m
m
w
9:
m*
a
m
B
M
te
zijn gewone bedaardheid terugkreeg.
As-ie in de eerste dagen de bel hoor
de. schrok-ie op, vooral het brute on
derhoud inet dien Droplak hadden z'n
zenuwen ontzet
Een paar maanden later kocht-ie
met «en kennis samen, met wien hij
dikwijls reisde, een auto. Ze reden
veel uit en een van de pleizierigsto
tochtjes was naar de vliegdemonstra-
ties van Olieslagers te Nijmegen.
De jolige drukte om hem heen en
de copieuse lunch van dien middag
brachten hem in een opgewekte vroo
Ujkheid.
De demonstratie was zoo goed als
afgeloopen. Zijn vriend en hij zouden
naar lniis rijden hij chauffeurde. En
vóór het vertrek groette-ie luidruchtig
een kennis uit zijn gemeente, die-ie
in oen rijtuig zag stappen, en ook
zag-io, terwijl-Se de auto aanzette, 'n
ander stadgenoot met twee dames,
een, dien hij indertijd voor schuld
had vervolgd.
Het zoemen van zijn machine be
lette niet, dat-ie zijn stadgenoot aan
de d n mes hoorde zeggen
Dat dat is Tog die p&tseT,
die kan wol auto-rijen, die heeft do
hcole nalatenschap van z'n huishoud
ster gegapt
liet stuurrad schokte in z'n handen,
de auto zigzagde, ais zonder leiding,
vooruit, overreed bijna een paarmen-
eciien
G. VAN DER WALD.
CP- N. en H. CL)
De Erfenit.
Naar bet Engelsch.
De groote, behaaglijk ingerichte ka
mer werd slechts door den gloed van
den open haard verlicht. Zij zat op
hel lage stoeltje met de handen om
de knieën geslagen, het bleeke ge
zichtje nog bleeker door de rouwklee-
iing. en liet de oogen peinzend op do
flikkerende vlammen rusten.
Naast haar. een wemrg naar ach
teren, stond eon stoel, op welks leu
ning hij de armen liet ruston, terwijl
zijn kin op de gevouwen handen lag
ook zijn gelaat liad een ernstigen,
peiuzonden trek. Reiden waren ouge-
t oer even oud, tusschen vijf-eu twmtig
ïn dertig.
Door de zware voorhangen drong
liet gedruisch van het leven der we
reldstad slechts gedempt in het stille
vertrek.
Ik kan mij de geheele scène dui
delijk voorstellen. Aldus brak hij ein
delijk het langdurige stilzwijgen af.
Ja, zei ze en knikte met liet hoofd
zonder de oogen van de knetterende
vlammen af te wenden. Je kent im
mers de drie broers van mijn moeder
voldoende, om mijn verontwaardi
ging te begrijpen. Tante Mime ook,
dio alleen over de zaak van haar man
en over de slechte tijden wist te spre
ken, terwijl in het aangrenzend ver
trek het li ik van haar broer lag. Ar
me oom Heiner Iiij was de eenige
van de broers en zusters, die behalve
een fijn gevoel ook tact bezat en wiens
levensgeluk niet alleen in het begeo-
rige samenschrapen van heel veel geld
bestond.
Ik sprak heel gaarne met hem,
wanneer hij oude boeken uitzocht,
waarbij ik geregeld ook oen van zijn
zeldzame staalgravures in mijn bezit
kreeg. Het was een zoo eigenaardig
ouderwetsch vertrek, waarin de plan
ken tot aan do zoldering toe met boe
ken gevuld waren.
Hij was zeer gehecht aan het
oude huis, aan de boeken, te midden
waarvan hij leefde, aan de mcnschcn,
die in zijn schatten omsnuffelden, aan
den dageli i kschen omgang niet weten
schappelijk gevormde mannen en
vrouwen ken je zijn levensgeschie
denis eigenlijk wel. Hans
Slechts voor het kleinste deel
mij frappeerde dikwijls het kolossale
onderscheid, dat er tusschen hem en
zijn broers en zuster bestond.
