NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. be. ubuVtKMNlis 29e Jaargang. No. 8599 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. WOENSDAG 5 JULI 1911 B ABONNEMENTEN JSfes A D VERT ENT I N: per drie maanden: "%W Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 j Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regel Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)„1-30 Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1-65 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Afzonderlijke nummers J55H J K'iLA f, Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlemu.óm um Tore de omstreken en franco per post 0.43 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie600 en der Administratie724. Uitgave derVennootsctiap Lourens Coster. Directeur i. C. PEEREBOOM. Drukkerij; Zuider Buitenspaarne 12. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing .van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678. Amsterdam. Teiephoon intere. f:1:29. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1880 De Belasting vragen. Tot dusver kregen wij, Haarlem- eclie belastingschuldigen, een be- scbrijvingsbiljet voor onze plaatselij ke directe belasting naar het Inko men thuis en wanneer wij dat, zoo goed en zoo kwaad als het ging, (want die belastingvragen zijn soms zóó, dat je er aan twijfelt of dat nu diep zinnig of onnoozel is) hadden inge vuld, dan kwam ons biljet thuis en bleek, dat de fiscus ons bevredigend of niet bevredigend had aangeslagen. Niet bevredigend wilde nog niet zeg gen te hoog, maar hooger, dan de belastingschuldige verwacht en gehoopt had. Nu komt evenwel de contróleur van onze gemeentebelasting met een stuk, dat wel geschikt is, om ons aan het beven te brengen. Het heeft iets reus achtigs, iets dreigends in zijn om vang, je kunt er zoo aan zien, dat het duchtig overwogen is, al ware het alleen hierom, dat bladzijde drie over- plalrt is, zoodat er zeker eerst wat anders op heeft gestaan. Iets nog vreeselijker misschien. Welgeteld is het stuk zeven blad zijden groot, de achtste is wit geble ven, denkelijk om den belastingschul dige gelegenheid te geven, daarop zijn berekeningen to maken. Deze uitgebreidheid van liet stuk maakt inderdaad een winteravond noodig voor wie de tientallen vragen com pleet willen gaan beantwoorden. Uit dit oogpunt bekeken is het lastig, dat we nu zomer hebben, want wachten totdat de dagen korter worden, gaat niet aan. B. en W.. zijn al zoo soliriklielijk laat. Wanneer voor een belasting, die loopt van 1 Januari tot 31 December, de inlichtingen voor den aanslag van dat jaar gevraagd worden op 21 Juni, zooals het geval is met hot stuk, dat voor mij ligt, derhalve wanneer bijna de helft van dat jaar verstreken is, dan vraagt de belastingschuldige zich af, wanneer hij nu eigenlijk het belastingbiljet zelf in zijn bezit zaJ kunnen hebben, en of ditmaal niet de allerhoogste ver snelling op de tien termijnen, waarin de belasting verschuldigd is, zal moe ten worden toegepast. Hot is een «enigszins vreemdsoortig geval. De vragen van het beschnj- vingsbiljet zijn indertijd, met de ver ordening zelf, door den Raad, na ampele bespreking, vastgesteld en goedgekeurd. Eu nu komt de ambte naar der contróle met eeu stel vra gen, die wel op hetzelfde onderwerp betrekking hebben, maar in hun vorm, souis zelfs in hun aard, nogal belangrijk van die op bet beschrij- vmgsbrljet afwijken en daarenboven gemotiveerd worden op eeu manier, dm ik verre van gelukkig vind wat ik daarmee bedoel, volgt straks. Nu heeft de wethouder van finan ciën, Dr. H. D. Kruseman, in de Raadsvergadering van 13 April, toen het gemeentebestuur terloops over die vragen geïnterpelleerd werd, ge antwoord, dat het beantwoorden van de vragen op die lijst niet verplicht is gesteld en dat het eenvoudige vra gen zijn, om bouwstoffen voor den aanslag te verzamelen. Belastingschuldigen kunnen zich dat voor gezegd houden. Als zij niet willen, dan laten zij het beantwoor den van die vragen eenvoudig na. Van