NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
be. ubuVtKMNlis
29e Jaargang. No. 8599
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 5 JULI 1911 B
ABONNEMENTEN JSfes A D VERT ENT I N:
per drie maanden: "%W Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 j Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)„1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1-65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Afzonderlijke nummers J55H J K'iLA f, Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemu.óm um Tore
de omstreken en franco per post 0.43 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600 en der Administratie724.
Uitgave derVennootsctiap Lourens Coster. Directeur i. C. PEEREBOOM. Drukkerij; Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing .van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Teiephoon intere. f:1:29.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
No. 1880
De Belasting vragen.
Tot dusver kregen wij, Haarlem-
eclie belastingschuldigen, een be-
scbrijvingsbiljet voor onze plaatselij
ke directe belasting naar het Inko
men thuis en wanneer wij dat, zoo
goed en zoo kwaad als het ging, (want
die belastingvragen zijn soms zóó,
dat je er aan twijfelt of dat nu diep
zinnig of onnoozel is) hadden inge
vuld, dan kwam ons biljet thuis en
bleek, dat de fiscus ons bevredigend
of niet bevredigend had aangeslagen.
Niet bevredigend wilde nog niet zeg
gen te hoog, maar hooger, dan
de belastingschuldige verwacht en
gehoopt had.
Nu komt evenwel de contróleur van
onze gemeentebelasting met een stuk,
dat wel geschikt is, om ons aan het
beven te brengen. Het heeft iets reus
achtigs, iets dreigends in zijn om
vang, je kunt er zoo aan zien, dat het
duchtig overwogen is, al ware het
alleen hierom, dat bladzijde drie over-
plalrt is, zoodat er zeker eerst wat
anders op heeft gestaan. Iets nog
vreeselijker misschien.
Welgeteld is het stuk zeven blad
zijden groot, de achtste is wit geble
ven, denkelijk om den belastingschul
dige gelegenheid te geven, daarop
zijn berekeningen to maken. Deze
uitgebreidheid van liet stuk maakt
inderdaad een winteravond noodig
voor wie de tientallen vragen com
pleet willen gaan beantwoorden. Uit
dit oogpunt bekeken is het lastig, dat
we nu zomer hebben, want wachten
totdat de dagen korter worden, gaat
niet aan. B. en W.. zijn al zoo
soliriklielijk laat. Wanneer voor een
belasting, die loopt van 1 Januari
tot 31 December, de inlichtingen voor
den aanslag van dat jaar gevraagd
worden op 21 Juni, zooals het geval
is met hot stuk, dat voor mij ligt,
derhalve wanneer bijna de helft van
dat jaar verstreken is, dan vraagt de
belastingschuldige zich af, wanneer
hij nu eigenlijk het belastingbiljet zelf
in zijn bezit zaJ kunnen hebben, en
of ditmaal niet de allerhoogste ver
snelling op de tien termijnen, waarin
de belasting verschuldigd is, zal moe
ten worden toegepast.
Hot is een «enigszins vreemdsoortig
geval. De vragen van het beschnj-
vingsbiljet zijn indertijd, met de ver
ordening zelf, door den Raad, na
ampele bespreking, vastgesteld en
goedgekeurd. Eu nu komt de ambte
naar der contróle met eeu stel vra
gen, die wel op hetzelfde onderwerp
betrekking hebben, maar in hun
vorm, souis zelfs in hun aard, nogal
belangrijk van die op bet beschrij-
vmgsbrljet afwijken en daarenboven
gemotiveerd worden op eeu manier,
dm ik verre van gelukkig vind wat
ik daarmee bedoel, volgt straks.
Nu heeft de wethouder van finan
ciën, Dr. H. D. Kruseman, in de
Raadsvergadering van 13 April, toen
het gemeentebestuur terloops over
die vragen geïnterpelleerd werd, ge
antwoord, dat het beantwoorden van
de vragen op die lijst niet verplicht
is gesteld en dat het eenvoudige vra
gen zijn, om bouwstoffen voor den
aanslag te verzamelen.
