lAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
ZATERDAG 11 MAART 1911
Buitenlandse!] Overzicht
De ingediende
ENGELSCHE MARINE-
BEGROOTING,
waarbij voorgesteld wordt vijf nieu-
We dreadnoughts te bouwen (zie vorig
Overzicht), wor-l'. door <ie Engelse tic
vers zeer verschillend beoordeeld.
De radicale „Daily News" schrijft,
dat do enorme uitgaven voor de vloot
en de verhoogde uitgaven voor de bin
nenland scho regeering niet alleen de
prooien opbrengst der rijksmiddelen
tullen opslorpen, maar bovendien een
belangrijk tekort veroorzaken, dat
enkel gedekt kan worden door nieuwe
ibelastingen in te voeren of sociale
hervormingen op te geven, wat we
sterk zullen bestrijden.
Het blad twijfelt er aan. of de mi
nister van Marine Mackenna de nood
zakelijkheid van bet nieuwe vloot-
prograin zal kunnen aantoonen.
Ook betoogt het blad. dat deze nieu
we begrooting van Marine van in
vloed zal zijn op de betrekkingen tus-
sehen Engeland en Duitschland.
De ..Daily Chronicle" beschouwt de
verhooging der uitgaven voor do vloot
als iets, dat blijkbaar onvermijdelijk
is
Zoo denkt ook de „Times" er over.
De unionistische pers, in hot bijzon
der de „Daily Muil", betoogt zelfs,
dat vijf nieuwe dreadnoughts voor de
toekomst ontoereikend zijn tegenover
de vloot-uitbreiding van Oostenrijk
en Italië, dio het noodig zul maken,
dat Engeland acht nieuwe dread
noughts bouwt,
Er is dus zooals trouwens wel te
verwachten was weer veel verschil
van meening.
DIT HET ENGELSCHE
LAGERHUIS.
In verband met de geruchten om
trent een geheime overeenkomst tus-
schen Engeland en Frankrijk, vroeg
'de afgevaardigde Jowett van de ar
beiderspartij in het Lagerhuis den
minister van Buitenlandsche Zaken,
of tijdens diens ambtstijd door de
Britsche regeering aan Frankrijk on
dersteuning was beloofd ln geval van
oorlog.
De onderstaatssecretaris Mc. Kin
non Wood beantwoordde namens den
minister deze vraag met een volmon
dig „neen".
Later stelde de liberaal Highan de
vraag, oi de regeering haar aan
dacht reeds had gewijd aan den door
president Taft geuitun wensch, tot
sluiting van een Engelscli-Ameri-
kaansch verdrag, ten doel hebbend,
alle geschillen, onverschillig van wel
ken aard, aan het oordeel van een
scheidsgerecht te onderwerpen.
Daarop antwoordde de onderstaats
secretaris, dat voorstellen als het ge
noemde natuurlijk in welwillende
overweging zouden worden genomen.
Eenige bladen zijn het met de nii-
nisteriecie verklaring over
DE VERHOUDING VAN ENGELAND
TOT FRANKRIJK
niet geheel eens.
De Fransche „Libertó" wijst er op,
dat de wezenlijke grondslug van de
entente cordiale is de samenwerking
van de marines van beide landen
voor de gemeenschappelijke verdedi
ging. Deze samenwerking is op aan
dringen van wijlen koning Eduard
tot in bijzonderheden geregeld. Vol
gens, onlangs door den minister Pi-
chon in den Franschen Senaat afge
legde verklaringen, hebben Engeland
en Frankrijk onderzocht, of hetzelfde
niet voor de legers bereikt kon wor
den. Er hebben eerst diplomatieke en
daarna technische onderhandelingen
plaats gehad, maar deze hebben nog
niet tot resultaat gehad, dat Enge
land de verplichting op zich heeft
genomen, troepen naar Frankrijk te
zenden, omdat dit een reorganisatie
van het Eugelsche landleger noodig
zou maken.
SPANJE EN HET VATIC A AN.
ln de Kamer deelde de winister-
presideut Caiialejas mede, dut hij,
welke ook de stand van de onderhan
delingen met het Vaticaan moge zijn,
binnen een maand een ontwerp van
wet op de vereemgmgen zal indie
nen, waarvan de tekst ingegeven is
uitsluitend door de wénscben der
openbare meening.
Canalejas ging nog eens de ver
schillende phascn van de onderhan
delingen met, het Vaticaan na.
