hij In de Commissie heeft opgemerkt,
dut niet de Commissie, maar de Raad
te beslissen heeft over aanbevelingen.
Die argumenten schenen wel in
druk te maken Spr. had gaarne Prof.
Dake in Jhr. Six' plaats gezien. Doch
de hoeren waren met den naam van
Prof. Dake niet erg ingenomen. (Ge
lach).
fit dc stukken heeft 6pr. toen ver
nomen, dat men geen aanvulling der
commissie noodig acht.
Spr. kan niet instemmen met het
voorsjel van B. en W., om de oom-
missie niet aan te- vullen.
De Commissie is niet uitgebreid,
omdat tfr te veel werk was. Dat is er
nooit geweest, wel te weinig. Dat is
daarom niet goed, omdat dan ook wel
ecus dat weinige wordt nagelalen.
Er is ook wel eens een nalatigheid
gepleegd door de Vereeniging tot uit
breiding van het Schilderijen Mu
seum. En die nalatigheid heeft wel
wat geld gekost. Men slaat nu aan
den vooravond vah gewichtige gebeur
temssen, zegt spr. Straks zuilen de
schilderijen gerangschikt moeten
worden in het nieuwe Museum. En
ook zal de Commissie moeten advi-
seeren over de voortzetting vah de
Hulsen-rcstauratie. Daarom is de be
noeming van een kundig man noo
dig. Als zoodanig beveelt spr. Prof.
Dake, hoogleeraur aan de Rijks Aka-
dcmio van Beeldende Kunsten aan.
De heer MODOO is er voor, dat het
voorstel van B. en W. .niet aangeno
men wordt.
Het heeft een bevreemdenden in
druk gemaakt, dat er een opmerking
in den Raad noodig was, voordat de
Commissie met een aanbeveling
kwam en dat de Commissie meteen
schreef, dat de aanvulling der Com
missie eigenlijk niet noodig was.
Spreker Vraagt zich af, wat ge
schied zou zijn, ais een ander lid don
Jhr. Six, bv. de hoer Middelkoop had
bedankt. Zou men dan ook zoggen,
dut die vacature niet aangevuld
behoefde (gelach)
Daar nu uit den aard der zaak het
getal der deskundigen niet groot is
in deze commissie, acht spr. het wen-
echelljk een kundig man te benoe
men, die niet alleen in het getal mee
telt.
De heer KRELAGE verdedigt het
voorstel van B. en W. Men vergeet,
dat de verordening gewijzigd is on
men nu oen zelfstandig directeur
heeft
Deze heeft zelfs al eens, in afwij
king van het advies van de Commis
sie, den goh eel en Raad meegekregen,
toon hij voorstelde, om de Halsen te
laten restaureeren.
Zelfs gaan er stemmen op, om de
goh oei o Commissie af te schaffen.
Spreker kan zioh voorstallen, dat men
prijs stelt op het advies der Commis
sie. Deze is ook gehandhaafd op his
torische gronden.
De Commissie is nu werkelijk oen
Commissie van advies, zooals haar
'naam aangeeft, doch niet meer een
Commissie van beheer. Inkrimping is
dus gowenscht.
De VOORZITTER heeft niet meege
werkt aan dit Raadsvoorstel. Spreker
dunkt de hoeren voor de openha'rtdg-
heid, waarmee hier is gesproken, bv.
over Prof. Dake.
Maar spr. vraagt in gemoede. of
het werk der Commissie wel zooveel
beter zal worden spr. zegt dit met
alle waardeering voor de deskundig
heid an Prof. Dake wanneer Prof.
Dake lid van de Commissie wordt.
Een stem: Dan slaan ze elkadr
dood!
De heer MIDDELKOOP ontkent te
genover den heer Krelage, dat de
Raad tot inkrimping moet besluiten,
omdat mon ook met het advies der
Commissie is meegegaan, toen zij uit
breiding der Commissie voorstelde.
Wat nu de inkrimping van het
werk betreft, deze was, dat de te
Haarlem wonende Commissieleden,
die de week hadden. Vroeger even
't Museum binnenliepen, om te zien,
of er wat gebeurd was. Of de Com
missie toen wel alles gezien heeft,
wat er gebeurde, is nu niet aan de
orde. Vermeerdering van deskundi
gen is wcnschelijk. De deskundigheid
der commissie is niet groot.
De VOORZITTER verduidelijkt zijn
vraag van straks nader. Hij meende
alleen dit, dat het benoemen van e©u
tweede deskundige misschien niet ge-
wenscht is. Vroeger heeft spr. ook
eens in een college gezeten. Alles
ging goed, toeta ei- één deskundige
was, maar toen de tweede benoemd
werd, ging het niet goed meer.
