NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. KONINGIN HELENA 28e Jaargang. No. 8t>29 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG II APRIL 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN AD VERTENTIÊN: per drie maanden: f' ^y'J Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 «£t 3 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der vgBpyv f^^fvrd Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1.30 /ffjl Advcrtentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 (0.' [Irv J s-%w) 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. Afzonderlijke tramnet» JSH r Redactie en Administratie: Croote Houtstraat 53. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemö.ó/'A p/J-l de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Uitgave deTVennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1348. Brieven van het 34ste Raadslid Aan de Kiezers. Het zal tijd worden, geachte kie zers, dat gij eens mee helpt zoeken naar een functionaris, dien wij in den Raad noodig hebben, ik bedoel een electro-technisch ingenieur. De besturen van de kiesvereenigingen hebben de heele stad al doorgezocht, maar zonder er een te kunnen vin dien, die wou, mocht of kon. En wan neer zc er al een getroffen meenden te hebben, die waarschijnlijk zou willen, mogen en kunnen, dan bleek hij tot hun schrik in Heemstede te wonen. Wonderlijk, waarde kiezers, is deze wereld. Terwijl wij bet er allen over eens zijn, dat het aantal ingenieurs, dat uit Delft over Nederland en het overige deel van de wereld wordt uit gestort, onrustbarend groot is, schijnt er onder al die technische boLleboozen niet één te zijn, dien wij tot lid van onzen gemeenteraad kunmen maken. Of staat do zaak juist andersom Zou het mogelijk kunnen wezen, dat het groote aantal ingenieurs elk afzon derlijk noodzaakt tot de grootste krachtsiiisiKwning, zoodat zij zich de weelde niet kunnen veroorloven, een stuk van hun tijd kosteloos beschik baar te stellen ten nutte van Haar lem's gemeentebestuur Indien dat juist is, zal vermeerdering van dat aantal de kous altijd weer beperkter maken. Had ik ongelijk met van een wonderlijke wereld te spreken? Maar toch, geachte kiezers, wordt het tijd, dat gij ook eens mee helpt zoeken. Inderdaad, gij maakt u het ambt van stadsburger al te gemakkelijk, door af te wuchten wie de kiesvereenigin gen voor u uitgezocht hebben en dan op uw gemak, alsof hot drie taartjes waren, een roomhoren, een délicieuse of een Tom Pouce, de aangeboden candidaten te beschouwen en u af te vragen „wien zal ik nemen, den dokter, den mstituteur of den aanne mer V" Werkzaam aandeel behoort ge te nemen in het opsporen van een geschikten electro-technicus tegen den tijd van de groote periodieke Raadsverkiezing in den aanstaanden Intusschen bekommeren wij, leden van den Raad, ons voorloopig niet bijzonder over de vacature (het is eeu feit, dat de man die komt, ons veel minder belangstelling inboezemt, dan de man, die er is) cu gaan op uitnoodiging" van den burgemeester rustig met vergaderen voort. Zoo zullen wij morgen beraadslagen over het voorstel van Mr. Thiol c.s., om voortaan rondweg en ruiterlijk aan de belastingschuldigen, dus ook aan u, geachte kiezers, te vragen wat hun inkomen is. Tot dusver gebeurde dat niet. Op liet groote papier vol vragen, dat we u elk jaar door onzen ontvanger laten toezenden, wordt u allerlei gevraagd, dat ons eigenlijk niet veel schelen kan. Zoo willen we elk jaar precies weten, hoe uw kin- dortjes heeten en mevrouw, dingen die him nut kunnen hebben voor eon theepraatje, maar ons evenmin in staat stellen het bedrag van uw jaar- lijkscli inkomen te bepalen, als de man in het bekende verhaal den leeftijd van den kapitein kon vast stellen uit de lengte van het schip, de hoogte van den raast en de zeker heid, dat de kok rood haar had. Al leen staat er op het einde een schroomvallige opmerking, die