RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadsels
(Doze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmorgen
goede oplossingen zenden, worden in
het volgend nummer bekend ge
maakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PR \CIJTP,AND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met liet aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
De prijs voor de raadsels in de maand
Februari is bij loting ten deel geval
len aan
FRITS SEUTER,
die zijn prijs Woensdagmiddag tus-
schen 12 en 2 uur mag komen balen.
1 (Ingezonden door Pier Ileidweiller).
Ik ben een verkwikkend zuurbron-
netje,
Gehuld in een gouden japonnetje
Gegroeid in het verre, Zuid'lijke
land,
Wordt ik gezonden naar allen kant.
2. (Ingezonden door Wim Heijl).
Welk land van Europa leest ge hier
uit
AIJFKKNRR
3. (Ingezonden door Anna de Liefde).
Ik besta uit 16 letters en sta dikwijls
fn do Zalordugavoud.
1 15 4 3 is hoog.
3 4 7 13 11 is een meisjesnaam.
3 4 5 G 7 8 regeerden vroeger.
4 12 hoort bij 't schip.
C 5 13 bevat vloeistof.
9 1U 12 14 bestaat uit vloeistof.
1 2 16 is een verkorte jongensnaam.
4. .Ingezonden door Betsy Akersloot).
Twee hoofden en tien teenen.
Twee armen en zes beenen.
Vier in beweging en twee op den
rug;
Raadt wat het is en zegt het ons
vlug.
5. .Ingezonden door Jan en Cor
Huijer).
Zet onder elkaar
Een meisjesnaam
Een jongensnaam.
Iets. dat aan den slootkant groeit.
Een boom.
Een viervoetig dier.
De beginletters vormen nu een meis
jesnaam.
6. ilugozuiiden door Gerrie Renger.)
Ik besta uit 9 letters en ben in de
huiskamer le vinden.
1 2 3 4 5 0 werd vroeger in den oor
log gebruikt.
8 9 1 is een soort riet.
5 4 7 8 is een niuzieionstrument.
7. (Ingezonden door Bertha Clau
sing;.
Ik ben een stad in 't N. W. van Tm
gelsch Indië. Laat mijn vierde letter
weg en Lk ben een landstreek in Su
matra.
8. (Ingezonden door Annie Rozenhart.)
liet is niet vastonthoofd loopt het
in de wei en wordt dan in de stad
weer onthoofd en verkocht.
9. (Ingezonden door Clara en Aagje
Bon).
Zet een metaal en een riviertje ach
ter elkaar en ge krijgt een plaats in
Nederland.
10. (Ingezonden door Maartje Verdel).
Mijn geheel is een spreekwoord
van 25 letters.
1 3 8 15 is niet lang.
18 13 24 is een voorzetsel.
9 13 13 4 is een lichaamsdeel.
15 2 7 23 is een landstreek.
b 5 10 14 is een lichuainsueeL
12 16 19 11 is een grundsoort.
22 23 z\j 21 is een deel van een fiets.
25 23 5 17 is een verkorte meisjes
naam.
11. (Ingezonden door Anna de Bruijn).
eng
ard
tva
onr
reg
igv
oed
ech
ged
erK
Welk spreekwoord leest ge hieruit
12. (Ingezonden door Aaltje Peters),
lk ben een ding van hout,
In mij staat iel9 van steen.
Als 't winter is en koud
Verwarm ik voet en been.
Raadseloplossingen
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Beier iaat dnaolion
1. Beter laat dan nuoit. Anna
Arie beer eten lelie troon
de noot.
2. Boter een half ei, dan een leege
dop.
3. Pink.
4. Funiainenbleau. fontein lot
Leo Anna tobbe fout.
5. Riga RigL
6. Deventer.
Eindhoven.
N ij kerk.
Heek van Holland.
Etburg.
L oenen.
Doesburg.
Ermeloo.
Roodeschool.
DEN HELDER.
7. Pamukassan. pan kaas
maan pas pa ma man
kaap.
8. Lepel.
9. Kunurio.
10. Jacob Cats. Cato bot ja
Coba jas.
