HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. L.O. - 74683. DINSDAG 28 FEBRUARI 1911 Buitenlandsch Overzicht 'T FRANSCUE MINISTERIE HEEFT ONTSLAG AANGEVRAAGD, zoo verzekert een telegram uit Parijs. Dus toch 1 lu z'n ontslagbrief heeft de minis ter-president Briand gewezen op de verzwakking van de republikeinsche meerderheid, waarop zijn ministerie steunde. Deze meerderheid heeft zich gedeeld in twee deelen. waarvan het grootste het ministerie is trouw ge bleven. maar het andere onverwacht snel is aangegroeid en elementen be vat. waarop de regeering meende te mogen rekenen bij het volbrengen van haar moeilijke taak. Alleen eensgezindheid van de repu- blikeinsche partij geeft de mogelijk heid een politiek van socialen vooruit gang, van orde en van veiligheid, te voeren. Deze heeft bij de daden van liet ministerie steeds voorgezeten en is den ingedienden voorstellen immer tot grondslag geweest. De bestaande toestand is onontwar baar, als zijnde voortgekomen uit een steeds groeiend wantrouwen en een dagelijks stelselmatiger wordende vij andigheid van zekere republikeinen tegen den voorzitter van den minis terraad. Mijn beroep op alle republikeinen, aldus Briand, om een politiek van ontspanning en kalmeering te verwe zenlijken en een redelijken, verdraag- zamen leckenarbeid te volbrengen, 'die voor elk geloof gelijken eerbied toont, ten einde allen burgers des lands eon nauwgezette en gelijke rechtvaardigheid van overheidswege to verzekeren (dit beroep ia door som migen niet begrepen, en door ande reu vervormd) heeft ten slotte op een gedeelte van de republikeinsche meer derheid een uitwerking gehad, die ge heel het tegenovergestelde is van het geen men er van verwachten mocht. De vijandigheid in politiek opzicht, die er door tegen mij is ontstaan, heeft niet afgelaten. De verwezenlij king van de politieke, fiscale, sociale en ceconomische hervormingen, die het stoutmoedigste programma bevat te, dat ooit aan het Parlement Is voor gelegd, is er door onmogelijk gewor den. Een nuttelooze poging, die uitslui tend kan dienen, om een precair on machtig leven, in een omgeving van kuiperijen en hinderlagen en soms ten koste van ellendige trausacties, te handhaven, stuit mij tegen de borst. De politiek van het ministerie is zege vierend uit alle botsingen te voor schijn gekomen, zij is evenwel in zijn handen in gevaar. Een ander minis terie zal de noodzakelijke eensgezind heid kunnen herstellen en dezen ar beid kunnen volbrengen. Daarom heeft dit ministerie besloten, af te tre den. De Fransche Kamer ls tot Maandag a. s. verdaagd. De minister-crisis ls nu officieel ge opend. Maar ree>ds eenigo dngcoi lie pen er geruchten over hetgeen te wachten is. Er wordt blijkbaar ge dacht aan een kabinet-Monls, met Delcassé en Berteaux, voor buiten- landsche zalceh zou men Ribot willen vragen, maar Mlllerand zou ook po gingen doen om deze portefeuille te krijgen. Caillaux zou dan met finan ciën bedeeld worden. Natuurlijk zijn dit alles onderstel lingen, met zekerheid valt nog niets te zeggen. Aandacht trekt wat 't bekende so cialistische Kamerlid Jaurès in zijn Humanité schrijft. Hij laat 't voorko men of de politieke heinel nu opge klaard is en thans een begin kan worden gemaakt met vruchtbaren wetgevenden arbeid, vooral op so ciaal gebied. Briand aldus Jaurès is tegen links gevallen, er behoort dus in de toekomst een politiek van links gevoerd te worden. De radicalen zullen dus moeten samenwerken met de uiterste linkerzijde en dat kon, wanneer zij op sociaal gebied maar krachtig genoeg zijn. Wanneer de so