NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 28e Jaargang. No. 8488 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. woensdag 22 februari i9ii b ARLENTS DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERT ENTIËN? per drie maanden: Vao 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Biriten het Arrondissement Voor Haarlem i, J l M -W.Haarlem van 1—5 regels/l.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In dén omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Biï Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) u 1.30 A j Advertentifin van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. GeïHustreira Zondagsblad, 'vo'or Haarlem' 037K Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave der Vennootschap Loureus Costfer. Directeur J. C. PEEREBOOM. ofe Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de piaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. '1'WE EDE BLAD. OM ONS MEEN No. 1312. D 8 P 9 8 t. In China woedt, we weten het uit tal van berichten, de pest. Hoeveel menschen er wel aan sterven, komen .we waarschijnlijk nooit precies te we ten. stellig wel veel meer. dan opge geven wordt. Als muizen vallen de menschen. liet schijnt onmogelijk, de zi- kte door voorzorgsmaatregelen te ontgaan, ze wordt niet, zooals de cho lera, gegeten of gedronken, maar In geademd. Daardoor hebben de men schen, verplegers en doctoren niet eens een gelijke sterftekans, maar de ze laatsten nog het meest en herhaal delijk komen er dan ook berichten over medici, die bezweken zijn. De grimmige pest is oud. Ze is oor spronkelijk oen ziekte van kleine knaagdieren, dio loven in de steppen, grenzende aan 't Baikalgebergte, in eenige bergachtige provinciën van China en Midden-Afrika dezen keer heeft ze zich in China verspreid, roeit menschen uit. maar spaart de dieren. Haar eerste wereldtocht da teert van 't jaar 542, toen zij, uitgaan de van het Oosten, een halve eeuw lang Europa ontvolkte. Naderhand is zo meermalen opnieuw op bezoek ge weest, vooral in de veertiende eeuw en hoe groot de schrik was, blijkt wel Wit den suggestieven naam, dien men er aan guf de zwarte dood. Nog heden ten dago hebben woor- itk-n en uitdrukkingen, die er mee in verband slaan, de beteekenis van iets bijzonder omuiugenaams. „Krijg de pest" is een van de heftigste vervven- schingen, die onbeechaafden kennen, het woord pestkop getuigt van bij zondere minachting. Van de twco vormen is de builen pest, hoe gevaarlijk o> k, nog niet de ergote Jat is de longenpest, die op dit oogenhlik in China woedt. Deze builen 2ijn de sterk opgezwollen en zeer pijuliike iyiuplieklieren zoodra doze opengaan, kan de zieke nog tot genezing komen. Wanneer evenwel de longen worden aangedaan, ontstaat een longontsteking, die bijna altijd een doodelijk verloop heeft. In beide .vormen loopt het geheele proces in en kele dagen, gunstig of ongunstig af. Toen in 1891 de ziekte heftig in China optrad, was het land lang ver schoond geblev en de pest woedt ul- tijd bij vlagen, waarvan de ooizaak uiet steeds na te gaan is. Maar diè epidemie was dan ook heftig, stak over naar Eugelseh Indie, waai- ze in 18% en 1S97 woedde en op dit oogen hlik nog niet verdwenen is. Vandaar is ze overgebracht naar Egypte en kreeg daar groeten omvang in Van Kunst au Kunstenaars. X. C. F. L. DE WILD. Nu, bij besluit van den Raad dezer Gemeente, definitief besloten werd, niet de restauratie der Frans Hals- schüderijen een aanvang te doen maken, en oen opdracht in dien zin, aan den Haagschen restaurateur ge geven zal worden, interesseert het al licht onze lezers, iets meer over den kunstenaar te vernemen, in wiens handen het lot van zoo onschatbare kunstwerken tijdelijk gelegd wordt. Ik zou, voor zoover dit De WUd's urtistencarrièro raakt, kunnen ver wijzen naar de zeer uitvoerige karak terschets, in 's luieren Frans Net- sclier's Hollandsche Revue van 25 De cember 1904 verschenen, en volstaan met, deels aan do hand dier schets, eouige feiten uit De Wild s loopbaan In herinnering te brengen. ZijA