BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD ADmAreTRATIB GROOTE HOUTSTRAAT 5a. DRUKKERU ZUIDER BUITENSPAARNE 6. 29« Jaargang* ZATERDAG 1ST AÜGUBTUB IB 11 No. 8638 DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f 1.20 PER 3 BAANDEN OF 10 CENT PER WEEK. IN HAARLEM S DAGBLAD ZkM ADVERTENT1ËN DOELTREFFEND. ONZE ANNONOES WORDEN OPGEMERKT. Het Rijke Natuurleven GALAPPELTJES. Wat zullen de me'nschen vroeger toch Vreemd hebben gekeken naar de verschillende op-, uit- en aanwassen, die we in het algemeen samenvatten onder den naam gallen. Eeuwenlang hebben ze deze dingen al opgemerkt en zelfs Plinius heeft in zijn Natuur lijke Historie reeds bij het begin on zer jaartelling, hij kwam in 79 om, de „galla" beschreven. Aan ons wandelaars, die zich te vreden stellen met een welnigjo ken nis van wat er buiten voor ons Is te zien, vallen lang niet alle vorme'n van gallen op en door do moeite die zij geven, als wij wat meer van hen willen weten, zijn wij gauw geneigd om er ons maar niet verder om te be kommeren. Zoo worden er honderden verwaarloosd en nogmaals honder den in et eens gezien. Enkele vormen zijn er, waaraan we, figuurlijk gesproken, bijna den neus stooten en daarvan weten we dan wat meer. Wie kent b.v. niet de knikkerachtl- ge verdikkingen aan de bladstelen der populieren? De eene vorm la ge woon rond met een klein luchtpoor- tje, de andere is schroefvormig ge wonden en lijkt wel wat op een slak kenhuis. Zoo n bolvormig gezwel is een ver zamelplaats van grijswolbg onge- gedïerte. Kleine bladluizen van een bijzonderen bouw vermenigvuldigen zich daar en onttrekken de voedende sappen aan hun eigen woning. Dat ding, ontstaan door de prikkel werking van het moederdi.er is opge propt met haar kleine nazaten. Dat krioelt en leeft daar maar voort, veilig door do stevige omhul ling ,die door hen zelf werd gevormd en vol hoop op do toekomst, want al sterven er vaak wat kolonisten, de overigen zijn 'nog talrijk genoog. Maakt ge do opening iets grooter, dan, begint de groote uittocht. Het is dan, alsof ©r een volksvoor stelling is gegeven, zoo dringt en krioelt alles naar bulten. In hot na jaar komen dan ook gevleugelde ge neraties voor den dag waarvan de wijfjes overwinteren, om het volgend Jaar nieuwe blaadjes aan te tasten. Geheel anders van vorm, maa'r met gelijksoortige bewoners, zijn de tooeven genoemde slakkenhuisjes. Een aangetaste bladsteel k'rijgt aan twee kanten hooge uitwassen, de ze groeien naar elkaar toe en begin nen dan nog een weinig ineen te draaien. De scheidingslijn blijft al tijd geopend. Het is de bochtige toe gang tot de sappige voorraadschuren het .s de opening waardoor de kleine wollige dieven hun roofhol van lucht voorzien, het is de deur waardoor zij in het najaar hun leeggezogen wo ning zullen verlaten. Behalve dzee bij duizenden voor komende bladluïsgallen zijn er nog een menigte die ieder kent. Wilgen, die onafsche.delijke vrien den van het lage waterland zijn In de buurt van Haarlem genoeg te vin den. De Rampelaan en de Zandvoorte'r- weg, de Van Merlelaan, kortom, bij na iedere waterkant heeft zijn wil- genschaa'r langs zijn boorden en wiilt ge niet ver wandelen, dan kunt go ze zelfs vinden in den tuin bij het begin van de Brouwersvaart. Op die wilgen nu komt een zeer be kende galvorining voor. Ik bedoel nu met Je reeds vroeger besclu-evon wilgenroosjes, die merk waardige blad'ruzetjes, lil.o bijna den geheeien wouter met hun krakende blaadjes de hoornen opsieren. Deze zijn al eens door ons bekeken en na gegaan, maar de harde knopjes, vaak roodachtig gekleurd, die op bijna de meeste bladeren voorkomen. Zij zijn het bekijken wel waard. Zoo pas bewonderden we bij de po pulieren de nederzettingen der kolo nisten, nu zijn we aangeland bij een kluizenaar, doe in eenzaamheid zijn dagen slijt. Meen niet, dat het ding zit te knie zen in zijn vrij benauwde woning. 