11. Postkantoor
12. Aar oor uur.
Beppie Ploeg 11.
Petronella Langorhuizen 12.
H. Beenhakker 11.
Hendrik» Robin 12.
Martin us llu be rs 11.
Arie de Vos 12.
Willy Germeruad 12.
Soplue en Agatha do Waal 7.
Nico Drent 11.
Jan Hendrik Bruijn 11.
Willem Warmerdam 11.
Daniel v. d. Meulen 10.
Jo Been 12.
Ans van den Ban 12 on 12 van de
vorige week.
Anna E. Bergmun 4.
Alida A. C. Möhring 8.
Christiaan Grandia 11.
Sophia v. Welsenes 4.
Bertha Martens 10.
Annie M. Rozeuhurt 11.
Hendrik Brakel 11.
Elsje Hoenderdos 10.
Hendrik J. Tjaden 11.
Zonder naam (met potlood' geschre
ven) 9.
Giljam Lokerse 12.
Anna Bergman 7 van de vorige
week eu 12 begraven plaatsen.
Betsy van Beem 11.
Jan Tames 8.
Bertha Clausing 12.
Antoon Duterloo 12.
Jacob C. Stolwijk 10.
Cor Huiier 11.
Jan Hu>"or 11.
Piet, Marie en Willem Extra 11.
Alida Kammeijer 12.
Nanne en Cor Nauta 12.
Joh. W. Raatgever 9 en 10 van 'de
vorige week.
J. v. Donselaar 9.
Bertus en Dina v. Putten 11.
Huberta Raas 12.
Gerrie Renger 12.
M. v. d. Kwast 12.
Betsy Akersloot 9.
Emiel Duisterhof 5.
Marie Duisterhof 7.
M. Duisterhof 6.
Fenna Biemond 12.
Anna de Liefde 12.
Johanna Kok 12.
Betsy Wensing 11.
Jacob Wensing 11.
Annie Marseille 11.
Frits Seuter 12.
Lena Bölund 9.
Sophia Verzijlberg 11.
Piet Verzijlberg 11.
Bet je de Vries 11.
Willem Lodder 12.
Elisabeth Lodder 12.
Jansje uil Dijk 12.
Dina en Neliy Mooren 6.
Corrie Aipheuaar 10.
Willem uvenueer 12.
Anna van lioeuis 11.
Margaretua Sclueur 10.
Chriaiuia Schreur 9.
Marie Huigrok v. d. Werve 12.
Cornells aneileus 10.
Jeanette en Luuise Bouger 8.
Jacobus Misset 11.
Maartje en Nico Verdel 12.
Harrie en Christina Kuijt 8.
Alida Roeland 9.
Sophie en Netje Busschoten 12.
Aaltje en Anna Peters 12.
Gerrit Elsnerus 10.
Klaas Blauw 12.
Anna Blauw 12.
Frans en Jo v. Egmond 12.
Gerard I-tenger 12.
Zus Unursina 12.
Lodewijk C. Ballintijn 12.
Corrie Brinkman 9.
Mientje de Jong 11.
Rika de Jong 10.
Willy Zellerer 12.
Joh. v. d. Brugge 11.
Catharina Verhoeven 10.
A. Verhoeven 10.
Marie en Bep Ruyzenaers 10.
Theo Groeneveld 10.
Betsy de Haan 12.
Henderina Hoekstra 10.
De Wedstrijd
Wel, wel, wat hebben jullie weer
gewei kt I lk behoef uiet te vragen,
of deze wedstrijd ïu den smaak viel.
Ik heb liefst 102, ja: honderd
en twee opstellen ontvangen. En
daar waren heel wat goede bij, zooais
je wel begrijpen kunteu slechte, nu,
die waren er eigenlijk niet 1
De kinderen, die meegedaan heb
ben, houden zeker allemaal veel van
opstellen maken en kunnen liet op
school zeker allemaal goed. In de
meeste waren maar weinig foutjes,
en ik heb ze allemaal met pleizler ge
lezen. De vertelliug van een oud zee
man heeft bet meost aangetrokken,
want daarvan alleen waren er ruim
veertig, en dan volgde liet wegge-
loopen poesje, waaraan ruim 30 kin
deren hun krachteu beproefd heb
ben.
