HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 18 MAART 1911 U begrijpt, dat mijn ambtsge heim mij verbiedt.... Kom I Natuurlijk. Bovendien komt het er niet op aan, uit welke brounen wij onze inlichtingen putten. Om u dade lijk te toonen, dat ik niet „in 's Blaue liinein" spreek en wel ingelicht ben, wil ik u zeggen, dat u u Otto Knaap noemt, maar eigenlijk Ottone del Canapo heeL Pa' w s me te sterk, rk schoot in een schier onbedaarlijken lach en kon er eindelijk met eenige moeite utbrengen: Ik moet erkennen, dat ik me wel eens zoo genoemd heb. Maar dat ge schiedde dan uit malligheid, onder vrienden, niet zelden om den draak te steken mee de „titres de noblesse", waarop zoovelen zich, ten rechte of ten onrechte, laten voorstaan. Pardon. Maar hoe kwam u dan op dien Italiaanschen naam? Verzonnen. Pardon. Alle verzinsels hebben een ondergrond van waarheid. Hier. in mijn geval, heusch niet. Pardon. Vergeef mij, dat ik u met beslistheid moet tegenspreken. Tegelijkertijd haalde hij uit zijn portefeuille eenige papieren voor den dag, waarop hij mij een stamboom, ettelijke persoons- en plaatsnamen, een paar heraldische versieringen en eenige aanteekeningen vertoonde, die mij een paar seconden lang in stom me verbazing brachten Pardon, Zooals u ziet, bestaat er in Italië, o.a. te Parlcrma en te Modena, een adellijke familie del Ca napo, wier geschiedenis tot aan de kruistochten is ie traceeren. Brrrl Pardon. In de eerste helft der achttiende eeuw is een tak dier fami lie wegens politieke verwikkelingen het land uit moeten gaan. De leden togen naar het vrije Nederland en hebben daar ten slotte hun naam ge makshalve verholiandscht. Kom! En nu hebt u natuurlijk mijn afkomst, mijn persoonlijke ori gine te pakken. Zooals u zegt. Kijkt maar eens hier. Daar zag ik me waarachtig aan *t uiteinde van een branche des door luchtige® stambooms. Ik stond hunst paf van de nauwgezette afwerking der gecompliceerde leugens. Ecnigs- zins onthutst vroeg ik: En wat is verder uw bedoeling? Dat zal ik u in het kort vertel len. zult nu zelf moeten toegeven, dat u, hetzij uit bescheidenheid het zij uit Wrok tegen het lot, onder het mom van schertslust de waarheid hebt verteld. O zoo, KoosI Pardon. Welnu, dit alles is slechts de uitkomst van een vocrloo- pig onderzoek, waarvoor ik u slechts 5 francs in rekening breng. Ik betaalde hem dadelijk do 5 francs. Deze ervaring betreffende ,,le Panthéon nobiliaive" was het luttele betrag dubbel en dwars waard. Merci. Doch om alles naar be- hooren vast te stellen, is een uitge breider en vollediger onderzoek be paald noodig. Ten einde nu gedeel telijk de uitgaven te dekken voor onderzoek, druk, redactie, teekenin- gen der wapens, gravures, papier, portret enz. enz. ontvangt de admi nistratie van onze onderneming, die overal haar clientele heeft, een sub sidie van den betrokken persoon of de betrokken familie. Uw naam komt dan voor in „le Panthéon nobiliaire", dat door alle politieke groepen, gezantschappen enz. wordt geraadpleegd. Schrikt uw bescheidenheid daarvan terug (want u is bescheiden, tè bescheiden, mijn waarde heer), dan krijgt u in elk ge val een brief met heraldische zegels, naar behooren opgemaakt,.. Een en ander kost u 500 francs, te betalen in 10 termijnen van 50 francs. Betaalt u Ineens, dan geven wij u 10 pet. kor ting. U zult moeten toegeven, dat wij niet veeleischend zijn. Ik gaf gereedelijk toe dat 500 francs inderdaad een bespottelijk bedrag was voor een briefje van adeldom, doch ik bedlhikte voor de groote eer. Pardon. Dat is niet heel verstan dig van u. U beseft blijkbaar niet. welke groote voordeden de „titres de noblesse" verschaffen in dezen tijd, dat de striid om het bestaan dagelijks zwaarder wordt. Maar enfin, mis schien convenieert het u niet op het oogenblik. Hier is mijn adres, voor het geval u er later op terug wenscht te komen A propos.... nu over iets .itiders. Wij hebben nu ook een bio- graphisch woordenboek onder han den W ilt u daann opgenomen wor den ?U stelt zelf uw levensbeschrij ving op. Naar gelang van de ruimte, die uw biographïe beslaat, betaalt u ons 25, 50. 