BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 28e Jaargang. DE ZATERDAGAVOND HAARLEWS DAGBLAD KOST ft.20 PEff 8 MAANDEN OF I® fiENY PER WEEK. ADMP-fsTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUM ADVERT ENT1ËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Rubriek voor Vrouwen LAATSTE NIEUWS UIT PARUS. Het is een beslist feit, dat hoe hef- tigor de publieke meening zich over eon mode-dwaasheid uitlaat, haar becritlseert eu belachelijk maakt, hoe interessanter dat thema wordt, Mevrouw Mode is nu eenmaal eeh hardnekkige heerscheresse, die haar getrouwste volgelingen meedoo- genloos slavinnen inaaki. Veel werd er geschreven,gesproken en geklaagd over de overdreven nauwe rokken, omdat ze in de eerste plaats te zeoi do aandacht trekken en alzoo meer speciaal geschikt worden geacht, voor haar wier doel dat is en ten tweede omdat zo onze vrijheid van bewegen in hooge mate belemmeren; iet3 wat in strijd is met de begrippen der moderne vrouw. Waanwijze winkeliers en dito naai sters trachtten hun respectieve clien tèle gerust te stellen en waagden zich te kwader ure om in modezaken te profiteoren; ze vertelden n.l. dat die veel besproken nauwe rokken geen stand zouden houden, dat liet slechts een voorbijgaande mode-gril was eh ziel, die mode sloeg niet alleen in, maar men bericht uit de „Ville de lu- miére" nog veel grooter dwaasheid en wel: de rokbrock! Alzoo de dracht der Oostersche vrouwen! Weliswaar wordt hiermede de vrijheid van be wegen niet langer belemmerd, maar de vraag is, of men nu minder op vallend gekleed zal zijn? En hoe dezo nouveauté te onzent ontvangen zal worden? Als de eerste „faiseur" te Parijs zijn reclame dames den boule vard heeft opgezonden, zullen de ver- chillende modetijdschriften ons ^.aar succes voor zeker niet onthou den, doch daarvan in hare kolommen wel gewag maken. In afwachting daarvan wil ik thans de meer be scheiden modellen besproken, die voor de vroegere voorjaarstoiletten gebracht worden, en tevens een vraag beantwoorden, die men mij de laatste maanden bijna voortdurend stelt. De rokken blijven in elk geval hauw en worden geheel passend om het figuur der draagster ingericht. Dat de onderkleeding hierdoor een groote verandering moei. ondergaan, laat zich gemakkelijk begrijpen. Reeds lang beschouwt men den eigenlijken onderrok als een overbo dig kleedingstuk en draagt men al leen den bovenrok uit zijde, moiré of lustre vervaardigd; om niet te spre ken van bet rokje uit zijden tricot, dat tot aan de knieen reikt. Om daar met een strook van geplissecrde zijde te worden afgewerkt Sedert de corsclten de buik eu heu pen geheel omsluiten en de kousen met twee of meerdere paren jarretel les worden opgehouden, heeft men van koude geen last, want liet is ge makkelijk te begrijpen, dat men van het nauwsluitende, laag afkleedende corset meer warmte heeft dan van een stuk of wat los om de heupen hangende rokkeu, die het figuur on- hoodig verbreeden en dus volgens de tegenwoordige begrippen weinig gra cieus kleeden, Ondertailles worden alleen nog gedragen door haar, die een tricot of linon pantalon dragen; veel nieuwer zijn de combinations, waardoor het aantal stuks onderklee deren alweer met één verminderd wordt Deze combinations worden zoowel van katoenen en zijden tricot als van linon, nansouck, of batist "ervaardigd. Bij de nauwe costuumrokken, wel ke zonder uitzondering voetvrij zijn ingericht, zullen in het a.s. voorjaar zoowel half lange- als korte mantels gedragen wordeu. Het komt mij ech ter voor, dat de korte modellen meer speciaal als gekleed zullen gelden. De matrozenkraag met lang aangesne den shawl-einden duikt weer