hij In de Commissie heeft opgemerkt, dut niet de Commissie, maar de Raad te beslissen heeft over aanbevelingen. Die argumenten schenen wel in druk te maken Spr. had gaarne Prof. Dake in Jhr. Six' plaats gezien. Doch de hoeren waren met den naam van Prof. Dake niet erg ingenomen. (Ge lach). fit dc stukken heeft 6pr. toen ver nomen, dat men geen aanvulling der commissie noodig acht. Spr. kan niet instemmen met het voorsjel van B. en W., om de oom- missie niet aan te- vullen. De Commissie is niet uitgebreid, omdat tfr te veel werk was. Dat is er nooit geweest, wel te weinig. Dat is daarom niet goed, omdat dan ook wel ecus dat weinige wordt nagelalen. Er is ook wel eens een nalatigheid gepleegd door de Vereeniging tot uit breiding van het Schilderijen Mu seum. En die nalatigheid heeft wel wat geld gekost. Men slaat nu aan den vooravond vah gewichtige gebeur temssen, zegt spr. Straks zuilen de schilderijen gerangschikt moeten worden in het nieuwe Museum. En ook zal de Commissie moeten advi- seeren over de voortzetting vah de Hulsen-rcstauratie. Daarom is de be noeming van een kundig man noo dig. Als zoodanig beveelt spr. Prof. Dake, hoogleeraur aan de Rijks Aka- dcmio van Beeldende Kunsten aan. De heer MODOO is er voor, dat het voorstel van B. en W. .niet aangeno men wordt. Het heeft een bevreemdenden in druk gemaakt, dat er een opmerking in den Raad noodig was, voordat de Commissie met een aanbeveling kwam en dat de Commissie meteen schreef, dat de aanvulling der Com missie eigenlijk niet noodig was. Spreker Vraagt zich af, wat ge schied zou zijn, ais een ander lid don Jhr. Six, bv. de hoer Middelkoop had bedankt. Zou men dan ook zoggen, dut die vacature niet aangevuld behoefde (gelach) Daar nu uit den aard der zaak het getal der deskundigen niet groot is in deze commissie, acht spr. het wen- echelljk een kundig man te benoe men, die niet alleen in het getal mee telt. De heer KRELAGE verdedigt het voorstel van B. en W. Men vergeet, dat de verordening gewijzigd is on men nu oen zelfstandig directeur heeft Deze heeft zelfs al eens, in afwij king van het advies van de Commis sie, den goh eel en Raad meegekregen, toon hij voorstelde, om de Halsen te laten restaureeren. Zelfs gaan er stemmen op, om de goh oei o Commissie af te schaffen. Spreker kan zioh voorstallen, dat men prijs stelt op het advies der Commis sie. Deze is ook gehandhaafd op his torische gronden. De Commissie is nu werkelijk oen Commissie van advies, zooals haar 'naam aangeeft, doch niet meer een Commissie van beheer. Inkrimping is dus gowenscht. De VOORZITTER heeft niet meege werkt aan dit Raadsvoorstel. Spreker dunkt de hoeren voor de openha'rtdg- heid, waarmee hier is gesproken, bv. over Prof. Dake. Maar spr. vraagt in gemoede. of het werk der Commissie wel zooveel beter zal worden spr. zegt dit met alle waardeering voor de deskundig heid an Prof. Dake wanneer Prof. Dake lid van de Commissie wordt. Een stem: Dan slaan ze elkadr dood! De heer MIDDELKOOP ontkent te genover den heer Krelage, dat de Raad tot inkrimping moet besluiten, omdat mon ook met het advies der Commissie is meegegaan, toen zij uit breiding der Commissie voorstelde. Wat nu de inkrimping van het werk betreft, deze was, dat de te Haarlem wonende Commissieleden, die de week hadden. Vroeger even 't Museum binnenliepen, om te zien, of er wat gebeurd was. Of de Com missie toen wel alles gezien heeft, wat er gebeurde, is nu niet aan de orde. Vermeerdering van deskundi gen is wcnschelijk. De deskundigheid der commissie is niet groot. De VOORZITTER verduidelijkt zijn vraag van straks nader. Hij meende alleen dit, dat het benoemen van e©u tweede deskundige misschien niet ge- wenscht is. Vroeger heeft spr. ook eens in een college gezeten. Alles ging goed, toeta ei- één deskundige was, maar toen de tweede benoemd werd, ging het niet goed meer. De heer SCHRAM betreurt het, dat hier oen persoon op den voorgrond geschoven