hierop neerkomtindien u.... neem ons niet kwalijk, dat we 't durven vragen soms aanleiding zoudt kunnen vin den.... houdt ons ten goede.... om op te geven in welke klasse.... excuseer de vrijheid die we nemen, maar 't zou toch mogelijk zijn, niet waarin welke klasse dus gij meent geplaatst te moeten worden.... dan bestaat daarvoor de gelegenheid. Maai- ter wijl wij u verschooning vragen voor de vrijheid die wc ons veroorloven.... inderdaad, het geschiedt met de beste bedoelingen... veroorloven wij ons, u er op te wijzen, dat er geen enkele wet in T heelal is, die u daartoe nood zaakt. Weigert gij.... wij kunnen het. ons zeer, zéér goed voorstellen.... dan zullen wij de vrijheid nemen, zelf u te plaatsen in de klasse, waarin wij meenen, dat gij behoort. Natuurlijk zegt de belastingschul dige doe het zelf! Mr. Thiel en zijn medestanders willen nu voortaan, wel te verstaan als er nog plaats is op het wagen- biljet, deze woorden laten drukken „Hoe groot is uw inkomen Ik vind dat een zaak van eenvou dige nuchterheid, zoowel als van nuchteren eenvoud. Waarom zou iemand, die wil weten hoe oud zijn buurman is, beginnen inet te vragen of de man houdt van jam op zijn bo terham, om daaruit te concludeeren, dat hij geen kaaskorstjes meer bijten kan, dus geen flinke tanden meer bezit, derhalve wel boven de vijftig zal wezen Recht op den man af „hoe groot ls uw inkomen „Dat kan niet", zeggen B. en W., „want de inenschen weten het zelf niet" Dit is me niet duidelijk. Volkomen be grijpelijk lijkt het me, dat Carnegie en Rockefeller, waaneer de fiscus hun die vraag doet, ten antwoord geven „daar moet mijn secretaris eens een maand aan werken", maar dat een bescheiden Haarlems ch burger in doorsnee niet weten zou, hoe groot zijn Inkomen is, wil er bij mij niet in. Ik zou zeggen d i e b 1 u f t. En als het soms hapert aan de administra tie, de heer des huizes aan opschrij ven van inkomsten en uitgaven niet doet, maar alles betaalt uit de geldla: den schoenmaker, de belasting, de rekening van den dokter voor Mien- tje's zeere oogje, den banketbakker, de huishuur, de waterleiding, de ruit die Willem (de rakker) kapot heeft gegooid bij den slager op den hoek, het schoolgeld, de gasrekening, den bleeker en nog dertig andere dingen meer dan kan hij hulp noodig heb ben bij het opmaken van zijn inko men, maar dan ging het tol nu toe zonder hulp evenmin. Ik wil maar zeggen, waarde kiezers, dat wanneer het voorstel van collega Thiel aange nomen wordt, de menschen die de maat van hun inkomen wèl kennen, uitgenoodigd worden, beleefd maar dringend, om die maar eens op te geven, wat al zóóveel gewonnen is. Eén ding is wel zeker, dat wij voortdurend meer van u, geachte kie zers, willen weten. Legt gc electrisch licht aan, dan vragen we u al dade lijk hoeveel denkt ge in een jaar te gebruiken 1 Wenscht ge duinwater, dan is hetwelk contract wenscht ge te sluiten En met een „ik weet het nog niet" laten wij ons niet afsche pen Wilt gij bouwen of verbouwen, dan verlangen wij zelfs teekeningen en beschrijvingen in triplo. Kortom, wij informeeren, interrogeeren, exa- mineeren u, geachte kiezers, voort durend zóó, dat ik wel eens tot mijn oollega-Raadsbroeders heb gezegd „weest toch voorzichtig, overdrijft het niet, want straks worden de kie zers balsturig en zeggen „gij Raads leden, met uw verordeningen en voor schriften, waar zijn uwe papieren, uwe diploma's en bewijzen van be kwaamheid als Raadslid Dan staan we met den mond vol tanden, omdat je tegenwoordig voor alles examen kunt doen, alleen voor lid van don gemeenteraad niet. Als gij, geachte kiezers, ons zoudt vra gen „met welk recht zit gij op dien Raodsstoel dan zouden we alleen kunnen antwoorden „wij zijn de rechte mannen op de rechte plaatsen, de voorzitters van de kiesvereenigin gen hebben het zelf gezeid 1" En wan neer gij, kiezers, voortgingt met vra gen - „wat weet gij af van