Mijn moeder heeft mij. voor ze
stierf, heel wat toevertrouwd. Zij was
de jongste van al de broers en zus
ters en toch de eerste, die heen moest
gaan Oom Heiner beproefde door
lessen te geven de middelen bijeen te
krijgen om zich verder te ontwikkelen.
Hij kon niet besluiten koopman te
wurden, zooals zijn broers hadden ge
daan, en het deed hem zeer leed, dat
zijn oudste zuster trouwde met den
eigenaar van de grootste zaak iu kolo
niale waren, een ruw, lomp man, die
echter geluk had. Alleen moeder en
lic-mer streefden naar iets coolers.
Mijn moeder was immers tot aan haar
huwelijk onderwijzeres, zooals ik het
thans ook beu.
Doch naar ik hoop nog slechts
voor korten tijd. viel de jonge man
tiaar met een vriendelijken lach in de
rede, terwijl hij zacht zijn hand op
haar schouder legde.
Och, lieve Aan mij dacht ik
niet. maar aan de oude tijden, waar
van lk je vertellen wilde. Dus. oom
Ileiner wilde studeeren, maar geen
zijner broeders dacht er aan, hem te
helpen, die zoo ingespannen werkte,
tot zijn gezondheid hem eindelijk be
gaf. Maandenlang lag hij gevaarlijk
ziek in het hospitaaltoen lnj ontsla
gen werd. gaf do chef-arts hem den
ïuad voor een of twee jaar naai- een
heel droog land te gaan. b.v. n
Arizona of Egypte. Raad geven was
gemakkelijk, maar dien raad in toe
passing brengen ging met veel moei
lijkheden gepaard. Heiner had geen
middelen, zijn ouders waren gestor-
Maar de broers en zuster
Zo waren eerder een hinderpaal)
want ze weerhielden degenen, die
gaarne geholpen zouden hebben. Mijn
moeder smeekte haar drie broers voor
den vierden, maar geen van hen had
naar hij zei. ook maar een dollar te
missen tante Marie verloor tegenover
haar man geen woord over de zaak,
maar schreef haar broer kort voor zijn
ontslfig uit het ziekenhuis, dat een
verandering van klimaat in zijn geval
even weinig zou helpen als bij een
jong meisje, hetwelk ze gekend had,
dut ook naar een hadplaats in het
Zuiden reisde en toch slechts naar
huis kwam om er te sterven.
Dat was heel liefderijk en bemoe
digend voor een ziek man, dal moet
ik 2eggen.
Vorder gaf zo hem den raad om
zich maar onvermijdelijk te schikken.
Mooie zuster
Mijr moeder, die dezen brief in
huilden kreeg, lieoft haar zuster Ma
rie haar harteloos gedrag nooit ver
geven en beperkte van dat oogenblik
af den omgang met haar tot het aller-
noodzakel kste. Intusschen had de
chcf-nrts het treurige geval aan zijn
vriend Bessel verteld, en deze was het.
die mijn oom voor twee jaar naar Ari-
/.i na zond on later den gonezene na
diens tem 'koer oen betrekking in zijn
zaak gaf. Door rusteloozo vlijt en groo-
to toewijding klom oom van sport tot
sport, tot hij deelgenoot en ten slotte
eenige eigenaar der firma was.
I.eeft mender Bessel nog
Jn, want de lieve oude heer kwam
van zijn landgoed in Florida naar
hier om zijn overleden vriend de laat
ste eer te bewijzen. Daarom zal het je
r.iet verbazen, als ik je zeg, dat me-;
r.por Bessol ook executeur-testamen
tair is en dat overeenkomstig den
wcnsch van den overledene alle bloed
verwanten op den dag voor de begra
fenis samengeroepen werden. Zoo
kwam het dat ik mijn drie ooms en
tante Marie met haar man in de woon
kamer van 00111 Hoiners huis bijeen
vond.
