NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. KONINGIN HELENA 28e Jaargang. No. 8525 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DONDERDAG 6 APRIL 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AD VERTENTIËN: Vrw Hanripm PER °R,E MAANDEN: f 9n - fyjiï Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement voor Haarlem gL?1 JjjLx Haarlem van 1—5 regels ƒ1..elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent oer repeL Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. P B gemeente) .#*Va Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der Dlaatsinp* Franco per post door Nederland„1.65 1^ 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. b g P Persing, Afzonderlijke nummers0.02 H V m. VJ.I. V- T Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37H ÓAfRedactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. 2de omstrel<en en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarnc 12. Telefoonnummer 122. 1 - f Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALT A Warmoesstraat 76—7S. Amsterdam. Telc-plmu;) interc. 6229. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht In het Hoogerhuis is dezer dagen gesproken over ENGELAND'S WEERMACHT. Naar bekend is, heeft Lord Roberts Je volgende motie ingediend „Dat, met het oog op de gewijzigde strategische toestanden in Europa, dit Hi'js met ernstige en toenemende bezorgdheid de onvoldoende militaire maatregelen der regeering voor de verdediging van dit land en de over- zeesche gebieden beschouwt." In de toelichting tot deze motie wees Lord Roberts op het door den Duitschen Rijkskanselier onlangs uit gesproken beginsel, dat de strijd macht van een rijk in bepaalde ver houding moet staan tot z'n hulpbron nen, en hij liet daarop volgen „Bij de toepassing van dit beginsel op Groot-Britl&nniè zou ik het in zoo verre gewijzigd willen zien, dat de strijdmacht van een staat niet alleen in overeenstemming moet zijn met zijn materieele hulpbronnen, maar ook met den geest, dien het volk be zielt. Zijn legermacht behoort een maatstaf te zijn van zijn bereidwillig heid, om te streven naai- het doel, dat het zich eens gesteld heeft. Aan dien eisch voldoet het Engelsche leger niet. daar het niet bij machte is de Brit- sche belangen in het buitenland te beschermen en evenmin om een aan-j val af te slaan." Lord Roberts oefende verder scher pe kritiek op het territoriale leger, de schepping van Lord Haldane, en be sloot zijn rede met de verklaring, dat Engeland, behalve het leger, waar over liet thans reeds beschikt, nog EEN M1LLIOEN MANSCHAPPEN NOODIG HEEFT. Minister Haldane antwoordde, dat de strategische toestanden weliswaar gewijzigd zijn, maar dat er toch nog altijd oen zeestrook ligt tusscheu En geland en eiken vijand. Groot-Bnt- tannie heeft steeds in de eerste plaats gesteund op zijn zeemacht en zal dit blijven doen. Verder wees de minister op de groote kosten, die de invoering van algemeeuen dienstplicht zou mede brengen eri op de moeilijkheid, om een behoorlijk aantal officieren te krijgen. Daarna betoogde hij. dat liet oogen- blik om met een voorstel als dat van Lord Roberts aan te komen, wel eigenaardig gekozen is, nu Engeland zich bereid heeft verklaard, om, zoo mogelijk, een algemeen arbitrage verdrag met Amerika te sluiten, en de Duitsche Rijkskanselier gezin speeld heeft op de mogelijkheid, om door vriendschappelijke besprekingen over de vloot aan de opdrijving der kosten voor de marine een einde te maken. Immers juist die voortduren de uitbreiding der zeemacht levert gevaar op voor panieken. De minister eindigde aldus„Is het, als men dit alles overweegt, thans de tijd om te denken over de uitbreiding van