NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. DE GOUVERNANTE Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. A.TERDAG 17 JUNI 1911 C HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN A D V E R T E N TI ËN: per drie maanden: óvtf" ^an regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voof Haarlem1-20 Jy r 3 Haarlem van 15 regels 1.elke regel meer 0.20. Reclames 30 Cent per regel Voor de dorpen tn den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1.30 VT Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland,1.65 AT ggsc 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant. 5Szondagsblad, »oor HMrien.' S£g X Redactie e°A<,rainislratie! Oroote Houtsuwtf53- de omstreken en franco per post ,0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon'interc. 6229. DERDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht Wat moeten we er van gelooven Er is geen touw aan vast te knoopen. Eerst werd stellig beweerd, dat DE AVONTURIER CASTRO met een oorlogsschip naar Venezuela stoomt, om daar revolutie te maken. Het was een echte roman! 't Heette, dat Gastro liet oorlogsschip, dat door de neger-republiek Haiti to Hamburg gekocht en reeds hall betaald was, op een slinksche manier Kernachtige had. Hoe, dat weid evenwel niet ver teld. Nu stevende Castro met kanonnen, geweren, munitie en vooral met veel revolutie-zin, naar Venezuela.... De regeerders dor Vereenigde Sta ten al in nood. Moest het geharrewar In Venezuela weer beginnen Reeds werden plannen gemaakt, om oorlogsschepen uit te zenden, om Castro met geweld naar Europa terug te brengen. En wat blijkt nu Dat het oorlogsschip, dat naar de Arnerikaansche wateren vaart, werke lijk bet eigendom van Haïti is, maar.... dat het met Castro en Vene zuela niets te maken heeft. Welke grappenmaker zou den mooi- en opzet voor een 5-cent-roman ver zonnen hebben In elk geval, hij heeft er succes mee gehad. Jammer, dat het geen 1 April is 1 De Fransche Kamer behandelde g>steren Onder de spiekers was de socialist Jaurès. Hij verzocht de Fransche re- geering, om met Spanje te onderhan delen over de publicatie van het ge heime Marokko-verdrag ('t bestaan daarvan is onlangs onthuld dooi' een Spaanseh oud-Minister), opdat er een eind konic aan de misstanden en de Acte van Algeciras weer op de oude wijze kan woideu toegepast. Ook stel de hij den eisch, dal Frankrijk en Spanje tegelijk Marokko zuilen ver laten. De andere interpellauten vertelden niet veel nieuws. Alleen wees een hunner nog op het feit, dat de actie van Frankrijk bespoedigd is door de vriendschapsbanden, die de repu bliek aan Engeland en Rusland hin den. Geen wonder Vrienden mopperen niet zoo gauw en tegenstanders hou den het gemopper wat in, omdat ze niet alleen tegenover Frankrijk, maar ook tegenover zijn vrienden komen te staan. Na de interpellauten was de minis ter van Buitenlandache Zaken aan 't woord. Uit zijn lange rede zullen we alleen de belangrijkste modedeelingen opdiepen le. dat de Franschen op ver- ioek van den Sultan naar Fez getrokken zijn. Ze. Frankrijk heeft de Acte van Al- gecuas geëerbiedigd. 3e. Spanje deed dit niet. 4e. Frankrijk ontkent, dat er een geheim tracta&t met Spanje zou bestaan. 5e. Nu de belegering von Fez is op geheven, zullen de Franschen de on derwerping van enkele lastige stam men bewerken. Deze operaties zullen evenwel tot het strikt noodzakelijke beperkt worden. 6e. Het prestige van den Sultan moet hersteld en do vrijhoid van den handel gewaarborgd worden. 