Het Vaticaan heeft in zijn laatste
nota verklaard, dat liet geen onder
handelingen kan aanknoopen, tenzij
het ontwerp van wet over de vereeni-
gingen door beide partijen, dat wil
zeggen Vaticaan en Spaansche regeo-
ring, was goedgekeurd. Wij hebben
aldus Canalejas een antwoord
gezonden, waarvan de inhoud in
overeenstemming is met de eischen j
van bet Vaticaan en dat de souverei-
niieit van den Spaanschen staat on- j
verminderd waarborgt.
OVER '1 COMPLOT TEGEN DE RE-
PUBLIKE1NSCIJE REGEE
RING VAN PORTUGAL
wordt uit Lissabon aan het „Berliner
Tageblatt" geseind, dat de aangehou
den journalist Veiga Fnria (zie vorig
Overzicht) inderdaad door de monar
chistische samenzweerders te llio de
Janeiro als hun agent naar Portu
gal s booldstad gezonden was.
Uit papieren, die hij bij zich had,
blijkt namelijk, dal hij pogingen
moest doen om liet Lissabonscne gar
nizoen door omkooping te winnen, en
dat hij daarna de landelijke bevol
king moest zien over te halen om in
groote menigte naar de hoofdstad te
komen en zich daar aan te sluiten
bij den opstand tegen de republiek.
Alle leden der regeering zouden ver
moord worden cn daarna zou de mo
narchie weder hersteld worden.
Verder bleek bij onderzoek, dat
JVeiga Faria groote gcbJconmien bij
zich had en bovendien kredietbrieven
op banken te Londen, Parijs en Ma
drid.
DE VERKIEZINGEN IN
ROEMENIË
zijn een succes foor de regeerlngs-
partij. Thans zijn al in den Senaat
gekozen 72 mlnisterieelen en 23 leden
van de oppositie voor 15 zetels moet
nog een herstemming plaats hebben.
Dat is een meerderheid, die menig
minister jaloersch zal maken 1
Het telegram van de „Indépendan-
ce" over
(nog in ons vorig nummer opgeno
men) heeft in Belgie veel onrust ver
wekt
Of er reden is voor deze ongerust
heid 7
Ondervraagd door eenige journalis
ten verklaarde de minister van Kolo
niën. dat hem geenerlei bericht had
bereikt over een dergelijk incident.
Donderdag nog had hij een lang tele
gram uit Boraa ontvangen, waarin
echter niet de minste sprake was van
een samenzwering. Als de zaak ook
maar eenigszins belangrijk ware ge
weest. dan zou de minister er van ge
hoord hebben.
Van andere zijde vernam men, dat
een hoog staatsambtenaar verklaarde
een particulier schrijven over deze
historie te hebben ontvangen, die
men meent te moeten beschouwen als
een grap van enkele inlanders.
Een Duitsch blad heeft berichten
ontvangen over
ONLUSTEN AAN DE PERZISCHE
GOLF.
De Sjeik van den stam Moouiitefik
is met 10.000 ruiters en 30.000 man
voetvolk opgetrokken tegen den Sjeik
van Koweit en had reeds Moctla, dat
op vier uur afstands van Koweit ligt,
bereikt, toen de Sjeik van Koweit zijn
Hoepen begon te verzamelen en den
Sjeik van Riyasi om hulp verzocht
De Porte, die zag aankomen, dut de
Sjeik van Koweit het onderspit zou
delven en vreesde, dat dit voor Enge
land een reden zou zijn om in ie grij
pen, gaf den vali van Bagdad op
dracht. onder alle omstandigheden
een botsing te voorkomen. Het schijnt
dat de Sjeik van Moeèntefik reeds
met zijn 40.000 man huiswaarts is ge
trokken.
UIT MAROKKO.
Volgens berichten uit Tanger ver
ergert de toestand te Fez. De rondom
de stad gelegerde stammen belemme
ren allen toevoer, zuodat de prijs der
levensmiddelen reeds 100 procent ge
stegen is.
De stammen treden met buitenge
wone driestheid op zij heblieri zelfs
een paleis van den Sultan, gelegen op
slechts een mijl afstands van do stad,
leeggeplunderd.
Het leger van den Sultan heeft op
zijn marsch de dorpen, die het voorbij
is getrokken, in brand gestoken, en
ligt nu gekampeerd midden tusschcn
de oproerige stammen dor Cherardas
en Beni-Assem.
