NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DE GOUVERNANTE
28e Jaargang. No. 5674
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 6 JUNI 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIE MAANDEN:
Voor Haarlem1.20
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd ls (kom der
gemeente)
Franco per post door Nederland
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem
„de omstreken en franco per post
1.30
1.65
0.02 H
0.37 H
0.45
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM.
AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1—, elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Uit het Staatsblad.
DE NIEUWE BEPALINGEN OM
TRENT DE HEFFING VAN
HET SUCCESSIERECHT.
Wij behooren niet onder ben, die
alle heil voor het volk verwachten
van een dik staatsblad. Het altijd door
roepen om nieuwe wetten, wetten op
alles en nog wat. vindt in ons geen
bewonderaars en meermalen hebben
wij onze meening in dien geest te ken
nen gegeven; gewaarschuwd tegen
overdrijving op dit punt.
Intusschen, er zijn ook nuttige en
noodzakelijke wetten en er zijn on
derwerpen die van tijd tot tijd voor
ziening behoeven; terwijl het de plicht
is van ieder, die eeaigszins op ont
wikkeling ea beschaving aanspraak
wenscht te maken en een goed staats
burger te zijn. zich daarvan althans
zooveel doenlijk op do hoogte te hou
den.
Wij willen hieraan onzerzijds tege-
moot komen, door van tijd tot tijd iets
uit het Staatsblad mede to deelen;
namelijk een zoo beknopt, doch te
vens zoo volledig mogelijk overzicht
van zoodanige daarin geplaatste wet
ten en besluiten, waarvan ons de ken
nis in liet algemeen belang het meest
wenscheliik schijnt.
We willen daartoe aanvangen met
do nieuwe bepalingen, omtrent de hel
ling der rechten van successie, welke
mot 1 Januari 1912 in werking zullen
treden oix dezer dagen door de Eerste-
Kamer werden goedgekeurd.
Waarschijnlijk is liet overbodig te-
zeggen, dat het successierecht eene
belasting is, en wel eene zoogenaamde
indirecte belasting; dat wil zeggen
dat zij niet onmiddellijk van den per
se on, naar vaste kohieren of aansla
gen, op bepaalde tijden gelieven wordt
liet wordt alleen gelieven van de waar
de van hetgeen geërfd wordt,
'door het overlijden van een ingezetene
van het Rijk, dus op ongeregelde tij
den bij eene bepaalde gelegenheid.
De opbrengst dozer belasting is van
groote beteekenis. maar zij zou, mits
grondig hervormd, veel aanzienlijker
bate voor d© schatkist kunnen opleve
ren. Het is hier de plaats niet om
daaromtrent in beschouwingen te
[treden. Genoeg zij het, te zeggen dat
de nieuwe bepalingen, met behoud
in hoofdzaak van het beslaand, alleen
ten doel hebben, eomgo versterking
van 's lands middelen. Vermoedelijk
zal de lioogere opbrengst ongeveer
een en een half nullioen per jaar be-
loopeu.
intusschen bevat de nieuwe wet
toch wel eenige bepalingen, die als
wezenlijke veranderingen moeten
worden beschouwd. Wij willen daar
mede hier aanvungen.
Tot dusver werden op de successie
rechten een zeker aantal opcenten ge
heven; namelijk 38. Die b.v. 1.—
moest betalen, betaalde feitelijk 1.38
Opcenten zijn eigenlijk buitengewone
heffingen, in tijd van nood tijdelijk
opgelegd; doch wanneer ze er een
maal zijn kunnen ze gewoonlijk niet
meer gemist worden. Zoo is het ook
mei de 38 opcenten op de successie
rechten, die sinds tal van jaren gelie
ven worden. Ieder jaar worden ze
weer bij de zoogenaamde middelen
wet voorgesteld en daarom is het veel
verstandiger, om zich maar bij de
gewone belasting, die er dus voor
goed mee verhoogd wordt, in te lij
ven.
Maar nu was. bij de successiewet
nog een bijzondere belasting inge
voerd, die wel eenigszins hetzelfde
karakter had, maar toch weer anders
werkte. Wij bedoelen het recht van
overgang.
