusche bladen beval ten
eene mededeeling, die blijkbaar af
komstig is uit de omgeving van den
onttroonden koning Manuel, naar
aanleiding van een verklaring van
den Portugeeschen minister van bui-
tenlandsche zaken, waarin sprake
was van verdraagzaamheid en edel
moedigheid jegens de koninklijke fa
milie.
In de mededeeling wordt gezegd,
dat de uitkeering van de Portugoe-
sche regeering aan de koningin-groot
moeder, Maria, Pia, geregeld is bij
een overeenkomst, goedgekeurd door
de Portugeesche en Italiannsche Ka
mers, vóór het huwelijk van Maria
Pia mot Doin Louis, dus door een in
ternationale overeenkomst, die door
elke Portugeesche regeering, welke
ook, geeerbiedigd moet worden.
Ex-koning Manuel, zoo wordt er in
deze mededeeling dan verder geaegd,
heeft tot dusver niets ontvangen dan
wat hem uit de eigendommen van
hot huis Braganza, dio zijn persoon
lijk eigendom zijn, toekomt. Van ver
draagzaamheid en edelmoedigheid te
zijnen opzichte kan dus moeilijk
sprake zijn.
Het heet ten slotte, dat Manuel vol
strekt geen afstand heeft gedaan van
zijn rechten op de Portugeesche
kreon en dat hij vastbesloten is, die te
handhaven, zelfs zoo hem de goederen
worden onthouden, die zijn wettig
eigendom zijn.
zooals men uit vroegere beschou
wingen van ons weet, ook voor Ne
derland van veel belang zijn in iiet
economisch comité van het Oosten-
rijksche huis van afgevaardigden be
sproken.
De socialist Schrannnel lichtte de
volgende voorstellen toe
le. De Oostenrijksche regeering
deele aan de Duitsche mede, dat zij
zich blijft houden aan het verdrag
van 22 Juni 1870 en weigert in onder
handelingen te treden over wijziging
van genoemd verdrag
2e. dat volgens de overtuiging der
Oostenrijksclvo regeering do heffing
van scheepvaartrechten op de Elbe en
de Donau in strijd zou zijn met het
volkenrecht
3e. dat de Oostenrijksche regeering
bereid is, om in geval van meenings-
verschil tusschen de betrokken mo
gendheden omtrent de uitlegging der
internationale verdragen, die quaes-
lie aan de uitspraak van een inter
nationaal scheidsgerecht te onder
werpen.
De minister van handel verklaarde,
dat de Donau-quaestie thans niet aan
de orde was en achtte het onge-
wensoht, de quaestie over 't scheids
gerecht aanhangig te maken, daar dit.
twijfel zou kunnen wekken aan de
vastheid van overtuiging der Oosten
rijkers, dut er geen tollen op de rivie
ren geheven mogen worden en dus de
positie van het land zou verzwakken.
Punt 1 van het voorstel werd daar
op aangenomen, eveneens punt 2,
voor zoover het de Elbe betreft.
Punt 3 werd verworpen.
Maar de Duitsche regeering schijnt
zich niet heel veel om het buitenland-
sche verzet tegen de voorgestelde
scheepvaartrechten te bekommeren.
is fristeren in de begrootingscommis-
sie van den Duitschen Rijksdag ter
sprake gekomen. De minister van ma
rine gaf nadere inlichtingen over de
oorzaken van de ramp. Hij zei, dat
het binnenstroomen van het water in
de boot door een niet geheel afgeslo
ten ventilatie-inrichting aan den
mast. ontstond. Door de sterke daling
an den achtersteven werd het bin
nentredende water met een toene-
menden druk vermeerderd. De elec-
trische pomp weigerde door een on
verklaarbare reden, waardoor de on
dichtheid van liet ventiel de oorzaak
erd van een zoo groote ramp.
Tot zoover de minister. In elk geval
heeft dit ongeluk weer aangetoond,
dat de onderzee-booten nog zeer ge
vaarlijk en lang niet volmaakt zijn.
EEN ARBITRAGE-VERDRAG TUS-
SGHEN RUSLAND EN ITALIë.
Aan het ministerie van buitenland-
sche zaken te Petersburg heeft giste
ren de ratificatie plaats, gehad vau de
verleden jaar tusschen Italië en Rus
land gesloten overeenkomst tot ver
plichte arbitrage van geschillen tus-
«cben beide mogendheden. De over
eenkomst treedt den 25sten Februari
in werking.
