NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
DE (iÖiiïEHNANTE
23e Jaargang. No. 3633
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
MAANDAG 14 AUGUSTUS 1911 B
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ADVERTENT1ËN:
PER drie maanden: Van 1—5 regels 50 Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlem w Haarlem van 1—5 regels 1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bii Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente) •■••••-JPYsgyijAdvertentiên van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing:
Franco per post door NederlandL® T® 1 50 Cts. voor 3 plaatsingen a contant.
Gethusfreercf Zo^agsblad, voor Haarlem 037 H ,L Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
nde omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne I?.. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
Buitenlandsch Overzicht
DUITSCHLAND EN ENGELAND.
De bekende Engelsche admiraal Be-
resford beeft met ieeu nonactid
Duitsch diplomaat een gesprek gehad,
waarvan de pers do volgende bijzen-
derheden bekend maakt
Juist op het tegenwoordige oogen
blik is het voor r uiterst moeilijk in
een zoo kiesehe zaak als de verhou
ding tusschen Duitschland en Enge
land, om mijn htcening openlijk uit
te spreken. Ik zou mij daarom wil
len bepalen met te zeggen dat, naar
mijn meening, de wederzijdsche be
tuigingen van vriendschap aan deze
en gene zijde van het. Kanaal niets
waard z n. Door mooie woorden kan
men het feit, dat tusschen de beldo na
ties een antagonisme bestaat, niet uit
den weg ruimen. Het is daarom veel
verstandiger, als beide partijen, in
plaats van elkander door nietszeggen
de mooie woorden zand in de oogen
te strooien, het onweerlegbare feit
van een bestaand antagonisme onder
de oogen zien. Gij weet zelf evengoed
als ik, dat er een tijd is geweest. waar-
In de beide machtigste Europeesche
staten van liet Germaansche ros tot
een duurzame overeenstemming had
den kunnen komen. Door een vast sa
menwerken van de grootste landmacht
en de grootste zeemacht zou voor on-
nfzienbaren tijd de wereldvrede zijn
gewaarborgd, en in gemeenschappc-
lijken arbeid voor de beschaving had
den de beide naties hgt grootste be
schavingswerk, dat de wereld ooit
heeft aanschouwd, kunnen volbren
gen. Maar het mocht nu eenmaal niet
zoo zijn en het is derhalve ijdel ach
teraf er over uit te weiden, hoe het
gekomen is, dal de aaneensluiting van
do beide naties die toen mogelijk, niet
tot stand gekomen is en wien men
daarvoor "de schuld moet geven. Dat
alles weet gij zelf het beste. Sinds dien
tijd heeft Engeland zich bij andere na
ties nader aangesloten en verplichtin
gen op zich gene men, die het voorne
mens is. in allo gevallen na tc komen.
Over de verklaring van Londen,
volgens welke ook neutrale schepen
die levensmiddelen vervoeren voor
een oorlogvoerende partij, in beslag
genomen en vernietigd kunnen wor
den, en de internationale prijsgeroch-
ten, uitte /zich de admiraal in dezer
voege, dat men in de laatste weken
verschillende symptomen heeft kun
nen waarnemen, die het standpunt,
hetwelk hii met een groot aantal an
dere non-actieve admiraals openlijk
heeft ingenomen, zeer beslist recht
vaardigen. Het feit, dat door de sta
kingen in Londen, Huil, enz de prijs
der levensmiddelen terstond buiten
verhouding gerezen is, is een bewijs
hoozeer de openbare meening in En
geland onder den indruk komt van
alles wat invloed heeft op den invoer
van levensmiddelen. Een ander bewijs
hiervoor is de verhooging van de ver
zekeringspremies bij Lloyds, die on
langs bij de Marokko-trisis is ingetre
den, alsmede de dior deze instelling
ontworpen Clause of Capture (dat wü
zeggen een clausule, waardoor beta
ling van de verzekeririgssom ingeval
van in beslagneming van een schip
wordt uitgesloten). Hij en zijn vrien
den zouden daarom moer dan ooit met
de begonnen propaganda tegen de
verklaring van Londen voortgaan.
Ook is bij tegen de erkenning van de
internationale prijsgerechten door En
geland. TT is van meoning, dat wat
hierover In 1856 te Parijs is vastge
steld moet blijven ghondhaafd en ieder
Hf ftfÉÉ Ijsger
Gel uk ld g, niettegenstaande deze te-
genstellin een, wint de beweging voor
arbitrage veld.