Was je oom een rijk man vroeg
Hans belangstellend
Rijk in de eigenlijke beteckenis
van het woord zeker niet, maar hij liet
toch een klein kapitaal na. Toen we
allen bijeen waren, lus meneer Bessel
liet testament voor ieder van de
broers kreeg duizend dollars, eveuzuo
tante Mane en ik. het kind van zijn
jongste zuster.
Wil je daarmee zoggen, dat hij
zijn broers en zusters hun verachtelij
ke handelwijze vergaf en aan de
vrouw zonder hart. die hem den brief
schreef, ook nog geld naliet
Oom Heiner had een edel karak
ter en toonde, dat hij wilde vergeten,
wat men hem kwaad had gedaan. Het
overschot van het kapitaal liet hij na
aan het hospitaal voor ongeneeslijke
zieken.
Hoe groot zou die rest zijn
Dezelfde \ruag «loed oom Edgar,
waarop meneer Bessel antwoorode,
dat dit pus na verkoop van de zaak
vastgesteld kon worden. Oom Job i
spotte over zijn aandeel en meoude,
dat het nauwelijks waard was zich
daarvoor nat te laten regenen daar
op begonnen allen vermoedens uit te
spreken, waarom er wel zulk een voor
waarde aan de erfenis verbonden
mocht zijn.
llans werd nieuwsgierig en vroeg
van welken aard <lie voorwaarde w as.
Niemand van de familie mag de
begrafenis bijwonenwie het toch
doet, verliest zijn erfdeel.
/ie. liefste, deze clausule is
meesterlijk gedacht je oom wilde
geen schijndroefheid bij zijn graf
hebben.
Maar mijn erfenis Ls aan dezelfde
voorwaarde onderworpen, zei bet jon-
2c meisje, terwijl ze baar verloofde
recht aankeek, en oom en ik waren i
ultijd de beste vrienden. i
ik kan het echter niet vriend
schappelijk noemen, dat hij jou in de
zelfde categorie plaatst als degenen,
die hein zoo harteloos behandelden.
Je moogt niet zoo strong ooi-dee-
len. luidde hot ernstige antwoord.
Laat zulke gedachten over aan hen,
die liet sterfhuis verlieten, terwijl ze
druk bezig waren over de erfenis te
disputeeren. Het was schandelijk
schandelijk Nooit zal ik het vergeten
En zo schudde zich van afschuw.
Het is precies wat voor dien er-
barmelijken troep, zouden ze morgen
toch nog meegaan
Jk geloof het haast niet.
Goed beschouwd is het ook doel
loos zich driftig te maken over een
♦estmnents-clausule, die toch niet ver
anderd kan worden, zei Hons schou
derophalend.
Duizend dollar is geen groote
som, maar 't is toch in elk geval iets.
Teleurstelling en droefheid stonden,
op het gehaat der jonge dame te lezen, I
die haar verloofde v oortdurend bleef j
aankijken, maar deze bemerkte het
niet een eigenaardige onrust had
zich plotseling van hem meester ge
maakt. H" liep eenige keeren haastig
in de kamer heen en weer, wierp, voor
den haard staande, eenige houtblok
ken op den gloed en keek peinzend in
de opflikkerende vlammen.
llel beteekeut voel voor ons, liev e
Nettie, zei hij eindelijk. Je behoeft nu
geen onderwijs moer te geven en we
kunnen uu al trouwen.
't Is nu geen tijd om over derge
lijke zaken te spreken, zei ze. zich met
moeite beheerschende. Nog maar wei
nige uren celeden stond ik aan het
sterfbed van mijn oom. nadat de
de anderen het huis hadden verlaten
ik zal den goeden, ouden man niet
spoedig vergeten. Ga nu lieen. Hans
ik zou vanavond gaarne alleen willen
zijn.
Hij werd verlegen, toen hij haar
verwijtenden blik bemerkte, en zei
aarzelend
Vergeef me. ik dacht er niet aan
hoe nauw de betrekking tusschen jou
en den ouden man was ik wilde ja
niet krenken dat weet je toch im
mers wel. schat
Ga nu heen, och toe, ga heen.
