HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
L.O. - 74683.
DINSDAG 28 FEBRUARI 1911
Buitenlandsch Overzicht
'T FRANSCUE MINISTERIE HEEFT
ONTSLAG AANGEVRAAGD,
zoo verzekert een telegram uit Parijs.
Dus toch 1
lu z'n ontslagbrief heeft de minis
ter-president Briand gewezen op de
verzwakking van de republikeinsche
meerderheid, waarop zijn ministerie
steunde. Deze meerderheid heeft zich
gedeeld in twee deelen. waarvan het
grootste het ministerie is trouw ge
bleven. maar het andere onverwacht
snel is aangegroeid en elementen be
vat. waarop de regeering meende te
mogen rekenen bij het volbrengen
van haar moeilijke taak.
Alleen eensgezindheid van de repu-
blikeinsche partij geeft de mogelijk
heid een politiek van socialen vooruit
gang, van orde en van veiligheid,
te voeren. Deze heeft bij de daden van
liet ministerie steeds voorgezeten en
is den ingedienden voorstellen immer
tot grondslag geweest.
De bestaande toestand is onontwar
baar, als zijnde voortgekomen uit een
steeds groeiend wantrouwen en een
dagelijks stelselmatiger wordende vij
andigheid van zekere republikeinen
tegen den voorzitter van den minis
terraad.
Mijn beroep op alle republikeinen,
aldus Briand, om een politiek van
ontspanning en kalmeering te verwe
zenlijken en een redelijken, verdraag-
zamen leckenarbeid te volbrengen,
'die voor elk geloof gelijken eerbied
toont, ten einde allen burgers des
lands eon nauwgezette en gelijke
rechtvaardigheid van overheidswege
to verzekeren (dit beroep ia door som
migen niet begrepen, en door ande
reu vervormd) heeft ten slotte op een
gedeelte van de republikeinsche meer
derheid een uitwerking gehad, die ge
heel het tegenovergestelde is van het
geen men er van verwachten mocht.
De vijandigheid in politiek opzicht,
die er door tegen mij is ontstaan,
heeft niet afgelaten. De verwezenlij
king van de politieke, fiscale, sociale
en ceconomische hervormingen, die
het stoutmoedigste programma bevat
te, dat ooit aan het Parlement Is voor
gelegd, is er door onmogelijk gewor
den.
Een nuttelooze poging, die uitslui
tend kan dienen, om een precair on
machtig leven, in een omgeving van
kuiperijen en hinderlagen en soms ten
koste van ellendige trausacties, te
handhaven, stuit mij tegen de borst.
De politiek van het ministerie is zege
vierend uit alle botsingen te voor
schijn gekomen, zij is evenwel in zijn
handen in gevaar. Een ander minis
terie zal de noodzakelijke eensgezind
heid kunnen herstellen en dezen ar
beid kunnen volbrengen. Daarom
heeft dit ministerie besloten, af te tre
den.
De Fransche Kamer ls tot Maandag
a. s. verdaagd.
De minister-crisis ls nu officieel ge
opend. Maar ree>ds eenigo dngcoi lie
pen er geruchten over hetgeen te
wachten is. Er wordt blijkbaar ge
dacht aan een kabinet-Monls, met
Delcassé en Berteaux, voor buiten-
landsche zalceh zou men Ribot willen
vragen, maar Mlllerand zou ook po
gingen doen om deze portefeuille te
krijgen. Caillaux zou dan met finan
ciën bedeeld worden.
Natuurlijk zijn dit alles onderstel
lingen, met zekerheid valt nog niets
te zeggen.
Aandacht trekt wat 't bekende so
cialistische Kamerlid Jaurès in zijn
Humanité schrijft. Hij laat 't voorko
men of de politieke heinel nu opge
klaard is en thans een begin kan
worden gemaakt met vruchtbaren
wetgevenden arbeid, vooral op so
ciaal gebied. Briand aldus Jaurès
is tegen links gevallen, er behoort
dus in de toekomst een politiek van
links gevoerd te worden. De radicalen
zullen dus moeten samenwerken met
de uiterste linkerzijde en dat kon,
wanneer zij op sociaal gebied maar
krachtig genoeg zijn. Wanneer de so
cialistische radicalen alleen maar
hun oecononiisch programma werke
lijk ernstig opnemen, kunnen zij ver
zekerd zijn van den belangeloozen en
ioyalen steun van de socialisten. Dit
is een van de laatste kansen, die hun
blijft om in de democratie een leiden
de rol te spelen.
