m m w 9: m* a m B M te zijn gewone bedaardheid terugkreeg. As-ie in de eerste dagen de bel hoor de. schrok-ie op, vooral het brute on derhoud inet dien Droplak hadden z'n zenuwen ontzet Een paar maanden later kocht-ie met «en kennis samen, met wien hij dikwijls reisde, een auto. Ze reden veel uit en een van de pleizierigsto tochtjes was naar de vliegdemonstra- ties van Olieslagers te Nijmegen. De jolige drukte om hem heen en de copieuse lunch van dien middag brachten hem in een opgewekte vroo Ujkheid. De demonstratie was zoo goed als afgeloopen. Zijn vriend en hij zouden naar lniis rijden hij chauffeurde. En vóór het vertrek groette-ie luidruchtig een kennis uit zijn gemeente, die-ie in oen rijtuig zag stappen, en ook zag-io, terwijl-Se de auto aanzette, 'n ander stadgenoot met twee dames, een, dien hij indertijd voor schuld had vervolgd. Het zoemen van zijn machine be lette niet, dat-ie zijn stadgenoot aan de d n mes hoorde zeggen Dat dat is Tog die p&tseT, die kan wol auto-rijen, die heeft do hcole nalatenschap van z'n huishoud ster gegapt liet stuurrad schokte in z'n handen, de auto zigzagde, ais zonder leiding, vooruit, overreed bijna een paarmen- eciien G. VAN DER WALD. CP- N. en H. CL) De Erfenit. Naar bet Engelsch. De groote, behaaglijk ingerichte ka mer werd slechts door den gloed van den open haard verlicht. Zij zat op hel lage stoeltje met de handen om de knieën geslagen, het bleeke ge zichtje nog bleeker door de rouwklee- iing. en liet de oogen peinzend op do flikkerende vlammen rusten. Naast haar. een wemrg naar ach teren, stond eon stoel, op welks leu ning hij de armen liet ruston, terwijl zijn kin op de gevouwen handen lag ook zijn gelaat liad een ernstigen, peiuzonden trek. Reiden waren ouge- t oer even oud, tusschen vijf-eu twmtig ïn dertig. Door de zware voorhangen drong liet gedruisch van het leven der we reldstad slechts gedempt in het stille vertrek. Ik kan mij de geheele scène dui delijk voorstellen. Aldus brak hij ein delijk het langdurige stilzwijgen af. Ja, zei ze en knikte met liet hoofd zonder de oogen van de knetterende vlammen af te wenden. Je kent im mers de drie broers van mijn moeder voldoende, om mijn verontwaardi ging te begrijpen. Tante Mime ook, dio alleen over de zaak van haar man en over de slechte tijden wist te spre ken, terwijl in het aangrenzend ver trek het li ik van haar broer lag. Ar me oom Heiner Iiij was de eenige van de broers en zusters, die behalve een fijn gevoel ook tact bezat en wiens levensgeluk niet alleen in het begeo- rige samenschrapen van heel veel geld bestond. Ik sprak heel gaarne met hem, wanneer hij oude boeken uitzocht, waarbij ik geregeld ook oen van zijn zeldzame staalgravures in mijn bezit kreeg. Het was een zoo eigenaardig ouderwetsch vertrek, waarin de plan ken tot aan do zoldering toe met boe ken gevuld waren. Hij was zeer gehecht aan het oude huis, aan de boeken, te midden waarvan hij leefde, aan de mcnschcn, die in zijn schatten omsnuffelden, aan den dageli i kschen omgang niet weten schappelijk gevormde mannen en vrouwen ken je zijn levensgeschie denis eigenlijk wel. Hans Slechts voor het kleinste deel mij frappeerde dikwijls het kolossale onderscheid, dat er tusschen hem en zijn broers en zuster bestond. Mijn moeder heeft mij. voor ze stierf, heel wat toevertrouwd. Zij was de jongste van al de broers en zus ters en toch de eerste, die heen moest gaan Oom Heiner beproefde door lessen te geven de middelen bijeen te krijgen om zich verder te ontwikkelen. Hij kon niet besluiten koopman te wurden, zooals zijn broers hadden ge daan, en het deed hem zeer leed, dat zijn oudste zuster trouwde met den eigenaar van de grootste zaak iu kolo niale waren, een ruw, lomp man, die echter geluk had. Alleen moeder en lic-mer