Engeland's weer macht Wat voor voorbeeld zou Groot-Brit- tannië aan de andere volken geven, wanneer het zich thans met uitbrei ding van zijn leger ging bezighou den, nu overal een beweging ten gun ste van den vrede gaande is Dit stemmen we den minister toe. Toch heeft 't Hoogerhuis de motie van Lord Roberts met 99 tegen 40 stemmen aangenomen. De Lords zijn dus overtuigd, dat En geland's weermacht onvoldoende is. In verschillende Ameri k aansche kringen gaan stemmen op, met BEZWAREN TEGEN IIET VOORGE STELDE ARBITRAGE-VERDRAG tusschen de Vereenigde Staten en Engeland, omdat daardoor moeilijk heden gevreesd worden. Om dit aan te toonen, wijst men op het Engelsch- Japansch verbond, in welks voor waarden de clausule voorkomt, dat Engeland Japan in een oorlog zal moeten bijstaan. Deze clausule van het verdrag van 12 Augustus 1905, dat voor den tijd van 10 jaren geslo ten is, luidt „Wanneer tengevolge van een niet uitgedaagden aanval van eenige mo gendheid of combinatie een der beide partijen (Japan en Engeland) in een oorlog gewikkeld wordt, dan zal de andere partij den bondgenoot ter stond te hulp komen eri met hem den oorlog gemeenschappelijk voeren." Wanneer dus een oorlog zou uit breken tusschen Amerika en Japan, zou Engeland verplicht kunnen zijn, Japan tegen Amerika bij te staan. Bovendien bepaalt een andere clau sule van het verdrag van 1905. dat geen van beide partijen zonder de an dere te raadplegen, overeenkomsten mag sluiten, waardoor een clausule van het verdrag krachteloos zou wor den gemaakt. Een Amerikaansch blad, wijst er op, dat een arbitrageverdrag met Duitsch- land voor Amerika veel voordeeliger zou zijn, omdat Duitschland geen an dere verbintenissen heeft, zoonis En geland met Japan, en bovendien kere voordeelen kan aanbieden. Maar... Duitschland wil immers niet 1 De quaestie aangaande ELZAS-LOTHARINGEN is gisteren in het Pruisische Hoeren huis ter sprake gebracht. Von VVedel Piesdorf, de gewezen minister van het Koninklijke Huis, verklaarde, dat •de tijd, om Elzas-Lotharingen tot een zelfstandigen bondsstaat te maken, nog niet is aangebroken. Dat zou, volgens zijn meening, eerst kunnen geschieden, nadat het rijksland schouder aan schouder met de andere Duitsche stommen zal hebben deelge nomen aan een strijd, waarin Duitschland de zege zou behalen. Hij voegde daaraan evenwel toe. dat de conservatieve fractie met deze kritiek niet te kennen wil geven, dat zij zich afwendt van den minister president. Zij stelt in dezen integen deel een onwrikbaar vertrouwen. 't Zou er voor de inwoners van El- zas-Lotharingen niet hoopvol uitzien, als ze alleen op den heer Von Wedel Piesdorf en zijn partij gen ooten moes ten wachten Maar niet alle Rijksdagleden zullen er zoo over denken Uit Marokko komen ernstige be richten. ten Fransch blad weet mede te deelen. dat er tusschen DUITSCHLAND EN FRANKRIJK EEN ERNSTIG GESCHIL IN ZAKE MAROKKO gerezen is Wat liet is weet men nog niet Maandag had aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken te Parijs een bespreking van buitengewoon ernsti- gen aard plaats, waaraan deelna men Monis, voorzitter van den mi nisterraad, Berteaux, minister van Oorlog, Delcassé, van Marine, Crup pi, van Buitenlandsche Zaken, en Canbon, gezant van Frankrijk te Ber lijn. In deze conferentie werden de ern stige gebeurtel ijk heden besproken. Ook Dinsdag is daarover weer den ministerraad gedelibereerd. Volgens het bedoelde blad zal de dag van heden misschien „onvoorzie ne gebeurtenissen" brengen. Nu, daar zijn we volstrekt niet ver langend naar Maar DE TOESTAND IN MAROKKO is er wel naar. dat er zoo'n verras sing kan komen. Een ander Fransch blad, de „Echo de Paris", wijdt beschouwing