HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
DE GOUVERNANTE
VRIJDAG 16 JUNI 1911
koopen. wanneer zij li^nloats nemen
in bepaalde gedeelten van het ge
meentewater, een maatregel, die naar
het oordeel van de Hoornsche Ka
mer van Koophandel grooter bekend
heid verdient. Waarschijnlijk kan dit
alleen, in den handel In aardappelen
en brandstoffen eonige regelmaat
brengen, want andere artikelen ko
men gewoonlijk niet por schuit.
Men ie in Hoorn dan ook tot 'de
conclusie gekomen, dat behoe
ven we het eigenlijk nog wel af te
drukken een ingrijpen van don
Rijbswetgever alleen een geheelo op
lossing kan geven.
Dat Is tegenwoordig het sluitstuk
van alle beraadslagingen over en on
derzoekingen naar misstanden een
Rijkswet. Hoe ontzaglijk naïf 1 Haast
gaat er geen week voorbij, waarin
niet voor de eene of andere zaak om
een Rijkswet wordt geroepen, er komt
voor al die diverse onderwerpen zel
den of nooit een wet tot stand en Ln
weerwil daarvan wordt er maar altijd
meer op den stapel gelegd. En dat
voor de deur der Tweede Kamer, die
wel de slechtste onzer wetlenmaken-
de lichamen moet zijn. omdat zij de
grootste is, dus de langzaamste, om
dat zij het meest geremd wordt door
politieke overwegingen en omdat zij
wetten heeft te maken voor het gehee
lo land, dus voor de rneest uiteenloo-
pende toestanden bevrediging zoeken
moet. Al die personen en corporaties,
die om een Rijkswet roepen, moesten
toch gevoelen, dat de kans daarop
uiterst gering en de hoop op een goe
de wet bRna een hersenschim wezen
moet.
„Och", heb ik eens een ervaren
man, die van zijn leven a] menige en
quête, menige beweging tot verbete
ring van dit of dat had meegemaakt,
hooren zeggen „vroeger eindigden
we altijd niet een rapport, tegen woor-
dik eindigen we met te vragen om een
Rijkswet. Er moet op de eene of ande- J
re manier toch wel een staart aan ge
draaid worden I"
Het is wat rauw gezegd, maar on
juist mag het niel hoeten. En het is
waarschijnlijk wel door onzen geest
tot navolging, dat wij altijd maar
weer onze verwachting bouwen opj
dien traagsten aller wetgevors in Den
Haag, terwijl we de wetgevers die
dichterbij zijn, over het hoofd zien.
Wel Is men in Hoorn tot de slotsom
gekomen, dat de gemeente in deze
niets doen kan. maar het argument,
dat daarvoor wordt aangevoerd, lijkt
niet heel sterk en de autonomie van
de gemeenten, die wat durf en voort
varendheid bezitten, gaat vrij ver.
Bovendien is het duidelijk, dat een
plaatselijke regeling veel beter kan
zijn, dan een algemeen voorschrift
voor het lieele land, omdat de eerste
alleen rekening heeft te houden met
de locale toestanden en dus klemmen
der wezen kan. Ziedaar voor wakkere
burgemeesters en Raadsleden, die niet
bang zijn voor een schaduw, een
mooi onderwerp van studie.
Het is waarschijnlijk wel bekend,
hoe in Haarlem de toestand is. Op
verzoek van de middenstandsvereeni-
gingen nemen de bladen geen adver
tenties van vliegende winkels op en
getroosten zich dus een niet onbe-
l3nkrijke winstderving, om de winke
liers zooveel mogelijk voor deze in
derdaad hinderlijke concurrentie te
vrijwaren. Zooveel mogelijk, zeg ik,
want daarmee alleen worden de vlie
gende winkels niet geweerd. Toch heb
ik den indruk, dat bun aantal afne
mend is en treffend vond ik indertijd
do opmerking van een vliegenden
winkelman. tn«n hij aan ons bureau
hoorde, dat en waarom zijn adverten-
tiën niet geplaatst konden worden
„ik wou, dat het in mijn woonplaats
ook zoo was I" Blijkbaar ondervond
hij dus in zijn woonplaats hetzelfde
leed, dat hij op zijn beurt den Haar
lemmers aan kwam doen.
