HAARLEM'S DAGBLAD. ™EK2£K De Erfgenaam van Vering 't Zal ©en heote strijd worden En wat zal de oppositie doem Do mededeeling van do „Times", dat de leiders der conservatieven ir: het Hoogerhuls van de indiening van een wetsontwerp tot hervorming van het Hoogerhuis zouden hebben afge zien, zoodat dus de plannen van Ro- sebery en Lansdowne eenvoudig in den doofpot zouden worden gestopt, wekte onder de conservatieven groot opzion. De „Daily Express" weigort aan de juistheid van do mededeeling te gelooven en betoogt dat het opge ven der hervorming dwaasheid en zelfmoord zou ziin. De „Daily TelegT." noemt de mededeeling van de „Ti mes" eveneens onjuist. Onder de partijleiders der opposi tie schijnt geen overeenstemming te bestaan. Lord Curzon hield een réde, waarin hij aan het denkbeeld van een hervorming door het Hoogerhuis zelf vasthield, maar er op zinspeelde, dat de oppositie door amendementen op de regeeringsvoorstellen in beide Hul zen van het parleement den strijd zal voeren. Zoo zou het nog lang niet ze ker zijn, dat de heer Asquith voor de kroning met zijn wetsontwerp gereed komt. Uit deze uitlating zou men mogen opmaken* dat de oppositie op een langdurige behandeling rekent. De moeilijkheden zullen vele zijn I Er dreigen ook eenige moeilijkheden tusschen ENGELAND EN ZUID-AFRIKA. Volgens de „Sunday Times" zou de regeering der Zuid-Afrikaansche Unie voornemens zijn het preferen- tieele recht, dat thans aan de Engel- sche waren wordt bewilligd, op te heffen. Generaal Botha zou hiervan op de aanstaande Imperiale conferen tie mededeeling doen en, om den pil te vergulden, dan tevens verklaren, dat de Unie bereid is de thans gerin ge vlootsubsidie aan Engeland ©enigs zins te verhoogen. DE ITALIAANSCHE SENAAT hoeft een motie aangenomen, waarin ten aanzien van het ontwerp tot her vorming van den Senaat vertrouwen in de reeeering wordt uitgesproken en waarin do Senaat onder zekere voorwaarden zich bereid verklaart het ontwerp in overweging te nemen. EEN BOND VAN BALKANSTATEN Een Servisch blad, dat op goeden voet staat met de regeering van Mon tenegro, meldt, dat tusschen Monte negro, Bulgarije en Griekenland «en o\ eroenkomst is gesloten, om elkaar bij te staan bij alles wat op den Bal kan kan plaats vinden. Het blad ver wijl de Servische regeering, dat zij de schuld is van het isolement van het land op den Balkan. Zou dit 't begin van een Balkan- bond zijn EEN ALGEMEEN E STAKING IN ITALIë Op het congres van Italiaansche ar beidsbeurzen te Parma, waar 230,000 arbeiders in verschillende bedrijven, benevens 00,000 spoorwegmanneu ver tegenwoordigd waren, is besloten de oischen der suoorwegarbeiders te on dersteunen en, zoo deze niet inge willigd worden, de algemeene sta king uit te roepen. RUSLAND EN CHINA. Het Nowoje Wremja brengt over de verhouding tusschen Rusland en China een bericht, dat uit voortreffe lijk ingelichte bron afkomstig heet te zijn. Het blad verzekert, dat de be trekkingen der beide landen in een zeer ernstigen toestund verkeeren. De nationale beweging in China neemt in omvang toe. China beschuldigt Rusland van het uitbreken der pest. De toestand is dezelfde als in 1900, ge durende den Bokseropstand. Om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, moet Rusland thans reeds de troepen in Oost-Aziè versterken en bijzonder scherp op den Mantsjocrij- sihen spoorweg letten, omdat een on- venvacble beschadiging van den spoorweg op afzonderlijke plekken het eerste bewijs voor het uitbreken van vijandelijkheden tusschen Rusland en China zou zijn. DE REVOLUTIE IN HAïTI. Volgens te Washington ontvangen berichten zijn de leiders der opstan delingen, de generaals Chapuset en Codio, door regeeringstrocpen gevan gen genomen en gefusileerd. Officieel wordt verklaard, dat de re volutie onderdrukt is. De consulaten zijn overvol met vluchtelingen. Presi dent Simon heeft aan de consuls mee gedeeld, dat geen verdere terechtstel lingen van opstandelingen zullen plaats hebben. Stadsnieuws Huetraal uf Rationeel Onderwijs Men lier. miert zich, dat onlangs na eeh voordracht van den heer F. Do- mela Nieuwenhuis, de heeren A. Nagtzaam, onderw ijzer-op-waohtgeld te Haarlem en H. Groenewout, oud onderwijzer en vroeger secretaris van den Vrijz.