NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. DE (iÖiiïEHNANTE 23e Jaargang. No. 3633 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. MAANDAG 14 AUGUSTUS 1911 B HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN: PER drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlem w Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bii Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente) •■••••-JPYsgyijAdvertentiên van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing: Franco per post door NederlandL® T® 1 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant. Gethusfreercf Zo^agsblad, voor Haarlem 037 H ,L Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53. nde omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne I?.. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. TWEEDE BLAD. Buitenlandsch Overzicht DUITSCHLAND EN ENGELAND. De bekende Engelsche admiraal Be- resford beeft met ieeu nonactid Duitsch diplomaat een gesprek gehad, waarvan de pers do volgende bijzen- derheden bekend maakt Juist op het tegenwoordige oogen blik is het voor r uiterst moeilijk in een zoo kiesehe zaak als de verhou ding tusschen Duitschland en Enge land, om mijn htcening openlijk uit te spreken. Ik zou mij daarom wil len bepalen met te zeggen dat, naar mijn meening, de wederzijdsche be tuigingen van vriendschap aan deze en gene zijde van het. Kanaal niets waard z n. Door mooie woorden kan men het feit, dat tusschen de beldo na ties een antagonisme bestaat, niet uit den weg ruimen. Het is daarom veel verstandiger, als beide partijen, in plaats van elkander door nietszeggen de mooie woorden zand in de oogen te strooien, het onweerlegbare feit van een bestaand antagonisme onder de oogen zien. Gij weet zelf evengoed als ik, dat er een tijd is geweest. waar- In de beide machtigste Europeesche staten van liet Germaansche ros tot een duurzame overeenstemming had den kunnen komen. Door een vast sa menwerken van de grootste landmacht en de grootste zeemacht zou voor on- nfzienbaren tijd de wereldvrede zijn gewaarborgd, en in gemeenschappc- lijken arbeid voor de beschaving had den de beide naties hgt grootste be schavingswerk, dat de wereld ooit heeft aanschouwd, kunnen volbren gen. Maar het mocht nu eenmaal niet zoo zijn en het is derhalve ijdel ach teraf er over uit te weiden, hoe het gekomen is, dal de aaneensluiting van do beide naties die toen mogelijk, niet tot stand gekomen is en wien men daarvoor "de schuld moet geven. Dat alles weet gij zelf het beste. Sinds dien tijd heeft Engeland zich bij andere na ties nader aangesloten en verplichtin gen op zich gene men, die het voorne mens is. in allo gevallen na tc komen. Over de verklaring van Londen, volgens welke ook neutrale schepen die levensmiddelen vervoeren voor een oorlogvoerende partij, in beslag genomen en vernietigd kunnen wor den, en de internationale prijsgeroch- ten, uitte /zich de admiraal in dezer voege, dat men in de laatste weken verschillende symptomen heeft kun nen waarnemen, die het standpunt, hetwelk hii met een groot aantal an dere non-actieve admiraals openlijk heeft ingenomen, zeer beslist recht vaardigen. Het feit, dat door de sta kingen in Londen, Huil, enz de prijs der levensmiddelen terstond buiten verhouding gerezen is, is een bewijs hoozeer de openbare meening in En geland onder den indruk komt van alles wat invloed heeft op den invoer van levensmiddelen. Een ander bewijs hiervoor is de verhooging van de ver zekeringspremies bij Lloyds, die on langs bij de Marokko-trisis is ingetre den, alsmede