Overigens kunnen, meen ik, de mid-
denstandsvereenigingen zelf nog wel
iets doen. om den vliegenden winkel
uit de stad te houden, door namelijk
het publiek attent te maken op de na
deden aan het koopen daar verbon
den. Daartoe adviseerde Alkmaar in
de Hoom8che beweging, maar die
praetische wenk komt zelfs onder de
genomen oonclusies niet voor. Zal het
dan in t geheel geen vrueht opleve
ren, wanneer in kalme taal aan het
publiek wordt duidelijk gemaakt, dat
veelal de waar in den vliegenden win
kel van geringe soort is, dikwijls dus
te duur voor den toch lagen prijs en
dat reclames, wanneer de kooper be
merkt dat het artikel slecht is, niet
meer baten, omdat de vliegende win
kel al weer naar elders is gevlogen
Mij dunkt, deze twee nuchtere over
wegingen moeten meer te weeg bren
gen. bij het publiek, dan de wel ethi
sche, maar daardoor juist niet zeer in
druk wekkende argumenten, dat het
publiek de firma's in de eigen gemeen
te behoort te steunen en te bevoordee-
len. Zulke motieven trekken wel een
oogénblik de aandacht, maar blijven
niet in het hoofd hangen. Het eigen
belang weegt veelal zwaarder en aan
getoond kan worden, dat het niet ge
diend wordt door te koopen in vlie
gende winkels.
J. C. P.
buitenlandse)] Overzicht
CASTRO, DE AVONTURIER,
doet van zich spreken. Hij blijkt zoo
waar weer eens groote plannen te
hebben I
Castro verbeeldt zich, dat Venezuela
niet buiten hem kan. Toch bedriegt
de man zich, t is alleen, dat... hij
niet buiten Venezuela kan. Een groot
verschil I
Reeds hebben we iets van Castro's
plannen medegedeeld. Volgens nadere
berichten vermoedt men, dat Castro
zich aan boord bevindt van een met
kanonnen geladen schip, „Consul
Groosstuck" genaamd, dat thans in
de .haven van Port-de-Paix ligt.
De regeering van Haïti deelt mede,
dat het schip een vroegere Italiaan-
sche kruiser is en verklaart, dat
Castro het schip gekocht moeit heb
ben. In dit geval zou hij als zeeroover
beschouwd worden. De Amerikaan-
sche overheden hebben hun waak
zaamheid verdubbeld om de ontsche
ping von hulp-expedities voor Castro
onmogelijk te maken.
Amerika zal bovendien een oorlogs
bodem naar de Zuid-Amerikaanscne
wateren zenden, om Castro in 't oog
te houden.
Men verwacht dat Engeland, Frank
rijk, Duitschiand, Nederland, Colum
bia, Venezuela, Panama en Haiti zul
len samenwerken om Castro er onder
te houden.
MaarCastro is een slimme vo
gel, die zich niet zoo heel gauw laat
vangen. Hij schijnt zieh tc beroepen
op de bescherming van de Duitsche
vlag, die op z'n schip waait.
Toch zal liet Castro niet. veel helpen,
want de Duitsche regeering maakt
nu bekend, dat hij die vlag onrecht
matig geheschen heeft en dus geen
aanspraak kan maken op bescher
ming.
Zal men op Gastro gaan jagen
Laten ze hem toch niet in Venezuela
doen landen, want dan zijn ernstige
rustverstoringen te verwachten.
Over de avonturen in Marokko is
heden weinig nieuws. Alleen is over
de houding van
iets naders bekend geworden.
De öpaanscne minister-president
heeft tot een Franscb journalist ge
zegd, dal iiq met twijfelde, of alles
zou gesclukt worden. Er is in Spanje,
evenais m Frankrijk, een partij, ine
de verovering van Marokko zou wen-
sclien, ais met het verstand sterker
was dan die begeerte. Men heeft de
be leekte us van de ontscheping der
troepen te Larrasj overdreven. Als wij
(bponjoj niet naar El Ksar gegaan
waren, dan zouden de Fransche troe
pen er heen gegaan zijn. Spanje heeft
zijn plicht gedaan. Wij kunnen van
onze rechten geen afstand doen. Wij
hebben volstrekt geen oorlogszuchtige
bedoelingen in Marokko. Wij hebben
te veel in het eigen land te doen, dan
dat we nog avonturen in het buiten
land zouden willen zoeken.
Minister Canalejas verzekerde ten
slotte, dat hij den generaals in Ceuta
en Melilla nadrukkelijk gelast had,
alle troepenbewegingen te vermijden,
die aauloiding tot verkeerde uitleg
gingen zouden kunnen geven.