De heer SCHRAM betreurt het, dat
hier oen persoon op den voorgrond
geschoven wordt. Wie de schuld
daarvan is, zal spr. niet zeggen (ge
lach). Spr. wijst er op, dat de Direc
teur nog maar tijdelijk aangesteld is
en hij, door zijn jongen leeftijd, nog
niet de autoriteit heeft die een direc
teur van noode heeft. Dit zegt spr.
met alle waardeering voor de talen
ten van den Directeur.
Op deze gronden is spr. tegen het
voorstel van B. en W.
Het v oorstel van B. eh W. in stem
ming gebracht, wordt verworpen.
Tegen de hoeren de BTaal, Levert,
van den Berg, Thijssen, Welsenaar,
Thiol, Timmer, Willink, Sbngenberg,
Mcrens, Loomeijer, van Rossum, Mo-
doo, Schram, v. d. Kamp, Losschuit,
Rinkema, Bregohje, Seignette en
Middelkoop,
PUNT 6.
B. en W. stellen voor. een nieuw
verzoekschrift van mejuffrouw A. P.
G. Komijn, eervol ontslagen onderwij
zeres aan de bewaarschool van het
voormalige Babara-Gasthuis, voor
kennisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
PUNT 7.
Bij de periodieke herziening van
het Huishoudelijk Reglement vóór het
Gemeonte-werkloozenlonds. stelt het
bestuur eenig© wijzigingen voor.
Bij de vaststelling van het regle
ment was het bestuur van meaning,
dat de mogelijkheid opengelaten moest
worden, om elders gevestigde veree-
nigingen toe te laten. Evenwel bevat
te het reglement voorschriften, waar
aan wel plaatselijke vereeniginzen
konden voldoen, maar niet landelijke
bonden. Daarom konden niet toegela
ten worden de afdeelingen Haarlem
van den Alg. Ned. Typogr. Bond en
van den Christ. Metaaibew. bond. Wel
werd toegelaten de afd. Haarlem van
den-Algern. NederL Metaaibew. bond.
omdat de Haarlemsche afdeeling zich
vervormde tot een zelfstandige veree-
niging. Deze vereeniging echter ver
zoekt, om het reglement zoo te veran
deren, dat afdeelingen van landelijke
vakbonden niet geweigerd zouden be
hoeven te worden.
Het Bestuur stelt voor, aan dit ver
zoek te voldoen en het reglement tech
nisch te herzien, ter wijziging van de
nu in-dit-opzicht belemmerend-wer
kende bepalingen.
De overgToote meerderheid van B.
en W. is daar echter tegen. Bezwaren
tegen de werking van het fonds zijn
niet vernomen.
Daarom acht de meerderheid het
niet vvenschelijk de wijziging aan te
brengen, daar de zekerheid niet be
staat. dat deze verandering een verbe
tering is.
Als bezwaren somt dit deel van B.
6D W. o:> dat de landelijke bonden
op den voorgrond treden en de plaat
selijke afdeelingen een tweede plaats
zullen innemen. Iedere waarborg ont
breekt dan meent de meerderheid,
dat het percentage door het Bondsbe-
stuur voor de Werkloozenkas afgezon
derd, groot genoeg zal zijn. om ook
in de behoeften der Haarlemsche
werklieden in voldoende mate te voor
zien. Zij is ook bevreesd, dat de ge
meentelijke bijslag aan werkloozen in
andere gemeenten zij het langs een
omweg ten goede zal komen.
In tijden van algemeene werkloos
heid b.v., zou het Bondsbestuur zijn
premie kunnen verminderen, wanneer
do werklieden in Haarlem hooger uit-
keering kregen, dan elders ten ein
de op andere plaatsen beter te kun
nen' steunen. Men zou dan geen be
voegdheid hebben het bestuur tot hoo
ger contributie te dwingen.
Ook achtte men het niet juist de mi
nimum-contributie te laten vervallen,
omdat dan de contributie te laag zou
gesteld kunnen worden en de finan
cieels toestand van de kas zou ver
zwakt worden.
De minderheid van het College van
B. on W. stelde echter hiertegen-
dat de toelating der plaatselijke af
deelingen de risico's vermeerdert, om
dat een landelijke bond de arbeids
krachten verplaatst, wanneer er werk
loosheid heerscht.
De minderheid wees er voorts op,
dat hot bestuur genoegzamen in
vloed heeft om te voorkomen, dat het
Gemeentegeld ten bate van werkloo
zen in andere gemeente zou komen.
Ook zouden de Haarlemsche leden
geen genoegen nemen met een lagere
uitkearing van hun bond, dan die,
welke aan leden van andere plaatsen
worden uitgekeerd.
De meerderheid van B. en W. stelt
echter voor de voorgestelde wijzigin
gen niet -eed te keuren.
Wel adviseeren B. en W. tot goed
keuring vnn de bepaling, dat ook bij
kortere werkloosheid dan een week
uitgekeerd zal worden.