de dior deze instelling ontworpen Clause of Capture (dat wü zeggen een clausule, waardoor beta ling van de verzekeririgssom ingeval van in beslagneming van een schip wordt uitgesloten). Hij en zijn vrien den zouden daarom moer dan ooit met de begonnen propaganda tegen de verklaring van Londen voortgaan. Ook is bij tegen de erkenning van de internationale prijsgerechten door En geland. TT is van meoning, dat wat hierover In 1856 te Parijs is vastge steld moet blijven ghondhaafd en ieder Hf ftfÉÉ Ijsger Gel uk ld g, niettegenstaande deze te- genstellin een, wint de beweging voor arbitrage veld. De commissie voor buitcnlandsche zaken van den Amerikaanschen Se naat heeft besloten de ratificatie voor te stellen van DE ENGELSCH-AMERIKAANSCHE EN FRANSCH-AMERIKAANSCIIE ARBITRAGE-VERDRAGEN, nadat de paragraaf, waarbij aan een gemengde commissie het recht zal worden verleend om uit te maken, welke quaestie in de termen van de verdragen vallen er uitgelicht zal zijn. De president heeft aan de commis sie medegedeeld, dat hij niets onbe proefd zal laten om de handhaving van genoemde paragraaf te verzeke ren. Men verneemt, dat spoedig de on- derteekenlng van het DUITSCH-AMERTKAANSCH ARBI TRAGE-VERDRAG tegemoet eezien kan worden. Dit verdrag zal geheel en ai overeen komen met die, welke .'Amerika met Engeland en Frankrijk sloot. In Amerikaansche kringen te Ber lijn, gaut het gerucht, dat Duitschland nog tot voor korten tijd, enkelo ernsti ge bezwaren tegen het te sluiten ver drag had. In Berlijn zou men name lijk de meening toegedazn zijn, dat Duitschland zich daardoor absoluut verbinden zou. elk willekeurig ge schilpunt aan een arbitrale uitspraak te onderwcriien, terwijl de Vereenig- de St» ten in dit opzicht veel vrijer zijn, aangezien de Bondsstaat voor elk af zonderlijk geval een beslissing kan nemen, omtrent de vraag, of arbitra ge al dan niet wenschelijk is. Deze op vatting is evenwel onjuist gebicken. De Engeische-Amerikaansclie overeen komst bepaalt nl., dat zelfs, nadut de senaat nauwkeurig het geschilpunt zal hebben vostgesteld en de grenzen daarvan aangegeven, niet tot arbitra ge zal worden overgegaan, dan nadat tusschen belanghebbende mogendhe den nadere nota's gewisseld zullen hebben. Een formeel bezwaar van de zijde der eene of der andere partij is vol doende, om het instellen van een ar bitraal onderzoek te verhinderen. De Duitsche gezant te Washington zou reeds bericht ontvangen hebben, van de Duitse!.-.- regeeriug, dat zij in principe bereid is, iiet verdrag te on derteekenen. Binnen enkele dagen, hoopt deze diplomaat zich met verlof naar zijn geboorteland te begeven. Te Berlijn zal de gezant o. a. confereeren met den Amerikaanschen staatssecre taris van Marine en ex-gezant te Ro me, die op het oogenblik een reis door Europa doet, om zich van de toestan den aldaar op de hoogte te stellen, en thans nog te Londen vertoeft. DE GRONDWET-QUAESTIB VOOR MECKLENBURG Is nog steeds niet opgelost. Nu bevat de Meelden burger Landes- zeitung een rede, die de Groothertog van Mecklenburg-Strelitz gehouden heeft tot een deputatie uit do ridder schap, die hem het besluit, dat zij on langs in Rostock genomen heeft, kwam overhandigen De Groothertog zei, dat. de inhoud van het stuk, dien hij reeds kende, hem met droefheid en ernstige be zorgdheid vervulde, te meer omdat hij uit de rede, die bij de overhandiging gehouden was, op moest maken, dat de ridderschap gegaan wus, tót de grenzen, die zij zich zelve gesteld had. Hij moest en daarom ook uit opmaken, dat zij niet tot verdere tegemoetkomin gen bij de