75 of 100 francs. Muximum- plaats/ruirnteeen halve kolom. Zoo goed als alle Parijsche journalisten slaan er al in. Veel tijd hebt u niet. Het boek verschijnt in Mei. Tk peinsde. Bracht mij te binnen, dat, in de Ilollandsche uitgave „Onze Musici" bi> de levensbeschrijving vun Willem Mengelberg onder meer de volgende zinsnede mij trof „Zoo kwam het ook, dat hij in zijn 3de en 4de levensjaar reeds liederen niaak- te Verwonderde er mij over, dat deze vroegrijpe Mozart 11 tot nog too, op compositair gebied niets heeft voortgebracht, dat de wereld, zelfs Holland niet, in verbazing heeft ge bracht. Van je 8de tot je 40de jaar kun je toch stellig tijd genoeg hebben gehad. Ik sprak Mijnheer, ik heb maling aan der gelijke levensbeschrijvingen. Toen eerst ging mijn bezoeker heen, eenigszins mopperend, toch nog tevre den. dat hij vijf francs rijker was ge worden By the bye. thans is het mij duide lijk, waarom inden ijd een dor vorige- imnisters van Buitenlandsche Zaken een geheim onderzoek liet instellen naar de echtheid tier „titres de no blesse" van de attachés bij de ver se lullende gezantschappen. Het is anders niet onaardig, dat je voor eenige muntbiljetten je voor ouders tot kruistochtenaars kunt pro- movoeren. Er is een heele hoop philo sopliie in dergelijke wereldstoedschc industrieën. OTTO KNAAP. Tan de Residentie en haar bewoners. c. De honderdstel Negen en negentig malen 'geschreven over do eigenaar digheden van Den Haag en de bewo ners van die zeldzame stad! I.aat ik hier mijn dank brengen aan allen die zoo Vriendelijk geweest zijn mij een of méérmalen stof tot schrijven te leveren, aan raadsleden en minis- leriemenschen, aan kunstloopers en stragglers voor high life. Hun allen heil, en dat zij zoo beleefd mogen zijn voort te gaan op de door hen in geslagen wegen. Den Haag verliest anders haar eigenaardig, gewild druk en aan de andere zijde weor veel te kalm leven, en voor briefschrij vers ontbrak dan oen groot doel van de nu steeds voorradig© copie-inhou- dende voorvallen. Het zou e©n groot genoegen voor me geweest zijn deze honderdste eens te kunnen beginnen met een lof spraak op de bondigheid van de raadsdebutten, maar daartoe ont breekt alle reden. Een geheelen mid dag heeft het achtbaar college zoek gebracht aan algemeene beschouwin gen over den in te stellen geneeskun digen dienst, die er voorloopig nog wel niet zijn zal. B. en W. willen een betere contro le op de ziektemeldingen van allen, die in gemeentedienst zijn door sa mengaan met organisatie voor eerste hulp bij ongelukken. De toelichtin gen waren één bewijs voor de nood zakelijkheid er van. Simulatie onder de gemeentewerk lieden heeft zulke groote afmetingen aangenomen, dat naar matige bere kening de gemeente jaarlijks een f 5000 te veel betaalt aan ziektegeld, en dat aan eerste hulp bij ongeval len en plotseling opgekomen ziekte gevallen behoefte bestaat, wordt be wezen door talrijke gevallen, waar de'medische hulp en niet alleen voor minvermogenden te laat kwam en soms de dood intrad door een niet tijdig genoeg behandelen van den patient. Nu zou men meenen dat dit laatste de voornaamste aanleiding lot het in dienen va® het voorstel was, maar het behoud van menschenlevcns kan niet te duur betaald worden maar het tegenovergestelde was waar. Controle op simulatie stond één en de eerste hulp kwam alleen in behan deling omdat de o'rganisatie aan den controledienst vastgekoppeld was. Hoe B. en W. zich de werking van de ongelukkenhulp voorsteilen bleek niet goed. Aan den dienst zal maar één verpleegster verbonden worden ei» wal geschieden moet als het toeval wil dat ze op twee of drie plaatsen tegelijk noodig is, weten we