BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
18a Iwgu|,
ZATERDAG 8 JÜNI1911
No. 8671
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
fl.20 PER 8 MAANDEN
Of 10 CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZUN
ADVERTENTIEN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Het Rijke Natuurleven
NA DE BLOEMENMARKT.
Laat do vroolijke zangers bulten in
hun heerlijke vrije natuur, te mid
den dor wuivende bladerkronen en
gebruik de cultuur- en wilde planten
ter opvroolijking van uw woning.
Deze stelregel vindt gelukkig steeds
mec-r toepassing.
Na jaren van propaganda In tijd
schriften, dagbladen en op vergade
ringen wordt het getal natuurvrien
den steeds grooter en rij die het
„Spaar de vogels" als devies hebben
gekozen, kunnen ieder Jaar weer
met Vreugde constateeren, dat het
aantal zangers L"n bosch en veld toe
neemt. dunk zij nestkastjes, voeder-
hokjes en beschermingsmaatregelen.
Heel velen onzer denken er niet
meer aan een vogel in een kooi te hou
den, zoolang zij nog dn staat rijn
buiten te genieten van de spontane
jubeltonen uit duizende keeltjes op
wellend, alles verlevendigend, alles
bestralend met geluk en blijheid.
Het getal plantenvriendeü moet in-
iusschen wel altijd vrij groot zijn ge
weest als we de oude kronieken,
waarin sprake is van groote Lni.la.k-
markten, kunnen geiooven.
leder jaar trekken weer dichte
drommen langs de rijkbloeieiide voor-
jaarspl anten.
Op zoo'u avond is ieder koopefr bo
vendien nog jurylid der kortstondige
tentoonstelling. Er wordt beoordeeld
en als met kennersblik bekijken de
negen- en tienjarigen zoowel als de
volwassenen alles, wat maar «enigs-
eins de aandacht trek.
Ik wil niet trachten de verschillen
de emoties weer te geven, diie voor
den stillen waarnemer op die bon-
derde gezichten staan te lezen, het
zou misschien weil eein dankbaar,
maar zeker een heel moeilijk werk
zijn en bovendien ligt het niet op
mijn weg.
Liever wil ik aan de enkelen, die
het nog noodig hebben, in het kort
een kleine vingerwijzing geven voor
de behandeling dier groene troetel
kinderen, die met zooveel moeilijkhe
den zullen hebben to kampen.
De eenvoudigste als geraniums (pe
largonium is juister) en fuchsia's zijn
heel dankbare eb weinig eiscihende
planton, die al zoolang door rijk en
arm zijn behandeld, dat e'r van geen
voorlichting spraak behoeft te zijn.
Maar onze bloemenmarkt geeft meer
en zoo worden vaak heel verwende
poppetjes mee naar huis gebracht, die
bij een weinig veronachtzaming al
gauw om plaatsvervangsters roepen.
Een van de meest geliefde bloem-
plantjes is ongetwijfeld de bekende
Heliotroop.
Deze kleine Amerikaan, afkomstig
uit Peru en Chili, wint het in bijna
alle opzichten van onze muurbloem
d e om dezelfde eigenschappen wordt
gekweekt.
De honderde lila-kopjes dezer mi-
niatuurheestertjes komen bevallig
tusschen de zacht viltige blaadjes te
voorschijn kringelen en omgeven de
geheele plant met de zoetste geuren.
Roem vrij de bedwelmende zoete
lucht der hyacinten, dweep met uw
jasmijn en uw muurbloem, onze Pe
ruaan overtreft ze verre en wordt
slecht door de rozen geëvenaard.
"'oor al die weldaden vragen zij
ook een weiuig zorg en wilt ge lang
genieten van dit lieve plantje, dan
moet ge het in een frisch vertrek
plaatsen met gedempt zonlicht.
Een morgenzonnetje geeft hun
kleur en leven en maakt de geur fij
ner.