wordt. Wie de schuld daarvan is, zal spr. niet zeggen (ge lach). Spr. wijst er op, dat de Direc teur nog maar tijdelijk aangesteld is en hij, door zijn jongen leeftijd, nog niet de autoriteit heeft die een direc teur van noode heeft. Dit zegt spr. met alle waardeering voor de talen ten van den Directeur. Op deze gronden is spr. tegen het voorstel van B. en W. Het v oorstel van B. eh W. in stem ming gebracht, wordt verworpen. Tegen de hoeren de BTaal, Levert, van den Berg, Thijssen, Welsenaar, Thiol, Timmer, Willink, Sbngenberg, Mcrens, Loomeijer, van Rossum, Mo- doo, Schram, v. d. Kamp, Losschuit, Rinkema, Bregohje, Seignette en Middelkoop, PUNT 6. B. en W. stellen voor. een nieuw verzoekschrift van mejuffrouw A. P. G. Komijn, eervol ontslagen onderwij zeres aan de bewaarschool van het voormalige Babara-Gasthuis, voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. PUNT 7. Bij de periodieke herziening van het Huishoudelijk Reglement vóór het Gemeonte-werkloozenlonds. stelt het bestuur eenig© wijzigingen voor. Bij de vaststelling van het regle ment was het bestuur van meaning, dat de mogelijkheid opengelaten moest worden, om elders gevestigde veree- nigingen toe te laten. Evenwel bevat te het reglement voorschriften, waar aan wel plaatselijke vereeniginzen konden voldoen, maar niet landelijke bonden. Daarom konden niet toegela ten worden de afdeelingen Haarlem van den Alg. Ned. Typogr. Bond en van den Christ. Metaaibew. bond. Wel werd toegelaten de afd. Haarlem van den-Algern. NederL Metaaibew. bond. omdat de Haarlemsche afdeeling zich vervormde tot een zelfstandige veree- niging. Deze vereeniging echter ver zoekt, om het reglement zoo te veran deren, dat afdeelingen van landelijke vakbonden niet geweigerd zouden be hoeven te worden. Het Bestuur stelt voor, aan dit ver zoek te voldoen en het reglement tech nisch te herzien, ter wijziging van de nu in-dit-opzicht belemmerend-wer kende bepalingen. De overgToote meerderheid van B. en W. is daar echter tegen. Bezwaren tegen de werking van het fonds zijn niet vernomen. Daarom acht de meerderheid het niet vvenschelijk de wijziging aan te brengen, daar de zekerheid niet be staat. dat deze verandering een verbe tering is. Als bezwaren somt dit deel van B. 6D W. o:> dat de landelijke bonden op den voorgrond treden en de plaat selijke afdeelingen een tweede plaats zullen innemen. Iedere waarborg ont breekt dan meent de meerderheid, dat het percentage door het Bondsbe- stuur voor de Werkloozenkas afgezon derd, groot genoeg zal zijn. om ook in de behoeften der Haarlemsche werklieden in voldoende mate te voor zien. Zij is ook bevreesd, dat de ge meentelijke bijslag aan werkloozen in andere gemeenten zij het langs een omweg ten goede zal komen. In tijden van algemeene werkloos heid b.v., zou het Bondsbestuur zijn premie kunnen verminderen, wanneer do werklieden in Haarlem hooger uit- keering kregen, dan elders ten ein de op andere plaatsen beter te kun nen' steunen. Men zou dan geen be voegdheid hebben het bestuur tot hoo ger contributie te dwingen. Ook achtte men het niet juist de mi nimum-contributie te laten vervallen, omdat dan de contributie te laag zou gesteld kunnen worden en de finan cieels toestand van de kas zou ver zwakt worden. De minderheid van het College van B. on W. stelde echter hiertegen- dat de toelating der plaatselijke af deelingen de risico's vermeerdert, om dat een landelijke bond de arbeids krachten verplaatst, wanneer er werk loosheid heerscht. De minderheid wees er voorts op, dat hot bestuur genoegzamen in vloed heeft om te voorkomen, dat het Gemeentegeld ten bate van werkloo zen in andere gemeente zou komen. Ook zouden de Haarlemsche leden geen genoegen nemen met een lagere uitkearing van hun bond, dan die, welke aan leden van andere plaatsen worden uitgekeerd. De meerderheid van B. en W. stelt echter voor de voorgestelde wijzigin gen niet -eed te keuren. Wel adviseeren