den beginne af ben ik voorstan der geweest van de aanstelling van een contróleur dat hij dus bouw stoffen verzamelt kan mij niet hinde ren, maar, naar mijn oordeel, gaan zijn vragen verder, dan met de gel dende verordening in overeenstem ming is to brengen. Art. 10 van de verordening zegt duidelijk ,,de aanslag der belastingplichtigen „geschiedt ambtshalve, nadat hun „gelegenheid zal gegeven zijn, bij de „invulling van het besohrijvingsbiljet „te verklaren, in welke der klassen „zij meeneu gerangschikt te moeten „worden." En op liet besclirijivingsbiljet staat, onder de vragen, voorzien met de letters N. B. „Zij, die de klasse wenschen aan te „duiden, waarin zij vermeenen te „moeten worden gerangschikt, of „meerdere inlichtingen wenschen te „geven, welke hun voor een juisten „aanslag wenschelijk voorkomen, „kunnen die hiernevens vermelden." Kunnen dat vermelden, behoeven hot niet te doen. Maar de contróle op de belasting slaat een heel anderen toon aan. Vooral de bijzondere vra gen op een afzonderlijke lijst gesteld, hebben iets veel dreigenders, minst genomen iets veel beslistere, dan de j zachte uitnoodiging van B. en W. Hoeveel bedraagt uw vaste be- looning wordt daar gevraagd aan [hen, die een ambt, bediening of be trekking bekleeden Hoeveel be- j draagt het door u genoten wisselend loon over het laatst verloopen dienst jaar Geniet gij als bezoldiging ge- heel of ten deele vrije kost en inwo- ningen, zoo ja, op welk be drag worden deze door u geschat Geniet gij onder voordeel uit i ambt of betrekking, en, zoo ja, welk bedrag wordt dit door geschat De strekking is duidelijk: het is niet alleen om het feit van het hebben J van betrekking of ambt te doen, maar vooral om de sommen, die daaruit verkregen worden. En de re capitulatie gaat in die richting voort. I „Mijn inkomen (dat mijner eclitge- nootej is ais volgt samengesteld", zoo laat de contróleur den guedigen be- j iasttngsohuldige verklaren, en daar op volgt een opsomming van de bron nen, waaruit liet inkomen zooal kan zijn verkregen, twee bladzijden lang, ook voor winst, verkregen uit beroep, bedrijf, zaak of onderneming. Zeer terecht werd door de heeren Slingen- berg en Thiel in diezelfde Raadsver gadering van 13 April op de omstan digheid gewezen, dat deze laatste vraag allerminst in het stelsel van B. en W. past. Zij behoort in hot systeem van eigen aangifte dat bij die gelegenheid juist door B. en W. werd ontraden, waarover toen de debatten werden opgeschort, op dat B. en W. elders nieuwe inlichtin gen zouden kunnen inwinnen en dat dus op dit oogenblik niet in wer king is. De belastingschuldigen kunnen der halve deze vragen van de contróle onbeantwoord laten, we weten het ook uit den mond van Dr. Kruseman. Toch zullen allicht velen die onver plichte vragen gaan invullen, uit vrees. Want aan 't hoofd van de recapitulatie, den staat waarop hot feitelijk aankomt, staat te lezen: „Ten einde een TE HOOGEN AANSLAG te voorkomen, Is het zeer gewenscht, het onderstaande NAUWKEURIG in te vullen." Dit grenst aan een dreigement. De mogelijkheid van een te lagen aan slag blijft er buiten, men had moeten zeggen „ten einde een billijken aan slag te verkrijgen", enz., maar dan zou de indruk op den belastingschul dige minder diep zijn geweest. Deze motiveering van de vragenlijst acht ik ver van gelukkig. En met het standpunt van B. en W., die geen verplichte eigen aangifte willen, ls zij in- strijd. Immers waaneer het rond zenden van de vragen iets zal te bo- teekenen hebben, dan verwacht men daarvan beantwoording door velen, anders kan de lijst wel achterwege blijven. Maar dat beantwoorden is eigen aangifte in een zeer uitgewerk- ten vorm. Waarom dan niet de vraag „hoe groot is uw inkomen V" op het officieele beschrijvingsbiljet geplaatst, zooals wij; voorstanders van verplichte eigen aangifte, willen? Toch niet, om aan sommige ingezete nen met groote Inkomens, die men in de stad wil houden, het beantwoor den van de vraag té besparen Kortom, het golieel doet denken aan iets, dat