BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD 18a Iwgu|, ZATERDAG 8 JÜNI1911 No. 8671 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST fl.20 PER 8 MAANDEN Of 10 CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN ADVERTENTIEN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven NA DE BLOEMENMARKT. Laat do vroolijke zangers bulten in hun heerlijke vrije natuur, te mid den dor wuivende bladerkronen en gebruik de cultuur- en wilde planten ter opvroolijking van uw woning. Deze stelregel vindt gelukkig steeds mec-r toepassing. Na jaren van propaganda In tijd schriften, dagbladen en op vergade ringen wordt het getal natuurvrien den steeds grooter en rij die het „Spaar de vogels" als devies hebben gekozen, kunnen ieder Jaar weer met Vreugde constateeren, dat het aantal zangers L"n bosch en veld toe neemt. dunk zij nestkastjes, voeder- hokjes en beschermingsmaatregelen. Heel velen onzer denken er niet meer aan een vogel in een kooi te hou den, zoolang zij nog dn staat rijn buiten te genieten van de spontane jubeltonen uit duizende keeltjes op wellend, alles verlevendigend, alles bestralend met geluk en blijheid. Het getal plantenvriendeü moet in- iusschen wel altijd vrij groot zijn ge weest als we de oude kronieken, waarin sprake is van groote Lni.la.k- markten, kunnen geiooven. leder jaar trekken weer dichte drommen langs de rijkbloeieiide voor- jaarspl anten. Op zoo'u avond is ieder koopefr bo vendien nog jurylid der kortstondige tentoonstelling. Er wordt beoordeeld en als met kennersblik bekijken de negen- en tienjarigen zoowel als de volwassenen alles, wat maar «enigs- eins de aandacht trek. Ik wil niet trachten de verschillen de emoties weer te geven, diie voor den stillen waarnemer op die bon- derde gezichten staan te lezen, het zou misschien weil eein dankbaar, maar zeker een heel moeilijk werk zijn en bovendien ligt het niet op mijn weg. Liever wil ik aan de enkelen, die het nog noodig hebben, in het kort een kleine vingerwijzing geven voor de behandeling dier groene troetel kinderen, die met zooveel moeilijkhe den zullen hebben to kampen. De eenvoudigste als geraniums (pe largonium is juister) en fuchsia's zijn heel dankbare eb weinig eiscihende planton, die al zoolang door rijk en arm zijn behandeld, dat e'r van geen voorlichting spraak behoeft te zijn. Maar onze bloemenmarkt geeft meer en zoo worden vaak heel verwende poppetjes mee naar huis gebracht, die bij een weinig veronachtzaming al gauw om plaatsvervangsters roepen. Een van de meest geliefde bloem- plantjes is ongetwijfeld de bekende Heliotroop. Deze kleine Amerikaan, afkomstig uit Peru en Chili, wint het in bijna alle opzichten van onze muurbloem d e om dezelfde eigenschappen wordt gekweekt. De honderde lila-kopjes dezer mi- niatuurheestertjes komen bevallig tusschen de zacht viltige blaadjes te voorschijn kringelen en omgeven de geheele plant met de zoetste geuren. Roem vrij de bedwelmende zoete lucht der hyacinten, dweep met uw jasmijn en uw muurbloem, onze Pe ruaan overtreft ze verre en wordt slecht door de rozen geëvenaard. "'oor al die weldaden vragen zij ook een weiuig zorg en wilt ge lang genieten van dit lieve plantje, dan moet ge het in een frisch vertrek plaatsen met gedempt zonlicht. Een morgenzonnetje geeft hun kleur en leven en maakt de geur fij ner. Een Adspidistra mag zich nog eens tevreden stellen, meer is het ook niet, met een verloren hoekje, als kamervulllug laat zich de helio troop met gebruiken. Spoedig veran dert zij dan in een kaalstammig mon stertje, gedraaid en verwrongen met geen ander sieraad dan wat geredu ceerde blaadjes ein bleek, do'rre