Een Adspidistra mag zich nog
eens tevreden stellen, meer is het
ook niet, met een verloren hoekje,
als kamervulllug laat zich de helio
troop met gebruiken. Spoedig veran
dert zij dan in een kaalstammig mon
stertje, gedraaid en verwrongen met
geen ander sieraad dan wat geredu
ceerde blaadjes ein bleek, do'rre bloem-
kopjes.
Zijn na enkele maanden de bloem
knoppen alle verdwenen, dan moet de
plant eerst een weinig rust hebben,
dus geen bemesting, maal' na dien
tijd is een schepje zeer verdunde
vloeimest heel goed. De bladeren
worden dan weor Bteviger en donker
en wil men nu vroeg in t volgend
voorjaar bloemen hebben, dan moet
men in den winter weinig gieten en
de plant ln een temperatuur tot 60
gr. plaatsen.
In het voorjaar is verpotten, voor
de nieuwe groei begint, heel goed. De
takjes die er «oma af worden gestoo-
i ten laten rich cwmakkellik als stekleg
gebruiken, zoodat wo zelf nog voor
andere plantjes kunnen zorgeiL
Met dat verpotten hebben de pal
men niet veel op, ten minste de ou
dere niet.
Wat wordt er met die sierlijke tro-
penkindeoren vaak vreemd omgespron
gen.
Soms vergeet men zelfs, dat het
levende wezens zijn en behandelt ze
als een beeld of een BChilderij dus
als kamerversiering.
Nu is het waar, dat ze gedeeltelijk
voor dat doel worden gekocht, maar
zullen se dat blijven, dan moet met
hun eischen rekening worden gehou
den.
Het is al mooi genoeg, dat ze in on
ze kamers zoo goed willen groeien,
die sierlijk gevormde Cocospolmen
en breed wuivende Kentia'a Lang
niet al hun zusjes laten zich zoo ge
bruiken, maar misbruik ze dan ook
niet.
e hebben heel veel licht noodig,
maar houden niet van veel zon!
en halfdonker hoekje is dus de
oorzaak van een zekeren ondergang.
En dan, een palm houdt van veel wa
ter, als dit ten minste goed kan weg-
loopen.
Spuit heed veel, vooral in den zo
mer, zet dan den pot op twee latjes,
zoodat de opening vrij komt en laat
het water goed wegloopen.
Om te sterke afkoeling te voorko
men, moet het water iets worden
verwarmd ook op de warmste da
gen, als wij Juist zoo naar IJswater
verlangen.
Is de pot matig groot, dan moet
men vooreerst niet verpotten, maar
met heel slappe koemest ln de behoef
ten voorzien.
Komt ge in dem winter niet veel in
het vertrek waar uw palmen Btaon,
dan is bestuiven met bloem van zwa
vel een uitstekend middel, om aller
lei gevaarlijke ziekten tegen te gaan.
Is door een toeval de grond te veel
gedroogd, dan fs het goed den pot tot
aan. den rand in lauw water te zet
ten en de bladeren af te epotnsen.
Nu moet men bij dat begieten altijd
rekening houden met de tempera
tuur. In deaa winter, als de verdam
ping zeer gering is, hebben de plan
ten weinig water noodig. Staan de
dikke, witgele wortels in het nat, dan
worden ze ziek en ln het voorjaar
worden vooral de onderste bladeren
ontsierd door groote gele plekken,
waartegen niets meer valt te doen.
Wilt ge de jonge bladeren graag
hoog laten komen, zorg dan voor
veel licht ia het hart der plant waar
uit dus vanzelf volgt datbovenlicht
bijna een vereischte is.
Slechts twee van de honderde soor
ten hebben wij nu maar, en nog ter
loops behandeld. Enkele eischen, die
bijna alle planten stellen, heb ik
daarbij echter goed doen uitkomen,
zoodat ook zij die andere Luilakkni-
deren naar huis hebben gewiegd,
hiermee rekenrng kunnen houden.
