NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
KONINGIN HELENA
28e Jaargang. No. 8525
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DONDERDAG 6 APRIL 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTENTIËN:
Vrw Hanripm PER °R,E MAANDEN: f 9n - fyjiï Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
voor Haarlem gL?1 JjjLx Haarlem van 1—5 regels ƒ1..elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent oer repeL
Voor de dorpen m den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. P B
gemeente) .#*Va Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der Dlaatsinp*
Franco per post door Nederland„1.65 1^ 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. b g P Persing,
Afzonderlijke nummers0.02 H V m. VJ.I. V- T
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37H ÓAfRedactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
2de omstrel<en en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarnc 12. Telefoonnummer 122.
1 - f
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALT A
Warmoesstraat 76—7S. Amsterdam. Telc-plmu;) interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
In het Hoogerhuis is dezer dagen
gesproken over
ENGELAND'S WEERMACHT.
Naar bekend is, heeft Lord Roberts
Je volgende motie ingediend
„Dat, met het oog op de gewijzigde
strategische toestanden in Europa,
dit Hi'js met ernstige en toenemende
bezorgdheid de onvoldoende militaire
maatregelen der regeering voor de
verdediging van dit land en de over-
zeesche gebieden beschouwt."
In de toelichting tot deze motie
wees Lord Roberts op het door den
Duitschen Rijkskanselier onlangs uit
gesproken beginsel, dat de strijd
macht van een rijk in bepaalde ver
houding moet staan tot z'n hulpbron
nen, en hij liet daarop volgen „Bij
de toepassing van dit beginsel op
Groot-Britl&nniè zou ik het in zoo
verre gewijzigd willen zien, dat de
strijdmacht van een staat niet alleen
in overeenstemming moet zijn met
zijn materieele hulpbronnen, maar
ook met den geest, dien het volk be
zielt. Zijn legermacht behoort een
maatstaf te zijn van zijn bereidwillig
heid, om te streven naai- het doel, dat
het zich eens gesteld heeft. Aan dien
eisch voldoet het Engelsche leger niet.
daar het niet bij machte is de Brit-
sche belangen in het buitenland te
beschermen en evenmin om een aan-j
val af te slaan."
Lord Roberts oefende verder scher
pe kritiek op het territoriale leger, de
schepping van Lord Haldane, en be
sloot zijn rede met de verklaring, dat
Engeland, behalve het leger, waar
over liet thans reeds beschikt, nog
EEN M1LLIOEN MANSCHAPPEN
NOODIG HEEFT.
Minister Haldane antwoordde, dat
de strategische toestanden weliswaar
gewijzigd zijn, maar dat er toch nog
altijd oen zeestrook ligt tusscheu En
geland en eiken vijand. Groot-Bnt-
tannie heeft steeds in de eerste plaats
gesteund op zijn zeemacht en zal dit
blijven doen.
Verder wees de minister op de
groote kosten, die de invoering van
algemeeuen dienstplicht zou mede
brengen eri op de moeilijkheid, om
een behoorlijk aantal officieren te
krijgen.
Daarna betoogde hij. dat liet oogen-
blik om met een voorstel als dat van
Lord Roberts aan te komen, wel
eigenaardig gekozen is, nu Engeland
zich bereid heeft verklaard, om, zoo
mogelijk, een algemeen arbitrage
verdrag met Amerika te sluiten, en
de Duitsche Rijkskanselier gezin
speeld heeft op de mogelijkheid, om
door vriendschappelijke besprekingen
over de vloot aan de opdrijving der
kosten voor de marine een einde te
maken. Immers juist die voortduren
de uitbreiding der zeemacht levert
gevaar op voor panieken.
De minister eindigde aldus„Is
het, als men dit alles overweegt,
thans de tijd om te denken over de
uitbreiding van Engeland's weer
macht
Wat voor voorbeeld zou Groot-Brit-
tannië aan de andere volken geven,
wanneer het zich thans met uitbrei
ding van zijn leger ging bezighou
den, nu overal een beweging ten gun
ste van den vrede gaande is
Dit stemmen we den minister toe.
Toch heeft 't Hoogerhuis de motie
van Lord Roberts met 99 tegen 40
stemmen aangenomen.
De Lords zijn dus overtuigd, dat En
geland's weermacht onvoldoende is.