streefden naar iets coolers. Mijn moeder was immers tot aan haar huwelijk onderwijzeres, zooals ik het thans ook beu. Doch naar ik hoop nog slechts voor korten tijd. viel de jonge man tiaar met een vriendelijken lach in de rede, terwijl hij zacht zijn hand op haar schouder legde. Och, lieve Aan mij dacht ik niet. maar aan de oude tijden, waar van lk je vertellen wilde. Dus. oom Ileiner wilde studeeren, maar geen zijner broeders dacht er aan, hem te helpen, die zoo ingespannen werkte, tot zijn gezondheid hem eindelijk be gaf. Maandenlang lag hij gevaarlijk ziek in het hospitaaltoen lnj ontsla gen werd. gaf do chef-arts hem den ïuad voor een of twee jaar naai- een heel droog land te gaan. b.v. n Arizona of Egypte. Raad geven was gemakkelijk, maar dien raad in toe passing brengen ging met veel moei lijkheden gepaard. Heiner had geen middelen, zijn ouders waren gestor- Maar de broers en zuster Zo waren eerder een hinderpaal) want ze weerhielden degenen, die gaarne geholpen zouden hebben. Mijn moeder smeekte haar drie broers voor den vierden, maar geen van hen had naar hij zei. ook maar een dollar te missen tante Marie verloor tegenover haar man geen woord over de zaak, maar schreef haar broer kort voor zijn ontslfig uit het ziekenhuis, dat een verandering van klimaat in zijn geval even weinig zou helpen als bij een jong meisje, hetwelk ze gekend had, dut ook naar een hadplaats in het Zuiden reisde en toch slechts naar huis kwam om er te sterven. Dat was heel liefderijk en bemoe digend voor een ziek man, dal moet ik 2eggen. Vorder gaf zo hem den raad om zich maar onvermijdelijk te schikken. Mooie zuster Mijr moeder, die dezen brief in huilden kreeg, lieoft haar zuster Ma rie haar harteloos gedrag nooit ver geven en beperkte van dat oogenblik af den omgang met haar tot het aller- noodzakel kste. Intusschen had de chcf-nrts het treurige geval aan zijn vriend Bessel verteld, en deze was het. die mijn oom voor twee jaar naar Ari- /.i na zond on later den gonezene na diens tem 'koer oen betrekking in zijn zaak gaf. Door rusteloozo vlijt en groo- to toewijding klom oom van sport tot sport, tot hij deelgenoot en ten slotte eenige eigenaar der firma was. I.eeft mender Bessel nog Jn, want de lieve oude heer kwam van zijn landgoed in Florida naar hier om zijn overleden vriend de laat ste eer te bewijzen. Daarom zal het je r.iet verbazen, als ik je zeg, dat me-; r.por Bessol ook executeur-testamen tair is en dat overeenkomstig den wcnsch van den overledene alle bloed verwanten op den dag voor de begra fenis samengeroepen werden. Zoo kwam het dat ik mijn drie ooms en tante Marie met haar man in de woon kamer van 00111 Hoiners huis bijeen vond. Was je oom een rijk man vroeg Hans belangstellend Rijk in de eigenlijke beteckenis van het woord zeker niet, maar hij liet toch een klein kapitaal na. Toen we allen bijeen waren, lus meneer Bessel liet testament voor ieder van de broers kreeg duizend dollars, eveuzuo tante Mane en ik. het kind van zijn jongste zuster. Wil je daarmee zoggen, dat hij zijn broers en zusters hun verachtelij ke handelwijze vergaf en aan de vrouw zonder hart. die hem den brief schreef, ook nog geld naliet Oom Heiner had een edel karak ter en toonde, dat hij wilde vergeten, wat men hem kwaad had gedaan. Het overschot van het kapitaal liet hij na aan het hospitaal voor ongeneeslijke zieken. Hoe groot zou die rest zijn Dezelfde \ruag «loed oom Edgar, waarop meneer Bessel antwoorode, dat dit pus na verkoop van de zaak vastgesteld kon worden. Oom Job i spotte over zijn aandeel en meoude, dat het nauwelijks waard was zich daarvoor nat te laten regenen daar op begonnen allen vermoedens uit te spreken, waarom er wel zulk een voor waarde aan de erfenis verbonden mocht zijn. llans werd nieuwsgierig