IN MEXICO
was men in hooge mate ontstemd
over de mobilisatie van Amerikaan-
sche troepen, in verhand met de ge
ruchten dat een inval in Moxleaunsch
gebied werd voorbereid. De ontstem
ming is echter geweken, na do ont
vangst van een vriendelijke nota van
president Taft, mededeelend, dat gee
nerlei inmenging in de zaken van
Mexico wordt bedoeld.
DE ONRUST IN PARAGUAY
duurt nog altijd voort.
Thans beeft de regeering voor zes
maanden den staat van beleg afge
kondigd. Maar, daarmee zijn de on
lusten nog niet bedwongen.
Amsterdamsche Kout
De zedelijkheïdswet met haar ver
lengstuk, waarbij hazardspelen van
verschillenden aard verboden worden,
is in de hoofdstad met gemengde ge
voelens ontvangen. Het is misschien
niet erg ideëel, dit te schrijven en be
ter zou 't klinken „Elk fatsoenlijk
mensch gevoelt zich gelukkig, dat aan
dezen volkskanker een einde is ge
maakt en alleen de ongure lieden uit
de obscure speelholen knarsen de
tanden", maar dat zou geheel in strijd
met de werkelijkheid z.ijn. Het gok
kend Amsterdam vindt de wet en voor
al het amendement-VanVuuron „een
7.vvaren slag", en gaat er nu al voor
zitten, wat men nu weer uit inoet den
ken. En onder een potje bier en een
sigaar komt men al spoedig tot de
conclusiesdat 't wol zoo'n vaart
niet loopen zal, dat somniiee spel-on-
dernemers het er misschien nog wel
beter door zullen krijgen en dat al
leen de Nederlandseho renbanen en
de paardensport er het loodje bij zul
len leggen.
Om verkeerde gevolgtrekkingen te
voorkomen, verzoek ik even te willen
noteeren, dat ik zoowel sport als spel
absoluut vervelend vind, dat ik vuor
beide niets voel, dat ik zelfs niet in
de Staatsloterij speel of een bilj.irt-
cpieuc kan hanteeren. Men behoeft in
mij dus niet direct een advocaat, 't
zij voor de veredeling van het paar
denras, 't zij voor de bookinakerij of
andere gokbazerij te zien. Maar ik
moet toch ook meelachen om hen, die
verwachten, dat als de wet er een
maal is, Amsterdam zede-lijk en van
goksmetten vrij zal komen.
Laten wij den toestand eerst eens
overzien zooals hij nu eenmaal is.
Er wordt in de hoofdstad verbazend
veel aan hazardspelen gedaan. Offi
cieel bestaat hier niuar één hazard
spel de Staatsloterij, maar dat is
wel de minst beduidende der kansspe
len. Bovenaan troont nog steeds het
het bezoek aïn het reuzcnsneelhol op
het Damrak, een rouge-et-noir-spel,
waaraan de dagbladen door het opne
men van zekere speculatie-adverten
ties een handje meehelpen. Maar bo
vendien is na de aanneming der wet,
waarbij alleen de Ncd. Staatsloterij
werd toegelaten, het spelen in diverse
loterijen belangrijk toegenomen. Vóór
dien tijd nam men van tijd tot tijd
eens een „briefje" in de iluwburger-
loterij of in eeu of andere paaiden-,
landbouw- of handel- en nijverheid-
onderneming, lotendebiet in den siga
renwinkel met groot vertrouwen en
een kurken ziel, maar nu kregen we
de „premie-obligaties" of hoe men de
lootjes anders noemt van Lotisico,
Tijdgeest en andere gok-onderncmiu-
ger-
Het aantal dier maatschappijen
breidt zich steeds uit, ze hebben ge
leerd wat ze wel en niet met de wet
konden doen, van tijd tot tijd eens
een boete betaald als honorarium
voor genoten onderwijs en de indus
trie gaat in die richting goed vooruit.
De vindingrijkheid gaat zoo ver, dat
men nu al een verzekeringmaatschap-
pij (voorloopig op een bovenhuis in
de Nieuwe Pijp, rnaar dit zegt nog
niets) heeft opgericht, tegen het ver
lies, ontstaan door het spelen in de
Staatsloterij, en loterijen, die op dat
plan trekken.
Dacht men, dat in elk geval het
spelen in Hamburger Loterij etc. uit
zou zijn, omdat onze dagbladen geen
annonces mochten opnemen, ook uit
was eeu grooie vergissing. De vaste
klantjes worden per bnet wei bereikt,
maar bovendien worden ons, zeer
publiek, Duilsclie lootjes aangeboden.