H. PEUSENS.
altijd ln de weer met duizende huis
houdelijke bezigheden. Haar taak is
niet licht: uren lang Is ze dikwijls
verwijderd van een bazar, baar naas
te buurvrouw woont niet zelden tien
mijlen af en behalve deze bezwaren,
zal ze zich ook wel eens zeen- een
zaam voelen. Ze (heeft mets dan
haar man en haar kinderen om zich
heen en een paar boerenknechts! Ge
lukkig heeft ze niet veel tijd tot den
ken of tobben en leeft maar kalm
verder, haar bestaan, zonder morren
en zonder klagen; zich tevreden schik
kend ln haar lot. Meestal ls ze zeer
godsdienstig en dit is haar troost, dit
houdt haar staande, te midden van
de veie moeilijkheden van allerlei
aard, waarmee ze onophoudelijk te
kampen heeft.
De tegenwoordige farmer's famlMën
doen al hun best. wat meer voeling te
houden met de buitenwereld. Ze le
zen tijdschriften en laten hun kinde
ren. zoo eenigsrins mogelijk een
handelsciirsus volgen, of zenden ook
de meisjes naar het college: een
derde der vrouwelijke studenten moe
ten meisjes uit farmers gezinnen
zijn; en, zooals alle dingen, heeft het
zijn vóór en tegen. Aan den eenen
kant wekt het ontevredenheid; aan
den anderen kant verbreedt hel den
horizon, geeft een ruimer blik en
doet de aanstaande farmers vrouw
belangstellen in veel, wat anders een
gesloten boek voor haar zou blijven.
Openbare bibliotheken zijn baast in
de nietigste plaatsen, en door een
kleinigheid te betalen vindt ook de
vrouw hier, van de meest wetenschap-
peilijke tot de meest huishoudelijke
lectuur. Niet zelden staat er aan het
hoofd van zulk een inrichting ook
een vrouw, ja, is zelfs het geheele
personeel vrouwelijk.
nooit een groet gewisseld, daar ze
hun plaat9 hadden in verschillende
doelen van het schip on zeker, niets
kon een verontschuldiging geven aan
een zoo driest Indringen bij een dame
van haar stand.
Er ls een detective op dezen
trein, zei hij met kalme stem. Hij
moet mij hebben. Als ik gepakt word,
zullen een aantal lieden geruïneerd
tljn en.... Ik ben onschuldig. Dat
zweer ik u. bij den hemel. Wilt gij
mij hel pon om der wille van die an
deren?
Zeker niet, beet ze hem toe. Ik
weet niets van u, en ge hebt niet 't
recht, deze coupé binnen te. dringen
Ziel ge niet, dal hier niemand meer
plaats mag nemen?
—Daarom juist ben ik hier. Het
geefi me meer kans. Kijk me aan. Ze
deed het De man was knap. Hij had
schoone, regelmatige trekken. Wat
hard misschien, doch geen zweem
van misdadigen aanleg was er op te
bespeuren. Zijne kleeding was ietwat
slordig.
Zie ik er uit als een leugenaar?
vroeg hij.
N een, kwam er aarzelend uit.
Ik ben een eerlijk man, hervatte i
hij. Maar ik word vervolgd door een
bende schurken. Driemaal ginds In
het verre Westen... hebben ze gepro
beerd me te vermoorden. Ik ten hun
ontsnapt Ze zijn bang voor me, en
nu hebben ze het zoo aangelegd, dal
ze onder een valsche beschuldiging
een hevel tot inhechtenisneming te
gen mii verkregen hebben. Ze weten
heel goed dat ik al hun plannen kan
dwarsboomen, indien Ik maar als
vrij man te Londen kan aankomen.
Ze was al reeds minder beangst. Ze
zag hem nadenkend aan:
Wat verlangt gij, dat ik voor u
doen zal? vroeg ze.
