NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
KONINGIN HELENA
28e Jaargang. No. 8t>29
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG II APRIL 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN AD VERTENTIÊN:
per drie maanden: f' ^y'J Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 «£t 3 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der vgBpyv f^^fvrd Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1.30 /ffjl Advcrtentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 (0.' [Irv J s-%w) 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
Afzonderlijke tramnet» JSH r Redactie en Administratie: Croote Houtstraat 53.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemö.ó/'A p/J-l
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Uitgave deTVennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1348.
Brieven van het 34ste Raadslid
Aan de Kiezers.
Het zal tijd worden, geachte kie
zers, dat gij eens mee helpt zoeken
naar een functionaris, dien wij in
den Raad noodig hebben, ik bedoel
een electro-technisch ingenieur. De
besturen van de kiesvereenigingen
hebben de heele stad al doorgezocht,
maar zonder er een te kunnen vin
dien, die wou, mocht of kon. En wan
neer zc er al een getroffen meenden
te hebben, die waarschijnlijk zou
willen, mogen en kunnen, dan bleek
hij tot hun schrik in Heemstede te
wonen.
Wonderlijk, waarde kiezers, is deze
wereld. Terwijl wij bet er allen over
eens zijn, dat het aantal ingenieurs,
dat uit Delft over Nederland en het
overige deel van de wereld wordt uit
gestort, onrustbarend groot is, schijnt
er onder al die technische boLleboozen
niet één te zijn, dien wij tot lid van
onzen gemeenteraad kunmen maken.
Of staat do zaak juist andersom Zou
het mogelijk kunnen wezen, dat het
groote aantal ingenieurs elk afzon
derlijk noodzaakt tot de grootste
krachtsiiisiKwning, zoodat zij zich de
weelde niet kunnen veroorloven, een
stuk van hun tijd kosteloos beschik
baar te stellen ten nutte van Haar
lem's gemeentebestuur Indien dat
juist is, zal vermeerdering van dat
aantal de kous altijd weer beperkter
maken. Had ik ongelijk met van een
wonderlijke wereld te spreken? Maar
toch, geachte kiezers, wordt het tijd,
dat gij ook eens mee helpt zoeken.
Inderdaad, gij maakt u het ambt van
stadsburger al te gemakkelijk, door
af te wuchten wie de kiesvereenigin
gen voor u uitgezocht hebben en dan
op uw gemak, alsof hot drie taartjes
waren, een roomhoren, een délicieuse
of een Tom Pouce, de aangeboden
candidaten te beschouwen en u af te
vragen „wien zal ik nemen, den
dokter, den mstituteur of den aanne
mer V" Werkzaam aandeel behoort
ge te nemen in het opsporen van een
geschikten electro-technicus tegen
den tijd van de groote periodieke
Raadsverkiezing in den aanstaanden
Intusschen bekommeren wij, leden
van den Raad, ons voorloopig niet
bijzonder over de vacature (het is
eeu feit, dat de man die komt, ons
veel minder belangstelling inboezemt,
dan de man, die er is) cu gaan op
uitnoodiging" van den burgemeester
rustig met vergaderen voort. Zoo
zullen wij morgen beraadslagen over
het voorstel van Mr. Thiol c.s., om
voortaan rondweg en ruiterlijk aan
de belastingschuldigen, dus ook aan
u, geachte kiezers, te vragen wat
hun inkomen is. Tot dusver gebeurde
dat niet. Op liet groote papier vol
vragen, dat we u elk jaar door onzen
ontvanger laten toezenden, wordt u
allerlei gevraagd, dat ons eigenlijk
niet veel schelen kan. Zoo willen we
elk jaar precies weten, hoe uw kin-
dortjes heeten en mevrouw, dingen
die him nut kunnen hebben voor eon
theepraatje, maar ons evenmin in
staat stellen het bedrag van uw jaar-
lijkscli inkomen te bepalen, als de
man in het bekende verhaal den
leeftijd van den kapitein kon vast
stellen uit de lengte van het schip, de
hoogte van den raast en de zeker
heid, dat de kok rood haar had. Al
leen staat er op het einde een
schroomvallige opmerking, die hierop
neerkomtindien u.... neem ons niet
kwalijk, dat we 't durven vragen
soms aanleiding zoudt kunnen vin
den.... houdt ons ten goede.... om op
te geven in welke klasse.... excuseer
de vrijheid die we nemen, maar 't zou
toch mogelijk zijn, niet waarin
welke klasse dus gij meent geplaatst
te moeten worden.... dan bestaat
daarvoor de gelegenheid. Maai- ter
wijl wij u verschooning vragen voor
de vrijheid die wc ons veroorloven....