7e. De taak van Frankrijk is nog het leger van den Sultan te reorgani- seeren, een einde maken aan de kne velarijen en oneenighcid en de haven politie verbeteren. Na deze ministerieele geruststellin gen gingen de heeran aan het stem men. De Kanier nam met 461 tegen 76 stemmen het eerste gedeelte aan van een motie van Abel Ferry, luidende „De Kamer, de verklaringen der re geering goedkeurende." Het tweede gedeelte „vertrouwt, dat zij eene staatkunde zal volgen, die In overeen stemming is met de speciale belangen van Frankrijk in Marokko en de be ginselen van de'Akte van Algeciras", met. 434 tegen 77 stemmen, en tenslot te de geheele motie bij handopsteken. Alweer dus een succes voor het mi nisterie. En nu wilde men nog van een minister-crisis spreken.... DE SPANJAARDEN IN MAROKKO gaan voort met hun actie. De kapitein-generaal van Melilla heeft geseind, dat er een vuurgevecht beeft plaats gehad, tusseben inlan ders en het kamp van Alhucemas. Volgens een gerucht zouden de Spaaii3che troepen onmiddellijk de streek bezetten. Meeningsverschil tusseben Kabylen gaf aanleiding tot een gevecht, waar in 9 inlanders gedood en een groot aantal gewond werden. Men weet, DE TURKSCHE SULTAN IS AAN 'T REIZEN in z'n land. Dat is een groote gebeur tenis, want vroegere Sultans deden dit nooit. Z. M. werd overal nogal hartelijk ontvangen. Nu is hij naar Albanië vertrokken, om daar ook eenige plaatsen te bezoe ken. In steden, waar kort geléden nog een verwoede opstand tegen 't Turk se he gezag was waar te nemen, is de Sultan nu.... geestdriftig toegejuicht Ja, 't kan ver koeren 1 Maar de Sultan is ook slim. Hij paait de armen met gold-strooien. Ook is aan alle Albaneesche politieke gevangenen amnestie verleend. Overal in Albanië is het evenwel nog niet tot rust gekomen. Ook tusseben TURKIJE EN MONTENEGRO is alles nog lang niet in T reine. Uit Cettinje wordt geseind Montenegro vat de amnestie, die Turkije den Albaneezen verleent, sceptisch op, naar aanleiding van wat er met de vorige amnestie is voorge vallen. Er liggen in Albanië nu 45.000 mau Turksche troepen met 60 vuur monden. Niettemin zei lurgoet, de Turksche bevelhebber, aan de con suls, dat hij eerlang 90.UÜU man onder zijn bevelen zal hebben, met liftJ stuk ken geschut. Dat lal Voldoende zijn, voegde nij er bij, om Montenegro on zijdig ie houden. Montenegro heeft aan Turkije den zal blijven, maai- de voortdurende op hooping van Turksche troepen aan de grens zou de Montenegnjnen zoo kunnen opwinden, dat de koning met in staat zou wezen ze legen te hou den. Montenegro heeft aen Turkije den eisch gesteld, dat de Lurken den heu vel Pesero, die aan Montenegro toe behoort, zullen ontruimen, en dat de verschansingen, op Montenegrijnsch grondgebied opgeworpen, geslecht zullen woerden. Er komen De Koerden houden er weer huis, plunderen dorpen, vermoorden man nen, vrouwen en meisjes. Turkije heeft aan de Armeenseho Kamerleden beloofd, krachtige maatregelen te zullen nemen, maar tot nu toe be merkt men daarvan niet veel. IN PF.RZlë komt weer een zeer ongeregelde toe stand. Do macht, der parlementaire regeering is nihil en het geharrewar in de politiek is groot. Het eens zoo machtige rijk der Per zen is wel in verval gekomen 1 Herhaaldelijk duiken er geruchten Ook nu weer. Eenige kopstukken der royalistische partij o. a de gepen sioneerde generaal Abel Cainpos zijn weer in hechtenis genomen. Het eigenaardige is. dat men later van zulke inhechtenisnemingen niets meer hoort. Amsterdamsche Kout HET REMBRAND 1 HUIS. DE ZEEL1EDENS1 AhlNG. Het dankbaar nageslacht van thans weet haast niet. wat het doen moet, om een groot, geniaal land, groot te eeren. een tooveuaar met het licht, bekend