De detective is hier vier wagens
vandaan. Hij loert rond en onder
vraagt de reizigers. Binnen drie mi
nuten zal hij hier zijn. Ik moet mij
verbergen onder uw bank en daar
blijven, tot hij weg ls. Uw reisdeken
zal een uitmuntende beschutting zijn.
Onmogelijk, zei ze driftig. Het
Maaï de Amerikaansche farmer's - -- a-
vrouw «Ivo hooft toch gewoonlijk! ^Ü^Geinakketijh? la 1 olet, maar het
niet veel tijd voor lectuur, dat laat ze kan toch Blijf zitten, als 't u belief.
maar aan haar dochters over, tot de- -
zen op haar beurt, misschien ook
haar heelen dag ln beslag zullen ge
nomen zien, met al wat er zoo komt
kijken alleen op het land: zelf brood
bakken, boter maken, voor de wasch opende bet portier van iiaar rijtuig,
zorgen, voor het verstellen, zoo al j ilij was vergezeld van
niet het maken der kleeken! Want i ten
over veel dienstpersoneel kan ze een- i hao
Houd slechts even den tip van uw
reisdeken op. Dank u.
liet was misschien nog geen minuut
later, toen het meisje andermaal ge
stoord werd. Een man. donker van Zoeft fluisterend"werd er~gesprokén;
uitzicht en met glad geschoren kin, orpwaMeilde blikken keken her- en
derwaarts. Tets afgezonderd van de
zou het gemakkelijk genoeg zijn, ant
woordde hij, maar Lk heb eerst nog
een zaakje af te handelen, dat geen
uitstel lijdt. Die schavuiten zouden
er te veel pleizier van hebben, als ze
mij een tijdje van de baan konden
houden.
De trein begon langzamer te loopen,
en de man scheen aanstalten te ma
ken om zijn voornemen uit te voe
ren.
Zoudt ge niet even het raampje
willen neerlaten en naar buiten kij
ken'? vroeg hij.
Ge zult de lichten van de brug
nu wel kunnen zien.
Ze deed wat haar gevraagd werd.
Ja, ze zijn juist vooruit.
Dank u. Nog leis. Wilt ge op
den corridor zien of daar iemand ls?
Er is geen mensch te bespeuren,
relde ze na een poos.
Nu kom ik er uit Schrik niet,
als 't u blieft.
Zij lichtte de reisdeken op en 9cboof
op zij in den hoek. De trein ging nu
weer langzamer. De man, de kleeren
lu de grootste wanorde, en vol stof,
was uit zün schuilhoek cekropen en
leunde uit hei raampje, met de hand
op den portierkruk.
Eerst echter keerde hij zich om. en
zag haar aan, en in spijt van zijn
or.oogelijk uiterlijk, kon ze nief nala
ten iets als sympathie voor hem te
gevoelen.
Ik zal het nooit vergeten, zeide
hij. Eéns hoop ik u te kunnen toon en
hoe dankbaar ik ben.
Voor zij echter nog iets had kun
nen antwoorden, had hij der. voet op
de loopplank. Zich vasthoudend aan
de rail. deed hij met zorg het portier
dicht. Toen zag ze hem bedaard zijn
sprong berekenen en daarna verdwij
nen Met wijd opengesperde oogen
tuurde ze door het raampje ln de
duisternis. Was het hare verbeelding
of lag daar een onduidelijk afgetee-
kende gedaante op den spoordijk? Ze
geloofde met een wonderlijk gevoel
van verluchting, dat ze het zag be
wegen, doch de trein snelde voort.