In den Duitschen Rijksdag werden
gisteren de debatten over
'T DEUTSCHE LEGER
voortgezet.
Verschillende sprekers (zoowel van
't Centrum, de Nationaal-liberalen, de
Vrijzinnigen als Socialisten) drongen
aan op de toelating van Israëlieten
tot den rang van officier en wezen hij
dit pleidooi op de toestanden ln an
dere landen.
Een beslist antwoord gaf de minis
ter van oorlog niet. Wel betoogde hij,
dat officieren geheel en al buiten el-
ken partij-strijd staan en dat de er-
aringen in het buitenland als een
waarschuwing zijn, om het leger
daarvoor te bewaren. (Bijval van
rechts).
„Bewuste of onbewoslc antisemie-
tische stroomingen in het leger"
zoo sprak de minister „keur ik af.
Ik bestrijd deze, want wij hebben
nóch Katholieke, nóch Protostantsche
of Joodsche soldaten, maar Duitsche".
Daarna wees de minister op het
steeds minderende aantal der geval-
mishandeling van soldaten,
hij de bestrijding, ook zon
der aansporing daartoe van afgevaar
digden. als niet meer dan een staaltje
•an zijn plicht beschouwde.
„Wij aanvaarden" aldus de mi
nister „gaarne elke zakelijke cri-
tiek betreffende het leger. Een afbre
kende crittek sleept steeds nadeelige
gevolgen met zich mede. Wanneer
voortdurend ongunstig over het leger
wordt gesproken, zou dit in het bui
tenland de meening kunnen doen ont
staan, dat daarvan niet zooveel meer
te verwachten is als in 1870. Door de
ze onjuiste meening wortel te doen
schieten bevordert men nóch den vre
de, nóch het heil van het vaderland."
^Levendige bijval).
Na deze klap op den vuurpijl wer
den de algeineene beraadslagingen
eldra gesloten, om wellicht heden
ver te gaan tot de besprekingen over
de verschillende posten.
Heel moeilijk maakt men 't in
Duitschland een Excellentie van Oor
log niet. We kennen een kleiner land,
waar zoo'n Excellentie aan meerdere
krachtproeven wordt onderworpen....
Weten onze lezers dat land óók 7
VOOR DE ONTWAPENING 1
De Oostenrijk8Che delegatie nam de
begrooting aan. nadat een motie was
goedgekeurd, waarbij de regeering
formeel wordt uitgenoodïgd alle be
wegingen ten gunste der ontwape
ning te steunen en to bevorderen.
De vredesidée begint toch veld te
winnen. Gelukkig 1
WEER EENSDE KRETENSER
QUAESTIE.
Ja. die is er nog altijd
Naar aanleiding van het besluit,
door de Kreteuser Nationale Vergade
ring genomen, om de zending van een
Kretenser delegatie aan de groote
mogendheden, ten einde de annexatie
bij Griekenland te verzoeken, te ver
dagen, en geen bijzondere maatrege
len te nemen om Kreta te verdedigen,
hebben twee Grieksche ministers te
Athene hun ontslag genomen, name
lijk de beide tot de partij van Mi-
ohelldakes behoorende ministers An-
gelakis en Plumidakis De crisis
wordt verscherpt, doordat 30 leden
van de oppositie in de Grieksche Na
tionale vergadering besloten hun
mandaat neder te leggen. Op ver
schillende plaatsen m Griekenland
hadden Zondag volksvergaderingen
plaats ter ondersteuning van de op
positie.
Er is dus weer volop leven In de
brouwerij
TUSSCHEN RUSLAND EN CHINA
is nog niet "alles in 't reine.
De toestand wordt te Petersburg
nog niet als geheel zuiver aange
zien. De Russische regeeriug is er
niet zeket van, dat China in werke
lijkheid toegevend is en geen uitstel
van executie zoekt. Daarom heeft de
Russische regeering besloten de be
spreking der quaesties, die China nog
wil aanhouden, af te wijzen en den
eisch te stellen, dat alle in het ulti
matum gestelde vorderingen o n-
middellijk en zonder beperking
worden ingewilligd. De Russische mi
litaire colonne, die re 's voor de aan
bieding van het eers'. ultimatum last
ontvangen had zich gereed te hou
den, ontving weer bevel zich voor den
tocht naar Koeldscha en de bezetting
van dat gebied gereed te maken.