El Mokri, de Marpkkaansche minis
ter, tijdelijk te, "Ranjs vertoevend,
heeft tot vertegen woord igers van de
pers gezegd, dat de Marokkaan sche
regeering hot optredon van Spanje,
dat zij beschouwt uU in strijd met
het verdrag van Algeciras, aan het
oordeel zal onderwerpen van de mo
gendheden, die genoemd verdrag on
derteekend hebben, en dat zij aan die
mogendheden de vraag zal voorleg
gen, of bedoeld verdrag nog bestaat
al dan niet.
Do Fransclie gezant te Madrid heeft
in een onderhoud met den minister
van Buitenlandsche Zaken nog eens
uitdrukkelijk herhaald, dat Frankrijk
zich zijn standpunt ln zake de Spaan-
scho actie voorbehoudt.
In de Fransche Kamer was een In
terpellatie over de wet op de
aan de orde.
Aangenomen werd een motie-Dali-
mier, waarin vertrouwen wordt uit
gesproken ln de regeering, dat zij de
wet zal verbeteren en zoo spoedig mo
gelijk een ontwerp zal Indienen, dat
den leeftijd van de pensioentrekken-
den op CO jaar stelt en 100 francs toe
kent aan grijsaards, die den leeftijd,
waarop zij pensioen zouden krijgen,
reeds te boven zijn.
Het eerste gedeelte der motie (be
treffende bet vertrouwen in «ie regee-
ringj is aangenomen met 343 tegen
143 stemmen, liet tweede gedeelte,
(over de verbetering der wet) met
legen lóü liei laatste gedeelte met
550 legen 1 en het geheel met 356 le
gen 64 stemmen.
De regeering beschikte dus over een
vrij groote meerderheid.
Éi den Franschen Senaat is giste
ren ook geïnterpelleerd; het ging
daar over
DE WUN-QUAESTIES,
en wel in het bijzonder over de afba
kening van hel Champagne-district.
Rambourgt lichtte een besluit toe,
aarin de regeermg werd uilgenoo-
digd een dringend wetsontwerp in te
dienen, dat de administratieve afba
keningen opheft
Met t-50 tegen 16 stemmen werd
een door de r eg coring aanvaarde mo
tie aangenomen, die verklaart, dat de
Senaat op de regeering rekent, dat
zij, voordat de Kamer uiteengaat, een
dringend ontwerp zal Indienen en
verdedigen, dat de administratieve
afbakeningen vervangt door bepalin
gen over het aangeven van de her
komst van den wijn; die bedrog be
letten.
Ook in den Senaat dus eene groote
meerderheid voor de regecring.
Voor
is dus blijkbaar geen gevaar meer.
Dit komt, doordat de minister van
Landbouw is omgedraaid en nu met
de afschaffing van 't afbaken-systeem
genoegen heelt genomen, hoewel hij
daar voorheen een tegenstander van
Met zulk laveeren «ai zwenken zal
bet ministerie de groote vacamtie ge
makkelijk zonder haar munster-presi
dent halen.
Zaterdag zullen
den eed afleggen in handen des ko-
mngs, en Dinsdag zich aan de Kamer
voorstellen'.
De toekomstige politiek van de ka
tholieke jiurlij besprekende, schrijft
hel Handelsblad van Antwerpen
„De strijd dient geleund op de
schoolkwestie en liet Belgische volk
zal uitspraak doen of het, aJ of niet,
voor de gelijkheid en de vrijheid der
huisvaders is.
En die uitspraak moet definitief
zijn en daarom zal de volksraadple
ging algemeen wezen, namelijk met
deelneming van hel ganscne land, bij
gevolg, ontbinding der Kamers ui
ïyhl met vermeeideiuig van net getal
volksvertegenwu«.i.iige/s volgens den
uitslag der volkstelling.
Het land moet van stonde af weten,
dat wij de school wethei zieuing niet
opgeven, maar dat de Kamers er geen
beslissing over zullen nemen, voor en
aleer het volk gesproken heeft.
Onze stelling moet duidelijk en be-
paald afgeteekend zijn het kiezers
korps wete van heden af, wat wc wil
len en waarheen wij gaan hei wete,
dat wij het land eerlijk uitspraak
zullen laten doen en dat enkel voor
uitstrevende en volksgezinde betrach
tingen het doelwit zijn van bet mi
nisterie.
Onder die voorwaarden gaan wij
vol vertrouwen de toekomst tegemoet
en moet de strijd van het toekomend
jaar voor onze vrienden geen voor
werp zijn van vrees of van bekomme
ring."
