NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 48* Jaargang, No. 8465 Verschijnt dagelijks, behalve op Zo*- ea Feestdagen. DONDERDAG 26 JANTJARI 1911 B HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem1-20 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)B 1.30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02J^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37M de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Van I Haarlem AD VERTE NT IÊN: egels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Advertentien van Waag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Redactie ea Administratie: Groote Houtstraat 53. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij: Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertenfiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1296. nabetrachting van dan Gemeenteraad. Onze burgemeester heeft in de Raadsvergadering van Woensdag aangetoond, dat de geruchten over zijn mogelijk aftreden toch niet onge grond zijn geweest. Jhr. Boreel had inderdaad het érnstig voornemen, geen herbenoe ming te aanvaarden, maar heeft be sloten om voor het oogenblik althans aan te blijven. Wat dat zeggen wil, kan zeker op dit oogenblik niemand zeggen. Waarschijnlijk ook de burgemeester zelf niet. Wij hebben, meen ik. de uit drukking „voor het oogenblik al thans" zoo op te vatten, dat Jhr. Bo reel zich voorbehoudt, af te treden op welk tijdstip hem geraden voorkomt, ook wanneer dat vallen mocht bin nen den zesjarigen termijn, dien de burgemeester op het punt is, nu weer in te gaan. Hoe dat ook wezeu mag, de hoofd zaak is, dat Jhr. Boreel nu een her benoeming aannemen zal. Er hebben in de Raadszaal na deze mededeeling woorden geklonken van waardeering en sympathie. Van Jhr. Van Styrum namens den Raad en van Dr. Kruse- oiiui namens B. en W., die weerklank vonden in den Raad en, naar ik ze ker weet, ook daarbuiten. Mag men uit de woorden van 's burgemeesters verklarin- opmaken, dat hij min of meer een offer brengt, dan kan het Jhr. Boreel niet anders dan aange naam zijn, te weten dat men dit offer In dc gemeente waardeert. Ik zou, vooral na wat ik een paar dagen geleden schreef, van dit onder werp kunnen afstappen, wanneer niet éen woord in de rede van den burgemeester aanleiding kon geven, misschien al gegeven heeft, tot mis verstand. Jhr. Boreel heeft gezegd „de bijzonder aangename verhouding, waariu ik thans sta tot het College van Burgemeester en Wethouders", en bij het uitspreken van die woorden is door den spreker een nadruk gelegd op het woord „thans", alsof die ver houding wel eens anders is geweest. Ik heb in de woorden een vriendelijk heid gezien, ook aan het adres van de jongere wethouders, met wie de burgemeester nog zoo kort samen werkt, ik heb er volstrekt niet in ge vonden een bedekt verwijt aan een onlangs afgetreden wethouder. Voor eerst niet omdat het geven van zulk een steek onder water allerminst in 's burgemeesters karakter ligt en bo vendien, omdat Jhr. Boreel bij het af treden van Mr. Thiel als wethouder met de grootste waardeering van en tot hem gesproken heeft. Bij het overzicht van wat ex in 1910 gedaan is en in 1911 alzoo geschieden moet, heeft de burgemeester o. a. ge zegd „al kan wellicht met voldoe ning op onze werkzaamheid worden teruggezien, men mag in dit opzicht nooit tevreden zijn met de verkregen resultaten, doch behoort te waken te gen zelfgenoegzaamheid, die onver mijdelijk lot slapheid voert en ener gie doodt." Was de heer Van de Kamp onder den indruk van deze woorden, toen hij vroeg om meer Raadszittingen en om samenstelling der agenda door B. en W.. inplaats van door den burge meester Ik heb mij afgevraagd, wat de laatste maatregel zou opleveren, anders dan een. misschien weer tijd eischende, discussie in 't College van B. en W. We mogen toch aannemen, dat wanneer een zaak rijp is de voor zitter die niet van de agenda weren zal, wanneer een van de wethouders die er op geplaatst