NIEUWS*
en ADVERTENTIEBLAD.
28e Jaargang. No. 8481
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 14 FEBRUARI 1911 A
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem f L20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3714
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERS1E BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 15 FEBRUARI.
Gemeenteraadsvergadering, 1 172 u.
Schouwburg: Louis Bouwmeester:
„Voerman Henschel", 8 uur.
De Kroon: Uitvoering E. A. Cats,
7 172 uur.
Brongebouw: Gecostumeerd Kinder
bal. 7 uur.
Soc. Vereeniging: Voordrachtavond
Haarl. Touybee, 8 1/2 uur.
OM ONS HEEN
No. 1307.
Degeneratie.
In een Duitsch mannenkoor wordt
beschreven, hoe een afdeeling van
het Vreemdenlegioen in Noord-Afrïka
door de woestijn trekt, werktuigelijk,
soezende, droomerig, totdat opeens
een schot de manschappen doet op
schrikken en zij den vijand om zich
héén zien, Arabische krijgers in witte
gewaden. Onmiddellijk stellen ze zich
op in carré.
Ein Schusz, da flattet es weisz heran,
Und schon steht das Carré 1
Die gedachtenloos voorttrekkende
troep zijn wij, menschen, in onzen
"flagelijkschen sleur. Het schot dat
ons opschrikt, is een boek of een be
toog, plotseling ons den vijand too-
nende.
Dezen keer is het een brochure van
Mr. II. Verkouteren, den bekenden
Amsterdamschen advocaat, over „de
oorzaken van degeneratie". (No. 2
van de serie Uit Zenuw- en Ziele-
leven, Hollandia-drukkerij te Baarn).
Ik zal niet zeggen, dat de kogels,
die Mr. Verkouteren afschiet, alle
doel treffen, sommige gaan er langs
of er over heen. Ook is de lading
kruit, die er achter zit, soms oneven
redig groothet knalt wel hard,
maar doet overigens geen kwaad.
Maar er staan in dit kleine boekje
zóóveel juiste opmerkingen, dat het
de gezette lezing meer dan waard is
Degeneratie beteekent ontaarding,
dat is dus, dat de aard van iets ver
mindert of verloren gaat, of met an
dere woorden dat de ontwikkeling
van ziel of lichaam, of beide, niet
wordt voortgezet, maar vertraagd en
zelfs verminderd.
Deze omschrijving gaat wel mank.
maar ik heb op dit oogenblik geen
betere bij de hand. Eigenaardig is
het, dat Mr. Verkouteren zijn boekje
niet begint met aan te toonen, dat er
ontaarding bestaat, blijkbaar is dit,
naai- zijn meening, zoo beslist zeker,
dat hij zich van de moeite ontslagen
acht, dat aan te toonen.
Dus vangt hij zijn philippics aan
met eenige .woorden over zedeloos
heid, die hun hoogtepunt vinden in
ieze volzinnen
„De maatschappij heeft meer aan
goede, dan aan knappe menschen en
het is veel moeilijker, zijn hartstoch
ten te beheerschen, dan zijn talenten
te ontwikkelen. Mannen en vrouwen
moeten, niet voor de kieswet, maar
voor de zedewet gelijk staan."
Geen wonder, dat deze schrijver
groote beteekenis hecht aan het hu
welijk „het gezin is de cel, waaruit
de maatschappij is opgebouwd."
Twee hoofdstukjes over drank en
veel rooken als ooi-zaken van ontaar
ding leveren weiifig nieuws op, maar
wat Mr. Verkouteren over Armoe
de en Rijkdom zegt, is de over
denking waard.
„Voor levensgeluk is een zekere
mate van welvaart onmisbaar, maar
dan ook volkomen voldoende niet
wat wij hebben, maar wat wij zijn,
beslist over ons lot
Niet onze persoonlijke bezittingen,
maar onze persoonlijke eigenschap
pen. Wie alleen als vermogens-sub
ject Interessant is, heeft voor zichzelf
geen geluk en i3 ook voor zijn land
niet veel waard."
Dat hebben we om ons heen wel
eens anders meenen op te merken,
wanneer groote eerbied werd betoond
niet aan wie veel is, maar aan wie
veel heeft. Maar ziedaar nu juist de
verdienste van Mr. Verkouteren's bro
chure, dat ze in korte volzinnen din
gen zegt, waaraan we vergelen te
denken. Bijvoorbeeld ook dit
„Er lijden veel meer kinderen door
hun. ouders, dan ouders door hun
kinderen, en van de kinderen kan
men nooit zeggen, wat zoo dikwijls
waar is voor de ouders dat zij oog
sten, wat zij gezaaid hebben."