Belastingschuldigen kunnen zich
dat voor gezegd houden. Als zij niet
willen, dan laten zij het beantwoor
den van die vragen eenvoudig na.
Van den beginne af ben ik voorstan
der geweest van de aanstelling van
een contróleur dat hij dus bouw
stoffen verzamelt kan mij niet hinde
ren, maar, naar mijn oordeel, gaan
zijn vragen verder, dan met de gel
dende verordening in overeenstem
ming is to brengen.
Art. 10 van de verordening zegt
duidelijk
,,de aanslag der belastingplichtigen
„geschiedt ambtshalve, nadat hun
„gelegenheid zal gegeven zijn, bij de
„invulling van het besohrijvingsbiljet
„te verklaren, in welke der klassen
„zij meeneu gerangschikt te moeten
„worden."
En op liet besclirijivingsbiljet staat,
onder de vragen, voorzien met de
letters N. B.
„Zij, die de klasse wenschen aan te
„duiden, waarin zij vermeenen te
„moeten worden gerangschikt, of
„meerdere inlichtingen wenschen te
„geven, welke hun voor een juisten
„aanslag wenschelijk voorkomen,
„kunnen die hiernevens vermelden."
Kunnen dat vermelden, behoeven
hot niet te doen. Maar de contróle op
de belasting slaat een heel anderen
toon aan. Vooral de bijzondere vra
gen op een afzonderlijke lijst gesteld,
hebben iets veel dreigenders, minst
genomen iets veel beslistere, dan de
j zachte uitnoodiging van B. en W.
Hoeveel bedraagt uw vaste be-
looning wordt daar gevraagd aan
[hen, die een ambt, bediening of be
trekking bekleeden Hoeveel be-
j draagt het door u genoten wisselend
loon over het laatst verloopen dienst
jaar Geniet gij als bezoldiging ge-
heel of ten deele vrije kost en inwo-
ningen, zoo ja, op welk be
drag worden deze door u geschat
Geniet gij onder voordeel uit i
ambt of betrekking, en, zoo ja,
welk bedrag wordt dit door
geschat
De strekking is duidelijk: het is niet
alleen om het feit van het hebben
J van betrekking of ambt te doen,
maar vooral om de sommen, die
daaruit verkregen worden. En de re
capitulatie gaat in die richting voort.
I „Mijn inkomen (dat mijner eclitge-
nootej is ais volgt samengesteld", zoo
laat de contróleur den guedigen be-
j iasttngsohuldige verklaren, en daar
op volgt een opsomming van de bron
nen, waaruit liet inkomen zooal kan
zijn verkregen, twee bladzijden lang,
ook voor winst, verkregen uit beroep,
bedrijf, zaak of onderneming. Zeer
terecht werd door de heeren Slingen-
berg en Thiel in diezelfde Raadsver
gadering van 13 April op de omstan
digheid gewezen, dat deze laatste
vraag allerminst in het stelsel van
B. en W. past. Zij behoort in hot
systeem van eigen aangifte
dat bij die gelegenheid juist door B.
en W. werd ontraden, waarover toen
de debatten werden opgeschort, op
dat B. en W. elders nieuwe inlichtin
gen zouden kunnen inwinnen en dat
dus op dit oogenblik niet in wer
king is.
De belastingschuldigen kunnen der
halve deze vragen van de contróle
onbeantwoord laten, we weten het
ook uit den mond van Dr. Kruseman.
Toch zullen allicht velen die onver
plichte vragen gaan invullen, uit
vrees. Want aan 't hoofd van de
recapitulatie, den staat waarop hot
feitelijk aankomt, staat te lezen: „Ten
einde een TE HOOGEN AANSLAG te
voorkomen, Is het zeer gewenscht,
het onderstaande NAUWKEURIG in
te vullen."