oplossing van een kwestie, die voor het land van zoo'n groote be tekenis is, bereid wordt gevonden. Hij betreurde het des te meer. omdat hij er zelf geen twijfel aan gelaten had. dat hii het besluit, dat de ridder schap hem thans overhandigde, niet a!s een grondslag voer verdere ondcr- -handelingen over de veranderingen in den reeeeringsvonn kon beschou wen. De Groothertog zei steeds overtuigd te zijn geweest, dat de noodzakelijk heid van deze verandering vooral voortkwam uit den plicht, dat uitge breide kringen van de bevolking bij het beraadslagen en besluiten over de belangrijke zeken des lands, betrokken moesten worden en wel, omdat de persoonlijke en gelde lijke offers, die bet landsbklang van ieder eischte, zooals in alle Duitsche staten, jaarlijks grooter on moeilijker worden. Met deze noodzakelijkheid houdt het besluit van de ridderschap niet genoeg rekening. Verder somt de Groothertog clo tech nische bezwaren op. die maken, dat hij deze verandering van den regee- ringsvorm niet goed genoeg vindt, om or een gedeelte van zijn eigen macht voor od te geven. Een volksvertegen woordiging, waarvan de samenstel ling aan ruime kringen van de bevol king een medewerking aan de behan deling van 's lands aangelegenheden waarborgt, die overeenkomst met de economische en geestelijke beteekenls, zal hij gaarne en met vreugde.datgene waarborgen^ wat zij voor een vrucht dragende werkzaamheid bij het vol brengen van de haar opgedragen taak zou behoeven De ridderschap kan 't met deze te rechtwijzing doen. Of de hoogedelge boren heeren de les ter harte zullen riemen en met andere voorstellen ko men, is evenwel nog de vraag, 't Ver leden geeft daartoe immers weinig hoop. DEN TOESTAND IN PBRZIÖ. Een telecram bevestigt, dut de oud- Sjah zich 11 dezer te Barfroesj, 1G0 K.M. ten noorden van Teheran, be vond. De stad Semnam. ongeveer 190 K.M. ten noorden van Teheran, is in handen gevallen van Sardar Arsjad, een officier van den oud-Sjah. Ook weet men te berichten, dat Sultan Retsjid, een aanhanger van den afgèzelten Sjah, te Firuzkah een gevecht geleverd heeft tegen de Bach- tiaren .waarin hij zelf gewond en ge vangen genomen werd en zijn troe pen de nederlaag leden. Er wordt aan toegevoegd, dat de oud-Sjah schijnbaar d c-gunst van Europa wil veroveren door zijn meer humane wijze van oorlogvoeren. Of hem dit gelukken zal Van onzen Reizenden Redacteur. JOZEF ISRAéLS. De schilder Jozef Israels is 87 jaar oud op zijn villa te Scheveningen overleden. Zijn heengaan wekt geen bitterheid. Zijn leven is vol zon en geluk geweest en het zou den kunste naar hi Israels miskennen zijn, in dien men de droefgeestige voorstel lingen, die hij vaak geschilderd heeft, zou willen vereenzelvigen met het le ven van den grooten man zelf. Neen ook het schilderen van die sombere tafe"reelen was voor hem een genot, een hooger genot. Niet liet onderwerp zelf was voor hem hoofd zaak, doch de schoonheid, die zijn kunstenaarsoog daarbij en daari'n ontwaarde. Om de zeer gecompliceer de figuur van Jozef Israels te schetsen moet men allereerst psycholoog zijn. Want juist bij hem komt men spoedig tot een oppervlakkig oordeel^ dat pre cies het tegendeel zegt van de werke lijkheid. Deze man, na een betrekke lijk korten strijd, is spoedig in liet vaderland en daarbuiten begrepen, hooggeschat en hooggehouden. Hij heeft, uitverkorene onder de uitve'r- koïenen alies genoten, wat een ster veling aan stoffelijk geluk en levens vreugde, slechts kan ontvange'n. Een groot taJent, een sterke wil, een taai gestel, een niet groot maar welgescha pen 1 