Ten-slotte meent het Fondsbestuur
niet te moeten ingaan op het verzoek
om wijziging in het reglement aan te
brengen, opdat samenwerking tus-
schen de fondsen te Haarlem en Scho
ten mogelfik zij. Het bestuur meent,
dat bet later tot-stand-gekomen Scho-
tensche fonds overleg had kunnen ple
gen met het Haarlemsche bestuur en
rekening houden met den toestand te
Haarlem.
De heeren L. J C. Poppe en T. G.
C. Hooy, verzoeken namens het
Haarlemsch Arbeids Secretariaat en
den Christ. Bestuurdersbond, om
eenige wijzigingen aan te brengen in
het Reglement van het Werkloozen-
fonds.
Zij verzoeken
lo. om het mogelijk te maken, dat
de verzekerden, die van Schoten naar
Haarlem verhuizen, niet 12 maanden
verstoken blijven van bijslag uit het
gemeentefonds. Een dergelijk verzoek
is ook gericht aan het fondsbestuur te
Schoten, voor personen, die van
Haarlem naar Schoten verhuizen
2o. om het bedrag der weekpremie
niet langer vast te stellen
3o. om het mogelijk te maken, dat
onder-afdeelingen van Nationale
Werkloosheidverzekeringen zich kun
nen aansluiten bij het Gemeente
fonds.
De heer KLEYNENBERG betreurt
bet dat de werkliedenorganisaties
ragen, om deze zaak aan te houden,
daar deze voorstellen reeds een jaar
op afhandeling "wachten. Bovendien,
do verzoeken dezer organisaties zijn
behandeld in het stuk van het Be
stuur. Spr wijst er op, dat het Werk-
loozenfonds goed werkt. Dat bewijst
het feit, dat er minder verzoeken in
komen, om steun wegens werkloos
heid. Wat betreft de aansluiting der
afdeelingen der nationale werklo
zenkassen bij het Gemeentelijk fonds
spieker acht dit niet gevaarlijk voor
de Gemeenten. Er is een bemiddelings
voorstel, om te zorgen, dat geen geld
uit de Haarlemsche Gemeentekas bv.
te Amsterdam wordt gegeven aan
werkloozen. Spr. betreurt het, dat B.
e*i W. daarmede niet meegaan. Het
straks besproken gevaar vreest spr.
niet De werkliedenorganisaties wor
den met ontzaglijk veel talent be
stuurd. Niet met éen. organisatie is
dit liet gevaj. maar met bijna alle.
Spreker witst op 't nut der nationale
werkloozenkassen voor de Gemeente.
Zij haalt de werkloozen weg en brengt
ze naar plaatsen, waar zij werk kun
nen krijgen. Dat moeten zij ook wel
deen, anders kost zoo'n werklooze ie
veel aan de kas.
Verlaging van premie door de na
tionale kas is niet mogelijk, daar men
voldoen moet aan <le vooraf gestelde
eischen.
Het is zeker een pijnlijke zaak, dat
menschen, die hier verzekerd zijn,
geen mtkëering krijgen, als zij naar
Schoten verhuizen. Maar dat komt
door 't fondsbestuur van Schoten, dat
niet antwoordde op de voorstellen van
het Haarlemsche fondsbestuur. Daar
om staat het Haarlemse he fonds nu
tegenover dat te Schoten, als bv. te
genover het Amsterdamschg fonds.
Spr. geeft aan, dat Viaardingen en
Vlaardingerambacht ook één Ge
meentefonds vormen, zoo ook Leeu
warden en Leeuwar dorade©!. Ln 't
buitenland komen dergelijke verzeke
ringen in genieentecomplesen veelvul
dig voor. In België zijn de sterkste
voorbeelden Luik, Brussel en Gent
De heer DE BRAAI, onderschrijft de
argumenten door den heer Kleynen-
bsrg aangevoerd.
Spreker wijst op de actie, die door
drie belangrijke vakorganisaties
wordt gevoerd voor centralisatie in de
werkloosheidverzekering. Dit feit acht
spr. voldoende, om de afdeelingen dor
nationale kassen toe te laten. Het
doet der Gemeente geen schade.
De heer LEVERT staat aan de zijde
van de meerderheid van B. en W. Hij
bestrijdt de voorgestelde wijzigingen
op grond van de ervaringen, opge
daan als lid van de Commissie, die in
1909 het reglement van het fonds oor-
bereidde. De fout iu de redeneering
van de voorstanders der toelating van
de afdeelingen der nationale kassen
schuilt hierin, dat do organisaties te
veel drijven op Gemeentehulp. Do
vakorganisaties hebben te weinig
voel van eigenwaarde. Zi) zeggen
zelf, dat zii niet 5 cent noodig hebben,
doch met 3 cent premie toe kunnen.