Maar nu zal ik je geduld niet lan
ger op do proef stellen en maar
gauw met den uitslag beginnen.
in de Eerste Afdeeling was
beste werk van
ELIZABETH SLAGER,
oud 14 jaar.
Haar flink opstel kunnen jullie
hieronder zelf lezen.
Zij mag kiezen tusschen een BOE
KENHANGER of een KLOKJE.
De tweede prijs is voor
HILDA KOOZEN,
oud 14 jaar.
Haar vertelling van den ouden
zeeman kunnen jullie de volgende
week ook zelf lezen.
Deze prijs bestond uit een FLUIT,
OCCAR1NA of MONDORGEL, of een
SCHAAK-, DAM- of ANDER SPEL.
Als je niet van muziek maken
houdt. Hilda, mag je in de plaats
hiervan ook wel een reismandje, een
naai- of werkdoos, of iets anders op
geven.
De derde prijs is voor
HENDRIK BRAKEL,
oud 13 jaar,
die mag kiezen tusschen een TUBE-
VF.RFDOOS. een INKTF OKER, of
oen BOEK IN PRACHTBAND.
En de premie, namelijk een BOEK
IN PRACHTBAND, is verdiend door
GILJAM LOKERSE,
oud 14 jaar.
Verder heb ik nog oen Extra Prijs
verloot onder de kinderen, die eervol
vermeld zijn, en dezd^is ten deel ge
vallen aan
CLASLNA VAN LOON,
oud 12 jaar.
De overigen, die een Eervollo Ver
melding verdienen, zijn
MARIE VERHEUS.
NETJE DUSSCHOTEN,
SOPHIE DUSSCHOTEN.
HUBERTHA RAAS.
MARTINUS BONKE,
LENA KOESTAL,
MAARTJE BRA AU.
J. C. STOLWIJK.
HENDERINA HOEKSTRA,
MARIE STAR, en
GERARD RENGER.
De anderen wareu allemaal goed
en zal ik dus maar niet meer opnoe
men.
In de Tweede Afdeeling is de eerste
prijs, namelijk eon TOOVERLAN-
TAARN, een SPOOR of STOOMMA
CHINE, voor de aardige verjes van
ANS VAN DEN BAN,
oud 11 jaar.
Als je al een tooverlantaarn hebt,
Ans. dan mag je me ook iets anders
opgeven, bijv. een HANGMAT, een
CROQUETSPEL. een GOOCHEL-
DOOS, of iets dergelijks.
De tweede prijs, namelijk een
FLUIT OCCARINA of MONDORGEL,
of een SPEL, is voor
JAN MAZUREL,
oud 11 jaar.
De derde prijs, namelijk een TUBE
VERFDOOS, een WERKDOOSJE, of
een FIGUURZAAG, is voor
HENDRIK TJADEN,
oud 10 Jaar.
En de premie, namelijk een BOEK
IN PRACHTBAND, is voor
PH1L1NE COHEN,
oud 9 jaar.
Verder heb ik hier ook nog een
Extra Prijs verloot onder hen, die
eervol vermeld zijn, en deze is ten
deel gevallen aan
TH. CORN. PHILIPPO.
De overige Eervolle Vermeldingen
zijn toegekend aan
JO BEEN,
WIM HEIJL.
JOH. C. STAM,
ALIDA VAN PAASSEN,
ANNIE DE BRUIJN,
PIET LANG,
BETSIE PLOEG,
HENDRIK C. JANSEN,
KLAAS BLAUW,
WILLEM LODDER,
WILLY GERMERAAD.
Ook de anderen waren goed.
L>e prijswinners mogen mij uiterlijk
Maandagavond opgeven, wat zij kie
zen, en dan mogen de prijzen en pre
mies Woensdagmiddag tusschen 12
en 2 uur bij mij aan huis afgehaald
worden.