over heel den aardbol, ook al heeft hij geleefd eeuwen geleden. Des te meer wellicht, duar de groote man waarlijk ook zijn uardsch pakje zor gen heeft te dragen gehad 1 lleelt hij, voor wiens doeken thans rijkdommen betaald worden, niet geruim en tijd geleefd van een stuk brood en een haring per dag Heeft hij niet de mar- i. ling moeten verduren, dat al zijn Kunstschatten, al de kleurige voor werpen; die zijn kunsteiutarsoog buei- uen, are zim kunstenaarsziel hel had, wegens schulden onder den hamer kwamen on voor eon ei cu een appel verhuisden naar alte windstreken 'l Reeds hadden we een standneeld voor hem opgericht, nog wel op liet vroolijkste plein, dat we bezitten (met de grootste en fraaiste kofhehurzeu 1) En nu is de vorige week in tegen woordigheid van H. M. de Koningin en van Z. K. H. Prin= Hendrik nog een museum geopend, op de plek, ui het huis, waar hij heeft geleefd, ge werkt, gestreden en geleden Rembrandt, eigenlijk Rembrandt Harinensz. van Rijn. de grootste der Nederlandsche schilders, een tijdge noot van den grootsten der Neder landsche dichters, Joost van den Von- oel, leefde, evenals deze. te Amster dam m den gouden tiju. toen de Am sterdammers nun achtsie wereldwon der gingen slichten. Was het louter toeval, dat ons land juist in de dagen van zijn grootsten bloei en - n grootste niacin ook op het gebied der kunst juist zijn groot ste mannen bezat Rembrandtin 1607 te Leiden als de zoon van een bemiddeld molenaar geboren, genoot te Leiden het eerste onderwijs in het schilderen van Jacob Isaaksz van Kranenburg daarna te Amsterdam, waar hij onder Pieter Lastman, zijn studiën voortzette. Hij schilderde reeds op 20-jarigen leeftijd zijn eerste bekende «stuk, een Paulus, die thans to Stuttgart is to vinden, en duidelijk den invloed van zijn Am- sterdamschen leermeester Lastman verried. In 1639 vestigde hij zich voor goed in de hoofdstad des Rijks, kreeg er aanstonds vele opdrachten en trad er, vier iriair later, in het huwelijk met de schoone Suskia van Ulen- burgh, een dochter van den burge meester en pensionaris van Leeuwar den, later raadsheer in het Hof van F riesiand. Slechts acht jaar mocht hij zich in het bezit der vrouw, ons van zijn werken welbekend, verheugen, en die jaren waren, althans voor den groo- ten man, zeer gelukkige jaren Hij had toen omgang met de aanzienlijk ste en geleerdste 'tiidgenooten. In 1642 verloor Rembrandt zijn echtgenoot©, die hem één zoon en het vruchtge bruik van haar vermogen naliet. Hoe wel hem voor zijn stukken groote som men werden uitbetaald, en hij van zijn leerlingen een jaargeld van 100 gulden ontving toen een niet onaan zienlijke som geraakte hij in 1653 in geldelijk© ongelegenheid, zoodat hij een hvpotheek moest nemen op zijn huis (sedert de vorige w eekHel Rembrandthuis) aan de Breedstraat (thans de Jodenbreestraat). Zijn financieel© moeilijkheden na men zoo zeer toe. dat zijn boedel in 1656 in staat van kennelijk onvermo gen werd verklaard, weshalve al zijn losse eu vaste goederen aan de deso late boedelkamer vervielen en bij executie verkocht werden. Ten onrechte heeft men wel eens gemeend, dat hij een verkwistend le ven geleid heeft, terwijl anderen hein zelfs van schraapzucht en inhaligheid hebben beschuldigd. Veeleer moet de oorzaak gezocht worden in de ongun stige tijdsomstandigheden (Ook de bouw van het Paleis werd immers een tijdlang onderbroken Daarbij leg de zijn tweede huwelijk, met Catharr- na van Wijk. den schilder de ver plichting op, zijn vermogen, eigenlijk dat van zijn eerste echtgenoulc, nan zijn zoon uit te koeren. Voorts was hij