In verschillende Ameri k aansche
kringen gaan stemmen op, met
BEZWAREN TEGEN IIET VOORGE
STELDE ARBITRAGE-VERDRAG
tusschen de Vereenigde Staten en
Engeland, omdat daardoor moeilijk
heden gevreesd worden. Om dit aan
te toonen, wijst men op het Engelsch-
Japansch verbond, in welks voor
waarden de clausule voorkomt, dat
Engeland Japan in een oorlog zal
moeten bijstaan. Deze clausule van
het verdrag van 12 Augustus 1905,
dat voor den tijd van 10 jaren geslo
ten is, luidt
„Wanneer tengevolge van een niet
uitgedaagden aanval van eenige mo
gendheid of combinatie een der beide
partijen (Japan en Engeland) in een
oorlog gewikkeld wordt, dan zal de
andere partij den bondgenoot ter
stond te hulp komen eri met hem den
oorlog gemeenschappelijk voeren."
Wanneer dus een oorlog zou uit
breken tusschen Amerika en Japan,
zou Engeland verplicht kunnen zijn,
Japan tegen Amerika bij te staan.
Bovendien bepaalt een andere clau
sule van het verdrag van 1905. dat
geen van beide partijen zonder de an
dere te raadplegen, overeenkomsten
mag sluiten, waardoor een clausule
van het verdrag krachteloos zou wor
den gemaakt.
Een Amerikaansch blad, wijst er op,
dat een arbitrageverdrag met Duitsch-
land voor Amerika veel voordeeliger
zou zijn, omdat Duitschland geen an
dere verbintenissen heeft, zoonis En
geland met Japan, en bovendien
kere voordeelen kan aanbieden.
Maar... Duitschland wil immers
niet 1
De quaestie aangaande
ELZAS-LOTHARINGEN
is gisteren in het Pruisische Hoeren
huis ter sprake gebracht. Von VVedel
Piesdorf, de gewezen minister van
het Koninklijke Huis, verklaarde, dat
•de tijd, om Elzas-Lotharingen tot een
zelfstandigen bondsstaat te maken,
nog niet is aangebroken. Dat zou,
volgens zijn meening, eerst kunnen
geschieden, nadat het rijksland
schouder aan schouder met de andere
Duitsche stommen zal hebben deelge
nomen aan een strijd, waarin
Duitschland de zege zou behalen.
Hij voegde daaraan evenwel toe.
dat de conservatieve fractie met deze
kritiek niet te kennen wil geven, dat
zij zich afwendt van den minister
president. Zij stelt in dezen integen
deel een onwrikbaar vertrouwen.
't Zou er voor de inwoners van El-
zas-Lotharingen niet hoopvol uitzien,
als ze alleen op den heer Von Wedel
Piesdorf en zijn partij gen ooten moes
ten wachten
Maar niet alle Rijksdagleden zullen
er zoo over denken
Uit Marokko komen ernstige be
richten. ten Fransch blad weet mede
te deelen. dat er tusschen
DUITSCHLAND EN FRANKRIJK
EEN ERNSTIG GESCHIL IN
ZAKE MAROKKO
gerezen is
Wat liet is weet men nog niet
Maandag had aan het ministerie van
Binnenlandsche Zaken te Parijs een
bespreking van buitengewoon ernsti-
gen aard plaats, waaraan deelna
men Monis, voorzitter van den mi
nisterraad, Berteaux, minister van
Oorlog, Delcassé, van Marine, Crup
pi, van Buitenlandsche Zaken, en
Canbon, gezant van Frankrijk te Ber
lijn.
In deze conferentie werden de ern
stige gebeurtel ijk heden besproken.
Ook Dinsdag is daarover weer
den ministerraad gedelibereerd.
Volgens het bedoelde blad zal de
dag van heden misschien „onvoorzie
ne gebeurtenissen" brengen.
Nu, daar zijn we volstrekt niet ver
langend naar
Maar
DE TOESTAND IN MAROKKO
is er wel naar. dat er zoo'n verras
sing kan komen. Een ander Fransch
blad, de „Echo de Paris", wijdt
beschouwing aan de houding, die
Frankrijk thans tegenover Moelay
Hafid behoort aan te nemen. De toe
stand in Marokko zoo schrijft het
blad is ernstig. Indien het gezag
van den Sultan niet geheel in het
avontuur is ten onder gegaan, dan
is het toch geknakt. Alles wat er ge
beurd is wiist er tevens op, dat de
laatste financieele maatregelen, die
er genomen zijn, om den Sultan in
staat te stellen een klein leger rond
zich te hebben, gereed om ziin gezag
to verdedigen, hun nut hebben.