Zo stak hem een kleine, bevende hand
toe zwijgend duldde zo zijn af
scheidskus. toen ging hij weg, de
duisternis in, en zij bleef alleen mot
haar droefheid om den doode. In haar
rouw mengde zich oen voorgevoel, dat
haar oen verlies dreigde, hetwelk nog
veel zwaarder te dragen zou zijn.
Den volgenden avond was Hans
Normann precies om zes uur in de
woning zijner verloofde. De pension
houdster had hem in de gezellige
woonkamer gebracht, het eloctrische
licht opgedraaid en een flink blok in
den muil van den grooten haard ge
worpen. De wind dreef don regen, die
al dagen achtereen onophoudelijk
neerviel, kletterend tegen de venster
ruiten. Rusteloos wandelde hij heen
on weer en de minuten schenen hem
uren te worden.
Eindelijk hoorde hij de bei van do
huiedeur rinkelen en eenige minuten
later betrad Nettie de kamer. Haar
wangen waren door haar tocht in het
slechte weer friscb rood geworden. Ze
reikte hem de hand, maar ontweek
een omarming en ging op haar- plaats
je bij den haaid zitten.
Waar bleef je toch zoo lang?
vroeg hij.
Kun je het niet denken? was de
wedervraag.
Plotseling bemerkte hij, dat ze ge
heel 111 't zwart gekleed was en op
het punt stond om haar zwarte glacé
handschoenen uit te trekken.
Nettie! je bent toch niet bij do
begrafenis geweest? vroeg hij met be
vende stem.
Toch wel, Hans, ik ging naar het
kerkhof om mijn armen oom het laat
ste geleide te geven, zei ze bedaard.
Welk een onbezonnenheid! repli
ceerde hij op bitteren toon. Toen ik
je niet thuis trof, had ik haast zoo
iets moeten denken. Je hebt hel ge
zonde menschen versta nd aan een be
lachelijke sentimentaliteit opgeofferd,
je hebt met opzet jou erfenis wegge
worpen.
Doodelijk bleek wees Nettie op een
stoeL
Ga daar eens zitten, Hans, en
luister naar mij. Ik weet, dat ik vrij
willig afstand <le>ed van mijn erfenis
door deze daad, waarover ik gister
avond, nadat je mij hudt verlaten,
rijpelijk heb nagedacht. Mociit ik den
oiwlen man, die mijn moeder en mij
steeds liefderijk met raad ter zijde
heeft gestaan, zonder geleide naar
zijn laatste rustplaats laten brengen!
Had je werkelijk om het ellendige
geld zulk een harteloosheid van mij
verwacht?
Ilij zelf heeft het immers zoo ge
wild, zei Hans knorrig. Van de ande
ren was er zeker geen enkele geko
men die stellen hun erfenis niet in
de waagschaal.
lk wist, dat die vier zich door de
voorwaarde zouden laten weerhouden
om op het kerkhof te verschijnen,
maar dit kon mij slechts in mijn voor
nemen versterken.
Aan mij heb je niet gedacht, ook
niet aan onze toekomst. Je weet, hoe
ik moet worstelen oin een zelfstandig»?
positie te krijgen; je weet, hoe mij
de weg tot mijn beroep afgesloten
bleef, omdat het mij aan kapitaal
mankeert; je weet ook, dat ik met die
duizend dollar bij advocaat Kingston
als jongste deelgenoot in de zaak had
kunnen komen. Ik besprak de aan
gelegenheid dezen middag met hem;
hij keurde mijn voorstellen volkomen
goed en nu heb jij mijn vooruitzicn-
ten vernietigd.
In zijn opgewondenheid w
dat ik me voor je "rechtvaardig. Vaar
wel 1
7,ij maakte geen beweging en
sprak geen woord om hem terug te
houden.
Toen hij weg was gegaan, toen 't
gedruisch van de dichtvallende huis
deur haar oor bereikte, stond ze op,
draaide het licht af en hurkte op het
kleedje voor den open haar neer. Zoo
bleef ze langen tijd onbeweeglijk zit
ten, terwijl ze haar besluit en de ge
volgen daarvan voor haar geheele le
ven nauwkeurig overwoog.