op; maai' ook ronde zijden kraagjes met lange, smalle revers, kan ik als nou veauté aanbevelen. Over het algemeen zijn de mantels laag open en wordt de eerste knoop pas onder de taille aangebracht. De mantels sluiten evenals gepasseer- den winter ver over elkaar, zoodat de sluiting tegen den tailleur-naad aankomt, welke zooals men weet van uit den schoudernaad komt. Als ver siering wordt veel breed zijden tres en biais van zijden, satijn en laken aangebracht. Ook soutache en knoo- pen met dito lusjes, treft men nog ta melijk veel aan. Ten slotte ben ik mijne lezeressen nog het antwoord schuldig op de hier boven bedoelde vraag. En die vraag luidt: „Hos wijd. of liever hoe nauw. moeten de moderne rokken eigenlijk zijn?" Het is eenvoudig onmogelijk hier op een afdoend antwoord te geven; daar de wijdte van den rok geheel af hankelijk is van het figuur der draag ster en geëvenredigd moet worden aan den omvang harer heupen. Zeer zeker spreken de modeplaten van een onderwijdte van M. 1.50 k M. 2. doch dat is bedoeld voor zéér jonge, slan ke dames, wier onvolkomen vormen absoluut geen aanstoot geven. De meer ontwikkelde jonge vrouw, zal echter verstandig doen in den achter baan eeh diepe plooi te laten aan snijden, die slechts gedeeltelijk wordt mgestikt, doch zeer sterk geperst moot worden. Zoowel bij het loopen als bij het zitten heeft zij nu voldoen de ruimte, terwijl de rok toch den in druk maakt van eenen, die geheel naar de mode is ingericht. Men zorge er echter voor, dat de aldus verkre gen wijdte niet naar voren komt, want aan voor eu zijbaneu mag men er niets van kunnen bespeuren. MARIE VAN AMSTEL. Het Rijke Natuurleven AZALEA'S. Langzaam wordt de natuur omhan gen met het schitterend kleurige voor jaarskleed. Over enkele maanden zijn de weiden herschapen in bonte tui nen, rijk aan frisch groen en stra lende bloemenweelde. Als het zoover is, kunnen wij voor een tijd de gekweekte plantenpracht missen, dan hebben wij geen behoefte aan die weelderige kinderen der Ter gevorderde kweekkunst, dan hebben wij buiten overdaad. Nu zijn de bloemenwinkels nog oases in de dorre woestijnen van ons somber klimaat en opvallend als zij zijn tusschen de minder kleurige uit stallingen, trekken zij onbewust onze aandacht. Rijk bloeiende serihgentakken en met roosjes bezaaide prunusstamme tjes tronen daar in hun welriekende omgeving met aan den voet, als knie lend voor hun pralende majesteit, de kunstig gekweekte viooltjes eu de misvormde gevulde sneeuwklokjes. Als machtige heerschers, kracht en schoonheid i'uzich vereenigend, vor men dan de Azalea's het bloemrijke middelpunt dezer kleurige wereld, be- niiud door allen, die iruii kamer graag met bloemen opvroolijken. De stamouders vertoonden niet dien rijkdom en die weelde, welke hun gekweekte nakomelingen nu ten toon spreiden. Zij zagen er in hun liiapakje niet zoo deftig uit maar, na dat zij uit Japan en Ciiina naar Eu ropa waren overgebracht, begon hun glorietijdperk uan te breken. Geluk kig hebben zij hun oorspronkelijk ka rakter niet geheel en al verloren wat niet van alle planten kun worden ge zegd. Wat voor Bierlijks is er b.v. aan zoo'n met aluin doortrokken kort- stammige hortensia, met haar over dadig dikken bloemtros? Als mis vormde kindertjes, groot van hoofd, maar dun van beentjes, staren zij u aan met hun honderde blauwe oog jes, kunstmatig gekleurd als de met Atropine behandelde oogeu der Itali- aansche beauté's. Onze Azalea's zijn er beter afgeko men vooral die planten, welke nog wat groen tusschen de bloemen laten zien. Al is soms de hoeveelheid bloem kelkjes wat overdadig, een rijkdom die niet altijd weldaden verspreidt, wanstaltig