bloem- kopjes. Zijn na enkele maanden de bloem knoppen alle verdwenen, dan moet de plant eerst een weinig rust hebben, dus geen bemesting, maal' na dien tijd is een schepje zeer verdunde vloeimest heel goed. De bladeren worden dan weor Bteviger en donker en wil men nu vroeg in t volgend voorjaar bloemen hebben, dan moet men in den winter weinig gieten en de plant ln een temperatuur tot 60 gr. plaatsen. In het voorjaar is verpotten, voor de nieuwe groei begint, heel goed. De takjes die er «oma af worden gestoo- i ten laten rich cwmakkellik als stekleg gebruiken, zoodat wo zelf nog voor andere plantjes kunnen zorgeiL Met dat verpotten hebben de pal men niet veel op, ten minste de ou dere niet. Wat wordt er met die sierlijke tro- penkindeoren vaak vreemd omgespron gen. Soms vergeet men zelfs, dat het levende wezens zijn en behandelt ze als een beeld of een BChilderij dus als kamerversiering. Nu is het waar, dat ze gedeeltelijk voor dat doel worden gekocht, maar zullen se dat blijven, dan moet met hun eischen rekening worden gehou den. Het is al mooi genoeg, dat ze in on ze kamers zoo goed willen groeien, die sierlijk gevormde Cocospolmen en breed wuivende Kentia'a Lang niet al hun zusjes laten zich zoo ge bruiken, maar misbruik ze dan ook niet. e hebben heel veel licht noodig, maar houden niet van veel zon! en halfdonker hoekje is dus de oorzaak van een zekeren ondergang. En dan, een palm houdt van veel wa ter, als dit ten minste goed kan weg- loopen. Spuit heed veel, vooral in den zo mer, zet dan den pot op twee latjes, zoodat de opening vrij komt en laat het water goed wegloopen. Om te sterke afkoeling te voorko men, moet het water iets worden verwarmd ook op de warmste da gen, als wij Juist zoo naar IJswater verlangen. Is de pot matig groot, dan moet men vooreerst niet verpotten, maar met heel slappe koemest ln de behoef ten voorzien. Komt ge in dem winter niet veel in het vertrek waar uw palmen Btaon, dan is bestuiven met bloem van zwa vel een uitstekend middel, om aller lei gevaarlijke ziekten tegen te gaan. Is door een toeval de grond te veel gedroogd, dan fs het goed den pot tot aan. den rand in lauw water te zet ten en de bladeren af te epotnsen. Nu moet men bij dat begieten altijd rekening houden met de tempera tuur. In deaa winter, als de verdam ping zeer gering is, hebben de plan ten weinig water noodig. Staan de dikke, witgele wortels in het nat, dan worden ze ziek en ln het voorjaar worden vooral de onderste bladeren ontsierd door groote gele plekken, waartegen niets meer valt te doen. Wilt ge de jonge bladeren graag hoog laten komen, zorg dan voor veel licht ia het hart der plant waar uit dus vanzelf volgt datbovenlicht bijna een vereischte is. Slechts twee van de honderde soor ten hebben wij nu maar, en nog ter loops behandeld. Enkele eischen, die bijna alle planten stellen, heb ik daarbij echter goed doen uitkomen, zoodat ook zij die andere Luilakkni- deren naar huis hebben gewiegd, hiermee rekenrng kunnen houden. H. PEUSENS. altijd ln de weer met duizende huis houdelijke bezigheden. Haar taak is niet licht: uren lang Is ze dikwijls verwijderd van een bazar, baar naas te buurvrouw woont niet zelden tien mijlen af en behalve deze bezwaren, zal ze zich ook wel eens zeen- een zaam voelen. Ze (heeft mets dan haar man en haar kinderen om zich heen en een paar boerenknechts! Ge lukkig heeft ze niet veel tijd tot den ken of tobben en leeft maar kalm verder, haar bestaan, zonder morren en zonder klagen; zich tevreden schik kend ln haar lot. Meestal ls ze zeer godsdienstig en dit is haar troost, dit houdt haar staande, te midden van de veie moeilijkheden van allerlei