11 ij vindt het er comme il faut en doet zijn best, om zijn genoegen in eetlust om te zetten. Onze eenzauie bewoner is een larve, zacht van huid, maar sterk van ka ken, die al maar rondwandelt in zijn klein hokje evenals de ijsberen in nr- tis. Het groene huisje is om hem heen gegroeid en voor hij het gaat verla ten, moet hij het heel wat keertjes rondwandelen. Rustig begint hij ^teeds op een punt zijn vernielenden arbeid. Van daaruit gaat hij, kauwen de vorder en is hii eindelijk rond, dan is het weefsel op het aanvangspunt weer aangegroeid en kan ons diertje opnieuw beginnen. Mooier -i merkwaardiger zijn de haarvormicre gallen op de rozenblade ren. In 't voorjaar legt een klein wesp je een eitje in een rozenknop. Dat is een werk. waar heel wat over leg en geduld voor noodlg is. In de eerste plaats moet een gat worden geboord. Met een zaag en priemwerktuigjes naast do legboor worden de spitse eitjes gelegd. Komen de blaadjes tot ontwikkeling, dan be ginnen ook de gallen te "roeien. Dit lijken hier kleine haarbosjes, waarin een groot aantal larven leeft. Vroeger verzamelde men deze z. g. n. rozensnonsen om ln slapeloos© nachten een geneesmiddel voor de kwaal te hebben. Zoo gauw men op de rozenspons ging liggen, sliep men ln en droomde van welriekende bloe men en zacht getinte rozenknoppen. Uit deze sponsen, die het luilekker land zijn voor een menigte larven, ko men ook weer kleine galwespen voor den dag. Met de meest bekende gallen wilde ik opzettelijk niet beginnen. Zijn er misschien onder u, die de voorgaande soorten niet alle kenden, do gewone galappeltjes of galnoten zijn voor werpjes, waarmee ieder in zijn jeugd al heeft gegooid en geknikkerd, waar mee het jonge geslacht zelfs voetbalt. Eeuwenlang werden ieder jaar op nieuw de eiken getooid met die spons achtige, later houtig wordende balle tjes. men zag ze ontstaan, pinkte ze en kweekte er zelfs een galnestje uit, maar verder bracht men het niet. Eenvoudig genoeg", zeiden de na tuuronderzoekers. t:Die wespen leggen in 't vooriaar eieren op de eiken en er ontstaan bolletjes. Deze dienen tot woning voor de larven, er komen weer poppen en wespen en het beginpunt van den cirkelgang is bereikt." Nu was het wel een leelijk geval, dat er nooit anders dan wijfjes wor den geboren, maar daar men dit bij de insecten meer opmerkte, Bte-lde men zich met de verklaring tevreden. Nu weet men beter. Ongeveer vijf tig jaar geleden ontdekte men op do stammen der eiken, aan kleine knop jes, die nog zouden uitgroeien, kleine galbolletjes, die door den ontdekker Tasschenberg verder werden onder zocht en gekweekt. Het bleek nu, dat daaruit in April en Mei kleine galwespjes kwamen, mannetjes en wijfjes en de eitjes van deze laatste diertjes werden nu gede poneerd o- de jonge eikeblaadjes. Nu was bet raadsel opgelost. Om do lar ven, die uit die eitjes kropen, groei den weer de bekende galappeltjes, die dus telkens afwisselden met de kleine stamformatie. Er is in de gallenstudle nog dui zendmaal meer op t© lossen, dan er al is ontdekt. Ieder onzer kan daar aan voor niets meewerken met