HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 18 MAART 1911
U begrijpt, dat mijn ambtsge
heim mij verbiedt....
Kom I
Natuurlijk. Bovendien komt het
er niet op aan, uit welke brounen wij
onze inlichtingen putten. Om u dade
lijk te toonen, dat ik niet „in 's Blaue
liinein" spreek en wel ingelicht ben,
wil ik u zeggen, dat u u Otto Knaap
noemt, maar eigenlijk Ottone del
Canapo heeL
Pa' w s me te sterk, rk schoot in
een schier onbedaarlijken lach en
kon er eindelijk met eenige moeite
utbrengen:
Ik moet erkennen, dat ik me wel
eens zoo genoemd heb. Maar dat ge
schiedde dan uit malligheid, onder
vrienden, niet zelden om den draak
te steken mee de „titres de noblesse",
waarop zoovelen zich, ten rechte of
ten onrechte, laten voorstaan.
Pardon. Maar hoe kwam u dan
op dien Italiaanschen naam?
Verzonnen.
Pardon. Alle verzinsels hebben
een ondergrond van waarheid.
Hier. in mijn geval, heusch niet.
Pardon. Vergeef mij, dat ik u
met beslistheid moet tegenspreken.
Tegelijkertijd haalde hij uit zijn
portefeuille eenige papieren voor den
dag, waarop hij mij een stamboom,
ettelijke persoons- en plaatsnamen,
een paar heraldische versieringen en
eenige aanteekeningen vertoonde, die
mij een paar seconden lang in stom
me verbazing brachten
Pardon, Zooals u ziet, bestaat
er in Italië, o.a. te Parlcrma en te
Modena, een adellijke familie del Ca
napo, wier geschiedenis tot aan de
kruistochten is ie traceeren.
Brrrl
Pardon. In de eerste helft der
achttiende eeuw is een tak dier fami
lie wegens politieke verwikkelingen
het land uit moeten gaan. De leden
togen naar het vrije Nederland en
hebben daar ten slotte hun naam ge
makshalve verholiandscht.
Kom! En nu hebt u natuurlijk
mijn afkomst, mijn persoonlijke ori
gine te pakken.
Zooals u zegt. Kijkt maar eens
hier.
Daar zag ik me waarachtig aan *t
uiteinde van een branche des door
luchtige® stambooms. Ik stond hunst
paf van de nauwgezette afwerking
der gecompliceerde leugens. Ecnigs-
zins onthutst vroeg ik:
En wat is verder uw bedoeling?
Dat zal ik u in het kort vertel
len. zult nu zelf moeten toegeven,
dat u, hetzij uit bescheidenheid het
zij uit Wrok tegen het lot, onder het
mom van schertslust de waarheid
hebt verteld.
O zoo, KoosI
Pardon. Welnu, dit alles is
slechts de uitkomst van een vocrloo-
pig onderzoek, waarvoor ik u slechts
5 francs in rekening breng.
Ik betaalde hem dadelijk do 5
francs. Deze ervaring betreffende ,,le
Panthéon nobiliaive" was het luttele
betrag dubbel en dwars waard.
Merci. Doch om alles naar be-
hooren vast te stellen, is een uitge
breider en vollediger onderzoek be
paald noodig. Ten einde nu gedeel
telijk de uitgaven te dekken voor
onderzoek, druk, redactie, teekenin-
gen der wapens, gravures, papier,
portret enz. enz. ontvangt de admi
nistratie van onze onderneming, die
overal haar clientele heeft, een sub
sidie van den betrokken persoon of
de betrokken familie.
Uw naam komt dan voor in „le
Panthéon nobiliaire", dat door alle
politieke groepen, gezantschappen
enz. wordt geraadpleegd. Schrikt uw
bescheidenheid daarvan terug (want
u is bescheiden, tè bescheiden, mijn
waarde heer), dan krijgt u in elk ge
val een brief met heraldische zegels,
naar behooren opgemaakt,.. Een en
ander kost u 500 francs, te betalen in
10 termijnen van 50 francs. Betaalt u
Ineens, dan geven wij u 10 pet. kor
ting. U zult moeten toegeven, dat wij
niet veeleischend zijn.