aard, waarmee ze onophoudelijk te kampen heeft. De tegenwoordige farmer's famlMën doen al hun best. wat meer voeling te houden met de buitenwereld. Ze le zen tijdschriften en laten hun kinde ren. zoo eenigsrins mogelijk een handelsciirsus volgen, of zenden ook de meisjes naar het college: een derde der vrouwelijke studenten moe ten meisjes uit farmers gezinnen zijn; en, zooals alle dingen, heeft het zijn vóór en tegen. Aan den eenen kant wekt het ontevredenheid; aan den anderen kant verbreedt hel den horizon, geeft een ruimer blik en doet de aanstaande farmers vrouw belangstellen in veel, wat anders een gesloten boek voor haar zou blijven. Openbare bibliotheken zijn baast in de nietigste plaatsen, en door een kleinigheid te betalen vindt ook de vrouw hier, van de meest wetenschap- peilijke tot de meest huishoudelijke lectuur. Niet zelden staat er aan het hoofd van zulk een inrichting ook een vrouw, ja, is zelfs het geheele personeel vrouwelijk. nooit een groet gewisseld, daar ze hun plaat9 hadden in verschillende doelen van het schip on zeker, niets kon een verontschuldiging geven aan een zoo driest Indringen bij een dame van haar stand. Er ls een detective op dezen trein, zei hij met kalme stem. Hij moet mij hebben. Als ik gepakt word, zullen een aantal lieden geruïneerd tljn en.... Ik ben onschuldig. Dat zweer ik u. bij den hemel. Wilt gij mij hel pon om der wille van die an deren? Zeker niet, beet ze hem toe. Ik weet niets van u, en ge hebt niet 't recht, deze coupé binnen te. dringen Ziel ge niet, dal hier niemand meer plaats mag nemen? —Daarom juist ben ik hier. Het geefi me meer kans. Kijk me aan. Ze deed het De man was knap. Hij had schoone, regelmatige trekken. Wat hard misschien, doch geen zweem van misdadigen aanleg was er op te bespeuren. Zijne kleeding was ietwat slordig. Zie ik er uit als een leugenaar? vroeg hij. N een, kwam er aarzelend uit. Ik ben een eerlijk man, hervatte i hij. Maar ik word vervolgd door een bende schurken. Driemaal ginds In het verre Westen... hebben ze gepro beerd me te vermoorden. Ik ten hun ontsnapt Ze zijn bang voor me, en nu hebben ze het zoo aangelegd, dal ze onder een valsche beschuldiging een hevel tot inhechtenisneming te gen mii verkregen hebben. Ze weten heel goed dat ik al hun plannen kan dwarsboomen, indien Ik maar als vrij man te Londen kan aankomen. Ze was al reeds minder beangst. Ze zag hem nadenkend aan: Wat verlangt gij, dat ik voor u doen zal? vroeg ze. De detective is hier vier wagens vandaan. Hij loert rond en onder vraagt de reizigers. Binnen drie mi nuten zal hij hier zijn. Ik moet mij verbergen onder uw bank en daar blijven, tot hij weg ls. Uw reisdeken zal een uitmuntende beschutting zijn. Onmogelijk, zei ze driftig. Het Maaï de Amerikaansche farmer's - -- a- vrouw «Ivo hooft toch gewoonlijk! ^Ü^Geinakketijh? la 1 olet, maar het niet veel tijd voor lectuur, dat laat ze kan toch Blijf zitten, als 't u belief. maar aan haar dochters over, tot de- - zen op haar beurt, misschien ook haar heelen dag ln beslag zullen ge nomen zien, met al wat er zoo komt kijken alleen op het land: zelf brood bakken, boter maken, voor de wasch opende bet portier van iiaar rijtuig, zorgen, voor het verstellen, zoo al j ilij was vergezeld van niet het maken der kleeken! Want i ten over veel dienstpersoneel kan ze een- i hao Houd slechts even den tip van uw reisdeken op. Dank u. liet was misschien nog geen minuut later, toen het meisje andermaal ge stoord werd. Een man. donker van Zoeft fluisterend"werd er~gesprokén; uitzicht en met glad geschoren kin, orpwaMeilde blikken keken her- en derwaarts. Tets afgezonderd van de zou