-Dem. Bond, nu wonend te Beverwijk, in het debat kwamen. Wegens het vergevorderde uur- werd besloteh om het debat op oen later avond voort te zetten. Maandagavond had dit voortgezet debat plaats. Ditmaal in de groote zaal der Soc. „Vereeniging". Uit de slechte opkomst de zaal was half gevuld bleek, dat men wel, evenals den vorigen keer in de bovenzaal had kunnen vergaderen. De heer Noveraz, voorzitter van de afdeeling Haarlem van de sectie „Holland" opende de bijeenkomst en zette het doel van dit debat over „Neutraal en Rationeel onderwijs" uiteen. Daarna was aan 't woord de heer H. GROENEWOUT. Voor deze zijn debat voortzette, gaf hij ten exposé van het in de vorige vergadering besprokene. De heer Groenewout bestreed hu al lereerst, dat de openbare school zou zijn een moderne sectescliool. De heer Domela Nieuwenhuis had be toogd, dat in de openbare school het Christendom van de Bergrede zou ge leerd wordeu. Wanneer art 35 spreekt van „christelijke en maat schappelijke deugden" aankweeken op de openbare school, dah wordt daarmee bedoeld de Christelijke deug den, die Paulus in de brieven, in het Nieuwe Testament, schreef aan de Christen gemeenten, deugden als naarstigheid, blijmoedigheid, een dracht, vreedzaamheid, rechtvaardig heid, eenvoudigheid enz. Die Christe lijke deugden zullen zeker ook den grondslag vormen van een mogelijken anarciiistischcn staat En spreker achtte het een schoone taak door den wetgever den onderwijzer opgelegd, om deze deugden aan te kweeken. De heer Groenewout gaf dau aan, hoe art. 35 van de wet op het L. O. aan het openbaar lager onderwijs eeh tweeledig doel toekent, nl. het ontwik kelen der verstandelijke vermogens onder het „aanleeren van gepaste en nuttige kundigheden" en de opleiding tot alle christelijke en maatschappe lijke deugden. De onderwijzer heeft dus de verstandelijke en de zedelijke opvoeding te behartigen. En die zede lijke opvoeding achtte do debater de belangrijkste taak. Domela Nieuwen huis met z'nrationalistische opvoeding wil alles onder controle van de rede en 't verstand brengen. Spreker wijst er op, hoe De Gehestet reedis daarte gen te velde trok in z'n leekendichtje: „Schoon 't haantje van vernuft moge koning kraaien, moogt ge 't haantje in de borst niet den nek omdraai en." Ook spreker wil deugdenleer in de school en eischt van het menschel ijk geweten het recht op, om controle op de daden uit te oefenen. Hoe armzalig moet dat onderwijs zijn, zegt spreker, dat geen rekening houdt met het geweten, met de poë zie en met het geloof. De heer Domela Nieuwenhuis heeft gezegd, dat. de onderwijzers niet ge heel waar kunnen zijn in de school. W ant de Christelijke deugden staan lijnrecht tegenover maatschappelijke deugden. Zij moeten "t sparen aan moedigen als 'n maatschappelijke deugd en afkeuren omdat de Bijbel leert: „Zorg niet voor den dag van morgen." Zij moeten de kinderen voorbereiden op het dienst nemen in het leger en het Christendom leert: Gij zult niet dooden. Debater ontkent dit. Sparen is: zui nig-zijn met het verkregen goed, dat is niet in strijd met de Christelijke leer en zal ook in een eventueelen anarchistischen staat als iets goeds worden geprezen. Wat den oorlog be