Rusland is wel wantrouwend 't is
alsof 't in 't Verre Oosten den strijd
zoekt.
IJSLAND EN DENEMARKEN.
Björn Jonsson, de minister van
IJsland, heeft telegrafisch den koning
van Denemarken zijn ontslag aange
boden. In de onderste afdeeling van
het Althing is er nl. met 16 tegen 8
stemmen een motie van wantrouwen
in hem aangenomen .Met 17 tegen 7
stemmen werd hij vervolgeus uitge-
noodigd, dadelijk af te treden. Jons-
son is vermoedelijk den IJslanders,
die de verhouding tot Denemarken
bloot tot een persoonlijke unie willen
maken, niet radicaal genoeg.
ONLUSTEN IN PORTUGAL.
Te Setubal zijn 15,000 stakers in
botsing gekomen met vertegenwoordi
gers van het gezag. Infanterie heeft
in de lucht gevuurd en cavaleristen
hebben heen en weer gereden, om de
opgewonden gemoederen tot rust te
brengen. De stakers hebben nu eeni-
gen hunner vertegenwoordigers naar
Lissabon gezonden om bij de regee
ring te protesteeren tegen het optre
den der plaatselijke autoriteiten. De
regeering heeft intusschen nog meer
troepen naar Setubal gezonden.
De stakers, die bereids een aanval
op de fabrieken hebben gedaan,
eischen, dat de patroons alleen geor
ganiseerde arbeiders in dienst zullen
nonnen.
Groot ongerief veroorzaakt vooral
de staking der bakkers, de politie
heeft dan ook een aantal bakkerijen
omsingeld en dwingt de eigenaars een
zekere hoeveelheid brood te bakken.
Er komt bericht, dat
IN PARAGUAY EEN OMWEN
TELING.
is uitgebroken, die. naar men meent,
wordt geleid door Rigueline, die een
week geleden nog minister van bin-
nerüandscne zaken was.
Stadsnieuws
Geloof Ongeloof of
Conservatisme Democratie.
Niet zeer velen waren in de boven
zalen van „De Kroon" gisterenavond
saamgekomen, ter aanhooring van
een rede, die Prof. Dr. D. van Emb-
den, voorzitter van de afdeeling Am
sterdam van den Vrijzinnig Democra
tise hen Bond, op uitnoodiging van de
Jonge Vrijzinnige Propaganda-Club
„Haarlem", houden zou over Een
nieuwe scheidingslijn tusschen rechts
on links niet langer geloof—onge
loof, doch voortaan conservatisme
democratie.
Nadat de heer De Kanter de verga
dering met een kort woord van wel
kom geopend had, noodigdo Prof.
Van Embden de aanwezigen uit, wat
meer „vooruitstrevendte ztjn, zich
van de eerste stoelen-rijen meester te
maken, aan welk verzoek willig vol
daan werd.
De spieker begon met te zeggen,
dat hij met genoegen de uitnoodiging
van de Jonge Vrijzinnigen aangeno
men had. Die invitatie toch bewijst,
dat er belangstelling voor de politiek
bestaat. En aan-politiek-doen. dal is
deelnemen aan het openbare leven,
is de plicht van iederen staatsburger.
Politiek is het middel, waardoor men
invloed uitoefent op de algemeene
welvaart van het volk. Hoort men
iemand zeggen „Ik bemoei me niet
met politiek", dan zegt zoo iemand
alleen „Mijn idealen hebben geen
invloed".
Het onderwerp, waarover ik het
hebben zal vervolgde spreker is
een belangrijk. De scheidingslijn tus
schen conservatisme en democratie is
genoemd een nieuwe. Tocli is dit niet
geheel juist. Want in Engeland be
slaat die reeds. En ook vóór en na
1886 is zij hier in het land eveneens
duidelijk te voorschijn getreden. En
na de Grondwetsherziening van 1889,
in den strijd vóór-en-tegen do kieswet-
Tak kwam zij wederom aan het licht.
Dr. Kuyper schaarde zich toen aan
de zijde der democratie.