De commissie voor buitcnlandsche
zaken van den Amerikaanschen Se
naat heeft besloten de ratificatie voor
te stellen van
DE ENGELSCH-AMERIKAANSCHE
EN FRANSCH-AMERIKAANSCIIE
ARBITRAGE-VERDRAGEN,
nadat de paragraaf, waarbij aan een
gemengde commissie het recht zal
worden verleend om uit te maken,
welke quaestie in de termen van de
verdragen vallen er uitgelicht zal zijn.
De president heeft aan de commis
sie medegedeeld, dat hij niets onbe
proefd zal laten om de handhaving
van genoemde paragraaf te verzeke
ren.
Men verneemt, dat spoedig de on-
derteekenlng van het
DUITSCH-AMERTKAANSCH ARBI
TRAGE-VERDRAG
tegemoet eezien kan worden.
Dit verdrag zal geheel en ai overeen
komen met die, welke .'Amerika met
Engeland en Frankrijk sloot.
In Amerikaansche kringen te Ber
lijn, gaut het gerucht, dat Duitschland
nog tot voor korten tijd, enkelo ernsti
ge bezwaren tegen het te sluiten ver
drag had. In Berlijn zou men name
lijk de meening toegedazn zijn, dat
Duitschland zich daardoor absoluut
verbinden zou. elk willekeurig ge
schilpunt aan een arbitrale uitspraak
te onderwcriien, terwijl de Vereenig-
de St» ten in dit opzicht veel vrijer zijn,
aangezien de Bondsstaat voor elk af
zonderlijk geval een beslissing kan
nemen, omtrent de vraag, of arbitra
ge al dan niet wenschelijk is. Deze op
vatting is evenwel onjuist gebicken.
De Engeische-Amerikaansclie overeen
komst bepaalt nl., dat zelfs, nadut de
senaat nauwkeurig het geschilpunt zal
hebben vostgesteld en de grenzen
daarvan aangegeven, niet tot arbitra
ge zal worden overgegaan, dan nadat
tusschen belanghebbende mogendhe
den nadere nota's gewisseld zullen
hebben.
Een formeel bezwaar van de zijde
der eene of der andere partij is vol
doende, om het instellen van een ar
bitraal onderzoek te verhinderen.
De Duitsche gezant te Washington
zou reeds bericht ontvangen hebben,
van de Duitse!.-.- regeeriug, dat zij in
principe bereid is, iiet verdrag te on
derteekenen. Binnen enkele dagen,
hoopt deze diplomaat zich met verlof
naar zijn geboorteland te begeven. Te
Berlijn zal de gezant o. a. confereeren
met den Amerikaanschen staatssecre
taris van Marine en ex-gezant te Ro
me, die op het oogenblik een reis door
Europa doet, om zich van de toestan
den aldaar op de hoogte te stellen, en
thans nog te Londen vertoeft.
DE GRONDWET-QUAESTIB VOOR
MECKLENBURG
Is nog steeds niet opgelost.
Nu bevat de Meelden burger Landes-
zeitung een rede, die de Groothertog
van Mecklenburg-Strelitz gehouden
heeft tot een deputatie uit do ridder
schap, die hem het besluit, dat zij on
langs in Rostock genomen heeft, kwam
overhandigen
De Groothertog zei, dat. de inhoud
van het stuk, dien hij reeds kende,
hem met droefheid en ernstige be
zorgdheid vervulde, te meer omdat hij
uit de rede, die bij de overhandiging
gehouden was, op moest maken, dat
de ridderschap gegaan wus, tót de
grenzen, die zij zich zelve gesteld had.
Hij moest en daarom ook uit opmaken,
dat zij niet tot verdere tegemoetkomin
gen bij de oplossing van een kwestie,
die voor het land van zoo'n groote be
tekenis is, bereid wordt gevonden.
Hij betreurde het des te meer. omdat
hij er zelf geen twijfel aan gelaten
had. dat hii het besluit, dat de ridder
schap hem thans overhandigde, niet
a!s een grondslag voer verdere ondcr-
-handelingen over de veranderingen
in den reeeeringsvonn kon beschou
wen.