Dat geschiedt o. m. door eeue juf
frouw op jaren, die geregeld de groo
te café s bezoekt en ieder bezoeker
haar Hamburger, Lubeeker en Meck-
lenburgsche leien te koop aanbiedt.
Velen kijken wei eens vreemd op, als
de oude juffrouw plotseling in het
Duitsch het woord tot hen richt (veie
Duiische dames en heereii zijn zoo
bescheiden te meenen, dat in liet bui
tenland ieder Duitsch spreekt en
verstaat) en hen vliemerig vraag, of
zij niet eens „spielen" willen.
En als men, na even verwonderd
opgekeken te hebben, voor het aanbod
beleefd bedankt, houdt de juffrouw
nog aan en blijft wel eens zóó lang
zeuren, dat de kellner er bij te pas
moet komen, om haar te beduiden,
dat zij het den menschen niet lastig
moet maken.
Is dus net spelen in loterijen door
de loterij wet, in plaats van bepaald
te blijven uit ue Nederiunuseue
Staatsloterij aanmerkelijk uitgebreid,
de vraag is ook, of de resuliuten der
oiizedei.jkheiuswet niet omgekeerd
evenredig zullen zijn aan de bedoe
ling.
\v at het eerste deel der wet betreft
(waarin behandeld wordt datgene,
wat men in 't algemeen ondci onze-
delukneid verstaat) ook hieromtrent
is men zeer sceptisch gestemd, maar
liet onderwerp leent er zich nu een
maal niet toe, luerop nader 111 te
gaan. Doch betreffende de gevolgen
der hazardspelen- en bookroaker-be-
strijding is van Amsterdamsch stand
punt uit. wel iets te zeggen.
In Amsterdam wordt in hoofdzaak
gespeeld op de buitenlandsche cour-
sein Zeker, er is een niet onbelang
rijk cjuantum personen, dat geld en
vooral tijd heeft om geregeld genoeg
lijke dagen in Woestduin, Bussuni
of Scheveningen te slijten en dan, ge
lijk van zelf spreekt, meedobbelt.
Maar veel grooter is het aantal van
hen. die geen gelegenheid hebben,
geregeld uit de stad te gaan, geen
hengst van een merrie weten te on
derscheiden en, wat hun speel lust
betreft, in de verste verte niet vol
doende zouden hebben aan don an-
derhalven wedren, die bier te lande
gehouden worden.
Deze nemen tickets op buitenland
sche couirsen, waai-van de meeste in
de7.en fiid van 't jaar in de Pyreneeën
(Zuid-Frankriik) gehouden worden
en ontvangen die „tickets" 't zij
rechtstreeks per brief na hei geld
per telegraphischen postwissel te heb
ben opgezonden, 't zij door bemid
deling van algemeen bekende tus-
schenpersonen. Van het niet-nakomen
der verplichtingen heb ik nooit ge
hoord: er worden soms groote be
dragen gewonnen of verloren, maar
de vaste klantjes verliezen er ge
woonlijk hun goed humeur nimmer
bij. Men begrijpt wel dat het hier
met in de duizenden loopt, maar te
genover den rijksdaalder die A ge
regeld per week verliest of wint, zijh
er vele B'en en C'en voor wie dagen
van eenige honderden guldens winst
of verlies geen zeldzaamheid zijn.
Goed is deze vorm van hazardspel ze
ker niet. Jk ken bijv. een kastelein
die zelf als tusschenpersooii oplrud,
maar in nog veel grootere mate zelf
aan het spel deelnam, zijn rijke zaak
met vergunning en eigen huis op een
der beste standen verspeelde en dood
arm zich in den Amstel verdronk.
Maar een speler kan zich op ontel
bare wijzen ruïneeren; de vorm is
maar bijzaak en waar door vurige
spel-bestrijding het tegenovergestelde
van het doel bereikt is. doet de vYaag
zich voor of het niet een paskwil zal
worden als men alléén een der vele
vormen van hazardspel gaat treffen.
Wie zal beletten te speculeeren bij
een gnk-bankiertje<> Wie dat de fi
ches die nu bij de kaartclub in het
café voor een cent gelden voor een
pop worden berekend?
En dan denk ik bij al dat goregle-
menteer aan de zondebok: het draai
bord, dat nu uit de cafés verdwenen
is, maar waarbij de dol-belstecucn ft»
den beker zijn gebleven en waarvoor
zelfs Ju de plaats gekomen is een
stuivers-automaat, waardoor men
na een gelukkigen gooi door zooveel
consumptie of sigaren beloond wordt.
Voor de zomeruilstapjes naar
Woestduin etc. zal als de wet er is
wat andere gezocht moeten worden.