niet. Aan de controle hebben we meer houvast en, wordt bij de artikelen niet teruggekomen op het aangeno men principe, dan zal die inrichting wel haar nut hebben. Natuurlijk is over Je simulatie uitermate geredekaveld, wel ander half uur lang. De heoir Hoejenbos vond dat het zoo erg niet was als de stukken het voorstelden, maar daarna viel zijn heele betoog. Had hij ontkend dat het euvel niet voorkwam, de zaak had anders gestaan, maar nu zijn twis ten met den wethouder slechts neer kwam op een meer of minder simu- leeron, was het ongelijk reeds aan zijn kant, voordal de wethouder nog gesproken had. Als bewijs in welke inate het kwaad voorkomt kan gelden dat er ziekenfondsen zijn, die rijks en ge meentewerklieden niet als lid aanne men. omdat ze te slechte risico's zijn i Gelijk scheen de heer Hoejenbos te i hebben, waar hij de cijfers in het rap port aanviel, die waar zo een voor stelling moesten geven van den om vang van de geneeskundige liulp in Antwerpen en Brussel en van de kos ten van dienst in Amsterdam, niet geheel en al juist bleken. Noch de wethouder, noch dr. v. d. Hoorn, het raadslid dat het rapport mede had uitgebracht, nam het toen op en dat maakte een eenigszins zonderlingen indruk, die nog versterkt werd toe» de wethouder de verantwoordelijk heid van een namens B. en W. inge diend rapport van dat college wilde schuiven op de commissie die het sa menstelde. Gelukkig bleek deze bewering een zïch-verpraat-hebben, want waar zou het heen moeten, als men nmest be ginnen met aan te nemen, dat de cij fers in ecu officieel rapport heel goed absoluut onjuist konden zijn. B. en W. kregen aanvankchik hun zin een voorstel-Hoejeub s, dat den dienst anders wilde inrichten, zcoals in Amsterdam, viel, en de aleemecne beschouwingen zijn afgeloopen. Over een paar maanden zal D<a Haag eindelijk in het bezh ziin va» een openbaar slachthuis De directeur werd reeds in 1905 benoemd, om aan alle voorbereidende werkzaamheden te kunnen deelnemen, en naar het schijnt heeft hij zich daar met succes van gekweten. Het slachthuis, dat een dikke 2 millioen gekost heeft, nn«et hoogst praktisch en allermodern.-1 zijn ingericht, wat den tegenstand van de slagers vermoedelijk wel zal verminderen. Hoeveel het jaarlijksch tekort zal bedragen is natuurlijk niet te zeggen, vóórdat alles in werking is Valt de ijsverkoop mee, dan wordt hoop ge koesterd. dat hel nadeelig saldo niet te hoog zal loopen. Op 1 Juni gaan de deuren open en op 1 Augustus moeten alle particulie re slachterijen gesloten zijn. Door dit slachthuis is aan een groot deel van de terreinen aan do Laakhaven, die daar al jarenlang renteloos lagen, teu nadeele van do gemeente, die ze indertijd meende te kunnen bestemmen voor handéls- en afslagplaats, wat een absolute mis rekening bleek, eindelijk een bestem ming gegeven. Ze brengen nu wel geen rente op, maar hebben ten minste den koop van anderen grond uitgespaard SINTRAM. Stadsnieuws Cöristeiyke Vakac'.le. In de groote zaai van het ..Blauwe Kruis" had het Chr. Nut. Verbond, Vrijdagavond een openbare vergade ring belegd, die meer speciaal uitging van de Haarlemsche AfdocJingen van den Christ. Bond van Sigarenmakers en Tabakbewerkers, don Chr. Metaal- bowerkersbond, den Chr. Typografen bond. den Ned. Chr. Bouvvvakarlxi- dersbond en van de Ned. Ver. van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden. In die vergadering trad de heer H. Verveld, van Enschede, voorzitter van den Christelijken Textielarbeiders- buiid „Unitas" op met het onderwerp „Waarom Christelijke Vakorganisa tie?" De aanwezigen waren weinig tal rijk. De hoer F. Wagenaar opende de bij eenkomst met gebed en eenige woor den van welkom waarna de lieer Ver veld het woord kreeg. liet was dezen een aangename taak in een der hoofdplaatsen van Neder land op te treden; dat toch gebeurde niet dikwijls .omdat men in de groote steden weinig texliel-imiustrie