zou willen heb ben. En in vermeerdering van het aantal raadsvergaderingen zie ik vol strekt geen heil, wel in beperking van praatzin en in neiging tot afdoen. Het is waarlijk geen goed toeken, dat we gens opmerkingen van gering belang de lijst van onafgedane stukken, het eerste punt dat in dit jaar aan de orde kwam, moest worden aangehou den. Niet talmen, niet treuzelen, niet op elk ondergeschikt opmerkinkje meer antwoorden, niet drie of vier keer over zaken van weinig beteeke- nis het woord: voeren ziedaar bet middel, om snel te werken. Als af schrikwekkend voorbeeld van hoe het niet moet, wijs ik op het voorstel van den heer Rinkema, om een zaak, die al tweemaal, telkens met hetzelfde resultaat, in de Commissie voor open bare werken was geweest, daar nog eens voor den derden keer been te sturen. Wat had dit anders kunnen opleveren, dan weer betzelfde advies en veel vertraging 1 Er was nog een bijzondere reden, die het wenschelijk maakte de zaak, waar het om ging, een aankoop van grond bij de Van Eedenstraat, af te doen. Grondeigenaars beschouwen een gemeente als het ezeltje uit het sprookje, dat op een tooverwoord goudstukken voor den dag bracht Al les wat de gemeente moet koopen of heet te moeten koopen, is peperduur. „Tienduizend gulden te veel", zei de heer Modoo van den prijs, dien de Amsterdamsche maatschappij voor haar terrein eischte en al betoogde de heer De Breuk, dat het zoo erg niet was, achtduizend gulden te hoog vond hij het cijfer ook. Daarom besloot de Raad met mannenmoed den koop af te wijzen, op gevaar af dan maar, dat de maatschappij er .leelijke dingen gaat of laat bouwen, misschien wel een fabriek Ais ze verstandig is doet ze wat van den cisch af cn komt met redelijker vraag terug. Wanneer ik den Raad ken, wil hij wel een premie geven boveq de werkelijke waarde, als die maar niet exorbitant is. Maar ik kom nog even op snel wer ken, op vlug afhandelen van zaken, terug. Zeker de Raad is dikwijls traag. Maar het kan ook wel lang du ren vóórdat de zaken bij den Raad worden aangebracht. Het is eenvou dig en gemakkelijk, daarvan iemand de schuld te geven en bijvoorbeeld te zeggen, dat bet dagelijksch bestuur sneller arbeiden moest. Intusschen geloof ik niet. dat dit billijk en juist zou zijn. Het wethoudersambt eischt nu al veel tijd en toewijding. Ik her inner me. boe ik eens een nu over leden wethouder, toen er sprake was van den langen duur van vele zaken, tot een ambtenaar hoofde zeggen „ja, het duurt lang bij ons, maar dat kan eenmaal niet anders, niet waar, mijnheer X.En mijnheer X., hij zal 't zich wel herinneren, gaf dat toe. Dit is zeker, dat wanneer een koop man zaken moest doen op de manier zooals een gemeente-administratie, de handel een onmogelijkheid wezen zou. Kan het nu ook zijn, dat het stelsel, waarnaar men te werk gaat, het voortdurend inschrijven, doorzenden, van geleidebriefjes voor zien, wel zou kunnen worden veran derd, als men maar durfde toegrij pen Is het ook mogelijk, dat er door grooter decentralisatie meer speed kan worden verkregen En zou het niet noodig worden, te streven naar wijziging van de gemeentewet, zóo dat die spoedig afwerken toelaat? Het Stadhuis en de bijbehooreude bureaux hebben telefoon, gas- of mis schien wel electrisch licht, hulpmidde len van den modernen tijd, maar de administratie van voor honderd jaar. Mot moeite zijn kopieboek en schrijf machine er doorgedrongen. Men kan verder gaan, terecht heeft de voorzit ter het gezegd„voor nieuwe eischen het oog geopend te houden en aan die nieuwe eischen met verstand te vol doen, is voor het gemeentebestuur een eerste plicht." Een van die eischen van den mo dernen tijd is sneller afhandeling van zaken. Een van de nuttige besluiten, die de burgemeester in zijn rede opnoemde, was de aanstelling van den contro- leeienden geneesheer. Met 1 Januari ging zijn aanstelling in, den 2den be zocht hij zijn eersten patient, Mr. Wy- tema, den gemeente-secretaris. Voor de