alleen een weinig geduld en een scherp oog. Hoe we dan de diertjes zelf wel eens bezig kunnen zien, vertel lk u later. H. PELSENS. Rubriek voor Vrouwen VOORZICHTIGHEID IN HET AAN SCHAFFEN VAN NIEUWE TOI LETTEN. KINDERKLEEDING. Alhoewel men er in den rogel niet aan denkt in de maand Augustus nog nieuwe toiletten of blouses aan te srihaffen, brengt deze buitenge woon mooie, warme zomer menigeen ln de noodzakelijkheid nog het een of ander bij te koopen, te vernieuwen of te ve'rmaken. Vele practische, voor zlchtJlge vrouwen hebben zich in het begin van den zome'r een modernen zwart satijnen mantel aangeschaft met de gedachte hieronder haar min der moderne japo'nnen of blouses te kumne'n afdragen, doch de verzen gende hitte maakt het dragen van zwart bijna onmogelijk. Daarom profitee'ren vele dames van do seizoen-uitverkoopen, die nu reeds ln vollen gang zijn, en schaffen zich nog een of ander licht toiletje aan to gen veel verminderde prijzen of een tailleur van lustre, tussor, linnen of dunne zijde. De gekleurde linnen toiletten ziet men veel minder dan verleden jaar, doch het tussoï en shantung ln de naturel-kleur, écru, is zeer en vogue. Met het aanschaffen van n.euwe toiletten moet men toch uiterst voor zichtig te werk gaan en niet denken, dat men nu voor een volgenden zo- mor spoedig gereed is, want niette genstaande de slanke lijnen burger recht verkregen, staat het toch niet onomstootelijk vast, dat zij zich ook in 1912 zullen weten te handhaven. Reeds mompelen onze berichtgevers van „Crinoline-mouwen" cn wijdere rokken terwijl anderen gewag maken van ee"n geheel nieuwe mode, waarbij men de modellen zoowel aan het eer- <sté als aan 't tweede keizrrijk ont leent. Wat hiervan waar is, kunnen we nog niet met zekerheid mededee- lCn, doch voorzichtigheid ln het aan schaffen van nieuwe toiletten is ze ker aan te bevelen. Ten opzichte van de mantels, zijn de berichten meer positief en we kun hen reeds met zekerhe d mededeelen, dat die in het najaar weer langer ge dragen zullen worden. Eern nouveauté in de garneeringen is het zwarte bandfluweel. In den aanstaanden herfst zal men zoowel de gekleede toiletten als de tailleurs met smal of breed bandfluweel gar- neeren. Ik zag deze'r dagen een allerliefst model van een Parijsch huls. Het wa9 vervaardigd van slappe zwarte taf fetas. De nauwe rok, waarover een ronde tunique was aangebracht, die men aan de linkerzijde had openge knipt en weggeslagen, was rondom met ee'n 5 cM. breed bandfluweel af gewerkt. De vrij gekomen zij baan was in V-vorm met bandfluweel ge garneerd over" de geheole lengte en wel zóó, dat de V's van onderen der tig cM. breed waren en van boven ln uiterst kleine V's eindigden en daar met een platten fluweelen strik werden afgesloten. De groote reverskraag van het manteltje, dat even over de heupen re.kta, was eveneens met een band- fluweel omboord en van voren met een afhangenden etr.k afgewerkt. D.e afhangende strikken worden veelvuldig toegepast; men draagt ze zoowel op de buste als om do taille. De ceintures met afhangende einden worden naar verkiezing in het ach termidden of op zij gedragen. De kindermode verschilt weliswaar ln velerlei opziciht van de onze, doch dat noemt niet weg, dat men voor de kleine meisjes evengoed japonnetjes met ove'rrokkem brengt als voor haar oudere zusters. Er zit iets komieks in, •als men zoota mi'ntatuur-dametlje ontmoet, doch weinig kinderen be wegen zich gemakkelijk en gracieus in die moderne kleeding. Ik zou