NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
KONINGIN HELENA
28e Jaargang. No. 8510
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 20 MAART 1911 B
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD V E RTENTIËN:
per drie maanden: jjS&jo Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Voor Haarlem1.20 J*. Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der rl/ Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door Nederland1-65 (gy >yv;Ji p-'tJ ^ts. voor plaatsingen a contant.
:<tf7* Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave der Vennootschap Louren3 Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. <31?^ Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
DE VREDES-BEWEGING
komt dezer dagen weer herhaaldelijk
ter sprake, vooral ook naar aanlei
ding der veelzeggende rede van den
Eiigelschen minister van Buitenland -
eche Zaken, dezer dagen gehouden.
De voorstanders van ontwapening
gedenken aan het oude spreekwoord:
men moet het ijzer smeden als het
heet is. Nu, dit doen ze dan ook.
Er worden plannen gevormd tot
het houden van groote, gemeenschap
pelijke betoogingen van alle gezind
ten in Engeland ter betuiging van in
stemming met de jongste vrdees-rede
van minister Sir Edward Grey.
Een geestelijke deelde mede. dat de
vrije kerken voor dit doel zullen sa
menwerken met de Anglikaansche.
Roomsch-Katholieke kerken en met
de Israëlieten.
Albert Hall en Queens Hall te Lon
den zijn reeds gehuurd voor het hou
den van de betoogingen.
Dat belooft wat indrukwekkende 1
Is ook in de Hongaarsche Kamer ter
sprake gebracht.
De afgevaardigde Holle interpel
leerde en stelde de vraag, of de mi
nister-president bereid is, om na
overleg met de verbonden mogend
heden. pogingen in het werk te stel
len om voor hef vervolg vermeerde
ring der oorlogsuitgaven te voorko
men.
De minister-president antwoordde,
dat de verklaringen van minister
Grey tot groote blijdschap moeten
stemmen, daar zij in zeker opzicht
een rectificatie zijn van do meenin
gen, door Grey twee jaren geleden
verkondigd en uit welke men had
kunnen afleiden, dat het streven van
de Oostenrijksch-Hongaarsche mo
narchie kon leiden tot veretoring van
den vrede.
Men moet zoo zei Zijn Excellentie
onze oorlogstoerustingen niet toe
schrijven aan rivaliteit tegen Italië,
de ontwikkeling van onze vloot be
antwoordt aan ons streven, om onze
kustverdediging in overeenstemming
te brengen met de uitbreiding der vlo
ten van de zuidelijke staten.
Van wedijver van
OOSTENRIJK-HONGARIJE TEGEN
OVER ITALIC
kan absoluut geen sprake zijn, daar
de Italiaansche vloot een geheel an
der doel heeft dan de onze, wijl Italië
een grooter kuststrook te verdedigen
heeft.
In officieele kringen in Oosten rijk-
Hongarije en Italië is men beslist
overtuigd van de wederzijdscho vre
delievendheid der twee volken.
De minister verklaarde te betreu
ren. dat deze vredelievende gezind
heid ook niet de nlgemeene publieke
meening, vooral in Italië, beheerscht.
zooals blijkt uit het feit. dat een deel
der Italiaansche pers steeds voortgaat
een zekere ongerustheid te zaaien. Er
is te minder reden om te denken over
het nemen van «enigerlei initiatief
als het bedoelde, omdat de betrekkin
gen tusschen Oostenrijk-Hongarije en
Italië uitstekend zijn, ofschoon men
uit de jongste overeenkomsten, die
Oostenrijk-Hongarije gesloten heeft,
afleidde, dat de vredelievendheid Biet
ernstig gemeend was. Oostenrijk-
Hongarije zal het met vreugde be
groeten, wanneer de andere groote
mogendheden van Europa soortgelij
ke stappen doen én wanneer er voor
de monarchie goede reden was, om
zich bij die beweging aan te sluiten.
zouden zij het geschikte oogenblik
niet laten voorbijgaan, zonder daar
van gebruik te makeu. Op het oogen
blik is er evenwel absoluut geen re
den, om zulk een initiatief te nemen.
De interpelleerende afgevaardigde
verklaarde met dit antwoord niet te
vreden te zijn.