In een der lokalen van het Cannon-
street Hotel waren elf mannen verga
derd. Ze stonden met tweeën en drieon
bij elkaar en een zekere geest van
opgewondenheid scheen allen te be-
heerschen. Nog iets anders trof het
oog. Die elf mannen waren klaarblij
kelijk verdeeld ln vijandige groepjes
der oeamb-
van den trein. De dame legde
boek neer en zag hem norsch
onmogelijk hoog; de Amerikaansche dQ wat veriangt ge?
meisjes werken liever tegen veel loon d0 man was hcogst beleefd, min
op een fabriek, waar ze dan ten min- of meer verlegen zelfs.
aar Zondagen I Het snijt me zeer
vrij hebban, dnn dat ca fich verhuren 1m"k «el. Ik een dectec-
1 tive van Scotland Yard en heb op-
op een boerderij, waar ze veel meer dracht e)k rj]tuig van dezen trein te
gevangen zitten. De Amerikaansche doorzoeken. We hebben zoo goed als
huisvrouw, ook ln de stad, moet dus zekerheid, dat zich hier een man bo-
geducht de handen uit de mouw ste-1 vindt, dien wc in arrest moeten ne-
ken. Haar man helpt haar eohtermen.
trouw, het ta h«l „ean on^v-oo» var- j -J* S wd.ïut
schijnsel, dat men 8 avonds na den i(£ alje^n
eten, een jong paar samen in de keu-1 jk beu ue dochter van Lord Bol
ken beelg vindt, waar hij helpt met' field. Mijn vader is een der directeu-
vaten wasschen! Zij heeft immers ookren van deze lijnen,
diwijls een universitaire opvoedingDe beambte fluisterde iets tot den
Rubriek voor Vrouwen
De Amerikaansche Vrouw.
Uit de meeste beschrijvingen van
Amerikaansche vrouwen, zooals men
ze leest in tijdschriften, krijgt men
den indruk, dat zij een aanmatigend,
verwend schepsel is, gewoon met al
les even luxueus om le gaan. En die
zijn er ook wel, vooral in de groo
te steden maai* het type is toch
heel anders.
Het is en blijft altijd moeilijk, een
karakteristiek beeld te geven van een
volk, of van den socialen toestand
van de vrouw, daar men natuurlijk
juist het Jicht moet laten vallen op
het kenmerkende van personen en
verhoudingen en tegelijk rekening
moeten houden met de ontwikkelings
geschiedenis van 't land. De luxueu
ss Amerikaansche bijvoorbeeld is
een product van de moderne tijdsver
houdingen; de farmer's vrouw het ei
genlijke type.
Deze euugree'rde uit Europa in de
zeventiende eeuw en was van burger
lijke afkomst; flink, solkl© en ge
wend de handen uit de mouw te ste
ken, wat haar bier ook zeer goed to
pas kwam, wilde zij niet omkomen
van den honger! Ze moest geducht
meewerken op het land, waarbij al 't
huiswerk alleen verrichten en dik
wijls nog, gedurende de afwezigheid
van baar man have en goed verdedi
gen tegenover de vijandig-gezinde In
dianen. Tegenwoordig hoeft zo rich
met het werken op het land niet meer
te bemoeien, maar ze ls daarom toch
nog dezelfde vlijtige vrouw
gehad en verlangt dus evenzeer eens
eindelijk iets anders te kunnen doen.
Een mooi kameraadschappelijk leven
le:den ze zoodoende. De typische Ame
rikaan schaamt zich nooit voor han
denarbeid. Zoo gebeurt het ook niet
zelden, dat de dokter. de Lngen'eur,
detective, die zich gereed maakte om
heen ie gaan.
Vraag verschooning. u lastig te
zijn gevallen, zei hij.
W ees zoo gue<l het portier vast
dicht te doen.
De beide mannen verwijderden
zich. Het meisje bleef stil zitten, doch
beur hart klopte heftig. Ze wist zich-
■igeii stond een heer met grijzen
baard en knevel. eeu uundel papieren
in <ie hand, waarin hij van tijd tot
tijd een oog sloeg. Dat was Lord Bei-
field. de president van de Anna Goud-
mijn.