Wij hebben eigenlijk twee soorten
van overgangsrecht. In de eerste
plaats een overgangsrecht dat ge
heven wordt van onroerende za-
ken, die nagelaten worden door
iemand die geen ingezetene van het
Rijk is. Wanneer b.v. een Belg, in
België wonende, in Zeeland of Bra
bant vast goed bezit, wat vaak voor
komt, en hij sterft, dan moeten zijne
erfgenamen overgangsrecht betalen,
omdat die goederen anders voortdu
rend, nagenoeg geheel aan belasting
heffing zoudon ontsnappen. Dit over
gangsrecht nu blijft gehandhaafd.
Later is daarbij gekomen het recht
van overgang van effecten en rente-
gevende vorderingen, nagelaten door
een ingezetene van het Rijk. Dit recht
drukt afzonderlijk en dus behalve het
successierecht, hetwelk van de ge-
heele nalatenschap betaald wordt, op
de waarde van zekere bepaalde zaken
welke geacht worden gedurende het
leven van den erflater aan gewone
belastingheffingen ontsnapt te zijn
De bedoeling is, dat de schatkist dan
bij het overlijden in eens neemt, wat
zij gedurende het leven van de waar
de van andere zaken meermalen of op
verschillende wijzen genoten heeft.
Er waren verschillende redenen om
dit recht niet langer afzonderlijk te
heffen, maar het om zoo te zeggen
met het successierecht te vereenzel
vigen. Als bijzondere belasting op een
deel van het roerend vermogen had
dit ovorgangsrecht eigenlijk geen re
den van bestaan meer, sedert de bij
zondere lasten op onroerende goede
ren belangrijk zijn verminderd door
de verlaging der mutatierechten (ver
koop en anderen overgang van on
roerend goed) en door de verminde
ring der grondbelasting van de onge
bouwde eigendommen, alsmede door
het zwaarder belasten van het zooge
naamde kapitaal in portefeuille (ef
fecten en dergelijke vorderingen) door
middel der verhooging van het zegel
recht.
Dit alles daargelaten, was het toch
noodzakelijk, oin de beide rechten,
die van successie en van overgang
tot één te versmelten, omdat voor het
eerst het beginsel der progressie op
het successierecht zal worden toege
past; want de heffing van het recht
van overgang is, om zijn hierboven
geschetste werking, onvereenigbaar
met het beginsel: meer belasting bij
boogere draagkracht.
Zooals bekend is, onderschelden
wij proportioneele en progressieve
belastingheffing. In het eerste
geval betaalt leder naar evenredig
held van zijn inkomen of van hetgeen
door de belasting getroffen wordt. A.
en B. b.v. uie respectievelijk een in
komen hebben van 1UOU. on 2UUU.,
betalen in de verhouding van 1 tot 2.
Volgens het progressieve stelsel be
taalt A nu echter meer dan B., omdat
de draagkracht van B. grooter is, en
daarop moet hu niet alleen in even
redigheid. maar ook betrekkelijk meer
dan A. betalen. Progressie beteekent
opklimming. Het percentage van be
lasting kluut geleidelijk.
in het algemeen is het progressieve
stelsel volstrekt niet zonder beden
king, omdat bet gebouwd is op een
begrip van weelde, dat niet geheel
strookt met «ie werkelijkheid.
In ieder geval kan echter, ten aan
zien van het successierecht, de pro
gressie zonder eenig bezwaar worden
toegepast en dus de belasting hooger
worden gemaakt, naar gelang om het
opklimmend cijfer der verkregen erf-
deelen. De gewone bedenkingen mis
sen hier allen grond.
Wij zullen dit punt hier nu niet na
der uitwerken; maar, nevens de be
schouwing van de verdere nieuwe be
palingen der wet, in het licht stellen
op welke wijze zij het progressieve be
ginsel uitwerkt.
W.
Buitenlandsch Overzicht
De onthulling van
HET MONUMENT VAN VICTOR
EMMANUEL
heeft Zondag te Rome plaats gehad
in tegenwoordigheid van de Konink
lijke familie, ook de gewezen Ko
ningin en de Koningm-Moeder van
Portugal en voorts het co'rps diplo
matique, vertegenwoordigers van do
Kamer en den Senaat, 6000 burge
meesters, afvaardigingen met vaan
dels van alle regimenten, enz.