gemeente wetten, van gemeentebeheer, van his torische ontwikkeling der gemeen ten dan zouden de nieesten van ons alleen kunnen antwoorden „wij zijn de mannen met heldere hoofden, die een warm hart hebben voor de belan gen der gemeente, je kunt het in de advertenties lezen 1" Een examinator van mijn kennis heeft eens gedroomd, dat zijn exami nandi hem gingen examineeren „zooiéts vreoselijks", vertelde hij mij, „hoop ik nooit weer te beleven." De man rilde er nog van. Een dergelijke gewaarwording overvalt mij, als ik bedenk, dat gij, kiezers, aan wie wij steeds meer vragen, nu ook ons eens gaat ondervragen, een examen brxr... instelt voor candidaat-gemeen- terandsleden.... de pen valt me uit de hand, ik groet u allen zeer HET 34STE RAADSLID. Voor kopie conform j. C. P. Buitenlandsch Overzicht Een deel der Engelscheu is onge rust, vreest namelijk EEN INVAL IN ENGELAND. Nog pas bleek dit bij het Hooger- huis-debat. Lord Roberts heeft in zijn be moei ingen tot versterking der Engel- sc.be weermacht steun geyonden van een zijde, van welke hij ze vermoede lijk niet had verwacht. Zondagochtend wees namelijk de bisschop van Li vei pool in zijn preek voor de Liverpoolsclie territorials op het gevaar voor een inval, waaraan Engeland zou blootstaan, en op de onvoldoende sterkte van de Eugeische strijdmacht. „Eens zoo zei hij noemde men ons land een kostbaren steen, rustend in een zilveren zee, een sterkte door de natuur gebouwd. „Wij kunnen ons thans evenwel niet meer veilig achten, al omspoelen de golven van de zee nog als van ouds ons eiland. Wij verkeeren in ge lijke omstandigheden als de vaste landsrijken, wij staan elk oagcnblik bloot aan een inval. „Onze verbeelding toovert ons een akelig spookboeld voor den geest, wij zien in gedachten buitenlandsche v ij anden neerstrijken op onze vrucht bare stranden, wij zien weiden, roo- kende van Engelsch bloed, in stroo men en vvelircht vergeefs vergoten. „Gijlieden zoo sprak hij de vrij willigers toe, die voor het grootste gedeelte zijn gehoor vormden noemt deel aan een greotsche, vader landslievende beweging, die met Gods hulp wil trachten de verwezenlijking van dit visioen te verhinderen. Wij geven ons geenszins over aan ijdel wantrouwen, aan ongemotiveerde vrees. Wij houden niet van den oor log, die een der vreeselijkste rampen is, die de menschJteid kan treffen. Wij begroeten juichend iedere sprank van hoop op arbitrage en luisteren met hartstochtelijke belangstelling naar verklaringen, zooals die, welke on langs afgelegd zijn door den presi dent dei' Vereenigde Staten en onzen staatssecretaris van buitenlarvdsche zaken. Wij verheugen ons, dat al het mo gelijke wordt gedaan tot voorkoming van oorlog, iuuai zijn desondanks van meerling, dat men verstandig handelt door zich gereed te houden tot den strijd. Evenals een ongesloten en ongegrendclde deur den geweton- loozen dief tot insluipen noodt, ver lokken onbeschermde kusten een oor- logzuc-hligen vijand tot een overval." Gelukkig maken niet alle Engel- sclren zich zoo ongerust I De Duitsche regeerders brekcn_zicli het hoofd met 't peinzen, hoe DE GRONDWET-U li AEb TIE VOOR ELZAS LOTHARINGEN opgelost moet wouden. De „Nordd. Allg. Ztg.'de spreek- tnxnpol «Ier regeering, schrijft naar aanleiding van de redevoering, dre de oud-minister Von Koller in net Hee- renhuis over de Grondwet voor het Rijkstand hield „De critiek die Von Koller op de houding der Regeering oefende, zal waarschijnlijk ook wel in den Rijks dag worden besproken. Zijn meen in gen vonden bij liet Elzassische Lands- comité en vooral bij de nationalisti sche elementen bijval, maar of zijn voorstel om de uitwerking van liet grondwetsontwerp aan het Lands- cumilé op te dragen doelmatig zou zijn, is zeer twijfelachtig. Zou de Rijksregeering tot de overtuiging ko men, dat de behandeling der Grond wet voor het Rijksland te lang wordt opgehouden, dan zou zij voor