Aan
DE ALBANEESCHE OPSTANDE
LINGEN
is dus amnestie verleend. Zij hebben
10 dagen, om zich over te geven, en
hun wapenen in te leveren. Geschiedt
dit niet, dan kunnen zij niet meer op
genade rekenen. Wie zich evenwel
aan deze voorwaarde onderwerpt, zal
niet gestraft worden.
De Sultan van Turkije heeft 110.000
gulden geschonken voor hot herstel
len van de aangerichte schado. De re
geering zal het weer-opbouwen van
de verwoeste woningen krachtig steu
nen en door hervormingen in te voe
ren aan alle gerechtvaardigde onte
vredenheid tegemoet komen.
In Montenegro gelooft men intus-
schen niet, dat alle gevaar geweken
is. Men heeft te Cettinje vernomen,
dat de opstandelingen besloten heb
ben den gucriila-oorlug te gaan voe
ren en tot hel uiterste vol te houden.
Zij zijn tot dat besluit gekomen, om
dat de jong-Turksche rageering de
beloften, die zij den Aibaneozen heeft
gedaan, nooit heeft gehouden. De
Turken hebben het vertrouwen der
Albaneezan verloren.
Van onzen Reizenden
Redacteur.
BOKSER EN WORSTELAAR RALPH
H. FITZSIMMONS AAN
T WOORD.
Breed van schouders, hoog van ge
stalte, met een krachtig gezicht, on
der zware wenkbrauwen, energieke,
bruine oogen, zoo staat Ralph H.
Fifczsimmons voor ons. Hij is pas 35
jaar, lijkt door de kracht van zijn
trekken wat ouder.
Deze man, die dc gevreesde tegen
partij is geweest van de boksers Cor
bet!, Sullivan, Jack Johnson, die'met
succes stond gehouden heeft tegen
Jeffries, heeft zooeven Samaxitaan-
sche diensten aan den zieken Sylves
ter Sch&ffer bewezen.
„Wel, Ralph, vertel mij eens wat
uit je veelbewogen leven."
De bokskampioen steekt een sigaret
op, neemt een teugje koffie en ver
haalt
„Ik ben uit een oude Amerikaan-
sche familie gesproten. Nadat ik de
school had bezocht, heb ik in de me
dicijnen gestudeerd, maar d«?ed veel
aan sport, vooral aan boksen."
„Wie was uw leeraar?"
„Ik heb mijzelf alles geleerd. Ik ben
een self-made man. Zucht naar avon
tuur deod mij de studie vaarwel zeg
gen en negentien jaar oud, streed ik
mijn eersten bokswedstrijd. Toen was
ik nog amateur. Ik overwon en werd
in hetzelfde jaar leeraar aan de New-
york Athletic Club. Daar heb ik met
den grooten Jeffries menige match
uitgevochten toen kende Jeffries nog
weinig. Maar er zat toekomst in
hem."
„Vindt u het boksen een schoone
sport
„Voer zoover als het boksen be
oefend wordt door amateurs als mid
del tot zelfverdediging, heeft het zijn
voordeelen. Maar overigens veracht
ik de bokskunst als boroupssport. Zij
is te brutaal, en wie als beroeps
bokser niet gemeen zijn kan, komt
niet voorwaarts. Naar mijn oordeel
tellen beroepsboksers niet meer mee
tot de goede menschen. Men moet
zijn tegenstander stompen toedienen,
die misdadig zijn. Daarom heb ik hei
boksen vaarwel gezegd en "ben worste
laar geworden."
„Dus worstelen acht u hooger als
lichaamsoefening
„In 1903 ben :k worstelaar gewor
den. Het is een gezonde lichaamsoefe
ning, en wanneer „fair gevochten
wordt, is het ook een heel normale
kunst om zijn brood te verdienen."
„Men zegt ael eens, dat de worstel
wedstrijden op een afspraak berusten.
Te-voren is de overwinnaar roods
aangewezen."
„Dat is met zoo. Wij strijden zeer
fair. Maar ik begrijp wel, wat aan-
leiding tot dat gerucht heeft gegeven.
Zie wanneer twee partijen hebben
te worstelen, waarbij de eene partij
zeer veel sterker is dan de andere,
dan wordt overeengekomen, dat dc
sterkere zich in acht zal nemen, om
den zwakkere geen pijn te doen, want
u moet wel beseffen, dat bij zoo'n
worsteling het gevaar, om verwond te
worden, zeer groot is."