Toch moet de nieuwe scheidingslijn
thans weer opnieuw wakker worden;
want zij zal een verfrissching zijn, zij
zal ons volk hervormingskracht te
ruggeven. Zij moet opwek kon uit
den tegenvvoordigen toestand van
machteloosheid. Want er zijn ont
zettende misstanden. Om die te zien,
behoeft men niet eens diepe studie te
maken. Cijfers over woningtoestan
den, nuchtere cijfers, geven al dade
lijk een kijk op een zee van ellende
en demoralisatie. En men ziet die
misstanden Al beter, kijkt men naar
vrouwen en heel jonge kinderen, die
hard. veel te hard moeten werken.
Dan is er de bestaans-onzekerheid.
Bij werkloosheid, bij ziekte, bij in
validiteit, kan nu plotseling aan een
goed bestaan een einde gemaakt
worden. En dat zijn sociale misstan
den, die niet behoefden te bestaan
een goede wetgeving kan hier juist
en reddend ingrijpen. Nog steeds is
er geen Ziekteverzekering; wel zijn
er vele ontwerpen geweest, maar geen
enkel nog heeft het Staatsblad be-
I reikt.
W ij hebben een Woningwet, die
uitnemende bepalingen bevat. Maar
die kunnen niet steeds uitgevoerd,
worden, omdat de loonen van de
krotbewoners zoo laag zijn. Vooral
bu de landarbeiders is het vreeselijk.
De Staatscommissie voor onderzoek
naar de levenspositie van landarbei
ders zegt in haar rapport, dat de Loo
nen in don tijd, waarin de kinderen
nog moeten onderhouden worden, f 6
tot 8 bedragen. Een nauwkeurige
toepassing der Woningwet-bepalin
gen zou hier eenvoudig ten gevolge
hebben, dat in de eerste levensbe
hoeften niet zou kunnen voorzien
worden. Verdienen de kinderen mee,
dan gaat het nog wel, maar zijn die
eenmaal het huis uit, dan zijn
ouders eenvoudig op de liefdadig
heid aangewezen.
Eu nu is die commissie nog wel be
houdend samengesteld
Spreker wijdt dan eenige woorden
aan de invaliditeitsverzekering,
waarvan eenigszins de aandacht is
afgeleid, omdat men bijna uitslui
tend naar de ouderdoinspensionnee-
ring kijkt. Toch is die verzekering
een zeer belangrijke in Duitschiorid
is gebleken, dat een groot aantal
menschen invaliditeits-gelden trek
ken, vóór zij aan hun ouderdoms
pensioen toe zijn.
Toen de invaliditeits-verzekering in
Duitschland was ingevoerd, heeft
men bemerkt, dat zeer veel longtuber-
cul09elijders trokken. Nu is tering ln
het eerste stadium te genezen. Door
een eenvoudige niet zeer edele of
ethische, maar slechts commercieels
redeneering. is men toen tot de er
kenning gekomen, dat het beter was.
deze lijders-in-het-eerste-stadium te
genezen, dan ze later jaren lang
nog op de kassen te laten voort-vegc-
teeren. Men bouwde sanatoria en
herstellingsoorden geheel vrijwillig
en spaarde nog veel.
Dat is een nevengevolg van invali-
diteits-verzekering, dat men niet uit
het oog verliezen mag. en dat zich
ook in ons eigen land zeer zeker zou
doen gelden. Want op het oogenhlik
werdén nog slechts luttele duizenden
guldens besteed op een peuterige
manier, zei spreker, aan een volks
ziekte, als de longtuberculose.
Ons lainl heeft op wetgevend gebied
grooten achterstand. Nog steeds is er
geen algemeen kiesrecht, dat toch Ln
bijna alle beschaafde landen bestaat,
en het kiesrecht, dat we hebben, is
belichaamd nog in de onwaardige
kieswet-Van Houten.
Het is noodig, dat we uit de periode
van machteloosheid geraken. Hoe die
machteloosheid er is? Eenvoudig door
de ongezonde partijgroepeering. Drie
maal is ons land door een christelijk
coalitie-ministerie geregeerd. De eer
ste maal, van 1888'91 dour het Kabi-
net-Mackay, dat op verschillende ma
nieren, o.a. door de beruchte spoor
wegcontracten, van zijn conservatis
me blijk gaf. Op wetgevend gebied
gaf dit ministerie een treurig beeld.