inderdaad, het geschiedt met de beste
bedoelingen... veroorloven wij ons, u
er op te wijzen, dat er geen enkele
wet in T heelal is, die u daartoe nood
zaakt. Weigert gij.... wij kunnen het.
ons zeer, zéér goed voorstellen.... dan
zullen wij de vrijheid nemen, zelf u te
plaatsen in de klasse, waarin wij
meenen, dat gij behoort.
Natuurlijk zegt de belastingschul
dige doe het zelf!
Mr. Thiel en zijn medestanders
willen nu voortaan, wel te verstaan
als er nog plaats is op het wagen-
biljet, deze woorden laten drukken
„Hoe groot is uw inkomen
Ik vind dat een zaak van eenvou
dige nuchterheid, zoowel als van
nuchteren eenvoud. Waarom zou
iemand, die wil weten hoe oud zijn
buurman is, beginnen inet te vragen
of de man houdt van jam op zijn bo
terham, om daaruit te concludeeren,
dat hij geen kaaskorstjes meer bijten
kan, dus geen flinke tanden meer
bezit, derhalve wel boven de vijftig
zal wezen Recht op den man af
„hoe groot ls uw inkomen „Dat
kan niet", zeggen B. en W., „want
de inenschen weten het zelf niet" Dit
is me niet duidelijk. Volkomen be
grijpelijk lijkt het me, dat Carnegie
en Rockefeller, waaneer de fiscus hun
die vraag doet, ten antwoord geven
„daar moet mijn secretaris eens een
maand aan werken", maar dat een
bescheiden Haarlems ch burger in
doorsnee niet weten zou, hoe groot
zijn Inkomen is, wil er bij mij niet in.
Ik zou zeggen d i e b 1 u f t. En als
het soms hapert aan de administra
tie, de heer des huizes aan opschrij
ven van inkomsten en uitgaven niet
doet, maar alles betaalt uit de geldla:
den schoenmaker, de belasting, de
rekening van den dokter voor Mien-
tje's zeere oogje, den banketbakker,
de huishuur, de waterleiding, de ruit
die Willem (de rakker) kapot heeft
gegooid bij den slager op den hoek,
het schoolgeld, de gasrekening, den
bleeker en nog dertig andere dingen
meer dan kan hij hulp noodig heb
ben bij het opmaken van zijn inko
men, maar dan ging het tol nu toe
zonder hulp evenmin. Ik wil maar
zeggen, waarde kiezers, dat wanneer
het voorstel van collega Thiel aange
nomen wordt, de menschen die de
maat van hun inkomen wèl kennen,
uitgenoodigd worden, beleefd maar
dringend, om die maar eens op te
geven, wat al zóóveel gewonnen is.