Overigens blijft alles bij het oude.
Ook langs dezen weg zal men het
speelkwaad in de hoofdstad niet kun
nen uitroeien.
II. HENNING Jr.
INGEZONDEN
Van ingezonden stukken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt de kopie den inzender
niet teruggegeven.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
DE RAAD EN DE MUSEUM
COMMISSIE.
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling heb ik kennis ge
nomen van uwe beschouwingen in
uwo couranten van 8 en 9 Maart, be
trekking hebbende op het al of niet
wenscheliikfi van het voortbestaan der
Commissie, nu een Directeur aange
steld is.
Ik onderschrijf volkomen uwe mee
ning. dat de Commissie, vroeger een
beheeirend college, thans enkel een ad-
viseerend karakter heeft bekomen,
doch ben het absoluut oneens met u,
waar u beweert, dat de Directeur „bo
ven de Commissie is geplaatst" (Direc
teur en Commissie staan m. L naast
elkander onder bet Gemeentebestuur)
of dut de -lositie der Commissie thans
„valsch" of „scheef" zoude zijn ge
worden. Die positie toch, als advLsee-
rend lichaam, staat m. i. kaarsrecht
wie een advies geeft, dat met opge
volgd wordt en zich zulks aantrekt,
geeft blijk van kleingeestige licht
geraaktheid.
Onder den vroegeren toestand van
beheer had men in de Commissie twee
soorten van leden noodig personen,
die hel dagelij ksch toezicht op het
Museum hielden en derhalve hier ter
stede woonachtig dienden te zijn, on
üoskundieen ter beoordeeling van
techniscne kwesties, eklers wonende,
indien ze bier ter stede niet te vinden
waren.
Vandaar de benoeming indertijd, op
verzoek der Commissie, van de bee-
ren Dr. Bredius en Prof. Six.
Dat die twee deskundigen het in de
practijk dikwijls niet eens zouden
zijn, was den Haarlemschen leden
der Commissie bekend vóór dat hunne
benoeming aan den Raad werd ge
vraagd.
Het meeningsverschil tusschen die
heeren, naar buiten blijkende, heeft
herhaaldelijk bij den oppen lakkigen
beschouwer der zaak aanleiding go-
geven tot hilariteit en tot een afbre
ken van de waarde der door de Com
missie gereven adviezen.
Mijn inziens volmaakt ten on
rechte.
Het restaureeren van oude schilde
rijen is een zaak, waarover zeiis de
meest deskundigen het dikwerf ou-
eens zijn, onwiat er op dat punt ook
oncior hen pessimisten en optimisten
gevonden worden.
De pessimisten vreezen, bij gron
dige schoonmaak van oude schilde
rijen, dat de eigenaardige patina, in
den loop der tijden verkregen, zal ver
dwijnen dat vroegere overschilde
ringen, weinig hinderlijk zoolang liet
goudkleurige oude vernis, dat ze min
der zichtbaar maakt, niet verwijderd
is, meer op den voorgrond zullen tre
den dat hetzelfde het geval zul we
zen met de onderlinge waardeverhou
ding der kleuren (waarvan de een
meer, de ander minder in den loop
der tijden is veranderd) en dat de-
eigenaardige bekoring, uitgaande
van het schilderij, zooals het zich
voordoet, in den ouden toestand, be
nevens het min of meer mysterieuze
daarvan, dat soms zoo sterk tot de
verbeelding van den toeschouwer
spreekt, door de restauratie zal ver
dwijnen.
De optimist stelt daar tegenover,
dat thans bij zeer bekwame restau
rateurs middelen bekend zün. om on
kunstmatige wijze den gouden gloed,
die oude stukken kenmerkt, in nieuw
vernis aan te brengen, dat het niet
aangaat, een laag oranjekleurig oud
vernis op de schilderij te houden,
waardoor de kleuren er uitzien, alsof
men ze door een dito gekleurd glas
bekeek, want dat de hoofdzaak dan
toch altijd blijft, dat men bet stuk
zooveel mogelijk in de oorspronkelij
ke kleuren dient te kunnen bewon
deren.
De heeren Bredius en Six nu, ver
tegenwoordigden in onze Commissie
elk voor zicih een dezer twee opinies.
Hunne medeleden hebben gemeend,
juist dat feit op hoogen prijs te moe
ten stellen, omdat, waar het een zóó
groot belang geldt a.ls hier te Haar
lem, men het gevaar diende te ver
mijden. dat eenzijdige voorlichting
wellicht zou kunnen leiden tot liet
nemen van een besluit, dat men ach
teraf, .als overijld genomen, zou kun
nen betreuren.