zijn zij toch niet en hun kleur, hoewel door kweekkunst ont staan, is geen resultaat van een che misch proces buiten het leven der plant om. Is intusschen het aantal bloemen evenredig aan de grootte der plant en heeft de kweeker gezorgd voor een sierlijk model, dan is de Azalea eon veelzijdig juweel voor onze kamers, een plant, die door haar kwistigen overvloed en aangename kleurscliit- tering vroolijkheid brengt en warmte in een tijd dat de zonnestralen slechts schaars haar bezielende kracht doen gevoelen De poëtische stralen die de Azalea's uitzenden zijn nu genoegzaam opge vangen. Ieder, die aan de kamerplanten een 2-voudig doel toekent, voelt de eigenaardige bekoring, die vooral fn den winter van hen uitgaat, op de hem eigene wijze. Waar wij er echter ook nog in zien levende wezens, die onze zorg behoe ven. daar moeten wij naar gelijkheid streven, daar ondervinden zij van ie der liefst dezelfd ebehandeling. En de Azalea's stellen vrij hooge eischen. Uit de vochtig-zoele kastem- stukken herhaalde uit den brief, die haar zóó geërgerd had, dat zij na ont vangst hals overkop op reis gegaan de groote stad. Als Lisette, wiociieu. uii ue vutiiiiK-ioeie nasteui-1 - ii. -. haar factotum, niet het noodigste 1 peratuur der bloemisterijen, waar ei, mandje gepakl| ml. als troetelkinderen zijn behandeld, worden zij overgebracht naar onze ongelijkmatig verwarmde kamers en gaan wij dan niet dadelijk oordeel kundig te werk, dan breekt de lange lijdensperiode aan, eindigende met verdroogde bruine blaadjes en droge kraaktakjes. In den regel koopen wij eeD plant, die reeds enkele bloemen heeft ont plooid, maar in hoofdzaak nog met knoppen is bezaaid. In de eerste plaats moet nu gaslicht worden vermeden. Als lichtgas ver brandt, ontwikkelen zich andere gas sen, die sterk hygroscopisch of wa- teraantrekkend zijn en worden bla deren en bloemen daaraan blootge steld, dan wordt er een te groote hoe veelheid vloeistof aan onttrokken. In den volksmond noemt men dit droge warmte. Anders is dit met petroleumlicht, waarvoor ook de kweekers niet de minste vrees koesteren. Hierin mogen wij onze planten met een gerust hart plaatsen. Een tweede vijand is de kachel. Ook de kachehvarrnte heeft denzelf den nadeeligen invloed als het licht gas, ten minste de hooge temperatu ren. Liet men steeds water verdam pen, dan waren deze bezwaren groo- tendeels verdwenen, maar daartoe komt men toch maar zelden. De groote hitte heeft in den bloei tijd nog andere slechte gevolgen. De planten, gewend aan matige warmte, beginnen plotseling hun knoppen tc openen. De bloei is spon- mis- schien in haar morgenmutsje naar den trein zijn gegaan. Nog nooit had ze zich zóó boos ge maakt maar nog nooit ook was haar dochter zóó geweest, als in dien brief. „Lieve moeder", schreef zij, „wees niet boos, maar Hilde wil niet trou wen met den jongen Reisemann. Zij zegt, dat ze hem niet kan uitstaan. Zij wil graag studeeren en doctores worden ze meent, dat ze dan geluk kiger zal zijn dan als vrouw van een man, dien ze niet liefheeft." „Max zal wel met Paschen de school verlaten het studeeren valt hem moeiliik. Ik heb hem als leerling geplaatst bij een flinken smid, Max wil graag in het machincvak. U zult vvaarschiinlijk 't niet met die plannen eens zijn maar '1 is toch goed, dat de kinderen een beroep kiezen, waar van zo houden en waarin ze iets nut tigs kunnen worden. Zeker zou ik blij zijn. als Hilda eeu goeden man kreeg maar ten eerste is bij toch rij kelijk jong, en als zij Reisemann niet mag lijden, mogen wij niet aandrin gen...." Bij dezen zin gekomen, lachte me vrouw Rossheim hoonend. Haar had men destijds niet gevraagd, of zij