En verderop, over de verhouding
tusschen ouderen en jongeren
„Veel jongeren gaan te gronde, om
dat de ouderen hun plicht niet doen.
De ouderen remmen dikwijls meer.
dan zij stuwen. Zij houden de jon
geren tegen en helpen hen niet voor
uit, ten einde zelf des te langer aan
de regeering te blijven. Zij zoeken het
liedje van verlangen en weten zelden
bijtijds plaats te maken. De ouderen
zijn voor de jongeren lang niet altijd
betrouwbare gidsen en gewoonlijk
ijveren zij voor geheel verouderde
denkbeelden.
De ouderen willen wel standbeeld
zijn. maar niet voetstuk voor hen, die
na hen komen. Zij willen zelf genie
ten en niet werken voor volgende ge
slachten."
Wel hem, die tegenover den spiegel
van zijn geweten kan gaan staan en,
na nauwkeurige beschouwing, rond
uit verklaren „zóó ben ik niet."
Redenen van ontaarding vindt de
schrijver voorts in ons strafrecht,
waarvan hij ironisch zegt„Be
scherm de overtreders alsof het nut
tige zangvogels zijn, maak van de
gevangenissen Elmira-hofj.es. Cijfer
de begrippen weg van schuld, ver
antwoordelijkheid, vrijen wil, vergel
ding en straf."
Natuurlijk meent hij juist anders
om.
Ook materialisme, slofvergoding,
vindt Mr. Verkouteren een van de
grootste oorzaken van ontaarding.
Maar allermeest en bovenal is hij ge
beten op ons ouderwijs. Als het boek
je niet aan een bepaalden omvang
gebonden was, zouden we daar nog
veel meer van hooren. Nu vindt do
schrijver toch nog gelegenheid voor
uitspraken als deze, dat de leerlingen
lichamelijk onderling mogen verschil
len, maar verstandelijk niet- „Wij
doen als koning Tarquinius, die van
alle uitstekende papavers den kop
afsloeg en dan verwonderen wij ons
nog, dat er zoo weinig knappe men
schen zijn. Onze paedagogen zijn er
allereerst op uit, hun leerlingen te
vormen naar hun eigen beeld. Om het
beeld des leerlings, dat z(j moeten
opsporen en ontwikkelen, bekomme
ren zij zioh gewoonlijk niet. Een goe
de leermeester moet niet allereerst
vragen wat hij zelf, maar wat zijn
leerling is. Kijken hoe het wordt, en
niet priori zeggen, hoe het worden
moet"
Individualiteit, ontwikkeling van
do persoonlijkheid, verlangt Mr. Ver
kouteren dus van het onderwijs.
Waarschijnlijk zullen juist hier vele
lezers vinden, dat hij te vaag is of te
ver gaat. Een onderwijzer van de la
gere school kan misschien die per
soonlijkheid van zijn 40 leerlingen
eenigszins ontwikkelen en dan nog
alleen, wanneer hij de geheele school
door met hen meegaat, maar hoe is
een leeraar in staat, al die persoon
lijkheden te helpen ontspruiten in
een school, waar hij misschien elke
week twee honderd leerlingen tegen
over zich ziet, maar telkens voor een
uurtje dertig andere
Maar overigens wat een neiging
tot rust en kalmte, wat een tegenzin
tot overhaasting bij het onderwijs bij
Mr. Verkouteren. „Boomen en hees
ters krijgen bij ons tijd om te groeien,
menschen niet. Van den ochtend tot
den avond worden de leerlingen door
zenuwachtige leermeesters gejaagd en
afgejakkerd". Is dat onwaar Neen,
maar overdreven. De schrijver ver
geet hier de zenuwachtige ouders, die
in hun ijdelheid willen, dat hun zoon
of dochter In den kortsten tijd ge
sleurd wordt door scholen, waar
moeilijk en ingewikkeld werk ge
vergd wordt en welke ouders op him
beurt de leeraars weer aanjagen en
opdrijven, zoodat allen samen, hij
gend en haastig, stormen naar.... het
eind-examen, dat een vuurtoren
schijnt, maar voor velen een dwaal
licht blijkt te wezen, dat hen gelokt
heeft in het moeras van slecht ver
teerde, vaak onpractische en in de
maatschappij onbruikbare kennis.