liierarchie, zaak van belang in een gemeentebestuur, is dit gelukkig nu het hoofd der secretarie aldus voor ging, behoeven de mindere ambtena ren niet tc schromen om te volgen. Ik mag dat zeggen, zonder van wreed heid verdacht te worden, omdat Mr. Wytema al lang weer in bloeiende ge zondheid aan zijn werk is. Nóg iets nieuws in 't nieuwe jaar. De vereeniging voor vrouwenkies recht heeft mag ik zeggen ge dreigd, dat zij voortaan de Raadsver gaderingen zou laten bezoeken en in derdaad was een deputatie van drie loden present. In haar optreden lag, moet ik zeggen, niets dreigends. Ik geloof geen oogenblik, dat zij, als de Engelsche suffragettes, daden van geweld zullen plegen, onzen wet houder van financiën bijvoorbeeld met zijn eigen parapluie te lijf gaan, of de ruiten van de burgemeesterska mer ingooien. Integendeel, wat er voorviel scheen haar genoegelijk be zig te houden. Och arme, het is een nieuwtje, ze zullen er later wel an ders over denken. Maax den volgen den keer, heb ik vernomen, komen ze ast terug. Des te beter. Zoo wat kleu righeid van hoeden en strikken mis staat niet op onze tribune. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Een i ge Londeusche bladen beval ten eene mededeeling, die blijkbaar af komstig is uit de omgeving van den onttroonden koning Manuel, naar aanleiding van een verklaring van den Portugeeschen minister van bui- tenlandsche zaken, waarin sprake was van verdraagzaamheid en edel moedigheid jegens de koninklijke fa milie. In de mededeeling wordt gezegd, dat de uitkeering van de Portugoe- sche regeering aan de koningin-groot moeder, Maria, Pia, geregeld is bij een overeenkomst, goedgekeurd door de Portugeesche en Italiannsche Ka mers, vóór het huwelijk van Maria Pia mot Doin Louis, dus door een in ternationale overeenkomst, die door elke Portugeesche regeering, welke ook, geeerbiedigd moet worden. Ex-koning Manuel, zoo wordt er in deze mededeeling dan verder geaegd, heeft tot dusver niets ontvangen dan wat hem uit de eigendommen van hot huis Braganza, dio zijn persoon lijk eigendom zijn, toekomt. Van ver draagzaamheid en edelmoedigheid te zijnen opzichte kan dus moeilijk sprake zijn. Het heet ten slotte, dat Manuel vol strekt geen afstand heeft gedaan van zijn rechten op de Portugeesche kreon en dat hij vastbesloten is, die te handhaven, zelfs zoo hem de goederen worden onthouden, die zijn wettig eigendom zijn. zooals men uit vroegere beschou wingen van ons weet, ook voor Ne derland van veel belang zijn in iiet economisch comité van het Oosten- rijksche huis van afgevaardigden be sproken. De socialist Schrannnel lichtte de volgende voorstellen toe le. De Oostenrijksche regeering deele aan de Duitsche mede, dat zij zich blijft houden aan het verdrag van 22 Juni 1870 en weigert in onder handelingen te treden over wijziging van genoemd verdrag 2e. dat volgens de overtuiging der Oostenrijksclvo regeering do heffing van scheepvaartrechten op de Elbe en de Donau in strijd zou zijn met het volkenrecht 3e. dat de Oostenrijksche regeering bereid is, om in geval van meenings- verschil tusschen de betrokken mo gendheden omtrent de uitlegging der internationale verdragen, die quaes- lie aan de uitspraak van een inter nationaal scheidsgerecht te onder werpen. De minister van handel verklaarde, dat de Donau-quaestie thans niet aan de orde was en achtte het onge- wensoht, de quaestie over 't scheids gerecht aanhangig te maken, daar dit. twijfel zou kunnen wekken aan de vastheid van overtuiging der Oosten rijkers, dut er geen tollen op de rivie ren geheven mogen worden en dus de positie van het land zou verzwakken. Punt 1 van het voorstel werd daar op aangenomen, eveneens punt 2, voor zoover het de Elbe betreft. Punt 3 werd verworpen. Maar de Duitsche regeering schijnt zich niet heel veel om het buitenland- sche verzet tegen de voorgestelde scheepvaartrechten te bekommeren. is fristeren in de begrootingscommis- sie van den Duitschen Rijksdag ter sprake gekomen. De