de derde vrouw van den ouden, zonder lingen Rossheim wilde worden of zij toen gehuild had, wist zij niet meer 't kon wel zijn; jonge meisjes zijn dikwijls mal maar 't was al zoo lang geleden. In elk geval was zij ge hoorzaam geweest aan haar ouders, en liaar dochter II1 Iel egard eveneens. Haar schoonzoon, de kantonrech ter Berg, was niet bijzonder verstan dig en niet bijzonder beminnelijk ge weest maar hij had Hildegard ge vraagd en zij mocht natuurlijk niet weigeren want in de kleine stnd wa de huwelijkskansen gering. fen en de deur voorzichtig geopend een blief. Verveling en nieuwsgierig- werd. heid drongen haar tot lezen. Hier wordt niet gegeven zei ,,'t Is liier inooi, lieve Hiide. maar huilerige stem en een hand wilde ik moet hard werken, wijl er veel taan, het is waar, maar wie te hard men moest nemen wat zich presen- loopt struikelt licht on zoo is het ook te«de- llndegard en Berg hadden v i i hoel behoorlijk met elkaar gt-leeld met OU» bloemen. g» p m oi, |,u- Wel is m enkele dagen de plant op raeur woestmaar liij was de man haar gloriepunt gekomen, maar even eu een guede echtgeuoote moest zich snel als zij dit bereikte, even spoedig leeren schikken. Onaangenaam was is ook het verval en weldra hangt 't bet, dat hij zoo vroeg stierf en zijn eerst roo schitterend bloemenkit**! vrouw eu kinderen in bekrompen om- siap en «erweikt tusschen de kleinejl blaadjes. i bijspringen, en zij beval, dat het ge- zin voorloopig bleef in de groote Een derde factor is de begieting. stad_ Waar Berg het laatst een ba- Zoolang de .bloeitijd duurt, moeten trekking had gehad, bladeren en bloemen zooveel mogelijk De oade vrouw hield niet erg van stoft rij worden gehouden, maar in kinderen en treurige gezichten om goen govni mag de piant over het g'roen worden begoten. \vjizing_ waarvoor de kleine sonime- De aarde m'oet intusschen goed tjes besteed moesten worden, vochtig blijven en daarom is iederen Toen haar kleindochter den vori- dag een scheutje water op kamertem- gen zomer een poosje bij haar te lo- peratuur wat het drinken is voor'S^ren was, had zij haai' verloving afgesproken met mevrouw Reise- u I mann, die al lang een goede vrouw Is door nalatigheid de aarde te Voor haar Louis, die een mooie drong geweest, zoodat de plant blade- fabriek had. Als hij Hilde trouwde, ren en bloemen slap laat hangen, dan mocht ze blij zijn. De oude dames moet de pot geheel in lauw water ge- brachten dus het zaakje in orde, en zet worden, tot de aarde goed, is door-! do mooie Louis zei geen neen want het vrijgezellenleven begon hem te vervelen. Hilde was werkelijk een Maai nu de poging, om het volgend jje^ verstandig meisje, dat als ine- jaar met eigen kracht weer bloemen vrouw Reisemann een goed figuur te hebben. j zou maken. Zoo was dan Hilde be- Na den bloei worden de knopjes zorgd en ^x moest in de rechten met vruchtbeginsel en stengeltje alle studeeren. «lit-vpknenen De carrière was wel langzaam, uitk nepen. maar je kon het tot alles brengen Komt het voorjaar met warmte en j een oom vau meVrouw was zelts mi- zonneschijn, dan moeten de Azalea's j uister goworden. naar buiten. En nu ging die Max bij een smid in De bewoners van een bovenhuis metde leer Grootmoeder verbaasde zich ccn balkon op het Noorden moeten dat kij geen toroerte gekr^en had. de deur weer sluiten maar de oude dame zette den voet er tusschen. Waar is mevrouw Berg vroeg zij toornig, den corridor binnendrin gend tot schrik van een kleine vrouw met een doek om haar gezicht. Wie ben je Wou je soms ste len Ach, hier bij mevrouw is niets te halen en ik ben ook een arme we duwe ik kom hier enkel om op te passen Mevrouw Rossheim maakt© een