Eén ding is wel zeker, dat wij
voortdurend meer van u, geachte kie
zers, willen weten. Legt gc electrisch
licht aan, dan vragen we u al dade
lijk hoeveel denkt ge in een jaar te
gebruiken 1 Wenscht ge duinwater,
dan is hetwelk contract wenscht ge
te sluiten En met een „ik weet het
nog niet" laten wij ons niet afsche
pen Wilt gij bouwen of verbouwen,
dan verlangen wij zelfs teekeningen
en beschrijvingen in triplo. Kortom,
wij informeeren, interrogeeren, exa-
mineeren u, geachte kiezers, voort
durend zóó, dat ik wel eens tot mijn
oollega-Raadsbroeders heb gezegd
„weest toch voorzichtig, overdrijft
het niet, want straks worden de kie
zers balsturig en zeggen „gij Raads
leden, met uw verordeningen en voor
schriften, waar zijn uwe papieren,
uwe diploma's en bewijzen van be
kwaamheid als Raadslid
Dan staan we met den mond vol
tanden, omdat je tegenwoordig voor
alles examen kunt doen, alleen voor
lid van don gemeenteraad niet. Als
gij, geachte kiezers, ons zoudt vra
gen „met welk recht zit gij op dien
Raodsstoel dan zouden we alleen
kunnen antwoorden „wij zijn de
rechte mannen op de rechte plaatsen,
de voorzitters van de kiesvereenigin
gen hebben het zelf gezeid 1" En wan
neer gij, kiezers, voortgingt met vra
gen - „wat weet gij af van gemeente
wetten, van gemeentebeheer, van his
torische ontwikkeling der gemeen
ten dan zouden de nieesten van ons
alleen kunnen antwoorden „wij zijn
de mannen met heldere hoofden, die
een warm hart hebben voor de belan
gen der gemeente, je kunt het in de
advertenties lezen 1"
Een examinator van mijn kennis
heeft eens gedroomd, dat zijn exami
nandi hem gingen examineeren
„zooiéts vreoselijks", vertelde hij mij,
„hoop ik nooit weer te beleven." De
man rilde er nog van. Een dergelijke
gewaarwording overvalt mij, als ik
bedenk, dat gij, kiezers, aan wie wij
steeds meer vragen, nu ook ons eens
gaat ondervragen, een examen
brxr... instelt voor candidaat-gemeen-
terandsleden.... de pen valt me uit
de hand, ik groet u allen zeer
HET 34STE RAADSLID.
Voor kopie conform
j. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Een deel der Engelscheu is onge
rust, vreest namelijk
EEN INVAL IN ENGELAND.
Nog pas bleek dit bij het Hooger-
huis-debat.
Lord Roberts heeft in zijn be
moei ingen tot versterking der Engel-
sc.be weermacht steun geyonden van
een zijde, van welke hij ze vermoede
lijk niet had verwacht.
Zondagochtend wees namelijk de
bisschop van Li vei pool in zijn preek
voor de Liverpoolsclie territorials op
het gevaar voor een inval, waaraan
Engeland zou blootstaan, en op de
onvoldoende sterkte van de Eugeische
strijdmacht.
„Eens zoo zei hij noemde men
ons land een kostbaren steen, rustend
in een zilveren zee, een sterkte door
de natuur gebouwd.
„Wij kunnen ons thans evenwel
niet meer veilig achten, al omspoelen
de golven van de zee nog als van
ouds ons eiland. Wij verkeeren in ge
lijke omstandigheden als de vaste
landsrijken, wij staan elk oagcnblik
bloot aan een inval.
„Onze verbeelding toovert ons een
akelig spookboeld voor den geest, wij
zien in gedachten buitenlandsche v ij
anden neerstrijken op onze vrucht
bare stranden, wij zien weiden, roo-
kende van Engelsch bloed, in stroo
men en vvelircht vergeefs vergoten.
„Gijlieden zoo sprak hij de vrij
willigers toe, die voor het grootste
gedeelte zijn gehoor vormden
noemt deel aan een greotsche, vader
landslievende beweging, die met Gods
hulp wil trachten de verwezenlijking
van dit visioen te verhinderen. Wij
geven ons geenszins over aan ijdel
wantrouwen, aan ongemotiveerde
vrees. Wij houden niet van den oor
log, die een der vreeselijkste rampen
is, die de menschJteid kan treffen. Wij
begroeten juichend iedere sprank van
hoop op arbitrage en luisteren met
hartstochtelijke belangstelling naar
verklaringen, zooals die, welke on
langs afgelegd zijn door den presi
dent dei' Vereenigde Staten en onzen
staatssecretaris van buitenlarvdsche
zaken.