treft, die wordt steeds als 'n kwaad voorgesteld. Met den heer Nagtzaam zegt spre ker, dat de heer Domela Nieuwenhuis niet aan zij a kinderen mag leeren, dat er geen God is. Want dan doet hij, wat hij zegt niet te willen, hij dringt hen ten dogma op. En wil de heer Nieuwenhuis eerlijk zijn, dan moet hij niet zeggen, dat er geen God is, maar hij moet zeggen: Vroeger was 'k predikant en geloofde aan God, nu ben ik van een tndere meening. Dan heeft hij den kinderen alleen fei ten meegedeeld en geen dogma opge drongen. De heer Nieuwenhuis heeft z'n kin deren opgestookt om te zingen: „Piet Hein heeft „gestolen" de zilveren vloot". Inderdaad, dat is een vorm van sa menwerking tusschen school en huis, maar... een zeer ongewenschte. In de lijst van den tijd bezien was het ver overen van de zilver vloot geen stelen. Hot was oorlogszucht, dat men niet alleen oorlogsvaartuigen, maar ook koopvaarders buit maakte. De heer Nieuwenhuis meent, dat de on derwijzer op de openbare school niet mag "spreken over Darwin en zijn ont wikkelingstheorie. omdat die zou in- druischen togen de Christelijke leer. De heer Groenewout voerde hierte gen aan, dat dit nergens verboden wordt, maar de onderwijzer doet het niet. omdat die dingen niet liggen binnen het bevattingsvermogen der kinderen. Debater wijst er den heer Nieuwenhuis hierbij op, dat Darwin een man was, die aan een oppermacht geloofde. De heor Nieuwenhuis zou ln de school willen spreken over gevallen, als onlangs in Japan voorkwamen, dat socialisten werden ter dood ge bracht. Spreker zou dergelijke dingen ze ker niet Ln de school bespreken, want eerstens, weet men te weinig van de toestanden in zulk een vreemd land en tweedeus vallen dergelijke politie ke besprekingen buiten den gezichts kring van kinderen van 6 tot 13 jaar. Wat het slaan op de school betreft, meent spreker, dat ook in de ratio nalistische school de rede niet vol doende zal zijn, om de tucht te hand haven. En die móet gehandhaafd wor den, om mogelijk te maken, dat 't onderwijs vruchten draagt Boven dien. opheffing van het verbod tot staan beteekent nog niet, dat do on derwijzers slaan zullen. En waar 12.000 onderwijzers in Nederland, mannen van de practijk dus, over tuigd zijn, dat het slaan-verbod moet opgeheven worden, mag gevraagd worden, of leeken niet goed doen eenigszins voorzichtig te zijn in het uitspreken van een oordeel. Verkleining van klassen noemde spreker als een middel, om de tucht gemakkeliiker te handhaven. Eindelijk constateert de heer Groe newout, dat het grootste deel van het Nedeiiandsche volk genoegen neemt met de openbare school. Waar nu reeds de volksschool versplinterd vordt, betreurde debater het ten-slot te, dat do heer Nieuwenhuis weder om een scheidingslijn trekt. Daardoor werkt hij niet mee aan de bevorde ring der verdraagzaamheid en de aankweeking van het gevoel van broederschap. DE HEER DOMELA NIEUWENHUIS IN TWEEDEN TERMIJN. De heer Domela Nieuwenhuis wil de zich in zijn repliek bepalen tot drie punten de neutraliteitskwestie, het slaan als tuchtmiddel en de indi vidualiteit van den leerling. Omtrent de neutraliteitskwestie houdt de spreker vol, dat de openba re school is een moderne secte-schooL Zij kiest partij voor hot Christendom. En er zijn nog een 1200 tot 2000 ande re godsdiensten. Den heer Groene wout zegt spreker, dat niet Paulus, doch -Christus de grondlegger is van liet Christendom. Met Christelijke deugden moeten dus wel die van de Bergrede bedoeld zijn. Spreker ont kent voorts tegenover den heer Groe newout. dat het Christendom de be schaving heeft vooruitgebracht. Juist de kerk hield altijd den vooruitgang tegen. De hear GROENEWOUT interrum peert De kerk is niet de godsdie«nst. De heer NIEUWENHUIS