De Groothertog zei steeds overtuigd
te zijn geweest, dat de noodzakelijk
heid van deze verandering vooral
voortkwam uit den plicht, dat uitge
breide kringen van de bevolking bij
het beraadslagen en besluiten
over de belangrijke zeken des
lands, betrokken moesten worden en
wel, omdat de persoonlijke en gelde
lijke offers, die bet landsbklang van
ieder eischte, zooals in alle Duitsche
staten, jaarlijks grooter on moeilijker
worden. Met deze noodzakelijkheid
houdt het besluit van de ridderschap
niet genoeg rekening.
Verder somt de Groothertog clo tech
nische bezwaren op. die maken, dat
hij deze verandering van den regee-
ringsvorm niet goed genoeg vindt, om
or een gedeelte van zijn eigen macht
voor od te geven. Een volksvertegen
woordiging, waarvan de samenstel
ling aan ruime kringen van de bevol
king een medewerking aan de behan
deling van 's lands aangelegenheden
waarborgt, die overeenkomst met de
economische en geestelijke beteekenls,
zal hij gaarne en met vreugde.datgene
waarborgen^ wat zij voor een vrucht
dragende werkzaamheid bij het vol
brengen van de haar opgedragen taak
zou behoeven
De ridderschap kan 't met deze te
rechtwijzing doen. Of de hoogedelge
boren heeren de les ter harte zullen
riemen en met andere voorstellen ko
men, is evenwel nog de vraag, 't Ver
leden geeft daartoe immers weinig
hoop.
DEN TOESTAND IN PBRZIÖ.
Een telecram bevestigt, dut de oud-
Sjah zich 11 dezer te Barfroesj, 1G0
K.M. ten noorden van Teheran, be
vond. De stad Semnam. ongeveer 190
K.M. ten noorden van Teheran, is in
handen gevallen van Sardar Arsjad,
een officier van den oud-Sjah.
Ook weet men te berichten, dat
Sultan Retsjid, een aanhanger van
den afgèzelten Sjah, te Firuzkah een
gevecht geleverd heeft tegen de Bach-
tiaren .waarin hij zelf gewond en ge
vangen genomen werd en zijn troe
pen de nederlaag leden.
Er wordt aan toegevoegd, dat de
oud-Sjah schijnbaar d c-gunst van
Europa wil veroveren door zijn meer
humane wijze van oorlogvoeren.
Of hem dit gelukken zal
Van onzen Reizenden
Redacteur.
JOZEF ISRAéLS.
De schilder Jozef Israels is 87 jaar
oud op zijn villa te Scheveningen
overleden. Zijn heengaan wekt geen
bitterheid. Zijn leven is vol zon en
geluk geweest en het zou den kunste
naar hi Israels miskennen zijn, in
dien men de droefgeestige voorstel
lingen, die hij vaak geschilderd heeft,
zou willen vereenzelvigen met het le
ven van den grooten man zelf.
Neen ook het schilderen van die
sombere tafe"reelen was voor hem
een genot, een hooger genot. Niet liet
onderwerp zelf was voor hem hoofd
zaak, doch de schoonheid, die zijn
kunstenaarsoog daarbij en daari'n
ontwaarde. Om de zeer gecompliceer
de figuur van Jozef Israels te schetsen
moet men allereerst psycholoog zijn.
Want juist bij hem komt men spoedig
tot een oppervlakkig oordeel^ dat pre
cies het tegendeel zegt van de werke
lijkheid. Deze man, na een betrekke
lijk korten strijd, is spoedig in liet
vaderland en daarbuiten begrepen,
hooggeschat en hooggehouden. Hij
heeft, uitverkorene onder de uitve'r-
koïenen alies genoten, wat een ster
veling aan stoffelijk geluk en levens
vreugde, slechts kan ontvange'n. Een
groot taJent, een sterke wil, een taai
gestel, een niet groot maar welgescha
pen 1 chaam, fijne zintuigen, een diep
gemoed beteugeld door een klaar veï-
stand. humor en geest, idealisme en
toch maatschappelijke piente'rhcid,
die bewerkte, dat de vruchten van
zijn arbeid ook hem ten goede kwa
men. Hij heeft een brave, inoed.g
trouwe vrouw gehad, een zoon, die
met door s vaders talent ui de scha
duw gezet werd, maar van wien hij
zelf, niet zonder beminnet ijken va
dertrots zeide, dat hij hem zelf zou
gaan overtreffen. En zestig lange ja
ren heeft üeze gezegende in Israel in
liefde arbe.dend, tot in de laatste da
gen zijns levens, toen het geheele op
komende geslacht van zijn land hem
bleef huldigen, de hoogere vreugden
van dit aardsch bestaan, genoten.