een hartstochtelijk verzamelaar van prenten, kunstwerken en andere voorwerpen, die zijn oog boeiden, waaraan hij veel geld besteedde. Een inventaris werd toen opge maakt, en bij ai liet leed, dal de groote man van het faillissement te lijden had, heeft het althans nog dit lichtzijtje gehad, dat het zijn 20ste- eeuwschen nakomelingen een richt snoer was, hoe ze het Rembrandthuis moesten inrichten, om 't zooveel mo gelijk op het echte, oorspronkelijke Rembrandthuis te doen gelijken De boedel, op f 40.000 geraamd, bracht destijds slechts een vierde ge deelte daarvan op. zoodat rie kunste naar voor zijn voider leven moest be staan van zijn kunst. an liet gezel lig verkeer zonderde hij zich van dien tijd gentel en al af. Rembrandt was oen oorspronkelijk kunstenaar, die zijn onderwerpen ontleende aan zijn omgeving. De vete Joden, die alders wegens vervolgin gen uitgeweken waren en hier ge loofsvrijheid vonden, en tal van figu ren uit het volk, kleedde hij met de door hem verzamelde voorwerpen, en ontwierp van het beeld een indruk wekkende, karakteristieke werkelijk heid, waaraan toch een zeker dichter lijk waas niet ontbrak. Onderwerpen van mythologischen oorsprong heeft hij slechts weinig op het doek gebracht. Des te raeer echter bijbelsche, die hij afbeeldde naar het leven. Met het licht, dat hij hier door zij vensters in zijn atelier kreeg, ver richtte hij wonderen I Vermoedelijk werkte hij hier met een beperkte ver lichting, waarbij de breed e, maar toch heldere massa's schaduw een prachtig contrast vormen met het scherp invallende, slechts enkele dee- ien beschijnende licht. De behande ling van het penseel, of lieven- van den borstel, werd verbazend vrij en breed [Staalmeesters). Ilier schilderde hij ook zijn voortreffelijke portretten, (die zich onderscheiden door oen zeer oorspronkelijke behandeling), waar onder een aantal van zichzelf, óf Rem brandt was zeer coquet-eigenlievend, óf hij overwoog, dat een zelfportret hem het geld van een model bespaar de. Hier schiep hij ook zijn dichter lijke landschappen, en de teekenin- geri, die treffen door de wijze, waarop hij door weinig vluchtige lijnen, het hoofdkarakter van zijn onderworp wist aan te duiden. De hier aanwezige wit-en-zwart-kunst (o. a. de békende Honderd-guldens-prent, de Drie Krui sen, enz.) doet zien, dat Rembrandt ook als etser een wonder van zijn tijd was en tooveraehtige effecten wist voort te brengen, waarin de zin voor compositie schittert niet groeten glans. Als Baedeker van zijn Gids voor Nederland en België een nieuwe uit gaaf gaat verzorgen, mag hij voor Amsterdam dus inlasschen een nieu we merkwaardigheid, die hij mis schien wel zal voorzien van een ster retje (Baedeker onderscheidt ook al merkwaardigheden van eersten rang, die hij aangeeft niet een sterretje, en van lageren rang:. Wat liet pittige, schilderachtige ge veltje, muren en zolderingen betreft is ons nieuwe Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat 4 lietzelfde, waar Rembrandt een groot, misschien het belangrijkste deel van zijn leven woonde. De indeel.ng en het licht zijn nog vrij wel lietzelfde ais in den tijd van den grooten meester. Met smaak, kennis en piëteit is het huis voorts ingericht. Het nieuwe wordt ook a:s nieuw aangediend, doch sluit zich goed bij het oude aan. Het huis is bestemd om met kunst werk van Rembrandt te worden ge vuld. Dat hier vele schilderijen zul len komen le hangen is niet te ver wachten. Die worden tegenwoordig met tonnen gouds betaald! Tooh vin den we er reeds vele etsen en teeke- mngen. Het huis is in later tijden door vijf gezinnen