En nu zijn misschien enkelen on
der juBie wel wat teleurgesteld,
maarvolharding wordt beloond,
moet je maar donken de volgende
week komt een nieuwe wedstrijd m
de courant, en dan maar weer met
nieuwen moed aan den gang.
Bekroond opstel door
ELIZABETH SLAGER
oud 14 jaar.
HET WEGGELOOPEN POESJE.
Helder scheen de zon in de kleine
huiskamer. Het was zulk heerlijk
mooi, warm zomerweer dat de nu
schen in de dakgoot zaten te gapen.
Voor de ramen bloeiden de rcode
stokrozen, de kruizemunt, de zonne
bloemen, fuchsia s en geraniums, dat
't een lust was om te zien. De lucht
was prachtig blauw, en scheen door
de warmte te trillen.
In de kamer zat eene oude vrouw
kousen te stoppen. Ze was alleen
thuis, behalve oen paar kinderen die
achter hel huis onder den beuken
boom aan 't spelen waren en behalve
een arme jongen die in de bedstede
sluimerde. Het was grootinoe's lie
veling, de elfjarige Ko, maar de oude
vrouw schudde meermalen het hoofd
over hem, en geen wonder, hij was
aan beide beenen lam en hij had bo
vendien eene erg zwakke gezond
heid. Toen vader hem des morgens,
om acht uur, toen hij even naar huis
kwam geloopen van 't veld, vroeg:
„Ko, zal ik je ook in den stoel voor 't
raam zetten, 't is prachtig weerl"
kreeg hij niets ten antwoord dan
een pijnlijk gekreun. Ko was ziek, hij
sliep maar steeds en op z"n waugen
lag een gloeiende blos, die pijnlijk
afstak tegen de magerheid eu bleek
heid van z'n gelaat.
Grootmoeder dacht over dit alles
na en zuchtte een paar keoren diep.
Ze keek het venster uit, in de zonni
ge, lachende natuur. Vader en moe
der waren allebei aan 't hooien op
't land voor den boer eu Jun en Frits
waren ook mee om te liolpen.
Ze stond op en ging naar het bed
van den zieken jongen. Hij sliep niet
meer maar was klaar wakker en
vroeg om wat water. Grootmoeder
knikte en duwde de deur van de bed
stede wat verder open. Ze ging het
gangetje door, naar achteren en toen
ze een kroes vol water uit den water
ton had opgeschept liep ze de achter
deur uit en riep de beide meisjes.
„Is 't tijd, Grootmoe?" vroeg Anne
ke, die hard kwam aangoloopen.
„Ja", zeide de oude vrouw kortaf
en vervolgde toen: „Hier staat de
koffie, en daar op tafel in de rooie
zakdoek is 't eten, en draag de ketel
nou voorzichtig hoor, mors niet. Hier
Mie, jij 't eten. Mooi zoo. En nou niet
Hiel 1 en en draven ©n gauw terug
komen hoor!"
Gehoorzaam gingen de beide kin
deren de deur uit, om vader en moe
der eh da ion own* koffie en brood te
brengen, want 't was twaalf uur.
's Woensdags ging de school altijd
om elf uur uit.
Grootmoeder ging terug naar Ko.
Deze staarde zuchtend naar bulten,
terwijl hij de kroes aannam, 't Was
daar zoo mooi, en in de kamer zoo
honauwdl
Hij werd gowekt uit z'n lichte slui
mering door luide kreten van de
meisjes.
..O, is 't niet een prachtig dier?"
„Wat snort hij prettig! Weet u waar
we hem gevonden hebben? Onder de
haag bij 't boschpad zat ie, is 't niet
An? We hebben *m maar gauw mee
gepakt. Hij was nieis zwaar!"
Grootmoe was bezig de „koffie
boer' op tafel te zetten en luisterde
toe, terwijl ze, het hoofd half omge
wend, naar eene mooie, sneeuwwitte
poes keek, die in Ko's stoel voor 't
raam in 't zonnetje ging liggen spin
nen.
„Waar denkt u toch over?" riep
Mien uit.
„Ik zit te prakkezeeren, van wie
dat beest toch wezen mag!"