men verkrijgen wil langs een omweg, daar bet langs den grooten weg bezwaar oplevert. De j contróle komt met haar vragen te vroeg, zij had daarmee tot na de in voering van eigen aangifte moeten wachten. En daarom zal ik, hoewel ik voorstander hen Yan contróle en j eigen aangifte beide, do ontvangen I vragenlijst niet invullen, maar rustig afwachten, of inderdaad een te hooge aanslag daarvan het gevolg zal we zen. Mocht dat zoo zijn, il y a des juges a Berlin, de Commissie or de bezwaarschriften is er ook nog. Eu wanneer anderen soortgelijke erva ring opdoen, zullen zij voor hun be zwaar bij mij eeu aandachtig oor vinden. J. C. P. Buitenlandsch Overzicht Over Marokko. Voel nieuws is er dezen dag niet over Marokko. De spanning is er nog alt.jd De vuurspuwende borg staat dreigend te rooken en te rommelen.... Zal iiet tot een uitbarsting komen? Heel dreigend is de zaak in elk ge val DE DUITSCHERS BLIJVEN AGADIR BEZET HOUDEN, zoodot het avontuurtje met krocht wordt doorgezet. Ja, de bezetting wordt zelfs versterkt. Heel toe vallig moet de „Panther", dat een kanonneerboot is, naar liet dolt om gerepareerd te worden en nu komt do „Berlin", een beschermende krui ser, er voor in de plaats. Nog eenige toevalligheden en de halve Duitsche vloot is in Agadir Reeds gaat een gerucht, dat eir nog meer Duitsche oorlogsschepen ver dacht in do Marokkaansche wateren kruisen. Overal is etr belangstelling voor de Marokko-zaak. Ook in Engeland. In liet Lagerhuis heeft Balfour, de leider der oppositie, er zelfs over geïnter pelleerd. In zijn antwoord zei do En gelsche minister-president, dat. de Engelsöhe regeering aan deze quaes- tie bijzondere aandacht wijdt en dat er reeds diplomatieke onderhandelin gen zijn begonnen. „Ik acht het niet gewenscht, op dit oogenblik meer over deze zaak to zeggen", voegde do mi nister daaraan toe. Balfour zal zijn vraag Donderdag misschien herhalen. Or" de rogoeririg dan al nadere ver klaringen zal kunnen afleggen Enkele bladen weten al iols te ver tellen over DE HOUDING VAN FRANKRIJK EN ENGELAND, als antwoord op liet Duitsche optre den. Beweerd wordt, dat do Engelsclie regeering van meening is, dat het noodig is, Engelsclie en Fransche 't oorlogsschepen naar Agadir te zen den. Natuurlijk zou dit niet zijn, om met het Duitsche oorlogsscliip te gaan OORLOGVOEREN, maar alleen om in juridischen zin de aanspraken van Duitsohland op dit deel van Marokko to betwisten. Ook in de Fransche Kamer zul er over Marokko geïnterpelleerd wor den. Jaurès heeft zich daarvoor al opgegeven. De interpellatie is even wei uitgesteld, tot na den terugkeer van den minister van buitenlandsche zaken, die nu bij ons te gust is! Nu iets over het hart der quaestie, den rechtsgrond der gescnillen, om te zien AAN WELKE ZIJDE T HECHT IS. De verdragsbepalingen van 9 Fe bruari 15HJU zijn op de volgende wijze vastgesteld „be regceruig der Fransche Repu blic k en <le keizerlijk Duitsche regee ring. bezield door tien weiisch de uit voering der Acie van Algeeirus te ver gemakkelijken, zijn overeengekomen, don omvang, dien zij aan de bepalin gen dier acie toekennen te omschrij ven, ten einde in de toekomst iedere oorzaak van misverstand weg tc ne men. Ten gevolge daarvan verklaren de regeering der Fransche Republiek, wier vaste voornemen het is de In tegriteit de onafhankelijkheid van het Sherriffijnsche rijk te behouden, en die besloten is in dat rijk de econo mische gelijkheid te waarborgen, en die ton gevolge daarvan aan de Duit- scho handels- en industriële belan gen geen hinderpalen zal in den weg leggen. en de keizerlijk Duitsche regojring, die in Marokko slechts economische belangen najaagt, in de erkenninzr dat de politieke belangen van Frankrijk met de bevestiging van da orde en den imvendigen vrede ten zeerste verbonden zijn, en vastbeslo ten die belangen niet in den weg te staan dat zij geen enkelen maatre gel zullen nemen of bevorderen, die èr toe zou leideu ten hunnen gunste of ten gunste eencr derde mogendheid een economisch privilegie to