„De Standaard" gaf de volgende ver
klaring: „Vóór 1888 hebben de libera
len geregeerd, toen gebeurde er dus
niets. Het volk is dus uitgehongerd,
en iemand, die uitgehongerd is, moet
men in den beginne slechts weinig
geven." Maar die merkwaardige
Standaardverklaring ging later
niet meer op, want van 1901'05
kreeg men het kabinet-Kuyper, dat
evenmin een enkele wet in het Staats
blad bracht. En ïn de jaren daarvoor
waren toch heel wat wetten voltooid.
Natuurlijk werden weer andere uit
vluchten gezocht. Thans hebben we
het ministerie-Heemskerk, dat bijni
drie Jaren zetelt. En dit ministerie
brengt op sociaal gebied evenmin iets
tot stand. Bakkers-, en Ziekte-wet,
zullen wel niet in het Staatsblad ko
men. Kans om aangenomen te worden
hebben wel de militie-wet-wijzigingen,
en de verzwaring van de indirecte be
lastingen. Daarmee is het conserva
tisme van deze regeering op het
scherpst geteeke'nd.
Spr herinnert aan de motie-Aalber-
se ten gunste van den 10-urendag, die
in Maart 1909 aangenomen werd.
Minister Talma heeft dit votum naast
zich neergelegd, en een afwijzende
houding aangenomen. Vele arbeiders,
uit alle kampen, hebben gedemon
streerd, maar niets helpt. En merk
waardig is de houding van den vader
van de motie.
Minister Talma zegt Mr. Aalber-
se is niet principieel tegen den 10-
uren-dag; hij wil hem slechts voor al
le bedrijven afzonderlijk tot stand
brengen. Hoe lang het duren kan eer
hij er dan is zegt prof. Van Emb
den rekene men nu maar zelf uit
En minister Talma redeneert de
Katholieke socioloog verder moet
aanblijven, want andere komt
de sociale verzekering niets terecht.
En de tegenwoordige toestand schept
ontevredenheid, doet de sociaal-de
mocratie groeien, waarmee ons land
ook al niet zal vooruitkomen. Hoe ko
men we nu uit het moeras? Niet, door
te trachten de onhoudbaarheid van
de anti-these aan te toonen. Want er
is inderdaad verschil van uitgangs
punt over moraal, gezags- o o rsp r o n g,
tusschen de partijen ter rechter- en
ter linkerzijde. Maar hoe men tot zijn
conclusies komt, doet er practlsch
weinig toe. Het punt van aanval
moet zijn, aan te toonen, dat een anti
thetische partij-groepeering tot mach
teloosheid leidt. En dat is al te zien
ook. De Christelijk-Historische groep
begint reeds van de coalitie genoeg te
krijgen.
In Sneek stemden velen op Ph.
Noordwall en niet op Dr. Scheurer;
in Rotterdam V bleven vele mannen-
van-rechts bij de laatste verkiezing
thuis. Dat proces moeten de vrijzinni
gen verhaasten. We moeten zegt
spr. een partijgroepeering krijgen,
die in staat is wat te doen op het ge
bied van sociale hervormingen. De
linkerzijde heeft een groote taak te
verrichten, want in de kringen, die
ergaderingen houden zonder debat,
dringen de argumenten niet gemak
kelijk door. Vrijzinnigen, die hun
begrijpen, moeten ook vooral In
de eigen gelederen werken.
En dan moeten ze op twee dingen
letten: n.1. om niet te vervallen in
een vruchteloos anti-clericalisme, en
een zuiver democratisch standpunt in
te neinen. Afstooten dus wat nog con-
irvatief in de vrijzinnige groepen
de vrij-liberalen in de eerste plaats.
Niet moeten de democraten verval
len in wijsgeerig-theologische debat
ten, A la KuyperVan der Vlugt,
want daarmee schieten zij in geoncn
deele op. Algemeen kiesrecht willen
de drie groote groepen van de vrij
zinnigen allereerst: de vrij-llberolen
willen dat niet.
De meeste Katholieken behooren
ook tot de voorstanders van algemeen
kiesrecht, dat de grondslag voor de
komende democratische groepeering
zijn moet. De sociaal-democratie ka::
daarmee ook meegaan, al moet die
partij ook nog de scheidingslijn be-
die niet weggwischt worden
mag, om haar niet onherkenbaar te
maken .En ook moet het goede bij de
z g. clericalen gezien worden Spr.
herinnert aan het goedgezinde votum
herinnert aan het goedgunstig votum
Leeszalen. dat goeddeels aan de
Christelijk-Hislorlsehea, dank zij
hun krachtig optreden, te danken is.