cialistische radicalen alleen maar hun oecononiisch programma werke lijk ernstig opnemen, kunnen zij ver zekerd zijn van den belangeloozen en ioyalen steun van de socialisten. Dit is een van de laatste kansen, die hun blijft om in de democratie een leiden de rol te spelen. In den Duitschen Rijksdag werden gisteren de debatten over 'T DEUTSCHE LEGER voortgezet. Verschillende sprekers (zoowel van 't Centrum, de Nationaal-liberalen, de Vrijzinnigen als Socialisten) drongen aan op de toelating van Israëlieten tot den rang van officier en wezen hij dit pleidooi op de toestanden ln an dere landen. Een beslist antwoord gaf de minis ter van oorlog niet. Wel betoogde hij, dat officieren geheel en al buiten el- ken partij-strijd staan en dat de er- aringen in het buitenland als een waarschuwing zijn, om het leger daarvoor te bewaren. (Bijval van rechts). „Bewuste of onbewoslc antisemie- tische stroomingen in het leger" zoo sprak de minister „keur ik af. Ik bestrijd deze, want wij hebben nóch Katholieke, nóch Protostantsche of Joodsche soldaten, maar Duitsche". Daarna wees de minister op het steeds minderende aantal der geval- mishandeling van soldaten, hij de bestrijding, ook zon der aansporing daartoe van afgevaar digden. als niet meer dan een staaltje •an zijn plicht beschouwde. „Wij aanvaarden" aldus de mi nister „gaarne elke zakelijke cri- tiek betreffende het leger. Een afbre kende crittek sleept steeds nadeelige gevolgen met zich mede. Wanneer voortdurend ongunstig over het leger wordt gesproken, zou dit in het bui tenland de meening kunnen doen ont staan, dat daarvan niet zooveel meer te verwachten is als in 1870. Door de ze onjuiste meening wortel te doen schieten bevordert men nóch den vre de, nóch het heil van het vaderland." ^Levendige bijval). Na deze klap op den vuurpijl wer den de algeineene beraadslagingen eldra gesloten, om wellicht heden ver te gaan tot de besprekingen over de verschillende posten. Heel moeilijk maakt men 't in Duitschland een Excellentie van Oor log niet. We kennen een kleiner land, waar zoo'n Excellentie aan meerdere krachtproeven wordt onderworpen.... Weten onze lezers dat land óók 7 VOOR DE ONTWAPENING 1 De Oostenrijk8Che delegatie nam de begrooting aan. nadat een motie was goedgekeurd, waarbij de regeering formeel wordt uitgenoodïgd alle be wegingen ten gunste der ontwape ning te steunen en to bevorderen. De vredesidée begint toch veld te winnen. Gelukkig 1 WEER EENSDE KRETENSER QUAESTIE. Ja. die is er nog altijd Naar aanleiding van het besluit, door de Kreteuser Nationale Vergade ring genomen, om de zending van een Kretenser delegatie aan de groote mogendheden, ten einde de annexatie bij Griekenland te verzoeken, te ver dagen, en geen bijzondere maatrege len te nemen om Kreta te verdedigen, hebben twee Grieksche ministers te Athene hun ontslag genomen, name lijk de beide tot de partij van Mi- ohelldakes behoorende ministers An- gelakis en Plumidakis De crisis wordt verscherpt, doordat 30 leden van de oppositie in de Grieksche Na tionale vergadering besloten hun mandaat neder te leggen. Op ver schillende plaatsen m Griekenland hadden Zondag volksvergaderingen plaats ter ondersteuning van de op positie. Er is dus weer volop leven In de brouwerij TUSSCHEN RUSLAND EN CHINA is nog niet "alles in 't reine. De toestand wordt te Petersburg nog niet als geheel zuiver aange zien. De Russische regeeriug is er niet zeket van, dat China in werke lijkheid toegevend is en geen uitstel van executie zoekt. Daarom heeft de Russische regeering besloten de be spreking der quaesties, die