Immers, indien Engeland thans
zulk een maatregel noodig acht,
schijnt het z. i. gerechtvaardigd, de
zen óók te nemen voor Oostenrijk-
Hongarije en Italië.
Do minister-president zei daarop,
dat de betrekkingen tusschen Enge
land en Duitschland verschillend
zijn van die tusschen Oostenrijk-Hon
garije en Italië. Tusschen laatstge
noemde staten bestaat een overeen
komst en de minister verklaarde te
hopen, dat deze openbare uiteenzet
ting van de bedoelingen der Oosten
rijksch-Hongaarsche regeering een
weldadigen invloed zouden uitoefe
nen. „Wij willenzoo besloot de mi
nister, „in vrede leven met Italië".
De meerderheid der Kamer nam
acte van de verklaring des minsters.
De houding van
DUITSCHLAND TEGENOVER HET
JUBILEERENDE ITALI6
komt ter sprake door een voorval in
den Duitscheri Rijksdag.
Ter gelegenheid van het 50-jarig
bestaan der eenheid van Italië als
koninkrijk werd de zitting van den
Duitschen Rijksdag door den presi
dent, graaf Schwerin-Lftwitz, als
volgt geopend
„Heden voor 50 jaar is de Italiaan
sche nationale eenheidsstaat officieel
gegrondvest, en gansch het Italiaan
sche volk viert thans deze stichting.
(Levendige toejuichingen. Van het
Centrum waren slechts weinig leden
in de zaal, zij bleven op twee na zit
ten, terwijl anders alle afgevaardig-
den opstonden). Het Duitsche volk zal
aan dit feest van het met hem ver
bonden en bevriende Italiaansche
volk zeer levendig instemmen. (Toe
juichingen). Ik heb mij dus veroor
loofd, namens den Duitschen Rijks
dag een telegTam aan den president
van de Italiaansche Kamer vun Afge
vaardigden te sturen, dat als volgt
luidt „Naar aanleiding van het
huidige jubileum van het met het
Duitsche rijk verbonden koninkrijk
Italië, geef ik u en de Kamer van Af
gevaardigden hiermede de hartelüke
sympathie van den Duitschen Riiks-
dae te kennen." (Toejuichingen) Uw
toejuichingen bewijzen, dat ik met
deze manifestatie volkomen in uw
geest heb gehandeld."
Hiermee was de herdenking geëin
digd.
Een telegram uit Rome meldt
Het Kabinet is afgetreden.
Bijzonderheden worden over de af
treding nog niet medegedeeld.
SPANJE EN HET VATICAAN.
De Spaansche regeering heeft van
het Vaticaan antwoord ontvangen
op haar jongste nota. Het Vaticaan
handhaaft daarin zijn standpunt, dat
voor de indiening van het wetsont
werp op de congregaties overeenstem
ming met de Curie bereikt moet zijn.
De minister-president Canalejas
verklaarde nogmaals, dat het ont
werp zal worden ingediend, zooals
hij reeds herhaaldelijk heeft medege
deeld.
UIT PORTUGAL.
het aantal stakingen op onrustbaren
de wijze toe. Duizenden arbeiders der
stearine-fabrieken, der spinnerijen en
weverijen, der leder- en schoenfabj'ie-
ken de kurksnijders, de visschers en
de werklieden der gasfabrieken, te
zomen ongeveer 20.000 man, hebben
den arbeid neergelegd.
Het nieuwe kieswet-ontwerp is ln
Portugal allesbehalve gunstig ontvan
gen aan de regeering is zelfs door
sommigen naar aanleiding van dit
ontwerp verraad aan de republikein-
sche beginselen verweten.
Antonio d'Almeida, de minister van
Binnenlandsche Zaken is nu in een
artikel in de „Republica" opgekomen
tegen de scherpe kritiek op zijn werk.
Hij begint met het verwijt van ver
raad verre van zich te werpen, en
verklaart verder, dat hij in ziin stre
ven. om een kieswet op te stellen, die
voor alle partijen aannemelijk zon
ziin, in het ontwerp denkbeelden heeft
belichaamd, die eigenlijk niet de zijne
zijn. „Ben ik een verrader", zoo
schrijft hij, „dan ziin de andere vijf
ministers en de vijftien civiele gou
verneurs. die het ontwerp hebben
goedgekeurd, eveneens verraders."