Ik gaf gereedelijk toe dat 500 francs
inderdaad een bespottelijk bedrag was
voor een briefje van adeldom, doch ik
bedlhikte voor de groote eer.
Pardon. Dat is niet heel verstan
dig van u. U beseft blijkbaar niet.
welke groote voordeden de „titres de
noblesse" verschaffen in dezen tijd,
dat de striid om het bestaan dagelijks
zwaarder wordt. Maar enfin, mis
schien convenieert het u niet op het
oogenblik. Hier is mijn adres, voor
het geval u er later op terug wenscht
te komen A propos.... nu over iets
.itiders. Wij hebben nu ook een bio-
graphisch woordenboek onder han
den W ilt u daann opgenomen wor
den ?U stelt zelf uw levensbeschrij
ving op. Naar gelang van de ruimte,
die uw biographïe beslaat, betaalt u
ons 25, 50. 75 of 100 francs. Muximum-
plaats/ruirnteeen halve kolom. Zoo
goed als alle Parijsche journalisten
slaan er al in. Veel tijd hebt u niet.
Het boek verschijnt in Mei.
Tk peinsde. Bracht mij te binnen,
dat, in de Ilollandsche uitgave „Onze
Musici" bi> de levensbeschrijving vun
Willem Mengelberg onder meer de
volgende zinsnede mij trof „Zoo
kwam het ook, dat hij in zijn 3de en
4de levensjaar reeds liederen niaak-
te Verwonderde er mij over, dat
deze vroegrijpe Mozart 11 tot nog too,
op compositair gebied niets heeft
voortgebracht, dat de wereld, zelfs
Holland niet, in verbazing heeft ge
bracht. Van je 8de tot je 40de jaar
kun je toch stellig tijd genoeg hebben
gehad.
Ik sprak
Mijnheer, ik heb maling aan der
gelijke levensbeschrijvingen.
Toen eerst ging mijn bezoeker heen,
eenigszins mopperend, toch nog tevre
den. dat hij vijf francs rijker was ge
worden
By the bye. thans is het mij duide
lijk, waarom inden ijd een dor vorige-
imnisters van Buitenlandsche Zaken
een geheim onderzoek liet instellen
naar de echtheid tier „titres de no
blesse" van de attachés bij de ver
se lullende gezantschappen.
Het is anders niet onaardig, dat je
voor eenige muntbiljetten je voor
ouders tot kruistochtenaars kunt pro-
movoeren. Er is een heele hoop philo
sopliie in dergelijke wereldstoedschc
industrieën.
OTTO KNAAP.
Tan de Residentie en haar
bewoners.
c.
De honderdstel Negen en negentig
malen 'geschreven over do eigenaar
digheden van Den Haag en de bewo
ners van die zeldzame stad! I.aat ik
hier mijn dank brengen aan allen
die zoo Vriendelijk geweest zijn mij
een of méérmalen stof tot schrijven
te leveren, aan raadsleden en minis-
leriemenschen, aan kunstloopers en
stragglers voor high life. Hun allen
heil, en dat zij zoo beleefd mogen
zijn voort te gaan op de door hen in
geslagen wegen. Den Haag verliest
anders haar eigenaardig, gewild
druk en aan de andere zijde weor
veel te kalm leven, en voor briefschrij
vers ontbrak dan oen groot doel van
de nu steeds voorradig© copie-inhou-
dende voorvallen.
Het zou e©n groot genoegen voor
me geweest zijn deze honderdste
eens te kunnen beginnen met een lof
spraak op de bondigheid van de
raadsdebutten, maar daartoe ont
breekt alle reden. Een geheelen mid
dag heeft het achtbaar college zoek
gebracht aan algemeene beschouwin
gen over den in te stellen geneeskun
digen dienst, die er voorloopig nog
wel niet zijn zal.