minister van ma rine gaf nadere inlichtingen over de oorzaken van de ramp. Hij zei, dat het binnenstroomen van het water in de boot door een niet geheel afgeslo ten ventilatie-inrichting aan den mast. ontstond. Door de sterke daling an den achtersteven werd het bin nentredende water met een toene- menden druk vermeerderd. De elec- trische pomp weigerde door een on verklaarbare reden, waardoor de on dichtheid van liet ventiel de oorzaak erd van een zoo groote ramp. Tot zoover de minister. In elk geval heeft dit ongeluk weer aangetoond, dat de onderzee-booten nog zeer ge vaarlijk en lang niet volmaakt zijn. EEN ARBITRAGE-VERDRAG TUS- SGHEN RUSLAND EN ITALIë. Aan het ministerie van buitenland- sche zaken te Petersburg heeft giste ren de ratificatie plaats, gehad vau de verleden jaar tusschen Italië en Rus land gesloten overeenkomst tot ver plichte arbitrage van geschillen tus- «cben beide mogendheden. De over eenkomst treedt den 25sten Februari in werking. Omtrent wordt uit Athene gemeld, dat de deelnemers met uitsluitend militui- ren waren, maar dat ook leden der oude partijen, vooral aanhangers van Mavromichaeiis, in de zaak betrok ken waren. Een invloedrijk lid van diens partij had aanzienlijke geld sommen ter beschikking van de sa menzweerders gesteld. Ook behoorden een aantal subalterne officieren in de provincie tot het complot. De regeering was meer dan een week geleden op dc hoogte van eene samenzwering, die tegen de regeering werd gesmeed. In een geheimen mi nisterraad werd besloten door krach tige maatregelen een uitbreken der beweging te voorkomen. Het gevaar van EEN SPOORWEGSTAKING IN ITALIë is nog niet opgeheven. De ontevreden spoorwegmannen hebben Diusuag, toen de afgevaardigden uit verschil lende streken zich weder naar Rome begaven, de regeering op eigenaardi ge wijze aangemaand tot spoed met de behandeling van het wetsontwerp, tot verhooging van hun salarissen. Tusschen Ancona en Falconara, dicht bij Florence, bleven de treinen namelijk staan, omdat de seinen op onveilig waren gezet en zagen de rei zigers roode lantarens met het op schrift „Minister Sacchi, de spoorwegman- nen staan gereed om den strijd tegen u te aanvaarden." Er zijn weer eens ONLUSTEN IN ITALIë voorgekomen. Dit is in het algemeen wel niet iets zeer bijzonders, maar deze ongeregeldheden hadden wel onder eigenaardige omstandigheden plaats. Te Bari maakten de leden van de gemeentelijke burgerwacht zich aan een betooging schuldig. De gemeente raad liet het korps ontwapenen en het daarop ontbinden. Het stadsbestuur heeft groot gelijk, want wat heeft men aan een orde- verstorende burgerwacht Niet overal heeft het gemeentebe stuur zooveel ontzag. In de gemeente Pescaglia. waar de raad tot verhoo ging der belastingen besloten had, overvielen 2000 boeren het raadhuis zij verjoegen den burgemeester en de raadsleden en sloten bet gebouw. Daarmede zullen de boeren het evenwel nog niet gewonnen hebben. Ongetwijfeld zal de overheid 't stads bestuur weer op hel gestoelte der zetten en.... belasting betalen moeten de Pescaglianen toch 1 DE OPSTAND IN YEMEN. De Turksclie ministerraad Abdoeila pasja is tot opperbevelhebber van de troepenmacht in Yemc i benoemd. Ex heeft een gevecht plaals gehad bij Ebna, waar aan beide zijden 50 dooden gevallen zijn. De Arabieren zouden 250, de Turksche troepen 40 gewonden verloren hebben. DE REVOLUTIE IN MEXICO. Blijkens officieele mededeelingen, ontvangen aan het departement van buitenlandsclie zaken te Wasliington, breidt de opstand in Mexico zich op nieuw uit en hebben de opstandelin gen reeds weer een aantal overwin ningen behaald. Een Peitersburgsche correspondent van een Duitsch blad geeft een pessi mistische beschrijving van de PEST IN MANTSJOERIJE. Alle voorsteden van Charbin zijn aangetast. In de Chineezenwijk telt men dagelijks meer dau 300 sterfge vallen. De Kussen beginnen te vluch ten, maar Ook in de tremen werden de reizigers ziek. Te Moekden en Gi- rin sujgl