In ,A Lucta". het orgaan van den
minister van Openbare Werken, is
eveneens een artikel verschenen, dat
in de huidige omstandigheden de
aandacht trekt. De schrijver doet
daarin namelijk een beroep op het
vaderlandslievend gevoel van de
natie en spoort alle Portugeezen aan,
eensgezind te zijn in het belang van
de orde in het land en ter bescher
ming van de republiek tegen alle ge
varen.
ONRUST IN ALBANIë.
Er komen onrustbarende berichten
uit Albanië. Vooral in het Westen
spant het. Ongeveer 2000 gewapende
Miridieten en andere stammen heb
ben zich in het gebergte verschanst.
Zij wachten het voorjaar af, om don
opstand te beginnen. Het heet, dat de
beweging van Montenegro uit wordt
aangestookt.
In Siwas zijn de reservisten opge
roepen. Men brengt dit ln verband
met den toestand in Albanië.
Tusschen
RUSLAND EN CHINA
is het nog lang niet in 't reine.
Er is veel onrust.
Vrijdag drong een troep Chinee-
sche studenten le Tokio het Chinee-
sche gezantschapsgebouw binnen, om
tegen de houding van Rusland te pro
testeeren. De gezant ontving de stu
denten niet.
UIT ZUID-AFRIKA
wordt aan de „Times" geseind, dat
de commissie uit den Volksraad, be
last om een bevredigenden vorm voor
de toepassing van het twee-talen-arti-
kel uit de grondwet op de school te
zoeken, er in geslaagd is, een schik-
Als het bericht juist is, is de Hol
la ndsche taal er slecht afgekomen.
Men weet, dat generaal Hertzog in
den Vrijstaat zich met hand en tand
verzette tegen den wensch van de En-
gelschen, om de ouders te laten kie
zen, welke taal het voertuig van het
onderwijs zal zijn. De slapheid van
vele Afrtkaanders op het stuk der
taal kennende, wist hij, dat die keuze
veelal op het Engelsch zou vollen, al
moesten de kinderen aldus het eerste
onderricht krijgen in een taal, die zij
niet kennen.
Voorloopig is niet ann te nemen,
dat generaal Hertzog zich in de com
missie, waarvan hij lid is, bij dezo
oplossing heeft neergelegd, maar
misschien is hij overstemd.
Een journalist heeft een onderhoud
gehad met een welingelicht ambte
naar van het departement van Bui-
tenlandsche Zaken der Vereenigde
Staten
OVER MEXICO.
De diplomaat verklaarde
Onze regeering wil Mexico elke ge
legenheid geven te toonen, dat het in
staat is de orde te herstellen. De ver
nieling der spoorwegen over een af
stand van veertig mijlen op een en
kelen dag, toont hoe slecht op het
oogenblik het vreemde eigendom in
Mexico kan worden beschermd. Onze
(die van de Vereenigde Staten) pa
trouilles langs de grens moeten aan
zienlijk versterkt worden. Elke Ame
rikaan. die als helper der opstande
lingen over de grens gaat, vermeer
dert de bestaande moeilijkheden. De
toestand in Noord-Mexico is volgens
onze berichten veel ernstiger, dan
volgens de tot dusver verspreide me-
dedeelingen. De regeeringstroepen
worden door de vernieling der spoor
wegen in hun beweging zeer belem
merd en het is de vraag, of de Mexi
caansche regeering in staat is. den
noodzakeliiken herstellingsarbeid te
doen uitvoeren.
Dezelfde journalist beweert, dat mi
nister Limantour. die plotseling uit
New-York naar Mexico is vertrokken,
aan president Dia? de eischen over
brengt van de fmancieele kringen in
New-York, die de Mexicaansche re
geering tot dusver ondersteunden. Die
financiers willen óf onderdrukking
van den opstand met het scherpste
geweld, óf beëindiging der revolution-
naire beweging door toegeven. Maar
ze verlangen dat er, hoe dan
ook, een einde aan den opstand
komt.