B. en W. tot goed keuring vnn de bepaling, dat ook bij kortere werkloosheid dan een week uitgekeerd zal worden. Ten-slotte meent het Fondsbestuur niet te moeten ingaan op het verzoek om wijziging in het reglement aan te brengen, opdat samenwerking tus- schen de fondsen te Haarlem en Scho ten mogelfik zij. Het bestuur meent, dat bet later tot-stand-gekomen Scho- tensche fonds overleg had kunnen ple gen met het Haarlemsche bestuur en rekening houden met den toestand te Haarlem. De heeren L. J C. Poppe en T. G. C. Hooy, verzoeken namens het Haarlemsch Arbeids Secretariaat en den Christ. Bestuurdersbond, om eenige wijzigingen aan te brengen in het Reglement van het Werkloozen- fonds. Zij verzoeken lo. om het mogelijk te maken, dat de verzekerden, die van Schoten naar Haarlem verhuizen, niet 12 maanden verstoken blijven van bijslag uit het gemeentefonds. Een dergelijk verzoek is ook gericht aan het fondsbestuur te Schoten, voor personen, die van Haarlem naar Schoten verhuizen 2o. om het bedrag der weekpremie niet langer vast te stellen 3o. om het mogelijk te maken, dat onder-afdeelingen van Nationale Werkloosheidverzekeringen zich kun nen aansluiten bij het Gemeente fonds. De heer KLEYNENBERG betreurt bet dat de werkliedenorganisaties ragen, om deze zaak aan te houden, daar deze voorstellen reeds een jaar op afhandeling "wachten. Bovendien, do verzoeken dezer organisaties zijn behandeld in het stuk van het Be stuur. Spr wijst er op, dat het Werk- loozenfonds goed werkt. Dat bewijst het feit, dat er minder verzoeken in komen, om steun wegens werkloos heid. Wat betreft de aansluiting der afdeelingen der nationale werklo zenkassen bij het Gemeentelijk fonds spieker acht dit niet gevaarlijk voor de Gemeenten. Er is een bemiddelings voorstel, om te zorgen, dat geen geld uit de Haarlemsche Gemeentekas bv. te Amsterdam wordt gegeven aan werkloozen. Spr. betreurt het, dat B. e*i W. daarmede niet meegaan. Het straks besproken gevaar vreest spr. niet De werkliedenorganisaties wor den met ontzaglijk veel talent be stuurd. Niet met éen. organisatie is dit liet gevaj. maar met bijna alle. Spreker witst op 't nut der nationale werkloozenkassen voor de Gemeente. Zij haalt de werkloozen weg en brengt ze naar plaatsen, waar zij werk kun nen krijgen. Dat moeten zij ook wel deen, anders kost zoo'n werklooze ie veel aan de kas. Verlaging van premie door de na tionale kas is niet mogelijk, daar men voldoen moet aan <le vooraf gestelde eischen. Het is zeker een pijnlijke zaak, dat menschen, die hier verzekerd zijn, geen mtkëering krijgen, als zij naar Schoten verhuizen. Maar dat komt door 't fondsbestuur van Schoten, dat niet antwoordde op de voorstellen van het Haarlemsche fondsbestuur. Daar om staat het Haarlemse he fonds nu tegenover dat te Schoten, als bv. te genover het Amsterdamschg fonds. Spr. geeft aan, dat Viaardingen en Vlaardingerambacht ook één Ge meentefonds vormen, zoo ook Leeu warden en Leeuwar dorade©!. Ln 't buitenland komen dergelijke verzeke ringen in genieentecomplesen veelvul dig voor. In België zijn de sterkste voorbeelden Luik, Brussel en Gent De heer DE BRAAI, onderschrijft de argumenten door den heer Kleynen- bsrg aangevoerd. Spreker wijst op de actie, die door drie belangrijke vakorganisaties wordt gevoerd voor centralisatie in de werkloosheidverzekering. Dit feit acht spr. voldoende, om de afdeelingen dor nationale kassen toe te laten. Het doet der Gemeente geen schade. De heer LEVERT staat aan de zijde van de meerderheid van B. en W. Hij bestrijdt de voorgestelde wijzigingen op grond van de ervaringen, opge daan als lid van de Commissie, die in 1909 het reglement van het fonds oor- bereidde. De fout iu de redeneering van de voorstanders der toelating van de afdeelingen der nationale kassen schuilt hierin, dat do organisaties te veel drijven op Gemeentehulp. Do vakorganisaties hebben te weinig voel van eigenwaarde. Zi) zeggen zelf, dat zii