de in voering toch niet den weg kiezen, die bij de inconsequente houding der El- zassiscti-Lotharingsche partijen geen vooruitzicht op spoedige verwezenlij king bieden zou en die bovendien geen waarborg geeft, dat de betrek kingen van het Rijksland tot het Rijk op een voor de belangen van het Rijk bevredigende wijze zouden wor den geregeld. De Rijksregeering moest daarom wel de hervorming zelf ter hand nemen. De tegenstand, dien zij daarbij juist van de conservatie ven ondervindt, bemoeilijkt haar werk in hooge mate, maar zal den Rijkskanselier niet weerhouden met alle beslistheid het ontwerp te hand haven, van welks doelmatigheid en noodzakelijkheid hij voor en na over tuigd is. Het lot van de hervorming hangt, dus a.f van de partijen, die mei j dc regcoring het standpunt innemen, I dat de regeling dezer quaeslie in het. belang is van nel Rijk en van iiet Rijkstand, zonder l'rursen ie benadee len." i iot zoover dit officicuse blad. Uit ulles blijkt duidelijk, dal de be- wonere van Elzas Lotharingen voor- i loopig nog geen grondwet zullen heb- I ben Een tusschentijdscbe VERKIEZING VOOR DEN DU1T- SCHEN RIJKSDAG j was noodig ter vervanging van wij- len Singer, den bekenden leider der i Duitsche socialisten. Tot zijn opvol- ger is gekozen de kussiersbediendi- lJuecliener. sociaal democraat, met i 09,872 van de 73,390 uitgebrachte stemmen; een overweldigende meer derheid. Er wordt iets gemeld over BEN OPSTAND IN SPANJE voorgekomen onder de inwoners van Canillur, een stad in de provincie Ma laga. De oproerigen deden eeu aan val op de kazerne der gendarmen en riepen de republiek uit. Do gendarmen boden tegenweer en bij 't gevecht werden vijf personen ge wond. Heel erg is 't dus blijkbaar niet geweest. Versterkingen van de bur gerwacht zijn evenwel gezonden, om voor de orde te waken. DE OPSTAND IN ALBANIë neemt nog steeds in omvang toe. Er wordt gaducht gevi standelingen hernamen stellingen tot Soeki en Kastrati, sta ken Coplikoe in brand en beletten het aankomen van 400 man Turksche troepen te Sdrebcek. Mon verzekert te Konstantinopel, -dal dc Muzelmausche Albaneezen van Skoetari, aan wie de regeering wa pens huil verstrekt, en die uittrokken om Skoetari te hulp te komen, dooi de opstandelingen verslagen zijn. Zij hebben 90 man aan duoden en gewon den verloren, terwijl 120 manschap pen gevansen werden gemaakt. Turkije is niet tevreden over DE HOLDING VAN MONTENEGRO, inzake den opstand in Albanië. De Porte vroeg aan haar gezanten, om dc aandacht der groote mogend heden te vestigen op het gevaar, dut dreigt door de houding van Montene gro. wijl het ondanks de gegeven ver zekeringen de neutrale houding niet bewaart. Volgens een bericht uit Cettinje heeft de Muutenegrijnsche regeeriug het hospitaal yp Podjoritsa voor de gewonden beschikbaar gesteld, ter wijl elke op Montenegrijnsch gebied gevluchte Albaneesche opstandeling Onze Lachhoek Jonge man. Geloof me, ik ben voor de planken geboren. Schouwburg-directeur. Hm, n bent althans houterig genoeg! A. Ach! Ik geloof, dat ik niet één ware vriend heb. B. Zoo, heb je geprobeerd geld te leenen? Iemand wilde meneer Pong eens in het ootje nemen en vroeg of bij een goede verklaring van het woord „niets" zou kunnen geven. Wel zeker, antwoordde Pong, dat is het ding dat zit in de plaats waar je hersens behoorën te zitten. BRUTAAL. De leden van een firma werden vervolgd wegens zwendelarij. Ze moesten ook in hooger beroep worden vrijgesproken, maar de pre sident van 't Hof voegde hun op scherp-ironischen toon toe: Daar zijn geen voldoende bewij zen om u te vcroordeelen, maar als er personen zijn, die willen weten hoe ik over u denk, dan hoop ik dat gij ze naar mij zult verwijzen. Den volgenden dag las men met groote letters in de verschillende bla den, onderteekend met den naam van de firma: „Wij geven bij deze kennis, do' onze firma finaal is vrijgesproken. „Zijn Hoogedelgrootachthare, pre