debuut valt in de tachtiger Ja ren en in den bekenden Haagschen kunsthandel Goupil op de Plaats. Jongste bediende, duvelstoejager, handje-pak-an of hoe ge een dergelij ke positie, die nog steeds in soortgelij ke zaken te vervullen is, noemen wilt. Positie, waaruit zich van alles ont wikkelen kan, en van waaruit zich vele figuren uit de hedendaagsche kunstwereld ontwikkeld hebben. De Alexandrië, zoodat natuurlijk ook in Europeesche havens de besmetting is overgebracht. Toch heeft de ziekte al leen in Oporto en Glasgow zekere uit breiding gekregen, maar ook daar kwam het niet tot een epidemie. Zoo snel als de cholera verspreidt de ziekte zich niet, daardoor is ze ge makkelijker te bestrijden, voor zoo ver bestrijding mogelijk is. Op de hui dige epidemie in Cliiua hebben de Europeesche doctoren nog geen vat gekregen wel vonden in 1894 Yersin en Kitasatow den pestbacil, maar het serum van den eerstgenoemde schijnt hier niet te baten. Hoewel er op dit oogenblik geen en kele reden bestuat, om voor een over komst van de pest naar Europa te vreezen, kijkt menigeen met zekere bezorgdheid de couranten in en vraagt zich af, waarom nu niet zou kunnen gebeuren, wat toch ook in vroeger eeuwen wel voorgekomen is. Misschien vindt dio vraag haar ant woord juist in datgene, wat vroeger voorviel. Ernest Laut in het Petit Jour nal beschrijft, hoe in 1347 Europa geteisterd werd door een pest-epide- inie, die in Sicilië begon, drie jaar la ter in Rusland eindigde en in dien tijd een vierde van do bevolking der aangetaste streken wegrukte. Drie eeuwen later. In 16G5, kwamen hon derdduizend menschen alleen in Lon den daardoor om, tal van anderen vluchtten in de bosschen en zwierven daar maanden rond, zoodat de groote stad zoogoed als verlaten was. Kleinere epidemion kwamen voor in Venetië in 1576 (de beroemde schilder Tiliaan was een van de slachtoffers) en in Marseille in 1720. De gruwelen van de ziekte zelf wer den nog vorergord door de misdaden van de beangste menigte. Zooals nu in Mantsjoerije en China de Japan ners beschuldigd worden, de plaag verspreid te hebben door vergiftiging van de bronnen, zoo zochten ook vroe ger de menschen in hun schrik naar oen zondebok. Allerlei zonderlinge be schuldigingen werden uitgebracht te gen volkomen onschuldige menschen. Toon in 1630 Milaan door de pest werd geteisterd, geloofden de menschen vast en. zeker, dat de besmetting ver spreid werd door mannen, die een vergiftigde stof op de muren smeer den. Ieder liep weg van een stuk muur, dat er maar een beetje vuil uitzag wie een muur aanraakte, werd, onder groot geschreeuw, in de gevangenis geÉleopt of zelfs wel op de plek doodgeslagen. Het eerste over kwam aan drie Fransche reizigers, die alleen maar het marmer van den Dom hadden aangeraakt, het laatste aan een tachtig jarigen stakker, die meteen slip van zijn mantel een bank had schoongemaakt, vóór hij daarop Wild was van het type dat zich daar boven uit werken kon. Bezat in ruime mate de vercischten: handigheid, ijver en intelligentie. Zooals bij ve len dier jongelui, door den stagen omgang met schilderijen en schilders, een vertrouwdheid met de materie ontstond, zou het ook bij De Wild wakker worden, de begeerte zelf iets te maken, te probeeren, te pres- teeren enfin. Jacob Maris, in wiens atelier de jongelui van Goupil door de drukke relaties, voortdurend te maken hadden, amuseerde zich er mee, gaf raad, wonken, opdrachtjes some. Studies moesten op paneel ge plakt, oude schilderijtjes schoonge maakt, kleine beschadigingen bijge- tikt worden. En daar was De Wild met zijn aangeboren handigheid spoe dig 'n heele baas in. Als hij "niet voor eigen pleizier teekendc of schilderde lagen er van die kleine opdrachtjes bij de vleet op hem te wachten. Maar dat alles zou liein tot zijn reputatie, die hij thans, 20 Jaar later, bezit, niet gebracht hebben In de meeste geluk te carrières komt op een bepaald mo ment een bewust of toevallig ingrij pen. De motor in De Wild's levensorga- nisatie schijnt Dr. Hofstede de Groot geweest te zijn. llet is