niet 5 cent noodig hebben, doch met 3 cent premie toe kunnen. Toch vragen zjj nog om Gemeente- hulp. Men moest de vakorganisatie- besturen nu hiertoe zien te krijgen, dat zij niet 3 cent. doch 6 cent premie cischten. Dan zou hun verlangen, om aansluiting wel benoden het vries punt dalen. D© heer MODOO bespreekt het standpunt van den heer Levert, dat de toeslag der gemeente alleen gege ven werd, om de aansluiting bij het fonds aan te wakkeren. Daarmede is spreker liet eens. Er zal eenmaal een tijd komen, denkt spreker, dat de gemeente zich terug trekken zal. Want het moet zoo zijn, dat het loon der werklieden zoo is, dat zij zelf geheel alieen do werkloos heid kunnen bestrijden. Maar nu is het nog niet 1e tijd, dat de gemeente zich terugtrekken kan. Spreker meent, dat het niet aan gaat, om op deze wijze de vakorgani- satica te bcnadeelen, omdat B. en W. ;de leden der organisaties niet willen toelaten. De heer THIEL meent, dal uien hier niet de beraadslagingen en met liet prae-advies van B. en W. op een ver keerden weg is. De Raad heeft maar alleen goedkeuring te hechten aan do inwerkingtreding van do wijzigingen! door het bestuur van het fonds. Op de manier, die men nu volgt, belemmert men het fondsbestuur. Het fonds moet een zelfstandig lichaam zijn, Wan neer het fondsbestuur eenstemmig en in overleg met de vakorganisaties zijn reglement wijzigt, dan heeft spre ker den moed niet, oen dergelijke op grond van do ervaring gemaakte wij ziging te helpen ufstenimen. De heer SPOOR is het eens met de redoneering van den heer Thiel. Spre ker heeft ook in het proo-advies ge mist, dat B. en W. van oordeel zijn, dat d© wijzigingen niet zullen leiden tot een gunstiger werking van het fonds. De lieer HULSWIT houdt tegen over den heer Thiel vol, dat de Raad het recht van critiek voorbehoudt. Ais B. en W. meenen, dat het bestuur van het fonds den verkeerden kant uitgaat, dan hebben zij het recht, dit den Raad onder liet oog te brengen. ALs dit xuet zoo was, dan had de Raad niets met de zaak té maken en kon men het fondsbestuur zijn gang laten gaan. Spreker herinnert aan de geschiede nis van liet Gentsche stelsel te Gent zelf, namelijk wat betreft de oprich ting van algemeene werkloosheidver- zekeringskasseu. De vakvoreenigiu- gen zijn in een beter© conditie, dan de algemeene vereenigingen. Maar men moot de werklieden vrij laten, waar zij zich willen verzekeren. De aanslui ting der afdeelingen van de landelijke organisaties zou aan deze een voor sprong geven. Daardioor zou men de werklieden dwingen, lid te worden van een vakvereeniging. Spreker erkent daarbij, dat sommi ge vakvereenigingen vooral in het buitenland goed werken. De wethouder betreurt het, dat er niet meer solidariteit bestaat, en dat alleen de slechte risico's zich aanslui ten. Met den heer Levert is spreker het eens, dat de gemeentelijke toe slag alleen dient, om de werklieden aan te moedigen, om zich te \erzeke- ren. Men moet de werklieden bren gen tot selfhelp. Zij moeten zoo min mogelijk een aalmoes willen, want elke aalmoes kwetst den trots van den workman. Spreker houdt vol, dat do gemeente lijke bijslag ten goede zou komen aan werklieden en andere plaatsen. Als elders moer werkloosheid is, dan hier, zou een centraal bestuur hi en den toeslag kunnen verminderen, om elders een hooger bedrag te kunnen uit keer en. De lieer Huls wit wijst er dan op, dat do Staatscommissie inzake de W erkloosheid bezig is met haai- on derzoek. Het ia niet goed, vooruit te loopen op haar beslissing. Maar spre ker hoopt, dat het resultaat zal zijn, dat de arbeiders worden opgevoed tot selflielp. Geen aalmoes moet men aan nemen, die den trots kwetst, den trots, die ieder mensch zoozeer noo dig heeft. De heer VAN DE KAMP deelt mode, dat een vereendgmg geen Koninklijke goedkeuring kan verkrijgen, omdat zij enkel-en-alleen ten doel heeft on derlinge verzekering tegen werkloos heid. En nu eischt de gemeente voor