De anderen waren zijn mededirecteu
ren. De lieden, die allengs de tweede
zaal begonnen te vullen, waren deel
hebbers in do Conmagnie. Een man
scheidde zich van de overigen en na
derde Sir Belfield. Zijne, oogjes zou
den een menschenkenner niet licht
vertrouwen inboezemen.
Een druk bezochte vergadering,
mylord, zei hij met gemaakte vrien
delijkheid. Ze stroomen naar binnen.
Ik denk, dat alle aandeelhouders wel
vertegenwoordigd zullen zijn.
Ja, was hei korte antwoord.
Ge zult er niet veel moeite mede
hebbeu, deuk ik. Ik heb met de mees
te aandeelhouders gesproken en ze
zijn allen voor den verkoop.
Zoo.' hernam Belfield droogjes.
Ik wilde dat ik dat ook kon zeggen.
Maar mijnheer, hernam de an-
den met opgestoken ttanden, het ver
wondert me. u zoo te hooren spreken.
Bedenk, wat het beteekent voor al die
lieden. Ze hebben aandeelen gekocht
een nvhi, die gebleken is waar tl e-
nu komt de aanbieding, vijf en
zeventig procent- Wel, 't is koninklijk
zéér koninklijk. Hoe kunt ge er Iets
tegen hebben.
Die aanbieding bevalt me niet
om twee redenen. Eerstens, omdat ik
aan de menschen, die hier vergaderd
zijn, mijn svoord heb gegeven, dal de
mijn winstgevend was en ze dus hun
i RwtauHiMMHkM
de professor, of hoe geleerd de man rmuwaLÏÏKs rekenschap te geven lu
ook zijn moge, zelf voor zijn huiselij- V<U1 t Keon zij getiaau uad. Daar 1 loos te zf3n' HVU B^.was ver oren
ke centrale verwarming zorgt, of in i hoorde zij een gedempte stem, die
den zomer eigenhandig het gras ze'.
snijdt m den Juin. Al heelt hij éérst' -®l «I» de d«hter van Lord Ueh
ln allerlei nederige betoelagen n»e "^'r sah'oolg'egêïn L I" h-op -
ten d.enen, wie maar de Hoüandsche die akelige 8to{> brrr spoedig de
taaiheid paart aan de Amerikaan. kemüs te hernieuwen. Geloof me. me-
sche kennis van zaken, die kan daar,juffrouw, lk zal nooit vergeten,
ln de Nieuwe Wereld, goed slagen! i go voor mij gedaan hebt- 1 ëimdeëlën "niet"moesten verkoopen. In
De enkele doilarprinsessen, die hier heb vertjrouwen "ito r.n»t de tweede nlnats is het aanbod op zich
SfïlJÏÏSÏTEta d&onbegrHpelük.daar het komt v
mo met duidelijk. Hoe wilt ge verder
handelen, als we te Paddington aan
komen? Daar zuilen ook Jetectlvea
zijn.
Ja. maar ik zal er niet zijn.
Ge bedoelt, dat gij den trein
denkt te verlaten? Maar we sloppen
niet, voor we te Paddington zijn.
Ik moet nog éen kon9 wagen.
Voor we dat station bereiken, zal ik
er uit zijn.
Dat zou u het leveu kosten. We
rijden ongeveer 60 mijlen per uur.
Als mijn berekeningen juist zijn,
zullen wo over ecu paar minuten aan
eene brug zjjn, waar volgens de regie
menten langzaam moet gereden wor
den. Nog voor de kromming in den
weg, die er op' volgt, kan ik den
op het vasteland wel eens komen bluf
fen met haar geld, hebben dikwijls
een heel verkeerden indruk bewerkt,
van de Amerikaansche vrouw in het
algemeen.
MARIE VAN AMSTEL.
De Anna goudmijn.
Hij bevond zich juist tusschen haar
•en de alarmbel, anders zooi ze die
zonder aarzelen hebben overgetrok
ken, hoewel de trein volle snelheid
had en men wist dat er slipt aan
werd gehouden, preeies op tijd te
Paddington binnen te stoomen. Zoo
als hot nu was," sprong ze overeind
en ze opende haar mond als om te
schreeuwen.