Men kan alleen betreuren, dat ze
zoo laat genomen zijn.
Indien het nog tijd is. laat Frank
rijk Moelay Hafid dan krachtig on
dersteunen en vooral, dat Frankrijk
hem niet in den steek late, als het
zijn broeder gedaan heeft. Frankrijk
heeft zich toen aan een groote fout
schuldig gemaakt. Het geharrewar
van thans is daar zelfs voor een groot
deel een gevolg van. Abd-cl-Azis bad
inderdaad met Frankrijk's hulp in
Marokko hervormingen kunnen be
ginnen, die Moelay Hafid, de gunste
ling der fanaticken, moest uitstellen,
zoo niet afwijzen. De troonsbestijgins
van Hafid was de belooning van de
anarchie in Marokko. En op den dag.
waarop deze nieuwe Sultan besloot,
op zijn beurt de denkbeelden van or
de en vooruitgang tc aanvaarden,
hebben zij, die hem tot dusver aan
hingen, tot zijn ondergang besloten.
Het kan in elk geval onmogelijk
toegelaten worden, dat de macht in
Marokko aan een onbekend stam
hoofd in handen valt. Dat. zou zijn de
deur sluiten voor elke verbetering.
ITALIë EN 'T BUITENLAND.
De Duitsche kroonprins en de
kroonprinses zijn gistermiddag te Ro
me aangekomen en werden aan het
station ontvangen door den koning,
de koningin, de ministers, andere
autoriteiten en het personeel van de
Duitsche ambassade.
De vorstelijke personen begroetten
elkander zeer hartelijk en de burge
meester heette de gasten officieel wel
kom. Daarna vertrok de stoet, onder
de toejuichingen van de menigte,
var Let. Quirinaal.
Nu de Duitsche keizer zelf niet
naar Rome wil komen (men kent de
staatkundig© reden waarom), moeten
de bondsbróeders het maar met den
kroonprins doen
President Fallières zal 15 dezer zijn
>is naar Tunis aanvaarden.
De Italiaansche regeering heeft aan
de regeering der Fransche republiek
haar voornemen kenbaar gemaakt,
om eenige oorlogsschepen naar Tunis
te zenden, die er den president zullen
begroeten. De Italiaansche regeering
is van meening, dat deze beleefdheid
de banden tusschen Franschen en Ita
lianen in Tunis hechter zal bevesti
gen.
HET FERRER-DEBAT
in de Spaansche Kamer duurt nog
steeds voort.
De conservatieve oud-minister La-
cierva besprak de getuigenissen tegen
Ferrer, die z. i. noch valsch. noch
tegenstrijdig waren. Hij ging de ante
cedenten van Ferrer na en wees er
op, dat deze altijd een revolution
nair is geweest, en dat hij deelnam
aan verschillende aanslagen en op
roerige bewegingen in Spanje. Hij
was de aanstoker van het gebeurde
In Barcelona. De oud-minister viel de
republikeinen en socialisten aan, die
hij beschuldigde tegen de conservatie
ve regeering een onrechtvaardige
campagne té heb!»en gevoerd eene
campagne die in het buitenland door
de anarchisten was georganiseerd en
werd gesteund.
Spreker verklaarde, dat het kabinet
Maura zijn plicht vervulde, dat de
rechtbank, (lie Ferrer veroordeelde,
dit deed met volkomen kennis van de
zaak en dat hot vonnis zonder de
minste pressie werd gewezen.
De reie werd door de conservatie
ven luid toegejuicht, maar de spreker
werd door de republikeinen herhaal
delijk in de rede gevallen.
Na afloop wenschten de conserva
tieven Lacierva met zijn rede geluk.
IN DEN BALKAN
komt weer onrust.
Uit Athene wordt gemeld, dat het
boycot, door het Jong-Tnrksche co
mité te Konstantinopel tegen de Grie
ken verordend, in s'-herpte toeneemt
Het boycot strekt zich uit tot allen,
die met of voor Grieken handelen. Bij
geschrifte, in vier talen verspreid,
worden de Mohammedanen opgeroe
pen tot een boycot tegen allen, die
openlijk of heimelijk den verkoop van
Grieksche waren bevorderen. De
Turksche gouverneur wiens tusschen -
komst is ingeroepen, zegt, dat hij
machteloos is. Gewapende lieden heb
ben 's nachts in den omtrek olijf
gaarden, die aan Grieken behooren,
verbrand.