China nog wil aanhouden, af te wijzen en den eisch te stellen, dat alle in het ulti matum gestelde vorderingen o n- middellijk en zonder beperking worden ingewilligd. De Russische mi litaire colonne, die re 's voor de aan bieding van het eers'. ultimatum last ontvangen had zich gereed te hou den, ontving weer bevel zich voor den tocht naar Koeldscha en de bezetting van dat gebied gereed te maken. Rusland is wel wantrouwend 't is alsof 't in 't Verre Oosten den strijd zoekt. IJSLAND EN DENEMARKEN. Björn Jonsson, de minister van IJsland, heeft telegrafisch den koning van Denemarken zijn ontslag aange boden. In de onderste afdeeling van het Althing is er nl. met 16 tegen 8 stemmen een motie van wantrouwen in hem aangenomen .Met 17 tegen 7 stemmen werd hij vervolgeus uitge- noodigd, dadelijk af te treden. Jons- son is vermoedelijk den IJslanders, die de verhouding tot Denemarken bloot tot een persoonlijke unie willen maken, niet radicaal genoeg. ONLUSTEN IN PORTUGAL. Te Setubal zijn 15,000 stakers in botsing gekomen met vertegenwoordi gers van het gezag. Infanterie heeft in de lucht gevuurd en cavaleristen hebben heen en weer gereden, om de opgewonden gemoederen tot rust te brengen. De stakers hebben nu eeni- gen hunner vertegenwoordigers naar Lissabon gezonden om bij de regee ring te protesteeren tegen het optre den der plaatselijke autoriteiten. De regeering heeft intusschen nog meer troepen naar Setubal gezonden. De stakers, die bereids een aanval op de fabrieken hebben gedaan, eischen, dat de patroons alleen geor ganiseerde arbeiders in dienst zullen nonnen. Groot ongerief veroorzaakt vooral de staking der bakkers, de politie heeft dan ook een aantal bakkerijen omsingeld en dwingt de eigenaars een zekere hoeveelheid brood te bakken. Er komt bericht, dat IN PARAGUAY EEN OMWEN TELING. is uitgebroken, die. naar men meent, wordt geleid door Rigueline, die een week geleden nog minister van bin- nerüandscne zaken was. Stadsnieuws Geloof Ongeloof of Conservatisme Democratie. Niet zeer velen waren in de boven zalen van „De Kroon" gisterenavond saamgekomen, ter aanhooring van een rede, die Prof. Dr. D. van Emb- den, voorzitter van de afdeeling Am sterdam van den Vrijzinnig Democra tise hen Bond, op uitnoodiging van de Jonge Vrijzinnige Propaganda-Club „Haarlem", houden zou over Een nieuwe scheidingslijn tusschen rechts on links niet langer geloof—onge loof, doch voortaan conservatisme democratie. Nadat de heer De Kanter de verga dering met een kort woord van wel kom geopend had, noodigdo Prof. Van Embden de aanwezigen uit, wat meer „vooruitstrevendte ztjn, zich van de eerste stoelen-rijen meester te maken, aan welk verzoek willig vol daan werd. De spieker begon met te zeggen, dat hij met genoegen de uitnoodiging van de Jonge Vrijzinnigen aangeno men had. Die invitatie toch bewijst, dat er belangstelling voor de politiek bestaat. En aan-politiek-doen. dal is deelnemen aan het openbare leven, is de plicht van iederen staatsburger. Politiek is het middel, waardoor men invloed uitoefent op de algemeene welvaart van het volk. Hoort men iemand zeggen „Ik bemoei me niet met politiek", dan zegt zoo iemand alleen „Mijn idealen hebben geen invloed". Het onderwerp, waarover ik het hebben zal vervolgde spreker is een belangrijk. De scheidingslijn tus schen conservatisme en democratie is genoemd een nieuwe. Tocli is dit niet geheel juist. Want in Engeland be slaat die reeds. En ook vóór en na 1886 is zij hier in het land eveneens duidelijk te voorschijn getreden. En na de Grondwetsherziening van 1889, in den