aan de houding, die Frankrijk thans tegenover Moelay Hafid behoort aan te nemen. De toe stand in Marokko zoo schrijft het blad is ernstig. Indien het gezag van den Sultan niet geheel in het avontuur is ten onder gegaan, dan is het toch geknakt. Alles wat er ge beurd is wiist er tevens op, dat de laatste financieele maatregelen, die er genomen zijn, om den Sultan in staat te stellen een klein leger rond zich te hebben, gereed om ziin gezag to verdedigen, hun nut hebben. Men kan alleen betreuren, dat ze zoo laat genomen zijn. Indien het nog tijd is. laat Frank rijk Moelay Hafid dan krachtig on dersteunen en vooral, dat Frankrijk hem niet in den steek late, als het zijn broeder gedaan heeft. Frankrijk heeft zich toen aan een groote fout schuldig gemaakt. Het geharrewar van thans is daar zelfs voor een groot deel een gevolg van. Abd-cl-Azis bad inderdaad met Frankrijk's hulp in Marokko hervormingen kunnen be ginnen, die Moelay Hafid, de gunste ling der fanaticken, moest uitstellen, zoo niet afwijzen. De troonsbestijgins van Hafid was de belooning van de anarchie in Marokko. En op den dag. waarop deze nieuwe Sultan besloot, op zijn beurt de denkbeelden van or de en vooruitgang tc aanvaarden, hebben zij, die hem tot dusver aan hingen, tot zijn ondergang besloten. Het kan in elk geval onmogelijk toegelaten worden, dat de macht in Marokko aan een onbekend stam hoofd in handen valt. Dat. zou zijn de deur sluiten voor elke verbetering. ITALIë EN 'T BUITENLAND. De Duitsche kroonprins en de kroonprinses zijn gistermiddag te Ro me aangekomen en werden aan het station ontvangen door den koning, de koningin, de ministers, andere autoriteiten en het personeel van de Duitsche ambassade. De vorstelijke personen begroetten elkander zeer hartelijk en de burge meester heette de gasten officieel wel kom. Daarna vertrok de stoet, onder de toejuichingen van de menigte, var Let. Quirinaal. Nu de Duitsche keizer zelf niet naar Rome wil komen (men kent de staatkundig© reden waarom), moeten de bondsbróeders het maar met den kroonprins doen President Fallières zal 15 dezer zijn >is naar Tunis aanvaarden. De Italiaansche regeering heeft aan de regeering der Fransche republiek haar voornemen kenbaar gemaakt, om eenige oorlogsschepen naar Tunis te zenden, die er den president zullen begroeten. De Italiaansche regeering is van meening, dat deze beleefdheid de banden tusschen Franschen en Ita lianen in Tunis hechter zal bevesti gen. HET FERRER-DEBAT in de Spaansche Kamer duurt nog steeds voort. De conservatieve oud-minister La- cierva besprak de getuigenissen tegen Ferrer, die z. i. noch valsch. noch tegenstrijdig waren. Hij ging de ante cedenten van Ferrer na en wees er op, dat deze altijd een revolution nair is geweest, en dat hij deelnam aan verschillende aanslagen en op roerige bewegingen in Spanje. Hij was de aanstoker van het gebeurde In Barcelona. De oud-minister viel de republikeinen en socialisten aan, die hij beschuldigde tegen de conservatie ve regeering een onrechtvaardige campagne té heb!»en gevoerd eene campagne die in het buitenland door de anarchisten was georganiseerd en werd gesteund. Spreker verklaarde, dat het kabinet Maura zijn plicht vervulde, dat de rechtbank, (lie Ferrer veroordeelde, dit deed met volkomen kennis van de zaak en dat hot vonnis zonder de minste pressie werd gewezen. De reie werd door de conservatie ven luid toegejuicht, maar de spreker werd door de republikeinen herhaal delijk in de rede gevallen. Na afloop wenschten de conserva tieven Lacierva met zijn rede geluk. IN DEN BALKAN komt weer onrust. Uit Athene wordt gemeld, dat het boycot, door het Jong-Tnrksche co mité te Konstantinopel tegen de Grie