Het vuur was bijna uit, dé kamer
bijna geheel in duister gehuld. Ein
delijk bewoog ze zich, en, zich half
oprichtend, tastte haar hand naar
den verlovingsring, dien Hans op de
tafel had laten liggen. Toen zij zich
over het vuur boog om het versmade
sieraad te beschouwen, schitterde het
haar tegemoet, maat helderder nog
glansde de straal der liefde, die uit
haar oogen schoot, toen zij den ring
weer aan den vinger schoof zij
wist, dat ze zonder de trouwe liefde
van Hans niet zou willen leven, ze
voelde de kracht in zich om voor haar
geluk te strijden en strijdend te over
winnen.
(N. v. 't N.)
Het ia wederom doodstil in het
woud, vreedzaam en liefelijk pinken
de sterren uan het wolkenloos firma
ment. Weldoend streelt de koelte de
bladereu der boomen, minzaam stort
de maan haar licht uit, over de aarde
en verlicht helder de plek, waar eeri
zoo bloedig drama in de dierenwe
reld ls afgespeeld.
EEN GEVECHT OP LEVEN EN
DOOD.
Wij bevonden ons in het Noorden
van Afrika, daar waar de eindelooze
zandvlakten der woestijn Sahara zich
aansluiten bij het bergland van Bar-
barije.
De zon. die den ganschen dag met
hare milde stralen de aarde heeft ge
koesterd. doet zich aan ons oog voor
als een bloedroode schijf en deelt dien
purpergloed mede aan den westelij-
hij van 1 ken hemel, die daardoor een scherp
zijn stoel opgesprongen en stonïl nu contrast vormt met het azuur
voor haar, die zoudei een zweem van ''et Oostelijke firmament,
berouw naar hem had geluisterd. I Bi liet noorden onderbreken lage,
Twee dagen geleden had ik het met kreupelhout begroeide heuvels,
onmogelijk geacht. Hans, dat je zoo den gezichtseinder,
zoudt spreken of mij zoudt raden te- Mlengs verflauwen de fantastische
gen mijn geweten te handelen, alleen kleuren om plaats te maken voor de
maar om een beetje geid voor iiuj te duisternis van den nacht. De aarde
houden. Je zegt, dat ik je vooruit
zichten verrueugd heb, ik vrees,
dat er nog veel meer vernietigd is
mijn vertrouwen in jou onze droo-
ruen van geluk hebben schipbreuk ge
leden.
Zoo tragisch behoef je het dade
lijk niet op te vatten, zei Hans, don
kerrood van opgewondenheid, wij zul
len ons ten slotte hcenzetteu over het
verloren geld.
Maar het verloren vertrouwen?
hult zich in donkeren sluier, ter
wijl tallooze sterren als even zoovele
diamanten aan het uitspansel flonke
ren. Niets verstoort de stilte dan het
geheimzinnig ruischen van het gebla
derte en het eentonig gehuil van klei
ne roofdieren, welke geluiden, voort-
gedragen op de vleugelen van een
zucnten wiud, van het naburige
w oud uit ons oor bereiken. Don ver-
scuijut de uiaari, die zien tot nu toe
acuiei een licht wolkenfloers had.
Dat is een belachelijk overdreven schuilgehouden, aan het uitspansel
gevoeligheid, prolesteerde hij. ®n sU,n haar bleek schijnsel uit over
Deze gevoeligheid, zoonis jij het vredig stille landschap.