ant woordt, dat z. i. de begrippen „kerk" en ..godsdienst" elkander volkomen dekken. Met een beroep op Commenius en Ellen Key bestrijdt spreker verder het slaan als tuchtmiddel. Dit vernedert den opvoeder. Wat de individualiteit aangaat, spreker meent, dat hij geen dogma leert, wanneer hij tegenover de kin deren het bestaan van een God ont kent. Spreker heeft veel strijd gestre den, om zich aan het geloof te ont worstelen. Die strijd wil hij zijn kin deren besparen. Ten-slotte betoogde do heer Nieu wenhuis, dat de rationalistische school reden van bestaan heeft, om dat z. i. de openbare school niet vol doet. DE DEBATERS IN TWEEDEN TERMIJN. De heer NAGTZAAM erkent, dat de wet van 1857 bedoeld kan hebben van de openbare school te maken een mo derne secte-school. Maar de onderwij zers van nu zijn niet die van toen In do hedendaagsche onderwijzers heeft zich het denkbeeld van neutra liteit ontwikkeld op paodagogischo gronden. De huidige openbare school is daardoor geen secte-school gewor den. Ook de heer Nagtzaam houdt te gen den heer Nieuwenhuis staande, dat men den kinderen niet mag lee ren „Er is geen God". De kinderen mogen noch naar de eene, noch naar de andere zijde beïnvloed worden. Zij moeten geheel vrij staan, wanneer zij later een keuze zullen doen. En de heer Nieuwenhuis heeft het glad mis, wanneer hij-meent, dat de vorming van de levensbeschouwing plaats heeft op de lagere school. Die heeft eerst later plaats. Wanneer de heer Nieuwenhuis zijn kinderen atheïs tisch opvoedt, dan vergeet hij, dat die kinderen later wel eens een strijd in tegengestelde richting als de heer Nieuwenhuis. zouden kunnen te door maken hebben, door van ongeloovig geloovig te worden. Wat het slaan op school betreft, de Bond heeft dit vraagstuk alleen aan de orde gesteld, om liet in de afda lingen te doen overwegen. Men moet bij de beoordeeliug van het slaan rekening houden met de tegenwoor dige toestanden. Een onderwijzer staat voor een klas van 40 leerlingen. Nu kunnen drie on willigen de geheele les doen mislukken. Toegegeven nu, dat het slaan verkeerd is ten opzichte van degenen, tlio geslagen worden, maar moet men niet denken om de 37 andoren Is het niet beter, om eeni- gen een klap te geven, dau voor de 37 de geheele les verloren te doen gaan De heer GROENEWOUT sluit zich aan bij het geen de heer Nagtzaam heeft gezegd over de vorming van do levensovertuiging, namelijk dat die niet in den leeftijd van 6—-13 jaar, maar daarna eerst plaats vindt. Een treffend bewijs is hetgeen op het so ciaal-democratisch congres van 1905 te Groningen is meegedeeld, name lijk dat een onderzoek in de afdeelin- gen dor S. D. A P. aan het licht had gebracht, dat meer dan de helft van de leden der S D. A. P. op een bij zondere school hadden gegaan. Overigens hield de heer Groene wout zijn beweringen staande over het Christelijk beginsel der openbare school cu dat het Christendom kiemen van ontwikkeling in zich draagt, om dat het in zich houdt een strijd om op hooger zedelijk peil te komen. In een felle sint-rede beschuldigt de beer Groenewout den heer Domela Nieuwenhuis, niet alleen op gods dienstig gebied, maar ook op politiek terrein geweest to zijn een „dwaal licht". oen „handwijzer, die alle rich tingen aanwees". Want de lieer Nieu wenhuis. zegt spreker, is ook sociaal democraat geweest en heeft het vuur uit de sloffen geloopen voor het alge meen kiesrecht. Hij heeft de arbeiders dus her- en derwaarts gestuurd. SLOTWOORD VAN DEN HEER NIEUWENHUIS. In een kort slotwoord wees de heer Domela Nieuwenhuis er op, dat de doodstraf en de pijnbank met het zelfde argument aanbevolen zijn, als de heer Nagtzaam gaf voor het slaan op de school het belang van de an deren. En