ken verordend, in s'-herpte toeneemt Het boycot strekt zich uit tot allen, die met of voor Grieken handelen. Bij geschrifte, in vier talen verspreid, worden de Mohammedanen opgeroe pen tot een boycot tegen allen, die openlijk of heimelijk den verkoop van Grieksche waren bevorderen. De Turksche gouverneur wiens tusschen - komst is ingeroepen, zegt, dat hij machteloos is. Gewapende lieden heb ben 's nachts in den omtrek olijf gaarden, die aan Grieken behooren, verbrand. Nu de Turken in de bekende Kre ten ser-quaestie langs diplomatieke» weg tegen de Grieken geen voldoende succes hebben, wordt het op de2e ma nier geprobeerd. Beter zou hel zijn, als de Turken eerst eens alle aandacht aan den bin- nenlajidschen toestand wijdden, want daar is nog veel te doen. De Arabieren zijn er nu beter ach ter. Dezer dagen is een partij van ARABIEREN IN HET TURKSCHE PARLEMENT gevormd. De Arabische leden der Turksche Kamer hebben, op aanstich ting van drie afgevaardigden, eene Arabische partij gesticht, die liet grootste deel der 08 Arabische volks vertegenwoordigers omvat. Het plan tot de oprichting van zulk een partij bestond reeds sinds het herstel van de grondwet, doch kon tot dusver door mceningsverschillen onder de betruk- afgevaardigden geen verwezen lijking vinden, liet program der nieu we partij heeft in de eerste plaats de1 handhaving en ontwikkeling der Ara bische nationaliteit op het oog. Men il er naar streven, dat hel onder ijs op alle Arabische scholen in de Arabische taal wordt gegeven en dat in Arabische streken slechts Arabie ren als ambtenaren worden aange steld, of personen, die inet de taal. zeden en gewoonten der Arabieren volkomen bekend zijn. In staatkundig opzicht is voorloopig geen zelfstandig optreden der Arabische partij te ver wachten. Ook tusschen TURKIJE EN MONTENEGRO is 't niet heelemaal in den haak. De Weensche correspondent van het Berliner Tageblutt seint Ik ontvang uit Saloniki van militaire zijde de volgende mededeelingDe Montene- grijnsche regeering heeft gedeeltelijke mobilisatie gelast. 15,000 a 20,000 man zullen onder de wapenen komen. Ree<l9 drie weken geleden hebben talrijke in het buitenland vertoevende MontenesT'ïnen order ontvangen te- rag te keeren. Het heet, dat deze maatree-el is genomen, om de grens af te sluiten voor de oproerige Alba- neezen. Men vermoedt echter, dat de Monteneeriinsche regeering op de Porie pressie wil oefenen, om rege ling van de Zuid-Oost "Hik* grens te verkrifgen. Vermoedelijk k«n ook hieruit verklaard worden, dat het Ovstenriiksriien "-''fineren ree^s se dert 3 weken verboden ie, Mnntene- griinsch grand «"bied te betreden Het oordeel van velen is verschil lend. Dit blijkt nu weer uit de debat ten in de Belgische Kamer. Daar is. met 78 tegen 48 stemmen en 10 ont houdingen, besloten, dat de LIMBURGERS EN LUXEMBUR GERS DE BELGISCHE NATIONALITEIT, die ze sedert de verdragen van 1839 verloren hadden, terugkrijgen. Bij de stemming bleek dus veel ver deeldheid Nog scherper kwam 't uit bij het debat. De liberale afgevaardigde Meche- Iynck verklaarde, dat het wetsont- j werp z. i een politieke strekking heeft, en dat de eigenlijke bedoeling is 250 nieuwe kiezers te kweeken. De minister van justitie sprak dit tegen e zei, dat het ontwerp niets niet po' iLiek te maken heeft en slechts beoogt te verhinderen, dat. ten gevol ge von de onduidelijkheid van de thans geldende wet, de geldigheid van tal van akten wordt betwist. Verder verklaarde de minister nog. dat er in het debat ten onrechte is beweerd, dat de Nederlandsche re geering de wettigheid van sommige besluiten der Belgische regeering ten aanzien van de betrokken personen, heeft betwist of aanmerkingen te