he.ft, en in die industrie was de heer Ver veld werkzaam geweest Spr. vreesde dat de vergadering eenigszins teleur gesteld worden zou, omdat hij n:et was een geleerd man, die van alle markten Ihuis was. In de arbeiders beweging had spr. evenwel reeds lan ge jaren gewerkt, zij 't ook in den engeien kring van de Twentsche nij verheid. Het Christelijk Nationaal Vakver bond is van oordeel, dat men zijn licht niet onder een korenmaat zetten moet, en 't was daarom dat spr. p- gedragen was hier en daar in den haarlemsche Handelsvereeniglng Goedgek. bij Kon. Heal, van 12 Nov.l8Ö&. De Haarlemsche Handelsvereeni glng hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van beslaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, Is zij opgetreden en dikwijls met groot succes. Jammer echier, dal men alge meen niet meer blijk geeft, dit ie waardeeren, door als lid der Vereecr ging toe le treden. Ex zij: wel seer dan 600 leden, maar dal is ui ei vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs parlical eren, moesten l.d worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemscne Handelsvereeni glng steeds opneemt, als dueude, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen va® ver schillenden aaid, haren leden aan biedt, zijn zoer vele en zeer groote tegenover' de geringe jaarlijksche contributie van 8.50, dis gevraagd wordt. De Hiartemsche Handelsvereeni glng bemoeit zich In dc eerste plaats er mede. Go b dangen van hare leden te bevorie.en, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en information voor hen in te winnen. Bovoudien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur cier Vereeniging te vragen, die ooi. in procedureu en faillisse menten gralis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half Jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tol en met 30 April) ed 1 75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver- eeuig ug ziju de beeren Mrs. Th. de Baan Hugenholizen A. 11. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2—4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor Incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pcL der vordering bere kend. Bovendien moot 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te Innen. De kosten van Informatiën naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per Lnloruiutie, plus vijf cents poriu-vergoeding. Juforiua- tien naar binnen tie slud wonende personen worden gratis verstrekt. Fretentieu op builen de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer met 10 ets. voor porto- vergoediug is toegevoegd. Huirn li48 information en rechts geleerde adviezen werden in het af- geioupen jaar gegeven. In de maanden December 1910, Januari eu Februari 1911 zijn 79 vor deringen tot een bedrag van f3352.33 betaald, 17 vorderingen worden afbe taald, 20 vorderingen zijn uitgesteld. Nieuwe Leden voor 1911/12 kunnen nu reeds tot de Vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei o.k. al le voorrechten als een gewoon lid. Volgens art. 7 dient hei geheim der Haarlemmer dalletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Onlangs heb ik gevraagd aan een van mijn kennissen, of hij met een vliegenier in de lucht zou durven gaan. Dit is een aardige vraag, omdat je er maar zelden een rechtstreeks ant woord op krijgt. De een zegt„och, onder bepaalde omstandigheden, in een vliegkamp bijvoorbeeld, waar tien menschen te gelijk vliegen, zoodat het een zeer gewone zaak lijkt, dan zou ik wel mee dui-ven vliegen." Een ander zegt„dat hangt af van den aviateur als hij een heel voorzichtige en vertrouwde man vvos en het was mooi weer en mijn vrouw vond het goed, dan zou ik er niet te gen hebben." Zoo hebben ze, probeer het maar. allerlei condities en voorwaarden, die waarschijnlijk toch niet alle vervuld worden. Hel antwoord bindt dus lot niets. Wonderlijk toch, dat vele mannen een