chaam, fijne zintuigen, een diep gemoed beteugeld door een klaar veï- stand. humor en geest, idealisme en toch maatschappelijke piente'rhcid, die bewerkte, dat de vruchten van zijn arbeid ook hem ten goede kwa men. Hij heeft een brave, inoed.g trouwe vrouw gehad, een zoon, die met door s vaders talent ui de scha duw gezet werd, maar van wien hij zelf, niet zonder beminnet ijken va dertrots zeide, dat hij hem zelf zou gaan overtreffen. En zestig lange ja ren heeft üeze gezegende in Israel in liefde arbe.dend, tot in de laatste da gen zijns levens, toen het geheele op komende geslacht van zijn land hem bleef huldigen, de hoogere vreugden van dit aardsch bestaan, genoten. Daarom zou het niet gevoelig zijn aan deze baar te luid te klagen. De aartsvaders van zijn ras stier ven de hand zegenend boven het hoofd van den zoon, met een glim lach van vertrouwend berusten en dankbaarheid voor het van dit leven gonotene, op de lippen. Zoo ook moeten wij, naar den geest, ons den stervenden Jozef Is raels voorstellen, hij geestelijke aarts vader zijns volks, in wien de onuit- bluschbare, eeuwig jonge levens kracht van zijn ras, zich geuit heeft. De data van zijn ontwikkeling en zijn ku'nst, vindt men elders in dit blad. Hier worde kort nog eens de' uandacht gevestigd op de harmoni sche ontwikkeling van den grooten schilder. Hij heeft levenslang geleerd, het nieuwe geleerd zender het oude te vergeten en dat was het. geheim van zijn eeuwige jeugd. Want Israels .8 nooit verouderd Ook zijn werken uit zijn vroegere perioden konden slechts voor d:egenen verouderen wel ke eenzijdig e"n bekrompen, het ver mogen missen, het schoone te genie ten; ook als het niet precies in de vormen van hun e.gen al te subjec tieve opvatting is gekleed. De Israels uit de romantïsch-historische periode, de iSraëls uit de sentimenteele periode de Israels uit de ijden der sombere voorstellingen en de Israels uit den tijd van 't nieuwe idealisme (David en Sauli, is altoos breed, groot, diep, vol. Men zie eens op villa Erica (Scheveningsche weg 25) naar dat blonde visschersmeisje uit, ik meen 1850. Naar de gevoelige reinheid, waar mede hij zoo'n meisje schilderde, fijn-delicaat penseelend, of Terburch zijn leermeester was geweest. Trou wens, Israels bezat een groot assi milatie-vermogen, bij heeft bij ieder een geleerd. Kaar omdat hij ook een krachtige eigen persoonlijkheid had, werd hij geen imitator wél heeft hij bij iedereen geleerd, maai- hij heeft zichzelf gevormd. Dit is het ka pitale onderscheid tusschen hem en Max Liebermanii. Israels is ontzag lijk veel "ersdiuldigd aan het Neder- landsch Milieu. Als Nederland dank baar en trotsch mocht zijn, dat liet een Israels bezat, Israels kon dank baar en fier zijn, dat hij zijn Neder land had. Hel Hollandscbe land, maar ook hel Hollandscbe volk. ILj mocht dan, zoo min als Da Costn, naar zijn oer-afkomst een zoon dei- lauwe westerstranden zijn, liet zijn toch juist die lauwe westerstranden geweest, die hem tot dat ontzagwek kend monument van fiere, \un be wuste levenskracht deden worden, waartegen nu wij en de toekomstige geslachten voortaan zullen opzien, om moed en liefde tot het leven m zijn geheele, volle, rijke schoonheid, om bezieling te ontvangen. Dit was een lang leven vol kracht, schoonheid en vol liefde tot den arbeid. Dit was een leven vol schep pingsdrang en scheppingskracht. Nog heel kort voor zijn dood, toen de oogen twee brillen noodig had den, dubbel gewapend moesten wor den, als hij op het doek de inspiratie uitte, die God hem schonk, toen de boenen te zwak wei-den om het