de zer zake heeft gemaakt. Mechelynck zei daarop, onder ver wijzing naar de regels der internatio nale beleefdheid, dat het niet aangaat de deuren van de Belgische nationali teit onvoorwaardelijk open te stellen voor elk, die zich in België vestigt, uitsluitend omdat een zijner voorva deren 70 jaren geleden in het afge stane gebied gewoond heeft. Niettegenstaande de bezwaren werd, zooals uit het bovenstaande blijkt, het wetsontwerp aancenomen. zii het ook bij een zeer verdeelde stemming. Onze Lachhoek VERKEERD BEGREPEN. Rentenier (op de wandeling). Dit huis zal ik mijn dochter geven, als zij mocht trouwen, alleen eerst wat op gekalefaterd. Heer. Maar zoo oud is uw doch ter toch nog niet Zij. Je doet alles verkeerd. Ik erger me nog half dood aan je. Hij. Zoo zijn die vrouwen Ze doen altijd iets ten halve. Gij hebt voor de collecte voor dat goede doel den heer Peperman voor uwe rekening genomen, omdat gij hem zoo goed kent en wat brengt gij nu dan wel mee Heeft ie 25 pop gegeven Ik weet niet wat ik er van den ken moet, maar nauwelijks had ik gezegd, dat ik voor een zaak kwam. een teere zaak of hij liet me niet uitspreken hij riep uit In orde In orde Je bent een beste jongen En toen liep ie naar de deur en schreeuwde de gang door: Antje, mijn kind, waar z:t jc toch Hij is er ein delijk Kom toch gauw En toen stond ik een halve minuut later naast Antje Pcporman, en hij sprak: Neem ze, m»jn jongen, neem ze. W'eest al lebei gelukkig. HET VERSCHIL. Frits, je spande je van morgen voor niets in, toen j" met oom Jan stond te praten. Hij is stokdoof. Je kunt net zoo goed tegen de steenen redeneeren. Ja maar, pa, de steenen hebben geen dubbeltje voor hun neven in hun zak. Vjjf jaar van Finland's jongste geschiedenis." Den 4en November 1910 was het juist vijf jaap geleden, dat het Finsche volk met jubel de weder invoering van den wettigen toestand begroette. Het was na een even lange periode van wettelijke verwarring, die het're sultaat bleek van h"t bekende Fe- bruari-Manifest van 1899 en ten too- neele gebracht was door do dictatuur van generaal Bobrikoff In den loop dezer vijf jaren had Bobrikoff alles gedaan, wat in zijn macht was, om het zelfbestuur van Finland te vernietigen, dat door Alexander I en zijn opvolgers onder 1) Uit „Samtiden" vertaling van het handschrift van den Finschen schrij- I ©ede aan hel land was gewaarborgd. Hij had alle ambtenaren, die zijn on wettige hevelen niet wilden gehoorza men ontslagen en door Russen ver vangen, die de landswetten niet ken den en de heeïe administratie doden stilstaan; hij had vele Finnen het land doen ontvluchten en anderenaar Rus land doen deporteoren, had een stel sel van provocatie insrevoerd naar Russisch model, het politiewezen ten dienste van ziin inzichten veranderd en hïi verschillende creToeeuheden de kozakken laten uitrukken om het volk met de karwats te laten behan delen. Maar dat alles leidde niet naar het duel, integendeel; het vermeerder de slechts het patriottisme der Finnen en verwijdde de kloof tusschen hen en de Russische bureaucratie. De Finsche landdag verdedigde consequent zijn coiistitutioneele reebten. en alle po gingen om de Fiosche staatsregeling op te heffen bleken vruchteloos te zijn. In Juni 1904 viel Bobrikoff door den koecl van Eugen Schauman, en hoe wel het gewelddadig bestuur nog eeni- gen tijd werd gehandhaafd, het was toch gebroken; zijn belangrijkste ver tegenwoordiger in Rusland, Plehwe, iel kort daarna als het offer van de alaemeene ontevredenheid, die door den tegenspoed in den Jopansch^n corlog toenam en Rusland rijp maak te voor enstige hervormingen. De on rast onder het volk, in verband met de inzichten van Witte in hetgeen door den oogenblikkelijken toestand geëischi werd, riep 't „Octobermani- fest" in het leven, dat ongelukkig slechts voor korten tijd Rusland tot n parlementairen staat maakte. Deze eebeurtenissen hadden hun iwerking in Finland, waar het im- FEUILLETON door Morice Gerard. 