daarom de moeders in overweging wille'n geven, die aardige G'rioksche kleedjes slechts voor bijzondere gele genheden te houden, doch de nieuwe mode niet voor alledaagsche pakjes in toepassing te brengen. Lichte plooirokjes met frisscho waschblouses, het klassieke marine- pakje, of katoenen jurken met een voudige ceintdres van dezelfde stof komen mij het meeat geschikt voor. Deze katoenen piooijurken worden veelal aan den rokzoom met een breed© biais van afstekend katoen afgewerkt, hetgeen ook uit een prac- tisch oogpunt aanbeveling verdient, daar men die biais later kan benut- ten om de jurken te verlengen. Veel moeilijker dan de kinderklee- ding is die der bakvischjes. Men kan voor deze meisjes met haar onvol komen figuurtjes geen vaste model len aangeven. De goede smaak moet hier besL.ssen» wat voor elk individu het meest geschikt is. De aardige em- pire-japonnetjes van gestreepte stof, waarvan de lijfjes in kiimono-vorm gesneden en met een fichu Marie-An toinette gegarneerd zijn, kleeden de meeste meisjes allerliefst. De gladde kiimono-lijfjes kunnen slechts zij dra gen die een mooi figuurtje hebben. MARIE VAN AMSTF.L, Een Zomernachtsdroom Aa'ngezien zij eerst met den laatsten avondtrein aangekomen was en het nog wel een uurtje rijden was met den wagen naar slot Olbersdorp, ver wonderde het Eva vau Hildijk niets bij de aankomst in het slot alleen maar door haar nicht Herta van Gerdringen, bij wie Eva eenigen tijd logeeren zou, ontvangen te worden. Baron Gerdr.ingen had haar van 't station afgehaald en er haar reeds op voorbereid, dat het te laat zou worden om nog kennis te mak<fei met de andere logeergasten, die het slot herbergde. Ten eerste gaat men op Olbers dorp om 10 uu'r naar bed had de ba ron gezegd, en bovendien had zijfc vrouw Herta gemeend, dat Eva wel moe van de reis kon zijn en 't liefst dadelijk ter ruste zou verkiezen te gaan. Daarom hebben we do aan komst geheim gehouden om don vol genden morgen sommige logeergas ten eens goed te kunnen verrassen. Dat met die sommige gasten slechts een enkele bedoeld werd, begreep Eva heel wel. De familie deed 'reed© sinds maa'nden al haar best om jonkheer Van der Esch, die Eva openlijk het hof maakte, zooveel mogelijk ter wille te zijn. En zij was daar alles behalve gebelgd over, hoewel zij op 't oogenblik geheel vrij verkoos te zijn en zich dit inderdaad ook voelde. Do flinke ridderlijke jonker bev el haar wel en soms dacht zij wel een beetje van hem te houden. Maar soms waren er oogenblikken, dat zij er ge heel anders over dacht en hij lang niet haar ideaal voorstelde, 't Was geen dweepzuchtige minnaar, pe nze- rijen in hooger sferen waren lipm Vreemd. Voo'r kunst noch literatuur Interesseerde de jonker zich, doch een voortreffelijk paardrijder, ten nisspeler en bovenal danser was hij. De ontmoeting op het slot nu zou niet toevallig zijn, 't moest een laat ste proef wezen om de"tvare natuu'r van Egon van de'r Esch te ontdek ken. Herta, haar nog knappe flinke 32- Jarlge nicht, bracht haar spoedig naar een logeerkamer, waar de twee vrouwen zich nog ge'ru men tijd met gebabbel vermaakten. Eva zou en moest de namen van het zestal gas ten weten en trof er tut haar spijt mets dan oude bekenden onder aan. Maar je man heeft mij toch verteld i uut Gerard van Bruggen h.er is om je portret te schilderen. Hij blijft zo- i ker nog een heel poosje. W ant juist zijn aauweaighe.d verheugt mij meer dan van al de anderen De jonge vrouw lachte. Dat moest Jontt Van der E9ch