ander wel een beetje durven voor jokken, maar niet den moed hebben, om te zeggen, dat zij ergens geen moed voor zouden hebben. Behalve enkele, van wie ik er dan onlangs één ontmoette. Hij zei rond uit „Ik zou er niet over denken." „Waarom niet?" vroeg ik. „Omdat do lucht mijn element niet is. Met de aarde kan ik het vinden, daar kan ik op loopen of fietsen. Ook kan ik goed met het water over weg...." „Overweg vroeg ik. „Neem mij niet kwalijk", zei hij, „die uitdrukking Is natuurlijk minder juist, il; bedoel ln het water lijsten va® wanbetaler» ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seert aan het Bureau, dat geopend Is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Hel Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V loch van haar Infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk Ier kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor Informatiën op h er ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Parijsche Brieven CCLXVII. Een overheidspersoon kwam op een goedon dag bij ine en vroeg me, na het uiten van eenige parlementaire bel-eefdheidsphr asesof ik genegen was om aan een paedagogische in richting, van Staatswege aangemoe digd, beschermd en gesteund, onder richt te geven in de Hollandsche en Maleische talen. Ik krabde me achter 't oor klas siek gebaar van iemand, die o.a. wil veibergen, dat hij zich in zijn ijdel- heid aangenaam gestreeld voelt on deed, na een heldhaftige inspanning, do vraag En welk salaris is er aan verbon den Het ietwat verwonderde weder woord luidde Maar het ls een eerc-ambt aan een openbare instelling van alge meen erkend nut. Geen der leeraren ontvangt eeuig salaris. Na eenige dienstjaren wordt men beloond mei de benoeming tot „officier d'Acaxlé- mie". verder tot „officier de l'Instruc- tion Publique", en in bijzondere ge vallen nog hooger op. Ik moest den magistraatspersoon te kennen geven, dat ik, als hoofd van een groot gezin, tot mijn groot leed wezen mij niet gerechtigd gevoelde, de restantjes van mijn tijd te beste den aan eere-ambten. Toch ken ik ettelijke „professeurs". die, schoon zij ter zake in nog on gunstiger omstandigheden verkeeren dan ik, de povere snippertjes van hun tijd volijverig besteden aan het ver vullen van dergelijke eere-ambten, minder uit philanlropische neigingen dan wel met het oog op het te veidie- nen lintje. Eh bien, ne les blAmons pas. Want het geldt hier een inrioh- ting van groot nut, van algemeen belang. En hadde ik tijd in overvloed, ik zou het aanbod hebben aangeno men. ook zonder het mij onversohillig verschiet van borstverslerend speel goed. Intusschen wordt er, in een metro polis als Parijs, uiteraard veel op de ijdelheid der menschen gespeculeerd. Zoo kreeg ik eens bezoek van een heel gedistingeerd uitzienden en uiterst welbespraakten heer, die zich aan mi) voorstelde als de admi- nistraieur-général van „le Panthéon nobiliaire". Wat die man met zijn adellijk pan théon. zijn verzameling van blauw- bloedige personnages, bij mij, demo craat, kwam doen Ziehier, in het kort, liet gesprek tusscheri mijn bezoeker en mij Ik heb gehoord, mijnheer, dat u van ouden adel bent, Ik Ja, u. Kom, houd u maar niet voor den domme. Mijn gegevens, of. liever, de gegevens van mijn maat schappij, zijn immer zoo juist en zoo volledig mogelijk. Maar van wien hebt u dan toch dien onzin gehoord kan ik wel aarden...." „Aarden vroeg ik. „Och nee", gaf hij toe. „dat deugt ook al niet In 't water, meen ik, heb ik grond onder de v...... wel komaan, dat is ook al niet in oixle 1" Ik kreeg medelijden met hem en de Nederlandsche taal. „Je bent met liet water vertrouwd." „Ja juist, zoo is het. Val ik uit een bootje, dan kan ik naar land zwem men. Maar aJs ik uit een vliegmachi ne tuimel, dan weet ik geen raad. Een spreeuw van geringe komaf is hij zoo'n gelegenheid veel knapper dan een mensch. Voordat ik me tot die bekwaamheid