niet ojomoge- lljk dat deze man, aan streng-weten- schappelijk gediscipllnaeerden arbeid gewend, ingezien heeft, dat op een ander terrein dan het zijhe, aan een ging zitten. En een arme drommel werd om een soortgelijke onschuldige handeling zoolang gemarteld, dat hij rnaar bekende, zeggende, dat hij lie ver dadelük gehangen, dan nog lan ger zóo gepijnigd worden wou. Zoo werden de autoriteiten soms medeplichtig aan de dwalingen van den grooten hoop. Evenwel niet altijd; toen in 1501 de pest woedde to Amiens was door het gemeentebestuur voor geschreven, dat boven de deur in hui zen, waar de ziekte heerschte, een bosje hooi of stroo moest worden vastgespijkerd menschen, die in de ze huizen waren geweest, moesten bij het over straat gaan als waarschu wend teeken een wit stokje in de hand houden en de mannen, die de lijken begroeven, waren verplicht een wit kruis te dragen op hun jas, alles op dat men hen zou kunnen herkennen en ontwijken. Dertien jaar later voegde, toen een nieuwe epidemie de stad kwam kwel len, de magistraat er aan toe, dat er geen varkens in de stad mochten ge houden worden en nog weer zeven jaar daarna, bij een derde bezoek van de ziekte, werd ook de handel van uitdragers in bedden, kleeren of lin nengoed verboden. Zelfs werden zwakke pogingen ge waagd om de lucht te zuiveren en dat met mengsels, waar we nu om glim lachen zwavel, hars, buskruit, aluin, arsenicum en ruwe antimonium. Vooral het buskruit maakt in dit re cept een vreemde vertooning. Onze voorouders geloofden vast in de luchtzuiverende hoedanigheden, die buskruit bezat. Maar waar ze minder acht op sloegen, dat was de toestand van hun steden. Onniugd door liooge muren, die in vervuilde grachten stonden, waren die sleden bergplaat sen vun allerlei vuil. Geen reinigings dienst, geen riolen, de inesthoopen overal verspreid, kerkhoven midden in de stad. In de smalle en bochtige straten, stegen en sloppen, kon geen zon dringen door de hooge huizen. Een frissche bries kon zich er even min een weg in banen. Toch begrepen onze voorvaderen wel, dat hun steden ongezond waren, maar doortasten durfden ze niet en hun muren missen konden ze trou wens nietdus zochten ze lapmidde len. Hippocrates had, zoo leerde de geschiedenis, de pest te Athene doen eindigen door groote vuren te doen aanleggen op de kruispunten welnu, Hippocrates werd nagevolgd. En uieeuende, dat sterke knallen de lucht ververschen, stak men buskruit aan. Dat was de reden, waarom het kruit in de gunst stond. Natuurlijk weid er ook toen op de dokters gescholden, die het evenwel met helpen konden, daar ze op de hoogte stonden van hun tijd. De evenzeer wetenschappelijke opvatting de behoefte bestond en dat hij in De Wild den man gezien heeft, die, goed opgeleid, in die richting zou kunnen arbeiden. Hoe het zij, het is door toe doen en bemoeiing van Dr. de Groot geweest, dal De Wild niet finoncieo len steun van anderen, zijn vak is kunnen gaan bosludeeren, ter plaatse waar een meer wetenschappelijke be oefening er van werd aangetroffen. In ue eerste pluats was dit voor hem de Resluurieranstalt der Keizer lijke musea te Weeneu daarna gedu rende eenige ma&ndeu de ateliers van Hauser te Berlijn. Vandaar terug gekeerd kon hij zich vestigen. Hij doet dit te s-Gravenhage en verbindt zich niet den ouden, als zeer bekwaam bekend staanden schilderij-hersteller Van den Berg. die kort daarop zijn schoonvader wordt. Het geluk dient ontegenzeggelijk den jongen De Wild. Immers juist in die combinatie van liet door Van den Berg overgeleverde ti ad toneel het-vak-verstaan en de door hem zelf opgedane ervaringen en niet het minst door de conscien- tieuse chemische studiën door hem met liefde ondernomen (welke studie voor een leek, voor een niet-cheniiker. vrij belangrijke diepte aannam), dit alles zou. zóó samenloopend, hem helpen in de verovering der positie, welke hij thans inneemt. Immers, aan bekwame schilderij herstellers heeft het in ons schilders- rijke vaderland nooit ontbroken Ik noemde reeds Van den Berg, ma# de beide Hopman's niet