Wij verheugen ons, dat al het mo
gelijke wordt gedaan tot voorkoming
van oorlog, iuuai zijn desondanks
van meerling, dat men verstandig
handelt door zich gereed te houden
tot den strijd. Evenals een ongesloten
en ongegrendclde deur den geweton-
loozen dief tot insluipen noodt, ver
lokken onbeschermde kusten een oor-
logzuc-hligen vijand tot een overval."
Gelukkig maken niet alle Engel-
sclren zich zoo ongerust I
De Duitsche regeerders brekcn_zicli
het hoofd met 't peinzen, hoe
DE GRONDWET-U li AEb TIE VOOR
ELZAS LOTHARINGEN
opgelost moet wouden.
De „Nordd. Allg. Ztg.'de spreek-
tnxnpol «Ier regeering, schrijft naar
aanleiding van de redevoering, dre de
oud-minister Von Koller in net Hee-
renhuis over de Grondwet voor het
Rijkstand hield
„De critiek die Von Koller op de
houding der Regeering oefende, zal
waarschijnlijk ook wel in den Rijks
dag worden besproken. Zijn meen in
gen vonden bij liet Elzassische Lands-
comité en vooral bij de nationalisti
sche elementen bijval, maar of zijn
voorstel om de uitwerking van liet
grondwetsontwerp aan het Lands-
cumilé op te dragen doelmatig zou
zijn, is zeer twijfelachtig. Zou de
Rijksregeering tot de overtuiging ko
men, dat de behandeling der Grond
wet voor het Rijksland te lang wordt
opgehouden, dan zou zij voor de in
voering toch niet den weg kiezen, die
bij de inconsequente houding der El-
zassiscti-Lotharingsche partijen geen
vooruitzicht op spoedige verwezenlij
king bieden zou en die bovendien
geen waarborg geeft, dat de betrek
kingen van het Rijksland tot het
Rijk op een voor de belangen van het
Rijk bevredigende wijze zouden wor
den geregeld. De Rijksregeering
moest daarom wel de hervorming zelf
ter hand nemen. De tegenstand, dien
zij daarbij juist van de conservatie
ven ondervindt, bemoeilijkt haar
werk in hooge mate, maar zal den
Rijkskanselier niet weerhouden met
alle beslistheid het ontwerp te hand
haven, van welks doelmatigheid en
noodzakelijkheid hij voor en na over
tuigd is. Het lot van de hervorming
hangt, dus a.f van de partijen, die mei
j dc regcoring het standpunt innemen,
I dat de regeling dezer quaeslie in het.
belang is van nel Rijk en van iiet
Rijkstand, zonder l'rursen ie benadee
len."
i iot zoover dit officicuse blad.
Uit ulles blijkt duidelijk, dal de be-
wonere van Elzas Lotharingen voor-
i loopig nog geen grondwet zullen heb-
I ben
Een tusschentijdscbe
VERKIEZING VOOR DEN DU1T-
SCHEN RIJKSDAG
j was noodig ter vervanging van wij-
len Singer, den bekenden leider der
i Duitsche socialisten. Tot zijn opvol-
ger is gekozen de kussiersbediendi-
lJuecliener. sociaal democraat, met
i 09,872 van de 73,390 uitgebrachte
stemmen; een overweldigende meer
derheid.
Er wordt iets gemeld over
BEN OPSTAND IN SPANJE
voorgekomen onder de inwoners van
Canillur, een stad in de provincie Ma
laga. De oproerigen deden eeu aan
val op de kazerne der gendarmen en
riepen de republiek uit.
Do gendarmen boden tegenweer en
bij 't gevecht werden vijf personen ge
wond. Heel erg is 't dus blijkbaar niet
geweest. Versterkingen van de bur
gerwacht zijn evenwel gezonden, om
voor de orde te waken.
DE OPSTAND IN ALBANIë
neemt nog steeds in omvang toe.