Nu de Turken in de bekende Kre
ten ser-quaestie langs diplomatieke»
weg tegen de Grieken geen voldoende
succes hebben, wordt het op de2e ma
nier geprobeerd.
Beter zou hel zijn, als de Turken
eerst eens alle aandacht aan den bin-
nenlajidschen toestand wijdden, want
daar is nog veel te doen.
De Arabieren zijn er nu beter ach
ter. Dezer dagen is een partij van
ARABIEREN IN HET TURKSCHE
PARLEMENT
gevormd. De Arabische leden der
Turksche Kamer hebben, op aanstich
ting van drie afgevaardigden, eene
Arabische partij gesticht, die liet
grootste deel der 08 Arabische volks
vertegenwoordigers omvat. Het plan
tot de oprichting van zulk een partij
bestond reeds sinds het herstel van de
grondwet, doch kon tot dusver door
mceningsverschillen onder de betruk-
afgevaardigden geen verwezen
lijking vinden, liet program der nieu
we partij heeft in de eerste plaats de1
handhaving en ontwikkeling der Ara
bische nationaliteit op het oog. Men
il er naar streven, dat hel onder
ijs op alle Arabische scholen in de
Arabische taal wordt gegeven en dat
in Arabische streken slechts Arabie
ren als ambtenaren worden aange
steld, of personen, die inet de taal.
zeden en gewoonten der Arabieren
volkomen bekend zijn. In staatkundig
opzicht is voorloopig geen zelfstandig
optreden der Arabische partij te ver
wachten.
Ook tusschen
TURKIJE EN MONTENEGRO
is 't niet heelemaal in den haak.
De Weensche correspondent van het
Berliner Tageblutt seint Ik ontvang
uit Saloniki van militaire zijde de
volgende mededeelingDe Montene-
grijnsche regeering heeft gedeeltelijke
mobilisatie gelast. 15,000 a 20,000 man
zullen onder de wapenen komen.
Ree<l9 drie weken geleden hebben
talrijke in het buitenland vertoevende
MontenesT'ïnen order ontvangen te-
rag te keeren. Het heet, dat deze
maatree-el is genomen, om de grens
af te sluiten voor de oproerige Alba-
neezen. Men vermoedt echter, dat de
Monteneeriinsche regeering op de
Porie pressie wil oefenen, om rege
ling van de Zuid-Oost "Hik* grens te
verkrifgen. Vermoedelijk k«n ook
hieruit verklaard worden, dat het
Ovstenriiksriien "-''fineren ree^s se
dert 3 weken verboden ie, Mnntene-
griinsch grand «"bied te betreden
Het oordeel van velen is verschil
lend. Dit blijkt nu weer uit de debat
ten in de Belgische Kamer. Daar is.
met 78 tegen 48 stemmen en 10 ont
houdingen, besloten, dat de
LIMBURGERS EN LUXEMBUR
GERS DE BELGISCHE
NATIONALITEIT,
die ze sedert de verdragen van 1839
verloren hadden, terugkrijgen.
Bij de stemming bleek dus veel ver
deeldheid Nog scherper kwam 't uit
bij het debat.
De liberale afgevaardigde Meche-
Iynck verklaarde, dat het wetsont- j
werp z. i een politieke strekking
heeft, en dat de eigenlijke bedoeling
is 250 nieuwe kiezers te kweeken.
De minister van justitie sprak dit
tegen e zei, dat het ontwerp niets
niet po' iLiek te maken heeft en slechts
beoogt te verhinderen, dat. ten gevol
ge von de onduidelijkheid van de
thans geldende wet, de geldigheid
van tal van akten wordt betwist.
Verder verklaarde de minister nog.
dat er in het debat ten onrechte is
beweerd, dat de Nederlandsche re
geering de wettigheid van sommige
besluiten der Belgische regeering ten
aanzien van de betrokken personen,
heeft betwist of aanmerkingen te de
zer zake heeft gemaakt.