B. en W. willen een betere contro
le op de ziektemeldingen van allen,
die in gemeentedienst zijn door sa
mengaan met organisatie voor eerste
hulp bij ongelukken. De toelichtin
gen waren één bewijs voor de nood
zakelijkheid er van.
Simulatie onder de gemeentewerk
lieden heeft zulke groote afmetingen
aangenomen, dat naar matige bere
kening de gemeente jaarlijks een
f 5000 te veel betaalt aan ziektegeld,
en dat aan eerste hulp bij ongeval
len en plotseling opgekomen ziekte
gevallen behoefte bestaat, wordt be
wezen door talrijke gevallen, waar
de'medische hulp en niet alleen
voor minvermogenden te laat
kwam en soms de dood intrad door
een niet tijdig genoeg behandelen
van den patient.
Nu zou men meenen dat dit laatste
de voornaamste aanleiding lot het in
dienen va® het voorstel was, maar
het behoud van menschenlevcns kan
niet te duur betaald worden maar
het tegenovergestelde was waar.
Controle op simulatie stond één en
de eerste hulp kwam alleen in behan
deling omdat de o'rganisatie aan
den controledienst vastgekoppeld
was. Hoe B. en W. zich de werking
van de ongelukkenhulp voorsteilen
bleek niet goed. Aan den dienst zal
maar één verpleegster verbonden
worden ei» wal geschieden moet als
het toeval wil dat ze op twee of drie
plaatsen tegelijk noodig is, weten we
niet.
Aan de controle hebben we meer
houvast en, wordt bij de artikelen
niet teruggekomen op het aangeno
men principe, dan zal die inrichting
wel haar nut hebben.
Natuurlijk is over Je simulatie
uitermate geredekaveld, wel ander
half uur lang.
De heoir Hoejenbos vond dat het
zoo erg niet was als de stukken het
voorstelden, maar daarna viel zijn
heele betoog. Had hij ontkend dat het
euvel niet voorkwam, de zaak had
anders gestaan, maar nu zijn twis
ten met den wethouder slechts neer
kwam op een meer of minder simu-
leeron, was het ongelijk reeds aan
zijn kant, voordal de wethouder nog
gesproken had.
Als bewijs in welke inate het
kwaad voorkomt kan gelden dat er
ziekenfondsen zijn, die rijks en ge
meentewerklieden niet als lid aanne
men. omdat ze te slechte risico's zijn
i Gelijk scheen de heer Hoejenbos te
i hebben, waar hij de cijfers in het rap
port aanviel, die waar zo een voor
stelling moesten geven van den om
vang van de geneeskundige liulp in
Antwerpen en Brussel en van de kos
ten van dienst in Amsterdam, niet
geheel en al juist bleken. Noch de
wethouder, noch dr. v. d. Hoorn, het
raadslid dat het rapport mede had
uitgebracht, nam het toen op en dat
maakte een eenigszins zonderlingen
indruk, die nog versterkt werd toe»
de wethouder de verantwoordelijk
heid van een namens B. en W. inge
diend rapport van dat college wilde
schuiven op de commissie die het sa
menstelde.
Gelukkig bleek deze bewering een
zïch-verpraat-hebben, want waar zou
het heen moeten, als men nmest be
ginnen met aan te nemen, dat de cij
fers in ecu officieel rapport heel
goed absoluut onjuist konden zijn.
B. en W. kregen aanvankchik hun
zin een voorstel-Hoejeub s, dat den
dienst anders wilde inrichten, zcoals
in Amsterdam, viel, en de aleemecne
beschouwingen zijn afgeloopen.
Over een paar maanden zal D<a
Haag eindelijk in het bezh ziin va»
een openbaar slachthuis De directeur
werd reeds in 1905 benoemd, om aan
alle voorbereidende werkzaamheden
te kunnen deelnemen, en naar het
schijnt heeft hij zich daar met succes
van gekweten. Het slachthuis, dat een
dikke 2 millioen gekost heeft, nn«et
hoogst praktisch en allermodern.-1
zijn ingericht, wat den tegenstand
van de slagers vermoedelijk wel zal
verminderen.