„Nou ja. hij blijft nou vooreerst
hierl Of niet?"
An was zoo teleurgesteld dat Groot
moe haastig zei: „Nou, vooreerst
wel, jal"
„Poes, poes!" klonk een stem uit
de bedstede.
Poes wendde z'n kop om, naar de
lichting van 't bed. Hij spro'ng daar
na op den stoel, die 't dichst bij de
bedstede stond, en met een wip was
hij op de warme dekens en koester
de zich tegen den armen ziek©.
Grootmoe en de meisjes lachten.
„Laat hem hier blijven Grootmoe,
ja?" smeekte Ko.
,,Ja goed hoor] Zou je dan kunnen
slapen?"
„Juist wel!" zei de jongdn met
vuur.
Een poosje later waren de meisjes
na eene boterham gegeten te hebben,
naar de breischool in 't dorp, en had
Grootmoeder de roode meubelsitsen
gordijnen voor de badstede dichtge
schoven. ma r de denren waren open
en het zonlicht, dat door de gordij
nen scheen, mankte het kussen, de
dekens, het laken, alles even rond.
Ko's blonde vlaskop leunde vermoeid
tegen 't frissche, pas npgesehuddo
kussen en poes sliep in z'n arin, zich
koesterend in 't roode zonlicht en
spinnende dat het een aard had.
II.
't Had hevig geregend, op zekeren
dag. Groote plassen hadden zicli ge
vormd in de kuilen van den hobbell-
gen weg, die langs het armoedig©
huisje liep. 't Was een groot geluk,
dat het hooi binnen was, anders zou
't er leelijk voor de boeren hebben
uitgezien.
De beide meisjes waren thuis, in
de kamer. Moeder was nu niet meer
aan 't hooien, maar nu was ze uit
werken, dus dat was voor de kinde
ren gelijk; Ko was veel beter. Hij zat
in den grooten ziekestoel voor 't raam
een deken lag over zijne arme, lam
me beenen uitgespreid, en de mooie,
dikke, witte poes lag daarop gerust
te slapen. Anneke zat op eene stoof
naast hem e'n samen bekeken ze een
paar oude prenteboeken. Mieirtje
breide hard aan een sok voor vader,
en Grootmoe was achter, In de
schuur, om de schillen van de aard
appelen. die ze pas geschild had
voor de geiten te gooien. Toen ze
klaar was, kwam z© 't kamertje bin
nen.
„Zoo pas heb ik buurvrouw hier
naast gesproken!" begon ze.
„En wat was er?" vroeg Mien.
„Nou, 't was over de poes natuur
lijk! Zij zei zoo teugen me, dat op 't
kasteel zoo'n mooie, witte kat wordt
vermist, zie jel"
„O, o", riepen Mien en An tegelijk
uit
„Ja, zie je, ze is daar werkvrouw,
nou en de huishoudster heeft 'r al
eens gevraagd of ze r's omdenken
wou, je kon soms niet weten! Ja, had
buur toe'n gezoid, ja, bestig hoor!"
Nou heb ze me gevraRgd, of ze de
poes mee moch nemen 1"
,,Nee, hoor. Vast nietl" riep Mien
heftig. Wel zeker dat mensch kan
wel wat zeggen en hem zelf verkoo-
pen.
„Kom, kom, waar denk Je aan!"
zei Grootmoe verontwaardigd.
„Heeft ze het nu gezegd, Groot
moe?" vroeg Anneke.
„Nee kind, eigenlijk van morgen
ai, voor ze naar 't kasteel ging. Ze
zou 't aan de juffrouw vertellen zei
ze toen teugen mei"
En de oude vrouw zag om naar
Ko. Hij had zich over het dier gebo
gen, en streelde met bevende hand
het sneeuwige, glanzende vel, ter
wijl z'n oogen naar den grond ge
richt waren.
's Middags klaarde het weer tegen
een uur of twee geheel op. Over de
poes en het kasteel werd met meer
gesproken. Ko's bedroefdheid scheen
met het leelijke weer te zijn heenge
gaan. Hij keek nu en dan door het
met regendruppels bezaaide venster
glas, en op z'n bleek© gezicht was
weer de stille, weemoedige glimlach
te lezen.