Natuurlijk is ook een hoofdstukje
gewijd aan de overlading. Mr. Ver
kouteren zegt, dat vele paedagogen
het bestaan daarvan brutaalweg ont
kennen, maar die heb ik tot dusver
nog niet ontmoet. Wel velen, die de
overlading toeschreven aan andere
vakken, dan het hunne.
Overlading zou niet bestaan Wie
durft dat nog zeggen, als hij goed
rondkijkt. Op één en denzelfden dag
hoorde ik van plannen om het be
waarschool-onderwijs te regelen en
om den cursus van de H. B. S. en de
studie te Delft, elk met een jaar te
verlengen. Samen minstens drie jaar.
't Zal nog zoover komen, dat de zui
geling, die op zijn tweede jaar kan
lezen, pas op zijn dertigste van de
academie in de maatschappij treedt
In het mannenkoor, waarvan ik in
den aanvang schreef, komt voor, dat
de vijanden, na de soldaten met hun
plotselinge verschijning schrik tè
hebben aangejaagd, plotseling weer
verdwijnen.
Doch wie er kam, zerstirbt der Feind,
en de troepen trekken droomerig, soe
zend, gedachteloos verder.
Ik hoop niet, dat dit het lot van
Mr. Verkouteren's brochure wezen
zaldaarvoor staan er te veel goede
dingen in.
J. C. P.
Allegaartjes.
Watverdwijnen zal.
Met eenigen weemoed denk 'k aan
de ure, dat 't laatste paardetramme-
tje den laatsten dag den laatsten rit
zal doen.
Wel, zoon plaatje, als onlangs in
deze courant heeft gestaan, waarop
de fantastische pen van den teeke
naar asfalt in de Groote Houtstraat
fantaseerde met 'n electrische tram er
op, heeft de bekoring der nieuwheid,
maar ook 't oude heeft zijn charme.
Hoe gezellig klotsen niet de hoef
ijzers van de blessen en de bruinen
over 't heuvelige keienlandschap on
zer hoofdstraten I En hoe prettig-ver-
trouwelijk is 't niet, dat wij allemaal
elkander kennen: reizigers, trammen-
schen en paarden.
Als je bij geval eens niet in de tram
zit, doch per pedes apostolorum de
tramstraten bewandelt, daji slaat
niet alleen de conducteur beleefd z'n
hand aan z'n pet, bij het zien van de
tram-habitué, maar ook 't paard voor
den wagen knipoogt je een blik-van-
herkennen toe.
Zal dat niet-alles verdwijnen? Zal
de snelheid geen afbreuk doen aan
dat prettige, dat gemoedelijke, dat
knusse, dat 't paardetrammetje ken
merkt.
Want gemoedelijk, dat is deze hip-
pomobiel.
Gisterenavond nog verheugde zich
mn hart over de gemoedelijke colle
gialiteit tusschen de koetsiers onder-
ling.
Kwam 'n tram uit Den Hout bij
den Anegang op den wissel een tram
van 't Station tegen.
Die van 't station bleek, naar het
mondmummelen te oordeelen, in het
kostelijk bezit van een kruidige hart
versterking, meer alledaags „ta
bakspruim" genaamd.
Dat wekte bij die uit Den Hout kwam
begeerte op.
Wagen stopte bij de andera
„Hei je ook 'n pruimpie voor me",
informeerde de tram uit Den Hout
„Jawel, zei die van t station, en
bood z'n ambtgenoot van 't voorbal
kon z'n grooten-wel-n-ons-zak aan.
De man van de eerste tram liet vol
gens de regelen der kunst een deel
van den zakinhoud in zijn natuurlij
ke tabaksdoos, door wangen, tong
en verhemelte gevormd, verdwijnen.
„Huut Bles!" zei hij vroolijk:
„Vort Bruin!" lachte de ander.
En voort gingen de wagens.
Do menschen-op-straat hadden ér
schik in.
Waarom ook niet! Bij 'n paarde-
trammetje behoort nu eenmaal ge
moedelijkheid.
Stadsnieuws
Hofgunst
In den schouwburg ging gisteren
avond weer eens „Hofgunst", het be
kende blijspel van Thilo von Trotha.