het gemakkelijk genoeg zijn, ant woordde hij, maar Lk heb eerst nog een zaakje af te handelen, dat geen uitstel lijdt. Die schavuiten zouden er te veel pleizier van hebben, als ze mij een tijdje van de baan konden houden. De trein begon langzamer te loopen, en de man scheen aanstalten te ma ken om zijn voornemen uit te voe ren. Zoudt ge niet even het raampje willen neerlaten en naar buiten kij ken'? vroeg hij. Ge zult de lichten van de brug nu wel kunnen zien. Ze deed wat haar gevraagd werd. Ja, ze zijn juist vooruit. Dank u. Nog leis. Wilt ge op den corridor zien of daar iemand ls? Er is geen mensch te bespeuren, relde ze na een poos. Nu kom ik er uit Schrik niet, als 't u blieft. Zij lichtte de reisdeken op en 9cboof op zij in den hoek. De trein ging nu weer langzamer. De man, de kleeren lu de grootste wanorde, en vol stof, was uit zün schuilhoek cekropen en leunde uit hei raampje, met de hand op den portierkruk. Eerst echter keerde hij zich om. en zag haar aan, en in spijt van zijn or.oogelijk uiterlijk, kon ze nief nala ten iets als sympathie voor hem te gevoelen. Ik zal het nooit vergeten, zeide hij. Eéns hoop ik u te kunnen toon en hoe dankbaar ik ben. Voor zij echter nog iets had kun nen antwoorden, had hij der. voet op de loopplank. Zich vasthoudend aan de rail. deed hij met zorg het portier dicht. Toen zag ze hem bedaard zijn sprong berekenen en daarna verdwij nen Met wijd opengesperde oogen tuurde ze door het raampje ln de duisternis. Was het hare verbeelding of lag daar een onduidelijk afgetee- kende gedaante op den spoordijk? Ze geloofde met een wonderlijk gevoel van verluchting, dat ze het zag be wegen, doch de trein snelde voort. In een der lokalen van het Cannon- street Hotel waren elf mannen verga derd. Ze stonden met tweeën en drieon bij elkaar en een zekere geest van opgewondenheid scheen allen te be- heerschen. Nog iets anders trof het oog. Die elf mannen waren klaarblij kelijk verdeeld ln vijandige groepjes der oeamb- van den trein. De dame legde boek neer en zag hem norsch onmogelijk hoog; de Amerikaansche dQ wat veriangt ge? meisjes werken liever tegen veel loon d0 man was hcogst beleefd, min op een fabriek, waar ze dan ten min- of meer verlegen zelfs. aar Zondagen I Het snijt me zeer vrij hebban, dnn dat ca fich verhuren 1m"k «el. Ik een dectec- 1 tive van Scotland Yard en heb op- op een boerderij, waar ze veel meer dracht e)k rj]tuig van dezen trein te gevangen zitten. De Amerikaansche doorzoeken. We hebben zoo goed als huisvrouw, ook ln de stad, moet dus zekerheid, dat zich hier een man bo- geducht de handen uit de mouw ste-1 vindt, dien wc in arrest moeten ne- ken. Haar man helpt haar eohtermen. trouw, het ta h«l „ean on^v-oo» var- j -J* S wd.ïut schijnsel, dat men 8 avonds na den i(£ alje^n eten, een jong paar samen in de keu-1 jk beu ue dochter van Lord Bol ken beelg vindt, waar hij helpt met' field. Mijn vader is een der directeu- vaten wasschen! Zij heeft immers ookren van deze lijnen, diwijls een universitaire opvoedingDe beambte fluisterde iets tot den Rubriek voor Vrouwen De Amerikaansche Vrouw. Uit de meeste beschrijvingen van Amerikaansche vrouwen, zooals men ze leest in tijdschriften, krijgt men den indruk, dat zij een aanmatigend, verwend schepsel is, gewoon met al les even luxueus om le gaan. En die zijn er ook wel, vooral in de groo te steden maai* het type is toch heel anders. Het is en blijft altijd moeilijk, een karakteristiek beeld te geven van een volk, of van den socialen toestand van de vrouw, daar men natuurlijk juist het Jicht moet laten vallen op het kenmerkende van personen en verhoudingen en tegelijk rekening