haastige beweging. Wees niet zoo malsprak zij streng. Ik ben een goede kennis van mevrouw Berg en wou haar ©en be zoek brengen. Waar is zij De vrouw nam, daar 't op de gang al donker was, een brandend petro leumlampje in do hand en monster de de visite. Die goedgekleede dame met haar ernstig gezicht leek geen in- breekster. Aarzelend stiet zij een ka merdeur open. Gaat u dan maar even zitten Maar mevrouw Berg zal niet zoo gauw thuis komen. Zij is met een fa milie naar buiten. De goede ziel mag wel eens wat hebben zij zit altijd in 't naaiwerk, en dan nog die com mensaal, die bediend moet worden, 't Is anders een nette heer. Ik maak J ik jou straks zijn avondeten klaar, en dan past hij verder op de bel en kan ik naar huis toe. Ik verlang er naar, want ik heb zoo'n miserabele kiespi-n; 'k zal blij zijn, als ik in mijn bed lig. Maar 'n mensch verdient er wel graag 'n centje bij. Mijn dochter is ook weduwe en zit met kleine kinde ren gelukkig dat ik wat mee ver dienen kan.... maar die akelige pijn vandaag Zii hield op met spreken en steunde. Mevrouw Rossheim hield er niet van. dat andere mensehen haar lastig vielen met hun kwalen en ellende en dan zoo'n gewon© vrouw Zij was erg uit haar humeur. Nu was zi: ex pres in de stad gekomen om haar dochter en kinderen eens goed te zéggen. waar 't op stond, en nu zat ze hier in een leeg© kamer. Wat vertelde die werkvrouw allo mo.nl Naaide haar dochter voor geld? En dan een commensaal Betaalde, zij .mevrouw Rossheim, niet een de©l van de huishuur en dan nog radeaux er hii Twintig mark voor eiken ver jaardag, met vier zijdjes vol verma ningen om v oorzichtig met de groot© sorn om te gaan... Toen zij haar mantel had uitgetrok ken, zag zij ©en bedekt borduurraam staan Half in gedachten nam zij den doek er af. Lieve hemel, wat 'n oogen- plager 1 Op groen laken waren sneeuwwitte vogels in rose bloemen mijn kennis ontbreekt. Dat gaat zoo met ons, arme vrouwen, die meestul slechts wat stukken en bi'ok- ken leeren. Maar de gedachte, dat ik eenmaal misschien menscheu kan hel pen, geeft mij kracht. Grootmoeder schrijft mij altijd aanmoedigende brieven. Zij betaalt mijn heele studie, ofschoon zij zelf uiet rijk is. en haj© brieven zijn mij een troost.... Ik denk daar aan jou grootmoeder. Je zegt. dat zij t heel goed kan doen, maar zich in 't geheel niet er om bekom mert of jelui 't moeilijk hebt. En zij wil j© met een kleinsteedschen Don iuan laten trouwen, om je onder dak. to brengen? ililde, ik kan dit alles niet best gelooven. Hoe zou je groot moeder weten, dat jelui t zoo krap hebt, als je zelf niet den mond oi>en doet Zoo'n oude dame kan uit zich zelf niet op de gedachte komen, wat het.leven tegenwoordig eischtdat een klein pensioen en een kleine on dersteuning niet veel geven, als de kinderen ouder worden en moeten leeren. Grootmoedertjes zijn toch altijd zoo goed, veel milder dan de moeders, die nog zelf midden in het leven staan en 't dikwijls hard hebben. Als ging ik toch eens naar dat potsierlijke kleine stadje, om je grootmoeder tot andere gedachten to brongen. Zii zal je wel begrijpen. daarv"nn ben ik overtuigd. Want zij zal tcch geen uitzondering zijn op de lief.iebber de gro o tmoeders" Er werd gebeld maar mevrouw Rossheim lette daaT uiet op. Zij las den brief al voor den derden keer en rees eerst op, toen de bel heel schril trilde Dan snelde zij naar de deur en werd in 't denker door een frissche stem aangesproken. Zeg, grootmoeder, kan je niet meer liooren Docli nu merkte de jongeman, dat hij een audere voor had, en groette beleefd Pardon, mevrouw, ;.k dacht dat 't de oude Riké was die noem ik grootmoeder, omdat zij altijd over haar