Dit grenst aan een dreigement. De
mogelijkheid van een te lagen aan
slag blijft er buiten, men had moeten
zeggen „ten einde een billijken aan
slag te verkrijgen", enz., maar dan
zou de indruk op den belastingschul
dige minder diep zijn geweest. Deze
motiveering van de vragenlijst acht
ik ver van gelukkig. En met het
standpunt van B. en W., die geen
verplichte eigen aangifte willen, ls zij
in- strijd. Immers waaneer het rond
zenden van de vragen iets zal te bo-
teekenen hebben, dan verwacht men
daarvan beantwoording door velen,
anders kan de lijst wel achterwege
blijven. Maar dat beantwoorden is
eigen aangifte in een zeer uitgewerk-
ten vorm. Waarom dan niet de
vraag „hoe groot is uw inkomen V"
op het officieele beschrijvingsbiljet
geplaatst, zooals wij; voorstanders
van verplichte eigen aangifte, willen?
Toch niet, om aan sommige ingezete
nen met groote Inkomens, die men in
de stad wil houden, het beantwoor
den van de vraag té besparen
Kortom, het golieel doet denken
aan iets, dat men verkrijgen wil
langs een omweg, daar bet langs den
grooten weg bezwaar oplevert. De
j contróle komt met haar vragen te
vroeg, zij had daarmee tot na de in
voering van eigen aangifte moeten
wachten. En daarom zal ik, hoewel
ik voorstander hen Yan contróle en
j eigen aangifte beide, do ontvangen
I vragenlijst niet invullen, maar rustig
afwachten, of inderdaad een te hooge
aanslag daarvan het gevolg zal we
zen. Mocht dat zoo zijn, il y a des
juges a Berlin, de Commissie or de
bezwaarschriften is er ook nog. Eu
wanneer anderen soortgelijke erva
ring opdoen, zullen zij voor hun be
zwaar bij mij eeu aandachtig oor
vinden.
J. C. P.
Buitenlandsch Overzicht
Over Marokko.
Voel nieuws is er dezen dag niet
over Marokko. De spanning is er nog
alt.jd De vuurspuwende borg staat
dreigend te rooken en te rommelen....
Zal iiet tot een uitbarsting komen?
Heel dreigend is de zaak in elk ge
val
DE DUITSCHERS BLIJVEN AGADIR
BEZET HOUDEN,
zoodot het avontuurtje met krocht
wordt doorgezet. Ja, de bezetting
wordt zelfs versterkt. Heel toe
vallig moet de „Panther", dat een
kanonneerboot is, naar liet dolt om
gerepareerd te worden en nu komt
do „Berlin", een beschermende krui
ser, er voor in de plaats. Nog eenige
toevalligheden en de halve Duitsche
vloot is in Agadir
Reeds gaat een gerucht, dat eir nog
meer Duitsche oorlogsschepen ver
dacht in do Marokkaansche wateren
kruisen.
Overal is etr belangstelling voor de
Marokko-zaak. Ook in Engeland. In
liet Lagerhuis heeft Balfour, de leider
der oppositie, er zelfs over geïnter
pelleerd. In zijn antwoord zei do En
gelsche minister-president, dat. de
Engelsöhe regeering aan deze quaes-
tie bijzondere aandacht wijdt en dat
er reeds diplomatieke onderhandelin
gen zijn begonnen. „Ik acht het niet
gewenscht, op dit oogenblik meer over
deze zaak to zeggen", voegde do mi
nister daaraan toe.
Balfour zal zijn vraag Donderdag
misschien herhalen.
Or" de rogoeririg dan al nadere ver
klaringen zal kunnen afleggen
Enkele bladen weten al iols te ver
tellen over
DE HOUDING VAN FRANKRIJK
EN ENGELAND,
als antwoord op liet Duitsche optre
den. Beweerd wordt, dat do Engelsclie
regeering van meening is, dat het
noodig is, Engelsclie en Fransche 't
oorlogsschepen naar Agadir te zen
den.
Natuurlijk zou dit niet zijn, om met
het Duitsche oorlogsscliip te gaan
OORLOGVOEREN,
maar alleen om in juridischen zin de
aanspraken van Duitsohland op dit
deel van Marokko to betwisten.
Ook in de Fransche Kamer zul er
over Marokko geïnterpelleerd wor
den. Jaurès heeft zich daarvoor al
opgegeven. De interpellatie is even
wei uitgesteld, tot na den terugkeer
van den minister van buitenlandsche
zaken, die nu bij ons te gust is!