Do vorstelijke personen werden bij
aankomst hartelijk toegejuicht. Mi
nister Giolitti zei in zijn warm toege
juichte rede o.a.: „De aanwezigheid
alhier van vertegenwoordigers van
verbonden en bevriende volken is een
nieuw bewijs, dat zij de zending in
het belang van vrede en beschaving
erkennen, die aan Italië in de wereld
is ten deel gevallen."" Giolitti consta
teerde dat Italië bij gelegenheid van
zijn vijftigjarig jubileum met voldoe
ning mag terugblikken op den afge-
legden weg op elk gehied der bescha
ving.
Het reusachtige bronzen ruiter
standbeeld, dat geheel verguld is en
waarvan op 22 Maart 1885 de eerste
steen werd gelegd, werd door den
Koning onthuld.
De geestdrift op het oogenblik der
onthulling was ontzaglijk. Kanon
schoten donderden, de klokken luid
den, vreugdekreten klonken.
Een reusachtige menigte, uit alle
deelen van Italië bijeengekomen 't
was prachtig weer! verdrong zich
in de straten, 's Avonds was er groote
illuminatie der stad en een schitte-
'rend vuurwerk.
President Faliiè'res heeft den Ko
ning van Italië een telegTani gezon
den, waarin hij zegt dat Frankrijk
deel neemt in de feesten, die een
roemvol tijdperk in herinnering bren
gen, waarin Italië zijn nationale een
heid vond, en waarm hij de beste
wenschen uitspreekt voor het geluk
der Koninklijke familie en de groot
heid van het koninkrijk Italic.
DE TOESTAND IN MAROKKO.
IS IETS VERANDERD.
Den 28en Mei heelt generaal Moi-
nier Fez verlaten aan het hoofd van
een sterke colonne ter pacificatie van
de omgeving van de hoofdstad. Een
betrekkelijk zwak garnizoen bleef
achter, ter sterkte \an tien compag
nieën infanterie, een batterij en een
detachement cavalerie.
Tot deze expeditie werd besloten,
nadut <ie Sultan <ies nachts bericht
had ontvangen betreffende het samen
trekken van groote massa's inlanders
op verschillende punten ten zuid-oos
ten en ten noorden van de hoofd
stad.
Ten gevolge van dit overhaaste ver
trek moest verandering worden ge
bracht in het reeds genomen besluit,
volgens hetwelk kolonel Brulard het
kameelen-convooi zou teruggeleiden
naa rde kust. Deze tocht ls uitgesteld.
In een interview met een ..Malin"-
redacteur uitte El Mokri, de sherif-
fijnsche minister -.r, buitenlandeche
zaken, die te Parijs vertoeft, zijn ver
ontwaardiging over het bericht be
treffende de uitmoording van het
plaatsje Leinta. Hij kou niet gelooven
dat zoo iets monsterachtigs werkelijk
zou hebben plaats gehad.
Vervolgens kwam het gesprek op de
afzetting van den grootvizier El
ülaoui (volgens een bericht is de on-
middelijke oorzuak van de ongenade
van den vroeger almachtige» trawant
van den Marokkaanschen iieersclier,
dat de grootvizier weigerde zijn heer
rekening en verantwoording te dijen
van het door hern gevoerde beheer
der rijks-financièn).
El Mokri vreesde van de afzetting
geen ernstige gevolgen, met name
geen oproerige beweging in Zuid-Ma-
rokko, het gedeelte van liet sheriffijn-
sche keizerrijk, waar El Glaoui zijn
uitgestrekte bezittingen heeft en waar
hij feiteü'k als onafhankelijk gebie
der geheerscht heeft, totdat hij groo
ter voordeel er in zag den pretendent
Moelay Hafid te steunen legen diens
broeder, den sultan Abd-el-Azis. met
het bekende gevolg.
Op de vraag van den journalist, wat
volgens 's ministers bi zicht thans, nu
Fez ontzet was, geschieden moest, ant-
j v oordde El Mokri, dut vóór alles de
j organisatie behoorde te worden tor
hand genomen van een klein, doch
behoorlijk uitgerust leger onder aan
voering van Fransch© officieren, wel
ke strijdmacht moest worden verdeeld
over Fez. Mequinez en de hoofdstad
van ZuM-Marokko, Marrakesj, ter- i
wijl verder posten n oosten gevestigd
worden langs de wegen Fez—Rabat;
ea Fez^-Tangcr.