Toch vragen zjj nog om Gemeente-
hulp. Men moest de vakorganisatie-
besturen nu hiertoe zien te krijgen,
dat zij niet 3 cent. doch 6 cent premie
cischten. Dan zou hun verlangen, om
aansluiting wel benoden het vries
punt dalen.
D© heer MODOO bespreekt het
standpunt van den heer Levert, dat
de toeslag der gemeente alleen gege
ven werd, om de aansluiting bij het
fonds aan te wakkeren.
Daarmede is spreker liet eens. Er
zal eenmaal een tijd komen, denkt
spreker, dat de gemeente zich terug
trekken zal. Want het moet zoo zijn,
dat het loon der werklieden zoo is,
dat zij zelf geheel alieen do werkloos
heid kunnen bestrijden.
Maar nu is het nog niet 1e tijd,
dat de gemeente zich terugtrekken
kan. Spreker meent, dat het niet aan
gaat, om op deze wijze de vakorgani-
satica te bcnadeelen, omdat B. en W.
;de leden der organisaties niet willen
toelaten.
De heer THIEL meent, dal uien hier
niet de beraadslagingen en met liet
prae-advies van B. en W. op een ver
keerden weg is. De Raad heeft maar
alleen goedkeuring te hechten aan do
inwerkingtreding van do wijzigingen!
door het bestuur van het fonds. Op de
manier, die men nu volgt, belemmert
men het fondsbestuur. Het fonds moet
een zelfstandig lichaam zijn, Wan
neer het fondsbestuur eenstemmig en
in overleg met de vakorganisaties
zijn reglement wijzigt, dan heeft spre
ker den moed niet, oen dergelijke op
grond van do ervaring gemaakte wij
ziging te helpen ufstenimen.
De heer SPOOR is het eens met de
redoneering van den heer Thiel. Spre
ker heeft ook in het proo-advies ge
mist, dat B. en W. van oordeel zijn,
dat d© wijzigingen niet zullen leiden
tot een gunstiger werking van het
fonds.
De lieer HULSWIT houdt tegen
over den heer Thiel vol, dat de Raad
het recht van critiek voorbehoudt. Ais
B. en W. meenen, dat het bestuur
van het fonds den verkeerden kant
uitgaat, dan hebben zij het recht, dit
den Raad onder liet oog te brengen.
ALs dit xuet zoo was, dan had de Raad
niets met de zaak té maken en kon
men het fondsbestuur zijn gang laten
gaan.
Spreker herinnert aan de geschiede
nis van liet Gentsche stelsel te Gent
zelf, namelijk wat betreft de oprich
ting van algemeene werkloosheidver-
zekeringskasseu. De vakvoreenigiu-
gen zijn in een beter© conditie, dan de
algemeene vereenigingen. Maar men
moot de werklieden vrij laten, waar
zij zich willen verzekeren. De aanslui
ting der afdeelingen van de landelijke
organisaties zou aan deze een voor
sprong geven. Daardioor zou men de
werklieden dwingen, lid te worden
van een vakvereeniging.
Spreker erkent daarbij, dat sommi
ge vakvereenigingen vooral in het
buitenland goed werken.
De wethouder betreurt het, dat er
niet meer solidariteit bestaat, en dat
alleen de slechte risico's zich aanslui
ten. Met den heer Levert is spreker
het eens, dat de gemeentelijke toe
slag alleen dient, om de werklieden
aan te moedigen, om zich te \erzeke-
ren. Men moet de werklieden bren
gen tot selfhelp. Zij moeten zoo min
mogelijk een aalmoes willen, want
elke aalmoes kwetst den trots van den
workman.
Spreker houdt vol, dat do gemeente
lijke bijslag ten goede zou komen aan
werklieden en andere plaatsen. Als
elders moer werkloosheid is, dan
hier, zou een centraal bestuur hi en
den toeslag kunnen verminderen, om
elders een hooger bedrag te kunnen
uit keer en.
De lieer Huls wit wijst er dan op,
dat do Staatscommissie inzake de
W erkloosheid bezig is met haai- on
derzoek. Het ia niet goed, vooruit te
loopen op haar beslissing. Maar spre
ker hoopt, dat het resultaat zal zijn,
dat de arbeiders worden opgevoed tot
selflielp. Geen aalmoes moet men aan
nemen, die den trots kwetst, den
trots, die ieder mensch zoozeer noo
dig heeft.
De heer VAN DE KAMP deelt mode,
dat een vereendgmg geen Koninklijke
goedkeuring kan verkrijgen, omdat
zij enkel-en-alleen ten doel heeft on
derlinge verzekering tegen werkloos
heid. En nu eischt de gemeente voor
den gemeentelijken bijslag die Ko-
ninkl. goedkeuring. Dus de zuivere
werkloosheidevcrcenigingcn k u n-
ne n niet toegelaten worden. Spreker
vraagt inlichtingen.