Omtrent
wordt uit Athene gemeld, dat de
deelnemers met uitsluitend militui-
ren waren, maar dat ook leden der
oude partijen, vooral aanhangers van
Mavromichaeiis, in de zaak betrok
ken waren. Een invloedrijk lid van
diens partij had aanzienlijke geld
sommen ter beschikking van de sa
menzweerders gesteld. Ook behoorden
een aantal subalterne officieren in de
provincie tot het complot.
De regeering was meer dan een
week geleden op dc hoogte van eene
samenzwering, die tegen de regeering
werd gesmeed. In een geheimen mi
nisterraad werd besloten door krach
tige maatregelen een uitbreken der
beweging te voorkomen.
Het gevaar van
EEN SPOORWEGSTAKING IN
ITALIë
is nog niet opgeheven. De ontevreden
spoorwegmannen hebben Diusuag,
toen de afgevaardigden uit verschil
lende streken zich weder naar Rome
begaven, de regeering op eigenaardi
ge wijze aangemaand tot spoed met
de behandeling van het wetsontwerp,
tot verhooging van hun salarissen.
Tusschen Ancona en Falconara,
dicht bij Florence, bleven de treinen
namelijk staan, omdat de seinen op
onveilig waren gezet en zagen de rei
zigers roode lantarens met het op
schrift
„Minister Sacchi, de spoorwegman-
nen staan gereed om den strijd tegen
u te aanvaarden."
Er zijn weer eens
ONLUSTEN IN ITALIë
voorgekomen. Dit is in het algemeen
wel niet iets zeer bijzonders, maar
deze ongeregeldheden hadden wel
onder eigenaardige omstandigheden
plaats.
Te Bari maakten de leden van de
gemeentelijke burgerwacht zich aan
een betooging schuldig. De gemeente
raad liet het korps ontwapenen en
het daarop ontbinden.
Het stadsbestuur heeft groot gelijk,
want wat heeft men aan een orde-
verstorende burgerwacht
Niet overal heeft het gemeentebe
stuur zooveel ontzag. In de gemeente
Pescaglia. waar de raad tot verhoo
ging der belastingen besloten had,
overvielen 2000 boeren het raadhuis
zij verjoegen den burgemeester en de
raadsleden en sloten bet gebouw.
Daarmede zullen de boeren het
evenwel nog niet gewonnen hebben.
Ongetwijfeld zal de overheid 't stads
bestuur weer op hel gestoelte der
zetten en.... belasting betalen
moeten de Pescaglianen toch 1
DE OPSTAND IN YEMEN.
De Turksclie ministerraad Abdoeila
pasja is tot opperbevelhebber van de
troepenmacht in Yemc i benoemd.
Ex heeft een gevecht plaals gehad
bij Ebna, waar aan beide zijden 50
dooden gevallen zijn. De Arabieren
zouden 250, de Turksche troepen 40
gewonden verloren hebben.
DE REVOLUTIE IN MEXICO.
Blijkens officieele mededeelingen,
ontvangen aan het departement van
buitenlandsclie zaken te Wasliington,
breidt de opstand in Mexico zich op
nieuw uit en hebben de opstandelin
gen reeds weer een aantal overwin
ningen behaald.
Een Peitersburgsche correspondent
van een Duitsch blad geeft een pessi
mistische beschrijving van de
PEST IN MANTSJOERIJE.
Alle voorsteden van Charbin zijn
aangetast. In de Chineezenwijk telt
men dagelijks meer dau 300 sterfge
vallen. De Kussen beginnen te vluch
ten, maar Ook in de tremen werden
de reizigers ziek. Te Moekden en Gi-
rin sujgl het aantal ziektegevallen
met angstwekkende snelheid.
Te Charbin zijn de Russische arbei
ders van den Mamsjoerijschen spoor
weg gaan staken, omdat aan hun
verzoek om van de Chineesche arbei
ders, die de besmetting verspreidden,
afgescheiden te worden, niet werd
völdaan.
De Russische gezant te Peking heeft
ernstige aanmerkingen gemaakt over
de onvoldoende maatregelen, die in
Mantsjoerije zijn genomen.
Te Petersburg verluidt, dat de
vertegenwoordigers van de mogend
heden te Peking van plan zijn, qua
rantaine-bepalingen uil te werken.
De onderhandelingen over deze
quaestie zouden reeds gaande zijn.
Amsterdamsche Kout
CCCLXV.