Doe dat niet, zei hij met harde
stem. Luister eerst naar mij.
Ze was te vebaasd om iet9 te ant
woorden. Wie was die man, die daar
stond, bijna m gebiedende houdino- en
toch met lots in rich als de gejaagd
heid van een in 1 nauw gebracht
dier? Ze herkende hem thans als een
mede-passagier op de boot. waarmee
te aangekomen was. Ze hadden echter
verde.
Zou bet niet beter zijn, aan de
aanklacht tegen u bet hoofd te bie
den en later te bewijzen, dat ge on
schuldig zi]t? vroeg ze.
Hij lachte schor. Zijn keel zat vol
stof.
Als lk er den tijd toe had, don
een syndicaat van ervaren mannen.
Dat noopt ma. tot de gevolgtrekking,
dat er iets achter zit. wat ik niet be-
gr'JP-
Mijnheer Salmond stak de handen
in zijn zakken en leunde voorov
vertrouwelijke houding.
Wel, zei hij, wij allen hebben
ons bedrogen iu die mijn, zelfs de
knapsten onder ous. Ik heb tiendui
zend aandeelen van een pond
ken het een buitenkansje, er met
slechts- 25 pCt. verlies af te komen.
Zo worden op de beurs niet meer ge
waardeerd, zooals ge weet.
Kunt ge mij verklaren, waarom
Lewis en zijne vneuUen zooveel zou
den bieden voor waardelooze paple
ren, mijnheer? vroeg Lord Behield.
Die. lieden zijn toch zeker met gek.
Ja, dat weet ik met. Als er geen
goud iu de mijn voorkomt, is er mis
schien wel ander erts. dat zij goed-
kooper kunnen bewerken dan wij.
Maar volgens Brendon levert do
mijn in 't geheel qiets op, hernam
Lord Belfield. Lewis en de anderen
kunnen ziin rapport gelezen hebben.
Wel mogelijk. Die heer en moeten
iraar weten, wat ze doen. Onze plicht
le, te werken in het voordeel van de
aandeelhouders. Lk geloof niet. dat w>
aarzelen zullen, als ge ze alles ver-
tolt.
Ik denk ook van niet, sprak de
ander met een zucht.
Salmond slenterde verder. Een an
der man, die in een groep had staan
praten, kwam op hein toe.
Maakte de oude heer zwarigheid?
Och, dat zal wel terecht komen. Hij
heeft er niet veel zin in, doch het
lijdt geen twijfel, of het voorstel zal
er doorgaan.
Lord Belfield zag naar de klok.
Ik geloof, heeren, dat het tijd is.
Wilt go zoo goed zijn mij te volgen?
De mannen namen hun plaatsen in
op een verhevenheid en de vergade
ring werd geopend. Rapporten en no
tulen werden voorgelezen en toen ver
klaarde de voorzitter in weinige woor
den. waarom die buitengewone op
roeping was geechied. Zes jaar ge
leden was de compagnie opgericht on
der de boste vooruitzichten; thans
werd de onderneming gebrandmerkt
al9 totaal mislukt Lord Belfield al
leen had er nooit zijn vertrouwen in
verloren Op eigen kosten had hij zes
maanden eeleden een deskundige uit
gestuurd. Die had onlangs zijn rap
port ingezonden en dat was ontmoe
digend...
Bijna terzelfder tijd had een syn
dicaat, waaraan de naastbij gelegen
miin behoorde, aangeboden de Anna-
nnjn te koopen togen 75 pCt. per aan
deel. Iets onbegrijpelijks, de omstan
digheden in aanmerking genomen.