Verder achtte de minister het gera
den, dat -eneraal Meinier met een
behoorlijke troepenmacht de voor
naamste stammen bezoekt en hen dui
delijk maakt, dat Frankrijk, hoewel
daartoe volkomen bij machte, den in
landers geenerlei kwaad wil doen; dat
de Franschen niet de vijanden zijn
van de stammen, doch alleen vrien
den van hun sultan, wien zijn onder
danen geregeld belasting moeten be
talen, opdat hij in staat worde ge
steld zijn land te besturen en te doen
bloeien.
Hoe de verschillende
ANDERE MOGENDHEDEN OVER
DE FRANSCHE ACTIE
deuken is nog een geheim. Niet meer
van Spanje.
De Spaansche minister van buiten-
landsche zaken heeft tegen een jour
nalist gezegd, dat de Regeenng de
aanwezigheid der Franschen te Fez
en den daaruit voortvloeienden toe
stand in overeenstemming acht met
de rechten en belangen van Spanje.
De door de regecring van Spanje en
Frankrijk gevoerde onderhandelingen
hadden die opvatting tot grondslag.
TEGEN DE WREEDHEIDI
De Eugelsche regeering heeft aan
den Sultan van Marokko een hard,
maar lang niet onverdiende les gege
ven. Er was nL bepaald, dat El Mo
kri, de Marokkaansche minister, die
thans te Parijs vertoeft, den sjerif zou
vertegenwoordigen bij de kroning
van Koning George van Engeland. De
Britsche ambassadeur te Parijs boeit
hem evenwel medegedeeld, dat men
zijn tegenwoordiglieid bij de aan
staande feesten minder gewenscht
acht en wel om de volgende reden
Volgens de jongste berichten uit Fez
heeft de mehalla van den Sultan bij
verschillende gelegenheden, on on
langs nog bij den tocht naar Lemtu,
blijken ge-even van buitengewone
wreedheid vooral jegens vrouwen en
kinderen, '.70 vrouwen en kinderen
verden geroofd en op de markt pu
bliek alh slaven verkocht) tot groote
schande voor de regeering van den
Sultan. De Britsche regoering vreesde
daarom, dat hel volk diens vertegen
woordiger eenminder aangename ont
vangst zou bereiden en deze wilde
men hem dat uit hoffelijkheid liever
SERVIë EN FRANKRIJK.
Volgens mededeelingen uit officiee-
le bron heeft de Servische minister-
raad bepaald dat de reis des Konings
naar Parijs tot den aanstaanden
herfst zal worden uitgesteld.
UIT PORTUGAL
komen nog steeds berichten, die erop
wijzen, dat de onzekere toestand in
de jonge republiek blijft aanhouden.
Voortdurend loopen, niet te controlee
ren. geruchten over n. s. tegenrevolu-
ties en royalistische aanslagen, waar
van men echter tot nog toe niets
morkt.
Intusschen trekken de gezeten bur
gers van Lissabon bij tientallen het
land uit. Hoe beangst velen zijn, dat
liet. werkelijk tot. ernstige botsingen
zal komen, blijkt wel hieruit, dut tal
rijke zakenmannen verzekeringen slui
ten tegen zeer hoog© premies, tenein
de gevrijwaard te zijn tegen mogelij
ke gevolgen van „oproeren en politie
ke bewegiugen".
De
ONLUSTEN IN CHINA
duren voort. Volgens officieele be
richten hebben de Chineesche keizer
lijke troepen op de revolutionairen in
Zuid-China een overwinning behaald.
Driehonderd menschen werden ge
dood, velen gevangen genomen en
terechtgesteld.
De opstandelingen vormen nu nieu-
we benden, om de provincies Kwan-
toeng en Kwangsi af te snijden en tot
zelfstandige republieken te maken.
Naar Mongolië vertrokken troepen,
om daar den opstand te onderdruk
ken. Ook artillerie werd afgezonden.
ARBITRAGE EN. VLOOT-
VERSTERKING.
De onderhandelingen tusschén En
geland. en de Vereenigde Staten l»e-
trcffendo een arbitrage-verdrag, dat
den algemeenen vrede zal moeten die-
nen, hebben in het Verre Oosten een
tegengestelde uitwerking gehad.
Japan volgt die onderhandelingen
riet zonder bezorgdheid en voorziet
i blijkbaar reeds een verzwakking van
het bon deen ootschap met Engeland.