De heer THIEL merkt op, dat inen,
wil men de goede risico's ook aange
sloten krijgen, juist bij de vakveree-
nigingen tt^echt moet komen, wat B.
en NV. juist niet willen. Want ia die
vak vereenigingen zitten ook de goede
risico's, die daarin zijn wegens ande
re redenen en belangen. Men moet de
vakvereemgingon dus niet uitsluiten,
doch zich juist laten aansluiten. De
heer Huiswil wees op Engeland Dat
voorbeeld moet men volgen, zegt hij.
Maar dan moet men de vakvereeru-
giugen nemen. B. en W. spreken rich-
zeit daarin dus tegen.
Spreker wijst nogmaals op do sa
menstelling van hel bestuur van liet
fonds. Daarin zitten alie elementen,
die men noodig heeft. Alleen vindt hij
bet jammer, dat de hoer Huiswil,
wiens betoog spreker met veel belang
stelling hoeft aangehoord, geen lid
van dil bestuur is, dan zou diens be
toog daar, op zijn plaats, overwogen
kunnen worden.
Spreker dient ten slotte een voorstel
in, strekkende om de gezamenlijke
wijzigingen van het fondsbestuur aan
te nemen.
De heer KI.EYNENBKRG merkt op.
dat de bijslag goon aalmoes is. leder,
die aangesloten is, heeft recht op
den bijslag.
Spreker sluit zich verder aan bij
hetgeen do heer Thiel heeft gespro
ken. Wat Engeland betreft, daar heeft
men juist van Rijks- en gemeentewege
de werklieden geldelijk gestound.
Aangaand© de niet-verleening der
Koninklijke goedkeuring op de statu
ten merkt spreker op, dut hot vreem
de geval zich voordoet, dat sommige,
zuivere werkloozenkassen wèl en de
andere n i e t de Koninklijke goedkeu
ring hebben vork regen. Pogingen in
Den Haag, om daarin verandering te
brengen, baatten niet.
De heer DE BRAAL steunt Ie wijzi
gingsvoorstellen van het fondsbe
stuur. Hij wijst er op, dat Engeland
met de vakorganisaties veel verder is.
Dat de vakorganisutios bij de aan
sluiting aan het Werkloozenfonds een
voorsprong zouden hebben op de zui
vere werkloozenkassen, bestrijdt spre
ker. De leden van de vakorganisaties
moeten nu zelfs buiten hup contribu
tie nog werkloozonpremie betalen.
Dc heer BREGONJE zogt, dat hij
niet gelooft, dat de heer Huiswil den
vakverenigingen goed gezind is.
Spreker herinnert aan do maatrege
len, indertijd op initiatief van den
Burgemeester genomen, om de werk
loosheid te bestrijden. Toen was spre
ker ook vóór zuivere werkloozenkas
sen. Maar spreker begint er nu van
terug te komen. Hot spijl Item, dat de
heer Hulswit op de goede resultaten
van de vakorganisatie in het buiten
land wees. De heer Hulswit had zich
tot ons land kunnen bepalen.. De
werkloosheidbestrïjding is een der
goede dingen, door de vakorganisatie
tot stand gebracht.
Do hoor HULSWIT komt or togen
op, dat hij de vakorganisatie niet
good gezind zou zijn. Integendeel,
wanneer de vakvereeniging in de eer
ste plaats in haar vaandel sclirijft
ontwikkeling dor vakkounis, meent
hij, dut zij veel goed kan doen.
Sprekers beroep op Engeland betrof
alleen het selfhelp. Spreker heeft zich
zelf djus niet tegengesproken.
Spr. houdt vol dat men de goede
risico's met de slechte meel vereeni
gen in zuivere werkloozenkassen.
De heer LOOSJES is het met dit
laatste in 't geheel niet eens. De goe
de risico's krijgt mon niet ln die kas
sen. Immors, daarin verocnigen zich
alloen degenen, die bevreesd zijn
werkloos te worden. Goodo risico's
sluiton zich bij zulke kassen niet aan.
Stemmen Juist
Do heer LEVERT herhaalt nog
eens, dat do vakveroenigingon hooger
premie moeten eischen, om geen bij
slag van do Gemeente noodig te heb
ben.
Het voorstel van den lieer Thiel
(cm al de wijzigingen, voorgesteld
door het fondsbestuur, aan te nemen)
wordt in stemming gebracht en aan
genomen met 23 tegen 8 stemmen.
Tegen do heeren Levert, Kruseman,
Do Breuk, Van Styrum. Van Rossum,
Winkler, Hulswit en Krelage.
Do VOORZITTER stelt nu voor de
resumptie van het geheele besluit aan
te houden tot do volgende vergade
ring.
De heer MODOO achl dit niet noo
dig. De Raad heeft de wijzigingen van
bet reglement goedgekeurd. B. en W.
hebben dus niets anders te doen, dan
dit aan het fondsbestuur te berichten.