voorts betoogde spreker, dat hij in zijn ontwikkeling zich geen dwaal licht getoond had. maar er integen deel een opgaande lijn, van het la gere naar het hoogere, in viel waar te nemen. In den loop van den avond werd een persoon, die door de zaal liep en daardoor den spreker hinderde, door de politie naar buiten gebracht. GRONDBELASTING. Tot adjunct-controleur der grond belasting te Haarlem is benoemd de heer J. N. Groustra, surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen uit de directie Amster dam. Buitenlandsch Overzicht In 't gebouw van den Franschen Se naat is dezer dagen aan Constant 'd'Estournelles, den bekenden strijder voor do vredesbeweging, een Nohel- prijsherinneringsmedaille uitgereikt. Verschillende diplomaten waren daarbij tegenwoordig, zoodat 't een heele plechtigheid was. Toch zou 't nog geen aanleiding geven, op dit ge beurde in 't bijzonder de aandacht te Vestigen, ware 't niet, dat. de presi dent van den Senaat, Dubost, EEN EIGENAARDIGE REDE OVER FRANKRIJK'S POSITIE had gehouden. Hij zei„Vergeet bij u prijzenswaardige bemoeiingen voor 'den wereldvrede niet, dat wij, zonen van het verminkte Frankrijk, te mid den van het tot de tanden gewapende Europa, het uur der nivelleerende ge rechtigheid afwachten, met de hand op het sabelgevest. Den dag der al gemeene verbroedering zullen wij wel nauwelijks beleven." Een eigenaardige toespraak tegen een volbloed voorstander van den vrede.... De aanwezige diplomaten zul len zeker ook 't hunne gedacht heb ben van deze zeer pessimistische be schouwing over den internationalen politieken toestand I Een DE AANDACHT TREKKENDE REDE is ook gehouden door Prins Heinrich van Pruisen, den broeder van den Duitschen Keizer. Hij sprak ze uit op een feest van officieren. Daar ver klaarde hij, dat Duitsehland een bui- tenlandschen vijand niet meer behoeft te duchten, dat echter waakzaam heid is geboden tegenover den bin- nenlaudschen. „Oude en jonge solda ten", zei de prins, „moeten zich daar om scharen om onzen keizer en opper sten bevelhebber in den strijd tegen den steeds dreigender wordenden bin- nenlandschen vijand. „Het is verre van ons", zoo ver volgde hij, „iemand zijn politieke overtuiging kwalijk te nemen of het hem euvel te duiden, wanneer hij daarover op wettelijke wijze blijk geeft. Waar echter de bodem van do wet verlaten wordt, rust op elk van ons de plicht de overheid te onder steunen en er voor te zorgen, dat recht en orde niet in de verdrukking komen. Zooals wij allen weten zal in het komende jaar, binnen niet te langen tijd gelegenheid zijn bewijzen te ge ven van trouw aan koning en rijk bij alle overig verschil van meening. De hechtste steun van den Staat is en blijft echter het leger." DUITSCHLAND'S MARINE EN LEGER Gisteren heeft do Rijksdag de twee de lezing over de marine-begrooting aangevangen. Van 't debat alleen enkele bijzon derheden. De Centrum-afgevaardigde Erzber- ger constateerde, dat liet bedrag, dat per hoofd der bevolking voor do lands verdediging in Duitsehland moet wor den opgebracht, minder is dau in Frankrijk en Engeland. Dq Duitsche vloot dient tot bescherming en niet tot aanval. Daaraan verandert ook de nieuwe samenstelling van het Noord- zee-eskader niets. De verandering is noodzakelijk, wijl de nieuwe slag schepen te groot zijn voor het Noord- Óostzee-kanaal. Dröscher, conservatief, achtte de tegenwoordige marine-politiek even eens gerechtvaardigd. De Staatssecretaris Tirpitz beves tigde, dat de Duitsche vloot van den aanvang af niet voor agressieve doel einden was gebouwd. Voor ieder Duitscher is dat iets zóó van zelf spre kends, dat bewijs daarvoor eigenlijk onnoodig is. Het blijkt ook zeer dui delijk uit de toelichting op de Vloot wet, waarin