heb opgewerkt, ga ik niet in een vliegmachine." Deze redeneering leek me bij uit stek gezond. Meermalen sla je ver wonderd over do kalmte en de ge rustheid. waarmee menschen, die in 't geheel niet kunnen zwemmen, in bootjes gaan varen, waarschijnlijk in de hoop. dat er op een moment van gevaar wel eon ander zal wezen, die ze er uithaalt of een ondiepe plek ln de buurt, die zo voor verdrinken be- tioedt. Met dezelfde courage, die ze noodig hebben om iri een schuitje te gaan roeien, kunnen ze ook in een vliegmachine gaan zitten, maar daar denken ze niet aan. Dat komt door het quasi gemoede lijke, dat er ligt in het varen. Wie heeft er ooit gehoord van iemand, die, om rust te hebben, een lange spoor- reis gaat maken? Daarvoor is er te veel lawaai aan verbonden. Het is al iets, dat de bel waarmee aan de sta tions de trein werd afgeluld verdwe nen is, maar de stoomfluit van den machinist is gehlevon. waarvan hij een ruim gebruik maakt. En dan be gint onmiddellijk het dreunen, rom melen, schudden cn schokken wel mocht da man, die van zijn leven nooit anders geweest was dan con ducteur op de lijn Alkmaar-Hoorn, verklaren dat hij een veelbewogen le ven achter den rug had. Zoo gaat het onderweg, bij het bin nenrijden van een station wordt het er niet beter op, dan klinkt langs den heelen trein een ijselijk gegier alsof tien kleine jongentjes stiekem, onder aan de wagens hangende, do reis hadden meegemaakt en nu op eens gezamenlijk wonden fijngemalen Evenwel is het zoo erg niet: de oor zaak van die akelige geluiden is de Westinghousc-rem ma ar, die aange zet wordt. Het herinnert me aan een romanschrijver, die een beschrijving gaf van een woedenden machinist op zijn locomotief: „beiden knarsten he vig, hij op de tanden, zij op de rails". Staat de trein eenmaal stil, dan be ginnen drie, vier conducteurs in koor zoo hard te roepon, alsof ze dachten, dat alle reizigers onderweg in diepen slaap zijn gevallen, of geen spoorboek je bij zich hebben of de koeien van letters niet kunnen lezen, waarmee de stationsnaam op groote borden Is geschilderd. Is dat afgeloopen en zijn de reizigers in- en uitgestroomd, dan worden de portieren dichtgesmeten en weldra zijn we weer onderweg. Waarvoor de smijterij met die deu ren dient, ls me altijd een raadsel gebleven. Ze zijn goed pas gemaakt en kunnen dus heel wel voorzichtig worden gesloten niettemin wordt een spoorwagendeur altijd dicht ge gooid. Ik denk voor 't naast, dat het een van die vakmanieren is, zooals die ook in andere bedrijven bestaan. Zoo zal e«n kruier nooit nalaten, een heel vertoon van kracht ten beste te geven, ook wanneer hij een dames koffertje hoeft over to reiken, waarin voor nul pond, drie en een half ons aan gewicht geborgen la: zoo kan een kellner, die zichzelf en zijn vak eer biedigt, geen bord neerzetten, dan met zekeren zwierigon zwaai, zou buigt de ware chauffeur in een auto zic-h voorover aJs om den gezichtein der te doorgronden, ook wanneer er op drie kilometers afstand niets dan drie kippen en een mesthoop te be speuren zijn, zoo zet een professor in de alleringewikkeldste vakken nog een geloerd gcsicht, wanneer hij voor zijn vrouw de wasch lijst overschrijft. De spoortrein is, dan ook, om tot mijn onderwerp terug te koeren, een noodzaikclijk en een roeibootje een veelal onnoodig kwaad. Mijn hart ls aan de stoomboot verpand. Niet zoo een, die over Oceanen vaart en pre cies op een drijvend hótel lijkt, maar zoo'n gemoedelijk stoombootje van onze binnenwateren. Dat ls gezellig eenvoudig, trouwhartig. Dat begint al wanneer je de loopplank over bent. De kapitein staat ln de nabijheid, er is gelegenheid om hem te begroe ten voor wie daar roeping toe gevoelt Tien tegen een, dat na dezen groet, zijn voorvinger oprijst naar den rand van de pet, die het kenmerk van zijn waardigheid is misschien verhuist tengevolge van een volmaakt onwille keurige reflex-beweging, de