strijd vóór-en-tegen do kieswet- Tak kwam zij wederom aan het licht. Dr. Kuyper schaarde zich toen aan de zijde der democratie. Toch moet de nieuwe scheidingslijn thans weer opnieuw wakker worden; want zij zal een verfrissching zijn, zij zal ons volk hervormingskracht te ruggeven. Zij moet opwek kon uit den tegenvvoordigen toestand van machteloosheid. Want er zijn ont zettende misstanden. Om die te zien, behoeft men niet eens diepe studie te maken. Cijfers over woningtoestan den, nuchtere cijfers, geven al dade lijk een kijk op een zee van ellende en demoralisatie. En men ziet die misstanden Al beter, kijkt men naar vrouwen en heel jonge kinderen, die hard. veel te hard moeten werken. Dan is er de bestaans-onzekerheid. Bij werkloosheid, bij ziekte, bij in validiteit, kan nu plotseling aan een goed bestaan een einde gemaakt worden. En dat zijn sociale misstan den, die niet behoefden te bestaan een goede wetgeving kan hier juist en reddend ingrijpen. Nog steeds is er geen Ziekteverzekering; wel zijn er vele ontwerpen geweest, maar geen enkel nog heeft het Staatsblad be- I reikt. W ij hebben een Woningwet, die uitnemende bepalingen bevat. Maar die kunnen niet steeds uitgevoerd, worden, omdat de loonen van de krotbewoners zoo laag zijn. Vooral bu de landarbeiders is het vreeselijk. De Staatscommissie voor onderzoek naar de levenspositie van landarbei ders zegt in haar rapport, dat de Loo nen in don tijd, waarin de kinderen nog moeten onderhouden worden, f 6 tot 8 bedragen. Een nauwkeurige toepassing der Woningwet-bepalin gen zou hier eenvoudig ten gevolge hebben, dat in de eerste levensbe hoeften niet zou kunnen voorzien worden. Verdienen de kinderen mee, dan gaat het nog wel, maar zijn die eenmaal het huis uit, dan zijn ouders eenvoudig op de liefdadig heid aangewezen. Eu nu is die commissie nog wel be houdend samengesteld Spreker wijdt dan eenige woorden aan de invaliditeitsverzekering, waarvan eenigszins de aandacht is afgeleid, omdat men bijna uitslui tend naar de ouderdoinspensionnee- ring kijkt. Toch is die verzekering een zeer belangrijke in Duitschiorid is gebleken, dat een groot aantal menschen invaliditeits-gelden trek ken, vóór zij aan hun ouderdoms pensioen toe zijn. Toen de invaliditeits-verzekering in Duitschland was ingevoerd, heeft men bemerkt, dat zeer veel longtuber- cul09elijders trokken. Nu is tering ln het eerste stadium te genezen. Door een eenvoudige niet zeer edele of ethische, maar slechts commercieels redeneering. is men toen tot de er kenning gekomen, dat het beter was. deze lijders-in-het-eerste-stadium te genezen, dan ze later jaren lang nog op de kassen te laten voort-vegc- teeren. Men bouwde sanatoria en herstellingsoorden geheel vrijwillig en spaarde nog veel. Dat is een nevengevolg van invali- diteits-verzekering, dat men niet uit het oog verliezen mag. en dat zich ook in ons eigen land zeer zeker zou doen gelden. Want op het oogenhlik werdén nog slechts luttele duizenden guldens besteed op een peuterige manier, zei spreker, aan een volks ziekte, als de longtuberculose. Ons lainl heeft op wetgevend gebied grooten achterstand. Nog steeds is er geen algemeen kiesrecht, dat toch Ln bijna alle beschaafde landen bestaat, en het kiesrecht, dat we hebben, is belichaamd nog in de onwaardige kieswet-Van Houten. Het is noodig, dat we uit de periode van machteloosheid geraken. Hoe die machteloosheid er is? Eenvoudig door de ongezonde partijgroepeering. Drie maal is ons land door een christelijk coalitie-ministerie geregeerd. De eer ste maal, van 1888'91 dour het Kabi- net-Mackay, dat