o. m. te lezen is „het is niet bepaald noodzakelijk, dat de Duitsche oorlogsvloot even sterk is als die van andere groote zeemogend heden. zij mag zelfs zwakker zijn." Wanneer men aanvallend te werk wilde gaan. dan moest daar staan „wij willen een vloot hebben, die ster ker is." DE POLITIEKE STRIJD IN ENGELAND zal nu eerst recht beginnen. Do minister-president sprak giste ren in 't Lagerhuis de hoop uit, dat het adresdebat morgenavond gesloten zou kunnen worden, 't Ministerie zal Donderdag een resolutie voorstellen, om alle zittingen van het Huis tot Pa- schen te besteden aan regeeringsvoor stellen. De regeering is voornemens de veto-wet a. s. Maandag in te die nen. (Luide toejuichingen bij de mi- nisterieelen.) FEUILLETON Naar het Engels ch door CHARLES GARVICE. Tut 1 zei Stephen, met een sar- donischen glimlach. Kijk eens naar Keclufsnijder Jackson! Aller oogen gingen dien kant uit en keken in het terneergeslagen en lijk bleek gelaat van Mr. Jackson. Wettelijk getrouwd, ging Stephen voort. Lord Vering en Tahitari zijn de ouders van Lady Cora. Lord Per cy is haar neef en voogd, en nie mand kan haar, tegen haar wil, van zijn bescherming berooven. Teu be wijze hiervan, ging hij voort, terwijl hij naar Percy toekwam en hem een perkament in de bevende handen schoof, geef ik u het laatste testament van wijlen Lord Vering, haar vader, waarin hij haar alles nalaat, wat hij bezat, en waarin hij Lord Percy tot haar voogd benoemt. Wat riep Mr. Butlerwick uit, terwijl hij, alle bescheidenheid uit het oog verliezend, ook het perkament in keek. Ja Het verloren testa ment! Mylord, u had gelijk Zij krijgt alles, en o, o de lande rijen van de Wold Percy legde hem met een blik het stilzwijgen op en kwam toen op Cora af, die doodsbleek en. verschrikt voor zich uit stond te staren. Cora, zei hij, je hoort het Neen neen riep zij uit, met opgeheven handen. Ja zei hij. Het is volkomen waar Jo bent niet langer Cora, het Indiaansclie meisje, maar Cora, de dochter en erfgename van een graaf. Ah riep Mr. Meek uit, prachtig in elkaar gezet prachtig, moet ik zeggen Maar wij zullen spoedig hoog en laag, meester en dieuaai in handen hebben, zoolang het weghouden van een testament nog tot de strafbare feiten gerekend wordt. Toen sloot de menigte dienaren zich om de drie indringers heen, en spoedig waren zij op geheimzinnige wijze van het tooneel verdwenen. Het hielp niet, of Mr. Butlerwick al waar schuwingen en bedreigingen liet hoo- ren het geduld van de dienaren was te lang op de proef gesteld, en in minder dan een half uur stond het drietal doornat op den straatweg, nog verwenschingen uitend over pijn, hun toebedeeld met een lange zweep. HOOFDSTUK XXXI. Eenige weken later kwam Charlie Merivale op een kouden Oetober- avond uit een kleine herberg, eenige mijlen van Boxley af. Hij was alleen en verheugde zich daar ditmaal over. Want de toekomst zag er zeer som ber uit voor hem, die eens door de Fortuin zoozeer begunstigd werd, en hij l>egon te denken, dat hot leven ten slotte toch niet zoo vroolijk was, als hij in zijn onervarenheid had moe- nen ie mogen onderstellen. Niet al leen was er een hinderpaal in den weg gelegd voor zijn oprechte liefde, maar die liefde dreigde zelfs lieele- maal gestuit te zullen worden, en Mr. Charlie was bijiia wanhopig geweest. De Gravin van Darlington had einde lijk «enig yeiiiioedea gekregen om trent het spelletje van a m o, a m a s, dat door haar dochter Mary en dien knappen, maar werkelijk niet verkies lijken Merivale met zooveel opge wektheid gespeeld werd. en h.id maatregelen genomen, om dit ver maak spoedig tot een einde te bren gen. Zij had er de bedroefde Lady Mary kalm op gewezen, dat men een omler huwelijk voor liaor