Plotseling riep hij uit: „Daar heb
je den koetsier van... hij bleef plot
seling stelten, De meisjes en Groot
moe gingen naar 't raam, ze keken
uit en werden al gauw het mooie,
lichte wagentje gewaar, met het vu
rige paardje er voor. „De koets van
't kasteel!"
Nader en nader kwa inhei, en rol
de al langzamer en langzamer over
den weg... voor het huisje hield het
stiL
Stom vah verbazing zagen An en
Mien eerst elkaar en toen Grootmoe
der aan, met oogen zoo groot als
guldens. Doch Ko zag niets, maar
hield krampachtig de poe3 in z'n ar
men, terwijl hij bleek werd. Hij wist
't, men zou hem die poes ontnemen,
die hij zoo lief kreeg en die hem al
goed kende, en zooveel afleiding
had bezorgd, wanneer hij in gedul
dige verveling op z'n stoel zat. Want
hij kon lezen noch schrijven en had
zoo goed als geen speelgoed
Er sprong uit 't wagentje, toen het
portier door den palfrenier was ge
opend, een donker meisje in 'n brum
fluweelen jurkje en met een mooien
stroohoed op. Ook zagen de kinderen
een jufrouw, met een lichte blouse
aan en eene lorgnet op. Ze was de
gouvernante van het meisje, dat geen
moeder meer had.
Het freuletje draaide de deurknop
om, kwam de gang en daarop de ka-
er in. „Goeden morgen", zei ze be
ef d.
„Goeden morgen," zeidon de meis
jes haar werktuigelijk na. Grootmoe
der was heolemaal in de war!
„Juffrouw van der Veen heeft me
verteld dat hier mijn poes ia Nu wou
ik haar graag terug hebben, want ik
heb zoo over haar in angst gezeteul
Waar is hij nu? O, die jongen hooft
hem, dat zie ik all
Ze liep op hem toe. Ko hield nog
steeds de poes vast en zag sineekend
tot haar op. Zij streelde het dier en
nam het op haar arm.
„Ik houd zooveel van haar", ver
volgde ze. „Ge moet welen...e...
„Ja", viel de gouvernante in, „ge
moogt gerust zeggen, dat ge zoo ver
geelachtig zijt! Eu dat ge de poes op
eene wandeling in den tuin hebt
irgetenl"
Het meisje keek beschaamd voor
zich en drukte het poesje tegen zich
aan. Toen zei ze opeens:
„Maar ik zal er in 't vervolg op
passen, en 't is maar erg gelukkig,
dat de werkvrouw het aan juffrouw
van der Veen heeft verteld, dat zij
hier is!" En ik bedank u wel, hoorl
Toen ze geen antwoord kreeg, ging
voort:
„Hebt ge... ook geen moeder meer?
„Onze moeder is uit werken", ver
telde Mien en boog toen heirr hoofdje
weer over 't breiwerk on raapte eene
steek op. Grootmoeder zuchtte, en
streek Ko over het steile, blonde
haar.
„Het is erg jammer", zei het freu
letje en toen:
„Ik dank u wel, hoor, voor alles en
alles!"
Een poosje later was het rijtuig
weggereden met de poes.
Grootmoe trachtte den armen snik-
kenden Ko te troosten. Hij zag haar
aan, z'n oogen stonden vol tranen,
en z'n lippen trilden. „Ik hield nou
net zooveel van haar Grootmoe"'
„Ja m'n jongen, dat weet lk wel'
Maar je moet het je niet zoo aantrek
ken, en niet zoo huilen, dan krijg je
weer zoo'n hoofdpijn! Misschien mag
vader wel een poesje van den boer
hebben als hij er een voor je vraagt.
Die heeft er immers zooveel, weet je
wel?"