Hoeveel het jaarlijksch tekort zal
bedragen is natuurlijk niet te zeggen,
vóórdat alles in werking is Valt de
ijsverkoop mee, dan wordt hoop ge
koesterd. dat hel nadeelig saldo niet
te hoog zal loopen.
Op 1 Juni gaan de deuren open en
op 1 Augustus moeten alle particulie
re slachterijen gesloten zijn.
Door dit slachthuis is aan een
groot deel van de terreinen aan do
Laakhaven, die daar al jarenlang
renteloos lagen, teu nadeele van do
gemeente, die ze indertijd meende te
kunnen bestemmen voor handéls- en
afslagplaats, wat een absolute mis
rekening bleek, eindelijk een bestem
ming gegeven.
Ze brengen nu wel geen rente op,
maar hebben ten minste den koop van
anderen grond uitgespaard
SINTRAM.
Stadsnieuws
Cöristeiyke Vakac'.le.
In de groote zaai van het ..Blauwe
Kruis" had het Chr. Nut. Verbond,
Vrijdagavond een openbare vergade
ring belegd, die meer speciaal uitging
van de Haarlemsche AfdocJingen van
den Christ. Bond van Sigarenmakers
en Tabakbewerkers, don Chr. Metaal-
bowerkersbond, den Chr. Typografen
bond. den Ned. Chr. Bouvvvakarlxi-
dersbond en van de Ned. Ver. van
Chr. Kantoor- en Handelsbedienden.
In die vergadering trad de heer H.
Verveld, van Enschede, voorzitter van
den Christelijken Textielarbeiders-
buiid „Unitas" op met het onderwerp
„Waarom Christelijke Vakorganisa
tie?"
De aanwezigen waren weinig tal
rijk.
De hoer F. Wagenaar opende de bij
eenkomst met gebed en eenige woor
den van welkom waarna de lieer Ver
veld het woord kreeg.
liet was dezen een aangename taak
in een der hoofdplaatsen van Neder
land op te treden; dat toch gebeurde
niet dikwijls .omdat men in de groote
steden weinig texliel-imiustrie he.ft,
en in die industrie was de heer Ver
veld werkzaam geweest Spr. vreesde
dat de vergadering eenigszins teleur
gesteld worden zou, omdat hij n:et
was een geleerd man, die van alle
markten Ihuis was. In de arbeiders
beweging had spr. evenwel reeds lan
ge jaren gewerkt, zij 't ook in den
engeien kring van de Twentsche nij
verheid.
Het Christelijk Nationaal Vakver
bond is van oordeel, dat men zijn
licht niet onder een korenmaat zetten
moet, en 't was daarom dat spr. p-
gedragen was hier en daar in den
haarlemsche
Handelsvereeniglng
Goedgek. bij Kon. Heal, van 12 Nov.l8Ö&.
De Haarlemsche Handelsvereeni
glng hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van beslaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, Is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succes. Jammer echier, dal men alge
meen niet meer blijk geeft, dit ie
waardeeren, door als lid der Vereecr
ging toe le treden. Ex zij: wel seer
dan 600 leden, maar dal is ui ei vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs parlical eren, moesten l.d
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemscne Handelsvereeni
glng steeds opneemt, als dueude, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen va® ver
schillenden aaid, haren leden aan
biedt, zijn zoer vele en zeer groote
tegenover' de geringe jaarlijksche
contributie van 8.50, dis gevraagd
wordt.
De Hiartemsche Handelsvereeni
glng bemoeit zich In dc eerste plaats
er mede. Go b dangen van hare leden
te bevorie.en, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en information voor hen in te
winnen. Bovoudien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur cier Vereeniging te vragen,
die ooi. in procedureu en faillisse
menten gralis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half Jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tol en met 30 April)
ed 1 75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver-
eeuig ug ziju de beeren Mrs. Th. de
Baan Hugenholizen A. 11. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor Incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pcL der vordering bere
kend.