„Wat een kwakkelwinter", mop
pert een ieder. De kooplieden en fa
brikanten, die van het seizoen voor
een groot deel moeten bestaan, lijden
enorme schade. De scha atsenfabri
kanten zullen zich maar op het sur
rogaat, de rolschaatsen, moeten toe
leggen. de bonthandel aars houden
permanente uitverkoopen en bijna
met de week kan men de boutjes iu
de winkelkasten in prijs zien dalen..
De handelaren in brandstoffen ver-
k o open ook maar mondjesmaat, en
FEUILLETON
aar bet Eugeiscb
door
CHARLES GARVICE.
Bonjour, zei zo, terwijl Percy
hen bij de deur stond na te kijken.
Herinnert u zich niet, dal ik altijd
gezegd heb, dat die jongen hoogst ge
vaarlijk zou worden Wordt hij niet
eiken dag knapper om te aanschou
wen, verbeeld ik mij dat maar Ik
heb tegen mama gezegd, dat geen
jong mei«:e ter wereld hem zou kun
nen weerstaan, en zij lachte. Charlie
is heel knap van uiterlijk, zei Percy
ecnigszins ongeduldig.
Op den terugweg naar Minerva Hall
werd er heel weinig tusschen Charlie
en Cora cesproken. Cora was éen en
al verrukking over het vooruitzicht
van eon vacantie met Lilian door te
brengen, vlak bij Vering Wold en ver
zocht Charlie de uitnoodiging van Per
cy aan te nemen. Maar Charlie kon
niet besluiten en scheen met het geval
verlegen. Het zou heel prettig zijn,
en mets zou hem beter bevallen dan
bij zijn „lieve kameraad" te zijn. zoo
als hij Cora noemde, maar waar zou
Lady Mary haar vacantie doorbren
gen Als de vacantie begon, dan zou
hot seizoen in Londen ongeveer voor
bij zijn waar zou Lady Darlington
met haar dochter heengaan wist
Cora dat? Cora wist het niet, maar
zij zou hot vragen, en zoo kwamen
zij voor de ingangspoort van Minerva
Hall. Terwijl zij in de laan stonden
tc wachten, totdat de poort geopend
zou worden, zog Charlie een langen,
mageren man, met het air van een
vreemdeling, die op ©enigen afstand
onder de boomen naar hon stond te
luren. Hij stond op het punt. Cora's
attentie zoo ongemerkt mogelijk op
hem te vestigen, maar op dat oogen
blik zag hij een glimpje van een
meisjesgelaat voor een der vensters
van het huis. Het was daar maar een
oogenblik, maar in plaats daarvan
verscheen nu een pagina uit een ca
hier gescheurd, waarop in groote let
ters geschreven stond „De Boom
gaard". Dat was daar ook maax een
oogenblik, maar lang genoeg voor
Mr. Charlie, die bijna verlegen be
dankte om de portalen van de tempel
binnen le treden, haastig Cara vaar
wel zei, en toen mei een air van groo
te onverschilligheid tot den groom
zei, "dat hij wel naax den stal kon
teruggaan zoo spoedig ais hij er lust
in had, en dat hij Charlie de la-
non nog wat door wilde galoppeeren.
Toen, zoo gauw als de groom ver
dwenen was, reed Charlie heel kalm
en voorzichtig verschillende lanen
door en bereikte den muur achter den
boomgaard, dio bij Minerva Hall be
hoorde. Iu de stijgbeugels staande,
kon hij juist over den muur heenzien;
en na een paar minuten gewacht te
hebben met een liart. dat tweemaal
zoo snel klopte als anders, meende hij
een witte mousselinen japon door de
boomen te zien glinsteren.
Toen langzaam maax blijkbaar ge
veinsd zorgeloos voortwan delend,
kwam de jonge dame hei pad langs
geslentord en bleef eindelijk bij den
muur staan.
Lady Mary, fluisterde hij.
Zij hief haar bekoorlijk gelaat met
een half beschaamden maax toch zeer
gelukkigen blik op.
O, est Ik ben zoo bang Mis
schien staan zij wel allemaal voor 't
raam te kijken, fluisterde zij klagend.
Maar zij kunnen mij niet zien,
als zij er zijn, ze Charlie overtuigd.
O, Lady Mary o, Mary hoe kan ik
je ooit genoeg bedanken Als je eens
wist hoe ik verlangde je weer te zien
En wat verstandig van je I Ik ®ou
nooit aan zoo'n stuk papier voor het
raam gedacht hebben....