Er wordt gaducht gevi
standelingen hernamen
stellingen tot Soeki en Kastrati, sta
ken Coplikoe in brand en beletten het
aankomen van 400 man Turksche
troepen te Sdrebcek.
Mon verzekert te Konstantinopel,
-dal dc Muzelmausche Albaneezen van
Skoetari, aan wie de regeering wa
pens huil verstrekt, en die uittrokken
om Skoetari te hulp te komen, dooi
de opstandelingen verslagen zijn. Zij
hebben 90 man aan duoden en gewon
den verloren, terwijl 120 manschap
pen gevansen werden gemaakt.
Turkije is niet tevreden over
DE HOLDING VAN MONTENEGRO,
inzake den opstand in Albanië.
De Porte vroeg aan haar gezanten,
om dc aandacht der groote mogend
heden te vestigen op het gevaar, dut
dreigt door de houding van Montene
gro. wijl het ondanks de gegeven ver
zekeringen de neutrale houding niet
bewaart.
Volgens een bericht uit Cettinje
heeft de Muutenegrijnsche regeeriug
het hospitaal yp Podjoritsa voor de
gewonden beschikbaar gesteld, ter
wijl elke op Montenegrijnsch gebied
gevluchte Albaneesche opstandeling
Onze Lachhoek
Jonge man. Geloof me, ik ben
voor de planken geboren.
Schouwburg-directeur. Hm, n
bent althans houterig genoeg!
A. Ach! Ik geloof, dat ik niet
één ware vriend heb.
B. Zoo, heb je geprobeerd geld
te leenen?
Iemand wilde meneer Pong eens
in het ootje nemen en vroeg of bij
een goede verklaring van het woord
„niets" zou kunnen geven.
Wel zeker, antwoordde Pong,
dat is het ding dat zit in de plaats
waar je hersens behoorën te zitten.
BRUTAAL.
De leden van een firma werden
vervolgd wegens zwendelarij.
Ze moesten ook in hooger beroep
worden vrijgesproken, maar de pre
sident van 't Hof voegde hun op
scherp-ironischen toon toe:
Daar zijn geen voldoende bewij
zen om u te vcroordeelen, maar als
er personen zijn, die willen weten
hoe ik over u denk, dan hoop ik dat
gij ze naar mij zult verwijzen.
Den volgenden dag las men met
groote letters in de verschillende bla
den, onderteekend met den naam van
de firma:
„Wij geven bij deze kennis, do'
onze firma finaal is vrijgesproken.
„Zijn Hoogedelgrootachthare, pre
sident van het Hof is zoo welwil
lend ons verlof te verleenen belang
stellenden, die inlichtingen omtrent
onze firma wenschen, naar Z II.E. te
verwijzen."
naar het binnenland van Montenegro
zal worden gebracht. De Turken heb
ben hun eigen hospitalen, zoodat Mon
tenegro 't hospitaal feitelijk alleen
voor de Albaneezen geopend heeft.
Ook het brengen van gevluchte Al
baneesche opstandelingen naar het
binnenland is een daad van zeer twij
felachtig karakter. Die Albaneesche
opstandelingen zullen in het binnen
huid wel niet gevangen worden gezet,
doch vermoedelijk wel evenals de noD-
combatfanten worden voortgeholpen.
En er zijn op 't oogenblik al 1500 ge
vluchte Albaneezen op Montene
grijnsch gebied I
Ook
IN YEMEN BLIJFT T ONRUSTIG,
zooals nu weer uit een telegram uit
Perim blijkt Daar zijn inboorlingen
aangekomen uit het binnenland, die
meedeelden, dat 1800 Turkeu nabij
Perim in een hinderlaag zijn gevallen
en in de pan gehakt- Van drie regi
menten zijn slechts vijftien man ont
komen. De Turken houden thans al-
leen nog Ellaég en Sanaa bezet.
1800 TURKEN IN DE PAN GEHAKT,
dat wil nog al wat zeggen, voor een
opstand.