Volgens de berichten van de Ameri-
kaansche grens is de toestand in
Noord-Mexico voor de regeering vrij
wel hopeloos omtrent de toestan
den in het binnenland van Mexico
ontbreken, ten gevolge ven de zeer
strenge censuur, betrouwbare berich
ten.
President Diaz ontkent beslist,
de tusschenkomst van de Vereenigde
Staten ter onderdrukking van den
opstand te hebben ingeroepen en dat
vreemde hulp trouwens onnoodjg is.
omdat de Mexicaansche regeering
voldoende middelen heeft om de orde
te verzekeren.
Of dit waar is, zal nog moeten blij
ken.
De heer Henri van der Mandere,
redacteur van de serie „Mannen en
Vrouwen van Beteekenis", heeft in
de jongste aflevering een levens
schets geschreven van Porfirio Diaz,
den
PRESIDENT VAN MEXICO,
dien hij op grond van verschillende
uitspraken schetst als een staatsman,
die een reuzenarbeid heeft verricht,
een reuzenarbeid door den Aineri-
kaanschen minister Root indertijd
krachtig geschetst, toen hij er aan
herinnerde, dat nog geen veertig ja
ren geleden de eerste minister van
president Lincoln in een Mexico vol
ellende en armoede kwam, en hij
thans mocht betreden een land van
voorspoed, welvaart en ordelijke wet
geving. Dat ondanks de spreuk „Li-
bortad y Constitucion", waarmede al
le wetten en ordonnantiën in Mexico
aanvangen en eindigen, Diaz een
autocraat is, niemand zal het ontken
nen het is maar de vraag, in hoe
verre reeds het gewenschte tijdstip is
aangebroken, om deze autocratie te
doen eindigen dal Diaz fouten maak
te, niemand zal het tegenspreken,
maar bij mannen van zijn beteekenis
en van zijn gaven, vraagt men niet
in de allereerste plaats naar de per
soonlijke daden van elk oogenblik,
maar vraagt men voor alles naar het
werk, dat hij heeft voltooid en dat hij
achter zich laat na zijn dood. En dan
zal het blijken, dat hij, door zijn be
leid en zijn bewind, Mexico voorgoed
een plaats heeft doen innemen in de
rij der beschaafde staten van de we
reld.
Dat is de verdienste van Porfirio
Diaz voor Mexico.
Stadsnieuws
VEILINGEN.
Uitslag der veiling van onroerende
goederen in het verkooplokaal „L>e
Gouden Leeuw", te Haarlem, op Za
terdag 18 Maart 1911, 's namiddags
na 5 uur.
1. Een heerenhuis en erve met groo-
ten tuin, aan den Kleine Houtweg,
get. No. 17.
Opgehouden, 9980.
2. Een winkelhuis en erf aan de
Anlhoniestraat, get. No. 52.
No. 3. Een pakhuis met afz. opg.
bovenwoning en erf aan de Korte
Heerenvest, get. No. 11 zwart en
rood.
Perceelen 2 en 3 gecombineerd.
A. Schaper, 9500.
Vier woonhuizen met tuinen en
erven te Schoten, aan de Goetzee
straat
4. Get. No. 14.
5. Get. No. 16.
6. Get. No. 18.
7. Get. No. 20.
Perceelen 4 tot en met 7 gecombi
neerd.
VV. G. Cramer q.q., 6530.
8. Een timmermanswerkplaats met
kantoor en vrije opg. bovenwo
ning aan de Turfsteeg, get. No. 4
zwart en rood.
H. J Peper, 5345.
9 Een huis met afz. opg. boven
woning, overbouwde poort en erf met
plaatsje, aan de Turfsteeg, get. No.
2 A zwart en rood.
P. F. Hagen, 3000.
10. Een pakhuis met afz. opg. bo
venwoning en erf aan de Turfsteeg,
get. No. 2 zwart en rood.
J Walig Jr., 1875.
11. Een huis en erf en tuin aan de
Bloem hofstraat, eet No. 5.
Opgehouden, ƒ6000.
12. Een woonhuis en erf aan de
Wesiergracht. get. No. 73.