den gemeentelijken bijslag die Ko- ninkl. goedkeuring. Dus de zuivere werkloosheidevcrcenigingcn k u n- ne n niet toegelaten worden. Spreker vraagt inlichtingen. De heer THIEL merkt op, dat inen, wil men de goede risico's ook aange sloten krijgen, juist bij de vakveree- nigingen tt^echt moet komen, wat B. en NV. juist niet willen. Want ia die vak vereenigingen zitten ook de goede risico's, die daarin zijn wegens ande re redenen en belangen. Men moet de vakvereemgingon dus niet uitsluiten, doch zich juist laten aansluiten. De heer Huiswil wees op Engeland Dat voorbeeld moet men volgen, zegt hij. Maar dan moet men de vakvereeru- giugen nemen. B. en W. spreken rich- zeit daarin dus tegen. Spreker wijst nogmaals op do sa menstelling van hel bestuur van liet fonds. Daarin zitten alie elementen, die men noodig heeft. Alleen vindt hij bet jammer, dat de hoer Huiswil, wiens betoog spreker met veel belang stelling hoeft aangehoord, geen lid van dil bestuur is, dan zou diens be toog daar, op zijn plaats, overwogen kunnen worden. Spreker dient ten slotte een voorstel in, strekkende om de gezamenlijke wijzigingen van het fondsbestuur aan te nemen. De heer KI.EYNENBKRG merkt op. dat de bijslag goon aalmoes is. leder, die aangesloten is, heeft recht op den bijslag. Spreker sluit zich verder aan bij hetgeen do heer Thiel heeft gespro ken. Wat Engeland betreft, daar heeft men juist van Rijks- en gemeentewege de werklieden geldelijk gestound. Aangaand© de niet-verleening der Koninklijke goedkeuring op de statu ten merkt spreker op, dut hot vreem de geval zich voordoet, dat sommige, zuivere werkloozenkassen wèl en de andere n i e t de Koninklijke goedkeu ring hebben vork regen. Pogingen in Den Haag, om daarin verandering te brengen, baatten niet. De heer DE BRAAL steunt Ie wijzi gingsvoorstellen van het fondsbe stuur. Hij wijst er op, dat Engeland met de vakorganisaties veel verder is. Dat de vakorganisutios bij de aan sluiting aan het Werkloozenfonds een voorsprong zouden hebben op de zui vere werkloozenkassen, bestrijdt spre ker. De leden van de vakorganisaties moeten nu zelfs buiten hup contribu tie nog werkloozonpremie betalen. Dc heer BREGONJE zogt, dat hij niet gelooft, dat de heer Huiswil den vakverenigingen goed gezind is. Spreker herinnert aan do maatrege len, indertijd op initiatief van den Burgemeester genomen, om de werk loosheid te bestrijden. Toen was spre ker ook vóór zuivere werkloozenkas sen. Maar spreker begint er nu van terug te komen. Hot spijl Item, dat de heer Hulswit op de goede resultaten van de vakorganisatie in het buiten land wees. De heer Hulswit had zich tot ons land kunnen bepalen.. De werkloosheidbestrïjding is een der goede dingen, door de vakorganisatie tot stand gebracht. Do hoor HULSWIT komt or togen op, dat hij de vakorganisatie niet good gezind zou zijn. Integendeel, wanneer de vakvereeniging in de eer ste plaats in haar vaandel sclirijft ontwikkeling dor vakkounis, meent hij, dut zij veel goed kan doen. Sprekers beroep op Engeland betrof alleen het selfhelp. Spreker heeft zich zelf djus niet tegengesproken. Spr. houdt vol dat men de goede risico's met de slechte meel vereeni gen in zuivere werkloozenkassen. De heer LOOSJES is het met dit laatste in 't geheel niet eens. De goe de risico's krijgt mon niet ln die kas sen. Immors, daarin verocnigen zich alloen degenen, die bevreesd zijn werkloos te worden. Goodo risico's sluiton zich bij zulke kassen niet aan. Stemmen Juist Do heer LEVERT herhaalt nog eens, dat do vakveroenigingon hooger premie moeten eischen, om geen bij slag van do Gemeente noodig te heb ben. Het voorstel van den lieer Thiel (cm al de wijzigingen, voorgesteld door het fondsbestuur, aan te nemen) wordt in stemming gebracht en aan genomen met 23 tegen 8 stemmen. Tegen do heeren Levert, Kruseman, Do Breuk, Van Styrum. Van Rossum, Winkler, Hulswit en Krelage. Do VOORZITTER stelt nu voor de resumptie van