sident van het Hof is zoo welwil lend ons verlof te verleenen belang stellenden, die inlichtingen omtrent onze firma wenschen, naar Z II.E. te verwijzen." naar het binnenland van Montenegro zal worden gebracht. De Turken heb ben hun eigen hospitalen, zoodat Mon tenegro 't hospitaal feitelijk alleen voor de Albaneezen geopend heeft. Ook het brengen van gevluchte Al baneesche opstandelingen naar het binnenland is een daad van zeer twij felachtig karakter. Die Albaneesche opstandelingen zullen in het binnen huid wel niet gevangen worden gezet, doch vermoedelijk wel evenals de noD- combatfanten worden voortgeholpen. En er zijn op 't oogenblik al 1500 ge vluchte Albaneezen op Montene grijnsch gebied I Ook IN YEMEN BLIJFT T ONRUSTIG, zooals nu weer uit een telegram uit Perim blijkt Daar zijn inboorlingen aangekomen uit het binnenland, die meedeelden, dat 1800 Turkeu nabij Perim in een hinderlaag zijn gevallen en in de pan gehakt- Van drie regi menten zijn slechts vijftien man ont komen. De Turken houden thans al- leen nog Ellaég en Sanaa bezet. 1800 TURKEN IN DE PAN GEHAKT, dat wil nog al wat zeggen, voor een opstand. De Turken hebben wel met moeilijk heden te kampen. Nu ook nog IN PERZIë, waar 't Turksche consulaat te Boeshir door de Perzen is aangevallen De Perzen eiscliten de uitlevering van twee vluchtelingen. Eeu cunsula&ts- amb ten uur en twee Ka wassen werden gedood. De regeering van Perzio zegde i voldoening voor deze beleedigiug toe. FEUILLETON Pi-ins Maurits kwam overeind en wendde zich tot zijn vriend. Ik ben niet koud. John. maar vol komen tot je dienst en verwacht, dat een stevige wandeling ons beiden goed zal doen. Jou vooral, voegde hij er bij met een vroolijk lachje, dat door zijn oogen eenigszins weid gelogen straft. Waarom mij vooral 1 vroeg do hertog. Omdat jij allen aanleg hebt om zwaarlijvig- te worden. Het voortdu rend smullen van je in het vaderland zoozeer geliefd vleesch heeft het be- resultaat, mijn vriend. Dat Ja, ik schijn wel wat in omvang too te nemen, stemde Zijn Hoog heid toe, na een berouwvollen blik op zijn eigen gestalte. Dames houden niet van dikke mannen, ls het wel, Mauri te voegde hij er bezorgd aan toe. De prins kon niet laten te lachen. Ik geloof, dat je je daarover nog niet bezorgd behoeft te maken. Wat dieet houden, geen zoetigheden, bier en bordeaux verbannen en dagelijks minstens een wandeling van een uur, zal denkelijk het verlangde effect wel hebben. Nu nog mooier 1 zei de her tog. Geen bier meer Dat is geen kleinigheid. Het andere kan mij niet veel schelen maar ik zal er toch eens over denken.... Hier, Hector, riep hij tot den bootsjongen van zijn jacht, zet de boot uit, en breng don prins en mij aan wal. Na vijf minuten stonden zij onder aan de trap, die naar de kade leidde. Ik zal om je fluiten, als ik je noodig heb, Hector. Ja, ja, mijnheer, en de boot ging weer naar het jacht terug. De twee vrienden hadden de stnd achter zich gelaten en kwamen op het opetn veld, waar de weg niets was dan een jaagpad langs een van de kanalen, voordat een van beiden meer dan een paar volzinnen gezegd had. Wat zou je er van zeggen, als wij in een van de hotels gingen lun chen des Anglais ie het best, ge loof ik en dan onze kaartjes afga ven bij de familie Mnsgrove stel de de hertog voor, die hiertoe al vast besloten was. Daarna, voegde hij er onverschillig bij, zouden wij een visite kunnen maken Id het pa leis. Ik meen de Koningin gisteren de opmerking te hebben hooren maken, dat Engelschen een beetje nalatig wa ren in het nakomen der vormen; com- prenez vous Ja, ja, zei de prins, met een ondeugende flikkering in zijn oogen. Ik heb altijd al meenen op te mer ken, dat je het paleis en de gezel schappen van Amphalia mijdde als je hier waartmaar natuurlijk, als de Koningin.... een wenk van Hare Ma jesteit is zoo goed als een bevel Ja, dat is het juist, antwoord de de hertog