ge schrompelde lichaam te dragen, Onze Lachhoek DE PANTOFFELHELD. De heer Goedbloed (In 't theater vlak achter zijn vrouw gezeten, tot suppoost). Och toe, zou u mijne vrouw niet eens kunnen zeggen, dat ze haar hoed afzet? EéN- OF TWéé-DEKKER? Om nummer één te zijn, moet je één-dekker wezen, die twee-dekkers deugen niet.... Glad-dekker mot je wezen! ALS 'T GAAT. Een Engelschman heeft voor zaken 'n paar dagen in Delft vertoefd. Bij 't nazien van de rekening ziet hij, dat alles precies in orde is. Slechts vindl-ie onderaan de nota staan: Als 't gaatf 10.— Yerwonderd vraagt-ie den hotel- houdei. wat dat beteekeni Minzaam glunderend legt deze hem uit: Wel als 't gaat, dan hebben we tien pop meer; als 't niet gaat, nou, dan geat het niet! Dan schrappen we 't weer weg, maar je kunt 't allicht 'ns pro- beeren! OOK EEN GEZICHTSPUNT. Ik wensch mijn leven verzekerd te hebben, mijnheer, zei een zeer oude man, die het bureau van een Jevens- verzekei ingsafient binnentrad. Ik ben bang, dat onze maat schappij niet wensebt die risico op zich te nemen, antwoordde de agent, lloe oud bent u? Vijf-en-tachtig. Wij sluiten nooit polissen af met personen boven de tachtig. Maar wat mankeert jullie dwaze maatschappij toch? Weet u dan niet, dat ei- veel meer menschcn beneden de tachtig sterven dan er boven? maar waarin met de jaren de ziel altoosdoor ruimer en breeder en grootej' was gegroeid, liet hij in zijn huis een elecirische lift aanleggen, om zijn atelier te kunnen bereiken. Van dat atelier ging wijding uit, over bergen en oceanen, naar alle beschaafde volkeren tér woreld, droeg men van daar doeken, die deze man wrocht met de vroomheid van een waarachtia kunstenaarsgemoed. .,In u zullen allen volkeren ter we reld gezegend worden". Zoo staat het in het Boek der boeken, dat hij zoo liefgehad heeft. En de vader, die hein tol rabbi wilde maken, wist wel wat de roeping zijns zoons zou zijn, al koos dan Jozef Israels een ander middel tot uiting voor zijn verheven gevoelens. Er is een groot man van ons heen gegaan Hij heeft dit leven, met al zijn worstelingen en tegenheden en smarten zoo schoon, zoo heerlijk, zoo volbewust en gelukkig mogen vol strijden. Die zoo leefden, gaan heen met een glimlach op de lippen en de* hand in zegenend gebaar boven het hoofd van den zoon van 't nieuwe geslacht. „:EUlLLBTQN 68) Wat kan ons vanmorgen Itavcns- car schelen, mylord. Br is geen tijd te verliezen, als u doen wil, wat wij fjisteren afspraken. Kapitein Vaughan s op het oorlogspad, en dreigt ulles e zullen bederven. Het roode gelaat vua den kleinen edelman werd een tintje bleeker. Maar Vaughan is veel te bang voor zijn brood-e o: liever zijn whisky en water, klaagde hij. Ik ken hem be ter bovendien heeft hij een con tract. Het contract voorziet niet in het geval, dat de eer van zijn dochter op het spel staat, antwoordde Elisna op scherpen toon. Er schijnen voor hem ook nog grenzen tc bestaan. Er zit toch nog wel wat goeds in hem. lvom, mylord, vergeet uw belofte vun giste ren niet. Het wordt tc laat, als u het pog maar een half uur uitstelt. Hij zou al onderweg zijn als een nauwe schoen en een jichtige voet hem daar- in niet verhinderd hadden. Hij deukt, dut ik uit"egaau ben. om een rijtuig Voor hem te halen. Lord Monksilver grinnikte onwil - lig- Wat een vreeselijke kerel ben je toch, Crowe. Maar toch, nu ik de «aak zoo beschouw, krijg ik er zin in. Daarmee zal ik den ouden Phil ;beetnemen. Ja, ik zal er dadelijk heen- •gann, en je doet verstandig om mee te gaan. uit vrees, dat ik eens berouw mocht krijgen. Met een merkwaardig, sluw