Nu iets over het hart der quaestie,
den rechtsgrond der gescnillen, om te
zien
AAN WELKE ZIJDE T HECHT IS.
De verdragsbepalingen van 9 Fe
bruari 15HJU zijn op de volgende wijze
vastgesteld
„be regceruig der Fransche Repu
blic k en <le keizerlijk Duitsche regee
ring. bezield door tien weiisch de uit
voering der Acie van Algeeirus te ver
gemakkelijken, zijn overeengekomen,
don omvang, dien zij aan de bepalin
gen dier acie toekennen te omschrij
ven, ten einde in de toekomst iedere
oorzaak van misverstand weg tc ne
men. Ten gevolge daarvan verklaren
de regeering der Fransche Republiek,
wier vaste voornemen het is de In
tegriteit de onafhankelijkheid van
het Sherriffijnsche rijk te behouden,
en die besloten is in dat rijk de econo
mische gelijkheid te waarborgen, en
die ton gevolge daarvan aan de Duit-
scho handels- en industriële belan
gen geen hinderpalen zal in den weg
leggen. en de keizerlijk Duitsche
regojring, die in Marokko slechts
economische belangen najaagt, in de
erkenninzr dat de politieke belangen
van Frankrijk met de bevestiging van
da orde en den imvendigen vrede ten
zeerste verbonden zijn, en vastbeslo
ten die belangen niet in den weg te
staan dat zij geen enkelen maatre
gel zullen nemen of bevorderen, die
èr toe zou leideu ten hunnen gunste
of ten gunste eencr derde mogendheid
een economisch privilegie to doen ont
slaan."
Deze overeenkomst zegt duidelijk,
dat het hoofddoel der acte van Alge-
ciras is. de onafhankelijkheid en inte
griteit van Marokko te waarborgen.
Het zenden van een oorlogsschip naar
Agadir is, volgens de Duitsche opvat
ting, mei die overeenkomst niet in
strijd. Heeft Frankrijk, en daarna
Spanje, bezit genomen van verschil
lende doelen van het Marokkaansche
Rijk, dan ls de integriteit noch de on
afhankelijkheid van dat Rijk gewaar
borgd, en is de Acte van Algeciras
zoowel als de overeenkomst van 1909
niet meer van kracht, zijn de beide
overeenkomsten feitelijk waardeloos
geworden. Maar dan heeft Frankrijk
geen recht Duitschland te verwijten,
de Acte van Algeciras te schenden,
waar Frankrijk die Acte het eerst ge
schonden heeft. Als Duitsohland en
Spanje nadoen, wat Frankrijk hun
voordeed, mag Frankrijk zich daar
over niet beklagen.
Natuurlijk denken de Franschen er
anders over I
Toch begint
IN 'T OORDEEL DER FRANSCHEN,
dat eerst fel en voor Duitsohland ha
telijk was, eenige kentering te ko
la een artikel in de „Temps" wordt
betoogd,, dat Duitschland, door de
bezetting van Agadir, blijkbaar alleen
de aandacht wil vestigen op de nood
zakelijkheid tot hervatting der on
derhandelingen tusschen Duitschland-
en Frankrijk over Marokko, die on
der het ministerschap van Pichon be
gonnen, maar door het kabinet Monis
niet voortgezet zijn.
In afwachting van nadere verkla
ringen. moot men het optreden van
Duitschland beschouweir als een be
wijs, dat dit land oen zaken-politiek
wil voeren, van welke het den loop
zooveel mogelijk wil bespoedigen. Het
zou derhalve beluclielijk en verkeerd
zijn, de uitzending van dit kleine
schip tragisch op te nemen.
Do Berhjnsche correspondent van
de „Temps" is van meening, dat de
onderhandelingen hervat zullen wor
den, zoodra de ambassadeur Canihuii
teruggekeerd is en dat de hoofdlijnen
van het nieuwe traktaat spoedig
vastgesteld zullen zijn.