lekkernij achter zijn kiezen meteen van links naar rechts. Als er tijd voor is, vertelt hij ai gauw hoe groot zijn gezin is: tien en zeven in léven, maar do vrouw liet 't te kwaad met de rimmetiok..." dat noem ik andere toenadering dan tot den machinist van den trein, die om een hoekje van zijn machine kijkt met zoo'n zwart en boolied gezicht, dat je hem niet eens herkent, als hij gewossclien is. Met genoegen laat jo den zoetwater- rob gaan, wanneer de tijd van ver trekken. tien minuten ongeveer na het uur op de dienstregeling vermeld, is aangebroken en hij de spaken van 't stuurwiel in zijn rivierschipper- sche vuisten knel!. Nog even kijkt htj o;n, of scans een verlate passagier op een drafje komt aanzetten, is dat zoo niet, dan gaat de reis in ernst begin nen. Eén minuut nog en we glijden over het water. Zóó hard kan water nooit wezen, dat het zulke afgrijse lijke geluiden afgeeft als de ijzeren baan van de menschen op 't land. Geen schudden, geen schokken, niets dan een zacht wiegen. En wanneer wo een andere boot ontmoeten, steekt onze kapitein gemoedelijk zijn hand in de hoogte, wat op dezelfde manier wordt beantwoord. Laat een trein machinist dat eens doen: als hij een voorbijrennenden collega groet te Vogelenzang, krijgt hij het tegensa- luut pas in Warmond! 't Kan wezen, dat het ons boven op •ion duur te koud wordt, welnu we gaan naar beneden en merken daar nog een andere voortreffelijkheid op: in een trein riekt het naar stof en stank van Engelsclio steenkool op een stoomboot naar koffie. Daal je de trap af. dan besef je. dat dc passa giers die al in de kajuit zijn, met It- imgstelling-je bet oen zien komen en nieuwsgierig afwachten, hoe je romp en je hoofd wezen zal. Dit en het feit, dat iedereen je bij het volledig binnen treden aanstaart, maukl je entree de chajnbre eenigszins moeilijk. \uoral wanneer je, zooals de meesten doen. over het drempeltje struikelt. Maar is dat moment voorbij, ben jo behoorlijk geïnstalleerd, hoe gemoe delijk blijkt het dan ook hier te we zen. De twee stijve, rechte lijnen van de banken in den spoorwagen, die aan kippenstokken doen denken, zijn hier vervangen door een ellipsvor mige zitplaats, waarvan Je door het ietwat getemperd licht, niet kunt zien dat de bedekking ietwat verschoten ls geraakt. En iedere reiziger heeft het er zich gemakkelijk gemaakt doe dat eens in een spoortrein. Op ons aller gemak vaart inmiddels de boot verder, overal aanleggende, precies als een man van dc dienst verrichting die hier en daar en over. 1 boodschappen heeft te doen. Ann de geluiden kun je precies nagaan, wat er boven voorvalt Een bons boven je hoofd wil zeggen, dal een stuk uit het gangboord is weggenomen, ceu schuifelend geluid daarna, dat do loopplank is uitgelegd: tien tegen een, dat je een minuut naderhand weer nieuwe beenen van de kajuits trap afdalen ziet. Straks komt de kapitein op ccn recht eind, waarin hij liet roer aan den knecht kan toevertrouwen, naar beneden om kaartjes te verkoopen voor prijzen, waarnaar de spoor, zelfs vóór 1 Januari 1911, niet kon talen. Dergelijke veelzijdigheid vind je bij den spoortrein niet Misschien over komt het je wel, dat in een pauwen doorgang een schuit vastgeraakt is, zoodat je een halfuur present krijgt <>p het traject, zonder dat het Je eei cent méér kost. kom daar bij ccn spoor eens om, die rent maar VOO: zonder op- of omzien. En niemand, die de stations afroept dc men schen zien wel aan de kleur van t water, of ze in de buurt van hun be stemming komen. Als ik me niet beperken moest kon ik nog wel een kolom lang do lof van dc stoomboot zingen. Dit weinige zij genoeg. Wat me altijd gespeten heef?, is dat Haarlem geen rechtstreekscha waterverbinding heeft met Amster dam; als die bestond koek ik geen spoor en geen tram meer aan, maar maakte altijd gebruik van de boot. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5