op verschillende ma nieren, o.a. door de beruchte spoor wegcontracten, van zijn conservatis me blijk gaf. Op wetgevend gebied gaf dit ministerie een treurig beeld. „De Standaard" gaf de volgende ver klaring: „Vóór 1888 hebben de libera len geregeerd, toen gebeurde er dus niets. Het volk is dus uitgehongerd, en iemand, die uitgehongerd is, moet men in den beginne slechts weinig geven." Maar die merkwaardige Standaardverklaring ging later niet meer op, want van 1901'05 kreeg men het kabinet-Kuyper, dat evenmin een enkele wet in het Staats blad bracht. En ïn de jaren daarvoor waren toch heel wat wetten voltooid. Natuurlijk werden weer andere uit vluchten gezocht. Thans hebben we het ministerie-Heemskerk, dat bijni drie Jaren zetelt. En dit ministerie brengt op sociaal gebied evenmin iets tot stand. Bakkers-, en Ziekte-wet, zullen wel niet in het Staatsblad ko men. Kans om aangenomen te worden hebben wel de militie-wet-wijzigingen, en de verzwaring van de indirecte be lastingen. Daarmee is het conserva tisme van deze regeering op het scherpst geteeke'nd. Spr herinnert aan de motie-Aalber- se ten gunste van den 10-urendag, die in Maart 1909 aangenomen werd. Minister Talma heeft dit votum naast zich neergelegd, en een afwijzende houding aangenomen. Vele arbeiders, uit alle kampen, hebben gedemon streerd, maar niets helpt. En merk waardig is de houding van den vader van de motie. Minister Talma zegt Mr. Aalber- se is niet principieel tegen den 10- uren-dag; hij wil hem slechts voor al le bedrijven afzonderlijk tot stand brengen. Hoe lang het duren kan eer hij er dan is zegt prof. Van Emb den rekene men nu maar zelf uit En minister Talma redeneert de Katholieke socioloog verder moet aanblijven, want andere komt de sociale verzekering niets terecht. En de tegenwoordige toestand schept ontevredenheid, doet de sociaal-de mocratie groeien, waarmee ons land ook al niet zal vooruitkomen. Hoe ko men we nu uit het moeras? Niet, door te trachten de onhoudbaarheid van de anti-these aan te toonen. Want er is inderdaad verschil van uitgangs punt over moraal, gezags- o o rsp r o n g, tusschen de partijen ter rechter- en ter linkerzijde. Maar hoe men tot zijn conclusies komt, doet er practlsch weinig toe. Het punt van aanval moet zijn, aan te toonen, dat een anti thetische partij-groepeering tot mach teloosheid leidt. En dat is al te zien ook. De Christelijk-Historische groep begint reeds van de coalitie genoeg te krijgen. In Sneek stemden velen op Ph. Noordwall en niet op Dr. Scheurer; in Rotterdam V bleven vele mannen- van-rechts bij de laatste verkiezing thuis. Dat proces moeten de vrijzinni gen verhaasten. We moeten zegt spr. een partijgroepeering krijgen, die in staat is wat te doen op het ge bied van sociale hervormingen. De linkerzijde heeft een groote taak te verrichten, want in de kringen, die ergaderingen houden zonder debat, dringen de argumenten niet gemak kelijk door. Vrijzinnigen, die hun begrijpen, moeten ook vooral In de eigen gelederen werken. En dan moeten ze op twee dingen letten: n.1. om niet te vervallen in een vruchteloos anti-clericalisme, en een zuiver democratisch standpunt in te neinen. Afstooten dus wat nog con- irvatief in de vrijzinnige groepen de vrij-liberalen in de eerste plaats. Niet moeten de democraten verval len in wijsgeerig-theologische debat ten, A la KuyperVan der Vlugt, want daarmee schieten zij in geoncn deele op. Algemeen kiesrecht willen de drie groote groepen van de vrij zinnigen allereerst: de vrij-llberolen willen dat niet. De meeste Katholieken behooren ook