Daarom zou het niet gevoelig zijn
aan deze baar te luid te klagen.
De aartsvaders van zijn ras stier
ven de hand zegenend boven het
hoofd van den zoon, met een glim
lach van vertrouwend berusten en
dankbaarheid voor het van dit leven
gonotene, op de lippen.
Zoo ook moeten wij, naar den
geest, ons den stervenden Jozef Is
raels voorstellen, hij geestelijke aarts
vader zijns volks, in wien de onuit-
bluschbare, eeuwig jonge levens
kracht van zijn ras, zich geuit heeft.
De data van zijn ontwikkeling en
zijn ku'nst, vindt men elders in dit
blad. Hier worde kort nog eens de'
uandacht gevestigd op de harmoni
sche ontwikkeling van den grooten
schilder. Hij heeft levenslang geleerd,
het nieuwe geleerd zender het oude
te vergeten en dat was het. geheim
van zijn eeuwige jeugd. Want Israels
.8 nooit verouderd Ook zijn werken
uit zijn vroegere perioden konden
slechts voor d:egenen verouderen wel
ke eenzijdig e"n bekrompen, het ver
mogen missen, het schoone te genie
ten; ook als het niet precies in de
vormen van hun e.gen al te subjec
tieve opvatting is gekleed. De Israels
uit de romantïsch-historische periode,
de iSraëls uit de sentimenteele periode
de Israels uit de ijden der sombere
voorstellingen en de Israels uit den
tijd van 't nieuwe idealisme (David
en Sauli, is altoos breed, groot, diep,
vol. Men zie eens op villa Erica
(Scheveningsche weg 25) naar dat
blonde visschersmeisje uit, ik meen
1850.
Naar de gevoelige reinheid, waar
mede hij zoo'n meisje schilderde,
fijn-delicaat penseelend, of Terburch
zijn leermeester was geweest. Trou
wens, Israels bezat een groot assi
milatie-vermogen, bij heeft bij ieder
een geleerd. Kaar omdat hij ook een
krachtige eigen persoonlijkheid had,
werd hij geen imitator wél heeft
hij bij iedereen geleerd, maai- hij
heeft zichzelf gevormd. Dit is het ka
pitale onderscheid tusschen hem en
Max Liebermanii. Israels is ontzag
lijk veel "ersdiuldigd aan het Neder-
landsch Milieu. Als Nederland dank
baar en trotsch mocht zijn, dat liet
een Israels bezat, Israels kon dank
baar en fier zijn, dat hij zijn Neder
land had. Hel Hollandscbe land,
maar ook hel Hollandscbe volk. ILj
mocht dan, zoo min als Da Costn,
naar zijn oer-afkomst een zoon dei-
lauwe westerstranden zijn, liet zijn
toch juist die lauwe westerstranden
geweest, die hem tot dat ontzagwek
kend monument van fiere, \un be
wuste levenskracht deden worden,
waartegen nu wij en de toekomstige
geslachten voortaan zullen opzien,
om moed en liefde tot het leven m
zijn geheele, volle, rijke schoonheid,
om bezieling te ontvangen.
Dit was een lang leven vol kracht,
schoonheid en vol liefde tot den
arbeid. Dit was een leven vol schep
pingsdrang en scheppingskracht.
Nog heel kort voor zijn dood, toen
de oogen twee brillen noodig had
den, dubbel gewapend moesten wor
den, als hij op het doek de inspiratie
uitte, die God hem schonk, toen de
boenen te zwak wei-den om het ge
schrompelde lichaam te dragen,
Onze Lachhoek
DE PANTOFFELHELD.
De heer Goedbloed (In 't theater
vlak achter zijn vrouw gezeten, tot
suppoost).
Och toe, zou u mijne vrouw niet
eens kunnen zeggen, dat ze haar
hoed afzet?
EéN- OF TWéé-DEKKER?