De VOORZITTER Dan sta ik niet
voor de gevolgen in I
Het voorstel om de resumptie aan
te houden, wordt aangenomen met 17
tegen 16 stemmen.
Vóór stemden de lieeren Van den
Berg, Slingenberg, Wilkens, Morens,
Kruseman. Schreudcrs. De Breuk,
Van Rossum, Schram. Lasschuit. Rin
kema, Hulswit, Krelage. Seignetto,
Visser. Winkler en De Braai.
PUNT 8.
Het gemeentebestuur van Bloemen-
daal had vergunning gevraagd, om
een lichtkabel en een waterleiding
buis te mogen leggen in de Klever-
laan. De vergunning werd, onder ze
kere voorwaarden, verleend.
Daar het gemeentebestuur van Bloe-
mendaal die voorwaarden bezwarend
achtte, aanvaardde liet de vergun
ning met
B. en NV. van Haarlem stellen nu,
in overleg niet het Dagelijksch be
stuur van Bloemendaal, voor, de ge
stelde voorwaarden in te krimpen en
do vergunning wederom te verieenen.
De heer MODOO is er voor. aan som
mige bezwaren van Bloemendaal te
genoot te komen, maar hij is er niet
voor, om de bepaling te laten verval
len, dat de kosten van be- en herbe
strating voor rekening van Bloemen
daal zijn. Dat eischt men ook \an par
ticulieren. dus waarom niet van
Bloemendaal?
Spreker zou er voor zijn. dat men
de Kleverlaan, voor 't gedeelte, dat in
Bloemendaal ligt. aan Bloemendaal
overdraagt
De hear THIEL Als zo maar ge
noeg betalen
De heer MODOO herinnert er aan,
dat men ook aan Heemstede de wegen
overdraagt en vandaag gaat fuen
ook hij Haarlemmerliede en Spuarn
WOUde deze zaak regelen.
De heer DE BREUK zegt, dat Bloe-
nioudaal indertijd ook niet een derge
lijke bepaling _von Hoarlom aischto.
Ook aan Heemstede stelde men dien
oisch niet.
Waar men nu met de omliggende
gemeenten op goeden voet wil ko
men. gelooft spreker, dat men wel
van Bloemendaal kan verwachten,
dat Bloemendaal, ook zonder een der
gelijke beoaling, wel de Kleverlaan
woer in orde zal brengen.
De heer THIEL gelooft niet, dat
de heer Modoo alie stukken heeft ge
lezen.
De heer MODOO Ik heb alle stuk
ken gelezen
De heer THIEL Ik weet, dat me
neer Modoo veel stukken leest, nauw
keurig, maar *t stuk, dat 'k bedoel,
beeft hij zeker niet gelezen.
Spieker bedoelde een dergelijke ver
gunning, dio Bloemendaal aan Haar
lem toestond. Toen eischt© Bloemen
daal ook "- en betaling. W aar men nu
afgesloten hoeft een krieuwperiode
tusschen beide gemeenten, wil spr.
meewerken, om deze buizen zou gauw
mogelijk in den weg gelegd te krij
gen Overigens is Haarlem voldoen
de gewapend, in deze zaak, beter ge
wapend. dan Bloemendaal in vele ge
vallen tegenover Haarlem is.
De VOORZITTER, sprekende over
't woord ..krieuwperiode", zegt, dat
men bij 't hooren van dit woord, denkt
aan twee, die krieuwen. Spreker wi!
nu verklaren, dat Haarlem nooit
heeft «ekrieuwd, maar altijd heeft ge
tracht de zaken in goede harmenie af
te handelen. (Applaus).
De heer MODOO is weer onaange
naam getroffen door den toon van liet
schrijven van Bloemendaal. Dat her
innert weer aan de krieuwperiode.
Do heer THIEL Dat is nu afgeloo-
pen
De heer MODOO gaat voort, dat
men ton slotte bij Bloemendaal zou
komen, om te vragen Heeren, wat
blieft u Zoo zullen wij 't doen."
't Voorstel van den heer Modoo, om
de kosten der be- en herbestraling ie
laten betalen door Bloemendaal wordt
verworpen met vier stemmen vóór,
dio der heeren Modoo. Timmer,
Tjoonk Willink en Middelkoop.
Het voorstel van B. en NV. wordt
aangenomen.
PUNT 9.
Bij besluit van 8 Maart machtigde
de Raad B. en NV. tot onderhandsche
verhuring van het perceel aan het
Klein Heiligland no. 17, dat tot 1 Mei
j.l bewoond werd door het hoofd der
school voor uitgebreid lager onder
wijs, letter A.
Intusschen is gebleken, dat de be
waarder dier school er niet in kan
slagen een woning te huren in de na
bijheid van de school, wat toch hoogst
wenschelijk is. B. en NV. achten het
daarom gewenseht den bewaarder ge
noemd perceel als woning aan te wij
zen, en stellen daarom voor, het be
sluit van 8 Maart in te trekken.