tot de voorstanders van algemeen kiesrecht, dat de grondslag voor de komende democratische groepeering zijn moet. De sociaal-democratie ka:: daarmee ook meegaan, al moet die partij ook nog de scheidingslijn be- die niet weggwischt worden mag, om haar niet onherkenbaar te maken .En ook moet het goede bij de z g. clericalen gezien worden Spr. herinnert aan het goedgezinde votum herinnert aan het goedgunstig votum Leeszalen. dat goeddeels aan de Christelijk-Hislorlsehea, dank zij hun krachtig optreden, te danken is. Jhr. Lobman is tegen de Vrije Uni versiteit, omdat zij niet vrij-staand op zuiver wetenschappelijke!! grond slag, zelfstandig denken iaat. Een zuiver democratische gedachte 1 lu 1848 eu later, toi de zestiger eu zeven tiger jaren toe. was de Katholieke partij een sterke steunpilaar voor de liberalen. Toen Thorbecke den Katho lieken in ons land volkomen vrijheid van beweging verschaft had, werd hij in de R. K. districten Maastricht en Breda tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Men moet eenvoudig de behoud- zuchtlgen uitsluiten. Wanneer men leeren wil van het verleden, ziet men, dat. een Al-Vrijzinnige concentratie een onding is. In 1897 en Ln 1905 is dat het geval geweest. Spr. herinnert slechts aa.n de wet op den Leerplicht. •an de Vrij-liberalen, omdat zij te democratisch was, hevig verzet on dervond. De wet werd ten slotte met jen 49 stemmen aangenomen, met behulp van twee leden van rechts. Het honderste Kamerlid was van zijn paard gevallen, en ongesteld. De drie sociaal-democraten, die toen in de Kamer zaten, toonden weinig politiek besef, en stemden ook tegen. Dan het ministerie-De Meester. De Vrij-liberalen zegden op 't moment, dat de Grondwetsherziening werd aan gekondigd, hun trouw daaraan op. Het recept, dat de linkerzijde ma eensgezind tegenover den gemeen- schappelijken vijand moet staan, is versleten. De rechterzijde ziet zelfs niets liever dan een groote anti-cleri- cale massa, want dan staat tij het sterkst. Het ls ook niet te verwachten, dat. als men een partijgroepeering onder de leuze „anti-clericaal" ver slagen heeft, de overwonnene zeggen zal Gij hebt geliik. Toch hebben de vrijzinnigen ln groote naïveteit meermalen dat go- daan. Maar nu eindelijk gaat lessen van de historie begrijpen. In 1894 hadden de Vrij-liberalen ln de Tweede Kamer nog 22 zetels nu nog 4. Dat teekent. De woordvoerders der Vrij-liberalen keuren telkens het de mocratische Unie-program afmen kan wel merken, dat zij het ministe rie-Heemskerk nog zoo kwaad niet vinden. Telkens gaan zij in de rich ting der rechterzijde, waar ze niet eens met open armen ontvangen wor den. En ook de linkerzijde kan ze met goed zetten. Zoo blijven de Vrij liberalen van pool tot pool zweven, telkens afgestooten. Het moet hiertoe komen, dat links betteken! democraat, en rechts con servatief. Spr. hoopt, dat de Jonge Vrijzinnigen dat meer en meer gaan inzien. De toekomst van de vrijzinnig heid kan alleen liggen in de demo cratie Hartelijk applaus viel den spreker i beëindiging zijner rede ten deel. DEBAT. Van de gelegenheid tot gedachten- wisseling maakten slechts een tweetal sprekers gebruik, die zich tot enkele korte ojwnerkingen bepaalden. De heer BLOM meende als christen socialist, principieel te staan tegen da groepeering. die Prof Van Embden zich in de toekomst dacht. Spreker legde er den nadruk op dat hij was vóór het bijzonder onderwijs en vóói do doodstraf, uit beginsel evenwel to ven het militarisme. Fen waar Chris- ten mag zich niet coaiiseeren, zeide do heer Blom. De heer KLEUN maakte enkele op merkingen over verzekeringswetten en statistieken dienaangaande, en ver klaarde zich vóór wettelijke erken ning van vrije ziektekassen. Spr. vergeleek Nederland, in tegen- stelling met Prof. Van R-r.bden, meer bij Engeland dan büjpuiischland. Prof. Van EmbótSWntwoordde bel de debaters slechts kort. In de zaal werden gedurende de pauze vrijzinnig-democratische ge schriften verspreid. Tevens was gele genheid tot teekening van het vrijz.