Om nummer één te zijn, moet je
één-dekker wezen, die twee-dekkers
deugen niet....
Glad-dekker mot je wezen!
ALS 'T GAAT.
Een Engelschman heeft voor zaken
'n paar dagen in Delft vertoefd. Bij
't nazien van de rekening ziet hij,
dat alles precies in orde is. Slechts
vindl-ie onderaan de nota staan:
Als 't gaatf 10.—
Yerwonderd vraagt-ie den hotel-
houdei. wat dat beteekeni Minzaam
glunderend legt deze hem uit: Wel
als 't gaat, dan hebben we tien pop
meer; als 't niet gaat, nou, dan geat
het niet! Dan schrappen we 't weer
weg, maar je kunt 't allicht 'ns pro-
beeren!
OOK EEN GEZICHTSPUNT.
Ik wensch mijn leven verzekerd
te hebben, mijnheer, zei een zeer oude
man, die het bureau van een Jevens-
verzekei ingsafient binnentrad.
Ik ben bang, dat onze maat
schappij niet wensebt die risico op
zich te nemen, antwoordde de agent,
lloe oud bent u?
Vijf-en-tachtig.
Wij sluiten nooit polissen af met
personen boven de tachtig.
Maar wat mankeert jullie dwaze
maatschappij toch? Weet u dan niet,
dat ei- veel meer menschcn beneden
de tachtig sterven dan er boven?
maar waarin met de jaren de ziel
altoosdoor ruimer en breeder en
grootej' was gegroeid, liet hij in zijn
huis een elecirische lift aanleggen,
om zijn atelier te kunnen bereiken.
Van dat atelier ging wijding uit,
over bergen en oceanen, naar alle
beschaafde volkeren tér woreld,
droeg men van daar doeken, die deze
man wrocht met de vroomheid van
een waarachtia kunstenaarsgemoed.
.,In u zullen allen volkeren ter we
reld gezegend worden". Zoo staat het
in het Boek der boeken, dat hij zoo
liefgehad heeft. En de vader, die
hein tol rabbi wilde maken, wist wel
wat de roeping zijns zoons zou zijn,
al koos dan Jozef Israels een ander
middel tot uiting voor zijn verheven
gevoelens.
Er is een groot man van ons heen
gegaan Hij heeft dit leven, met al
zijn worstelingen en tegenheden en
smarten zoo schoon, zoo heerlijk, zoo
volbewust en gelukkig mogen vol
strijden. Die zoo leefden, gaan heen
met een glimlach op de lippen en de*
hand in zegenend gebaar boven het
hoofd van den zoon van 't nieuwe
geslacht.
„:EUlLLBTQN
68)
Wat kan ons vanmorgen Itavcns-
car schelen, mylord. Br is geen tijd
te verliezen, als u doen wil, wat wij
fjisteren afspraken. Kapitein Vaughan
s op het oorlogspad, en dreigt ulles
e zullen bederven.
Het roode gelaat vua den kleinen
edelman werd een tintje bleeker.
Maar Vaughan is veel te bang
voor zijn brood-e o: liever zijn whisky
en water, klaagde hij. Ik ken hem be
ter bovendien heeft hij een con
tract.
Het contract voorziet niet in het
geval, dat de eer van zijn dochter op
het spel staat, antwoordde Elisna op
scherpen toon. Er schijnen voor hem
ook nog grenzen tc bestaan. Er zit
toch nog wel wat goeds in hem. lvom,
mylord, vergeet uw belofte vun giste
ren niet. Het wordt tc laat, als u het
pog maar een half uur uitstelt. Hij
zou al onderweg zijn als een nauwe
schoen en een jichtige voet hem daar-
in niet verhinderd hadden. Hij deukt,
dut ik uit"egaau ben. om een rijtuig
Voor hem te halen.
Lord Monksilver grinnikte onwil -
lig-
Wat een vreeselijke kerel ben je
toch, Crowe. Maar toch, nu ik de
«aak zoo beschouw, krijg ik er zin
in. Daarmee zal ik den ouden Phil
;beetnemen. Ja, ik zal er dadelijk heen-
•gann, en je doet verstandig om mee te
gaan. uit vrees, dat ik eens berouw
mocht krijgen.