onvermeld laten, terwijl deze namen gemakkelijk met een paar andere, van op dezen de# kwakzalvers maakten goede zaken. Daar de officieele geneeskunde de zieken niet redden kon, werden de zonderlingste mengsels en pommades gebruikt. De geneesheeren bezochten hun pestpatiènten in een wonderlijk costuuin, deels van leer, deels van dierenhuid en droegen een masker op het gezicht met een grooten neus er op, waarin parfumerieën waren ge borgen, als middel tegen onaangena me en gevaarlijke geuren. Ook bet tabaksrooken moet in die dagen als voorbehoedmiddel hebben gediend. Al zijn de doctoren bij het genezen van pestlijders helaas nog niet veel verder, dan vroeger, de maatregelen van hygiène, die sedert vroeger geno- men zijn, maken de kans op de ziekte oneindig eeringer. Wij hebben geen vuilverzamelingen meer, zon en lucht stroomen elk jaar vrijer in alle gedeel ten van onze steden, panieken onder de bevolking, die de menschen ang stig eu zoodoende vatbaar voor be smetting maken, zijn niet meer te vreezen en eindelijk is in Europa een internationale verdediging tegen be smettelijke ziekten ontstaan, in 1897 speciaal tegen de pest, op een confe rentie te Milaan, in 't algemeen tegen alle besmettelijke ziekten, die zeer veel kwaad heeft gekeerd. Er is dus reden om te hopen, dat de plaag ook dezen keer Europa ver- schoonen zal. Dat is zeker wat er tot afweer gedaan kan worden, zal de internationale gezondheidsdienst niet nalaten te doen. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Nu nadert 't groote gevecht in DEN STRIJD IN DE ENGELSCHE POLITIEK, heel snel. Duidelijk bleek dit gister middag weer in 't Lagerhuis. De minister-president Asquith werd met een geestdriftige ovatie van de leden dei- regeeringspartij begroet, teen hij opstond om de purlements- wet in te dienen, die feitelijk op het zelfde neerkomt als het wetsvoorstel, dat in de vorige zitting is ingediend. De premier gaf een overzicht vun het geschilpunt en maakte de bewe ring belachelijk als zouden de voor stellen der regeering leiden tot invoe ring van een despotische enkele Ka nier. Asquitli verklaarde ecu voor stander te zijn van de hervorming van het Hoogerliuis, maar wees tevens niet nadruk op de urgentie van de vetowet, die eerst afgcliaiideld niuei worden, opdat met ulie vooruitstre vende weigevnig tot stilstand worde genraclit, gedurende den tijd. dat lange en uitvoerige beraadslagingen worden gehouden over het instellen van tein Hoogerliuis op deinocra- uscheii grondslag. Asquith üet zich niet uit over het geen de regeering zal doen, wannec-r het Hoogerliuis ae wet verwerpt. arbeidende, hoogst bekwame men schen zouden te vermeerderen zijn. Doch, in zoover had Dr. Hofstede de Groot 8 inzicht niet gefaald, er was plaats voor eene werkwijze, die, met dankbaar gebruik van het door de traditie overgeleverde, aan zelfstan dig en wetenschappelijk experiment zich kon aanpassen. Schilderijen herstellen een zuiver wetenschappelijk werk! En de schil- derijenhersieller, niet meer, als vroe ger de meerder of minder habiele vakman, werkend liefst onder het oog van den meester, wel wetend vaak het „hoe" maar niet het „waarom' deze type vervangen of ter zijgesteld voor iemand die op erkenning als we tenschappelijk man aanspraak maakt, en die op dien grond tegen, wat hem dilettantistische praatjes lijken, meent op te mogen komen't is een no vum, dat als alle nieuwigheden niet .onaangevochten bleef. Het is niet zonder eenige ironisr.be geringschatting, wanneer Prof. J. Six in het Bulletin van den Oudheid kundigen Bond (Sept. 1908 pag 157) zegt dat wij in een lijfl leven waarin al zijn (de Wild'svakgenooten „hun ambt als een priesterschap opvatten" Een geringschatting die echter juist hier minder nobel aandeed, waar in hetzelfde Bulletin (twee num mers te voren. Mei 1908) door De Wild een zeer zakelijk, voel kennis verradend betoog geleverd was, waar In Prof. Six' hypothesen over „de techniek van Vermeer" aan een even scherp gestelden als weidoordachten aanval werden blootgesteld. De re staurateur treedt hier op als verdedi ger van zijn speciale kennis tegen over hen, die dikwijls zijne lastgevers Balfour (de leider der oppositie) oefende scherpe critiek op het wets voorstel en zei Hoe zeer ik ook den vrede wensch, er zijn geschilpunten van zoo groot belang, dut geen com promis mogelijk is. (Toejuichingen bij de oppositie). 