op het oog had, namelijk met Lord St. Clare. Lady Mary was hier heel boos tegen opgekomen en zat tengevolge daar van nu te Boxley opgesloten. Zij had geschreid, zich er tegen verzet, ge smeekt, alles zonder eenig gevolg; de adellijke mama had een geschikt echtgenoot voor liaar dochter geko zen en totdal de dochter had be loofd, dat zij die keus zou volgen, moest zij behandeld warden als een weerspannig, ongehoorzaam en eigenzinnig kind, met andere woor den moest den geheelen herfst opge sloten zitten in de oude en deftige Manor Hall, en voortdurend goed be waakt worden. Maar liefde lacht met veilige sloten en berekenende mama's en de ondeugende dochter had het klaargespeeld, om een klein briefje te laten glijden in de dorpsbrievenbus, waarin zij haar wanhopigen minnaar op de hoogte bracht van den waren stand van zaken, en hem smeekte, haar niet te vergeten. Haar \ergeten Alsof er een nacht voorbijging, zonder dat hij aan de sterren zijn nood had geklaagd want werkelijk, Charlie beminde haar met zijn geheele hart, en voelde zich zóó ongelukkig, als zij "maar zou kunnen wenschen. Na de ontvangst van haar brief liet hij geen tijd verloren gaan en daar, in liet dorp Boxley, in de kleine herberg, en om de Hall zelf heen iiad hij gezworven en rondgehangen, dik wijls aangezien voor een struikroover en ééns bijna als strooper doodge schoten. Eindelijk smokkelde de teerhartige kamenier, die zelf ook zooiets had meegemaakt, hem een briefje in han den, van zijn bemind meisje, waarin zij hom meldde, dat papa en mama Woensdagavond van plan waren te gaan dineeren op een landgoed in de buurtdat er een kleïue bibliotheek was aan den oostkant van het huis. en dat daar misschien zekere jonge dame om acht uur voor een venster zou verschijnenen dit verklaarde Charlie's tocht, zijn tocht door de koude en sombere laan. Nooit scheen een weg of een half uur hem zoo lang geduurd te hebben. Eindelijk bereikte hij het hek van het landgoed, ging de poort door, en kwam. steeds onder de boomen voort loopend, bij het huis eu het venster aan. Op dat oogenbük sU>eg de stal- klok acht uur, maar hij moest nog een vol kwartier wachten voordat een bijna onmerkbaar tikje tegen het uuderwetsche vensterluik hem uit de diepte der wanhoop boven de wolken gelukkig maakte. Charlie, ben je daar Met een gelukkigen blos op het gelaat kwam Charlie van tusschen een rozenboschje te voorschijn, dat hem in den vorm van ecrilge schram men een souvenir naliet, en trek zich zelf zóó plotseling tegen het venster kozijn op, dat een bleek en mooi ge laat. dat in de duisternis maar half ziciitbaar was, zich vol schrik terug trok. In orde, Pollie, lieveling. Vrees niets 1 Hier ben ik l ONS PIONIERSWERK IN INDIë. Daarover lioeft de heer H. A. Kooy, majoor van 't Ncd. ludiscbe leger, gisteravond gesproken, op uitnuodi- ging van onze afdeeling van 't Alge meen Nederlandseh Verbond. Eigenlijk gaf de heer Kooy een lichtbeeldeuavond, want bijna den geheelen lijd was onze stadgenoot, do heer Zwartser, bezig met zijn mooio lantaarnplaatje® op 't doek te laten schijnen. Ter inleiding vertelde de spreker cvenvrel iets over Ned. Indie, w.iar hij 21 jaren vertoefd heeft. Toen hij de reis daarheen aan vaardde werd Indie hem geteekend, als ,,'t van God vervloekte land". Ik heb zoo zei hij nu ondervonden, dal deze critiek ongegrond is. Indiö is een mooi land. Men vindt er wel een bevolking, die geheel van de onze af wijkt, maar bij besludcering wordt 'ontdekt, dat ook de inlanders een ei gen zieleleven, een eigen geschiede nis en een eigen literatuur hebben. In 't eerst onbegrijpelijke Oostersche i? veel, dat, bij nader onderzoek, heel mooi, en vooral zoo diep van beteeke- nis is. Iu den laatsten tijd is