Bovendien moot 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te Innen.
De kosten van Informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per Lnloruiutie, plus
vijf cents poriu-vergoeding. Juforiua-
tien naar binnen tie slud wonende
personen worden gratis verstrekt.
Fretentieu op builen de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer met 10 ets. voor porto-
vergoediug is toegevoegd.
Huirn li48 information en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geioupen jaar gegeven.
In de maanden December 1910,
Januari eu Februari 1911 zijn 79 vor
deringen tot een bedrag van f3352.33
betaald, 17 vorderingen worden afbe
taald, 20 vorderingen zijn uitgesteld.
Nieuwe Leden voor 1911/12 kunnen
nu reeds tot de Vereeniging toetreden
en genieten alsdan tot 1 Mei o.k. al
le voorrechten als een gewoon lid.
Volgens art. 7 dient hei geheim der
Haarlemmer dalletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Onlangs heb ik gevraagd aan een
van mijn kennissen, of hij met een
vliegenier in de lucht zou durven
gaan.
Dit is een aardige vraag, omdat je
er maar zelden een rechtstreeks ant
woord op krijgt.
De een zegt„och, onder bepaalde
omstandigheden, in een vliegkamp
bijvoorbeeld, waar tien menschen te
gelijk vliegen, zoodat het een zeer
gewone zaak lijkt, dan zou ik wel
mee dui-ven vliegen."
Een ander zegt„dat hangt af
van den aviateur als hij een heel
voorzichtige en vertrouwde man vvos
en het was mooi weer en mijn vrouw
vond het goed, dan zou ik er niet te
gen hebben."
Zoo hebben ze, probeer het maar.
allerlei condities en voorwaarden, die
waarschijnlijk toch niet alle vervuld
worden. Hel antwoord bindt dus lot
niets.
Wonderlijk toch, dat vele mannen
een ander wel een beetje durven voor
jokken, maar niet den moed hebben,
om te zeggen, dat zij ergens geen
moed voor zouden hebben.
Behalve enkele, van wie ik er dan
onlangs één ontmoette. Hij zei rond
uit
„Ik zou er niet over denken."
„Waarom niet?" vroeg ik.
„Omdat do lucht mijn element niet
is. Met de aarde kan ik het vinden,
daar kan ik op loopen of fietsen. Ook
kan ik goed met het water over
weg...."
„Overweg vroeg ik.
„Neem mij niet kwalijk", zei
hij, „die uitdrukking Is natuurlijk
minder juist, il; bedoel ln het water
lijsten va® wanbetaler» ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seert aan het Bureau, dat geopend Is
dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook
verdere inlichtingen zijn te bekomen.
Hel Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V loch van haar Infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk Ier kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor Informatiën op
h er ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Parijsche Brieven
CCLXVII.
Een overheidspersoon kwam op een
goedon dag bij ine en vroeg me, na
het uiten van eenige parlementaire
bel-eefdheidsphr asesof ik genegen
was om aan een paedagogische in
richting, van Staatswege aangemoe
digd, beschermd en gesteund, onder
richt te geven in de Hollandsche en
Maleische talen.
Ik krabde me achter 't oor klas
siek gebaar van iemand, die o.a. wil
veibergen, dat hij zich in zijn ijdel-
heid aangenaam gestreeld voelt on
deed, na een heldhaftige inspanning,
do vraag
En welk salaris is er aan verbon
den
Het ietwat verwonderde weder
woord luidde
Maar het ls een eerc-ambt aan
een openbare instelling van alge
meen erkend nut. Geen der leeraren
ontvangt eeuig salaris. Na eenige
dienstjaren wordt men beloond mei
de benoeming tot „officier d'Acaxlé-
mie". verder tot „officier de l'Instruc-
tion Publique", en in bijzondere ge
vallen nog hooger op.