I Laat ons nu de vraag onder de
oogen zien, welke argumenten voor
en tegen liet voortbestaan eener Com
missie van Toezicht aan te voeren
zijn.
Daartegen kunnen genoemd wor
den sommige der beschouwingen,
door u geleverd in uw hoofdartikel,
benevens het gevaar, dat de Commis
sie zou kunnen worden samengesteld
uit elementen die. door hun wijze
van optreden, de taak van den Direc
teur zouden bemoeilijken.
Daarvóór spreekt echter het
gende
Gesteld eens, dat, om de een of an
dere reden, de directeur zijn ontslag
zoude nemen (bijv. indien in den
Raad tegenover hem werd opgetre
den gelijk onlangs), wie zal dan de
bevoegde autoriteit moeten voorlich
ten inzake de keuze van zijn opvol
ger?
Gesteld dat de Directeu"r langdurig
ongesteld mocht worden, wegens va-
cantie of op anderen grond geruimen
tijd-verhinderd mocht wezen zijne
functies waar te nemen, wie zal hem
dan vervangen?
Een ambtenaar van het Stadhuis?
Gesteld dat zich een geval mocht
voordoen waarbij B. en W. termen
mochten vinden niet dadelijk op door
den Directeur gedane voorstellen van
ingrijpenden aard in te gaan, waar
zullen zij dan advies vragen of voor
lichting ih zake de namen van per
sonen die uit den aard hunner repu
tatie geacht kunnen worden deugde
lijk advies te kunnen geven?
Mij dunkt, dat de zaak ook van di
ze zijde beschouwd dient te worden
alvorens de Raad besluite tot ophef
fing der Commissie, zooals u dat zoo
warm aanprijst.
Ik zal u wel niet behoeven te ver
zekeren, dat het meerendeel der le
den van de Commissie sedert gerui-
men tijd zeer tegen hun zin daarin
zitting hebben, en enkel zijn voort
gegaan dat mandaat te blijven ver
vullen vermeenende zulks in het be
lang der zaak le moeten doen, o.a.
ook ten einde te voorkomen, dat hun
ne plaatsen ingenomen zouden wor
den door lieden van wie ver
wacht kan worden, dat zij, door hnn
manier van optreden, onheil zouden
stichten.
Mocht in de toekomst een dergelij
ke toestand geboren worden, dan
zoude ik het met u eens zijn dat de
Commissie meer kwaad dan goed zou
doen eh dat het derhalve wcnsche-
lijk ware haar ten spoedigste op te
heffen.
Of in de toekomst een dergelijke
toestand geboren zal worden, zal af
hangen van de prudentie dér leden
van den Raad, die de personen te be-
oordeelen hebben welke zij in de
Commissie benoemen.
Ook in hetgeen ik het belang dei-
zaak acht te wezen, heb ik gemeend
u deze beschouwingen te moeien doen
toekomen, met beleefd verzoek dit
schrijven in zijn geheol te willen op
nemen in een der eerstvolgende num
mers van uwe courant.
Inmiddels heb ik de eer u de be
tuiging mijner hoogachting aau te
bieden.
Ch. VAN DE POLL.
Haarlem, 10 Maart 1911.
Met belangstelling zullen de lezers
met mij het klare betoog van den ge-
achten inzender hebben gelezen.
Gaarne beantwoord ik de daarin
geopperde bezwaren tegen mijn mee
ning, dat de Commissie als instelling
kan worden gemist.
Indien de directeur ontslag neemt,
zal dit nooit op zoo korten termijn
geschieden of de Raad kan tijdig een
opvolger benoemen; in zijn vacantie-
tijd of wanneer hij ziek is, zullen be
langrijke zaken worden aangehouden
totdat hij zijn functie heeft aanvaard;
onbelangrijke dingen kunnen B. en
W. zeer goed afhandelen. Indien R.
en W. zijn advies niet willen opvol
gen, rijst de vraag: waar hebben zij
dan een directeur voor? Wie het
vertrouwen geniet, moet ook dc ver
antwoordelijkheid dragen.
Eigenaardig is het wel, dat do ge
achte inzender, betoogende dat de
Commissie naast den directeur staat,
hare beteekenis toch (het blijkt uit de
hierboven vermelde bezwaren) voor
namelijk als plaatsvervang
ster van den directeur ziet.