doen ont slaan." Deze overeenkomst zegt duidelijk, dat het hoofddoel der acte van Alge- ciras is. de onafhankelijkheid en inte griteit van Marokko te waarborgen. Het zenden van een oorlogsschip naar Agadir is, volgens de Duitsche opvat ting, mei die overeenkomst niet in strijd. Heeft Frankrijk, en daarna Spanje, bezit genomen van verschil lende doelen van het Marokkaansche Rijk, dan ls de integriteit noch de on afhankelijkheid van dat Rijk gewaar borgd, en is de Acte van Algeciras zoowel als de overeenkomst van 1909 niet meer van kracht, zijn de beide overeenkomsten feitelijk waardeloos geworden. Maar dan heeft Frankrijk geen recht Duitschland te verwijten, de Acte van Algeciras te schenden, waar Frankrijk die Acte het eerst ge schonden heeft. Als Duitsohland en Spanje nadoen, wat Frankrijk hun voordeed, mag Frankrijk zich daar over niet beklagen. Natuurlijk denken de Franschen er anders over I Toch begint IN 'T OORDEEL DER FRANSCHEN, dat eerst fel en voor Duitsohland ha telijk was, eenige kentering te ko la een artikel in de „Temps" wordt betoogd,, dat Duitschland, door de bezetting van Agadir, blijkbaar alleen de aandacht wil vestigen op de nood zakelijkheid tot hervatting der on derhandelingen tusschen Duitschland- en Frankrijk over Marokko, die on der het ministerschap van Pichon be gonnen, maar door het kabinet Monis niet voortgezet zijn. In afwachting van nadere verkla ringen. moot men het optreden van Duitschland beschouweir als een be wijs, dat dit land oen zaken-politiek wil voeren, van welke het den loop zooveel mogelijk wil bespoedigen. Het zou derhalve beluclielijk en verkeerd zijn, de uitzending van dit kleine schip tragisch op te nemen. Do Berhjnsche correspondent van de „Temps" is van meening, dat de onderhandelingen hervat zullen wor den, zoodra de ambassadeur Canihuii teruggekeerd is en dat de hoofdlijnen van het nieuwe traktaat spoedig vastgesteld zullen zijn. Niet in Klein-Azie, maar in Afrika zal compensatie gezocht worden voor eventueele concessies. Duitschland zal zijn eischen niet préciseeren, maar het streeft naar vermeerdering van grondgebied in den Congo, wat Marokko betreft jaagt het naar «een andere dan economische voordeden. De „Ilumanité" is het hier evenwel niet mee eens en oordeelt Het is kinderachtig, te denken, dat Duitschland Agadir zai loslaten voor een compensatie op een andere plaats. Duitschland toch zoekt sinds buur een kolenstation aan den Atlan- Ook DE SPANJAARDEN gaan voort mei hu:i avonturen. Uit El Ksar wordt namelijk geseind Kolonel Sylvestre begaf zich naar de kazerne van de troepen van den Sultan en verklaarde, dat hij het ge bouw noodig had voor de Spaan scha troepen. e soldaten, paarden en muildieren werden verwijderd en de Spanjaar den betrokken de kazerne. Zoo zijn onze manieren Of de Marokkaansche avonturen den vrede bedreigen Dat zou jam mer zijn voor de beweging voor ARBITRAGE, die juist baan begon te breken. De correspondent van een Duitsch blad deelt mede, de toetreding van Duitschland tot het arbitragever drag tusschen de Vereenigde Staten, Groot-Brittanniê. Frankrijk en Japan een „voldongen feit" is. We li open het ook, maar gezien dit Marokkaansche zaakje, gelooven we er nog niet veel van I Ook in Engeland komt er nu weer onrust. De „Daily Mail" wij6t op het ern stige gevaar, hetwelk do zoo schitte rend geklaagde rondvlucht uit mili tair oogpunt voor Engeland oplever de. Wij konden deze vermetele luolit- vaarders niet tegenhouden, zegt zij. Het Engelsche leger bezit maar tien vliegtoestellen, die meerendeels ver ouderd en traag zijn, terwijl de En gelsclie zeemacht er geen enkele ge kocht heeft. Wel heeft zij er twee ten geschenke gekregen. De Engelsche admiraliteit behoort onverwijld een luchtvloot te organiseeren. Alleen 'avereohtsche zuinigheid weerhoudt haar. DE ALBANEEZEN. De Montenegrijnscbe correspondent van de „Times", die in de onrustige streken van Albanië een rondreis heeft gemaakt, meldt weer, dat de ongeregelde Turksche troepen alge meen .en stelselmatig