20) Helena danste liet laatste deel van de lanciers met een eenigszins gere serveerd air. met iets koelers in haar houding dan zij bij het begin had getoond. De verandering was te gering om algemeen te worden opge merkt, maar de koningin was er zich van bewust. Het \va9 voor den prins niet zoo eenvoudig, om met een fijn gevoelige natuur te maken to hebben daar hij placht te verkeeren in een minder uitgelezen gezelschap. Toen na den dans het meerendeel der gasten naar beueden ging, om te soupeeren, was de algemeene opinie, dat Am- phalia goed op weg was. om ©en hu welijk tot stand te brengen in de al lerhoogste kringen, en dat Prins Alexander van Skiloo de aanstaande bruidegom wel zou zijn. Sir Douelos Musgrove vond een oogenblik om de algemeene opinie met ee.n paar woorden fluisterend aan ïijn vrouw over te brengen. De listige oude Kalya heeft den rechten man gevonden, geloof ik. Daar ben ik nog zoo zeker niet van, antwoordde Barbara, die de ko ningin beter kende, dan iemand an ders uit de zaal, behalve misschien de nicht van Hare Majesteit. Gravin Lucie. Terwijl zij sprak, keken beiden naar den troonhemel op. Do koningin had Prins Alexander van Skiloo te kennen gegeven, dat hij nu heen ken gaan. wat op zijn gezicht te lezen stond, en gaf nu Prins Manrits met haar waaier een wenk naderbij te ko men. Onmiddellijk daarna begon de me nuet, waarover de koningin bij het begin van den avond gesproken had. De groote zaal was bijna leeg. De en kelen, die nog waren overgebleven waren vol belangstelling voor den be- valllgen dans, uitgevoerd door twee van de bekwaamste beoefenaars de zer kunst. De koningin en Prins Mau- rits waren voor het eerst dien avond vrij om bijna zonder terughouding met elkaar te praten, llare Majesteit had die gelegenheid zelf voorbereid. De prins stond voor haar en een paar minuten lang zei de koningin geen woord. Haar geest ging uit die schitterend verlichte kamer terug naar het grauwe licht van een Janua ridag, naar de stilte en eenzaamheid van groote hoornen, naar een oogen blik, waarop de dood zoo nabij scheen en het leven zoo oneindig veel waar de had. Haar oogen rustten op het litteeken ou de rechter hand van Prins Maurits, en haar blik ging van daar naar zijn gelaat. Een bescheiden, dap per man vol zelfvertrouwen en van fijne beschaving, scheen hij, die groo te daden zou kunnen doen. edele ge dachten hebben, toch niet knap was, maar die een gelaat had, dat steeds meer indruk maakte, tot men dacht, dat er geen ander dergelijk gelaat be stond en de koningin wist het toch kon het in schoonheid van trek ken niet vergeleken worden bij dat van Frins Alexander van Skiloo bijv. Uw hand is veelzeggend. Prins, zei de koningin als men haar eens gezien heeft, gaat zii nooit meer uit de gedachte. Ik geloof ik weet het echter niet zeker dat ik uw gelaat wel weer gekend zou hebben, maar van de hand ben ik zeker. Uit hetgeen ik van u «ehoord heb. kan ik wel op maken, dat dit litteeken meteen een onderscheidingsteeken is, zooals een lintje het nooii kan zijn. De prins keek verlegen voor zich. Uwe Majesteit doet mij te veel eer. Maar hij gaf geen verklaring van de oorzaak van het litteeken, en de koningin voelde zich een beetje gepi- queerd. Zii ging op een beetje koeler toon voort met de taak, die zij zichzelf had opgeleed. Twee jaar lang heeft mijn dank nu al op een gelegenheid gewacht om zich te uiten. Ik ben niet ondankbaar, geloof