moeten houden met de ontwikkelings geschiedenis van 't land. De luxueu ss Amerikaansche bijvoorbeeld is een product van de moderne tijdsver houdingen; de farmer's vrouw het ei genlijke type. Deze euugree'rde uit Europa in de zeventiende eeuw en was van burger lijke afkomst; flink, solkl© en ge wend de handen uit de mouw te ste ken, wat haar bier ook zeer goed to pas kwam, wilde zij niet omkomen van den honger! Ze moest geducht meewerken op het land, waarbij al 't huiswerk alleen verrichten en dik wijls nog, gedurende de afwezigheid van baar man have en goed verdedi gen tegenover de vijandig-gezinde In dianen. Tegenwoordig hoeft zo rich met het werken op het land niet meer te bemoeien, maar ze ls daarom toch nog dezelfde vlijtige vrouw gehad en verlangt dus evenzeer eens eindelijk iets anders te kunnen doen. Een mooi kameraadschappelijk leven le:den ze zoodoende. De typische Ame rikaan schaamt zich nooit voor han denarbeid. Zoo gebeurt het ook niet zelden, dat de dokter. de Lngen'eur, detective, die zich gereed maakte om heen ie gaan. Vraag verschooning. u lastig te zijn gevallen, zei hij. W ees zoo gue<l het portier vast dicht te doen. De beide mannen verwijderden zich. Het meisje bleef stil zitten, doch beur hart klopte heftig. Ze wist zich- ■igeii stond een heer met grijzen baard en knevel. eeu uundel papieren in <ie hand, waarin hij van tijd tot tijd een oog sloeg. Dat was Lord Bei- field. de president van de Anna Goud- mijn. De anderen waren zijn mededirecteu ren. De lieden, die allengs de tweede zaal begonnen te vullen, waren deel hebbers in do Conmagnie. Een man scheidde zich van de overigen en na derde Sir Belfield. Zijne, oogjes zou den een menschenkenner niet licht vertrouwen inboezemen. Een druk bezochte vergadering, mylord, zei hij met gemaakte vrien delijkheid. Ze stroomen naar binnen. Ik denk, dat alle aandeelhouders wel vertegenwoordigd zullen zijn. Ja, was hei korte antwoord. Ge zult er niet veel moeite mede hebbeu, deuk ik. Ik heb met de mees te aandeelhouders gesproken en ze zijn allen voor den verkoop. Zoo.' hernam Belfield droogjes. Ik wilde dat ik dat ook kon zeggen. Maar mijnheer, hernam de an- den met opgestoken ttanden, het ver wondert me. u zoo te hooren spreken. Bedenk, wat het beteekent voor al die lieden. Ze hebben aandeelen gekocht een nvhi, die gebleken is waar tl e- nu komt de aanbieding, vijf en zeventig procent- Wel, 't is koninklijk zéér koninklijk. Hoe kunt ge er Iets tegen hebben. Die aanbieding bevalt me niet om twee redenen. Eerstens, omdat ik aan de menschen, die hier vergaderd zijn, mijn svoord heb gegeven, dal de mijn winstgevend was en ze dus hun i RwtauHiMMHkM de professor, of hoe geleerd de man rmuwaLÏÏKs rekenschap te geven lu ook zijn moge, zelf voor zijn huiselij- V<U1 t Keon zij getiaau uad. Daar 1 loos te zf3n' HVU B^.was ver oren ke centrale verwarming zorgt, of in i hoorde zij een gedempte stem, die den zomer eigenhandig het gras ze'. snijdt m den Juin. Al heelt hij éérst' -®l «I» de d«hter van Lord Ueh ln allerlei nederige betoelagen n»e "^'r sah'oolg'egêïn L I" h-op - ten d.enen, wie maar de Hoüandsche die akelige 8to{> brrr spoedig de taaiheid paart aan de Amerikaan. kemüs te hernieuwen. Geloof me. me- sche kennis van zaken, die kan daar,juffrouw, lk zal nooit vergeten, ln de Nieuwe Wereld, goed slagen! i go voor mij gedaan hebt- 1 ëimdeëlën "niet"moesten verkoopen. In De enkele doilarprinsessen, die hier heb vertjrouwen "ito r.n»t de tweede nlnats is het aanbod op zich SfïlJÏÏSÏTEta d&onbegrHpelük.daar het komt v mo met duidelijk. Hoe wilt ge verder handelen, als we te Paddington aan komen? Daar zuilen ook