Met een merkwaardig, sluw gebaar
naar zijn bezoeker, liep hij de kamer
door naar een oud eikenhouten bu
reau, sloot het open, en nam uit een
geheime Iade een klein voorwerp, dat
hij in zijn vestzak liet glijden. Toen,
gevolgd door Elisah, zollo hij in de
hal een. hoed op en ging door het
park naa.r het huis van zijn broeder,
llij vroeg naar Yvonne, en zij werden
in du ontvangkamer gelaten. De
scherpe oogen van den ouden detec
tive wandelden de geheele kamer
door.
De vaas op den schoorsteenman
tel die daar aan den linkerkant,
fluisterde hij, toen het kamermeisje
hen alleen gelaten had.
Lord Monksilver knikte, en ging op
het haardkleedje voor den schoor
steenmantel staan, eerst echter be
keek hij niet blijkbare belangstelling
de ornamenten, die daarop stonden
ja, nam er zelfs verstrooid een paar
op.
Yvonne kwam binnengesneld,
frisch als een roos en schitterend
van geluk, in weerwil van haar zwar
te japon.
Hoe goed van u, oom I riep
zij uit, terwijl zij lieni kuste. U is
gekomen om to hooren, hoe onze lieve
patiënte 't maakt, en u zal verheugd
zijn te vernemen, dat zij direct be
neden zal komen om hot zelf te ver
tellen. Het was niets dan de schok
een goede nachtrust heeft wonderen
uitgewerkt.
Je maakt mij heel gelukkig,
antwoordde Lord Monksilver. Ik
voel, dat ik haar en ieder ander mijn
excuus moet aanbieden over een
secretaris, die zooveel ellende heeft
veroorzaakt. Ofschoon ik niet weet,
wat zonder hem te moeten beginnen
o, lieve miss Vaughan, sta mij toe,
dat ik u met dezen afloop geluk
wensch. 0, hoe dom van mij Maar
liet, ding was toch niet zoo kostbaar,
is 't wel, Yvonne
Want toen Phyllis aan den ar i
van Mrs. Wenslade binnenkwam,
was mylord met zulke heftige bewe
gingen op haar afgekomen om haar
te verwelkomen, dat hij tegen den
schoorsteenmantel stootte en een
vaas, gevuld met gekleurde prullen,
omgooide.
Yvonne liet zich dadelijk met een
kreet van schrik op haar killeen
vallen en raapte iets van tusschen de
scherven op.
Ik schrik niet, dat de vaas ge
broken is, riep zij uit. Kijk hier!
Ue ring van moeder de bewuste.
Wel, daarmee is nu alles opgehel
derd.
En zij hield het diamanten rin
getje, dat een onbewuste maar toch
oolaugrijke rol had gesjjeeld in het
drama van Beacon Audtey, in de
hoogte het kleinood, dat don
schurk uit 't stuk gediend had, om,
steunende op het gebrek van zijn
chef, de intrigue in elkaar te zetten,
die zijn bezittingen moest vergroo-
Het verheugt mij, dat u die vaas
gebroken heeft, Lord Monksilver,
zei Phyllis droogjes, terwijl zij de
hand aannam, die de oude man naar
haar uitstak.Voor hen, die mij
kennen, maakt het geen verschil,
maar voor de buitenwereld beteekent
liet veel. Vooral ter wille van Üick
ben ik heel blij.
Yvonne sloeg de armen om haar
heen en kuste haar. terwill Elisha
Crowe een penibelen toestand redde,
door zijn neus zoo heftig te snuiten,
dat er niets meer gezegd kon wor
den. Na dit gelukkig toeval scheen
Lord Monksilver haast te hebben,
heen te gaan, en verdween, zoo gauw
iiij dat zonder onbeleefd te zijn kon
doen.
Ik vlei mij, dat ik liet er goed
afgebracht heb, Crowe, zeide hij
met een zijn vogelachtige blikken,
toen zij het buis van Mrs. Wenslade
verlieten.
Het is jammer, dat zoo iets noo
dig was, mylord, antwoordde
Elisha uit de hoogte. Uw eouigc
troost voor al de ellende, die op uw
onbescheidenheid volgde, kan zijn,
dat als Ravenscar er niet toevallig
getuige van geweest was. hij ze kei-
iets anders gevonden zou hebben, om
uw broeder en neef onschadelijk te
maken. Als men van den duivel
spreekt, dan zfèt men zijn staart,
want daar komt Mr. Richard juist
aan met den majoor. Zij hebben ze
ker een onderzoek ingesteld op het
rif. maar ik heb geen tijd om naar
hen te luisteren. Ik moet heengaan
en den kapitein tevreden stellen met
het nieuws van de ontdekking van
den ring, voordat hij iemand andere
om een rijtuig zendt.