- dem. petitionnement in zake het Al- gemeen Kiesrecht. Te kwart vóór elven werd de verga dering met een woord van dank van den heer De Kanter aan -preker, de baters en aanwezigen, gesloten. VerlofDrankwet. B. en YV. van Haarlem brengen tei openbare kennis, dat is ingekocien een verzoekschrift van J. Houweling om verlof, tot het verkoopen van al coholhoudenden drank anderen dan sterken drank voor gebruik ter plaat se van verkoop in de gelagkamer van het perceel aan de Groendaalsteeg no. 10. ORGELBESPELING op Donderdag 2 Maart, des nam. van 23 uur, in de Groote of Sint Bavo- kerk alhier, door den Heer YV. Ezer Programma: No. 1. Preludium en Fuga, J. S. Bach. No. 2. Andante uit de 7e Symphonte, Beethoven. No. 3. Sonate No 2, A. GuilmanL a. Allegro moderato. b. Larghetto. c. Allegro vivace. No. 4. Chant trlste, Surzynski. No. 5. Cantilène, A. Maillij. Bal masqué van „Jacob van Lennap" ,,'t GROOTE, welgeslaagde, bal- masqué van „Jacob van Lennep" zoo sprak de voorzitter bij liet uitrei keu der prijzen. Dat was geen misplaatste eigen dunk, uiaar de klare waarheid. In derdaad, T was een schitterend festijnl De Kroon was in een feestzaal her schapen. 't Deed denken aan een sprookjos-paleis. Van het dak naar de balhi8trade van de gaanderij hingen guirlandes groen, waar tusschen een menigte van roode, blauwe en gele electnsche lampjes, niet minder dan 1000. T Tooneel stelde een rijk-gede coreerde hal voor, die wel iels van een Griekschen tempel had. 't Geheel maakte een prachtig ef fect: ln de zaal, vooral op de d&nsvlakte, was 't een bonte beweging van kleu ren. Geen wonder, er waren ruim 200 gecostu meerden, die daar dooreen draaiden. Op de gaanderij zaten de niet ge- costumeerden. Ook dat waren er zoo veel, dat er bijna plaatsen te weinig YVas de quantiteit der geinaskerden groot, de qualiteit deed ih gehalte niet onder Er waren zeer vele mooie costuums. Natuurlijk kunnen we er niet aan denken die honderde pakjes te be schrijven, of zelfs maar te noemen, alleen op eenige kunnen we de aan dacht vestigen. Om niet in herhalingen te treden geven we eerst de uitspraak van de jury. Deze bestaande uit de hoeren G. Feith, directeur der Hendrik de Key- serschool te Amsterdam, J. Bronner, FEUILLETON XIX. „Rozenhof" Birwell Heath, 3 Oct. Lieve Nelly. Vergeef mij, dat ik je twee laatste brieven nog steeds niet heb beant woord, maar ik had er heusch geen tijd voor. Ik moest zóóveel instruc ties aan mijn leveranciers geven, aan gaande het costuum, dat ik voor de Rechtbank zou dragen enz enz. dat ik haast geen tijd had, te eten of te slapen. Ja, alles is achter den rug en ik kan mijn hoofd weer fier op heffen. YVare het niet, dat de meest ridderlijke en edelmoedige van alle gentlemen mij zijn diensten had aan geboden, dan zou ik nu wel zeker, evenals een suffragette, in de gevan genis zitten. Het begon met een brief van hem. Hij is een alleraardigst man, zooals ik nog zelden ontmoet heb; eu zóó krachtig en fier ziet hij er uit en hij is zoo eenvoudig en waar! Ik kan het niet helpen, maar ik moet steeds een vergelijking trekken tusschen hem en wijlen Josiah en die valt zeer ten