Mechelynck zei daarop, onder ver
wijzing naar de regels der internatio
nale beleefdheid, dat het niet aangaat
de deuren van de Belgische nationali
teit onvoorwaardelijk open te stellen
voor elk, die zich in België vestigt,
uitsluitend omdat een zijner voorva
deren 70 jaren geleden in het afge
stane gebied gewoond heeft.
Niettegenstaande de bezwaren werd,
zooals uit het bovenstaande blijkt, het
wetsontwerp aancenomen. zii het ook
bij een zeer verdeelde stemming.
Onze Lachhoek
VERKEERD BEGREPEN.
Rentenier (op de wandeling). Dit
huis zal ik mijn dochter geven, als zij
mocht trouwen, alleen eerst wat op
gekalefaterd.
Heer. Maar zoo oud is uw doch
ter toch nog niet
Zij. Je doet alles verkeerd. Ik
erger me nog half dood aan je.
Hij. Zoo zijn die vrouwen Ze
doen altijd iets ten halve.
Gij hebt voor de collecte voor
dat goede doel den heer Peperman
voor uwe rekening genomen, omdat
gij hem zoo goed kent en wat brengt
gij nu dan wel mee
Heeft ie 25 pop gegeven
Ik weet niet wat ik er van den
ken moet, maar nauwelijks had ik
gezegd, dat ik voor een zaak kwam.
een teere zaak of hij liet me niet
uitspreken hij riep uit In orde
In orde Je bent een beste jongen
En toen liep ie naar de deur en
schreeuwde de gang door: Antje, mijn
kind, waar z:t jc toch Hij is er ein
delijk Kom toch gauw En toen
stond ik een halve minuut later naast
Antje Pcporman, en hij sprak: Neem
ze, m»jn jongen, neem ze. W'eest al
lebei gelukkig.
HET VERSCHIL.
Frits, je spande je van morgen
voor niets in, toen j" met oom Jan
stond te praten. Hij is stokdoof. Je
kunt net zoo goed tegen de steenen
redeneeren.
Ja maar, pa, de steenen hebben
geen dubbeltje voor hun neven in hun
zak.
Vjjf jaar van Finland's
jongste geschiedenis."
Den 4en November 1910 was het
juist vijf jaap geleden, dat het Finsche
volk met jubel de weder invoering
van den wettigen toestand begroette.
Het was na een even lange periode
van wettelijke verwarring, die het're
sultaat bleek van h"t bekende Fe-
bruari-Manifest van 1899 en ten too-
neele gebracht was door do dictatuur
van generaal Bobrikoff
In den loop dezer vijf jaren had
Bobrikoff alles gedaan, wat in zijn
macht was, om het zelfbestuur van
Finland te vernietigen, dat door
Alexander I en zijn opvolgers onder
1) Uit „Samtiden" vertaling van het
handschrift van den Finschen schrij- I
©ede aan hel land was gewaarborgd.
Hij had alle ambtenaren, die zijn on
wettige hevelen niet wilden gehoorza
men ontslagen en door Russen ver
vangen, die de landswetten niet ken
den en de heeïe administratie doden
stilstaan; hij had vele Finnen het land
doen ontvluchten en anderenaar Rus
land doen deporteoren, had een stel
sel van provocatie insrevoerd naar
Russisch model, het politiewezen ten
dienste van ziin inzichten veranderd
en hïi verschillende creToeeuheden de
kozakken laten uitrukken om het
volk met de karwats te laten behan
delen. Maar dat alles leidde niet naar
het duel, integendeel; het vermeerder
de slechts het patriottisme der Finnen
en verwijdde de kloof tusschen hen en
de Russische bureaucratie. De Finsche
landdag verdedigde consequent zijn
coiistitutioneele reebten. en alle po
gingen om de Fiosche staatsregeling
op te heffen bleken vruchteloos te
zijn.
In Juni 1904 viel Bobrikoff door den
koecl van Eugen Schauman, en hoe
wel het gewelddadig bestuur nog eeni-
gen tijd werd gehandhaafd, het was
toch gebroken; zijn belangrijkste ver
tegenwoordiger in Rusland, Plehwe,
iel kort daarna als het offer van de
alaemeene ontevredenheid, die door
den tegenspoed in den Jopansch^n
corlog toenam en Rusland rijp maak
te voor enstige hervormingen. De on
rast onder het volk, in verband met
de inzichten van Witte in hetgeen
door den oogenblikkelijken toestand
geëischi werd, riep 't „Octobermani-
fest" in het leven, dat ongelukkig
slechts voor korten tijd Rusland tot
n parlementairen staat maakte.