Jhr. Lobman is tegen de Vrije Uni
versiteit, omdat zij niet vrij-staand
op zuiver wetenschappelijke!! grond
slag, zelfstandig denken iaat. Een
zuiver democratische gedachte 1 lu
1848 eu later, toi de zestiger eu zeven
tiger jaren toe. was de Katholieke
partij een sterke steunpilaar voor de
liberalen. Toen Thorbecke den Katho
lieken in ons land volkomen vrijheid
van beweging verschaft had, werd hij
in de R. K. districten Maastricht en
Breda tot lid van de Tweede Kamer
gekozen.
Men moet eenvoudig de behoud-
zuchtlgen uitsluiten. Wanneer men
leeren wil van het verleden, ziet men,
dat. een Al-Vrijzinnige concentratie
een onding is. In 1897 en Ln 1905 is
dat het geval geweest. Spr. herinnert
slechts aa.n de wet op den Leerplicht.
•an de Vrij-liberalen, omdat zij
te democratisch was, hevig verzet on
dervond. De wet werd ten slotte met
jen 49 stemmen aangenomen,
met behulp van twee leden van rechts.
Het honderste Kamerlid was van zijn
paard gevallen, en ongesteld. De drie
sociaal-democraten, die toen in de
Kamer zaten, toonden weinig politiek
besef, en stemden ook tegen.
Dan het ministerie-De Meester. De
Vrij-liberalen zegden op 't moment,
dat de Grondwetsherziening werd aan
gekondigd, hun trouw daaraan op.
Het recept, dat de linkerzijde ma
eensgezind tegenover den gemeen-
schappelijken vijand moet staan, is
versleten. De rechterzijde ziet zelfs
niets liever dan een groote anti-cleri-
cale massa, want dan staat tij het
sterkst. Het ls ook niet te verwachten,
dat. als men een partijgroepeering
onder de leuze „anti-clericaal" ver
slagen heeft, de overwonnene zeggen
zal Gij hebt geliik.
Toch hebben de vrijzinnigen ln
groote naïveteit meermalen dat go-
daan. Maar nu eindelijk gaat
lessen van de historie begrijpen. In
1894 hadden de Vrij-liberalen ln de
Tweede Kamer nog 22 zetels nu nog
4. Dat teekent. De woordvoerders der
Vrij-liberalen keuren telkens het de
mocratische Unie-program afmen
kan wel merken, dat zij het ministe
rie-Heemskerk nog zoo kwaad niet
vinden. Telkens gaan zij in de rich
ting der rechterzijde, waar ze niet
eens met open armen ontvangen wor
den. En ook de linkerzijde kan ze
met goed zetten. Zoo blijven de Vrij
liberalen van pool tot pool zweven,
telkens afgestooten.
Het moet hiertoe komen, dat links
betteken! democraat, en rechts con
servatief. Spr. hoopt, dat de Jonge
Vrijzinnigen dat meer en meer gaan
inzien. De toekomst van de vrijzinnig
heid kan alleen liggen in de demo
cratie
Hartelijk applaus viel den spreker
i beëindiging zijner rede ten deel.
DEBAT.
Van de gelegenheid tot gedachten-
wisseling maakten slechts een tweetal
sprekers gebruik, die zich tot enkele
korte ojwnerkingen bepaalden.
De heer BLOM meende als christen
socialist, principieel te staan tegen da
groepeering. die Prof Van Embden
zich in de toekomst dacht. Spreker
legde er den nadruk op dat hij was
vóór het bijzonder onderwijs en vóói
do doodstraf, uit beginsel evenwel to
ven het militarisme. Fen waar Chris-
ten mag zich niet coaiiseeren, zeide
do heer Blom.
De heer KLEUN maakte enkele op
merkingen over verzekeringswetten
en statistieken dienaangaande, en ver
klaarde zich vóór wettelijke erken
ning van vrije ziektekassen.
Spr. vergeleek Nederland, in tegen-
stelling met Prof. Van R-r.bden, meer
bij Engeland dan büjpuiischland.
Prof. Van EmbótSWntwoordde bel
de debaters slechts kort.