Een talrijk publiek volgde met blijk
bare ingenomenheid het vlotte en le
vendige spel van de leden der Ne-
derlandsche Tooneelvereeniging, en
vooral de talrijke jonge meisjes ge
noten van dit kijkje achter de coulis
sen der hofwereld met al haar in
triges en strijkages. Er is weer har
telijk gelachen om dat ongegeneerde,
frissche figuurtje van freule Von Ho-
henstein, die ondanks haar diepe ré
vérences, maa rniet „hoffahig" kan
worden. Tilly Lus was natuurlijk het
freuletje en had als altijd veel suc
ces.
Het was een prettige en gezellige
avond.
PROV. BOND VAN HARMONIE- EN
FANFAREKORPSEN.
Te Amsterdam werd gisteren door
bovenvermelden bond een algemeene
vergadering gehouden. 10 afdeelingen
waren vertegenwoordigd. Medege
deeld werd, dat het concours dit jaar
25 Juni en 2 Juli te IJmuiden zal ge
houden worden. De heer A. A. Moser
van Haarlem werd tot hoofdbestuurs
lid gekozen.
Tot jury-leden voor het a.s. con
cours werden gekozen: Jac. Koning te
Rotterdam, Ilazebroek te Den Helder
en Chr, P. W. Kriens te Haarlem.
Ladelichters.
Er zijn ladelichters aan het werk.
Bij den winkelier Sch., Van Ma-
rumstraat 8, haalden zij uit de ge
sloten toonbanklade de sleutel lag
er bijl vier of vijf guldens, een hal
ven gulden, eenige kwartjes en dub
beltjes en een rolletje twee-en-halve
centsstukken ter waarde van f 0.90.
llij G. F. W. op de Nassaulaan
werd Vrijdag ook 'n ladelichting ge
probeerd.
Daar was de buit maar vijf centen.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART.
De Raad voor de Scheepvaart zal
Dinsdagmiddag een onderzoek in
stellen naar de ramp, overkomen aan
het stoomschip „Hollandia", kapitein
J. Schottée de Vries, te Haarlem.
Verlof Drankwet
B. en W. van Haarlem brengen ter
openbare kennis, dat is ingekomen
een verzoekschrift van P. J. de Vrij,
om verlof tot het verkoopen uitslui
tend van alcoholvrijen drank voor ge
bruik ter plaatse van verkoop In de
kamer achter den winkel van het per
ceel aan de Oude Groenmarkt no. 8.
Vergunning Drankwet
B. en W. van Haarlem brengen
tor openbare kennis, dat is Ingeko
men een verzoekschrift van Th. Bla-
nus, weduwe van I. S. Schuitevoer-
der, om vergunning tot het verkoo
pen van sterken drank in het klein
voor gebruik ter plaatse van verkoop
In het voorhuis van het perceel aan
de Groendaalsteeg no. 10.
Gev. Voorwerpen.
Terug te bekomen bij
Het bureau van politie, een bril ln
étui, een sleutel en een fluweelen re
ticule, waarin een paar handschoe
nen.
A. J. Uitenboogaard, Spaansche-
vaartstraat 49, Schoten, een zwarte
vrouwenmuts.
Ch. Bartel, Voorzorgstraat 9, een
potloodhouder.
A. Lycklane. Gierstraat 45, een
meisjesschort.
A. LemmersVan der Veldt. Kruis
weg 62 rood, een reticule.
B. I. de Vries. Smedestraat 27, een
parapluie.
M Koster, Zuid Polderstraat 56, een
taschje.
M. de Jeu, Esschilderstraat 24 rd.,
een abonnement E. N. E. T.
W. Redeker, Amsterdani3tr. 3 ij,
een huissleutel.
G. v. Delden, Zoutmanstraat 18,
een zwarte hond.
H. Kamerman, Raamvest 47. een
gummihand.
B. Willemsen. Bakkerstraat 68, een
kisije met garen.
M. de Boer, Haarlemmerliedastraat
19, een pakje, waarin een kiel.
P. Verzijlberg, Kerkhofstraat 10,
een hondje
De Halsen.
De heer Ernst 11. Krelage stelt
voor, B. en VV. uit te noodigen, eene
commissie te benoemen, bestaande
uit twee chemici (namelijk één des
kundige op het gebied der physische
chemie eu één op het gebied der orga
nische scheikunde) en twee deskundi
gen op liet gebied der schilderkunst
(b.v. de directeur van het Museum en
een restaurateur van schilderijen).