Jetectlvea zijn. Ja. maar ik zal er niet zijn. Ge bedoelt, dat gij den trein denkt te verlaten? Maar we sloppen niet, voor we te Paddington zijn. Ik moet nog éen kon9 wagen. Voor we dat station bereiken, zal ik er uit zijn. Dat zou u het leveu kosten. We rijden ongeveer 60 mijlen per uur. Als mijn berekeningen juist zijn, zullen wo over ecu paar minuten aan eene brug zjjn, waar volgens de regie menten langzaam moet gereden wor den. Nog voor de kromming in den weg, die er op' volgt, kan ik den op het vasteland wel eens komen bluf fen met haar geld, hebben dikwijls een heel verkeerden indruk bewerkt, van de Amerikaansche vrouw in het algemeen. MARIE VAN AMSTEL. De Anna goudmijn. Hij bevond zich juist tusschen haar •en de alarmbel, anders zooi ze die zonder aarzelen hebben overgetrok ken, hoewel de trein volle snelheid had en men wist dat er slipt aan werd gehouden, preeies op tijd te Paddington binnen te stoomen. Zoo als hot nu was," sprong ze overeind en ze opende haar mond als om te schreeuwen. Doe dat niet, zei hij met harde stem. Luister eerst naar mij. Ze was te vebaasd om iet9 te ant woorden. Wie was die man, die daar stond, bijna m gebiedende houdino- en toch met lots in rich als de gejaagd heid van een in 1 nauw gebracht dier? Ze herkende hem thans als een mede-passagier op de boot. waarmee te aangekomen was. Ze hadden echter verde. Zou bet niet beter zijn, aan de aanklacht tegen u bet hoofd te bie den en later te bewijzen, dat ge on schuldig zi]t? vroeg ze. Hij lachte schor. Zijn keel zat vol stof. Als lk er den tijd toe had, don een syndicaat van ervaren mannen. Dat noopt ma. tot de gevolgtrekking, dat er iets achter zit. wat ik niet be- gr'JP- Mijnheer Salmond stak de handen in zijn zakken en leunde voorov vertrouwelijke houding. Wel, zei hij, wij allen hebben ons bedrogen iu die mijn, zelfs de knapsten onder ous. Ik heb tiendui zend aandeelen van een pond ken het een buitenkansje, er met slechts- 25 pCt. verlies af te komen. Zo worden op de beurs niet meer ge waardeerd, zooals ge weet. Kunt ge mij verklaren, waarom Lewis en zijne vneuUen zooveel zou den bieden voor waardelooze paple ren, mijnheer? vroeg Lord Behield. Die. lieden zijn toch zeker met gek. Ja, dat weet ik met. Als er geen goud iu de mijn voorkomt, is er mis schien wel ander erts. dat zij goed- kooper kunnen bewerken dan wij. Maar volgens Brendon levert do mijn in 't geheel qiets op, hernam Lord Belfield. Lewis en de anderen kunnen ziin rapport gelezen hebben. Wel mogelijk. Die heer en moeten iraar weten, wat ze doen. Onze plicht le, te werken in het voordeel van de aandeelhouders. Lk geloof niet. dat w> aarzelen zullen, als ge ze alles ver- tolt. Ik denk ook van niet, sprak de ander met een zucht. Salmond slenterde verder. Een an der man, die in een groep had staan praten, kwam op hein toe. Maakte de oude heer zwarigheid? Och, dat zal wel terecht komen. Hij heeft er niet veel zin in, doch het lijdt geen twijfel, of het voorstel zal er doorgaan. Lord Belfield zag naar de klok. Ik geloof, heeren, dat het tijd is. Wilt go zoo goed zijn mij te volgen? De mannen namen hun plaatsen in op een verhevenheid en de vergade ring werd geopend. Rapporten en no tulen werden voorgelezen en toen ver klaarde de voorzitter in weinige woor den. waarom die buitengewone op roeping was geechied. Zes jaar ge leden was de compagnie opgericht on der de boste vooruitzichten; thans werd de onderneming gebrandmerkt al9 totaal mislukt Lord Belfield al leen had er nooit zijn vertrouwen in verloren Op eigen kosten had hij zes maanden eeleden een deskundige uit gestuurd. Die had onlangs zijn rap port ingezonden en dat was