„Wat denkt u van Dirk van den
Berg
„Hij is een zeer groot technicus. Er
zijn er weinig, die dc kunst van het
worstelen zou goed beheersclien als
hij. Hij is niet het ruwe worstet-
mcnsch, maar hij is een artist in zijn
vak, hij werkt met intelligentie."
„Dus 't komt niet alleen op de
krocht aan V"
„Maar zeker niet. Men moet na
tuurlijk van nature en door oefening
sterk zijn, maar de meester wordt
slechts hij, die zijn kracht op de
meest verstandige wijze weet toe te
passen. Het worstelen oefent in moed,
berekening en geeft tegenwoordigheid
van geest. Daarom is het amateur-
worstelen ook goed voor degenen, die
in het praktische leven staan. Zij zul
len daardoor in zaken hun zenuwen
meester zijn."
„Oefent u zich lang
„Eiken morgen een paar uur, om
de arm krachten te behouden. Overi
gens matig leven."
„Eet u veel?"
„Neen, normaal, zooals elk gezond
mensch van mijn leeftijd".
„Houdt u van uw beroep
„Het heeft voor iuij een onaangena
me zijde. Ik vind onder mijn collega's
te weinig menschen met ontwikke
ling, menschen met wie ik over we
tenschap en kunst kan spreken. Daar
door voel ik mij zeer eenzaam. U be
grijpt, wij reizen de wereld rond. Ik
troost mij dan maar met boeken,
voornamelijk met filosofische."
„En welke filosofie hangt u aan
„Ik heb mijn eigen filosofie, mijn
natuur-filosofie. ik geloof, dat men
datgene is, 't welk men van zich zelf
maakt. Ik ben Nethist."
„Wat is dat, „Nethist"
„Dat is hij, die gelooft, dat hij is
zooals hij zich denkt „Wie er sich
bettet, so schlaft er", zegt het spreek
woord. (Zooals men zich te bed legt,
zoo slaapt menj."
„Hoe bevalt u Nederland
„Ik vind, dat «ie Nederlanders zeer
veel van de Spanjaarden hebben,
maar van Spanjaarden, die niet lui
zijn, die Angelsaksische energie heb
ben."
„Dat is een zeer merkwaardige uit
spraak, weet u, dat wij lang onder
Spaansche heerschappij zijn geweest,
en er sedert dien in Nederland veel
Spaansch bloed zit
„Neen, ik wist liet niet. Het doet
mij genoegen, dat mijn opmerking
juist blijkt. Ik heb veel gereisd, spreek
behalve de moderne talen Italiaanse!»,
Spaansch, Roemeensch, Grieksch en
Boelgaarsch. Uw Nederlandsche taal
lijkt mij op het gehoor een mengsel
van Duitsch, Engelsch en Fransch.
Maar het gutturale (het in de keel
gesprokene) doet weer aan het
Spaansch denken."
..Denkt u bij het worstelen te blij
ven
„Voorloopig, ja. Ik ben een paar
jaar geleden de eerste geweest, die
met een echten Amerikaanschen Gris-
ley-beer geworsteld heb en heb in t
Pulace 1 heater in Londen daar veel
succes mee geluid. Maar ik kon het
met voortzetten, omdat de beer een
te intelligent dier is."
„Hoezuo f
„Het dier onthoudt alle grepen. Als
ik 'n paai keer deuzellden greep hud
toegepast om hem te leggen, kende hij
hem en wist voortaan te voorkomen,
dat ik hem toepaste. En na een
maand werd het mij onmogelijk, het
dier op den grond te krijgen, tenzij
«Ian doordat ik hem den poot uit het
lid draaide. Maar dat was dieren
mishandeling „Fair" worstelen was
met zoo'n knaap, die met vier handen
vecht en tienmaal sterker is dan een
man van mijn kracht, echter onmo
gelijk. En men kan niet elke maand
een nieuwen beer krijgen. Dus moest
ik het worstelen van den man met
den beer opgeven, hoewel ik or veel
geld mee verdiende."
„Heeft u den grooten bokswedstrijd
tusschen Johnson en Jeffries bijge
woond
„Ja, en ik heb van te voren Jeffries
den afloop voorspeld- Men heeft ech
ter het verslag van dien wedstrijd te
veel opgesierd. Al de verhalen van
oog-uitslaan, tanden uitslaan, de
doofheid van Jeffries, zijn gelogen.