't Was Zaterdagavond. De Lamp
verspreidde zijn rood licht in de ar
moedige huiskamer, waar een groote
wasclipartij was aangericht, of lie
ver net was afgeloopen. Moeder red
derde „den boei" wal op. An en Mien
wareu net klaar eu schikten bij de
tafel. Het was acht uur eu ze moch
ten nog even opblijven. Jan leunde
met z'n ellebogen op tafel en was iu
een boek verdiept. Frits was druk
bezig, allerlei potsierlijke figuren op
de lei te teekenen; dan liet bij ze aan
Mien zien ze lachten er samen om
en hij veegde alles met zijn mouw
gauw weer uit. Ko zat in zijn stoel,
met gesloten oogen, achterover ge
leund en met een vermoeiden trek
op z'n in-bleek gelaat. Vader moest
nog oven naar don boer en als hij te
rugkwam, zou hij Ko in bod dragen.
„Vollek", werd er geroepen aan de
deur.
„Jan, ga's kijken zei moeder.
Jan stond langzaam op en slofte
naar voren.
„Vollen riep de slem ongeduldig.
„Nou ja, hou je maar koJin", brom
de Jan.
Doen toen hij een bediende van het
kasteel te zien kreeg, die een groote
mand de gang in duwde, en daarop
haastig verdween, riep hij mot een
geheel andere stem
„Moeder, moeder, kom toch es
hier l"
„Ja, wat is er dan riep moeder
terug.
Jan antwoordde niet, doch sleepte
de mand de gang door en de ka
mer in.
„Van 't kasteel", zei hij opgewon
den.
„Potverdrie 1" riep Frits en Groot-
moeder's oogen gingen wijd open.
Moeder stond eerst verbijsterd,
maar knielde eindelijk naast de mand
neer. Suiker, boter, vleesch, eieren,
rookvleesch, beschuit, cacao, koffie,
thee, alles kwam uit die mand te
voorschijn. Frits en Mien stonden te
dansen en volgden met schitterende
oogen alle bewegingen van hun moe
der.
Deze werd steeds zenuwachtiger en
haalde onder uit de mand een be
schreven papiertje, om vier r ij ksd aal-
Waarde menschen
Dit is allemaal voor u, omdat
ge m'n poesje zoolang verzorgd
hebt. en ook omdat die eene arme
jongen niet loopen kan. Dat heeft
de werkvrouw aan ome JOffrou.v
Var. der Veen verteld. En papa
heeft gezegd, dat uw vader bij
ons mag komen werken, op va
ders boerderij. Vader zal wel na
der bericht zenden, maar ik wilde
het u gra-ig dadelijk vertellen.
Uwe moeder hoeft dan niet meer
uit werken te gaan. Het is alle
maal voor de moeite, die ge geno
men hebt voor „het weggeloopen
poesje".
Brievenbus
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-Afdeeling moeten ^zonden
worden aan Mevrouw Venemav.
Doorn, Wagenweg no. 88, Haarlem).
AALTJE en ANNA P. Gelukkig, dat
Aaltje weer beter is. Kon Anna verlo
den week het toen niet voor je doen,
of had die het te druk
DUO. Nu we zoo'n mooien naam
hebben, mogen we elkaar wel lange
brieven schrijven. Vertel me de vol
gende week maar eens wat over
school, zoodat je 4 kantjes volkrijort
GERARD R. Jammer, dat itj er nu
nog niet bij bent, Gerard Volhouden
maar Het vorige boek beviel je ze
ker beter dan dit, is 't niet
CORRIE B. Ja. daar ben ik ook
nieuwsgierig naar I Schrijf het mij
maar gauw, als je het weet en ook
of het moeilijk was en wat voor vra-
sn je kreeg.
FIETJE en NETJE D. Nu. oen eer
volle vermelding is bij zooveel inzen
dingen toch nog mooi, vind je niet?
Welk soort van wedstrijd vinden jul-
lie het prettigst en heb je Zus het
boekje voorgelezen
HAP.RIE en CHRISTINA K. Jn. dat
mag als je het ten minste zelf be
dacht hebt.
JEANETTE en LOUISE B. Wie van
je beiden heeft het briefje geschre
ven en wie maakt al die handwerk
jes of doeu jullie het samen en wie
werkt dan het netste?