noemt, zal in 't vervolg hel richtsnoer Wotsehng doortrilt een akelig ge-
van mijn leven zijn, zei ze ernstig biul de lu(rht eu krengt de gansche
terwijl ze een ring van den vinger naluur, 111 beroering. Het is de stem
schoof en op de tafel legde. Ik vind,, va" den kon',ls des J»0"*»- Ult
dat het gevoel toch een beter richt- Z1J" slaaP ontwaakt, den nacht zijn
snoer voor ons handelen kan zijn dan toeroept. Geweldig is de uit-
koude berekening werking van dit machtige geluid; alle
Moet dan alles tusscheu ons uit dlore" beantwoorden in koor de stem
zijn, Nettie? VUJI den leeuw, die zich gereedmaakt
voor de jacht. Langzaam schrijdt hij
Het is uit. Maar toch zul je nog v00rt> zich bewust van zijn kracht,
vernemen, wat ik vandaag nog meer trotsch, schudt hij zich den machtigen
beleefde als bewijs, dat het instinct- kop terwijl zijn als kolen vuur gloeien
matige rechtsgevoel d« teste wegwti-de oogon da duisternis trachten te
zer'is. Ga nog oen oogenblik zitten, 'doorboren. Eensklaps verandert zijne
Werktuigelijk zonder iets te zeggen, houding. HU legt zich met den buik
nam hij zijn plaats weer in. plat ter aarde en laat een zacht ge-
Oom Heuler werd dus door me- i)rom hooren. Op eenigen afstand van
neer Bessel en my grafwaarts geleid. zich heeft hij een buffelpaar ontdekt,
Nadat alles voorbij was, begaven we dat rustig grazende steeds meer de
ons naai- ooms woning, waar ik tot plaats, waar de koning der dieren
mijn verbazing de bloed ver vyun ten bewegingloos ligt ineen gedoken, na-
vond, die door meneer Bessel daar dort. Als dc buffels echter tot op een
bescheiden waren, omdat er nog een steenworp afstands van den leeuw
.^C1i,.van__-?t, aanwezig zijn K<!komen, heft plotseling de stier
was. dat onmiddellijk na de begrafe
nis geopend zou worden.
De jonge man kreeg een voorgevoel
van hetgeen er komen zou. Nettie ver
volgde:
De eerste beschikkingen werden
opgeheven en aan ieder der broers en
zusters, die door aan de begrafenis
den kop op en uit een vreeselijk ge
brul, blijkbaar heeft hij het gevaar
bespeurt, waarin zij zich bevonden.
Als de leeuw bemerkt, dat hij ontdekt
is, sluipt hij langzaam nader. Bla
kende van strijdlust en trappelend
van ongeduld, wacht hem de buffel
op, die zich intusschen tot den strijd
de*! te nemen zijn erfenis had ver- heeft uitgerust Alles wijst er op, dat
speeld. tienduizend dollar vermaakt.
Voor mij was dezelfde som bestemd
zonder eenige voorwaarde, ter wille
van de nagedachtenis mijner moeder.
Verder beschikte de overledene, dat
ik. wanneer ik aan de begrafenis had
deelgenomen, tot eenige erfgename
was benoemd, met dien verstande,
dat belangrijke sommen voor welda
dige doeleinden uitgekeerd moesten
worden.
Dus was hij toch rijk?
In zijn lijdensdagen in Arizona
leerde hij een ouden goudgraver ken
nen, met wien hij aan de ontginning
van een mijn deelnam Uit vriend
schap voor dezen man stak oom tien
jaren achtereen voortdurend geld in stroom bloeds gutst hem uit de oog
een schijnbaar verloren onderneming j holte waaruil de leeuw het oog ge-
tot eindelek, nngeveer twee jaar ire- rukt heeft. Dol van pijn stort zich
loden, kolossale goudaders werden <ie koning der dieren ten tweede male
de -strijd hevig zal zijn, een arena
waardig. Beide partijen zijn toege
rust met een herculische kracht en
terwijl de leeuw in zijn klauwen niet
te onderschatten wapenen vindt, is de
buffel voorzien van hoornen waar
van één welgemikte stoot den tegen
stander buiten gevecht kan stellen.
Thans neemt de strijd een aanvang.
Met een geweldigen sprong stort zich
de leeuw op zijn vijand, die hem met
den kop opvangt eu hein ver van zich
af slingert. Eou akelige kreet weer
klinkt door de lucht. De scherpe hoor
nen van den buffel hebben den leeuw
een diepe wonde gestooten. Ook de
buffel is vreeselijk verwond. Een
ontdekt. Maar toch kun oom niet be
sluiten om zijn zaak op te geven, waar
aan lijj met al de vezels van zijn een
zaam hart hing.