Och kom, daar praten wij niet
meer van, en en als je er nog éen
woord van zegt, als Je het niet dade
lijk oo dit oogenblik vergeet, dan loop
Mr. Merivale
Ik ben het vergeten, zei Charlie
vurig d. w. z. ik kau en zal het
nooit vergeten hoe zou ik dat nu
kunnen En, Lady Mary, Mary
mag ik je Mary noemen noem mij
niet Mr. Merivalemijn naam is
Charlie. Wil je dat zeggen Doe het
maarJa
Waarom zou ik hield Lady Ma
ry vol. Charlie Dat is een onnoozele,
leelijke naam. En is dat nu alles, wat
je tot mij wilde zeggen, en waarom je
mij zoo heel graag weer wilde zien
Dat hadt je mij onlangs bij Lady Do-
vigne wel kunnen vragen.
Had ik dat dan maar gedaan, zei
Charlie. („Sta toch stil, beestHet
is onnoodig te zeggen, dat dit tot het
paard was gericht. Had mij er dan
gisteren maai' permissie voor gege
ven. Een leelijke naam I Het is de
mooiste naam van de wereld, nu jij
hem hebt uitgesproken behalve den
naam Mary I Mary 1 Neen, dat is niet
alles wat ik heb te zeggen. Zal ik ver
tellen. wat het is
Lady Mary schudde heftig met het
hoo^d.
Maar ik moet. Ik heb je lief, Ma
ry, lieve, mooie Mary I
Het gelaat van Lady Mary werd
donkerrood.
O boe durf ie zei ze tot hem
opkijkend- En ik heb je nog maax
twee -of driemaal gezien
Ik beminde je dadelijk, toen ik je
voox den eersten keer zag, zei Char
lie. Ik zou je niet meer hebben kun
nen beminnen al had ik je honderd
maal gezien. Ik ben ongelukkig, Ma
ry. dag en nacht doodongelukkig, en
zal dat bliiven als je niet zegt, dut je
wilt probeeren mij lief. te hebben.
Zoo iets ben ik heelema&i niet
van plan je te zeggen zei Lady Mary
nog altijd met een kleur en onge
twijfeld verontwaardigd en het is
heel verkeerd van je en slecht, en
ik heb groeten lust oni het ann Miss
Harriet te vertellen
O, neen. dat mag je niet doen,
doe dat niet pleitte Charlie ver
schrikt. Zij zouden niet eens toelaten,
dat ik zoo dicht bij je kwam als op 't
oogenblik.
Ik wensch ook heelemaal niet,
dat je dichter bij komt, pruilde Lady
Mary, terwijl zij uan de bloemen pluk
te. die in haai- japon gestoken waren,
en ik ga nu weg. Ik kwam hier eigen
lijk alleen om je te vertellen, dat je
niet zoo om het huis heen moet wan
delen en niet naar dezelfde kerk gaan
en zoo naar onze bank staren als jij
doet. Het is vreeselijk ongepast en
en gevaarlijk
Is het zei hij treurig maar wat
kan ik er aan doen Ik moet je len
minste eens per dag ontmoeten of in
je nabijheid zijn. Je weet niet hoezeer
ik je liefheb. Meisjes zijn zoo hard
vochtig. Maar dit is met gevaarlijk,
voegde hij er snel en vurig bij. Ik zal
hier lederen avond op dozen tijd ko
men, dadelijk na theetijd, om je te
ontmoeten Zul je komen (Och,
waarom sta je dan niet stil, lastig
beest, dat je bentOch. schud nu
van neen Zul je komen, Mary
Lieve, lieve Mary
Hij leunde zoo ver voorover, dat hij
bijna, in het zadel stond, zoodat Lady
Mary vol schrik achteruitsprong.
- Hoe groot is de sprong naar be
neden zei Charlie verlangend.
Misschien zou ik mij naar bene
den kunnen laten vallen en dan weer
naar boven klimmen. Het paard zou
wel blijven staan....
Neen neen riep Lady Mary
verschrikt uit. Neen, dat moet je
werkelijk niet doen O neen 1 Ga
toch heen Ga als je blielt heen O,
je zult toch niet zoo slecht ziju, om jo
nu naar beneden te laten vallen Zij
zouden ons zien
En in haar schrik stak zij haar hand
op, om hem tegen te houden. Charlie
leunde voorover en greep naar haar
hand, maar miste haar.
Wel, zei hij overmoedig, dan
moet ik mij naar benedon laten zak
ken, ofschoon het niets is en ik
langs don boom in oen oogenblik naar
boven kan klauteren.
(Wordt vervolgd).