bewoond geweest en was toen ingedeeld in een groot aantal kamertjes en hokken. Eerst bij het wegbreken kwamen in de balklagen de aanwijzingen van den ouden toestand te voorschijn. Toch is veel onzeker gebleven. Van 1908 tot 1911 is er aan het huis ge werkt. Het beoogt n et te zijn Rem brandt's woonhuis, d ch een museum De architect De Bazel heeft hier weder verdienstelijk werk verr.cht. Een lust voor het oog zijn vooral de trappen! Naar aanleiding van de Rembrandt- berdenk'.ng in 1906 herinnerde de grootste Nederlandsche scliilder der Neuze.t, Jozef Israels, er aan, dat Rembrandt's huis in de Jodenbree straat voor verder verval moest wor den behoed. Zijn stem bleef niet d e eens roependen in de woestijn. De stad Amsterdam kocht het gebouw aan, en jhr. P. Ilartsen stelde een aanzienlijk kapitaal een ton gouds beschikbaar om het te Roopen en te verbouwen. Het is nu maar te hopen, dat het gebouw niet alleen door Engelschen, Amerikanen en andere vreemdelin gen, doch ook door Amsterdammer» en Nederlanders zal worden bezocht, en een aantal bemiddelden in hun beurs zullen tasten, opdat nog heel wat werk van den grooten meester hie'r een plaats vinde. Want eerlijk gezegd: het maakt nog te veel een indruk van leegheid. De zeeliedenstaking, die Jaren lang noest is voorbere.d, is thans een feit geworden. Ook de gemoedelijke, goe dige Janmaat gaat dus reeds deelne men aan den „economischeu strijd". „Er is geen zeemansleven meer", heeft men gzeegd. De poëzie is er af gegaan, nu de lieden het reeds bete: kregen en hun werktijden regelmati ger werden! Nu, dat er nog veel te verbeteren valt, zal niemand ontkennen! Vele schepen hebben de prachtigste salons en slechts een stinkend, schunnig volkslogies. De Amsterdamsche reeders lijken ons gelukkig n.et op zoo'n onwrik baar standpunt te staan als hun Rot- terdamsche collega's. Voorloopig bemerkt men nog niet veel van de staking, want den lie den, die gemonsterd hebben, wordt aangeraden, hun wotfrd ge-tand te doen. De leideïs verwachten echter, dat de staking zich gele-delijk zal uitbreiden en van vrij langen duirr zijn zal. De reeders verwachten daar entegen slechts een vrij snel fiasoo. Dat is zeker, dat bijna geen staking zóó moeilijk is te organiseeren als deze, van lieden, die zich letterlijk over den geheeleh aardbol verspreid bevinden. Hopen we, dat een wederzijdse!» toegeven spoedig moge leiden tot een langen economL«chen vrede, zoodat Janmaat weer de vroolijke Janmaat kan zijn. en geen mopperend© zuur pruim. B. Th. Esperanto. INTERNATIONALE CONGRESSEN. Een praclische wenk. EIK vriend van vooruitgang zal met bli,ci;„-:uip de toenemende menigvul digheid ion internationale congi es sen Jiebben opgemerkt. En terecht. Want internationale congressen zijn een teekeu, dat de menschen zich be wust worden vuu een wijder gedach- teuhorizon, ruimer sympathieën, uit gestrekter mogelijkheden tot coöpera tie. Zij toonen aan, dat de broeder schap van den -mensch iets meer be gint te worden dan een loutere frase. Ze zijn een teeken, dat zeer belang rijke groepen van de menschheid ten slotte definitief en systhematisch den weg bereiden tot de bereiking van een zeker gemeenschappelijk, internatio naal doeleinde. Wereldgemeenschap. Hoe ruimer en intenser de onder linge gedachtenwisseling tusschen de individuen, die een vereeniging vor men, des te grooter en sneller zal de vooruitgang van die vereeniging zijn. Locale vooruitgang is juist de gelei delijke verbouw en hervorming, die ontstaat, wanneer de gedachten der individuen in samenwerking gecon centreerd zijn op de oplossing der al- FEUILLETON 