Beter maar om niet te vertellen,
dat hij door mijn toedoen gevonden
is, zet Lord Monksilver snel.
Maar Ehsha gaf geen antwoord.
Hij draaide zich om en terwijl hij
heenstrompelde om de laatste hand
aan zijn werk te leggen, is het wel
mogelijk, dat hij nadacht oveir de
ironie van het feit, dat zoo'n waar
schuwing van dien kant kwam tot
hem, wiens scherpzinnig brein met
zooveel moeite een plan had ontwor
pen, waardoor de manie van den
edelman, om zich het goed van an
deren toe te eigenen, verborgen zou
blijven. Hij zou echter zijn belooning
vinden in een rustigen ouderdom,
omgeven door.de hartelijke achting
van het jongere geslacht.
Om i-edenen, die zij zelf het best
kenden, hadden majoor WilbraJiani
en Dick op het hooren van het terug
vinden van den ring zoo'n haast, om
hun huis te bereiken, dat zij geen lijd
hadden, om een gedetailleerd verslag
te doen van hetgeen zij op het rif
gozien hadden, maar zij bevestigden
hun Indruk van dien nacht, dat de
ruïne van den ouden vjiurtoren in
gruizelementen was geslagen, en zij
waren in staat er bij te voegen, dat
do ontploffing alle sporen van de
drie personen, die men wist dat er
op dat oogenblik geweest waren,
had weggevaagd. Ravenscar, Stau
di sh en Ella waren ongetwijfeld om
gekomen bij het ongeluk, dat oor
spronkelijk door den eerste op touw
wus gezet, om hel onschuldige meisje
onschadelijk te maken, wier goluig».--
ni3 hem aan de galg gebracht zou
hebben.
Wat ik toch moet beginnen zon
der Ravenscar begon Lord Monk
silver te babbelen, maar de anderen
gingen, ongeduldig als zij waren, ver
der, en na minder dan e>en jaar was
mylord voor altijd heengegaan.
Merkwaardig was het, dat kapi
tein Vaughan, die de toedracht der
zaak noodt recht heeft begrepen, op
denzelfden dag heen gin»
Sergeant Scott herstelde van den
alag, hem door Standish toegebracht,
en zoodra hij in staat was naar Lon
den terug te koeren, zette hij zich
aan het werk om het geheim van
Beacon Audley verder uit te pluizen.
Omdat er geen gevangene was, die
verhoord moest worden, deed hij het
voor zijn eigen voldoening, duidelijk
aantoonend, dat Ravenscar de zoon
was van Mr. Raphaël, uit do War-
dourstruat. Hij zocht zijn bewijzen
bijoen, alvorens dat etablissement
op te zoeken, en zij waren zóó ou-
onistootclijk, dat de antiquiteiten-
koopman geen poging deed om te ont
kennen. Het eenige punt, dat hij
volhield, was dat zijn zoon hot duel-
ipstool gestolen had, en dat hij zelf
alleen maar geraden had naar het
doel. waarvoor het gebruikt zou zijn.
nadat hii het verslag van den moord
op Mr Wenslade had celezen
De detective van Scotland Yard,
die ternauwernood van zijn onge
steldheid genezen was. liep den win
kel uit en liet het rampzalige wezen
met zijn stamelende verontschuldi
gingen alleen.
Maar een prettiger tooneel is te
zien in Beacon Audley, waar een
nieuwe Lord Monksilver do Priory
bestuurt. Waar zijn mooie, jonge
vrouw de lieveling is van den om
trek. evenals van de ruwe vfsschers-
kolonie bij het voorgebergte. Waar
Yvonne Wenslade, die mei haar moe
der ook op de Priory is komen wo
nen dappere kleine Yvonne, zooa's
haar broeder haar noemt zich zoo
nu en dan met majoor Wilbrahom
kostelijk amuseert, maar niet geheel
zonder hoop voor den goeden kerel,
die haar vereert.
EINDE.