gebaar naar zijn bezoeker, liep hij de kamer door naar een oud eikenhouten bu reau, sloot het open, en nam uit een geheime Iade een klein voorwerp, dat hij in zijn vestzak liet glijden. Toen, gevolgd door Elisah, zollo hij in de hal een. hoed op en ging door het park naa.r het huis van zijn broeder, llij vroeg naar Yvonne, en zij werden in du ontvangkamer gelaten. De scherpe oogen van den ouden detec tive wandelden de geheele kamer door. De vaas op den schoorsteenman tel die daar aan den linkerkant, fluisterde hij, toen het kamermeisje hen alleen gelaten had. Lord Monksilver knikte, en ging op het haardkleedje voor den schoor steenmantel staan, eerst echter be keek hij niet blijkbare belangstelling de ornamenten, die daarop stonden ja, nam er zelfs verstrooid een paar op. Yvonne kwam binnengesneld, frisch als een roos en schitterend van geluk, in weerwil van haar zwar te japon. Hoe goed van u, oom I riep zij uit, terwijl zij lieni kuste. U is gekomen om to hooren, hoe onze lieve patiënte 't maakt, en u zal verheugd zijn te vernemen, dat zij direct be neden zal komen om hot zelf te ver tellen. Het was niets dan de schok een goede nachtrust heeft wonderen uitgewerkt. Je maakt mij heel gelukkig, antwoordde Lord Monksilver. Ik voel, dat ik haar en ieder ander mijn excuus moet aanbieden over een secretaris, die zooveel ellende heeft veroorzaakt. Ofschoon ik niet weet, wat zonder hem te moeten beginnen o, lieve miss Vaughan, sta mij toe, dat ik u met dezen afloop geluk wensch. 0, hoe dom van mij Maar liet, ding was toch niet zoo kostbaar, is 't wel, Yvonne Want toen Phyllis aan den ar i van Mrs. Wenslade binnenkwam, was mylord met zulke heftige bewe gingen op haar afgekomen om haar te verwelkomen, dat hij tegen den schoorsteenmantel stootte en een vaas, gevuld met gekleurde prullen, omgooide. Yvonne liet zich dadelijk met een kreet van schrik op haar killeen vallen en raapte iets van tusschen de scherven op. Ik schrik niet, dat de vaas ge broken is, riep zij uit. Kijk hier! Ue ring van moeder de bewuste. Wel, daarmee is nu alles opgehel derd. En zij hield het diamanten rin getje, dat een onbewuste maar toch oolaugrijke rol had gesjjeeld in het drama van Beacon Audtey, in de hoogte het kleinood, dat don schurk uit 't stuk gediend had, om, steunende op het gebrek van zijn chef, de intrigue in elkaar te zetten, die zijn bezittingen moest vergroo- Het verheugt mij, dat u die vaas gebroken heeft, Lord Monksilver, zei Phyllis droogjes, terwijl zij de hand aannam, die de oude man naar haar uitstak.Voor hen, die mij kennen, maakt het geen verschil, maar voor de buitenwereld beteekent liet veel. Vooral ter wille van Üick ben ik heel blij. Yvonne sloeg de armen om haar heen en kuste haar. terwill Elisha Crowe een penibelen toestand redde, door zijn neus zoo heftig te snuiten, dat er niets meer gezegd kon wor den. Na dit gelukkig toeval scheen Lord Monksilver haast te hebben, heen te gaan, en verdween, zoo gauw iiij dat zonder onbeleefd te zijn kon doen. Ik vlei mij, dat ik liet er goed afgebracht heb, Crowe, zeide hij met een zijn vogelachtige blikken, toen zij het buis van Mrs. Wenslade verlieten. Het is jammer, dat zoo iets noo dig was, mylord, antwoordde Elisha uit de hoogte. Uw eouigc troost voor al de ellende, die op uw onbescheidenheid volgde, kan zijn, dat als Ravenscar er niet toevallig getuige van geweest was. hij ze kei- iets anders gevonden zou hebben, om uw broeder en neef onschadelijk te maken. Als men van den duivel spreekt, dan zfèt men zijn staart, want daar komt Mr. Richard juist