het geheele besluit aan te houden tot do volgende vergade ring. De heer MODOO achl dit niet noo dig. De Raad heeft de wijzigingen van bet reglement goedgekeurd. B. en W. hebben dus niets anders te doen, dan dit aan het fondsbestuur te berichten. De VOORZITTER Dan sta ik niet voor de gevolgen in I Het voorstel om de resumptie aan te houden, wordt aangenomen met 17 tegen 16 stemmen. Vóór stemden de lieeren Van den Berg, Slingenberg, Wilkens, Morens, Kruseman. Schreudcrs. De Breuk, Van Rossum, Schram. Lasschuit. Rin kema, Hulswit, Krelage. Seignetto, Visser. Winkler en De Braai. PUNT 8. Het gemeentebestuur van Bloemen- daal had vergunning gevraagd, om een lichtkabel en een waterleiding buis te mogen leggen in de Klever- laan. De vergunning werd, onder ze kere voorwaarden, verleend. Daar het gemeentebestuur van Bloe- mendaal die voorwaarden bezwarend achtte, aanvaardde liet de vergun ning met B. en NV. van Haarlem stellen nu, in overleg niet het Dagelijksch be stuur van Bloemendaal, voor, de ge stelde voorwaarden in te krimpen en do vergunning wederom te verieenen. De heer MODOO is er voor. aan som mige bezwaren van Bloemendaal te genoot te komen, maar hij is er niet voor, om de bepaling te laten verval len, dat de kosten van be- en herbe strating voor rekening van Bloemen daal zijn. Dat eischt men ook \an par ticulieren. dus waarom niet van Bloemendaal? Spreker zou er voor zijn. dat men de Kleverlaan, voor 't gedeelte, dat in Bloemendaal ligt. aan Bloemendaal overdraagt De hear THIEL Als zo maar ge noeg betalen De heer MODOO herinnert er aan, dat men ook aan Heemstede de wegen overdraagt en vandaag gaat fuen ook hij Haarlemmerliede en Spuarn WOUde deze zaak regelen. De heer DE BREUK zegt, dat Bloe- nioudaal indertijd ook niet een derge lijke bepaling _von Hoarlom aischto. Ook aan Heemstede stelde men dien oisch niet. Waar men nu met de omliggende gemeenten op goeden voet wil ko men. gelooft spreker, dat men wel van Bloemendaal kan verwachten, dat Bloemendaal, ook zonder een der gelijke beoaling, wel de Kleverlaan woer in orde zal brengen. De heer THIEL gelooft niet, dat de heer Modoo alie stukken heeft ge lezen. De heer MODOO Ik heb alle stuk ken gelezen De heer THIEL Ik weet, dat me neer Modoo veel stukken leest, nauw keurig, maar *t stuk, dat 'k bedoel, beeft hij zeker niet gelezen. Spieker bedoelde een dergelijke ver gunning, dio Bloemendaal aan Haar lem toestond. Toen eischt© Bloemen daal ook "- en betaling. W aar men nu afgesloten hoeft een krieuwperiode tusschen beide gemeenten, wil spr. meewerken, om deze buizen zou gauw mogelijk in den weg gelegd te krij gen Overigens is Haarlem voldoen de gewapend, in deze zaak, beter ge wapend. dan Bloemendaal in vele ge vallen tegenover Haarlem is. De VOORZITTER, sprekende over 't woord ..krieuwperiode", zegt, dat men bij 't hooren van dit woord, denkt aan twee, die krieuwen. Spreker wi! nu verklaren, dat Haarlem nooit heeft «ekrieuwd, maar altijd heeft ge tracht de zaken in goede harmenie af te handelen. (Applaus). De heer MODOO is weer onaange naam getroffen door den toon van liet schrijven van Bloemendaal. Dat her innert weer aan de krieuwperiode. Do heer THIEL Dat is nu afgeloo- pen De heer MODOO gaat voort, dat men ton slotte bij Bloemendaal zou komen, om te vragen Heeren, wat blieft u Zoo zullen wij 't doen." 't Voorstel van den heer Modoo, om de kosten der be- en herbestraling ie laten betalen door Bloemendaal wordt verworpen met vier stemmen vóór, dio der heeren Modoo. Timmer, Tjoonk Willink en Middelkoop. Het voorstel van B. en NV. wordt aangenomen. PUNT 9. Bij besluit van 8 Maart machtigde de Raad B. en NV. tot onderhandsche verhuring van het perceel aan het Klein Heiligland no. 17, dat tot 1 Mei j.l bewoond werd door het hoofd der school voor uitgebreid lager onder wijs, letter A. Intusschen is gebleken, dat de be waarder dier school er niet in kan slagen een woning te huren in de na