Deze eebeurtenissen hadden hun
iwerking in Finland, waar het im-
FEUILLETON
door
Morice Gerard.
20)
Helena danste liet laatste deel van
de lanciers met een eenigszins gere
serveerd air. met iets koelers in
haar houding dan zij bij het begin
had getoond. De verandering was te
gering om algemeen te worden opge
merkt, maar de koningin was er zich
van bewust. Het \va9 voor den prins
niet zoo eenvoudig, om met een fijn
gevoelige natuur te maken to hebben
daar hij placht te verkeeren in een
minder uitgelezen gezelschap. Toen na
den dans het meerendeel der gasten
naar beueden ging, om te soupeeren,
was de algemeene opinie, dat Am-
phalia goed op weg was. om ©en hu
welijk tot stand te brengen in de al
lerhoogste kringen, en dat Prins
Alexander van Skiloo de aanstaande
bruidegom wel zou zijn.
Sir Douelos Musgrove vond een
oogenblik om de algemeene opinie met
ee.n paar woorden fluisterend aan
ïijn vrouw over te brengen.
De listige oude Kalya heeft den
rechten man gevonden, geloof ik.
Daar ben ik nog zoo zeker niet
van, antwoordde Barbara, die de ko
ningin beter kende, dan iemand an
ders uit de zaal, behalve misschien de
nicht van Hare Majesteit. Gravin
Lucie. Terwijl zij sprak, keken beiden
naar den troonhemel op. Do koningin
had Prins Alexander van Skiloo te
kennen gegeven, dat hij nu heen ken
gaan. wat op zijn gezicht te lezen
stond, en gaf nu Prins Manrits met
haar waaier een wenk naderbij te ko
men.
Onmiddellijk daarna begon de me
nuet, waarover de koningin bij het
begin van den avond gesproken had.
De groote zaal was bijna leeg. De en
kelen, die nog waren overgebleven
waren vol belangstelling voor den be-
valllgen dans, uitgevoerd door twee
van de bekwaamste beoefenaars de
zer kunst. De koningin en Prins Mau-
rits waren voor het eerst dien avond
vrij om bijna zonder terughouding
met elkaar te praten, llare Majesteit
had die gelegenheid zelf voorbereid.
De prins stond voor haar en een
paar minuten lang zei de koningin
geen woord. Haar geest ging uit die
schitterend verlichte kamer terug
naar het grauwe licht van een Janua
ridag, naar de stilte en eenzaamheid
van groote hoornen, naar een oogen
blik, waarop de dood zoo nabij scheen
en het leven zoo oneindig veel waar
de had. Haar oogen rustten op het
litteeken ou de rechter hand van Prins
Maurits, en haar blik ging van daar
naar zijn gelaat. Een bescheiden, dap
per man vol zelfvertrouwen en van
fijne beschaving, scheen hij, die groo
te daden zou kunnen doen. edele ge
dachten hebben, toch niet knap was,
maar die een gelaat had, dat steeds
meer indruk maakte, tot men dacht,
dat er geen ander dergelijk gelaat be
stond en de koningin wist het
toch kon het in schoonheid van trek
ken niet vergeleken worden bij dat
van Frins Alexander van Skiloo bijv.
Uw hand is veelzeggend. Prins,
zei de koningin als men haar eens
gezien heeft, gaat zii nooit meer uit
de gedachte. Ik geloof ik weet het
echter niet zeker dat ik uw gelaat
wel weer gekend zou hebben, maar
van de hand ben ik zeker. Uit hetgeen
ik van u «ehoord heb. kan ik wel op
maken, dat dit litteeken meteen een
onderscheidingsteeken is, zooals een
lintje het nooii kan zijn.
De prins keek verlegen voor zich.
Uwe Majesteit doet mij te veel
eer. Maar hij gaf geen verklaring van
de oorzaak van het litteeken, en de
koningin voelde zich een beetje gepi-
queerd. Zii ging op een beetje koeler
toon voort met de taak, die zij zichzelf
had opgeleed.