Niet in Klein-Azie, maar in Afrika
zal compensatie gezocht worden voor
eventueele concessies. Duitschland
zal zijn eischen niet préciseeren,
maar het streeft naar vermeerdering
van grondgebied in den Congo, wat
Marokko betreft jaagt het naar «een
andere dan economische voordeden.
De „Ilumanité" is het hier evenwel
niet mee eens en oordeelt
Het is kinderachtig, te denken, dat
Duitschland Agadir zai loslaten voor
een compensatie op een andere
plaats. Duitschland toch zoekt sinds
buur een kolenstation aan den Atlan-
Ook
DE SPANJAARDEN
gaan voort mei hu:i avonturen. Uit
El Ksar wordt namelijk geseind
Kolonel Sylvestre begaf zich naar
de kazerne van de troepen van den
Sultan en verklaarde, dat hij het ge
bouw noodig had voor de Spaan scha
troepen.
e soldaten, paarden en muildieren
werden verwijderd en de Spanjaar
den betrokken de kazerne.
Zoo zijn onze manieren
Of de Marokkaansche avonturen
den vrede bedreigen Dat zou jam
mer zijn voor de beweging voor
ARBITRAGE,
die juist baan begon te breken.
De correspondent van een Duitsch
blad deelt mede, de toetreding
van Duitschland tot het arbitragever
drag tusschen de Vereenigde Staten,
Groot-Brittanniê. Frankrijk en Japan
een „voldongen feit" is.
We li open het ook, maar gezien dit
Marokkaansche zaakje, gelooven we
er nog niet veel van I
Ook in Engeland komt er nu weer
onrust.
De „Daily Mail" wij6t op het ern
stige gevaar, hetwelk do zoo schitte
rend geklaagde rondvlucht uit mili
tair oogpunt voor Engeland oplever
de. Wij konden deze vermetele luolit-
vaarders niet tegenhouden, zegt zij.
Het Engelsche leger bezit maar tien
vliegtoestellen, die meerendeels ver
ouderd en traag zijn, terwijl de En
gelsclie zeemacht er geen enkele ge
kocht heeft. Wel heeft zij er twee ten
geschenke gekregen. De Engelsche
admiraliteit behoort onverwijld een
luchtvloot te organiseeren. Alleen
'avereohtsche zuinigheid weerhoudt
haar.
DE ALBANEEZEN.
De Montenegrijnscbe correspondent
van de „Times", die in de onrustige
streken van Albanië een rondreis
heeft gemaakt, meldt weer, dat de
ongeregelde Turksche troepen alge
meen .en stelselmatig de dorpen ver
woesten. De verwoesting betreft uit
sluitend katholieke dorpen in Albanië,
daar worden ook algemeen kerken
ontwijd. In een "district alleen tus
schen de Sem-rivier en het meer van
Shortari zijn achttien dorpen ver
brand. Buiten dat district moeten op
oven groote schaal dorpen verbrand
zijn.
Van onzen Reizenden
Redacteur.
TENTOONSTELLING VAN BEELD
HOUWWERKEN VAN THéRèSE
VAN HALL.
In eeu niet groote zaal van het Ste
delijk Museum tc Amsterdam is
thans de tentoonstelling van beeld
houwwerken van Thérèse van Hall
geopend en blijft tot 18 Juli te bezich
tigen. Deze tentoofcstell.ng maakt het
mogelijk een goed overzicht te krij
gen van den arbeid dezer begaafde
Vrouw. Eenvoud, waarheid, natuur
lijkheid, diep gevoel, sterk innerlijk
leven en groote liefde voor het mate
riaal zijn haar kenmerkende eigen
schappen. Maar zij heeft ook gevoel
voor humor, het opzettelijk grappige
vermijdt zij echter. Ook mist zij geens
zins fantasie. Maar met groote die-
„-lxjiUUCI ms
341
Ik zou wel willen, dat u dan uw
trouw hei blijken, door met zoo over
dreven gedienstig te zijn tegenover
dien dwazen zaakwaarnemer ut Lon
den, klonk het minder beleefde ant
woord van het jonge meisje. Als ik
mijn zin had, dan namen wij een ad
vocaat, gewend om in cnnuneele za
ken op te treden, maar niet enkel een
schrijver van contracten en testamen
ten. Ik zal daar eens met mijn oom
over spreken, zoo gauw ik hem
spreek.