de dorpen ver woesten. De verwoesting betreft uit sluitend katholieke dorpen in Albanië, daar worden ook algemeen kerken ontwijd. In een "district alleen tus schen de Sem-rivier en het meer van Shortari zijn achttien dorpen ver brand. Buiten dat district moeten op oven groote schaal dorpen verbrand zijn. Van onzen Reizenden Redacteur. TENTOONSTELLING VAN BEELD HOUWWERKEN VAN THéRèSE VAN HALL. In eeu niet groote zaal van het Ste delijk Museum tc Amsterdam is thans de tentoonstelling van beeld houwwerken van Thérèse van Hall geopend en blijft tot 18 Juli te bezich tigen. Deze tentoofcstell.ng maakt het mogelijk een goed overzicht te krij gen van den arbeid dezer begaafde Vrouw. Eenvoud, waarheid, natuur lijkheid, diep gevoel, sterk innerlijk leven en groote liefde voor het mate riaal zijn haar kenmerkende eigen schappen. Maar zij heeft ook gevoel voor humor, het opzettelijk grappige vermijdt zij echter. Ook mist zij geens zins fantasie. Maar met groote die- „-lxjiUUCI ms 341 Ik zou wel willen, dat u dan uw trouw hei blijken, door met zoo over dreven gedienstig te zijn tegenover dien dwazen zaakwaarnemer ut Lon den, klonk het minder beleefde ant woord van het jonge meisje. Als ik mijn zin had, dan namen wij een ad vocaat, gewend om in cnnuneele za ken op te treden, maar niet enkel een schrijver van contracten en testamen ten. Ik zal daar eens met mijn oom over spreken, zoo gauw ik hem spreek. Ruvenscar schudde vol twijfel zijn hoofd. Dat zal op het oogenblik niet gaan, vrees ik my lord is aan zijn kamer gekluisterd, en is zichzelf niet, zei luj, terwijl hij met een buiging afscheid, nam. Vreemd genoeg was de eerste, die bij het meisje een sympathieken snaar deed trillen ten opzichte van haar broeder, iemand uit het vijandelijk kamp, aan wien officieel was opge dragen, om alles in hot werk te stel len wat mogelijk was om Dick Wens- lode tot bekentenis te brengen. Om de zaak voor de recnizunng in orde te brengen, had de politie oen toeken mg noodig van het inwendige van het huis der familie Wenslade, waarop voornamelijk de hal, de trap eu de deur der studeerkamer ston den. Liever dan een ondergesclukte te zenden om de weduwe en haar dochter lastig te vallen, kwam de chef der poliue zelf met een toeken aar en wist zijn onaangename taak met zooveel vriendelijkheid te volbrengen, dat hij Yvonne's vijandige houding gelieel ontwapende. Zij waren oude kennissen van de renbaan, waar de galante majoor het sportief aangeleg de meisje dikwijls m staat gesteld had, haar pony een eerste plaats te geven, waartoe dat niet meer jonge dier zeker met door snelheid of uit houdingsvermogen in staat geweest zou zijn. Nu moet u mij niet als een vij and beschouwen, zei hij, terwijl hij de half weerstrevende hand van het meisje drukte, toen hij voor zijn tee kenaar permissie had gevraagd, om de noodigo opnemingen te doen. Dit kan evengoed in het voordeel van den armen, ouden Dick zijn, als in zijn nadeel. Ik geloof niet, dat hij het gedaan heeft. Er moet een of andere verklaring voor zijn le vinden, die oppervlakkig niet te zien is. De tee- kening zal misschien voor scherpzin niger menschen dan ik ben, een an dere oplossing duidelijk maken. De goedhartige manier van doen van den ex-cavalerieofficier, niet min der dan zijn woordeu, brachten de lieve, jonge kampioen van Dick wat tot bedaren. In eik geval bleek hij hun vriend te zijn en in elk geval w as het geruststellend te weten, dat do po litie niet hemel en aarde zou bewe gen, om een overtuiging in het leven te roepen, waardoor do arrestatie zou gerechtvaardigd worden. Zij nam hem in vertrouwen en gaf haar vrees to kannen, dat haar broe der zou woiden opgeofferd non de onbekwaamheid van hen, die zijn ijverigste verdedigers behoorden te wezen. Alles schijnt van den secretaris van mijn oom af te hangen on in ge loof, dat hij op twee gedachten lunkt, zei Yvonne hulpeloos. Hij is honingzoet in zijn houding tegen over dien ouden zeurkous Tbornith- waite, geeft hem in alle opzichten ge lijk en tracht, zoo