het aantal ziektegevallen met angstwekkende snelheid. Te Charbin zijn de Russische arbei ders van den Mamsjoerijschen spoor weg gaan staken, omdat aan hun verzoek om van de Chineesche arbei ders, die de besmetting verspreidden, afgescheiden te worden, niet werd völdaan. De Russische gezant te Peking heeft ernstige aanmerkingen gemaakt over de onvoldoende maatregelen, die in Mantsjoerije zijn genomen. Te Petersburg verluidt, dat de vertegenwoordigers van de mogend heden te Peking van plan zijn, qua rantaine-bepalingen uil te werken. De onderhandelingen over deze quaestie zouden reeds gaande zijn. Amsterdamsche Kout CCCLXV. „Wat een kwakkelwinter", mop pert een ieder. De kooplieden en fa brikanten, die van het seizoen voor een groot deel moeten bestaan, lijden enorme schade. De scha atsenfabri kanten zullen zich maar op het sur rogaat, de rolschaatsen, moeten toe leggen. de bonthandel aars houden permanente uitverkoopen en bijna met de week kan men de boutjes iu de winkelkasten in prijs zien dalen.. De handelaren in brandstoffen ver- k o open ook maar mondjesmaat, en FEUILLETON aar bet Eugeiscb door CHARLES GARVICE. Bonjour, zei zo, terwijl Percy hen bij de deur stond na te kijken. Herinnert u zich niet, dal ik altijd gezegd heb, dat die jongen hoogst ge vaarlijk zou worden Wordt hij niet eiken dag knapper om te aanschou wen, verbeeld ik mij dat maar Ik heb tegen mama gezegd, dat geen jong mei«:e ter wereld hem zou kun nen weerstaan, en zij lachte. Charlie is heel knap van uiterlijk, zei Percy ecnigszins ongeduldig. Op den terugweg naar Minerva Hall werd er heel weinig tusschen Charlie en Cora cesproken. Cora was éen en al verrukking over het vooruitzicht van eon vacantie met Lilian door te brengen, vlak bij Vering Wold en ver zocht Charlie de uitnoodiging van Per cy aan te nemen. Maar Charlie kon niet besluiten en scheen met het geval verlegen. Het zou heel prettig zijn, en mets zou hem beter bevallen dan bij zijn „lieve kameraad" te zijn. zoo als hij Cora noemde, maar waar zou Lady Mary haar vacantie doorbren gen Als de vacantie begon, dan zou hot seizoen in Londen ongeveer voor bij zijn waar zou Lady Darlington met haar dochter heengaan wist Cora dat? Cora wist het niet, maar zij zou hot vragen, en zoo kwamen zij voor de ingangspoort van Minerva Hall. Terwijl zij in de laan stonden tc wachten, totdat de poort geopend zou worden, zog Charlie een langen, mageren man, met het air van een vreemdeling, die op ©enigen afstand onder de boomen naar hon stond te luren. Hij stond op het punt. Cora's attentie zoo ongemerkt mogelijk op hem te vestigen, maar op dat oogen blik zag hij een glimpje van een meisjesgelaat voor een der vensters van het huis. Het was daar maar een oogenblik, maar in plaats daarvan verscheen nu een pagina uit een ca hier gescheurd, waarop in groote let ters geschreven stond „De Boom gaard". Dat was daar ook maax een oogenblik, maar lang genoeg voor Mr. Charlie, die bijna verlegen be dankte om de portalen van de tempel binnen le treden, haastig Cara vaar wel zei, en toen mei een air van groo te onverschilligheid tot den groom zei, "dat hij wel naax den stal kon teruggaan zoo spoedig ais hij er lust in had, en dat hij Charlie de la- non nog wat door wilde galoppeeren. Toen, zoo gauw als de groom ver dwenen was, reed Charlie heel kalm en voorzichtig verschillende lanen door en bereikte den muur achter den boomgaard, dio bij Minerva Hall be hoorde. Iu de stijgbeugels staande, kon hij juist over den muur heenzien; en na een paar minuten gewacht te hebben met een liart. dat tweemaal zoo snel klopte als anders, meende hij een witte mousselinen japon door de boomen te zien glinsteren. Toen langzaam maax blijkbaar ge veinsd zorgeloos voortwan delend, kwam de jonge dame hei pad langs geslentord en bleef eindelijk bij den muur staan. Lady Mary, fluisterde hij. Zij hief haar bekoorlijk gelaat met een half beschaamden maax toch zeer gelukkigen blik op. O, est Ik ben zoo bang