niet hooren. En ik wil hopen dat het met Egon ernst is, want 't zou wat wezen als er zich hier op Olbersdorp een kunstenaarsroman met jou en Van Bruggen moest afspelen. Nu ja het moet ook geen roman worden. Maar het <is voor 't eerst, dat ik in de gelegenheid kom om een kunstenaar goed te loeren kennen en 'k wil 't met verhelen, dat lijkt mij .heel wat toe. Daar komt nog bij, dat 't hior Gerard von Bruggen geldt. Hoe zoo, ken je hem dan 'reeds. Neon, allee'n uit zijn werken. Maar dat is naar mijn meening het mooiste, wat de moderne schilder kunst voortgebracht heeft. En 't is niet moeilijk uit zijn geschriften een beeld van zijn persoonlijkheid te fan- tazeeren. Enfin, je kunt je morgen over tuigen of je fantazie goed was. Muar nog eens de raad: Pas op je hartjel Kunstenaars blijven altijd gevaarlij ke me'nschen en 'k zou niet graag willen, dat 't slot van de roman een duel werd. Deoe van Bruggen nl. is een Vesuvius vol hartstocht, zooals je zeker wei in den eersten oogopslag zien zult. Eindelijk gaven zij elkaar den af scheidskus en Eva zou nu eigenlijk naar bed moeten gaan, maar zij was heelemaal niet vermoeid en zij zette zich voor T geopend venster, waar door de koele zomernachtw.md de ka mer binnen stroomde. Aan een met sterren bezaaiden hemel stond de volle maan, die met zijn blauwachtig licht de toppen der hoornen van 't park eigenaardig uit deed komen. Eva kende leder plekje in dit oude park en plotseling kwam hij Tiaar het verlangen op naa'r een romanti- schen nachtelijken wandeltocht op de overbekende, door de maan beluchte wegen. Zij had niets te vreezen en al te ver behoefde zij zich ook niet van het slot te verwijderen. Gewend om aan iederen grilligen inval te voldoen, waerp zij een shawl over haar reiscostuum en sloop li'oo'r een va'n binnen gesloten zijpoortje in den tooverachtig mooien avond naar buiten. Geen ander geluid deed zich hoo ren, dan iielt fluisterende ru^schon vun de toppen der boomen en zoo nu en dan gepiep van een droomend of uit den 6laap gewekt vogeltje. Het onderwerp barer gedachten was Ge rard van Bruggen, de beroemde kun stenaar, die sedert twee jaar uitver koren was door de mooiste en ele gantste vrouwen der hoofdsteden voor t sebdderen van hun portret en die trots alle afbrekende kritiek, die zij over hem gelezen had» haar hoogste bewondering wegdroeg. Zij liet in haar gedachten de be kendste portretschilders de revue passeeren en Vroeg zich af op wien hij toch wel lijken zou. Van Dijk, Ru bens, Dürer al dezen moesten ideaal mooie mannen geweest zijn. Hoe zou dan Gerard van Bruggen an ders kunnen zijn, als een ideaal knappe manl Geheel door haar gedachten in be slag genomen, was Eva op het kleine rondeel aangekomen, dat sedert zij het slot Olbersdorp kende, steeds haar 1 evelingsplekje geweest was. Juist wilde zij op een steenen bank gaan uitrusten toen zij plotseling merkte, dat zij niet alleen was. Een mannengestalte stond toen zij nader de op. Een breedgerande lichte vilten hoed werd door een opvallende fijne blanke hand afgenomen en voor haar verbaasden bt.k. bemerkte zij een met lang donker haar bedekt mooi ge vormd hoofd, een hoofd als een uit de lijst gesneden Rafael's zelfportret. Gerard' van Bruggen! dacht zij plotseling. Onder duizenden zou ze hem lior- kend hehben. Dat hij echter nog zoo jeugdig uitzag en zoo'n slanke ge stalte had» was aets dat zij niet ver wachtte. Nu eerst begreep zij de vrees en de waarschuwingen van haar nicht. Wat beteekende het glad