nadeele van Josiah uit. Hij had toevallig van een vriend, wiens naam hij zich niet kon herinneren, vaü mijn moeilijkheden gehoord en heeft van dat oogenblik af op de meest on zelfzuchtige wijze niets anders ge daan, dan mij advies geven, mij op beuren en steunen, totdat ik het verschrikkelijke oogenblik zou door staan, van voor den rechter te ver schijnen. Als de grond niet zoo vies was geweest en als ik niet oen zoo breede'n hoed met echte struisvogel - veeren had gedragen, zou ik bepaald flauw gevallen zijn, toen de zaak aan de orde kwam. Maar ik vond spoedig mijn moed terug, toen mijn beer Rodway (dat is zijn naam) voor mij bet woord voerde en verklaarde, dat het zijn auto was geweest, die den boerenwagen had aangereden en dat dus die aanklacht uooit tegen mij gedaan had moeten worden. En ge lukkig herinnerde ik mij in eens, waar ik *s avonds op den 30sten Aug. was geweest, namelijk in mijn slaap kamer, waar mijn domme kamenier mij bij vergissing had opgesloten, zoodat ik half verhongerd was, toen ze haar fatale domheid bemerkte. En fin, de verklaring van Fred. Rodway alleen was reeds absoluut afdoende. De zaak werd geschrapt; zoudru Fred beloofde, den boer te zullen schade loos stellen voor de werkelijk geleden schade, die zoo heel groot niet is. Je hadt moeten zien, hoe Fred zijn ver klaringen deed! Het was allemaal zoo krachtig en zoo spontaan, dat een ander misschien zou denken, dat hij het heele verhaal van te voren had klaar gemaakt, maar daarvoor heeft hij een veel te nobel en oprecht karakter. YVe reden samen in mijn auto naar huis en iedereen feliciteer de ons, behalve de politie. Fred is nu hier op „Rozenhof'. Toe, kom ook een paar dagen bij" mij logeeren. Ik moet je ook advies vragen over een paar nieuwe costumes. Jij hebt een goeden smaak en het wordt langza merhand tijd, dat ik den lichten rouw afleg. Ik denk, dat ik weer blauw zal nemen, je weet, dat staat mij het best Adieu! Kom je spoedig? Uw ALICE. XX. „Het Witte Huis" Cbimston. 4 Oct. Beste Gough. Dank je wel voor je gelukwenschen met den afloop van de zaak, maar je moest je eigenlijk schamen, mij te feliciteeren. Toen ik in het nauw zat, liet je mij aan mijn lot over en nu ik mij door mijn eigen optreden zoo schitterend er uit heb gered, en bo vendien een dame uit een allernaar ste politiegesohiedenis heb geholpen, kom je mij gelukwenschen. Zóó zijn de advocaten! Intusschen zie je nu wel, hoe dwuas je hebt aangesteld, toen je me die lee- lijke brieven schreef. Wat is er nu ergs gebeurd door dat „valsche num mer"? Niets, heelemaal niets! Ik zag onmiddellijk het zwakke punt in de aanklacht en heb dat zoo klaar en duidelijk uitgelegd, dat de rechter dadelijk de heele zaak van de agenda afvoerde. Dat is het werk van een leek, terwijl de rechtsgeleerde laf op de vlucht ging. Neen, Gough, dit maal ben ik slimmer geweest dan jij. Enfin, einde goed, alles goed! Kom eens over voor een paar dagen. YVe zullen samen naar „Rozenhof toe ren en ik zal je aan Alice Mariott voorstellen. Zij is weduwe en eeu al leraardigste vrouw. Bonjour! Tot ziens! FRED. XXL Telegram aan Mevrouw Alice Ma riott, „Rozenhof, Birwell Heath. „Verwaoht in ondragelijke spanning uw antwoord". FRED. XXII. Telegram aan den heer F. Rodway, „Het Witte Huis", Chimston. „Kom het zelf halen". ALICE. XXIIL Dean's Inn. Londen E. C. 10 Oct Amice Rodway. Heb je vandaag een huwelijksge schenk gezonden. Een presse-papier, in den vorm van eeu zilveren mlnla- tuu r-automobiel. Er hoeft geen nummer opt De Uwe, WINWOOD GOUGH

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5