Ruvenscar schudde vol twijfel zijn
hoofd. Dat zal op het oogenblik niet
gaan, vrees ik my lord is aan zijn
kamer gekluisterd, en is zichzelf niet,
zei luj, terwijl hij met een buiging
afscheid, nam.
Vreemd genoeg was de eerste, die
bij het meisje een sympathieken snaar
deed trillen ten opzichte van haar
broeder, iemand uit het vijandelijk
kamp, aan wien officieel was opge
dragen, om alles in hot werk te stel
len wat mogelijk was om Dick Wens-
lode tot bekentenis te brengen.
Om de zaak voor de recnizunng in
orde te brengen, had de politie oen
toeken mg noodig van het inwendige
van het huis der familie Wenslade,
waarop voornamelijk de hal, de trap
eu de deur der studeerkamer ston
den. Liever dan een ondergesclukte
te zenden om de weduwe en haar
dochter lastig te vallen, kwam de
chef der poliue zelf met een toeken aar
en wist zijn onaangename taak met
zooveel vriendelijkheid te volbrengen,
dat hij Yvonne's vijandige houding
gelieel ontwapende. Zij waren oude
kennissen van de renbaan, waar de
galante majoor het sportief aangeleg
de meisje dikwijls m staat gesteld
had, haar pony een eerste plaats te
geven, waartoe dat niet meer jonge
dier zeker met door snelheid of uit
houdingsvermogen in staat geweest
zou zijn.
Nu moet u mij niet als een vij
and beschouwen, zei hij, terwijl hij
de half weerstrevende hand van het
meisje drukte, toen hij voor zijn tee
kenaar permissie had gevraagd, om
de noodigo opnemingen te doen.
Dit kan evengoed in het voordeel van
den armen, ouden Dick zijn, als in
zijn nadeel. Ik geloof niet, dat hij het
gedaan heeft. Er moet een of andere
verklaring voor zijn le vinden, die
oppervlakkig niet te zien is. De tee-
kening zal misschien voor scherpzin
niger menschen dan ik ben, een an
dere oplossing duidelijk maken.
De goedhartige manier van doen
van den ex-cavalerieofficier, niet min
der dan zijn woordeu, brachten de
lieve, jonge kampioen van Dick wat
tot bedaren. In eik geval bleek hij hun
vriend te zijn en in elk geval w as het
geruststellend te weten, dat do po
litie niet hemel en aarde zou bewe
gen, om een overtuiging in het leven
te roepen, waardoor do arrestatie zou
gerechtvaardigd worden.
Zij nam hem in vertrouwen en gaf
haar vrees to kannen, dat haar broe
der zou woiden opgeofferd non de
onbekwaamheid van hen, die zijn
ijverigste verdedigers behoorden te
wezen.
Alles schijnt van den secretaris
van mijn oom af te hangen on in ge
loof, dat hij op twee gedachten lunkt,
zei Yvonne hulpeloos. Hij is
honingzoet in zijn houding tegen
over dien ouden zeurkous Tbornith-
waite, geeft hem in alle opzichten ge
lijk en tracht, zoo gauw als Lij zijn
hielen gelicht heeft, mijn mond ie
stoppen door te zeggen, dat bij de te
rechtzitting alles in orde zal komen.
Het maakt mij ziek.
Majoor Wilbraham keek aandach
tig naar de blozende wangen en schit
terende oogen van het jonge meisje,
en zijn blik ging over in een van
bewondering.