Beroeps bolders zijn niet zoo dom, dat
zij elkaar voor levenslang ongelukkig
slaan. Maar toch, het is een ruwe eu
onedele beroeps-sport, die ik gaarne
den rag heb toegekeerd
Daarmede was ons gesprek ten ein
de Eén van die groote, sterke man
nen, die men 's avonds op het tooneel
den forse hen bouw van hun gespierde
!e«ien ziet tentoonstellen, had uw
reporter liet nemen van dit „kiekje
van zijn ziel" toegestaan.
OM ONS HEEN
No. 1371
Vliegende winkels.
De Kamer van Koophandel te Hoorn
heeft eenliren tijd geleden een circu
laire gezonden aan andere Kamers
van Koophandel over den last en de
schade, dio aangericht worden door
Vliegende winkels. Zij wos wat teleur
gesteld, omdat van de 39 slechts de
helft heeft geantwoord, en meent, dat
<le nadoelen er van ondervonden wor
den ln vele streken en gemeenten.
Deze opvatting is waarschijnlijk
wel do juiste. Voor de winkeliers is
het zonder twijfel belangrijke schade,
.Wanneer de eene of andere firma
voor een week of wat in een gemeente
komt neerstrijken en daar goederen
van dikwiils twijfelachtige waarde
uitverkoopt tegen lage prijzen. Het na
doel voor den gevestigden hondelaar
is feitelijk drievoudig vooreerst ver
koopt hij zeJf minder dan gewoonlijk,
zoolang de vliegende winkel ln de
buurt ls, vervolgens wordt het ver
trouwen ln 't artikel d«x»r de (meestal)
inferieure hoedanigheid van de waar
benadeeld en eindelijk worden de
prijzen bedorven, want het publiek ls
helaas zoo, dat het, na hel vertrek van
deri vliegenden winkel, de geringe
quaJiteit van de waar die hij ver
kocht. liefst vergeet en van den geves-
tigden winkelier verlangt, dat hij het
betere artikel nu ook zal leveren voor
'den lagen prijs.
Van zuiver theoretisch standpunt
bekeken is er .in dezen tijd van we
reldverkeer en internationalen han
del, iets vreemds, iets onlogisch in,
'dat getracht wordt de concurrentie in
een stad of dorp te bej>erken. Wie de
practijk niet kennen zouden allicht de
vrijheid als blijheid prijzen en ver
kondigen, dat de mededinging vol
maakt vt" moet blijven .daar ze im
mers over en weer kan worden ge
voerd. In de nuchterheid van het da-
gelijksch leven zien wij evenwel de
zaken eenieszins anders. Gedeeltelijk
door den geest des tijds, gedeeltelijk
door onderlingen wedijver hebben de
winkeliers dikwijls groote, dus kost
bare gebouwen gesticht, die aan hum-
of hypotheekrente, aan personeel,
licht en belasting groote uitgaven vor
deren. Daarbij is hun arbeidsveld be
perkt, het is zelfs, ook ln verhouding,
des te meer begrensd, naarmate de
gemeente kleiner is, Voor Haarlem-
sche winkeliers zijn vliegende win
kels dus schadelijker, dan voor Am-
sterdamsche, omdat deze laatste kun
nen rekenen op ©en clientèle, die niet
alleen uit Amsterdam zelf afkomstig
is. De Haarlomsche firma is, op een
enkel vak na, tot Haarlem en hare
omstreken lieporkt. Geen wonder dus,
dat zij met leede oogen ziet, hoe een
vliegende winkel kalmpjes naast of
tegenovor hem neerstrijkt en weken
lang de orders wegvischt, nog wel te
gen contant geld en zonder dat zijn
vliegende mededinger belasting be
taalt, terwijl deze op 't stuk van licht,
personeel, winkel-inrichting met wei
nig toekan. Aan kostbare maatschap
pelijke verplichtingen, lidmaatschap
pen, armenzorg, ondersteuning van
dit en dat. doet de vliegende winkel
natuurlijk niemendal.
DuSfc zoeken de belanghebbenden
naar maatregelen om het kwaad te
gen te gaan. Merkwaardig is het, dat
de middelen, die in de eene gemeente
resultaat opleverden, in dc andere
niet baatten. Ter Neuzen en Winscho
ten hielden de winkeliers zich de
lastige concurrenten van "t lijf,
door zoodra er een vliegenden
winkel opende, zelf een gezamen-
lijken uitverkoop te houden op de
zelfde plaats en tot even lage prij
zen. Maar zie. te Delfzijl baatte dit
verweermiddel niet. Hadden de Delf-
zijlers meer neiging naar het nieuw
tje of was het er misschien minder
goed opgezet
In Amsterdam mogen schippers, die
artikelen aanvoeren, die alleen ver-
FEUILLETON
door II e a d o i) Uil!.