19) Ik had geen idee, dat de brief voor u van zoo groot belang was, ant woordde Yvonne met do gemaakte waardigheid van haar zeventien ja ren. Och, dat is hij ook eigenlijk niet, zei Ravenscar, haar glimlachend aankijkend. Tegelijkertijd streek hij niet zijn hand over zijn borstzak, als "wilde hij haar daarmee het idee bij brengen, dat hij. als zij er naar vroeg, geneigd was zijn boete te doen door hu ar den brief te laten kijken. Maar Yvonne zei tot zichzelf, dat zij hem zoo'n wapen niet in de hand moest geven. Als hij van haai' ver wachtte, dat zij hem zou verzoeken het adres te zien, een verzoek, dat hij waarschijnlijk toch zou weigeren, dan Zou hij dat genoegen niet smaken. Zij erkende haar nederlaag, maar zij qvilde hem niet in een overwinning veranderen voor haar tegenstander loor hem haar nieuwsgierigheid om trent het adres te bekennen. Omtrent dat punt hadden de laatste woorden van Elislia aan duidelijkheid niets te wenschen overgelaten. Ik zou de laatste zijn om te wen schen mij met uw zaken te bemoeien, Mr. Ravenscar, antwoordde zij met koude onverschilligheid. Uw brief of liever de naam van uw correspondent, is voor mij n» l van belangmaar om dat de brief uit uw handen viel, be schouwde ik het als een daad van ge wone beleefdheid hem u terug te ge ven. En als u nu weer geheel ln orde is, ga ik verder, om vóór den avond nog klaar te zijn met mijn boodschap pen te Wroxford. Zij sprop" op haar rijwiel en snelde weg. met de gewaarwording, dat dit verreweg het vervelendste deel van haaT avontuur was haar expeditie te moeten verlengen met een totaal doelioozen tocht, nadat die expeditie zelf mislukt was. Maar zij voelde, dat dit absoluut noodzakelijk was om haar voorwendsel vol te houden, dal, naar zij vreesde, toch al doorzien was. Om nu direct van het tooneel van het ongeluk naar huis ten- te gaan zou gelijk staan met een bekentenis. In Wroxford aangekomen, kocht zij eenige kleinigheden, in winkels in de Hoogstraat, haar terugkeer uitstel lend tot zii Ravenscar genoeg tijd had gegeven om de stad te bereiken, want zij was er niet op gesteld hem op haar terugreis te ontmoeten wat ook niet gebeurde, ofschoon zij een glimp van hem zag. toen zij de straat, waarin het. postkantoor stond, overstak. Toen zij weer in Beacon Audley aankwam, ging zij niet dadelijk naar huis, maar reed wat verder den heuvel af, tot zij bij het huisje van Elisha Crowe kwam. Toen hij het tuinhekje hoorde dicht slaan, kwam de oude man naar buiten en haar tegemoet. Succes gehad vroeg hij op haas tig fluisterenden toon. Ternauwernood iets, antwoordde zijn tem «keerde bondgenoot© be scheiden. En zij ging voort met te vertellen, hoe zij het idee had uitge voerd. dat bij haar was opgekomen, een beetje lachend bij de herinnering aan de houding van Ravenscar. toen hij daar tegen haar fiets had zitten leunen. Dus u kwam niets te weten be halve dat hij er groote waarde aan hechtte om het adree te verbergen zei Elisha, toen hij zijn bijval had betuigd over haar weigering om een blik te slaan op het adres van dèn brief. Ja. nog een kruimpje heb ik op gepikt, maar ik vrees, dat het u niet veel zal helpen, antwoordde Yvonne Vóór hij mijn vuist greep en mij noodzaakte de enveloppe te laten val len, had lk nog juist den tijd den brief half om te k eeren en zag den naam „Miss Smith" op hot adres staan. HIJ had er zich van gemaakt, voordat ik verder kon zien. Ik heb niet het flauwste idee of deze Miss Smith in 't bijzonder in de pro vincie woont of in Londen, en daar er zich veel Miss Smith's op de we reld moeten zijn, ben ik bang, dat ik eigenlijk