en vroeg van welken aard <lie voorwaarde w as. Niemand van de familie mag de begrafenis bijwonenwie het toch doet, verliest zijn erfdeel. /ie. liefste, deze clausule is meesterlijk gedacht je oom wilde geen schijndroefheid bij zijn graf hebben. Maar mijn erfenis Ls aan dezelfde voorwaarde onderworpen, zei bet jon- 2c meisje, terwijl ze baar verloofde recht aankeek, en oom en ik waren i ultijd de beste vrienden. i ik kan het echter niet vriend schappelijk noemen, dat hij jou in de zelfde categorie plaatst als degenen, die hein zoo harteloos behandelden. Je moogt niet zoo strong ooi-dee- len. luidde hot ernstige antwoord. Laat zulke gedachten over aan hen, die liet sterfhuis verlieten, terwijl ze druk bezig waren over de erfenis te disputeeren. Het was schandelijk schandelijk Nooit zal ik het vergeten En zo schudde zich van afschuw. Het is precies wat voor dien er- barmelijken troep, zouden ze morgen toch nog meegaan Jk geloof het haast niet. Goed beschouwd is het ook doel loos zich driftig te maken over een ♦estmnents-clausule, die toch niet ver anderd kan worden, zei Hons schou derophalend. Duizend dollar is geen groote som, maar 't is toch in elk geval iets. Teleurstelling en droefheid stonden, op het gehaat der jonge dame te lezen, I die haar verloofde v oortdurend bleef j aankijken, maar deze bemerkte het niet een eigenaardige onrust had zich plotseling van hem meester ge maakt. H" liep eenige keeren haastig in de kamer heen en weer, wierp, voor den haard staande, eenige houtblok ken op den gloed en keek peinzend in de opflikkerende vlammen. llel beteekeut voel voor ons, liev e Nettie, zei hij eindelijk. Je behoeft nu geen onderwijs moer te geven en we kunnen uu al trouwen. 't Is nu geen tijd om over derge lijke zaken te spreken, zei ze. zich met moeite beheerschende. Nog maar wei nige uren celeden stond ik aan het sterfbed van mijn oom. nadat de de anderen het huis hadden verlaten ik zal den goeden, ouden man niet spoedig vergeten. Ga nu lieen. Hans ik zou vanavond gaarne alleen willen zijn. Hij werd verlegen, toen hij haar verwijtenden blik bemerkte, en zei aarzelend Vergeef me. ik dacht er niet aan hoe nauw de betrekking tusschen jou en den ouden man was ik wilde ja niet krenken dat weet je toch im mers wel. schat Ga nu heen, och toe, ga heen. Zo stak hem een kleine, bevende hand toe zwijgend duldde zo zijn af scheidskus. toen ging hij weg, de duisternis in, en zij bleef alleen mot haar droefheid om den doode. In haar rouw mengde zich oen voorgevoel, dat haar oen verlies dreigde, hetwelk nog veel zwaarder te dragen zou zijn. Den volgenden avond was Hans Normann precies om zes uur in de woning zijner verloofde. De pension houdster had hem in de gezellige woonkamer gebracht, het eloctrische licht opgedraaid en een flink blok in den muil van den grooten haard ge worpen. De wind dreef don regen, die al dagen achtereen onophoudelijk neerviel, kletterend tegen de venster ruiten. Rusteloos wandelde hij heen on weer en de minuten schenen hem uren te worden. Eindelijk hoorde hij de bei van do huiedeur rinkelen en eenige minuten later betrad Nettie de kamer. Haar wangen waren door haar tocht in het slechte weer friscb rood geworden. Ze reikte hem de hand, maar ontweek een omarming en ging op haar- plaats je bij den haaid zitten. Waar bleef je toch zoo lang? vroeg hij. Kun je het niet denken? was de wedervraag. Plotseling bemerkte hij, dat ze ge heel 111 't zwart gekleed was en op het punt stond om haar zwarte glacé handschoenen uit te trekken. Nettie! je bent toch niet bij do begrafenis geweest? vroeg hij met be vende stem. Toch wel, Hans, ik ging naar het kerkhof om mijn armen oom het laat ste geleide te geven, zei ze bedaard. Welk een onbezonnenheid! repli ceerde hij op bitteren