Mis schien staan zij wel allemaal voor 't raam te kijken, fluisterde zij klagend. Maar zij kunnen mij niet zien, als zij er zijn, ze Charlie overtuigd. O, Lady Mary o, Mary hoe kan ik je ooit genoeg bedanken Als je eens wist hoe ik verlangde je weer te zien En wat verstandig van je I Ik ®ou nooit aan zoo'n stuk papier voor het raam gedacht hebben.... Och kom, daar praten wij niet meer van, en en als je er nog éen woord van zegt, als Je het niet dade lijk oo dit oogenblik vergeet, dan loop Mr. Merivale Ik ben het vergeten, zei Charlie vurig d. w. z. ik kau en zal het nooit vergeten hoe zou ik dat nu kunnen En, Lady Mary, Mary mag ik je Mary noemen noem mij niet Mr. Merivalemijn naam is Charlie. Wil je dat zeggen Doe het maarJa Waarom zou ik hield Lady Ma ry vol. Charlie Dat is een onnoozele, leelijke naam. En is dat nu alles, wat je tot mij wilde zeggen, en waarom je mij zoo heel graag weer wilde zien Dat hadt je mij onlangs bij Lady Do- vigne wel kunnen vragen. Had ik dat dan maar gedaan, zei Charlie. („Sta toch stil, beestHet is onnoodig te zeggen, dat dit tot het paard was gericht. Had mij er dan gisteren maai' permissie voor gege ven. Een leelijke naam I Het is de mooiste naam van de wereld, nu jij hem hebt uitgesproken behalve den naam Mary I Mary 1 Neen, dat is niet alles wat ik heb te zeggen. Zal ik ver tellen. wat het is Lady Mary schudde heftig met het hoo^d. Maar ik moet. Ik heb je lief, Ma ry, lieve, mooie Mary I Het gelaat van Lady Mary werd donkerrood. O boe durf ie zei ze tot hem opkijkend- En ik heb je nog maax twee -of driemaal gezien Ik beminde je dadelijk, toen ik je voox den eersten keer zag, zei Char lie. Ik zou je niet meer hebben kun nen beminnen al had ik je honderd maal gezien. Ik ben ongelukkig, Ma ry. dag en nacht doodongelukkig, en zal dat bliiven als je niet zegt, dut je wilt probeeren mij lief. te hebben. Zoo iets ben ik heelema&i niet van plan je te zeggen zei Lady Mary nog altijd met een kleur en onge twijfeld verontwaardigd en het is heel verkeerd van je en slecht, en ik heb groeten lust oni het ann Miss Harriet te vertellen O, neen. dat mag je niet doen, doe dat niet pleitte Charlie ver schrikt. Zij zouden niet eens toelaten, dat ik zoo dicht bij je kwam als op 't oogenblik. Ik wensch ook heelemaal niet, dat je dichter bij komt, pruilde Lady Mary, terwijl zij uan de bloemen pluk te. die in haai- japon gestoken waren, en ik ga nu weg. Ik kwam hier eigen lijk alleen om je te vertellen, dat je niet zoo om het huis heen moet wan delen en niet naar dezelfde kerk gaan en zoo naar onze bank staren als jij doet. Het is vreeselijk ongepast en en gevaarlijk Is het zei hij treurig maar wat kan ik er aan doen Ik moet je len minste eens per dag ontmoeten of in je nabijheid zijn. Je weet niet hoezeer ik je liefheb. Meisjes zijn zoo hard vochtig. Maar dit is met gevaarlijk, voegde hij er snel en vurig bij. Ik zal hier lederen avond op dozen tijd ko men, dadelijk na theetijd, om je te ontmoeten Zul je komen (Och, waarom sta je dan niet stil, lastig beest, dat je bentOch. schud nu van neen Zul je komen, Mary Lieve, lieve Mary Hij leunde zoo ver voorover, dat hij bijna, in het zadel stond, zoodat Lady Mary vol schrik achteruitsprong. - Hoe groot is de sprong naar be neden zei Charlie verlangend. Misschien zou ik mij naar bene den kunnen laten vallen en dan weer naar boven klimmen. Het paard zou wel blijven staan.... Neen neen riep Lady Mary verschrikt uit. Neen, dat moet je werkelijk niet doen O neen 1 Ga toch heen Ga als je blielt heen O, je zult toch niet zoo slecht ziju, om jo nu naar beneden te laten vallen Zij zouden ons zien En in haar schrik stak zij haar hand op, om hem tegen te houden. Charlie leunde voorover en greep naar haar hand, maar miste haar. Wel, zei hij overmoedig, dan moet ik mij naar benedon laten zak ken, ofschoon het niets is en ik langs don boom in oen oogenblik naar boven kan klauteren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5