rol ijver, een beetje noo- deloos kleurend in zijn stevigen, ver branden maar toch moeien nek. Natuurlijk wil Ik graag haar wensch opvolgen, begrijp je Volkomen. Ik zou toch in edk ge val vandaag of morgen gegaan zijn. De Koningin vertelde mij, dat zij mij zou verwachten, om mijn opwachting te maken Het zal mij verwonderen of die afschuwelijke prins (hoe heet hij ook weer er is. Ik zeg je, dat ik wel zin zou hebben, dien kerel eens om de ooren te slaan 1 Hij denkt zooveel van zichzelf, en schijnt te verwachten dat iedereen zelfs de Koningin voor hem moet buigen. Maurits werd wat bleeker. De her tog had met zijn eenigszins ruwe rondborstigheid precies gezegd, wat hem bezorgd maakte. Hij kon niet verdragen, dat iemand Helena anders zou beschouwen dan als een ster aan het hooge firmament, onbereikbaar voor gewone menschen. Hij had eene gewaarwording, of daarmee het lief ste, wat in hem was, ontheiligd werd. De Koningin zal wel weten hoe te handelen tegenover personen, die haar niet genoeg eerbied mochten toonen, was echter zijn eenlg ant woord. Dat kan zijn, zei dc hertog met twijfel, maar dat zou mij niet verhinderen om hem later «en goed pak slaag te geven, als ik hom te pak ken kon krijgen. Dan zouden er internationale verwikkelingen volgen, waarde vriend, en oon oorlog tusschen Groot- Brittannië en je goeden vriend den keizer van Gramand zou onvermijde lijk zijn. Dal is het juist, bromde de hertog, die werkelijk jaloerech was tea* wille vaai zijn vriend. Ik ver onderstel, dat de keizer achter dien vent zit, en daarom hangt hij zoo den gebraden haan uit Precies, antwoordde de prins, die in de laatste uren dezelfde over denking een ige malen had gehad. Amphalia is begeerlijk voor den kei zer en de hand der Koningin is de prijs, die er voor betaald moet wor- Hij sprak op een bitteren toon, dien iiij onmogelijk kon onderdruk ken. - Maar toch, riep de hertog uit, als ik de Koningin van Amphalia was, dan zou ik er voor bedanken, hij liet zijn stern dalen, want zij wa ren nu op den terugweg en binnen hei bereik van het gehoor der voor bijgangers ik zou den keizer en den prins en alles wat ei bij behoort bedanken nu en voor altijd, vóórdal ik op die wijze wat met hen te ma ken wou hebben. Ik zou wel eens wil len weten waar liet aruie. kleine Am phalia zou blijven in de klauwen van Ferdinand een spiering in den muil van een kabeljauw is daarbij vergeleken niets. Toon keende hij zich om en fluister de Prins Maurits vertrouwelijk in 't oor, terwijl zij aan den ingang van het hotel stonden Ik zal je eens wat zeggen wij zullen hem den loef afsteken, eens kijken, of wij daartoe niet in staat zijn Op welke vriendschappelijke op merking zijn vriend geen ander ant woord had dan Vergeet het vooral niet, John geen bier, alleen wat bordeaux en geen zoetigheden. Een verwenscliing uitend ging de hertog de stoep van het Hótel des Anglais op, maar of die woorden Prins Alexander van Skiloo, dan wel de aanbevelingen omtrent het dtèel op zoo'n onverwacht oogenblik gol den, was niet heel duidelijk. HOOFDSTUK XIII. Prins Alexander maakt vorderingen. Men kan iets heel begeerlijks nog •p een andere manier veroveren dan door macht. Het is een levens-axioma, dat de man, die heel beslist is in ziin verlangen om iets te krijgen, daarin ook slaagt, terwijl dat zijn minder beslisten en meer scrupuleu- zen tegenstander mislukt. De Prins van Skiloo was heel vastbesloten ten opzichte van de zaak, waarvoor hij naar Durstiorf gekomen was, en hij was stellig niet scrupuleus. Sinds Alexander in de woning van Graaf Kalya was aangekomen, was zijn beschouwing omtrent het wen- schelijke van een huwelijk met. de Koningin van Amphalia, in hooge mate veranderd. Met eenieen tegen zin was hn met deze zaak begonnen, heelemaal niet verlangend om xljn bestaan als vrijgezel of zijn levens wijze te veranderen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5