toon. Toen ik je niet thuis trof, had ik haast zoo iets moeten denken. Je hebt hel ge zonde menschen versta nd aan een be lachelijke sentimentaliteit opgeofferd, je hebt met opzet jou erfenis wegge worpen. Doodelijk bleek wees Nettie op een stoeL Ga daar eens zitten, Hans, en luister naar mij. Ik weet, dat ik vrij willig afstand <le>ed van mijn erfenis door deze daad, waarover ik gister avond, nadat je mij hudt verlaten, rijpelijk heb nagedacht. Mociit ik den oiwlen man, die mijn moeder en mij steeds liefderijk met raad ter zijde heeft gestaan, zonder geleide naar zijn laatste rustplaats laten brengen! Had je werkelijk om het ellendige geld zulk een harteloosheid van mij verwacht? Ilij zelf heeft het immers zoo ge wild, zei Hans knorrig. Van de ande ren was er zeker geen enkele geko men die stellen hun erfenis niet in de waagschaal. lk wist, dat die vier zich door de voorwaarde zouden laten weerhouden om op het kerkhof te verschijnen, maar dit kon mij slechts in mijn voor nemen versterken. Aan mij heb je niet gedacht, ook niet aan onze toekomst. Je weet, hoe ik moet worstelen oin een zelfstandig»? positie te krijgen; je weet, hoe mij de weg tot mijn beroep afgesloten bleef, omdat het mij aan kapitaal mankeert; je weet ook, dat ik met die duizend dollar bij advocaat Kingston als jongste deelgenoot in de zaak had kunnen komen. Ik besprak de aan gelegenheid dezen middag met hem; hij keurde mijn voorstellen volkomen goed en nu heb jij mijn vooruitzicn- ten vernietigd. In zijn opgewondenheid w dat ik me voor je "rechtvaardig. Vaar wel 1 7,ij maakte geen beweging en sprak geen woord om hem terug te houden. Toen hij weg was gegaan, toen 't gedruisch van de dichtvallende huis deur haar oor bereikte, stond ze op, draaide het licht af en hurkte op het kleedje voor den open haar neer. Zoo bleef ze langen tijd onbeweeglijk zit ten, terwijl ze haar besluit en de ge volgen daarvan voor haar geheele le ven nauwkeurig overwoog. Het vuur was bijna uit, dé kamer bijna geheel in duister gehuld. Ein delijk bewoog ze zich, en, zich half oprichtend, tastte haar hand naar den verlovingsring, dien Hans op de tafel had laten liggen. Toen zij zich over het vuur boog om het versmade sieraad te beschouwen, schitterde het haar tegemoet, maat helderder nog glansde de straal der liefde, die uit haar oogen schoot, toen zij den ring weer aan den vinger schoof zij wist, dat ze zonder de trouwe liefde van Hans niet zou willen leven, ze voelde de kracht in zich om voor haar geluk te strijden en strijdend te over winnen. (N. v. 't N.) Het ia wederom doodstil in het woud, vreedzaam en liefelijk pinken de sterren uan het wolkenloos firma ment. Weldoend streelt de koelte de bladereu der boomen, minzaam stort de maan haar licht uit, over de aarde en verlicht helder de plek, waar eeri zoo bloedig drama in de dierenwe reld ls afgespeeld. EEN GEVECHT OP LEVEN EN DOOD. Wij bevonden ons in het Noorden van Afrika, daar waar de eindelooze zandvlakten der woestijn Sahara zich aansluiten bij het bergland van Bar- barije. De zon. die den ganschen dag met hare milde stralen de aarde heeft ge koesterd. doet zich aan ons oog voor als een bloedroode schijf en deelt dien purpergloed mede aan den westelij- hij van 1 ken hemel, die daardoor een scherp zijn stoel opgesprongen en stonïl nu contrast vormt met het azuur voor haar, die zoudei een zweem van ''et Oostelijke firmament, berouw naar hem had geluisterd. I Bi liet noorden onderbreken lage, Twee dagen geleden had ik het met kreupelhout begroeide heuvels, onmogelijk geacht. Hans, dat je zoo den gezichtseinder, zoudt spreken of mij zoudt raden te- Mlengs verflauwen de fantastische gen mijn geweten te handelen, alleen kleuren om plaats te maken voor de maar om een beetje geid voor iiuj