Opgehouden, 3505.
13. Een huis en erf aan de Wester
gracht, met afz. beneden- en boven
woning, get No. 63 zw. en rood.
Opgehouden, 3930.
14. Een huis en erf aan de Wester
gracht, met afz. opg. beneden- en bo
venwoning, get No. 67 zwart en
rood.
H. van Keizerswaard, ƒ4000.
15. Een winkelhuis en erf aan de
Zijlstraat, get No. 10U.
Opgehouden, 14000.
16. Een heerenhuis, erf en tuin te
Bloemendaal, aan de Verlengde Koe
pellaan, get. No. 2.
17. Een heerenhuis, erf en tuin,
naast het vorige perceel, get. No. 4.
18. Een heerenhuis, erf en tuin,
naast het vorige perceel, get. No. 6.
Perceelen 16—17 en 18 gecombi
neerd.
Opgehouden, ƒ18005.
19. Een villa, genaamd „Corry",
met fraaien tuin, te Bloemendaal,
aan den Vijverweg, get. No. 5.
Niet geveild.
No. 20. Een werkplaats met twee
afz. bovenwoningen, aan de Lange
Lakenstraat, get. No. 31 zwart, 31
I rood en 31 A rood.
Opgehouden, 5750.
Onze Lackhoek
Zij. Heb je dien brief, dien ik
je vanmorgen gaf, op de post gedaan?
Hij. Neen, lieveling, nog niet
Zij. En ik had je nog zoo ge
zegd, dat hij vandaag weg moest.
Hij. Zeker, lieveling.
Zij. En natuurlijk heb je 't ver
geten. Echt zoo iets voor 'n nftm J
Hij. Maar, lieveling
Zij. Wat maai', niets maar I Ik
ben boos op je.
Hij. Maai' kijk nu zelf toch eens,
lieveling, je hebt vergeten, het adres
op de enveloppe le zetten.
VROOLIJK VOORUITZICHT,
Klant. Ik wou graag geschoren
worden, maar ik heb 'm 'n beetje om.
Hindert dat
Barbier. Wel neen Ik ben ook
niet heelemaal nuchter.
NIET NOODIG.
Rechter (tot getuige). Ik moet u
op het gewicht van den eed opmerk
zaam maken.
Getuige. Dat hoeft niet, edel
achtbare, ik heb er al eens voor ge
zeten.
Man (de verlovingsannonce lezend).
Het is toch zonderling, dat de
domste en leelijkste mannen de
mooiste vrouwen krijgen
Vrouw. Vleier
NIET KWAAD.
Conducteur (aan groot station, tot
reiziger). Wat moot u hier in de
tweede klas, u heeft immers een
kaart je derde
Ik ga er dadeliik ook weer uit
maar m'n vriend hier wil oen foto
grafische opneming van me maken,
en om nu uit een derde klas-coupé te
kijken, vind ik een beetje ordinair I
Uit de Omstreken
DE H. E. S. M.
In het complex van spoorlijnen, dat
door de Hollandsche Electrische
Spoorweg-Maatschappij in de Haar
lemmermeer zal worden aangelegd is
ook opgenomen een lijn Aalsmeer
Amsterdam. Het voornemen bestaat,
om het eindstation van de lijn te bou
wen aan den Anistelveenschen weg te
Amsterdam bij de Cellulaire Gevange
nis, welk station bestemd is te wor
den opgeheven, zoodra eventneeï~het
zuidelijk station zal zijn gebouwd.
Daar door de aan te leggen spoor
baan en de te maken kunstwerken
ook eigendommen der gemeente moe
ten ingenomen worden, heeft de ge
leemde Maatschappij zich met B. en
W. van Amsterdam in verbinding ge
steld, ten einde té vernemen, of de
gemeente bereid is, dienaangaande
een regeling te treffen. Het resultaat
van de onderhandelingen is gweest,
dat de Maatschappij zich bereid heeft
verklaard met de gemeente een over
eenkomst aan te gaan. behoudens
goedkeuring van den Minister van
Waterstaat, welke overeenkomst door
B. en W. aan den Raad ter goedkeu
ring is voorgelegd.