De scheikundigen kunnen dan voor
gelicht door de schilderkunst-deskun
digen, een wetenschappelijk onder
zoek instellen of de schilderijen de
voorgestelde of een andere wijze van
herstellen noodig hebben, en of zij
deze ook kunnen verdragen.
De heer Krelage wil voor dit on
derzoek aan B. en W. een krediet van
f 2500 toestaan.
De aanleiding tot dit voorstel is de
oneenigheid opder de deskundigen.
Dr. Bredius acht den heer De Wild
„een van de beste herstellers van
schilderijen". Prof. Dr. Six verklaart
„huiverig" te zijn, de door den heer
De Wild aanbevolen maatregelen te
doen toepassen, en de heer Koster
zegt „geei zekerheid" te hehlien, „dat
de schilderijen vun Hals hij toepas
sing der methode-De Wild beter zul
len worden."
Tot zoover het voorstel van den
beer Krelage.
O i. valt het te betwijfelen, of een
dergelijk chemisch onderzoek veel nut
zal hebben. Zelfs is ons niet duide
lijk, hoe het ingesteld zou kunnen
worden. Uit de toelichting blijkt toch,
dat de heer Krelage bedoelt een
„proefondervindelijk" onderzoek te
doen instellen. Waarop moet dit ge
schieden l mag men vragen. Toch
zeker niet op de Halsen zelf, die met
zulk een proefondervindelijk onder
zoek meteen bedorven zoudeu kunnen
zijn.
Maar hoe dan
Als een chemicus een dergelijk on
derzoek instelt, moet hij nagaan, hoe
de stoffen in kwestie zich gedragen
onder dc bewerking met de chemische
apparaten, waarmede zij behandeld
worden.
Materieel gesproken is nu een schil
derij een stuk doek met verf en vernis
er op. Wil de chemicus dus een on
derzoek instellen, als de heer Krelage
bedoelt, dan moet hij dergelijke stof
fen praeparecren. Dat zou misschien
gaan, maar men moet niet vergeten,
dat ook de physische toestand van die
stoffen in eenige honderden jaren
veranderd is.
Wij gelooven daarom niet, dat de
scheikundigen als een onomstootelijk
feit zullen kunnen uitmaken, dat
deze methode goed zal blijken en een
andere niet.
Eerder gelooven wij, dat het mee-
ningsverschil nog grooter zal worden,
dan het nu reeds is.
Herhaaldelijk is in ons blad be
toogd. dat de aanleiding tot allerlei
Museums-kwesties is het te groot
aantal deskundigen.
Het lijkt ons daarom niet aanbeve
lenswaard, dit reeds-te-groote getal
nog eens te gaan vermeerderen.
Prof. C. L. Dake noemt tn de Te
legraaf 't voorstel van B. en W.:
„om den restaurateur De Wild op
te dragen de schilderijen van Frans
Hals, door onkunde en gebrek aan
zorg in den bekenden desolaten toe
stand gebracht, geheel en al te Tes-
taureeren, te beginnen met no. 129",
een belangrijk voorsteL
Prof. Dake herinnert nog eens wat
met de schilderijenquaestie is voor
gevallen en vervolgt dan:
Natuurlijk zouden die f 17.000 niet
te veel zijn om de schilderijen voor
onafzienbareö tijd te herstellen. Ze
ker niet. De heer De Wild wil den
raad het vel niet over de ooren trek
ken. Die som is zeer bescheiden.
Maar daarom gaat het nu niet.
De vraag is: moeten de „ingrijpen
de" maatregelen genomen worden, of
moet er nog eerst eens met minder
ingrijpende maatregelen getracht
worden den toestand te verbeteren.
De raad wordt nu door B. en W.
voor het eerst in deze zaak angstval
lig als hoogste beslissende autoriteit
erkend.
Op een paar maanden komt het
niet aan. Dan zou de raad goed doen
te probeeren nog eens ergens anders
advies te krijgen. De commissie Ls nu
toch verdeeld van opinie.
En dan, wat meer of minder tobben
en sukkelen komt er niet op aan. De
groote tobberij met de verbouwde af-
schuwelijk-dure ruïne gaat nog pas
beginnen.
Militaire Zaken.
De ritmeester G. J. A. A. baron Van
Heemstra, van het 4de regiment hu
zaren te Zutphen, wordt 1 Mei over
geplaatst bij de depóts-huzaren te
Haarlem.