Ik moest den magistraatspersoon te
kennen geven, dat ik, als hoofd van
een groot gezin, tot mijn groot leed
wezen mij niet gerechtigd gevoelde,
de restantjes van mijn tijd te beste
den aan eere-ambten.
Toch ken ik ettelijke „professeurs".
die, schoon zij ter zake in nog on
gunstiger omstandigheden verkeeren
dan ik, de povere snippertjes van hun
tijd volijverig besteden aan het ver
vullen van dergelijke eere-ambten,
minder uit philanlropische neigingen
dan wel met het oog op het te veidie-
nen lintje. Eh bien, ne les blAmons
pas. Want het geldt hier een inrioh-
ting van groot nut, van algemeen
belang. En hadde ik tijd in overvloed,
ik zou het aanbod hebben aangeno
men. ook zonder het mij onversohillig
verschiet van borstverslerend speel
goed.
Intusschen wordt er, in een metro
polis als Parijs, uiteraard veel op de
ijdelheid der menschen gespeculeerd.
Zoo kreeg ik eens bezoek van een
heel gedistingeerd uitzienden en
uiterst welbespraakten heer, die
zich aan mi) voorstelde als de admi-
nistraieur-général van „le Panthéon
nobiliaire".
Wat die man met zijn adellijk pan
théon. zijn verzameling van blauw-
bloedige personnages, bij mij, demo
craat, kwam doen
Ziehier, in het kort, liet gesprek
tusscheri mijn bezoeker en mij
Ik heb gehoord, mijnheer, dat u
van ouden adel bent,
Ik
Ja, u. Kom, houd u maar niet
voor den domme. Mijn gegevens, of.
liever, de gegevens van mijn maat
schappij, zijn immer zoo juist en zoo
volledig mogelijk.
Maar van wien hebt u dan toch
dien onzin gehoord
kan ik wel aarden...."
„Aarden vroeg ik.
„Och nee", gaf hij toe. „dat deugt
ook al niet In 't water, meen ik, heb
ik grond onder de v...... wel komaan,
dat is ook al niet in oixle 1"
Ik kreeg medelijden met hem en de
Nederlandsche taal.
„Je bent met liet water vertrouwd."
„Ja juist, zoo is het. Val ik uit een
bootje, dan kan ik naar land zwem
men. Maar aJs ik uit een vliegmachi
ne tuimel, dan weet ik geen raad. Een
spreeuw van geringe komaf is hij
zoo'n gelegenheid veel knapper dan
een mensch. Voordat ik me tot die
bekwaamheid heb opgewerkt, ga ik
niet in een vliegmachine."
Deze redeneering leek me bij uit
stek gezond. Meermalen sla je ver
wonderd over do kalmte en de ge
rustheid. waarmee menschen, die in
't geheel niet kunnen zwemmen, in
bootjes gaan varen, waarschijnlijk in
de hoop. dat er op een moment van
gevaar wel eon ander zal wezen, die
ze er uithaalt of een ondiepe plek ln
de buurt, die zo voor verdrinken be-
tioedt. Met dezelfde courage, die ze
noodig hebben om iri een schuitje te
gaan roeien, kunnen ze ook in een
vliegmachine gaan zitten, maar daar
denken ze niet aan.
Dat komt door het quasi gemoede
lijke, dat er ligt in het varen. Wie
heeft er ooit gehoord van iemand, die,
om rust te hebben, een lange spoor-
reis gaat maken? Daarvoor is er te
veel lawaai aan verbonden. Het is al
iets, dat de bel waarmee aan de sta
tions de trein werd afgeluld verdwe
nen is, maar de stoomfluit van den
machinist is gehlevon. waarvan hij
een ruim gebruik maakt. En dan be
gint onmiddellijk het dreunen, rom
melen, schudden cn schokken wel
mocht da man, die van zijn leven
nooit anders geweest was dan con
ducteur op de lijn Alkmaar-Hoorn,
verklaren dat hij een veelbewogen le
ven achter den rug had.