In de regeling worden verschillen
de gronden gc-ruild, en aan beide par
tijen verkocht, alsook voorwaarden
gemaakt voor bruggenbouw, enz.
Vervolg Stadsnieuws op de derde
Pag, van dit Tweede Blad.
FEUILLE'lON
door
Morice Gerard.
5)
Zonder er bij te denken, wat zij
deed, draaide Helena maar al met
den duim en wijsvinger vnn haar
rechterhand het ringetje rond. Einde
lijk trok zij het, ditmaal bewust, van
haar pink en keek er naar.
Het was bijna middernacht, het
uur. dat zich bijzonder tot vertrouwe
lijkheden leent. Lueie had op haar
manier van doen gelet. Zij zat met
haar armen om de knieën geslagen,
de Koningin met vroolijk vragende
oogen aan te kijken.
Je hebt mij eens beloofd, het ver
haal van dien ring te zullen vertel
len, nicht Helena. Is nu de tijd niet
gekomen, om die belofte te vervullen?
De Koningin schrok op, want haar
gedachten waren ver weg geweest,
hadden verwijld bij het aandenken,
dat in haar welgevorrnden handpalm
lag.
Verhaal I Och, Ik weet niet, of
men het wel een verhaal kan noe
men, Lucie. Het is een gebeurtenis
geweest, dat is alles, te spoedig af-
geloopen en te weinig van belang, om
het een verhaal te kunnen noemen.
Misschien was het alleen maar
het eerste hoofdstuk opperde Lu
cie ondeugend, hoe dit zij, vertol
het mij maar, dan kan ik er beter
over oordeelen, hoe het later te noe
men.
Helena liet haar stem dalen. Zij
zou niet hebben kunnen zeggen
waarom, maar op een of andere wij
ze kwam het haar voor, alsof de her
innering daaraan een geheiligde plek
betrof, waar men alleen op fluiste
renden toon over spr:dt en op de tee-
nen binnenging.
Het was vandaag twee jaar gele
den. zei de Koningin, en op den
18den Januari. Mijn oom en voogd
leefde toen nog. Hij en ik woonden
op het kasteel Gronberg, waar wij
vroeger gewoonlijk de drie winter
maanden doorbrachten. Oom was
zeer gesteld op de jacht te Gronberg,
en ik hield altijd van de eenzaam
heid het leven daar is zoo geheel
anders dan dat te Dursdorf. Je kent
het, Lucie, maar zeker alleen in den
zomer
Lucie knikte toestemmend, maar
viel haar overigens niet in de rede,
uit vrees dat de draad van het ver
trouwelijk verhaal der Koningin zou
worden afgebroken, voordat het nog
werkelijk begonnen was. Zij had
maar al te zeer gemerkt, verschillen
de omstandigheden hadden haar
daarop gewezen, van hoe groot be
laag die geheimzinnige gebeurtenis
voor Helena was geweest.
Het park van Gronberg is van
groote uitgestrektheid, wild en hier
en daar bijna ontoegankelijk. Geen
spade of hark had het, voor zoover
men wist, ooit aangeraakt. Ik was
gewoon tusschen zijn groote, knoes
tige boomen rond te dwalen. Het
komt mij voor, alsof ik alleen in
Gronberg bedaard heb kunnen naden
ken. of in de open lucht als het weer
mooi en droog genoeg was om uit te
gaan, of in den grooten salon, als de
sneeuw dik op den grond lag, wat
dikwijls het geval was in dit bergach
tig district.
Helena was eerder bezig hardop te
denken, dan te vertellen. Blijkbaar
zat zij in haai- verbeelding niet meer
in haar slaapkamer-boudoir, maar
was de zestig mijlen overgesprongen,
die Dursdorf scheidden van 't jacht-
kasteel van de Koningin van Ampha-
Iia.
Eigenlijk is er in dien tijd en
niet betrekking tot Gronberg nooit
iets belangrijks voorgevallen, en
daarom komt het misschien wel, dat
dit mij zoo duidelijk voor den geest
staat.
Lucie had haar eigen ideeën over
dit onderwerp, maar als een verstan
dig meisje oordeelde zij het beter,
daarover te zwijgen.