bijheid van de school, wat toch hoogst wenschelijk is. B. en NV. achten het daarom gewenseht den bewaarder ge noemd perceel als woning aan te wij zen, en stellen daarom voor, het be sluit van 8 Maart in te trekken. Do lieer MODOO merkt op. dat de Raad niet besloten heeft, om den be waarder deze woning te ^even. De Raad kan dit besluit dus met intrek ken. Voorts oppert spr. het bezwaar, dat de bewaarder van dit groote huis een gedeelte zou kunnen onderverhuren. Dat zou onbillijk zijn tegenover de andere bewaarders. De hoer LOOSJES zogt. dat de in structie dor bewaarders hun verbiedt 13 onderverhuren of commensaals te houden. Wat betreft de aanwijzing der wo ning aan deze bewaarders, daarmee heeft de Raad niet te maken. Het voorstel van B. on VV. wordt aangenomen. PUNT 10. B. en W. stellen voor f 1000 te be steden aan de verbetering van den Oude of Spaarnwouderweg, daar het mogelijk is, dat aan dezen weg ge bouwd zal worden en over den toe stand van dien weg geklaagd wordt. Tot nu staat niet vast, wien deze weg behoort, maar het bestuur van den Veerpolder, onder Haarlemmer liede, dat rich steeds als eigenaar ge draagt, wil zijn aanspraken laten varen en Haarlem als eigenaar er kennen. De hoer MODOO stelt aanhouding voor, totdat de ingelanden van don Veerpolder hebben beslist omtrent de overdracht aan Haarlem. De heer DË BREUK acht dit niet noodig Het staat voldoende vast, dat men den weg krijgen zal. De lieer TJHENK WILLINK wil wel 11000 besteden aan de verbetering van den weg, maar niet praejudicee- ren op 't besluit der ingelanden. De heer MODOO handhaaft zijn be zwaren. De VOORZITTER zegt toe. dat B. en NV. niet aan de werken zullen be ginnen vóór de beslissing der ingelan den gevallen is. De hoer MODOO ziet af van zij'n voornemen om een amendement in to dienen. Do heer DE BREUK stelt den heer Modoo gorust, dat de Veerpolder den weg niet zal willen houden. Ex ko men groot© kosten aan dien weg. Het voorstal van B. en NV. wordt aangenomen. PUNT 11. Naar aanleiding van een verzoek van den lieer F. M. Baron Van Lyn don, stellen B. en NV. voor. het Zuide lijk gedeelte van de tegen den tuin van den verzoeker doodloopende Lan ge! aan, welk gedeelte tusschen eigen dommen van den heer Van Lynden aan den Wagenweg ligt, aan dezen te verkoopen voor 12 per vierk. M. Het stuk is ongeveer 19 M2. groot De hoer WILKENS maakt de op merking, dat een Raadslid, volgens art. 506 van het Burg. NYeth. niet on derhandse!) mag koopen van de Ge meente, zonder toestemming van den Koning. Daarom stelt spr. een amendement ln dien zin voor De VOORZITTER acht dit niet noo dig, daar indertijd, zonder dat men er moeilijkheden mee kreeg, grond verkocht is aan de Raadsleden Bey- nes en KroL De heer VAN DER KAMP is tegen het amendement, daar het iets onaan genaams inhoudt voor een mede- Raadslid. De heer VAN STYRUM is er wel vóór het amendement aan te riemen. Het amendement-Wil kens wordt aangenomen. PUNT 12. B. en W. stellen voor goed te keu ren de aansluiting van den Juiiaua- weg aan den Zijlweg. Wordt goedgekeurd. PUNT 13. Met het oog op de vacature, die door het overlijden van Ür. V». G. Huet in de gezond ncidscomm mie ont slaan is. hei eelt de commissie voor beu-juring aan: 1. G. AUri.u, arts, en 2. Dr. A. A. G. Land. Benoemd wordt de heer G Adrian. PUNT 14. Mej. J. G. E. Peeien, tijdelijk leer aren m de kunstgeschiedenis aan da meisjes H. li. S wensebt geen her- benoeming voor dan ni uwe cursus. B- en N\bevelen ter bono uüng in de vacature aan (om 3 lesuren pet week te go ven tegen een vergoeding van f «Ju per cursus en vergoeding van reiskosten): 1. de lieer NV. A. E. v. d. Pluym te Amsterdam. 