De Turken hebben wel met moeilijk
heden te kampen. Nu ook nog
IN PERZIë,
waar 't Turksche consulaat te Boeshir
door de Perzen is aangevallen De
Perzen eiscliten de uitlevering van
twee vluchtelingen. Eeu cunsula&ts-
amb ten uur en twee Ka wassen werden
gedood. De regeering van Perzio zegde
i voldoening voor deze beleedigiug toe.
FEUILLETON
Pi-ins Maurits kwam overeind en
wendde zich tot zijn vriend.
Ik ben niet koud. John. maar vol
komen tot je dienst en verwacht, dat
een stevige wandeling ons beiden
goed zal doen. Jou vooral, voegde hij
er bij met een vroolijk lachje, dat door
zijn oogen eenigszins weid gelogen
straft.
Waarom mij vooral 1 vroeg do
hertog.
Omdat jij allen aanleg hebt om
zwaarlijvig- te worden. Het voortdu
rend smullen van je in het vaderland
zoozeer geliefd vleesch heeft het be-
resultaat, mijn vriend. Dat
Ja, ik schijn wel wat in omvang
too te nemen, stemde Zijn Hoog
heid toe, na een berouwvollen blik op
zijn eigen gestalte. Dames houden
niet van dikke mannen, ls het wel,
Mauri te voegde hij er bezorgd
aan toe.
De prins kon niet laten te lachen.
Ik geloof, dat je je daarover nog
niet bezorgd behoeft te maken. Wat
dieet houden, geen zoetigheden, bier
en bordeaux verbannen en dagelijks
minstens een wandeling van een uur,
zal denkelijk het verlangde effect
wel hebben.
Nu nog mooier 1 zei de her
tog. Geen bier meer Dat is geen
kleinigheid. Het andere kan mij niet
veel schelen maar ik zal er toch eens
over denken.... Hier, Hector, riep
hij tot den bootsjongen van zijn jacht,
zet de boot uit, en breng don prins
en mij aan wal.
Na vijf minuten stonden zij onder
aan de trap, die naar de kade leidde.
Ik zal om je fluiten, als ik je
noodig heb, Hector.
Ja, ja, mijnheer, en de boot
ging weer naar het jacht terug.
De twee vrienden hadden de stnd
achter zich gelaten en kwamen op
het opetn veld, waar de weg niets was
dan een jaagpad langs een van de
kanalen, voordat een van beiden
meer dan een paar volzinnen gezegd
had.
Wat zou je er van zeggen, als
wij in een van de hotels gingen lun
chen des Anglais ie het best, ge
loof ik en dan onze kaartjes afga
ven bij de familie Mnsgrove stel
de de hertog voor, die hiertoe al vast
besloten was. Daarna, voegde
hij er onverschillig bij, zouden wij
een visite kunnen maken Id het pa
leis. Ik meen de Koningin gisteren de
opmerking te hebben hooren maken,
dat Engelschen een beetje nalatig wa
ren in het nakomen der vormen; com-
prenez vous
Ja, ja, zei de prins, met een
ondeugende flikkering in zijn oogen.
Ik heb altijd al meenen op te mer
ken, dat je het paleis en de gezel
schappen van Amphalia mijdde als je
hier waartmaar natuurlijk, als de
Koningin.... een wenk van Hare Ma
jesteit is zoo goed als een bevel
Ja, dat is het juist, antwoord
de de hertog rol ijver, een beetje noo-
deloos kleurend in zijn stevigen, ver
branden maar toch moeien nek.
Natuurlijk wil Ik graag haar wensch
opvolgen, begrijp je
Volkomen. Ik zou toch in edk ge
val vandaag of morgen gegaan zijn.
De Koningin vertelde mij, dat zij mij
zou verwachten, om mijn opwachting
te maken
Het zal mij verwonderen of die
afschuwelijke prins (hoe heet hij ook
weer er is. Ik zeg je, dat ik wel zin
zou hebben, dien kerel eens om de
ooren te slaan 1 Hij denkt zooveel van
zichzelf, en schijnt te verwachten dat
iedereen zelfs de Koningin voor
hem moet buigen.