te duisternis van den nacht. De aarde houden. Je zegt, dat ik je vooruit zichten verrueugd heb, ik vrees, dat er nog veel meer vernietigd is mijn vertrouwen in jou onze droo- ruen van geluk hebben schipbreuk ge leden. Zoo tragisch behoef je het dade lijk niet op te vatten, zei Hans, don kerrood van opgewondenheid, wij zul len ons ten slotte hcenzetteu over het verloren geld. Maar het verloren vertrouwen? hult zich in donkeren sluier, ter wijl tallooze sterren als even zoovele diamanten aan het uitspansel flonke ren. Niets verstoort de stilte dan het geheimzinnig ruischen van het gebla derte en het eentonig gehuil van klei ne roofdieren, welke geluiden, voort- gedragen op de vleugelen van een zucnten wiud, van het naburige w oud uit ons oor bereiken. Don ver- scuijut de uiaari, die zien tot nu toe acuiei een licht wolkenfloers had. Dat is een belachelijk overdreven schuilgehouden, aan het uitspansel gevoeligheid, prolesteerde hij. ®n sU,n haar bleek schijnsel uit over Deze gevoeligheid, zoonis jij het vredig stille landschap. noemt, zal in 't vervolg hel richtsnoer Wotsehng doortrilt een akelig ge- van mijn leven zijn, zei ze ernstig biul de lu(rht eu krengt de gansche terwijl ze een ring van den vinger naluur, 111 beroering. Het is de stem schoof en op de tafel legde. Ik vind,, va" den kon',ls des J»0"*»- Ult dat het gevoel toch een beter richt- Z1J" slaaP ontwaakt, den nacht zijn snoer voor ons handelen kan zijn dan toeroept. Geweldig is de uit- koude berekening werking van dit machtige geluid; alle Moet dan alles tusscheu ons uit dlore" beantwoorden in koor de stem zijn, Nettie? VUJI den leeuw, die zich gereedmaakt voor de jacht. Langzaam schrijdt hij Het is uit. Maar toch zul je nog v00rt> zich bewust van zijn kracht, vernemen, wat ik vandaag nog meer trotsch, schudt hij zich den machtigen beleefde als bewijs, dat het instinct- kop terwijl zijn als kolen vuur gloeien matige rechtsgevoel d« teste wegwti-de oogon da duisternis trachten te zer'is. Ga nog oen oogenblik zitten, 'doorboren. Eensklaps verandert zijne Werktuigelijk zonder iets te zeggen, houding. HU legt zich met den buik nam hij zijn plaats weer in. plat ter aarde en laat een zacht ge- Oom Heuler werd dus door me- i)rom hooren. Op eenigen afstand van neer Bessel en my grafwaarts geleid. zich heeft hij een buffelpaar ontdekt, Nadat alles voorbij was, begaven we dat rustig grazende steeds meer de ons naai- ooms woning, waar ik tot plaats, waar de koning der dieren mijn verbazing de bloed ver vyun ten bewegingloos ligt ineen gedoken, na- vond, die door meneer Bessel daar dort. Als dc buffels echter tot op een bescheiden waren, omdat er nog een steenworp afstands van den leeuw .^C1i,.van__-?t, aanwezig zijn K<!komen, heft plotseling de stier was. dat onmiddellijk na de begrafe nis geopend zou worden. De jonge man kreeg een voorgevoel van hetgeen er komen zou. Nettie ver volgde: De eerste beschikkingen werden opgeheven en aan ieder der broers en zusters, die door aan de begrafenis den kop op en uit een vreeselijk ge brul, blijkbaar heeft hij het gevaar bespeurt, waarin zij zich bevonden. Als de leeuw bemerkt, dat hij ontdekt is, sluipt hij langzaam nader. Bla kende van strijdlust en trappelend van ongeduld, wacht hem de buffel op, die zich intusschen tot den strijd de*! te nemen zijn erfenis had ver- heeft uitgerust Alles wijst er op, dat speeld. tienduizend dollar vermaakt. Voor mij was dezelfde som bestemd zonder eenige voorwaarde, ter wille van de nagedachtenis mijner moeder. Verder beschikte de overledene, dat ik. wanneer ik aan de begrafenis had deelgenomen, tot eenige erfgename was benoemd, met dien verstande, dat belangrijke sommen voor welda dige doeleinden uitgekeerd moesten worden. Dus was hij toch rijk? In zijn