Do lieer MODOO merkt op. dat de
Raad niet besloten heeft, om den be
waarder deze woning te ^even. De
Raad kan dit besluit dus met intrek
ken.
Voorts oppert spr. het bezwaar, dat
de bewaarder van dit groote huis een
gedeelte zou kunnen onderverhuren.
Dat zou onbillijk zijn tegenover de
andere bewaarders.
De hoer LOOSJES zogt. dat de in
structie dor bewaarders hun verbiedt
13 onderverhuren of commensaals te
houden.
Wat betreft de aanwijzing der wo
ning aan deze bewaarders, daarmee
heeft de Raad niet te maken.
Het voorstel van B. on VV. wordt
aangenomen.
PUNT 10.
B. en W. stellen voor f 1000 te be
steden aan de verbetering van den
Oude of Spaarnwouderweg, daar het
mogelijk is, dat aan dezen weg ge
bouwd zal worden en over den toe
stand van dien weg geklaagd wordt.
Tot nu staat niet vast, wien deze
weg behoort, maar het bestuur van
den Veerpolder, onder Haarlemmer
liede, dat rich steeds als eigenaar ge
draagt, wil zijn aanspraken laten
varen en Haarlem als eigenaar er
kennen.
De hoer MODOO stelt aanhouding
voor, totdat de ingelanden van don
Veerpolder hebben beslist omtrent de
overdracht aan Haarlem.
De heer DË BREUK acht dit niet
noodig Het staat voldoende vast, dat
men den weg krijgen zal.
De lieer TJHENK WILLINK wil wel
11000 besteden aan de verbetering
van den weg, maar niet praejudicee-
ren op 't besluit der ingelanden.
De heer MODOO handhaaft zijn be
zwaren.
De VOORZITTER zegt toe. dat B.
en NV. niet aan de werken zullen be
ginnen vóór de beslissing der ingelan
den gevallen is.
De hoer MODOO ziet af van zij'n
voornemen om een amendement in
to dienen.
Do heer DE BREUK stelt den heer
Modoo gorust, dat de Veerpolder den
weg niet zal willen houden. Ex ko
men groot© kosten aan dien weg.
Het voorstal van B. en NV. wordt
aangenomen.
PUNT 11.
Naar aanleiding van een verzoek
van den lieer F. M. Baron Van Lyn
don, stellen B. en NV. voor. het Zuide
lijk gedeelte van de tegen den tuin
van den verzoeker doodloopende Lan
ge! aan, welk gedeelte tusschen eigen
dommen van den heer Van Lynden
aan den Wagenweg ligt, aan dezen
te verkoopen voor 12 per vierk. M.
Het stuk is ongeveer 19 M2. groot
De hoer WILKENS maakt de op
merking, dat een Raadslid, volgens
art. 506 van het Burg. NYeth. niet on
derhandse!) mag koopen van de Ge
meente, zonder toestemming van den
Koning.
Daarom stelt spr. een amendement
ln dien zin voor
De VOORZITTER acht dit niet noo
dig, daar indertijd, zonder dat men
er moeilijkheden mee kreeg, grond
verkocht is aan de Raadsleden Bey-
nes en KroL
De heer VAN DER KAMP is tegen
het amendement, daar het iets onaan
genaams inhoudt voor een mede-
Raadslid.
De heer VAN STYRUM is er wel
vóór het amendement aan te riemen.
Het amendement-Wil kens wordt
aangenomen.
PUNT 12.
B. en W. stellen voor goed te keu
ren de aansluiting van den Juiiaua-
weg aan den Zijlweg.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 13.
Met het oog op de vacature, die
door het overlijden van Ür. V». G.
Huet in de gezond ncidscomm mie ont
slaan is. hei eelt de commissie voor
beu-juring aan: 1. G. AUri.u, arts,
en 2. Dr. A. A. G. Land.
Benoemd wordt de heer G Adrian.
PUNT 14.
Mej. J. G. E. Peeien, tijdelijk leer
aren m de kunstgeschiedenis aan da
meisjes H. li. S wensebt geen her-
benoeming voor dan ni uwe cursus.
B- en N\bevelen ter bono uüng in
de vacature aan (om 3 lesuren pet
week te go ven tegen een vergoeding
van f «Ju per cursus en vergoeding
van reiskosten):
1. de lieer NV. A. E. v. d. Pluym te
Amsterdam.
2. Mej. A. E. C. v. d. Looy v. d.
Leeuw, te id.
Benoemd wordt de heer NV. A. K.
van dor Pluym, te Amsterdam.
RONDVRAAG.
De lieer BREGONJE, sprekend over
bet ontslag van den gemeente-work-
man Van Deventer, zal nu geen vra
gen stelten, nu B. cii NV. een onder
zoek hebben toegezegd. Spreker
vraagt echter tot /.onlang schorsing
van het ontslag.