gauw als Lij zijn hielen gelicht heeft, mijn mond ie stoppen door te zeggen, dat bij de te rechtzitting alles in orde zal komen. Het maakt mij ziek. Majoor Wilbraham keek aandach tig naar de blozende wangen en schit terende oogen van het jonge meisje, en zijn blik ging over in een van bewondering. Het spijt mij, te hooren, dat Lord Monksilver de leiding van de zaak en de keus van een verdediger aan zijn secretaris overlaat, zeide hij na een pauze. Ik houd niet van dien Ravenscar, en zou hem niet ver der vertrouwen dan ik hem zag. Heeft u geen andere mannelijke bloedver wanten, die u raad kunnen geven Geen enkelen, antwoordde Yvonne, terwijl haar oogen zich met tranen vulden, toeu zij de beteekonis daarvan in zich opnam. Na mijn oom is Dick de eenige afstammeling in rechte lijn Geen oude vrienden van uw va- dar, tot wie u zich kan wenden Mijn vader was niet iemand, om zich dergelijke vrienden te maken, mot een glimlach voor de hooghartige stijfheid van haar vader, die alle in timiteit buitensloot- Eu ik ben uiei oud genoeg, om andere vrienden te hebben dan u, majoor Wilbraham, en u kiui mij niet helpen, omdat u daar in belet wordt door uw positie. Maar, waciit eens 1 Er is - toch één goede vriend, dien ik vergeten had, en hij komt daar juist de oprijlaan in. Maar hij hoeft, vrees ik, geen invloed ge noeg, om mijn oom tot andere wette lijke hulp te bewegen, Yvonne had haar bezoeker in den salon ontvangen, en zat op de ruime vensterbank, terwijl de majoor ruste loos op en neer liep. Bij deze aankondiging voelde hij iets als jaloezie in zijn hart trillen en hij liep naar het venster, om in een hartelijk gelach uit te barsten op het gezicht van zijn mededinger naar de vriendschap van Yvonne. Wat een wonderlijke, oude vent riep hij uit. Legt in geen enkel opzicht veel gewicht in de schaal, zou ik zeggen. Ik heb niet graag, dat u den spot drijft met Elisha Crowe, wierp Yvonne hem voor do voeten. H:j behoort niet tot de politie, ep hij heeft hersens in zijn hoofd, al is hij dan ook geen imposante verschijning. Ook hoeft hij de verdienste van niet in Mr. Carter Ravenscar te gelooven. Majoor Wilbraham bekeek nu den naderenden bezoeker wat aandachti ger. Dus dat is Ehslia Crowe zei hij half tot zich zelf. De man, dien men in het dorp „Het menschelijk fret" noemt, niet waar In zeker op zocht is hij een soort van collega van mij, wat ik vrees droevig verwaar loosd te hebben. Neen, Miss Wensla de, ik kan mijn bedoeling niet uitleg gen, zonder een officieel geheim le verklappen, maar dit wil ik u wel in strikt vertrouwen meedeeleu, u zou in dit geval geen beter vriend kun nen hebben, dan Mr. Crowe. Veel be ter dan ik zijn zou, in geval ik vrij was om u van dienst te zijn, zooals ik dat zou wenschen. Als hij zich met een zaak bemoeit, dan is hij twaalf advocaten waard. En als ik zijn hulp inroep, dan zal u hem zeker geen hinderpalen in den wes leggen, fluisterde Yvonne dankbaar. Is u er zeker van, dat ik op hem kan vertrouwen Ik heb hem altijd beschouwd als een eenigs- ziris grappig, oud ventje, met een neiging oni zich met de zaken van an deren te bemoeien. Wel, „dat is juist de soort van man. die u noodig heeft, nietwaar 1 klonk opgewekt liet antwoord van den majoor. Nu, als mijn assistent klaar is met zijn opmelingen, zal ik nu maken, dat ik wegkom en liet terrein voor Elisha Crowe vrij laten. Moed. Miss Wenslade, eri wees niet bang, dat ik uw vriend zal dwars- boomen, zoolang hij eerlijk spel speelt. Vergeet niet wat ik zeg u kan nooit verkeerd uitkomen door op dat atoom-mensch te vertrouwen. Hij drukte haar hartelijk de hand, en na zijn assistc-ni uit de hal geroe pen te hebben, naui hij afscheid bij de voordeur, juist toen Elisha, veel te bescheiden om ergens anders toe gang te zoeken, zich achter aan het huis aanmeldde. Eenmaal in den salon binnengela ten, was zijn geheele houding eone verontschuldiging, dat hij had dur ven komen en Yvonne haastte zich met hem op zijn gemak te zetten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5