Zoo gaat het onderweg, bij het bin
nenrijden van een station wordt het
er niet beter op, dan klinkt langs den
heelen trein een ijselijk gegier alsof
tien kleine jongentjes stiekem, onder
aan de wagens hangende, do reis
hadden meegemaakt en nu op eens
gezamenlijk wonden fijngemalen
Evenwel is het zoo erg niet: de oor
zaak van die akelige geluiden is de
Westinghousc-rem ma ar, die aange
zet wordt. Het herinnert me aan een
romanschrijver, die een beschrijving
gaf van een woedenden machinist op
zijn locomotief: „beiden knarsten he
vig, hij op de tanden, zij op de rails".
Staat de trein eenmaal stil, dan be
ginnen drie, vier conducteurs in koor
zoo hard te roepon, alsof ze dachten,
dat alle reizigers onderweg in diepen
slaap zijn gevallen, of geen spoorboek
je bij zich hebben of de koeien van
letters niet kunnen lezen, waarmee
de stationsnaam op groote borden Is
geschilderd. Is dat afgeloopen en zijn
de reizigers in- en uitgestroomd, dan
worden de portieren dichtgesmeten
en weldra zijn we weer onderweg.
Waarvoor de smijterij met die deu
ren dient, ls me altijd een raadsel
gebleven. Ze zijn goed pas gemaakt
en kunnen dus heel wel voorzichtig
worden gesloten niettemin wordt
een spoorwagendeur altijd dicht ge
gooid. Ik denk voor 't naast, dat het
een van die vakmanieren is, zooals
die ook in andere bedrijven bestaan.
Zoo zal e«n kruier nooit nalaten,
een heel vertoon van kracht ten beste
te geven, ook wanneer hij een dames
koffertje hoeft over to reiken, waarin
voor nul pond, drie en een half ons
aan gewicht geborgen la: zoo kan een
kellner, die zichzelf en zijn vak eer
biedigt, geen bord neerzetten, dan
met zekeren zwierigon zwaai, zou
buigt de ware chauffeur in een auto
zic-h voorover aJs om den gezichtein
der te doorgronden, ook wanneer er
op drie kilometers afstand niets dan
drie kippen en een mesthoop te be
speuren zijn, zoo zet een professor in
de alleringewikkeldste vakken nog
een geloerd gcsicht, wanneer hij voor
zijn vrouw de wasch lijst overschrijft.
De spoortrein is, dan ook, om tot
mijn onderwerp terug te koeren, een
noodzaikclijk en een roeibootje een
veelal onnoodig kwaad. Mijn hart ls
aan de stoomboot verpand. Niet zoo
een, die over Oceanen vaart en pre
cies op een drijvend hótel lijkt, maar
zoo'n gemoedelijk stoombootje van
onze binnenwateren. Dat ls gezellig
eenvoudig, trouwhartig. Dat begint al
wanneer je de loopplank over bent.
De kapitein staat ln de nabijheid,
er is gelegenheid om hem te begroe
ten voor wie daar roeping toe gevoelt
Tien tegen een, dat na dezen groet,
zijn voorvinger oprijst naar den rand
van de pet, die het kenmerk van zijn
waardigheid is misschien verhuist
tengevolge van een volmaakt onwille
keurige reflex-beweging, de lekkernij
achter zijn kiezen meteen van links
naar rechts. Als er tijd voor is, vertelt
hij ai gauw hoe groot zijn gezin is:
tien en zeven in léven, maar do vrouw
liet 't te kwaad met de rimmetiok..."
dat noem ik andere toenadering dan
tot den machinist van den trein, die
om een hoekje van zijn machine kijkt
met zoo'n zwart en boolied gezicht,
dat je hem niet eens herkent, als hij
gewossclien is.