ontmoe digend... Bijna terzelfder tijd had een syn dicaat, waaraan de naastbij gelegen miin behoorde, aangeboden de Anna- nnjn te koopen togen 75 pCt. per aan deel. Iets onbegrijpelijks, de omstan digheden in aanmerking genomen. Natuurlijk werden er vragen gedaan, die Lord Belfield in verlegenheid brachten. Zou hij aanraden iot den verkoop of niet? Zei hij ja, dan zou. hij zijn positie prijsgeven, welke hij zes jaar lang trehandhaafd had en hij wus trotsch. Was het neen, dan zou hij de verantwoordelijkheid op zich laden en misschien oorzaak wor den. dat de aandeelhouders tot hun laatsten cent verloren. Mijnheer Sal mond vroeg het woord en hield een welsprekende pleitrede voor den ver koop. 'l'oen hij gedaan had, stond Lord Belfield op en zette den toestand uiteen. Hij zelf was do grootste aan deelhouder en had altijd gehoopt in de toekomst van de mijn. Viel er ech ter een besluit dat men het aanbod van het cvndicaat moest aannemen, hij zou er zich bij neerleggen, al was het dan ook tegen zijn zin. Voorts wees hij er op, dat zijne aar zeling vooral Bproot uit het feit. dat mannen, die er alles van konden we- teu, 75 pCt. wilden geven voor wat men waardelooze papieren noemde. Nog iemand sprak ten gunste van het voorstel in zulke overtuigende be woordingen, dat de vergadering zicht baar onder den indruk geraakte. De voorstanders meenden reeds, hunne zaak gewonnen to hebben, toen er opeens eonige opschudding ont stond. Uit een hoek van de zaal kwam een jongeman te voorschijn met den lin ker arm in een doek en voortstrom pelend met behulp van een stok. Hij ging recht op de verhevenheid aan en aller oogen waren op hem geves tigd. Salmond stond half uit zijn stoel op en een zonderlinge verande ring toekende zich op zijn gelaat Hij wenkte met de hand naar achteren in de zaai. Een geweldig oproer volg de. Gooit hem d'r uit! Orde. orde! Stilte ,riep hij op gebiedenden toon. Tk heb u allen een gewichtig^ rnededeeling te doen. Het rumoer verstomde allengs en d? jongeman stond tegenover het pu bliek. steeds geleund op zijn stok. Zijn gelaat was bruin, als door de zon ge kleurd, maar over zijn wans was een litteeken zichtbaar van een versche wonde en zijn arm in den doek han gend. scheen hem pijn te doen. Dames en heeren. zoo begon hij. Lord Belfield heeft me verzocht, een paar woorden tot u te spreken en lk zal me haasten daaraan gevolg te geven, omdat er zoovelen zijn. die hun best gedaan hebben, me hier van daan te houden en me te beletten, u ertromvbare Inlichtingen te kunnen verschaffen. Ik ben zoo juist terugge- - kcerd van uwe mijn. Indien men mij erhindert. voort te gaan, wil ik in dit geval zeggen: verkoop uwe aan deelen niet... tol geen prijs! Het scheen, dat de wanordelijkhe den van straks weer zonden beginnen doch de twee mannen, die er uitzagen als professionals in de edele bokskunst erden belet te naderen. Ik zelf, vervolgde de jonge vreem deling, die thans gemakkelijk gem.ug sprak en met de tongval van een wel opgevoed mensch, heb volstrekt geen kennis van mijnen of iets, wat er me de in verband staat. Eemge maan den geleden bevond ik mij in de Hoc key-Mountains om to jagen, toen ik een brief kreeg van mijn ouden vriend Brendon,* waarin hij mij meldde, dat liij op een inspectiereis was naar uwe iniju en me verzocht, hem op to zoe ken to Johnson-City, niet zoo heel ver van eene statie, waar ik voorbij moest bij nijjn terugkeer. Ik voldeed aim - "Voek en vond hem in een blokhuis oi eenigen afstand van uwe mijn met een kogel in de borst en Daar allen schijn den dood nabij. De stilte was thans zoo groot, dat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 13