In de zaal werden gedurende de
pauze vrijzinnig-democratische ge
schriften verspreid. Tevens was gele
genheid tot teekening van het vrijz.-
dem. petitionnement in zake het Al-
gemeen Kiesrecht.
Te kwart vóór elven werd de verga
dering met een woord van dank van
den heer De Kanter aan -preker, de
baters en aanwezigen, gesloten.
VerlofDrankwet.
B. en YV. van Haarlem brengen tei
openbare kennis, dat is ingekocien
een verzoekschrift van J. Houweling
om verlof, tot het verkoopen van al
coholhoudenden drank anderen dan
sterken drank voor gebruik ter plaat
se van verkoop in de gelagkamer van
het perceel aan de Groendaalsteeg no.
10.
ORGELBESPELING
op Donderdag 2 Maart, des nam. van
23 uur, in de Groote of Sint Bavo-
kerk alhier, door den Heer YV. Ezer
Programma:
No. 1. Preludium en Fuga, J. S. Bach.
No. 2. Andante uit de 7e Symphonte,
Beethoven.
No. 3. Sonate No 2, A. GuilmanL
a. Allegro moderato.
b. Larghetto.
c. Allegro vivace.
No. 4. Chant trlste, Surzynski.
No. 5. Cantilène, A. Maillij.
Bal masqué van „Jacob van Lennap"
,,'t GROOTE, welgeslaagde, bal-
masqué van „Jacob van Lennep"
zoo sprak de voorzitter bij liet uitrei
keu der prijzen.
Dat was geen misplaatste eigen
dunk, uiaar de klare waarheid. In
derdaad, T was een schitterend
festijnl
De Kroon was in een feestzaal her
schapen. 't Deed denken aan een
sprookjos-paleis. Van het dak naar de
balhi8trade van de gaanderij hingen
guirlandes groen, waar tusschen een
menigte van roode, blauwe en gele
electnsche lampjes, niet minder dan
1000. T Tooneel stelde een rijk-gede
coreerde hal voor, die wel iels van
een Griekschen tempel had.
't Geheel maakte een prachtig ef
fect:
ln de zaal, vooral op de d&nsvlakte,
was 't een bonte beweging van kleu
ren. Geen wonder, er waren ruim 200
gecostu meerden, die daar dooreen
draaiden.
Op de gaanderij zaten de niet ge-
costumeerden. Ook dat waren er zoo
veel, dat er bijna plaatsen te weinig
YVas de quantiteit der geinaskerden
groot, de qualiteit deed ih gehalte
niet onder Er waren zeer vele mooie
costuums.
Natuurlijk kunnen we er niet aan
denken die honderde pakjes te be
schrijven, of zelfs maar te noemen,
alleen op eenige kunnen we de aan
dacht vestigen.
Om niet in herhalingen te treden
geven we eerst de uitspraak van de
jury.
Deze bestaande uit de hoeren G.
Feith, directeur der Hendrik de Key-
serschool te Amsterdam, J. Bronner,
FEUILLETON
XIX.
„Rozenhof"
Birwell Heath, 3 Oct.
Lieve Nelly.
Vergeef mij, dat ik je twee laatste
brieven nog steeds niet heb beant
woord, maar ik had er heusch geen
tijd voor. Ik moest zóóveel instruc
ties aan mijn leveranciers geven, aan
gaande het costuum, dat ik voor de
Rechtbank zou dragen enz enz.
dat ik haast geen tijd had, te eten of
te slapen. Ja, alles is achter den rug
en ik kan mijn hoofd weer fier op
heffen. YVare het niet, dat de meest
ridderlijke en edelmoedige van alle
gentlemen mij zijn diensten had aan
geboden, dan zou ik nu wel zeker,
evenals een suffragette, in de gevan
genis zitten.
Het begon met een brief van hem.