lijdensdagen in Arizona leerde hij een ouden goudgraver ken nen, met wien hij aan de ontginning van een mijn deelnam Uit vriend schap voor dezen man stak oom tien jaren achtereen voortdurend geld in stroom bloeds gutst hem uit de oog een schijnbaar verloren onderneming j holte waaruil de leeuw het oog ge- tot eindelek, nngeveer twee jaar ire- rukt heeft. Dol van pijn stort zich loden, kolossale goudaders werden <ie koning der dieren ten tweede male de -strijd hevig zal zijn, een arena waardig. Beide partijen zijn toege rust met een herculische kracht en terwijl de leeuw in zijn klauwen niet te onderschatten wapenen vindt, is de buffel voorzien van hoornen waar van één welgemikte stoot den tegen stander buiten gevecht kan stellen. Thans neemt de strijd een aanvang. Met een geweldigen sprong stort zich de leeuw op zijn vijand, die hem met den kop opvangt eu hein ver van zich af slingert. Eou akelige kreet weer klinkt door de lucht. De scherpe hoor nen van den buffel hebben den leeuw een diepe wonde gestooten. Ook de buffel is vreeselijk verwond. Een ontdekt. Maar toch kun oom niet be sluiten om zijn zaak op te geven, waar aan lijj met al de vezels van zijn een zaam hart hing. De broers en zusters zullen onge twijfeld trachten het testament omver te stooteh. Ze hebben daarmee dadelijk ge dreigd, maar oom heeft daar een stokje voor gestoken door voor onge veer een jaar het geheele vermogen aan meneer Bessel over te dragen, opdat die het volgens voorschrift zou verdoelen er was daarom ook geen eigenlijk testament aanwezig, want oom stelde een onbeperkt ver trouwen. in zijn vriend. Ik kwam zoo laat thuis, omdat meneer Bessel en ik nog op de bank waren om Ie zor gen, dat het kapitaal nog heden op mijn naam werd overgeschreven. De joïige advocaat haalde diep adem en knoopte zijn overjas dichL Je hebt gelijk, Nettie, aan de be trekking tusschen ons is oen einde gekomen. Als je arm waart gebleven, zou ik op zekeren dag mijn fout heb ben bekend eu je vergiffenis hebben geVraagd voor mijn slecht humeur van vandaag. In den grond van mijn hart moest ik je gelijk geven, onder wijl ik je berispte. Maai- thans ver biedt de achting voor mij zeiven uiij, TELEFONEEREN IN TREINEN. Nadat er reeds eerder proeven op kleine schaal genomen zijn, is thans moer belangrijke proef genomen met de z.g. „railophonc" op den spoorweg tusschen Stratford on Avon on Kineto'n. De „railophone" is oen systeem om draadlooze telegraphische berichten van en naar een in bewe ging zijinden trein over te brengen. De snelheid van den trein komt hier bij niet in aanmerking. Noodig is slechts een gewoon telefoonapparaat. Als de trein in beweging is kan men hem uit met de stations op het lahd in verbinding treden. De t'rein- beambten kunnen dus in verbinding op zijn tegenstander, die zich met den moed dei- wanhoop verdedigt. Zien- doroogeu neemt de kracht van den reus af, de leeuw scheurt hem \Ieesch hij lappen van 't Lichaam en 't arme slachtoffer tracht zijn tegen stander tevergeefs onschadelijk te ma ken. Hij tracht zich nu door een overhaaste vlucht te redden, doch de leeuw hecht zich aan hem vast en slaat klauwen en tanden steeds die per in 't lillende vleesch. Loodzwaar drukt den buffel die vreeselijke last en tevergeefs poogt hij dien besten aller ruiters al te schudden. Kronke lend en zich in allerlei bochten wrin gend, weet 't wreede monster die po gingen van wanhoop to verijdelen. Nog éénmaal tracht de tegenstander van den leeuw, die nu zijn slachtoffer is gewonden, van de kracht zijner ge duchte hoornen partij to trekken, doch nutteloos. De buffel wiens woede en razernij door do pijn zijn ten top gedreven, poogt thans zijn vijand onder zijn enorm gewicht to verpletteren. Nu schijnt de strijd beslecht. Machteloos ligt daar