't Wordt dus een felle strijd. Zal Ascjuith den strijd ten einde kunnen strijden De tegenstand, die er is en nog zéker komt, zal in elk geval zeer groot zijn 1 In do Fransche Kamer Is DE FRANSCHE MARINE- BEGROOTING besproken. De derde twaalfde werd toegestaan. Daarna was het op stapel zetten van twee slagschepen en de bouw van twee groote droogdokken aan de or de. De minister van marine noemde deze schepen en de dokken noodig om de vloot te versterken. De beide pantserschepen zullen voorzien zijn van de nieuwste inrich tingen. De minister toonde aan, dal een lang van te voren opgesteld en goed gekeurd vlóótprogramma noodzake lijk is. De bouw van de aangevraagde schepen en dokken zal aan de parti culiere industrie worden gegund, om dat de arsenalen door ander werk in beslag worden genomen. De minister zal or zich op toeleg gen. de bedragen, die het Pa:lenient hem toestaat, zooveel mogelijk in overeenstemming met de fmancieele en militaire belangen van het land te besteden. Dat is nog al natuurlijk, zonden we zoo zeggen. Als de Excellentie 't te gendeel deed, zou hij wel gauw aan merkingen hooren Ook DE DUITSCHE RIJKSDAG heeft gisteren vergaderd. Over deze bijeenkomst is evenwel weinig belangrijks te vertellen, alleen twee regeeringsmeedeelingen vragen de aandacht. Meegedeeld werd, dat over de rege ling van het verkeer vail luchtsche pen nog onderhandelingen gaande zijn. Blijkens medisch attest is Eulen- burg nog niet in staat, om door den rechter verhoord te worden. Het O. M. houdt de quaesue echter in het oog. Np, dat doet 't O. M. nu al eenige jaren... -Niet vaak hoort men in de volks vertegenwoordiging over te lage oor- logsboffrootingen klagen. Dezer dagen is dit evenwel gebeurd in hel Ameri- kaansche Huis van Afgevaardigden, waai zekere m'nhecr Richmond Pear son Hobson een ijselijk tafereel op hing vun DEN A.S. OORLOG TLSSCHEN. AMERIKA EN JAPAN, die volgens hem zich geen tien maan den meer zou laien w achten en hij knoopte daaraan het beloog vusl, dat voor de vloot een veel hooger bedrag diende uitgetrokken te worden, dan de minister van murine had ge vraagd. De andere volksvertegenwoordigers zijn blijkbaar minder pessimistisch, want ze zaten om het betoog van Hob son wut te lachen. zullen zijn, doch die van die speciale kennis slechts een klem deel hun eigen kunnen noemen. Daar zit voor die lastgevers, aesthetici, critici; museum-directeuren, enz. enz. mets hoegenaamd beleedigeiids in. hun waaide ais kunst historici blijft daarmee onaangetast en wie er waar de heeft, zal die door liet zelfstandig optreden vun den restaurateur, waar deze op z ij n terrein en binnen z ij n opdracht blijft, niet inboeten. Daarom is het zeer te bclicuien dat in den llaarlemschen raad op eenigs- zins loslippige wijze over do „weten schap'' van mannen als Bredius en Six gesproken schijnt te zijn, loslip pigheid, elders te gaarne misverstaan en als, zij het gezocht, motief benut om het definitief Raadsbesluit als een misgreep voor te stollen. Dat bij die poging de heeren Bredius en Six worden in bescherming genomen op eene wijze, waarmee zij bijzonder gc- eerd worden, zij betwijfeld om tot de Wild terug te keeren. Zijn car rière is thans reeds geruimen tijd ge vestigd. En al zal de opdracht der Halsen-restauratie zijn eergevoel ge vleid hebben, het blijft een werk waar aan voor hem veel vastzit. Overstelpt vaak met werk, zal veel en zeer lu cratieve arbeid door hem ter zijde ge steld moeten worden en het Haar- lemsch verblijf de zaak nog tijdroo- vender maken. Dat wordt pas waar schijnlijk voor wie weet, dat groote londensche en Panjsche kunsthande laren vaak van De Wild's diensten gebruik maken, en bij haastwerk we! eens scJieutiger kunnen zijn