Twee jaar lang heeft mijn dank
nu al op een gelegenheid gewacht om
zich te uiten. Ik ben niet ondankbaar,
geloof mij. want hetgeen u mij gege
ven lieeft. is rnet niets anders te ver
gelijken. U redde mij het leven. Prins,
en ik dank u daarvoor. Dankbetuigin
gen voor srroote riften zijn altijd arm
zalig, want woorden zijn arm. Toch,
ofschoon een koningin, weet ik niet
hoe u anders mijn dank duidelijk te
maken.
De prins keek haar aan. Er zijn
oogen, die onder opgewonden ge
moedsgesteldheid lichten. De kleur
wordt dan dieper evenals de tint van
water in een vijver overschaduwd
door boomen. Deze oogen zijn zeld
zaam. Eenige vrouwen en maar en
kele mannen bezitten ze. Dit vermo
gen om te veranderen wordt door het
meerendeel der menschen niet opge
merkt, want maar zeiden is er reden
voor, alleeu bij hevige gemoedsaan
doeningen en li.aar heel enkelen kun
nen haar opwekken. Helena bracht
dit wonder nu tot stand. Zij zag in
Ce oogen van Prins Muurits. wat zij
er zelf in had opgewekt. Zij waren
niet brutaal, niet smeekend, zij spra
ken met groot verlangen naar een
verovering. Zij waren die van een he
rig ontroerd man.
Do ziel van den man lag in het
handje der vrouw. Zij had daar gele-
3en van hun eerste ontmoeting af.
want deze man gaf nooit om weer
terug te nemen. De geschiedenis van
twee jaren van gevoel lag als in een
open boek op de levenstafel. De ko
ningin wist het. en er kwam een zacht
waas voor haar oogen.
HOOFDSTUK XI.
Gravin Lucie doet een
verhaal.
Hare Majesteit de Koningin van
Amphalia had haar kamervrouwen
weggezonden, en zat evenals zij bijna
alle avonden deed, in vertrouwelijk
gesprek met Gravin Lucie. alleen was
het nu vroeg in den morgen, want zij
waren nog niet lang geleden terugge
komen van het groote bal aan de En
gelsche Ambassade. Geen van beiden
was vermoeid, en wat zoo dikwijls ge
beurt bü dergelijke gelegenheden,
er was zooveel te zeggen.
De Gravin lag achterover op een
gemakkelijken stoel, blijkbaar te droo-
men, maar haar oogen waren te wijd
open en te schitterend om aan een
droom te doen denken, die aan een
rustigen slaap vooraf gaat. Het was
een droom vol actie, waarin pas door
leefde voorvallen werden opgewekt.
Het geluk heeft drie levens natuur
lijk kan men dat van verdriet ook zeg
gen het toekomende, het tegenwoor
dige en het verleden. Het verleden is
het veiligste, omdat het blijvend i9.
Als een schat ligt het in den geest be
graven. Ons verleden kon niet von
ons worden weggenomen, want wij
hebben het op een veilige plaats op
geborgen, waarvan niemand anders,
dan wijzelf den sleutel bezitten. Do
loop der iaren kan het doen verflau
wen, maar toch blijft het en zijn
waarde is onberekenbaar.
Je hebt je best geamuseerd. Lu
cie zei de koningin, die de bewege
lijke en sprekende trekken van haar
nicht eenieen tijd zwijgend had zitten
besludeeren.
Ja 1 lk herinner mij niet, mij ooit
beter geamuseerd te hebben zei de
jonge da me oprecht. Eu jij?'
Ik weet het niet. Ik ben blij weer
thuis te zijn. Hel klinkt oudunkbaur
na zoo'n schitterenden avond, die van
het beg ui tot het eind zoo uitstekend
geslaagd is. Barbara Musgrove heeft
buitengewone gaven als gastvrouw.
Je hebt mij niet verteld of de me
nuet je goed bevallen is, koningin en
nicht vroeg de gravin.
De spreekster wist heel goed, dat
Helena er niets van gezien had, dat
zij op dat oogenblik al te zeer gepré-
occupeerd was geweestwant of
schoon Lucie zelf aan 't dansen was
gevormd lichaam had gedanst, had
zij toch even goed de koningin niet
uit het oo^ verloren.
Visch nu niet naar complimen
ten, Lucie. Je weet, dat niemand zoo
kan neigen als jii eu dan nog wel
bij zoo'n eelegenheid en met zoo'n ca
valier. voegde de koningin er ondeu
gend bij. natuurlijk overtrof jij jezelf
nog.
(Wordt vervolgdj.