Naar mijn meening is zoodanige
plaatsvervanging zelden of nooit
noodzakelijk. Ik schelste de Commis
sie als staande onder den direc
teur, niet formeel, maar in werkelijk
heid, door de kracht der dingen. Het
laatste voorstel van B. en W., dat de
Raad aannam, is daarvan een bewijs:
daarom meende ik van een scheeve
positie te mogen spreken.
Hel betoog van den heer Van de
Poll, hoe belangwekkend ook, heeft
mij dan ook niet van het onjuiste mij
ner inzichten kunnen overtuigen.
J. C. P.
Stadsnieuws
TOT STEUN
De leden van den Protestantenbond
waren gisteravond in den Schouw
burg bijeengekomen, om te luisteren
naar eeu pleidooi van Ds. Knuttel,
van Terborg. Een pleidooi voor den
arbeid van de vereeniging „Tot
steun.,..". Eigenlijk is de volledige,
naam „Tot steun van verwaarloosden
en gevallenen".
De spreker dwong tot luisteren. De
grijsaard begon zijn rede met zachte,
onzekere stem, maar zoo gauw hit
begon te pleiten voor de belangen
van de verwansloosden en gevalle
nen, werd die stem zekerder, door
geestdrift gesterkt, maar toch be
hield ze als hoofdklank de uiting van
liefdevol medelijden.
Ds, Knuttel had veel te vertellen.
Hij schetste in eenvoudige, maar te
vens treffende, woorden het leed der
ongelukkigen. Kinderen, die recht
hebben om bij hnn komst in de we
reld begroet te worden met blijdschap
volksklassen soms ontvangen, mei
I uen viuca van Ltu druukuaru, tiic ue
j wucriiaoni uiivvaaiMig is. v uiè ail>cï-
I cieisgeziiiiicii tenen zooveel tuinieren,
uat ue vtmiensien uci ouuers mei in
I siuat zijn, voor eeu bonooilijKe op-
IvoeUiiiK ie zorgen.
Vele Mudèien groeien «p in ecne
I omgeving en onucr omstandigheden,
.e or ais liet ware op gericht zuu,
ij hein in den strijd des levens reeds
:Ct spoedig le doen ondergaan.
Dat mag niet langer i
j Charles Dickens, ue bekwame
schrijver, heeft in zijn werken het
numelooze leed der arme kinderen
geteekend. Toen zijn verwijten tot de
beschaafde menschen doordrongen,
en werd in zijn land Engeland
een beweging geboren, om zich over
het lot dier ongelukkigen te ontfer
men.
Ook in Nederland is men toen wak
ker geworden. De vereenigiugen en
gestichten, die in die richting werk
ten, waren evenwel alle in ortho
doxen geest.
Eindelijk begrepen ook do vrijzin-
nig-godsdienstigen in deze hun roe
ping en zoo werd in 1886 de vereeni
gïng „Tot steunopgericht. Veel
heeft deze al gedaan.
Thans heeft ze vier Tehuizen, en
wel „Beekzicht", „Boschzicht", „Oud
Veldzicht" en „Nieuw Veldzicht".
Toch zoekt „Tot steun...." het niet
in gestichtsverpleging. De gestichten
zijn slechts doorgangshuizen, waar
de kinderen en gevallenen geschikt
gemaakt worden voor de verpleging
in de gezinnen.
Van deze tehuizen werden na de
pauze lichtbeelden vertoond.
Over de verpleging in de gezinnen
en over het werk der vereeniging in
het algemeen gaf spreker verschillen
de bijzonderheden.
Er wordt teleurstelling ondervon
den. zeker, maar veel en veel meer
goede resultaten.
De stem van den prediker klonk blij
als hii vertelde van de heerlijke zege
ningen. door „Tot steun...." bewerkt.
Kinderen, die anders zeker zouden
zijn ondergegaan, zijn nu opgegroeid
tot degelijke leden onzer samenle
ving.
Ds. Knuttel noemde de werking der
Kinderwetten heerlijk en zegenrijk.
De kinderen, die met den rechter in
aanraking komen in 1907 waren
het er in ons land achtduizendl
wordc-n niet meer gestraft naar
vergelding, maar om hen beter- te
maken.
Door de ontzetting uit de ouderlij
ke macht is de arbeid der vereenigiu
gen uitgebreid, maar de kans op goed
resultaat ook vergroot.
Jammer, zoo verklaarde Ds. Knut
tel, dat „Tot steun..." niet meer steun
ondervindt. Het werk der vereeniging
kost veel geld en als de inkomsten
grooter worden, kan nog meer ge
daan worden. Er is nog zoo veel, zoo
heel veel te doen
Ook voor Haarlemsche kinderen.