dan een Nederlandsche gemeentekas. Men herinnert zich wellicht, het berichtje van de kleine Johannes Vermeer uit Onze Lachhoek DE MENEER ONDER DE BANK. In den trein zit 'n niet bijzonder snugger man, die uit vrees z'n spoor* kaartje te verliezen, dit in de hand houdt. Hij raakt door den eentonigea cadans van den trein ih den dut, waarvan een uit 'n gezelschapje vroolijke jongelui gebruik maakt, om hem het kaartje te ontfutselen. De man wordt wakker en merkt z'n ver lies. Alle zakken zoekt hij na, de cou pé wordt aan een strenge inspectie onderworpen, waaraan de andere passagiers ijverig meehelpen. Het kaartje wordt niet gevonden. Wat nu te doen? De man, die 't kaartje afnam komt op een schitterend denkbeeld. „Weet je wat je doet," zegt hij, „ze zijn te genwoordig erg streng, als ze iemand in den trein vinden, die geen kaartje heeft kruip onder de bank, als aan stonds de conducteur komt contro leeren. Zoo gezegd, zoo gedaan. Toen men 't volgende station naderde, kroop de man onder de bank en de passagiers waren welwillend genoeg, om met hun beenen zoo te gaan zit ten, dat de conducteur het niet mer ken zal. De conducteur komt contro leeren en knipt de kaartjes. Als dit gebeurd is, reikt de reiziger het kaar tje van den beetgenomen passagier over aan den conducteur en zegt op staande en naar beneden wijzende: „En dit is voor dien meneer onder de bank". De conducteur heeft nooit begrepen, waarom de man deze vreemde plaats in de coupé had opgezocht. NIEUWE ONRUST IN PORTUGAL. Uit Lissabon wordt bericht, dat het Voorloopig Bewind op het spoor zou zijn gekomen van een uitgebreide sa menzwering, ten doel hebbende, de republiek omver te werpen. Vijftien verdachte personen zijn gevangen ge nomen. RUSLAND EN CHINA, 't Petcrsburgsche telegraafagent- schap meldt, dat het antwoord van het Chineesche ministerie van buiten- landsche zaken op de Russische nota in een uiterst verzoeniugsgezindeu en toegevenden toon is opgesteld, en uiting geeft aan den wensch van de Chineesche regeering, om alle Russi sche eischen in te willigen. Eenige op zichzelf staande quaesUes zuilen ver dere onderhandelingen noodig ma ken, die vermoedelijk zullen leiden tot spoedige opheffing van alle moei lijk heden. Gelukkig is dus van een ingewik kelde quuestie, nog minder van drei gend Oorlogsgevaar, in het Verre Oosten sprake. Het zal alles wel inet een sisser afloopen. Het Chineesche antwoord op de zes Russische eischen komt op het vol gende neer 1. China erkent niet. dat er grond bestaat voor de klacht, dat het in breuk zou hebben gemaakt op de han- de verzameling Casimir Périer die on langs voor 300,000 gulden naai' Ame rika verkocht werd .Dit schilderijtje was ook ©enigen tijd onder De Wild s hoede. Eu men begrijpt allicht, dat de verkoopende handelaar zijn belang bij een spoedige hulp gaarne in wat bankpapier omzet, in die gevulien. Het vertrouwen in De Wild in Hol land gesteld, bleek mij ten overvloede nog een drietal weken geleden. Bij een Rotterdamsch antiquair zag ik toevallig een oud schilderijtje van een zeldzainen meester, Ellinger, dat er verweerd uitzag, maar prachtige qua- liteiten deed vermoeden. Informee-' rende deelde de koopman mij mede, dat hij er niet vrij meer mee was en geen prijs kon noemen. Er verleden week nog eens op uitgaande vernam ik dat het werkje voor(prijs doet er met toe) verkocht was aan.... Dr. Bredius en dat deze het ter restaura tie zou doorsturen aan... De Wild. Het zal misschien duidelijk zijn,' dat door den schrijver de/er feuille-; ton-serie de gevolgen van het Haar lem's raadsbesluit allerminst onder-' schat, doch even weinig met onge-1 rustheid tegemoet gezien worden.. Waar operatief ingrijpen onvermij delijk scheen is het geruststellend dit, aan bekwame handen opgedragen te weten en kan de Raad slechts geluk-; gewenscht worden, die aan wankelen tvvijfclrin een eind dorst maken. Ter wijl de Senaat overlegde, ging Car thago verloren. Dat had hier ook kun nen gebeuren. J. H. DE BOIS. 20 Febr. *11.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5