kleinkinderen praat.... Het oudje kwam juist de trappen opgestrompeld. Ik ben er eventjes uit geweest, meneer Schoiz. Mevrouw Berg is naa rbuiteu, naar de hei; ze mag wel eens wat hebben ze is maar slapjes en dun altijd die zorgen. Haar moeder laat niet veel los, en mevrouw is te giootsch om te vragen... De oude was met den jongen com mensaal in de keuken verdwenen mevrouw Rossheim mist© dus 't slot van de rede. Grootmoeder nam weer het stuk geborduurd, 't Handwerk was nietbrief in de hand. Daar ging de keu- leelijk mevrouw Reisemann had on- j kendeur weer open, en zij hoorde, dat lancs ook zoo iets uit do stad laten j de jongeheer informeerde naar do komen voor een ruggekussen Vijftig visite. Betaalde zij daarvoor haar dochter do huur en stuurde bo om te beginnen dus alle illusie's maar 6gn deel lateh varen. Hun plant zal blijven le- j vendieil DOg cadeautjes Gaf ven, maar niet meer bloeien. niets om haar wil Neen, zóó waren Hun collega's met het balcon op do zc met getrouwd Die onnatuurlijk© zonzijde moeten dan den pot in een flinken bak zetten, gevuld met goeden waterhoudenden grond of turfmolm, de bezitters van tuinen zetten hun planten natuurlijk in den vollen grond. Is verpotten noodig, dan neemt men het best een mengsel van bosch- grond en zand en zorge voor een paar flinke potscherven. Nu mo©t do rust eerst het hare doen, om de plant weer .wat tot kalm te to laten komen. De waterhoeveel- heid moet daarom ook minder wor den. Na een maand kan dan weer met flink gieten worden begonnen, om de veertien dagen zorgt een scheutje vloeibare koemest voor her-1 De groote stad boezemde haar altijd stel van de verloren krachten. Veel afkeer in ais zij Hildegaid en de kleinkinderen wilde zien, konden die dochter met haar onopgevoede ben gels dacht er zeker niet aan, ho© snel de spoortrein gaat. Hildegard was altijd een gehoorza me dochter geweestals mama plot seling voor haar stond, zou ze wel weer weten, wie hier te bevelen had! Geen cent kregen ze meer, als ze niet deden, wat mevrouw Rossheim wilde 1 Met deze gedachte stapte de groot moeder uit het huurrijtuig, dat zij aan het station had genomen, om zoo spoedig mogelijk bij de „misda digers" te komen zoo noemde zij allo drie. En daar stond zij voor het smalle huis in ©en nog smaller straat, be taalde den koetsier en beklom do tranoen. i nooit eerder hier geweest. mark kostte het. had zij verteld u haar eigen dochter Hildegard Achter haar werd gekucht De vrouw was nog wat verlegen met het creemde bezoek en sloeg haar aan dachtig gade. Is dat geen mooi werk vroeg zij schuchter. Mevrouw kan 't -mo fijn, en ze krijgt er ook vrij goed voor be taald, maar 't is niet gemakkelijk, den heelen dag tc werken als je de huishouding er nog bij hebt. Juffrouw Hikte is heel goed en ge- illig. maar die moet veel leeren, en Rik© kon niet zacht spreken en de deur bleef open, zoodat het antwoord tamelijk goed verstaanbaar was. Ik weet *-t niet, zij zegt, dat ze een goede kennis is maar ze lijkt mij wat nijdig, ik ben bang, dat me vrouw ha.ar geld schuldig is, dat zij nu wil halen. anders zou ze toch wel heengaan. Dan begonnen de twee heel zacht t© fluisteren"7© leken in de war te zit ten met de vreemde gast en niet te weten wat ze doen moesten... Tot meneer Schoiz weer luid sprak en ©rtelde. dat zijn grootmoeder hem de.jongchcr ook. Over paar jaur hïd gStiurd, en dal MJ ze wel door erssle hee" W In een mooi lijstje ron talen rotten' zullen ze wel door 't ergste heen zijn, en dan behoeft mevrouw Berg niet meer zoo te tobben. Ik zeg altijd als haar eigen moeder dat eens wist. Want mevrouw heeft nog een moeder: die moet er warmpjes in zitten, en