18)
Na de sponning van de laatste da
gen en met het somber vooruitzicht
van do begrafenis baars vaders op
den volgenden dog, kwam de taak,
haar door Elisha Crowe opgedragen,
als een welkome zenuwafleiding. Af
gescheiden van haar ridderlijk ver
langen, om Phyllis te helpen, als zij
nog in loven was, werd haar warm,
jong bloed ook aangetrokken door het
avontuurlijke van het geval, liet op
wekkende vun de jacht had zijn in
vloed laten gelden, en voor het oogén
blik beschouwde zij den secretaris
van haar oom met het vriendelijke
gevoel van den jager tegenover den
vluggen, rooden vos, die hem handen
vol werk geeft.
Terwijl zij zoo voortsnelde kwam
'die vergeliiking bij haar op, en haar
oogen schitterden van ijver. Zij had
ongeveer twee mijl afgelegd, toen zij
bij liet omgaan van een bocht in den
weg haar prooi ongeveer twee hon
derd meter voor zich uit zag gaan. Zij
bedacht, dat een vos even dikwijls
door list als door snelheid aan zijn
vervolgers ontsnapt, en vooropge
steld, dat Ravenscar de hand had in
het verdwijnen van Phyllis, dan zou
zeker aangeboren slimheid'hem niet
vreemd zün. Zij kon hem niet inha
len voor zij haar plan de campagne
had opgemaakt. Het was to gewaagd
om dit van de inspiratie van het
oogénblik te laten afhangen. Kalm af
stappend bracht zij haar rijwiel tus
schen eenite boschjes braamstruiken
aan den kont van den weg en gluur
de van daar uit naar den secretaris.
Voor Ravenscar uii was weer een
bocht ln den weg. dien hij naderde
met de snelle, lange stappen, waar
mee hij zich gewoonlijk voortbewoog.
Yvonne besloot, hem den hoek om tc
laten gaan, voordat zij haar vervol
ging voortzette, want zijn houding op
dat punt zou haar inlichten of hij
bung was vervolgd te worden. In tus
schen spande zij haar sterke, Jonge
oogen in, om te zien of de zich ver
wijderende gestalte ook iets bij zich
droeg. Zij kon dat moeilijk verwach
ten en was daarom aangenaam ver
rast een glimpje op te vangen van
een klein, wit vierkantje in Kavens-
car's linkerhand. Om vorschillende
redenen beschouwde zij dat als een
goed voorteeken. Ongetwijfeld was
het witte vierkantje de enveloppe van
den brief, dien hij in Beacon Au«iley
onder het waakzame oog van Elisha
Crowe niet op de post had durven
doen, en het feit, dat hij hem Ln zijn
hand dro - Uever dan hem in een
zak te steken, waaruit hij hem zou
kunnen verliezen, wees op het belang
rijke van dat epistel En juist de be-
teekenis van deze kleme, schijnbare
toevalligheden deed in het dappere
meisje het plan rijpen, waarnaar zij
had gezocht.
Eenige oogenblikken later verdween
de secretaris om den bocht, en dat
hij daarbij niet omkeek, kwam Yvon
ne bij haar plan des te beter te pas.
D aard o or kreeg zij de overtuiging, dat
hij niet bang was vervolgd te worden.
Dat hij zich veilig zou voelen, was
juist heel gewenscht met het oog op
het plan, dat in haar werkzamen geest
was gerijpt.
Nauwelijks was Ravenscar uit het
gezicht verdwenen of zij mankte zich
tot handelen gereed. Ilaar rijwiel
weer op don weg terugbrengend, stap
te zij op en ging rechtdoor verder.
Zoo snel had zij gereden, dat. toen
zij haar vuurt inhield en voorzichtig
den hoek omging, Ravenscar nog
maar een vijftig pas van haai- of was,
snel doorwandelend, maar met gebo
gen hoofd als in diep gepeinzen ver
zonken. Een zenuwachtige trilling
ging Yvonne door de leden .teen zij
opmerkte, dat zijn linkerhand den
brief nog omklemd hield.
Nu niet langer getalmd, mompel
de zij, met opeengeklemde tanden. Als
't meeloopt .ben ik naast hem, vóór
dat hij nv gehoord heeft.
Met over haar stuur gebogen hoofd,
snelde zij weer verder zoo vlug ais zij
kon. Het "«luk wilde, dat de weg hard
en droog was, zoodat zij zonder ge-
ruisch naderbij kwam en Yvonne zorg
de er altijd voor, dat zij haar machi
ne goed in de olie hield.