Daarom wekte spreker op. de veree
niging te steunen.
Nu. wij twijfelen niet, of de aanwe
zigen zullen door het bezielende
woord van Ds. Knuttel getroffen zijn
geworden.
De afdeeling Haarlem der vereeni
ging „Tot steun....'' wier leden op
deze biieenkomst ook toegang hadden
zorgde er voor. dat elk bezoeker
een biljet ontving, met het verzoek,
dat heel nauwgezet te lezen.
Op dit biljet staan een viertal kiek
jes van de Tehuizen met het volgende
onderschrift
Deze vereeniging. die bijna 25
jaar bestaat, stelt zich o. a. vol
gens art. 2 ten doel, hulp te ver-
ieenen aan minderjarigen, wier
opvoeding dreigt verwaarloosd le
worden, of reeds verwaarloosd
werd.
Zij is volgens art. 3 werkzaam
in vrijzinnig-Christelijken geest.
In de hierboven afgedrukte Te
huizen te Apeldoorn en te Epo
zijn de kinderen gehuisvest.
Onze Haarlemsche afdeeling
zorgt thans voor 28 kinderen.
Gaarne zou zij nog meer willen
doen, maar zij mist het geld.
Ilelpt ons, opdat wij geene aan
vragen behoeven te weigeren.
Steunt ons werk, dat een werk is
in den geest van het vrijzinnig-
godsdienstig leven.
Het lidmaatschap bedraagt
t 2.50. Doch elke bijdrage is zeer
welkom. Mej. Ott, Wagënweg 19,
evenals elk lid van het bestuur,
neemt gaarne gelden in ont
vangst.
HEIMWEE.
Toen de smid L. W., te Rottevalle,
Woensdagmorgen zijn knechtje uit
bed wilde roepen, bleek hem, dat de
ze met medeneming van zijh des
patroons fiets verdwenen was. Dit
is reeds de tweede maal, dat het avon
tuurlijke jongmensch verdwijnt. De
knaap is door den Voogdijraad aan
genoemden smid ter opvoeding toe
vertrouwd en keert telkens uit heim
wee naar zijne ouders, woonachtig
te Haarlem, terug. De eerste maal
heeft hij het geheele traject per
fiets afgelegd, zoo meldt de L. Ct
HET KLEVERPARK.
Men schrijft ons
liet Kleverpark breidt zich niet noe
menswaard uit nog zijn er rondom
de rniddenperken vier leege hoeken.
Toch schiint deze zijde der stad, voor-
ui doordat de viaducten klaar zijn,
meer in trek te komen. Huizen slaan
er weinig leeg. Tusschen het paj'k en
de HclderscJie lijn verrezen tal van
i woningen. De óchotersingel is ei- over
de geheele lijn volgebouwd en bijna
geheel bewoond. De Varspronckweg
en de Van der Viunestraat worden
steeds verlengd en vinden bewoners.
Do Goltziusslruat nadert liuar vol-
toolng. Tusschen de Zandvoortsche
lijn en den Zijlweg is ook veel in aan
bouw. Keu verbindingsweg kwam er
bij, verder twee straten, die tegen een
sloot dood loopen, alles met iepen be
plant. De betonbruggen worden er van
notte leuningen voorzien. Komende
van den Zijlweg viel ons aan het be
gin van den Julianaweg een bord op,
waarop stond „Gemeente Rloemen-
daal, 1/2 pCt Gemeentebelasting".
Riolen worden gelegd voor den aan
leg van nieuwe straten.
HEI TÖüNEEL
MAAR 'N DROOMEN DE WARE
GESCHIEDENIS VAN EEN
DRL KKERSJONGETJ E.
Wie wel eens bij premieres achter
de schermen heeft gezien, weet, dat
de zenuwen op zulke avonden den
artisten soms leelijke parten kunnen
spelen. De meeste acteurs zijn bij
zoon eerste voorstelling geen men
schen meer zelfs oude tooneelroUen,
die ai meer dan een paar honderd rob
len hebben gespeeld, lijden aan „pre-
miérc-koorts".
Het zou ons niet verwonderen, als
de acteurs en actrices, die Donderdag
avond in ...Maar 'n d r o o m 1" op
traden, dubbel met hun zenuwen t<»
kampen hebben gehad, Niet, dat het
stuk zoo buitengewoon of zoo bijzon
der moeilik is, maar do wetenschap,