aan met den majoor. Zij hebben ze ker een onderzoek ingesteld op het rif. maar ik heb geen tijd om naar hen te luisteren. Ik moet heengaan en den kapitein tevreden stellen met het nieuws van de ontdekking van den ring, voordat hij iemand andere om een rijtuig zendt. Beter maar om niet te vertellen, dat hij door mijn toedoen gevonden is, zet Lord Monksilver snel. Maar Ehsha gaf geen antwoord. Hij draaide zich om en terwijl hij heenstrompelde om de laatste hand aan zijn werk te leggen, is het wel mogelijk, dat hij nadacht oveir de ironie van het feit, dat zoo'n waar schuwing van dien kant kwam tot hem, wiens scherpzinnig brein met zooveel moeite een plan had ontwor pen, waardoor de manie van den edelman, om zich het goed van an deren toe te eigenen, verborgen zou blijven. Hij zou echter zijn belooning vinden in een rustigen ouderdom, omgeven door.de hartelijke achting van het jongere geslacht. Om i-edenen, die zij zelf het best kenden, hadden majoor WilbraJiani en Dick op het hooren van het terug vinden van den ring zoo'n haast, om hun huis te bereiken, dat zij geen lijd hadden, om een gedetailleerd verslag te doen van hetgeen zij op het rif gozien hadden, maar zij bevestigden hun Indruk van dien nacht, dat de ruïne van den ouden vjiurtoren in gruizelementen was geslagen, en zij waren in staat er bij te voegen, dat do ontploffing alle sporen van de drie personen, die men wist dat er op dat oogenblik geweest waren, had weggevaagd. Ravenscar, Stau di sh en Ella waren ongetwijfeld om gekomen bij het ongeluk, dat oor spronkelijk door den eerste op touw wus gezet, om hel onschuldige meisje onschadelijk te maken, wier goluig».-- ni3 hem aan de galg gebracht zou hebben. Wat ik toch moet beginnen zon der Ravenscar begon Lord Monk silver te babbelen, maar de anderen gingen, ongeduldig als zij waren, ver der, en na minder dan e>en jaar was mylord voor altijd heengegaan. Merkwaardig was het, dat kapi tein Vaughan, die de toedracht der zaak noodt recht heeft begrepen, op denzelfden dag heen gin» Sergeant Scott herstelde van den alag, hem door Standish toegebracht, en zoodra hij in staat was naar Lon den terug te koeren, zette hij zich aan het werk om het geheim van Beacon Audley verder uit te pluizen. Omdat er geen gevangene was, die verhoord moest worden, deed hij het voor zijn eigen voldoening, duidelijk aantoonend, dat Ravenscar de zoon was van Mr. Raphaël, uit do War- dourstruat. Hij zocht zijn bewijzen bijoen, alvorens dat etablissement op te zoeken, en zij waren zóó ou- onistootclijk, dat de antiquiteiten- koopman geen poging deed om te ont kennen. Het eenige punt, dat hij volhield, was dat zijn zoon hot duel- ipstool gestolen had, en dat hij zelf alleen maar geraden had naar het doel. waarvoor het gebruikt zou zijn. nadat hii het verslag van den moord op Mr Wenslade had celezen De detective van Scotland Yard, die ternauwernood van zijn onge steldheid genezen was. liep den win kel uit en liet het rampzalige wezen met zijn stamelende verontschuldi gingen alleen. Maar een prettiger tooneel is te zien in Beacon Audley, waar een nieuwe Lord Monksilver do Priory bestuurt. Waar zijn mooie, jonge vrouw de lieveling is van den om trek. evenals van de ruwe vfsschers- kolonie bij het voorgebergte. Waar Yvonne Wenslade, die mei haar moe der ook op de Priory is komen wo nen dappere kleine Yvonne, zooa's haar broeder haar noemt zich zoo nu en dan met majoor Wilbrahom kostelijk amuseert, maar niet geheel zonder hoop voor den goeden kerel, die haar vereert. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 5