geschoren, zonverbrande gelaat van Jonker Van der Esch naast dit kun- stenaarsprofiel. Wat zou hij in zijn ruiterpakje afsteken bij deze in een sierlijk fluweelen jasje gehulde slan ke gestalte. Ik bid u duizendmaal om ver schooning, mejuffrouw, zeide hij on der herhaalde buigingen. Ik geloofde niet, dat nog iemand behalve mij het verlangen kon voelen van dezen too- vornacht te genieten. Ik geef toe, dat het stoutmoedigheid was, maar Zijn bescheidenheid maakte indruk op Eva Dapper haar e gen verlegen heid verbergende, kwam zij hem op voorkomenden toon te hulp. Zoo niet mijnheer) Het park is voor alle gasten van 't slot disponi bel En dat juist een kunstenaar zich tot het park .n dezen prachtigen nacht aangetrokken gevoelt, begrijp ik heel goed'. Hij zag haar met schitterende oogen aan, en zijn meisjesachtig mooio hand, bracht hij naar een plaats, waar hoewel niet geheel zeker vermoedelijk z.ch zijn hart bevond. Ik dank u, lieve Juffrouwl Dat u mij een kunstenaar noemt, maakt mij trotsch. Ja meer dan dit, het maakt mij gelukkig. Wanneer men zooveel verachting en geringschatting moet verdragen". Dat een man van zijn beteekenis zich zulk een paar afbrekende kritie ken kon aantrekken, was voor Evn eeu nieuwe verrassing. En 't klonk van harte gemeend toen zij antwoord de: O, om die paar hatelijkheden moet u niets geven. Mijn vrienden e'n ik zelf wij zijn steeds verrukt over uw werk geweest. Weer boog hij als een page voor zijn koningin. Ach Ja de dames, zeide hij dweependL Zij alleen zijn het, die mijn kunst recht laten wedervaren. Mijn geheele leven wijd ik dan ook aan haar verheerlij king. O. Leve juffrouw, wanneer ik mocht hopen, dat u mij veroorloven wilde, mijn kunst ook in dienst uwer schoonheid te gebruiken. Eva voelde zich gevleid, maar als welopgevoed meisje, werd zij zich tegelijk van de noodzakelijkheid be wust een einde te maken aan een nachtolijk alleenzijn met een man, dien zij voor 't eerst van haar loven zag en hoorde spreken. Met een dan kende buiging neide aij: U bewijst mij meer eer, don ik verdien. En bo vendien, bent u voor, zoover ik goed op do hoogte ben, voorloopig nog met de verheerlijking der kunst bezig en wel in den vo'rm mijner nicht, mevr. Herta van Gerdringen. Zeer zeker, maar dat doet er niets toe. Er blijft nog genoeg tijd over voor u. O, u vermoedt niet, wat ik van u maken zou eon Venus, een Juno, een Nu was het ten hoogste tijd voor den terugtocht» Wij zullen morgen of bij pas sende gelegenheid daar wel eens ver der over spreken, v el Eva hem in de rede. Ik wil u heden niet langer in uw natuurgenot storen. Goeden nacht, mijnheer Van Bruggen! Zonder antwoord af te wachten, liep zij snel in de richting van het slot en w:erp zich in haar kamer ge komen met verhitte wangen en klop pend hart te bed. Deze nachtelijke ontmoeting met den groote'n kunste naar, was de meest romantische ge beurtenis uit haar gansche leven met open oogen droomend fantazeer- de zij al meer e'n mee"r, met vreugde en tegelijkertijd met angstige voor gevoelens den komenden dag tege moet ziende, d.e voor Egon Van der Esch waarschijnlijk een niet vroolijk wordeh zou. Zoo lahg had Eva geslapen en zoo taat had zij zdch de chocolade op 't bed laten brengen, dat zij eerst met de lunch met haar sj>eciaal voor de zen dag keurig toilet gereed' was. In de ontbijtkamer waren de overi ge slot bewoners reeds verzameld, al len oude bekenden, op een na, d e Eva nog nooit eerder gezien had, een zeer kleine en zeer dikke