er, wat Ne- derlaud'e bemoeiing in Indie aan gaat, een belangrijke verandering op te merken. Een gelukkige verbete ring! Thans wordt eerst met energie getracht, op geheel Indië, op al ons werken daar, een echt Nederlandseh stempel te drukken. Vroeger ging 1 anders. Toen stel de'n we ons tevreden met papieren overeenkomsten door de vorsten on derteekend, en als we maar genoeg baten kregen, waren we tevreden. De groote omkeering, de noodigo ho- stuursuitbreiding, is eerst na 1895 begonnen. Spreker nam als voorbeeld ons wer ken op Zuid-Cclebes, in het bijzonder wat Boni betreft en schetste wat daaf vroeger en nu in do laatste jaren heeft plaats gehad. Over 't pacificatie-werk bestaal in Nederland veelal een verkeerden in druk. Verwondering behoeft dit niet te wekken. De pers ontvangt meestal alleen telegrammen uit ïndié over ee- uige botsingen en militaire bemoeiin gen eu dan hoort men zeggen: „al weer zooveel dooden." Maar 't eigen lijke pacificatie-werk, iu de uitge breide rapporten beschreven, wekt geen belangstelling, hoewel dit toch veel meer beteekent Voor den inlander is nog veel te doen. Een hoofdvorst heeft spreker toen hij als civiel-gezaghebber van een deel van Z.-Celebes, met hem een inspectiereis maakte gezegd: de in landers hebben 5 plagen: 1e. de vor sten, 2e. de nakomelingen van de Vorsten, 3e. de slaven van de vorsten, 4e. de dieven, 5e. de wilde varkens. Spreker heeft ondervonden, dat de ze vorst waarheid sprak. Er zijn toe standen die heel ongewenscht zijn. Do inlandsche vorsten en hun zeer tal rijke nakomelingen en slaven leven op kosten van de inlanders, waardoor zeer zware lasten opgelegd worden. Het Ncderln.ndsche gezag is den in lander ook bijna altijd zeer welkom, vooral als dit, zooals nu in den laat sten tiid. zich uit. door den zorg voor regelmatige toestanden, goede recht spraak en waarborgen voor de vei ligheid. Het verzet komt meestal van de vorsten en hun nakomelingen, die den inlanders velerlei vreescltike din gen over de Hollanden?? vertellen, wat soms, ook door te hulp-roeping van do eigenaardige godsdienstige ge bruiken, tot ongeregeldheden aanlei ding geeft Over 't algemeen is de toestand in Indiè goed, maaT met deze geheime machten moet toch rekening gehou den worden. Na deze inleiding werd de groote verzameling lichtbeelden vertoond en vond de spreker nog gelegenheid nog eenige eigenaardigheden over Iïidië te vertellen. De heer Kooy had een talrijk en aandachtig gehoor; de bovenzaleu van de Kroon waren geheel gevuld, onder welke bezoekers zich veel da mes bevonden. O, hoe kun je komen riep Lady Mary op echte vrouwenmanier uit, geheel vergetend, dat zij hem verwacht had. Hier ben ik. Waar ben je riep Charlie gebiedend uit. Is dat je hand Kan ik niet binuenko- Noen. o, neen antwoordde Lady Mary beslist. Dat moet je niet doen l Och, wat is je hand koud! Arme Charlie Pas op. dat je niet valt want hij hield zich met ééne hand vast, terwijl hij met de andere haar kleine berende hand op de ven sterbank vasthield. Wat moet je koud zijn Mijd lieve, beste jongen Maak je maar met bezorgd over mij. lieveling, fluisterde Charlie. ik ben best in orde. Vertel mij al- les van jezelf. Zijn zij weg Voor hoe lang zijn zü heengegaan Weet je zeker, dat ik niet kun binnenkomen Nu, ik mag toch zeker wel op de ven sterbank gaan zitten En zonder op permissie te wachten, voegde hij de daad bij het woord. Ziezoo Nu moet ik je goed zien, lieveling. O, Pollie, wat is het oen tijd geleden sinds ik je het laatst za.~! Wat een ongevoelige wezens wonen hier toch Neen, dat meen ik natuur lijk niet zoo. Maar om jou nu zoo op te sluiten, alsof ik een soort van monster was I AVordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5