2. Mej. A. E. C. v. d. Looy v. d. Leeuw, te id. Benoemd wordt de heer NV. A. K. van dor Pluym, te Amsterdam. RONDVRAAG. De lieer BREGONJE, sprekend over bet ontslag van den gemeente-work- man Van Deventer, zal nu geen vra gen stelten, nu B. cii NV. een onder zoek hebben toegezegd. Spreker vraagt echter tot /.onlang schorsing van het ontslag. De VOORZITTER is persoonlijk te gen hei laatste verzoek. B. c.i NV. be noemen en ontslaan. Wal de andere leden van het college doen, weet spre ker niet. B. en NV. lie-bbeu gemeend, dat het ontslag van Van Deventer in het belang der gvim-eute is. De heer BREGONJE vraagt dan, aan Van Deventer, toi de zuak is on derzocht, ander werk te verschatten. De VOORZITTER kan dat niet toe zeggen. Do heer SCHRAM vraagt-eveneens, Van Deventer een andere betrekking te geven. De VOORZITTER kan dit verzoek niet inwilligen. De heer DE BRAAL merkt op, dat de reden van het ontslag is, dat de dienst is gereorganiseerd en Van De venter in zijn nieuwe betrekking aan het Torentje niet geschikt is. De VOORZITTER ontkent dit De heer BREGONJE is thans ge noodzaakt, -om toch zijn vragen t« stellen. Deze luiden lo. NVat zijn de redenen dat Vah Deventer uit den dienst dor gonieeinte is ontslagen? 2q. Zou hel niet mogelijk zijn, wan neer het ontslag moot wórden ge handhaafd, v. Deventer in een an dere gemeente-betrekking over te plaatsen, of, zoo ook dit niet mogelijk is, de fïnancieele gevolgen van het ontslag voor v. Deventer te verzach ten, door hem b.v. oen half jaar loon toe te kennen? De Raad geeft zijn verlaDgen te kennen, om inlichtingen te ontvan gen. De VOORZITTER zegt, dat men al lang goduld heeft gehad met dezon man. Reeds sedert jaren was zijn werk niet voldoende. Daarom is hem reeds lang aangezegd, van betrekking te veranderen. Van Deventer was on geschikt en hij had niet den lust en de ijver, om zich te bekwamen. Dit ontslag staat geheel los van de reor ganisatie der kweekerij. Aau don man is gevraagd, of hij in een andere heirekking wilde geplaatst worden. Dat heeft hij geweigerd. Een half jaar loon uatkeeren, kan niet, dat zou onbillijk zijn tegenover de anderen. De heer MODOO vraagt, of het niet mogelijk is, dat de lieer Springer den man er uit wilde hebben en nu onbe kwaamheid heeft voorgewend. Maar wanneer B. on W. dat niet van oordeel zijn, dan moet de Raad daarin berusten. De heer DE BRAAL handhaaft zijn meening, dat de reorganisatie der kweekerij 3e oorzaak is geweest van het ontslag. Van Deventer was bioemkweeker, op de nieuwe kweeke rij moet men nu ook booinkweeker zijn. De heer KLBVNENBERG merkt op, dat men elf jaa'r geduld heeft gehad met den man. Dat is verkeerd ge weest en dat treft pijnlijk. Jammer vindt spreker, dat man du aan Van Deventer met <i« gelegenheid (teelt ge geven om zich ais bioemkweeker te vestigen door hem een wachtgeldje te geven. De VOORZITTER begrijpt er niets van. De heer Kleynenberg zegt, dat B. en NV. te lankmoedig zijn geweest ook dat zij niet lankmoedig zijn geweest Wat de heer Springer betreft hooft de voorzitter de overtuiging niet, dat hij Van Deventer er uit wilde heb ben. Hij acht er ook den heer Sprin ger te hoog voor, door dat deze iemand op die manier in hel ongeluk zon storten (applaus). De heer KLEYNENBERG merkt op, dat het houden van Van Deventer gedurende elf jaren verkeerd is ge weest De VOORZITTER merkt op, dat «Sr nog adressen zijn ingekomen o.a. van den Bond van Gemeentewerklie den, die zich veroorlooft een oordeel over de zaak uit te spreken, zonder de wederpartij B en NV. zich hebben uitgesproken. Spreke'r zal dat adres dan ook maar nemen voor wat het waard is. De heer THIEL merkt op, dal dit geval behandeld is onder dea vigeur van het oude Werkluxienreglenient Bevat het nieuwe gunstiger bepalin gen voor oen geval uls van Van l)e- enter I Dan zou spreker willen vra gen, Van Deventer "s geval te behan delen volgens het nieuwe reglement, omdat dit nieuwe Reglement feitelijk al had moeten ingevoerd zijn. De VOORZITTER kan dat niet be loven. Daarop wordt besloten de adressen van Van Deventer en den Bond van Gemeente-werklieden aan te houden. Te half zc-s wordt daarop dc verga dering gesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 7