Met genoegen laat jo den zoetwater-
rob gaan, wanneer de tijd van ver
trekken. tien minuten ongeveer na
het uur op de dienstregeling vermeld,
is aangebroken en hij de spaken van
't stuurwiel in zijn rivierschipper-
sche vuisten knel!. Nog even kijkt htj
o;n, of scans een verlate passagier op
een drafje komt aanzetten, is dat zoo
niet, dan gaat de reis in ernst begin
nen. Eén minuut nog en we glijden
over het water. Zóó hard kan water
nooit wezen, dat het zulke afgrijse
lijke geluiden afgeeft als de ijzeren
baan van de menschen op 't land.
Geen schudden, geen schokken, niets
dan een zacht wiegen. En wanneer
wo een andere boot ontmoeten, steekt
onze kapitein gemoedelijk zijn hand
in de hoogte, wat op dezelfde manier
wordt beantwoord. Laat een trein
machinist dat eens doen: als hij een
voorbijrennenden collega groet te
Vogelenzang, krijgt hij het tegensa-
luut pas in Warmond!
't Kan wezen, dat het ons boven op
•ion duur te koud wordt, welnu we
gaan naar beneden en merken daar
nog een andere voortreffelijkheid op:
in een trein riekt het naar stof en
stank van Engelsclio steenkool op
een stoomboot naar koffie. Daal je de
trap af. dan besef je. dat dc passa
giers die al in de kajuit zijn, met It-
imgstelling-je bet oen zien komen en
nieuwsgierig afwachten, hoe je romp
en je hoofd wezen zal. Dit en het feit,
dat iedereen je bij het volledig binnen
treden aanstaart, maukl je entree
de chajnbre eenigszins moeilijk.
\uoral wanneer je, zooals de meesten
doen. over het drempeltje struikelt.
Maar is dat moment voorbij, ben jo
behoorlijk geïnstalleerd, hoe gemoe
delijk blijkt het dan ook hier te we
zen. De twee stijve, rechte lijnen van
de banken in den spoorwagen, die
aan kippenstokken doen denken, zijn
hier vervangen door een ellipsvor
mige zitplaats, waarvan Je door het
ietwat getemperd licht, niet kunt zien
dat de bedekking ietwat verschoten ls
geraakt. En iedere reiziger heeft het
er zich gemakkelijk gemaakt doe
dat eens in een spoortrein.
Op ons aller gemak vaart inmiddels
de boot verder, overal aanleggende,
precies als een man van dc dienst
verrichting die hier en daar en over. 1
boodschappen heeft te doen. Ann de
geluiden kun je precies nagaan, wat
er boven voorvalt Een bons boven
je hoofd wil zeggen, dal een stuk uit
het gangboord is weggenomen, ceu
schuifelend geluid daarna, dat do
loopplank is uitgelegd: tien tegen
een, dat je een minuut naderhand
weer nieuwe beenen van de kajuits
trap afdalen ziet.
Straks komt de kapitein op ccn
recht eind, waarin hij liet roer aan
den knecht kan toevertrouwen, naar
beneden om kaartjes te verkoopen
voor prijzen, waarnaar de spoor, zelfs
vóór 1 Januari 1911, niet kon talen.
Dergelijke veelzijdigheid vind je bij
den spoortrein niet Misschien over
komt het je wel, dat in een pauwen
doorgang een schuit vastgeraakt is,
zoodat je een halfuur present krijgt
<>p het traject, zonder dat het Je eei
cent méér kost. kom daar bij ccn
spoor eens om, die rent maar VOO:
zonder op- of omzien. En niemand,
die de stations afroept dc men
schen zien wel aan de kleur van t
water, of ze in de buurt van hun be
stemming komen.
Als ik me niet beperken moest kon
ik nog wel een kolom lang do lof van
dc stoomboot zingen. Dit weinige zij
genoeg. Wat me altijd gespeten heef?,
is dat Haarlem geen rechtstreekscha
waterverbinding heeft met Amster
dam; als die bestond koek ik geen
spoor en geen tram meer aan, maar
maakte altijd gebruik van de boot.
FIDELIO.