z© is nog goed bij haar verstand. Maar die stoort zich aan niets. Ik weet 't van den jonjreheer, die soms wat dol 13 en dan vnn allerhande roet. Och. gi;d ondprhondeo M?ar „cl zoudra hii geld had. En de grootmoedes hier in de ka mer sloeg onwillekeurig de oogen op naar een koud olieverfportret, dat haar voorstelde in haar jongo jaren eu dat hier de eereplaats boven do sofa innam. Er was een mooie gouden lijst om en men kon merken, dat het als ik eens geld had, wat zou ik voor mijn kleinkinderen zorgen, ue kleine meid heeft Engelsche ziekte en de jongen Hoor eens, goede vrouw, jou kin deren gaan mij niets aan. Laat mij alleen. Je behooft mij geen gezelschap te houden. De andere mompelde een veront schuldiging. 't is waar ook Ik moet noj ooit de oogen van haar, die liet stofte, met liefde rustten op die koele trekken, of op het mooie zijden kleed, dat zoo kunstig geschilderd was? Mevrouw Rossheim was nieuwsgie rig. Hóe kwam zij op die gedachte? Zij peinsde eenige oogenblikken; dan nam zij plotseling haar rcismandjo in de hand en sloop de woning uit, stil als ©en dief. De oude Rike en de nitnensaal babbelden rustig iu boter halen voor den meneer Hij zal keuken zij scheen de kiespijn verge- dadelijk wel komen, en dan kan hem niet opendoen. Ik zal wel ev en op de bel letten, riep mevrouw Rossheim, wie 't wel aangenaam was, een poosje alleen te zijn. zon is nu hoofdvereischte. Halen wij dan, als de herfst nadert, onze plan ten weer in eeü koel vertrek, dan zal een flinke bloei onze moeite loonen. H. PEUSENS. Grootmoeder. Naar het Duitsch van CHARLOTTE N1ESE. Mevrouw Rossheim was zoo opge wonden, dat zij gedurende de geheele reis met zich-zelf snrak of halfluid naar haar toekomen. Trouwens, met uimoodigingen was zij nooit vrijge vig geweest. Logé's gaven maar druk te. en lLafflr dochter had 't immers goed. Vier trappen hoog woonden ze; en mevrouw Rossheim was buiten adem t.oen zij heftig trok aan de bel onder een bescheiden bordje met den naam „Berg". Waarom zoo eenvou dig? Als men „Frau Amtsrichter" heette, kon men dat wel boven de bol zetten. Juist wilde zij voor de tweede maal bellen, toen er iemand kwam aanslof- De andere keek haar nog even ach terdochtig aan, doch besloot, 't er maar op te wagen 't mensch zag er fats- cniijk uit. Alleen gebleven, haalde mevrouw Rossheim diep adem. W at was die derd ze had met eens gekeven, vrouw onaangenaam. Hoe lastig, dal dal ze een half uur voor l.*»r eigen haar dochter geen dienstmeisje hield, huisdeur had moeten staan, eer do' Onderzoekend keek zij nog eens de slapende meid 't bellen had gehoord. ten en hij dronk zijn thee en at een boterham er bij. Nu zat de oude dame weer in haan eigen gezellige kamer. De zon scheen vroolijk op haar mooie meubeltjes In de keuken zat Lisette zich nog to verhazen over de plotselinge geheim zinnige reis, waarvan mevrouw mid den in den nacht teruggekeerd was. En 't mensch leek heelemaal veran- kamer rond en greep nam een boek, dat boven op een hoop cahiers lag. „Handboek der Anatomie", las zij, en haastig legde zij het neer. Hoe kwam zulk een onfatsoenlijk boekin de woonkamer harer dochter Bij 1 de beweging viel uit het boek een 1 blaadje. Bijna angstig vatte de oude dame het aan maar er stond niets ergs in 't scheen het fragment van Wat of dat alles had te beduiden Mevrouw Rossheim echter ging aan haar schrijftafel en zette de woorden op het papier, dié ze allang in haar hoofd had „Lieve Hildegard Ik heb je mede dcclingen ontvangen, en als jij j© kunt vereenigen met de wensche» van je kinderen, heb ik natuurli.4 daartegen niets in te brengen. Ik b©

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 13