Vóordut hij er iets van kon hooren
en zich ook maar halverwege om kon
draaien, was zij als een wervelwind
bij hem, hot voorwiel bolste tegen zijn
been, zoodat hij ter aarde viel en de
losjes vastgehouden brief een eind
weg vloog.
Voor Yvonne boteeltende de botsing
niets on ofschoon zij natuurlijk van
haar rijwiel geworpen word, sprong
zij met de vlugheid van een jonge kat
dadelijk weer overeind, eu zich
Llishu's raad herinnerend, om haar
doel in geen geval bekend te maken,
ging zij eerst deu gevallen man hulp
aanbieden. Een snelle blik met den
ivoek van haar oog overtuigde haar,
dat de envelope met den adreskant
naar beneden, nu buiten het bereik
van den oigenaar lag. Het lag niet in
haar plan, om er dadelijk notitie van
te nemen, maar liever eerst den ver
wonde te helpen.
Wel, Mr. Ravenscar 1 riep zij met.
goed geveinsde verbazing uit. Ik ben
toch blij, dat u het is en geen vreem
deling. Ik begrijp niet. hoe ik zoo
kon suffen, om heelemaal niet te bel
len. Ik hoop toch, dat u door mijn
zorgeloosheid niet ernstig gekwetst
De secretaris deed moeite om weer
in een zittende houding tc komen,
terwijl Yvonne haar best deed hem
zoo op te helpen, dat hij nog wat vor
der van den brief af kwam. Zij zag,
hoe hij er een angstigen blik op wierp,
en ook, dat er een trek van voldoe
ning op zijn gelaat kwam, toen hij
bemerkte, dat de adresknnt naar bo
neden gekeerd las.
Maak u alstublieft niet bezorgd
over mij, zei hij hoffelijk. Er is niets
gebreken. U heeft mij alleen wat bui
ten adem srebracht, over een paar mi
nuten ben ik weer geheel hersteld.
Yvonne raapte haur rijwiel op. waar
tot haar geruststelling niets aan man
keerde ,en plaatste het zoo, dnt haar
slachtoffer met zijn rug tegen hot za
del kon rusten. Toon haalde zij haar
zakdoek te voorschijn en begon hem
met ijver af te stoffen, tegelijkertijd
zich zoo plaatsend alsof zij toevallig
tusschen hem en het voorwerp van
haar verlangen in kwam staan. Eerst
had zij het haar rug toegedraaid,
maar al pratend wist zij zich zoo om
te draaien, dat zij den brief als een
plotselinge ontdekking wel in het oog
moest kri'^en.
Hallo I riep zij uit ais een valk
op zijn prooi vallend, u heeft van don
schrik een brief laten vallen. Wacht,
ik zal hem voor u oprapen
Haar vingers hadden zich om dc en
veloppe gesloten, en zij had den brief
juist omgekeerd en dus het adres bo
ven gebracht, toen de magere, lange
arm van Ravenscar werd uitgestoken
en haar vuist greep in een klem als
van staal Met een kreet van pijn liet
zij den brief vallen, en wierp een ver
ontwaardigden blik op het magere,
geelblecke gezicht vlak bij haar. dat
haar aankeek alsof hij tot in het
diepst van haar ziel wilde lezen. Met
een zucht, die even goed veel als wei
nig kon beioekenen, keek hij eon an
deren kant uit, bukte zich voorever
en mankte zich meester van don brief.
Na hom in zijn borstzak gestoken te
hebben, barstte hij in een lachbui los,
die geruststellend moest verbeelden.
U moet mij vergeven, dat ik mij
zelf zoo vergat, zei hij. in elk geval
zijn wij nu quitte wat persoonlijken
aanval betreft. Zeker ben ik door dien
val wat zenuwachtig geworden en
was ik mii voor een oogénblik niet
bewust, dut u mij uit vriendelijkheid
<üen brio! terug wilde geven. Een
oogénblik was ik bepaald niet toere
kenbaar voor mijn daden, ik behandel
de u als een vreemdeling, die ver
vuld was van ijdele nieuwsgierigheid
naar het adres van den brief. U is
heel jong, Miss Wonslade, maar u is
scherpzinnig genoeg om te begrijpen,
dat een man in mijn ondergeschikte
positie toch wel particuliere zaken
kan hebben, die hij voor zichzeli
wonscht te houden.
(Wordt vervolgd).