Er is besloten om nu reeds eén slug-
scinp en 4 gepantserde kruisers elk
van 28.ÜUÜ tonnen op stapel te zetten,
zoodat de vloot in 1914 daarmede zal
kunnen worden versterkt.
biadsnieuws
EEN SAL. RUYSDAEL.
Dr. A. Bredius heelt uit de collectie
Rodolpbe Kam» een prachtig werk
aangekocht, een beroemden Salomon
Ruysdael, een groot landschap met
o. a. pont en boom en groep.
De koopprijs is 30.000.
De nieuwe bezitter 6taat het in
bruikleen af aan bet museum te
Haarlem.
VOOR HET BEHOUD VAN NATUUR
SCHOON.
Een aautal ingezetenen van Bloe
rnendaal cu Santpoort, allen wonen
de in de nabijheid van bet gesticht
Meerenberg, deelen in een adres aan
de Provinciale Staten van Noord-
Ilolland mede
„dal zij met leedwezen hebben
waargenomen de wijze, waarop een
gedeelte van de bekende schilderach
tige Schapenduinen, gelegen tegen
over voormeld gesticht, gesloopt
wordt en gebruikt wordt tot het bou
wen van woningen voor beambten
van voormeld gesticht,
„dat. hoewol het geaccidenteerde
en boschrijke terrein alle gelegenheid
bood oui. volgens den geest van den
tegenwoordige» tijd, een schilderach
tige tuinstad te stichten, naar de
bescheiden meening van ondergetee-
kenden, alles is verzuimd wat tot dat
doel kou leiden,
„dut toch alle boornen en heesters
zijn gerooid en het terrein volkomen
vlak is gemaakt en bebouwd »s met
eentonige gelijkvormige arbeiderswo
ningen, zooals men deze in de groo
ter© steden kan waarnemen,
„dot toch hierdoor moedwillig eu
zonder ©enig redelijk motief een der
schoonste gedeelten van de gemeente
Bloernendaal van alle. natuurschoon
wordt beroofd en daardoor alle aan
trekkelijkheid verliest, tengevolge
waarvan de waarde der in den om
trek gelegen onroerende goederen on-
noodig wordt gedéprécieerd,
„dat ondergeteekenden een derge
lijke wijze van handelen in strijd
achten met het publiek belang in het
algemeen cn van de gemeente Bloe
rnendaal »ti het bijzonder, terwijl zij
overtuigd zijn, dat door een grondi
ger studie van het vraagstuk, door
een betere aansluiting van deze be
bouwing van het Schapenduin, aan
die van het Duinlustpark eu vooral
door dö leiding dier werken toe te
vertrouwen aan een bekwaam en ar
tistiek ontwikkeld vakman, een
schoon geheel kau worden verkre
gen, waarop de Provincie ten allen
tijde met trots zou kunnen wijzen en
waardoor de belangen der gehcele
omgeving niet benadeeld, doch bevor
derd zouden worden.
„Redenen waarom ondergeteeken
den ziel» eerbiedig tot U wenden met
beleefd, doch dringend verzoek, uw
bijzondere aandacht, aan bovengemel
de zaak te wijden en maatregelen te
beramen om verdere bebouwing op
dezelfde wijze, èn in het belang van
hol geslicht Meerenberg, én in dat
van de gemeente Bloernendaal, in het
bijzonder van bewoners uit den om
trek, te voorkomen, opdat bet natuur
schoon van deze lieflijke streek zoo
veel mogelijk behouden blijve."
HAARLEMMERS OP DEN ZANG-
WEÜSTH1JD VAN EUTERPE.
Zondagmiddag werd gezongen door
mannenkoren in de derde aide©ling
B, die reeds in lagere afdeel ui gen
prijzen hebben gewonnen. O. a. werd
deelgenomen door „Kunst door oefe
ning' Haarlem, directeur de lieer C.
Phlippeau, en „Excelsior" van Bever
wijk, directeur de heer H. Pielage.
Excelsior behaalde den 6den prijs.
I>es avonds was de wedstrijd van
de gemengde koren in de eerste hf-
deeling gehouden, dat wil zeggen die
ui do «©rste afdeeling reeds een prijs
behaald hadden. Het verplicht koor
was „Lentedauw", van Ph. Loots.
„Onder Ons van Haarlem, zong als
vrij nummer „De winter", ook van
Pil. Loots.