oude heer met sterk grijzenden baard en eeti verdacht rooduitzienden neus. Wat een monster, dacht zij. In het volgende oogenblik echter kon zij slechts met de grootste moe. te een kreet van hoogsten schrik ternauwer nood onderdrukken, want haar niclit had schalks lachend haar den onbe kende voorgesteld als „onze hoogver eerde meester Gerard van Bruggen, dlo mij op hoogst sympathieke wijze het offer gebracht heeft, zich eenige weken van gade en kinderen te schei den, om mijn portret te kunnen schil deren. De kleine dikke man maakte een lichte onbeholpen buiging. Eva's oogen zochten echter vergeefs 't voor werp van haren liefelijken zomer nachtsdroom. Hij was er Diet en werd klaarblijkelijk niet verwacht ook, want er was niet voor hem ge dekt en men ging zonder hem aan tafel.- Jonkheer van der Esch had dien middag in zijn aangebeden Eva een zeer onopmerkzame en verstroo- de tafelgenoote cn toen rnen daarn-i ging tennis spelen, maakte zij ziel van 't medespelen af, onder voor wemlsel van hoofdpijn. Herta geleid de haar naar haar kamer, maar plot seling op den gang gekomen schrok Eva hevig. Want aan het einde van den gang had zij den jongen man met het Rafaël-gez cht zien staan, die daar in eerbiedige houding op iets scheen te wachten. - Om Godswil, Herta, wie s die heer, fluisterde zij. Die daar, vroeg haar nicht zacht jes. Een zekere Mulder, dien ik vooi een paar dagen heb laten komen omdat hij mij voor gezichtsmassage aanbevolen is. Een beetje vreemd mensch, niet kwaad en heel geschikt in zijn vak. Ik wil, toch maar liever gaan tennis spelen, zeide Eva met afge wend gelaat om T brandend rood harer wangen niet te laten zien. De jonker scheen zich gekrenkt te voe len, dat ik niet mee deed. En aan mij heeft hij het niet verdiend, dat lk hem pijn doe. Nu, alles schijnt goed 1e gaan, dacht de barones, toen zij Eva snel naar het tennisveld zag loopen. En zij had zich niet vergist, want den- zelfden avond had de jonker Van der Each Eva het jawoord ontfutseld. (N. Br.) De grootere dief. (Uit het Engelsch van EDWIN N. HICKMAN. Op het geluld schr.kte de man, die hu'rkte naast de open deur der safe op alsof een koude luchtstroom hem o\«rvicl. Het pakje banknoten dat hij telde viel uiteen op den vloer. Een oogenblik lag hij daar geknield, stijf, dan, zijn adem langzaam uitlatend, wendde hij z.ch om en verzamelde de verspreide biljetten. En opnieuw trof zijn oor het geluid van een stap op den vloer in het naastgelegen vertrek. Hij wendde het hoofd en keek in het donker achter den zwakken bun- dol licht van de omschermde electro sche lamp aan de zoldering. De stap kwam meer naderbij. Het hek knar ste, een donkere vorm trad in het duister, in den lichtkring slapte een man, d e terugdeinsde met een zach- ten kreet: U, meneer Cannon! Ik dacht dal het een dief was! De knielende kassier staarde in de oogen van den ander. Wat doe je hier, Frost? De boekhouder lachte en schuifelde met de voeten. Ik ben aan het dansen geweest bij Rayman. Joe Fischer zei, dat hij een puur belangrijke brieven hier go- laten had, die weg moeten, t Lag op mijn weg. en daarom ben ik even binnen gekiopen om ze naar hel post kantoor te brengen. De kassier nam den jongen man op. Zijn lichtgrijze oogen waren half dicht geknepen en er kwam een vreemde uitdrukking in toen hij den boekhouder zag schrikken en staren op den hoop bankbiljetten op den grond. Hebt u geld nageteld? zei Frost.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1911 | | pagina 11