Betere bemali ag.
Het bestuur van den Poelpolder bij
Haarlem, stelt ingelanden voor om,
waar de watermolen geheel vernieuwd
moet worden, wat f 12.000 zou vorde
ren, over te gaan tot een betere bema
ling onafhankelijk van den wind, nl»
door een Centrifugaalpemp door ben
zine -of petroleummotor gedreven.
Wordt motor-bemaling door stem
gerechtigde ingelanden goedgekeurd,
dan zullen zij te beslissen hebbc-a
over de keuze, daar twee ontwerpen
wordeD voorgesteld al. een complete
pomp-installatie, die bij 300 omwente
lingen per minuut 20 kub. M. water
1.20 M. opvoert en éèae, een f 1000
goedkooper, met 15 kub. AL waterver
plaatsing.
Beide motoren worden door ruwe
petroleum in beweging gebracht
ORGELBESPELING
in de Grooto- of St.-Bavo-kerk te
Haarlem, op Donderdag 16 Febr. 1911
des namiddags van 2 tot 3 uur. door
den heer W. Ezerman.
Programma
1. Toccata, Mieczystaw SurzynskL
2. Choralvorspiel uad Fuge, Joh.
Brahms.
3. Sonate, O. Dienel.
a. Allegro maestoso.
b. Solemn March.
c. Allegro.
4. Offertoire, Th. Dubois.
5. Cantilene, A. Maillij.
ONZE JONGENS.
P. G. is 15 jaar en lid van een
voetbalclub. Al wat club heet, be
hoort te vergaderen, dus vergaderde
P. G. mee. ondanks z'n 15 jaren, on
danks dat het al half 12 des avonds
was. ondanks dat het in een café
was.
En P. G. dronk een „glaassie bier"
net als dc andere „hoeren".
Tot een agent van politie een eind
maakte aan 's jongskes groot-doenerij
en hem meenam naar het politiebu
reau. wegens het beneden den leef
tijd. zonder geleide, vertoeven in een
tapperij.
En tot overmaat van rarap is het
geachte lid van dien avond aan z'n
ouders afgegeven.
Kan men zich smadelijker val uit de
hoogste regionen denken We ver
wachten den volgenden keer in de
vergadering van de „club" een molie
aangenomen te zien, waarin bij de
Ilooge Regeering geprotesteerd zal
worden tegen deze schending van het
grondwettelijk-gewaarborgde recht
van vereeniging en vergadering, ook
van staatsburgertjes van 15 jaar.
's avonds om half twaalf in een café.
Sara Burgerhard t.
In het begin van Maart zal „Het
Nederlandsch Tooneel" hier een op
voering geven van „Sara Burger-
hardt".
Faillissementen.
Bij vonnissen der Arrondissements-
Rechtbank alhier d-d. 14 Februari
1911, zijn in staat van faillissement
verklaard
Matthijs Mica, schilder te Haarlem
(Olieslagerslaan).
Pieter He ij nis, schoen winkelier en
schoenmaker te Zaandam (Bothar
straat).
Joh. Ilendr, Apitz. schilder en krui
denier te Velsen (Wijkeroog).
D. van den Outenaar, tuinder en
landbouwer, te Bennebroek
M. Stavinga, rijwielhandelaar, W
Haarlem.
Rechter-commissaris in alle: Mr. Al
H van Loghem de Josselin de Jong.
Bij vonnissen van 14 Februari 1911
zijn door de Arrondissements Recht
bank alhier opgeheven de op 24 Ja
nuari 1911 uitgesproken faillissemen
ten van H. Vrugtman, banketbakker
te Haarlem (Kruisweg), en C. J. W.
Blazer, boekhandelaar, te Scholen,
(Kloosterstraat).
(Zie verder Stadsnieuws onder laa»
ste berichten).
Uit de Omstreken
HALFWEG.
Paardenmonstering.
Hedenmorgen werd alhier voor da
hoeren Hertz en Heilbron monstering
gehouden, waarbij 24 paarden wer
den aangeboden slechts enkele wer
den gekocht. Prijzen 1350 a f 600.
IJMUIDEN.
Ongeluk.
De stuurman W. Zwartveld, van
den stoomtrawler Wiltaelmina IJ M.
35. ïs aan boord door een gebroken
staaldraad getroffen en doodgesla
gen. Hét lijk werd Maandagavond
door den trawler te IJmuiden oange;
bracht.