De VOORZITTER is persoonlijk te
gen hei laatste verzoek. B. c.i NV. be
noemen en ontslaan. Wal de andere
leden van het college doen, weet spre
ker niet. B. en NV. lie-bbeu gemeend,
dat het ontslag van Van Deventer in
het belang der gvim-eute is.
De heer BREGONJE vraagt dan,
aan Van Deventer, toi de zuak is on
derzocht, ander werk te verschatten.
De VOORZITTER kan dat niet toe
zeggen.
Do heer SCHRAM vraagt-eveneens,
Van Deventer een andere betrekking
te geven.
De VOORZITTER kan dit verzoek
niet inwilligen.
De heer DE BRAAL merkt op, dat
de reden van het ontslag is, dat de
dienst is gereorganiseerd en Van De
venter in zijn nieuwe betrekking aan
het Torentje niet geschikt is.
De VOORZITTER ontkent dit
De heer BREGONJE is thans ge
noodzaakt, -om toch zijn vragen t«
stellen. Deze luiden
lo. NVat zijn de redenen dat Vah
Deventer uit den dienst dor gonieeinte
is ontslagen?
2q. Zou hel niet mogelijk zijn, wan
neer het ontslag moot wórden ge
handhaafd, v. Deventer in een an
dere gemeente-betrekking over te
plaatsen, of, zoo ook dit niet mogelijk
is, de fïnancieele gevolgen van het
ontslag voor v. Deventer te verzach
ten, door hem b.v. oen half jaar loon
toe te kennen?
De Raad geeft zijn verlaDgen te
kennen, om inlichtingen te ontvan
gen.
De VOORZITTER zegt, dat men al
lang goduld heeft gehad met dezon
man. Reeds sedert jaren was zijn
werk niet voldoende. Daarom is hem
reeds lang aangezegd, van betrekking
te veranderen. Van Deventer was on
geschikt en hij had niet den lust en
de ijver, om zich te bekwamen. Dit
ontslag staat geheel los van de reor
ganisatie der kweekerij. Aau don
man is gevraagd, of hij in een andere
heirekking wilde geplaatst worden.
Dat heeft hij geweigerd. Een half
jaar loon uatkeeren, kan niet, dat zou
onbillijk zijn tegenover de anderen.
De heer MODOO vraagt, of het niet
mogelijk is, dat de lieer Springer den
man er uit wilde hebben en nu onbe
kwaamheid heeft voorgewend.
Maar wanneer B. on W. dat niet
van oordeel zijn, dan moet de Raad
daarin berusten.
De heer DE BRAAL handhaaft zijn
meening, dat de reorganisatie der
kweekerij 3e oorzaak is geweest van
het ontslag. Van Deventer was
bioemkweeker, op de nieuwe kweeke
rij moet men nu ook booinkweeker
zijn.
De heer KLBVNENBERG merkt op,
dat men elf jaa'r geduld heeft gehad
met den man. Dat is verkeerd ge
weest en dat treft pijnlijk. Jammer
vindt spreker, dat man du aan Van
Deventer met <i« gelegenheid (teelt ge
geven om zich ais bioemkweeker te
vestigen door hem een wachtgeldje te
geven.
De VOORZITTER begrijpt er niets
van. De heer Kleynenberg zegt, dat
B. en NV. te lankmoedig zijn geweest
ook dat zij niet lankmoedig zijn
geweest
Wat de heer Springer betreft hooft
de voorzitter de overtuiging niet, dat
hij Van Deventer er uit wilde heb
ben. Hij acht er ook den heer Sprin
ger te hoog voor, door dat deze
iemand op die manier in hel ongeluk
zon storten (applaus).
De heer KLEYNENBERG merkt op,
dat het houden van Van Deventer
gedurende elf jaren verkeerd is ge
weest
De VOORZITTER merkt op, dat «Sr
nog adressen zijn ingekomen o.a.
van den Bond van Gemeentewerklie
den, die zich veroorlooft een oordeel
over de zaak uit te spreken, zonder
de wederpartij B en NV. zich
hebben uitgesproken.
Spreke'r zal dat adres dan ook
maar nemen voor wat het waard is.
De heer THIEL merkt op, dal dit
geval behandeld is onder dea vigeur
van het oude Werkluxienreglenient
Bevat het nieuwe gunstiger bepalin
gen voor oen geval uls van Van l)e-
enter I Dan zou spreker willen vra
gen, Van Deventer "s geval te behan
delen volgens het nieuwe reglement,
omdat dit nieuwe Reglement feitelijk
al had moeten ingevoerd zijn.
De VOORZITTER kan dat niet be
loven.
Daarop wordt besloten de adressen
van Van Deventer en den Bond van
Gemeente-werklieden aan te houden.
Te half zc-s wordt daarop dc verga
dering gesloten.