niqts goeds heb gedaan. Maar Elisha Crowe was het op dit punt heelemaal met niet haar eens. Integendeel hij vergat zichzelf zoo zeer, dat hij het bruine handje van de jonge dame greep en warm drukte Het zou te \eel gevergd zijn ge weest, om volkomen succes te ver wachten, antwoordde hij, terwijl htj behoedzaam achterom keek naar de vensters van kapitein Vaughan. Uw energieke poging heeft'ons een goed eind verder gebracht dan zonder uw hulp mogelijk geweest zou zijn. U heeft mij in elk gelul veel voedsel gegeven lot diep nadenken. Miss Yvonne. Geen woord over hetgeen gij gedaan hebt. alstublieft ook niet legen uw broeder. Arme Dick mompelde het meis je, terwijl zij in de vallend© scheme ring weer op haar fiets slapte. Hij wordt steeds geslingerd tusschen ver driet over Phyllis en tobberij over het geheim van vaders dood. Ik beef voor hetgeen hii bij het verhoor zal zeg gen of doen. U kan er van overtuigd zijn, dat ik niets zal zoggen, dat hem nog meer hoofdbreken kan geven. HOOFDSTUK VIII. Deskundigen. Het stadhuis te Wroxford was een imposant gebouw van witte steen, waarop een vergulden klokketoren en met een flinke gevel in de Hoog straat. Het bevatte zoowel de ge rechtszaal en balzaal, als de bureaux van districts- en gemeente-departe menten. Wij zullen ons zelf maar per missie geven tegenwoordig te zijn bij een bijeenkomst, die den dag na het avontuur van Yvonne, en op denzelfden tijd, waarop het lijk van Chaloner Wenslade vier mijlen weg in het familiegraf werd bijgezet, plaats had in de kamer van den chef der politie. Daar waren aanwezig de politiechef zelf, inspecteur Pearmon en sergeant Scctt. de laatste een politiebeambte expres van Scotland Yard naar Wrox ford gezonden om op hun eigen ver zoek de plaatselijke autoriteiten in hun onderzoek bij te staan. De chef, majoor Wilbrahaui. wils voor deze betrekking geroepen, omdat hij zeer populair was in Wroxford cu een jongste zoon uit een der meest ge achte families in den omtrek. Als ex- officier van de huzaren, was hij een rnan van zijn plicht en trotsch op de gehoorzaamheid van zijn onderge schikten, maar hij maakte geen aan spraak op eenig talent als detective. Mogelijk omdat hij geen te hoogon dunk van zichzelf had, en omdat hij bedeeld was met een goeden dosis ge zond verstand, was hij beter chef der politie dan menig meer op den voor grond tredend man, die neiging had óm zich met het werk van zijn onder geschikten te bemoeien. Inspecteur Pearman hebben wij al ontmoet in de studeerkamer van de familie Wenslade te Beacon Audley, en wat hii toen scheen, dien zelfden Indruk maakte hij nltiid een plicht matig, werkzaam, scherpzinnig be ambte, met den niet nngewonen eer bied voor de plaatselijke aristocratie De eedelegeerd© van Scotland Yard was een zwiigzaam man van vijf en vepj-tie jaar, die verbitterd was d~or trebrek aan promotie tot vóór twee jaar. toen hii zich erd lenst*! lik had kunnen maken door liet geduldig uit pluizen van een boruciue iia/oruzaak in bet West-End van Londen. Sinds dien had sergeant Seutt zien bekend gemaakt in een half dozijn crinuncclo zaken, maar het succes kwam te laat om nog veel effect te hebben op zijn manier van doen. Wat hij altiju ge weest was zou hij waarschijnlijk tot het einde toe blijven ecu man ab soluut zeker van zichzelf en van nie mand anders, en daai >m geheel op zichzelf aangewezen Hij werd ultijd beschouwd als hot zwarte schaap eu zijn intiemste collega wist zelfs nooit lets van den loop zijner onderzoekin gen tot het resultaat daar was. (Wordt vervoladl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 9