Het spijt mij, te hooren, dat Lord
Monksilver de leiding van de zaak
en de keus van een verdediger aan
zijn secretaris overlaat, zeide hij
na een pauze. Ik houd niet van
dien Ravenscar, en zou hem niet ver
der vertrouwen dan ik hem zag. Heeft
u geen andere mannelijke bloedver
wanten, die u raad kunnen geven
Geen enkelen, antwoordde
Yvonne, terwijl haar oogen zich met
tranen vulden, toeu zij de beteekonis
daarvan in zich opnam. Na mijn
oom is Dick de eenige afstammeling
in rechte lijn
Geen oude vrienden van uw va-
dar, tot wie u zich kan wenden
Mijn vader was niet iemand, om
zich dergelijke vrienden te maken,
mot een glimlach voor de hooghartige
stijfheid van haar vader, die alle in
timiteit buitensloot- Eu ik ben uiei
oud genoeg, om andere vrienden te
hebben dan u, majoor Wilbraham, en
u kiui mij niet helpen, omdat u daar
in belet wordt door uw positie. Maar,
waciit eens 1 Er is - toch één goede
vriend, dien ik vergeten had, en hij
komt daar juist de oprijlaan in. Maar
hij hoeft, vrees ik, geen invloed ge
noeg, om mijn oom tot andere wette
lijke hulp te bewegen,
Yvonne had haar bezoeker in den
salon ontvangen, en zat op de ruime
vensterbank, terwijl de majoor ruste
loos op en neer liep.
Bij deze aankondiging voelde hij
iets als jaloezie in zijn hart trillen en
hij liep naar het venster, om in een
hartelijk gelach uit te barsten op het
gezicht van zijn mededinger naar de
vriendschap van Yvonne.
Wat een wonderlijke, oude vent
riep hij uit. Legt in geen enkel
opzicht veel gewicht in de schaal, zou
ik zeggen.
Ik heb niet graag, dat u den spot
drijft met Elisha Crowe, wierp
Yvonne hem voor do voeten. H:j
behoort niet tot de politie, ep hij heeft
hersens in zijn hoofd, al is hij dan
ook geen imposante verschijning. Ook
hoeft hij de verdienste van niet in
Mr. Carter Ravenscar te gelooven.
Majoor Wilbraham bekeek nu den
naderenden bezoeker wat aandachti
ger.
Dus dat is Ehslia Crowe zei
hij half tot zich zelf. De man, dien
men in het dorp „Het menschelijk
fret" noemt, niet waar In zeker op
zocht is hij een soort van collega van
mij, wat ik vrees droevig verwaar
loosd te hebben. Neen, Miss Wensla
de, ik kan mijn bedoeling niet uitleg
gen, zonder een officieel geheim le
verklappen, maar dit wil ik u wel in
strikt vertrouwen meedeeleu, u zou
in dit geval geen beter vriend kun
nen hebben, dan Mr. Crowe. Veel be
ter dan ik zijn zou, in geval ik vrij
was om u van dienst te zijn, zooals ik
dat zou wenschen. Als hij zich met
een zaak bemoeit, dan is hij twaalf
advocaten waard.
En als ik zijn hulp inroep, dan
zal u hem zeker geen hinderpalen in
den wes leggen, fluisterde Yvonne
dankbaar. Is u er zeker van, dat
ik op hem kan vertrouwen Ik heb
hem altijd beschouwd als een eenigs-
ziris grappig, oud ventje, met een
neiging oni zich met de zaken van an
deren te bemoeien.
Wel, „dat is juist de soort van
man. die u noodig heeft, nietwaar 1
klonk opgewekt liet antwoord van
den majoor. Nu, als mijn assistent
klaar is met zijn opmelingen, zal ik
nu maken, dat ik wegkom en liet
terrein voor Elisha Crowe vrij laten.
Moed. Miss Wenslade, eri wees niet
bang, dat ik uw vriend zal dwars-
boomen, zoolang hij eerlijk spel
speelt. Vergeet niet wat ik zeg u
kan nooit verkeerd uitkomen door op
dat atoom-mensch te vertrouwen.
Hij drukte haar hartelijk de hand,
en na zijn assistc-ni uit de hal geroe
pen te hebben, naui hij afscheid bij
de voordeur, juist toen Elisha, veel
te bescheiden om ergens anders toe
gang te zoeken, zich achter aan het
huis aanmeldde.
Eenmaal in den salon binnengela
ten, was zijn geheele houding eone
verontschuldiging, dat hij had dur
ven komen en Yvonne haastte zich
met hem op zijn gemak te zetten.
(Wordt vervolgd).