mij. want hetgeen u mij gege ven lieeft. is rnet niets anders te ver gelijken. U redde mij het leven. Prins, en ik dank u daarvoor. Dankbetuigin gen voor srroote riften zijn altijd arm zalig, want woorden zijn arm. Toch, ofschoon een koningin, weet ik niet hoe u anders mijn dank duidelijk te maken. De prins keek haar aan. Er zijn oogen, die onder opgewonden ge moedsgesteldheid lichten. De kleur wordt dan dieper evenals de tint van water in een vijver overschaduwd door boomen. Deze oogen zijn zeld zaam. Eenige vrouwen en maar en kele mannen bezitten ze. Dit vermo gen om te veranderen wordt door het meerendeel der menschen niet opge merkt, want maar zeiden is er reden voor, alleeu bij hevige gemoedsaan doeningen en li.aar heel enkelen kun nen haar opwekken. Helena bracht dit wonder nu tot stand. Zij zag in Ce oogen van Prins Muurits. wat zij er zelf in had opgewekt. Zij waren niet brutaal, niet smeekend, zij spra ken met groot verlangen naar een verovering. Zij waren die van een he rig ontroerd man. Do ziel van den man lag in het handje der vrouw. Zij had daar gele- 3en van hun eerste ontmoeting af. want deze man gaf nooit om weer terug te nemen. De geschiedenis van twee jaren van gevoel lag als in een open boek op de levenstafel. De ko ningin wist het. en er kwam een zacht waas voor haar oogen. HOOFDSTUK XI. Gravin Lucie doet een verhaal. Hare Majesteit de Koningin van Amphalia had haar kamervrouwen weggezonden, en zat evenals zij bijna alle avonden deed, in vertrouwelijk gesprek met Gravin Lucie. alleen was het nu vroeg in den morgen, want zij waren nog niet lang geleden terugge komen van het groote bal aan de En gelsche Ambassade. Geen van beiden was vermoeid, en wat zoo dikwijls ge beurt bü dergelijke gelegenheden, er was zooveel te zeggen. De Gravin lag achterover op een gemakkelijken stoel, blijkbaar te droo- men, maar haar oogen waren te wijd open en te schitterend om aan een droom te doen denken, die aan een rustigen slaap vooraf gaat. Het was een droom vol actie, waarin pas door leefde voorvallen werden opgewekt. Het geluk heeft drie levens natuur lijk kan men dat van verdriet ook zeg gen het toekomende, het tegenwoor dige en het verleden. Het verleden is het veiligste, omdat het blijvend i9. Als een schat ligt het in den geest be graven. Ons verleden kon niet von ons worden weggenomen, want wij hebben het op een veilige plaats op geborgen, waarvan niemand anders, dan wijzelf den sleutel bezitten. Do loop der iaren kan het doen verflau wen, maar toch blijft het en zijn waarde is onberekenbaar. Je hebt je best geamuseerd. Lu cie zei de koningin, die de bewege lijke en sprekende trekken van haar nicht eenieen tijd zwijgend had zitten besludeeren. Ja 1 lk herinner mij niet, mij ooit beter geamuseerd te hebben zei de jonge da me oprecht. Eu jij?' Ik weet het niet. Ik ben blij weer thuis te zijn. Hel klinkt oudunkbaur na zoo'n schitterenden avond, die van het beg ui tot het eind zoo uitstekend geslaagd is. Barbara Musgrove heeft buitengewone gaven als gastvrouw. Je hebt mij niet verteld of de me nuet je goed bevallen is, koningin en nicht vroeg de gravin. De spreekster wist heel goed, dat Helena er niets van gezien had, dat zij op dat oogenblik al te zeer gepré- occupeerd was geweestwant of schoon Lucie zelf aan 't dansen was gevormd lichaam had gedanst, had zij toch even goed de koningin niet uit het oo^ verloren. Visch nu niet naar complimen ten, Lucie. Je weet, dat niemand zoo kan neigen als jii eu dan nog wel bij zoo'n eelegenheid en met zoo'n ca valier. voegde de koningin er ondeu gend bij. natuurlijk overtrof jij jezelf nog. (Wordt vervolgdj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5