Maurits werd wat bleeker. De her
tog had met zijn eenigszins ruwe
rondborstigheid precies gezegd, wat
hem bezorgd maakte. Hij kon niet
verdragen, dat iemand Helena anders
zou beschouwen dan als een ster aan
het hooge firmament, onbereikbaar
voor gewone menschen. Hij had eene
gewaarwording, of daarmee het lief
ste, wat in hem was, ontheiligd
werd.
De Koningin zal wel weten hoe
te handelen tegenover personen, die
haar niet genoeg eerbied mochten
toonen, was echter zijn eenlg ant
woord.
Dat kan zijn, zei dc hertog
met twijfel, maar dat zou mij niet
verhinderen om hem later «en goed
pak slaag te geven, als ik hom te pak
ken kon krijgen.
Dan zouden er internationale
verwikkelingen volgen, waarde
vriend, en oon oorlog tusschen Groot-
Brittannië en je goeden vriend den
keizer van Gramand zou onvermijde
lijk zijn.
Dal is het juist, bromde de
hertog, die werkelijk jaloerech was
tea* wille vaai zijn vriend. Ik ver
onderstel, dat de keizer achter dien
vent zit, en daarom hangt hij zoo den
gebraden haan uit
Precies, antwoordde de prins,
die in de laatste uren dezelfde over
denking een ige malen had gehad.
Amphalia is begeerlijk voor den kei
zer en de hand der Koningin is de
prijs, die er voor betaald moet wor-
Hij sprak op een bitteren toon,
dien iiij onmogelijk kon onderdruk
ken.
- Maar toch, riep de hertog uit,
als ik de Koningin van Amphalia
was, dan zou ik er voor bedanken,
hij liet zijn stern dalen, want zij wa
ren nu op den terugweg en binnen
hei bereik van het gehoor der voor
bijgangers ik zou den keizer en
den prins en alles wat ei bij behoort
bedanken nu en voor altijd, vóórdal
ik op die wijze wat met hen te ma
ken wou hebben. Ik zou wel eens wil
len weten waar liet aruie. kleine Am
phalia zou blijven in de klauwen van
Ferdinand een spiering in den
muil van een kabeljauw is daarbij
vergeleken niets.
Toon keende hij zich om en fluister
de Prins Maurits vertrouwelijk in 't
oor, terwijl zij aan den ingang van
het hotel stonden
Ik zal je eens wat zeggen wij
zullen hem den loef afsteken, eens
kijken, of wij daartoe niet in staat
zijn
Op welke vriendschappelijke op
merking zijn vriend geen ander ant
woord had dan
Vergeet het vooral niet, John
geen bier, alleen wat bordeaux en
geen zoetigheden.
Een verwenscliing uitend ging de
hertog de stoep van het Hótel des
Anglais op, maar of die woorden
Prins Alexander van Skiloo, dan wel
de aanbevelingen omtrent het dtèel
op zoo'n onverwacht oogenblik gol
den, was niet heel duidelijk.
HOOFDSTUK XIII.
Prins Alexander maakt
vorderingen.
Men kan iets heel begeerlijks nog
•p een andere manier veroveren dan
door macht. Het is een levens-axioma,
dat de man, die heel beslist is in
ziin verlangen om iets te krijgen,
daarin ook slaagt, terwijl dat zijn
minder beslisten en meer scrupuleu-
zen tegenstander mislukt. De Prins
van Skiloo was heel vastbesloten ten
opzichte van de zaak, waarvoor hij
naar Durstiorf gekomen was, en hij
was stellig niet scrupuleus.
Sinds Alexander in de woning van
Graaf Kalya was aangekomen, was
zijn beschouwing omtrent het wen-
schelijke van een huwelijk met. de
Koningin van Amphalia, in hooge
mate veranderd. Met eenieen tegen
zin was hn met deze zaak begonnen,
heelemaal niet verlangend om xljn
bestaan als vrijgezel of zijn levens
wijze te veranderen.
(Wordt vervolgd).