De jury, bestaande uit de heeren
L. T. Brandts Buys, Karl Hainin, Pi».
Loots Isz., J. Olmau, Fred. J. Roeske,
A. B. II. Verhey en J. P. J. Wierts,
FEUILLETON
door Headon Hill.
□EL..
De oude poer drukte Mrs. Wensla-
de de hand, trok Yvonne aan liet oor
in antwoord op den dankbaren blik,
dien hij van deze bondgenoot© ontving
en volgde zijn broeder de hal door.
Welken kant wil je uitgaan
door de studeerkamer of door de voor
deur vroeg do ander hem stijfjes.
Door de voordeur, alsjeblieft. Dat
fs de kortste weg om Ravenscar te
ontmoeten. Hij ging dien kant uit,
'toen hij zooeven het raam van de
ontvangkamer voorbij ging.
Mr. Wenslade ging zijn broer voor
■door de hal en maakte de deur open,
Waardoor dadelijk de gedaante van
den particulier secretaris zichtbaar
;werd, die bezig was de late rozen te
bewonderen in het ronde bloemperk,
dat door de oprijlaan begrensd werd.
In weerwil van den storm, waarvan
moeilijk gezegd kon worden, dat hij
hom bezworen had, glimlachte Lord
Monksilver in zichzelf, terwijl hij in
den zonneschijn naar buiten stapte.
Je bent nooit jong geweest, Cha-
loner. maar ik wel, zei hij. zich onikee-
rend om afscheid te nemen. Ik kan
mij het standpunt van Dick best be
grijpen en voel er veel voor. Neem
mijn raad nu aan, en schik je ditmaal
eens in de omstandigheden ter wil
le van een rustig leven zal een beetje
nederigheid je heusch geen kwaad
doen. Maar de woedende vader was
niet in een stemming, om de zaken
licht op te nemen. Je moogt mij den
mond snoeren, maar mijn opinie ver
anderen kun je niet, antwoordde hij,
terwijl hij de deur achter zich sloot.
U heeft moeilijke oogenblikken
doorgebracht, vrees ik, mylord zei
Mr. Ravenscar, die naderbij gekomen
was, on» zich weer bij zijn meester te
voegen. Was uw neef niet wat moei
lijk
De jongen gaf dien kwast van
een Chaloner, wat hem toekwam. Als
de twist niet tusschén vader eu zoon
was geweest, dan geloof ik werkelijk,
dat er blauw bloed gevloeid zou zijn.
Wat mijzelf betreft, ik heb er mij mee
geamuseerd, grinnikte mylord.
Om weer den korten weg over het
kerkhof te nemen, moesten zij den
hoek van het huis om, om zoo op het
grasveld te komen, waarop de ven
sters uitkeken van de voornaamste
kamers van het huis, waaronder ook
die van de studeerkamer. Zij waren
ongeveer halfsveg het gazon gepas
seerd in de richting van het hek van
het kerkhof, toen zij klaar en duido-
lijk achter zich een pistool hoorden
alschieten. Als hadden zij zelf ge
schoten, bleven zij staan en keken el
kaar in het verschrikte gelaat.
Dat was in huis, zei Lord Monk-
sllver met een duidelijk merkbaren
angstigen klank in zijn stem.
Daar ben ik ook bang voor, zei
Ravenscar. Zal ik even terughollen
on zien, wat er aan de hand is, my
lord
Maar voordat een van beiden zich
nog Had bewogen .kwam Dick Wens
lade het huis uitgehold als een krank
zinnige, wild rondkijkend, toen zijn
oog viel op het paar menschen mid
den op het grasveld.
Kom alstublieft hier I schreeuw
de hij. Ik ben bang, dat vader ernstig
gekwetst is. Zag u iemand uit de
tuindeur verdwijnen
Niemand is naar buiten gekomen
dan jij wij draaiden ons om, direct
mulat het schot was gelost, zoi Lord
Monksilver heel ernstig, toen zij zich
bij don zenuwachtigen. jongen man
Later herinnerde men zich, dat Dick
zonder te aarzelen en even vóór do
anderen de studeerkamer weer bin
nenging. Een oogenblik later ston-
stonden zij gebukt over de statige ge
stalte in zwarte jas, die vlak bij de
schrijftafel lag. Op Chaloner Wens
lade was geschoten, blijkbaar op het
oogenblik, dat hij ■wilde gaan zitten
om zijn onafgemaakt werk, dat op
zijn schrijftafel lag, voort te zetten.