De broers en zusters zullen onge
twijfeld trachten het testament omver
te stooteh.
Ze hebben daarmee dadelijk ge
dreigd, maar oom heeft daar een
stokje voor gestoken door voor onge
veer een jaar het geheele vermogen
aan meneer Bessel over te dragen,
opdat die het volgens voorschrift zou
verdoelen er was daarom ook
geen eigenlijk testament aanwezig,
want oom stelde een onbeperkt ver
trouwen. in zijn vriend. Ik kwam zoo
laat thuis, omdat meneer Bessel en
ik nog op de bank waren om Ie zor
gen, dat het kapitaal nog heden op
mijn naam werd overgeschreven.
De joïige advocaat haalde diep
adem en knoopte zijn overjas dichL
Je hebt gelijk, Nettie, aan de be
trekking tusschen ons is oen einde
gekomen. Als je arm waart gebleven,
zou ik op zekeren dag mijn fout heb
ben bekend eu je vergiffenis hebben
geVraagd voor mijn slecht humeur
van vandaag. In den grond van mijn
hart moest ik je gelijk geven, onder
wijl ik je berispte. Maai- thans ver
biedt de achting voor mij zeiven uiij,
TELEFONEEREN IN TREINEN.
Nadat er reeds eerder proeven op
kleine schaal genomen zijn, is thans
moer belangrijke proef genomen
met de z.g. „railophonc" op den
spoorweg tusschen Stratford on Avon
on Kineto'n. De „railophone" is oen
systeem om draadlooze telegraphische
berichten van en naar een in bewe
ging zijinden trein over te brengen.
De snelheid van den trein komt hier
bij niet in aanmerking. Noodig is
slechts een gewoon telefoonapparaat.
Als de trein in beweging is kan men
hem uit met de stations op het
lahd in verbinding treden. De t'rein-
beambten kunnen dus in verbinding
op zijn tegenstander, die zich met den
moed dei- wanhoop verdedigt. Zien-
doroogeu neemt de kracht van den
reus af, de leeuw scheurt hem
\Ieesch hij lappen van 't Lichaam en
't arme slachtoffer tracht zijn tegen
stander tevergeefs onschadelijk te ma
ken. Hij tracht zich nu door een
overhaaste vlucht te redden, doch de
leeuw hecht zich aan hem vast en
slaat klauwen en tanden steeds die
per in 't lillende vleesch. Loodzwaar
drukt den buffel die vreeselijke last
en tevergeefs poogt hij dien besten
aller ruiters al te schudden. Kronke
lend en zich in allerlei bochten wrin
gend, weet 't wreede monster die po
gingen van wanhoop to verijdelen.
Nog éénmaal tracht de tegenstander
van den leeuw, die nu zijn slachtoffer
is gewonden, van de kracht zijner ge
duchte hoornen partij to trekken,
doch nutteloos.
De buffel wiens woede en razernij
door do pijn zijn ten top gedreven,
poogt thans zijn vijand onder zijn
enorm gewicht to verpletteren. Nu
schijnt de strijd beslecht. Machteloos
ligt daar liet monster, begraven on
der het lichaam van den kolos. Doch
neen! met een ontzettende krachtsin
spanning weet de leeuw zich aan den
druk van den reus te ontworstelen;
hij werpt zich onder het aanheffen
van een zegevierend gebrul op den
buffel, die rochelend van woede en
pijn onder hevige stuiptrekkingen
den la etsten adem uitblaast
blijven met de verschillende signaal
stations. Van den waggon met het te-
iefoonapparnat wordt de draadlooze
verbinding verkregen met een ge-
isoleerden telegraafdraad langs dc
spoorlijn, die de verhinding met de
stations, postkantoren en wachthui
zen onderhoudt.
Dezer dagen werd de eerste proef te
Stratford on Avon genomen.