MARIE R. v d. Ja, dat zal over
twee weken een heele drukte zijn bij
jullie. Moet je er nu nog veel voor
leeren? En krijg je dau ook cadeaux?
GRETHA S. Jo hebt er nu geen
nieuw raadsel bij gedaan. Heb je net
vergeten, of bedoelde je. dat het den
volgenden keer zou komen
ANNIE M. Het is best, als je voort
aan meedoet. Hoe oud ben je eu waar
ga je op school
CORNELIS v. G. Hot is best. als ]e
mei ons meedoet. Lees jo onze re
briek al lang
JACOB en BETS IE W. Jammer, dnt
jullie er niet samen zijn. Dat is veel
gezelliger. Of heb je veel vriendinne
tjes, die er ook aan meedoen En
heeft Jacob zijn eigen vrienden
ANNA VAN H. Het is best, als jt.
ook een raadselvriendinnetje wordt I
Ja, de meeste kinderen vinden het erg
gezellig om mee te doen. Lijken do
wedstrijden je ook prettig
BETJE DE V Waarvoor leer je die
voordracht'? En met wie doe je het?
Is er een feestje in 't vooruitzicht
WILLY Z. Wel, hoe gaat het ei
mee Mae je al weer een beetje op
zitten Ais je je ui bed gaat vervelen,
moet je maar eens probeeren wat be
graven plaatsen uf namen voor ons
te bedênken, of een raadseltje op
rijm I Zou dal gaan Aardig, dat jo
deze oplossingen toch nog zelf ge
schreven hebt 1
NELLY B. Het is best, als je ook
mee gaat doen 1 Dan ben je er met
den volgenden wedstrijd ook zeker bij,
is 't niet'?
JOHANNA K. Hoe is 't met je zus
ter Moet ze nog lang blijven liggen?
Hebben jullie Dinsdag veel plezier ge
had Wat hebben jullie gedaan
FENNA B. Heb je je veel geoefend
voor dien wedstrijd op school Schriif
mij ook eens zoo een brief I Je moet
met onze wedstrijden maar volhou
den, dan zal je ook wel eens een keer
bij de winners zijn 1
HENRIëTTE en ANTOINETTE Z.
Nu moet er dezen keer voor Jullio
toch nog eon briefje bij Neen, bet
boek dat je opnoemt, kon ik niet.
Weet je ook wie de schrijver is
Krijg ik nu deze week oen brief van
jullie samen
J. v. D. Het is best, als je ook met
ons meedoet. Kan jo even good oplos
sen, als netjes schrijven
MARIE en BEP R Al heb ik de
zen keer weinig plaats, nu moet er
toch voor jullio nog even een briefje
bij, om je te bedanken voor rte prach
tige bloemen Dnt was een hcvliike
verrassineZij zijn nni prachtig en
staan op mijn schrijftafel 1
Jansje v. D„ Gerrit E., Lodewijk
B„ Willem L., Elizabeth I. Her.deri-
na H Arie d. V., Ans v. d. B., Annie
H. R-, Antoon D., Bertus en Dina v.
P., Nanne N., de nieuwe raadsels ziin
goed.
Zus D., Lena B., Sophi3 en Piet V.,
Maartje en Nico V Willem O.. Jans
je v. D., Frits S.. Betsv A.. Hubert ha
R., Bertus en Dina v. P., Joh W. R
Nanne N. Piet. Marie en Willem E.,
Cor en Jan H., Bertha C., Jan T.,
Betsy v. B., Giljam L., Hendrik J. T
Elsje H-, Hendrik B., Annie M. R.,
Bertha M„ Sophia v. W., Clir. G., Ali
da M„ Ans v. d. B., Jo B., Willy G.,
Joh. W. R., Henny R., Beppie P Hen
ri J., Alida R.. Mientje on Rika de J.,
Betsy de H., Catharina en A. V.
De volgende week worden jullie brief
jes beantwoord.
Mevr. VENEMA—v. DOORN.
11 Maart 1911.