liet monster, begraven on der het lichaam van den kolos. Doch neen! met een ontzettende krachtsin spanning weet de leeuw zich aan den druk van den reus te ontworstelen; hij werpt zich onder het aanheffen van een zegevierend gebrul op den buffel, die rochelend van woede en pijn onder hevige stuiptrekkingen den la etsten adem uitblaast blijven met de verschillende signaal stations. Van den waggon met het te- iefoonapparnat wordt de draadlooze verbinding verkregen met een ge- isoleerden telegraafdraad langs dc spoorlijn, die de verhinding met de stations, postkantoren en wachthui zen onderhoudt. Dezer dagen werd de eerste proef te Stratford on Avon genomen. De schrijfster Marie CorelH had de eer deze eerste proef (o nemen. Zij had zich naar het station begeven, waar ze met eenige plechtigheid door den uitvinder van het apparaat, Hans von Kramer en de directie van den spoorweg werd ontvangen. Van het station uit zonder de schrijfster een telegram aan den Burgemeester van Straford, die ïn een aankomen den trein had. plaats genomen. Wol dra werd uit den trein een antwoord van den burgemeester ontvangen. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. Probleem No. 251 van K. SIEGERIST :-.i :i s S J *-■ - Sri «3 a a m Hl i y/m a m* Jssi s Zwart schijven op 6, 7, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 22, 24, 25 en 30. Wit schijven op 26, 31, 32, 33, 34, 35, 39, 42, 43, 44, 45, 47 en i EINDSPEL No. 5 Wit Zwart schijven op 15 en 18. Wit dam op 25. Oplossingen worden gaarne inge- wacht aan bovengenoemd adres, tor lijk Dinsdag 9 Mei a.s. Oplossing van eindspel No. 247, van den auteur: Wit 13 - 9 9 - 4 4 - 36 49 40, 36 - 471 Zwart 19 39, 31 - 37, 39 - 44A, 37 - 42 Wit 49 - 43. 36 - 471 Zwart A 37 - 42, 39 48 Oplossing van eindspel No. 248, van den auteur: Wit 30 - 43, 43 - 25 25 - 48. 48 - 251 Zwart 32 - 37, 37 - 42A, 42 - 47, Wit 25 - 14! Zwart A 37 - 41. Beide eindspelen zijn goed opgelost door de hoeren: W. J. A. Matla, P. Ottolini, Jan Rustige Jr., G. J. Rusti ge, C. Serodini, K. Siegerist, F. Th. Timmei-. No. 247 door den heer P. Mollema. Oplossing van het Bladprobleem van M. Coe: Wit: 45 - 40, 24 - 20, 26 - 21, 21 5! In de Simultaan-séance onlangs door den Heer W. A. Zalm, van Haarlem te Lisse gegeven kwamen verschillende aardige standen voor, waarvan wij hier ecu paar aan onzen lezers aanbieden. Zwart schijven op 12, 13, 16, 17 en 30. Wit schijven op 27, 28, 33 en 39, en dam op 5. Zwart aan zet zijnde, speelde 17 - 21, waarna de Simultoanspeler on middellijk de partij besliste dooï 39 34, 5 46 en 46 17! Zwart schijf op 35 en dam op 26. Wit schijven op 11, 16 en 22 cto dam op 1. Zwart aan zet zijnde, speelde 26 - 17. Wit ziet dat de remise onvermij delijk is doch brengt zijn dam van 1 naar 45. Zwart was zoo verstandig niet eerst naar 6 te slaan, doch sloeg de schijf op 22, had nochtans de onvoorzichtig heid niet met zijn dam tot 50 door te loopen, maar die op 28 te laten staan. Daarvan maakte de Simultaanspeler natuurlijk gebruik, door direct zijn dam van 45 op 50 te brengen. Zwart was genoodzaakt naar 6 te slaan en wit bracht daarna zijn schijf van 16 op 11, waardoor hem de winst kwam. CORRESPONDENTIE. K. S. Vriendelijk dank voor uwe laatste zendingen; plaatsing volgt na onderzoek. Waarom wordt u geen lid van de Haarlemsche Damclub? P. M. Uwe oplossing van No. 248 was niet goed, want als zwart na 48 - 39 van wit, eerst zijn schijf op 15 geeft, kan hij rustig 38-42 spelen en zich van de remise verzekeren. J. R. Jr. Wij zullen de stelling uit de door u gespeelde partij eens na zien en indien belangrijk genoeg ook plaatsen. INTERNATIONALE WEDSTRIJD. Wij ontvingen „Le Progrès" dag blad van Lyon, met verzoek daaruit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 14