Hij is een alleraardigst man, zooals
ik nog zelden ontmoet heb; eu zóó
krachtig en fier ziet hij er uit en hij
is zoo eenvoudig en waar! Ik kan het
niet helpen, maar ik moet steeds een
vergelijking trekken tusschen hem
en wijlen Josiah en die valt zeer
ten nadeele van Josiah uit. Hij had
toevallig van een vriend, wiens naam
hij zich niet kon herinneren, vaü
mijn moeilijkheden gehoord en heeft
van dat oogenblik af op de meest on
zelfzuchtige wijze niets anders ge
daan, dan mij advies geven, mij op
beuren en steunen, totdat ik het
verschrikkelijke oogenblik zou door
staan, van voor den rechter te ver
schijnen. Als de grond niet zoo vies
was geweest en als ik niet oen zoo
breede'n hoed met echte struisvogel -
veeren had gedragen, zou ik bepaald
flauw gevallen zijn, toen de zaak
aan de orde kwam. Maar ik vond
spoedig mijn moed terug, toen mijn
beer Rodway (dat is zijn naam) voor
mij bet woord voerde en verklaarde,
dat het zijn auto was geweest, die
den boerenwagen had aangereden en
dat dus die aanklacht uooit tegen mij
gedaan had moeten worden. En ge
lukkig herinnerde ik mij in eens,
waar ik *s avonds op den 30sten Aug.
was geweest, namelijk in mijn slaap
kamer, waar mijn domme kamenier
mij bij vergissing had opgesloten,
zoodat ik half verhongerd was, toen
ze haar fatale domheid bemerkte. En
fin, de verklaring van Fred. Rodway
alleen was reeds absoluut afdoende.
De zaak werd geschrapt; zoudru Fred
beloofde, den boer te zullen schade
loos stellen voor de werkelijk geleden
schade, die zoo heel groot niet is. Je
hadt moeten zien, hoe Fred zijn ver
klaringen deed! Het was allemaal
zoo krachtig en zoo spontaan, dat
een ander misschien zou denken, dat
hij het heele verhaal van te voren
had klaar gemaakt, maar daarvoor
heeft hij een veel te nobel en oprecht
karakter. YVe reden samen in mijn
auto naar huis en iedereen feliciteer
de ons, behalve de politie. Fred is nu
hier op „Rozenhof'. Toe, kom ook
een paar dagen bij" mij logeeren. Ik
moet je ook advies vragen over een
paar nieuwe costumes. Jij hebt een
goeden smaak en het wordt langza
merhand tijd, dat ik den lichten rouw
afleg. Ik denk, dat ik weer blauw zal
nemen, je weet, dat staat mij het
best
Adieu! Kom je spoedig?
Uw
ALICE.
XX.
„Het Witte Huis"
Cbimston. 4 Oct.
Beste Gough.
Dank je wel voor je gelukwenschen
met den afloop van de zaak, maar je
moest je eigenlijk schamen, mij te
feliciteeren. Toen ik in het nauw zat,
liet je mij aan mijn lot over en nu ik
mij door mijn eigen optreden zoo
schitterend er uit heb gered, en bo
vendien een dame uit een allernaar
ste politiegesohiedenis heb geholpen,
kom je mij gelukwenschen. Zóó zijn
de advocaten!
Intusschen zie je nu wel, hoe dwuas
je hebt aangesteld, toen je me die lee-
lijke brieven schreef. Wat is er nu
ergs gebeurd door dat „valsche num
mer"? Niets, heelemaal niets! Ik zag
onmiddellijk het zwakke punt in de
aanklacht en heb dat zoo klaar en
duidelijk uitgelegd, dat de rechter
dadelijk de heele zaak van de agenda
afvoerde. Dat is het werk van een
leek, terwijl de rechtsgeleerde laf op
de vlucht ging. Neen, Gough, dit
maal ben ik slimmer geweest dan jij.
Enfin, einde goed, alles goed! Kom
eens over voor een paar dagen. YVe
zullen samen naar „Rozenhof toe
ren en ik zal je aan Alice Mariott
voorstellen. Zij is weduwe en eeu al
leraardigste vrouw.
Bonjour! Tot ziens!
FRED.
XXL
Telegram aan Mevrouw Alice Ma
riott, „Rozenhof, Birwell Heath.
„Verwaoht in ondragelijke spanning
uw antwoord".
FRED.
XXII.
Telegram aan den heer F. Rodway,
„Het Witte Huis", Chimston.
„Kom het zelf halen".
ALICE.
XXIIL
Dean's Inn.
Londen E. C. 10 Oct
Amice Rodway.
Heb je vandaag een huwelijksge
schenk gezonden. Een presse-papier,
in den vorm van eeu zilveren mlnla-
tuu r-automobiel.
Er hoeft geen nummer opt
De Uwe,
WINWOOD GOUGH