Zooals gewoonlijk ging ik dade
lijk na den lunch uit, om wat te wan
delen, maar nam een andere rich
ting dan gewoonlijk, waardoor ik bij
den scheidingsmuur van het park
kwam, die aan den linkerkant van
het kasteel veel dichter bij is dan
overal anders, zooals jij je zeker wel
herinnert.
Ja. Aan den rechterkant en voor
het kasteel strekt het park zich mijlen
ver uit, terwijl aan den linkerkant de
scheidingsmuur veel dichter bij is,
zoodat daar ook de groote toegangs
poort staat.
Ja Welnu, ik ging in die rich
ting. Feitelijk zocht ik den grooten
muur zelfs op. om een zeldzaam
soort mos te vinden, dat, naar men
mij verteld had, tusschen de steenen
van dien muur groeide. Na lang ver
geefs gezocht te hebben, had ik een
paar soorten van genoemd mos ge
vonden, toen ik plotseling een geluid
hoorde, dat klonk als zwaar hoesten,
en terzelfdertïjd het breken van tak
ken en het indrukken van kreupel
hout. Ik keek op en zag een van de
grootste roode herten, die daar in
groote kudden rondloopen, zooals je
weet, Lucie, met vlammende oogen
recht op mij af komen. Gewoonlijk
doen zij in 't minst geen kwaad, maar
zoo nu en dan zijn ze even gevaarlijk,
als een verscheurend dier maar kan
zijn. Ik zal dat oogenblik nooit ver
geten. Ik geloof dat iets wat ik aan
had ik droeg een rooden rok en
had een hoed op gegarneerd met
rood het heest had aangetrokken
en hem zoo woedend had gemaakt.
De dood staarde mij aan en de intense
eenzaamheid van de boschlanen te
genover mij scheen mijn hart te ver
stijven. Achter mij was de muur,
meer dan zet voet hoog. Als ik tijd
genoeg gehad had, dan zou ik hom
mogelijk beklommen hebben, omdat
er liier en daar holten in de steenon
waren. Maar daar was geen tijd
voor. In mijn hand had ik een licht
plantenschopje, waarmee ik de soor
ten mos had uitgesi, ken nutteloos
als verdedigingswapen. Ik kan mij
nu nog levendig herinneren, welke
onsamenhangende gedachten er in
mijn hoofd opkwamen wat mijn
oom zou denken, als ik niet terug
kwam Mijn tehui9, familie en het
rustige leven, waarvan ik zooveel
had gehouden. Leven Nooit had ik
er zoozeer de waarde van gevoeld,
dan nu ik op het punt stond het voor
altijd te verliezen.
De Gravin was vol belangstelling
rechtop gaan zitten en luisterde nu
vol belangstelling naar het boeiende
verhaal.
Arme lieveling Wat heb je toen
niet doorgemaakt Wat een ervarinfc!
En daar heb je mij vroeger nooit een
syllabe van verteld.
Ik heb dat alles nooit aan iomand
anders verteld Ik kon er toen niet
toe komen. Later, misschien en de
gespannen uitdrukking van het ge
laat der Koningin ging over in een
droeven glimlach, waardoor het ge
heel veranderde, ik wilde met.
Er was een man in het spel.
zei Lucie zacht bij zichzelf, toen zij
dien glimlach zag. maar zij sprak
haar gedachten niet luid uit.
Het licht van het vuur flikkerde
door de kamer, verstoppertje spelend
met de donkere hoeken, en wierp tel
kens weer schaduwen over de aange
zichten der beide meisjes, waardoor
zij ernstiger schenen dan gewoonlijk.
Koningin Helena ging na een pau
ze. waarin zij droomerig in het vuur
had zitten staren, voort met haar
verhaal.
Het is grappig, dat je juist om
dit verhaal vroeg op den tweeden ver
jaardag van den dag. waarop het ge
beurde. Lucie.
Je schoof den ring heen en weer.
zei de Gravin, met groote op
rechtheid. en dat herinnerde mij
er aan. Maar ga nu voort, je bent
nog maar pas aan het interessante
begin.
(Wordt vervolgd).