Ravenscar, de kalmste van de drie,
bekeek hem aandachtig, maar s'ond
dadelijk weer op, door de nette Ka
mer kijkend met een blik alsof hij
verwachtte sporen van den moorde
naar te vinden.
Hij is dood, zei de secretaris, vol
eerbied ziin hoed ufuemend. De ko
gel drong hem in den rug en trof zijn
hart, denk ik. En, kijk daar ligt het
pistool naast de deur. minstens vijf
tien voet van het tijk uf. Hij kan on
mogelijk zichzelf van het leven be
roofd hebben.
HOOFDSTUK IV.
De Misdaad en hetRaadse 1.
Do drie mannen bleven elkaar nog
hulpeloos staan aanstaren, totdat zij
tot het besef kwamen, dat er dadelijk
gehandeld moest worden. Uit dc hal
klonken opgewonden vrouwenstem
men, die de deur van de studeerka
mer naderden. Mrs. Wenslade en
Yvonne waren blijkbaar opgeschrikt
door het celuid van het schot en
zochten nu naar de oorzaak er van.
In het volgend oogenblik zouden zij
de studeerkamer binnenkomen.
Zij moeten hier niet binnenkomen,
zei Lord Monksilver met een blik op
het lijk van zijn broeder. Ik zal het
haai- zachtjes meedeelen, en daarna
om de politie en den dokter zenden
Niets moet in deze kaïne» veranderd
worden, totdat de politie de zcak in
handen heeft.
Hij ging de kamer uit naar de hal.
Dick en Ravenscar alleen met don
doode achterlatend. De secretaris
sloeg den jongen Wenslade nieuws
gierig gade. Het gedrag van Dick
scheen hem buitengewoon te interes
seeren. even goed als het ieder ander
zou geïnteresseerd hebben als iets
merkwaardigs van een zoon, die pas
zijn vader verloren heeft. Geen aan
doening of smart sprak uit zijn hou
ding, maar eerder oprechte nieuws
gierigheid van iemand, die plotseling
voor een onoplosbaar raadsel is ko
men te staan.
11; begrijp er niets van, zei Dick,
toen hij den scherp onderzoekenden
blik opving, die op hem gevestigd
was. Die het gedaan hoeft, moet de
kunst verstaan hebben om zich on
zichtbaar te maken, ik kwam tien se
conden nadat ik het schot had hooien
afgaan de kamer binnen. Ik was op
de trap, toen er geschoten werd. en
zou iedereen hebben moeten zien, die
de kamer door de gangdeur verlaten
had. U en mijn oom hadden van het
grasveld af het gezicht op het ven
ster op het oogenblik. dat het schot
afging en ge zaagt beiden niets. Het
is verbazingwekkend, van zooiets heb
ik nooit meer gehoord.
Was het mogelijk, vroeg Ravens
car zichzelf af, dat die jonge idioot
_lf zijn positie niet inzag Kon hij
zoo blind zijn, dat hij niet bemerkte,
dat bij schuldig of niet schuldig, in
liet grootste gevaar verkeerde ver
dacht te worden van een der ergste
misdaden, die een man kan bedrij
ven Ravenscar was onder de laatste
woorden vail Dick de kamer door
gaan wandelen en bleef daar nog wat
mee voortgaan, zijn oog beurtelings
gevestigd op alles, wat zich in de ka
mer bevond, de boekenplanken, den
draaibaren stoel, de tafel en het pis
tool op den vloer, dat hij zoo voor
zichtig was niet aan te raken. Toen
ging hij naar Dick, die tegen den
schoorsteenmantel stond te leunen.
U is nooit heel vriendelijk tegen
mij geweest. Mr. Richard, maai' u
heeft een goeden raad op 't. oogenblik
hoog noodig, zei hij. den blik van den
jongen man met een blik uit zijn
eenigszins droevige oogen aan zich
ketenend. Als u er in toestemt van
mij, den trouwen dienaar van uw
oom. een raad aan te nemen, dan zal
mij dat vooral terwille van liem heel
aangenaam zijn.
Ik weet niet, wat u bedoelt, zei
Dick mat.
(Wordt vervolgd).