De schrijfster Marie CorelH had
de eer deze eerste proef (o nemen. Zij
had zich naar het station begeven,
waar ze met eenige plechtigheid door
den uitvinder van het apparaat,
Hans von Kramer en de directie van
den spoorweg werd ontvangen. Van
het station uit zonder de schrijfster
een telegram aan den Burgemeester
van Straford, die ïn een aankomen
den trein had. plaats genomen. Wol
dra werd uit den trein een antwoord
van den burgemeester ontvangen.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
Probleem No. 251 van K. SIEGERIST
:-.i
:i
s
S
J
*-■ -
Sri
«3
a
a
m
Hl i
y/m
a
m*
Jssi
s
Zwart schijven op 6, 7, 11, 12, 13, 14, 17, 19, 22, 24, 25 en 30.
Wit schijven op 26, 31, 32, 33, 34, 35, 39, 42, 43, 44, 45, 47 en i
EINDSPEL No. 5
Wit
Zwart schijven op 15 en 18. Wit dam op 25.
Oplossingen worden gaarne inge- wacht aan bovengenoemd adres,
tor lijk Dinsdag 9 Mei a.s.
Oplossing van eindspel No. 247, van den auteur:
Wit 13 - 9 9 - 4 4 - 36 49 40, 36 - 471
Zwart 19 39, 31 - 37, 39 - 44A, 37 - 42
Wit 49 - 43. 36 - 471
Zwart A 37 - 42, 39 48
Oplossing van eindspel No. 248, van den auteur:
Wit 30 - 43, 43 - 25 25 - 48. 48 - 251
Zwart 32 - 37, 37 - 42A, 42 - 47,
Wit 25 - 14!
Zwart A 37 - 41.
Beide eindspelen zijn goed opgelost
door de hoeren: W. J. A. Matla, P.
Ottolini, Jan Rustige Jr., G. J. Rusti
ge, C. Serodini, K. Siegerist, F. Th.
Timmei-.
No. 247 door den heer P. Mollema.
Oplossing van het Bladprobleem van
M. Coe:
Wit: 45 - 40, 24 - 20, 26 - 21, 21 5!
In de Simultaan-séance onlangs
door den Heer W. A. Zalm, van
Haarlem te Lisse gegeven kwamen
verschillende aardige standen voor,
waarvan wij hier ecu paar aan onzen
lezers aanbieden.
Zwart schijven op 12, 13, 16, 17 en
30.
Wit schijven op 27, 28, 33 en 39, en
dam op 5.
Zwart aan zet zijnde, speelde 17 -
21, waarna de Simultoanspeler on
middellijk de partij besliste dooï 39
34, 5 46 en 46 17!
Zwart schijf op 35 en dam op 26.
Wit schijven op 11, 16 en 22 cto
dam op 1.
Zwart aan zet zijnde, speelde 26
- 17. Wit ziet dat de remise onvermij
delijk is doch brengt zijn dam van 1
naar 45.
Zwart was zoo verstandig niet eerst
naar 6 te slaan, doch sloeg de schijf
op 22, had nochtans de onvoorzichtig
heid niet met zijn dam tot 50 door te
loopen, maar die op 28 te laten staan.
Daarvan maakte de Simultaanspeler
natuurlijk gebruik, door direct zijn
dam van 45 op 50 te brengen.
Zwart was genoodzaakt naar 6 te
slaan en wit bracht daarna zijn
schijf van 16 op 11, waardoor hem de
winst kwam.
CORRESPONDENTIE.
K. S. Vriendelijk dank voor uwe
laatste zendingen; plaatsing volgt na
onderzoek. Waarom wordt u geen lid
van de Haarlemsche Damclub?
P. M. Uwe oplossing van No. 248
was niet goed, want als zwart na 48 -
39 van wit, eerst zijn schijf op 15
geeft, kan hij rustig 38-42 spelen en
zich van de remise verzekeren.
J. R. Jr. Wij zullen de stelling uit
de door u gespeelde partij eens na
zien en indien belangrijk genoeg ook
plaatsen.
INTERNATIONALE WEDSTRIJD.
Wij ontvingen „Le Progrès" dag
blad van Lyon, met verzoek daaruit