Natuurlijk werden er vragen gedaan,
die Lord Belfield in verlegenheid
brachten. Zou hij aanraden iot den
verkoop of niet? Zei hij ja, dan zou.
hij zijn positie prijsgeven, welke hij
zes jaar lang trehandhaafd had en
hij wus trotsch. Was het neen, dan
zou hij de verantwoordelijkheid op
zich laden en misschien oorzaak wor
den. dat de aandeelhouders tot hun
laatsten cent verloren. Mijnheer Sal
mond vroeg het woord en hield een
welsprekende pleitrede voor den ver
koop. 'l'oen hij gedaan had, stond
Lord Belfield op en zette den toestand
uiteen. Hij zelf was do grootste aan
deelhouder en had altijd gehoopt in
de toekomst van de mijn. Viel er ech
ter een besluit dat men het aanbod
van het cvndicaat moest aannemen,
hij zou er zich bij neerleggen, al was
het dan ook tegen zijn zin.
Voorts wees hij er op, dat zijne aar
zeling vooral Bproot uit het feit. dat
mannen, die er alles van konden we-
teu, 75 pCt. wilden geven voor wat
men waardelooze papieren noemde.
Nog iemand sprak ten gunste van
het voorstel in zulke overtuigende be
woordingen, dat de vergadering zicht
baar onder den indruk geraakte.
De voorstanders meenden reeds,
hunne zaak gewonnen to hebben, toen
er opeens eonige opschudding ont
stond.
Uit een hoek van de zaal kwam een
jongeman te voorschijn met den lin
ker arm in een doek en voortstrom
pelend met behulp van een stok. Hij
ging recht op de verhevenheid aan
en aller oogen waren op hem geves
tigd. Salmond stond half uit zijn
stoel op en een zonderlinge verande
ring toekende zich op zijn gelaat Hij
wenkte met de hand naar achteren
in de zaai. Een geweldig oproer volg
de.
Gooit hem d'r uit!
Orde. orde!
Stilte ,riep hij op gebiedenden
toon. Tk heb u allen een gewichtig^
rnededeeling te doen.
Het rumoer verstomde allengs en
d? jongeman stond tegenover het pu
bliek. steeds geleund op zijn stok. Zijn
gelaat was bruin, als door de zon ge
kleurd, maar over zijn wans was een
litteeken zichtbaar van een versche
wonde en zijn arm in den doek han
gend. scheen hem pijn te doen.
Dames en heeren. zoo begon hij.
Lord Belfield heeft me verzocht, een
paar woorden tot u te spreken en lk
zal me haasten daaraan gevolg te
geven, omdat er zoovelen zijn. die
hun best gedaan hebben, me hier van
daan te houden en me te beletten, u
ertromvbare Inlichtingen te kunnen
verschaffen. Ik ben zoo juist terugge- -
kcerd van uwe mijn. Indien men mij
erhindert. voort te gaan, wil ik in
dit geval zeggen: verkoop uwe aan
deelen niet... tol geen prijs!
Het scheen, dat de wanordelijkhe
den van straks weer zonden beginnen
doch de twee mannen, die er uitzagen
als professionals in de edele bokskunst
erden belet te naderen.
Ik zelf, vervolgde de jonge vreem
deling, die thans gemakkelijk gem.ug
sprak en met de tongval van een wel
opgevoed mensch, heb volstrekt geen
kennis van mijnen of iets, wat er me
de in verband staat. Eemge maan
den geleden bevond ik mij in de Hoc
key-Mountains om to jagen, toen ik
een brief kreeg van mijn ouden vriend
Brendon,* waarin hij mij meldde, dat
liij op een inspectiereis was naar uwe
iniju en me verzocht, hem op to zoe
ken to Johnson-City, niet zoo heel
ver van eene statie, waar ik voorbij
moest bij nijjn terugkeer. Ik voldeed
aim - "Voek en vond hem in een
blokhuis oi eenigen afstand van uwe
mijn met een kogel in de borst en
Daar allen schijn den dood nabij.
De stilte was thans zoo groot, dat